De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 13 maart pagina 8

13 maart 1904 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AM3TEBDAMMEB WEEKBLAD VOOR NEDEKLAND. No. 1394 gewenschte effect zich oplossen) kwam in praktijk; een methode die ontegenzeg gelijk bij onderdrukking der losgelaten vreugde van het métier een tintje van wetenschappelijke praktijk kreeg bijgezet. Maar het geheele karakter van den nieuwen stuur in kunstrichting neigt naar het bedachtzame, of liever van de Deze generale beschouwingen mogen nu maar iets vergoeden aan de groote leemte van dit artikel: het uitblijven eener bondige karakteristiek van den kunste naar zelf. Maar in waarheid, deze ver schijning is van zoo gecompliceerden aard, zijn hoedanigheden als teekenaar. schilder, symbolieker, monumentaal uitNo. 10. Wilgen met schuur. uitbundigheid naar [de inkeerende aan schouwing. Van deze opvatting moet bij het aan schouwen van Toorops werken vooral worden uitgegaan. De stelling: een kunst uiting is mooi of niet, lijkt bij het oordeelen wel afdoende; maar, zoovelen be schouwen kunstwerken met andere nog in de oogen, vooral bij schilderijen, zonder eenig twijfelen aan het eigen vermogen van doordringen. beelder vooral, geven tot zoo uitgebreide ontledingen aanleiding dat in een beperkt krantenartikel een kenschetsing van den kunstenaar en zijn werk zoo onvolkomen zou zijn, dat het tot averechtsche uitlegging kon opgenomen worden. Meerdere juistheid in hetalgemeene oor deel over een zoo voorname kracht in het jongere streven, moet zich van zelf lang zamerhand wel zetten. W. STEENHOFF. IMIIIIIIIIIIIIIIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiuiiiiii UMI mimiiiiiiiin iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii HUI IIHIIIIIIIIIII Notarieele Vereen» De jongste begrootings-debatten in de Kamers der Staten-Generaal hebben bij 't bestuur der notarieele vereeniging een lang bestaand plan doen rijpen, het plan namelijk om in haar vergaderingen aan de orde te stellen: de meer en meer dringende noodzakehjkheid van een zoowel aan de eischen van het recht als aan die van het maatschappehjk verkeer voldoende hervorming van ons vennootschapsrecht. Dit zal thans geschieden in twee buiten gewone vergaderingen, belegd tegen Vrijdag 18 Maart en Zaterdag 23 April a.s., beide te Amsterdam in hotel Krasnapolsky" 's avonds 8 nar. In de eerste vergadering zullen de debatten worden ingeleid door prof. mr. D. Joaephus Jitta, hoogleeraar in het handelsrecht en internationaal privaatrecht aan de GemeenteUniversiteit te Amsterdam, met een voor dracht, getiteld: De leidende gedachten bij een herziening ran onze wetgeving omtrent de naamlooze vennootschappen Voor de tweede vergadering heeft zich tot die inleiding bereid verklaard prof. mr. W. L. P. A. Molengraaff, hoogleeraar in de faculteit der rechtsgeleerdheid aan de Rijks universiteit te Utrecht, die meer bizonder zal spreken over: De regeling van de commanditaire vennoot schap in verband met die der vennootschap onder firma. ? B\j de groote en algemeene belanastelling in deze zaak, werken wij gaarne er toe mede, op die vergaderingen bizondere aandacht te vestigen. « Voor introductie wende men zich tot den secretaris der vereeniging, den heer H. H. de Haan, Keizersgracht 260 te Amsterdam. UIT DE NATUUR. LVI. In Artis. Nu begint het al weer goed te worden in Artis; vooral om 's morgens vroeg rond te wandelen en de beginselen van dierstudie al vast eens weer te repeteeren. Voor de meeste stadsmenschen zijn de dagen nog te kort; wat er nu buiten te zien en te hooren valt is nog te weinig loon voor de moeite en de kosten van de reis. Mijn liefste hoekje, om stil te staan in 't begin van Maart en dierstudies te maken, is vlak voor de kieviten vollere; daar heb je een vrij gezicht over den stillen hoek van Oude Jan van Gent in den zwanen vijver van Artis. den zwanenvijver, en als daar niets gebeurt, wat de aandacht waard is, dan stellen de kieviten aan 't eene eind en de wulpen de scholeksters en kemphaantjes aan 't andere eind allicht schadeloos door iets te vertoonen, wat ge precies zoo in Bird Watching" van Selous hebt gelezen, of iets dat een haast ongelooflijke waarneming van Long ten volle bevestigt. Maar er is in 't vroege voorjaar meestal wel iets in den zwanenvijver op te merken, dat voorloopig kieviten en tureluurs doet vergeten. De eerste luwe dagen van deze week hadden den echten lentegeur en ze hebben het lentegevoel in de vogels gebracht. Eventjes popelde het al, een paar weken geleden, in de zwarte zwanen; meer dan gewoonlijk vlogen ze met zware slagen over de oppervlakte van het water, van 't eene eind van den vijver naar het andere; de witte broeders met gele bekken volgden met luid trompetgeschal, en wie niet beter wist, zou denken dat er groot op roer in 't zwanenrijk was ontstaan of dat er storm op handen was. Met de vorst van de laatste Februari-dagen kalmeerden de gemoe deren, nu is het weer overdruk; er loopt voortdurend een rilling van onbekende, nog onbegrepen gewaarwordingen door al de veeren, van het dons van de hoogopgerichte halzen tot aan de punten van de slagpennen; trotsch duwen de borsten het water op, dat het schuimt; en met golvend gestoot boegseert al wat zwaan heet, hetzij geel, rood of zwart van snavel, kris kras door 't water. Nog verstaan de arme dieren niet, wat dat vreemde in de lucht toch wil, dat het hen zoo opzweept, hen zoo jaagt van hier naar daar, dat ze geen rust of duur meer hebben; en zij vallen op elkaar aan, vechten met snavels en pooten, bijten in den grond en de takken; ze vergeten hun maaltijden. * Zie dien zwarten Australiër met zijn glan zende gekroesde vleugelveeren, hij draait rond als een tol, steekt den hals strak uit naar boven, zingt zijn toeterlied en vliegt dan op een wijfje los, dat net met nijdige bekhouwen Jan van Gent, den sukkel, het land heeft opgejaagd. Neen, ze weten het nog niet, de stomme dieren, dat de onzichtbare lentegeest, de dartele knecht van moeder natuur stilletjes onder hen is neergestreken. De kobold die hen niet met rust zal laten, voor zij zijn bedoeling hebben begrepen, die niet weer heen zal gaan voor hij het bevel, dat hij van hooger hand ontving, heeft overgebracht en het ziet opvolgen. Hij jaagt den eenen zwarten zwaan naar de andere en, als hij ze vlak bij elkaar heeft, drukt hij als bij toeval een slanken hals achterover en laat die een anderen hals aanraken; dan vlecht hij ze dooreen; hij legt een afgewaaid boomtakje vlak voor n der roode bekken, zoodat die wel moet toehappen, en nu beginnen de dieren te begrijpen wat de geest die hen drijft, van hen verlangt; nu gaat het takkenzoeken voort, binnen eenige dagen zit de zwaan te broeden op het nest en voortdurend draagt het man netje takken aan en houdt de wacht, opdat niemand haar zal storen. De aalscholvers, die sombere zwarte water raven, met hun helsch-groene oogen, heb ben het ook al te kwaad. Al een maand geleden is er een witte kraag van hagel witte rijp om hun hals en kop gaan groeien; on weerstaanbaar trok elke tak, elke stroohalm die er in den vijver viel, de dieren aan; ze staarden de sprietjes aan, als verwonderden ze zich zelf dat die dingen hen nu zoo be gonnen te interesseeren, en ze konden het niet laten, alles wat tak of halm of stok heet op elkaar te leggen, vlak bij het hek achter het emeu-huis. Ook kwam opeens een groote lust tot duiken en baden over hen, ze sloegen met vleugels en staart op het water, doken elkaar na, hielden elkaar bij de vlerken, vlogen spartelend op, en gingen daarna elkaar zitten aankijken op een boomtak. Dezelfde genius, die net de hals van de beide zwanen tot een strengel had had ge vlochten, vloog over naar de beide verwon derde dieren in den dooden boom; en hij blies hen een vage herinnering van verleden jaar in de berijpte koppen; hoe ze samen een nest hadden gebouwd op dezen zelfden dooden boomstam, die schuin over het water hangt; en hoe 'n mooi jong aalscholvertje ze samen gelukkig hadden grootgebracht. Toen begrepen ook zij de boodschap. Een vreemde dwaze lust bekroop hen beiden, ze snelden toe op de ordelooze takkenhoop; ze begonnen te rukken en te trekken, weg te gooien, weer terug te halen, tot de massa een platten vorm aannam; dan de middelste takken naar den rand overgebracht; het werd een nest, een nest op den grond dezen keer. Nog zonderlinger werd het in 't hoofd van 't mannetje op dat gezicht, hij sprong rond als een bezetene, blies zijn keel wijd op tot een zak, vloog met een vaart op het wijfje toe, en bleef vlak voor haar plotseling staan, de zwarte nekveeren richtten zich op tot een kuif, en met een smak viel hij voor haar neer, (den bekfop de aarde; dan wierp hij opeens den kop in de hoogte, uitte onge wone krassende geluiden, boog den langen hals ver naar achter, tot de nek den rug raakte. Dat spelletje speelden ze samen om beur ten, of tegelijk, om 't plotseling te staken en een ooievaar aan te blazen, die heelemaal niet van plan was zich met hun huishoude lijke zaken te bemoeien, die het alleen maar ongepermitteerd vond, dat hier alle takken Aalscholvers in den paartijd. De linkerarm van den dansenden vogel is geleewiekt. op een hoop moesten liggen, terwijl hij tekort kwam voor zijn nest aan de overzijde. De ooievaar was abgeblitzt" en heer en dame schollevaar stonden als een paar Chineesche beelden onbeweeglijk elkaar in de groene oogen te staren ; dan spreidden zij de vleugels uit en begonnen te waaieren, droe vig komiek, door 't leewieken; langzaam eerst, dan sneller en sneller tot er ook beweging in de zwarte pootlappen kwam, en ze een soort dans gingen uitvoeren langzaam en plechtig in 't rond of dandineerend om elkaar heen ; daarop ineens naar den vijver en in volle vaart met waaierstaarten aan 't duiken en dartelen dat het sputte en spartelde en klapperde over den vijver, en Jan van Geathet maar weer beter oordeelde aan land te gaan, een heel eind, ver van de ooievaars en reigers, die ook al zoo vinnig begonnen te doen. De sukkel begreep er niets van; het was eerst zoo rustig geweest; hij krabbelde tegen de glibberige steenen van de glooiing op ea zijn witte oogen keken verbaasd naar al dat rumoer van zwanen en aalscholv.ers. Zoo nu en dan draaide zijn eene oog naar boven als zocht hij iets dat opdoem de in zij n tragen geest: hooge rotsen waartegen de golven donderend bra ken ; wit schuim dat spat te over de glimmende steenen waar de natte groene wierfranjes afhin gen; ja, en daar waren. immerghonderden broers en zusters bijeen en de nesten van zeegras lagen er vlak bij elkaar hoog op de kale rotsen of in de donkere gleuven en sple ten ; maar zijn ander oog zag een druk bevolkten vijver met dood riet'aan den kant en een modde rige zwarte aarde; neen, het moest een vergissing zijn; en hij keek weer verbaasd met twee oogen naar de duikelende schollevaars. Naast hein stond een andere jonge Jan van Gent, nog heelemaal in de kinderkleeren; heel donkerbruin met mooie witte stippen; hulpeloos krabbelde het dier van den eenen steen naar den anderen; zwemmen deed het hier slecht; op de rollende golven van de branding zal het wel beter gaan; maar de menschen zien hem daar niet vaak. De matrozen vangen hem als hij, door een storm van zijn rotsen geslingerd, doodaf op 't schip neersmakt en zij noemen hem Sukkel, Tölpel of Gannet al naar hun landaard. Komisch dat het dier ook in't Latijn Sulla heet. E. HEIMANS. IYIEUBELBAZAR SINGEL 263 283. bl] de MASSIEF EIREN. 150 X 80 / 60. Rantoor-Meobelen enz J. MEIJER1M NEMER, TtleF. 3968. FA1ENCE ENTEGEL FABRIEK HOLLAND NAAML-VENN-CEV-TE UTRECHT AfflSTERDAm AARDËUERK EM TEGELS L BINNEN-! INRICHTINGTOT MEUBELJLEFÜNG EN -VERSIERING ^DER- WONING I2O-ROKIN 12 Etsen van WILM STE Met Tekst van J. F. VAN SOMEREN, Bibliothecaris te Utrecht. Gedrukt op zeer fraai papier, de tekst in rood kader met vele vignetten en handteekeningen, kost dit prachtwerk (groot folio form.) gebonden slechts f I2.&Ü. AZALEA'S en andere bloeiende Planten, CaféKrasnapolsky". Amsterdamsche Maatschappij van Levensverzekering. Gevestigd te AMSTERDAM, Keizersgracht 547 en 549. Volteekend Kapitaal: E E W MILLIOElff « U JL I> E W. Commissarissen: Mr. TH. HEEMSKERK, L. J. S. VAN KEMPEN, H. W. VAN MARLE, *Jhr. Mr. A. F. DE SAVORNIN LOHMAN, J. E. N. Baron SCHIMMELPENNINCK VAN DEH OYE. Directeuren: H. J. VAN VULPEN en H. BERET. De MaatschappU «luit alle soorten verzekeringen Tan KAPITAAL en Ij IJ F R E Bf T E tot elk bedrag. De Maatschappij geeft COMBIJTATIE-POLIS-EN" af, waarop bizonderiyk de aandacht wordt gevestigd. Aanvragen om Agentschap te richten tot de Directie of tot de Inspecteurs der Maatschappy. * deze door de verzekerden gekozen. Stadüsches hötieres technisches Institut zu Cöthen (Anhalt). Abtellangen fiir Maschinenban, Electrotechnik, technische Chemie und Hütteinvesen, Keramik, Ziegelei- und Gastechnik. Beginn der Vortrage und bungen am 26. April 1904. Beginn der Immatrikulationen am 20. April 1904. Meldungen und Anfragen sind an das Sekretariat des Stildtischen höheren technischen Instituts zu richten, woher auch Studienplüne und Programme kostenlos zu beziehen sind. Cothen, den 5. Februar. 1904. Der Magtstrat, S c h u l z, Oberbürgermeister. Der Dlrektor, Dr. F o e h r, Diplotn-Ingenieur. Directie: H. VERSTRAETE. lederen avond \ v >. \ Operette in 3 Bedrijven, van HUGO FE LIX. Vooraf: Groote -w SpecialiteitenVoorstelling. Zaterdags namiddags 2 uur: Groote Matinee tegen verminderde prijzen. Telefoon 4745. NATIONALE LEVENSVERZEKERING-BANK Itomupje* n*. O en «O, ROTTERDAM. Opgericht 17 Januari 1888. Benige maatschappij, die aan verzekerden pandrecht rerleent op de beleggingen in effecten. Vertegenwoordiger op de Beun te Amsterdam: J. W. MEUJES Jr., Hoofd van het Bijkantoor, DAM 4. Directie: A. 8. VAN REESEMA, Directeur K. a SOMMER, L. GANTVOORT, Broodfabriek, Deventer. Brood, Beschuit, K i uit mee l OL voor Suikerzieken. Aanbevolen door H.H. Dokteren. « i. i* vi~it.*.ir. ) Brood en BMehuit W pCt Gehalte «n Eiwitstoffen:} £^?^1 w pCt. de Ontbijt-, Sukadekruid- en Oemberkoek yan B. J. LINDEBOOM & ZONEN, Fabriek de Nederlander", Prinsengracht 579, AMSTERDAM. fanden Medaille Brussel 1891 Venending n»xr alle landen. Vramg Prflsconnmt. Souden Medaille Amsterd. 1896. \ Verschenen de 6e druk van: bevattende elf Kaarten, dus van elke provincie, met aanwijzing der afstanden van plaats tot plaats in Kilometers en vermelding der soort van wegen. Deze Atlas zenden wij franco per post (na ontvangst van het bedrag in postzegels of per postwissel aan ons adres) voor slechts Vijl" en Dertig Cent. In eiken boekhandel verkrijgbaar.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl