Historisch Archief 1877-1940
No. 1395
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD TOOI NEDERLAND.
ityn en toch goed koken; dat kan iedere zuinige huisvrouw
met MAGGI'8 AROMA om te kruiden
want weinige druppels van dit alom gerenommeerde en bekroonde produkt voor het opdienen bijgevoegd zijn vol
doende om aan groenten,sauzen,soepen,zwakken bouillon enz. dadelijk een verrassend krachtigen en aangenamen smaak te geven.
Te verkrijgen bij kruideniers en comestibleshandelaars In flacons van fO.Stt tot ?5.35.
MAGBI's onderscheidingen: 4 groote Prijzen, 28 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 5 Eere-Prijzen, zesmaal buiten mededinging, o.a. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parijs.
Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het Oeneraal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HOBN, Amsterdam.
SPAARZAAM
MIIIIIIIIIH«IM«l«UM«IMI1«llim Illlllllllllllllll imlIIIIKIIIH Illllllllll IIIIIHIIIIIIIIIHIII II IIIII1IIIIIIIIIIIIIIIII l Illlllllll III HUI Illl II II IMIIIIIII l II II (111111 HUI II l Illl "MUI nilllll Illllll Illlllll IHIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIII Hl
BI*
DAMEjS.
«l
De Vereeniging ter behartiging der
belangen van jonge meisjes en het
congres voor kinderbescherming.
II. (Slot.}
De Nationale Vrouwenraad van Nederland
ie, evenals de Vereeniging voor Vrouwen
arbeid, voortgekomen uit de stervende Ten
toonstelling van 1898. Terwijl de laatste het
eigenlyke doel der Tentoonstelling: verbete
ring en uitbreiding van den arbeid der vrouw
blyft nastreven, wil de Nationale Vrouwenraad
van Nederland bewaren den onderlingen band,
den vriendschappelijken omgang tusschen
personen en vereenigingen van de meest
uiténloopende richtingen, die op de Tentoon
stelling werd geboren en toen te innig, te
kostbaar een goed bleek, om ooit weder te
worden prijs gegeven. Die Nationale Vrouwen
raad, die een bond is niet van personen maar
van vereenigingen, wenscht, (Art.: l der
Statuten), uitgaande van de meening, dat
man en vrouw elkanders werk op ieder gebied
' moeten aanvullen, «uilen zij in waarheid het
werk van den volkomen mensch tot stand
brengen, de vrouwen in Nederland te
organiseeren en het werk van allen te vereenigen,
ten einde aller streven met bewustheid te
richten op de vorming der vrouw tot deze
samenwerking." Keeds dadelijk heeft de Eaad
de gewoonte aangenomen om aan zijne jaar
vergaderingen te verbinden eene openbare
samenkomst ter bespreking van eenig onder
werp van algemeen, liefst actueel belang.
Dat in eenen dergelijken kring van ernstige
vrouwen aller denken steeds uitgaat naar
ftet kind, behoeft geen betoog en van den
beginne werd dan ook door Mevrouw
Pekelharing-Doyer aangedrongen om op eene dezer
samenkomsten aan de orde te stellen de
behandeling van het vraagstuk der kinder
bescherming. Het onderwerp bleek bij nader
inzien te breed en diep om ook maar opper
vlakkig te worden besproken op nen enkelen
avond. De raad besloot derhalve in zijne
jaarvergadering van 15 April 1903 het initiatief
te nemen tot het samenroepen van een
nationaal congres voor Kinderbescherming
en de organisatie daarvan op te dragen aan
het Bureau voor Vrouwenarbeid.
Hoe dit Bureau de hem opgedragen taak
denkt te vervullen, werd nu op uitnoodiging
van het plaatselijk comitéin de vergadering
van 26 Februari in groote trekken geschetst
door de directrice, Mejuffrouw Marie Jungius
zelve. Het weloverdachte werkplan brengt in
drie zittingsdagen een overzicht van de voor
naamste gevaren en mishandelingen, waaraan
het kind in onze moderne maatschappij bloot
staat, van voor zijne geboorte reeds tot aan
het 18de en 20ste jaar, tengevolge van
armoede, verwaarloozing, exploitatie, onvol
doende hygiënische verzorging, alcoholisme,
gebrek aan arbeidsopleiding en -wat er meer
de aanleiding is tot dien bitteren stroom van
kinderlijden, dat te hartverscheurender is,
omdat al dat leed het kind wordt aangedaan
door volwassenen. In overleg met den
Nederlandschen Bond voor Kinderbescherming, met
de Vereeniging Pro Juventute," met den
bekenden paedagoog dr. J. H. Gunning werd
daartoe een voorloopig schema van -werkzaam
heden opgesteld, dat later slechts geringe
?wijzigingen onderging. Achtereenvolgens stelt
dit programma aan de orde: 1. Bescherming
van het verwaarloosde en verweesde kind, -waarbij
onder meer zal worden behandeld het ouder
lijk huis," dat zoo dikwijls eene bespotting
is van dien schoonen naam; de omstandig
heden der ouders voor en na de geboorte
van hun kind, waardoor zij bij allen goeden
wille vaak in de onmogelijkheid zijn om te
zorgen voor voldoende kleeding, voeding en
huisvesting; de verschillende wijzen van ver
pleging en uitbesteding van verweesden en
verwaarloosden door diaconiën, burgerlijke
armbesturen, vereenigingen en particulieren,
waarbij reeds onder die gevallen, die aan het
staatstoezicht onderworpen zijn, en waarover
nog onlangs in een lijvig boekdoel een
ministerieel rapport verscheen, zulke diep
treurige toestanden worden geconstateerd.
In verband hiermede zal waarschijnlijk ook
ter sprake worden gebracht de kinderverzeke
ring met haren vreeselijken nasleep van wat
het volk Engeltjesmakerij" pleegt te noemen.
2. zal worden besproken de criminaliteit
der jeugd in hare oorzaken en gevolgen, zal
worden gewezen op de groote waarde van
voorkomen boven genezen, op de berechting
van jeugdige misdadigers, op de rechtspositie
van onechte kinderen, die ongelukkige kleine
paria's in onze moderne samenleving, aan
wie zelfs de Leerplichtwet de weldaad van
geregeld schoolgaan niet kan verschaffen,
omdat er in hun geval niemand is, die daar
over in rechten kan worden betrokken. De
Kinderwetten zullen hierbij buiten bespreking
worden gelaten daar deze wel in voorberei
ding zijn, maar hare invoering vooralsnog
niet aanstaande is te achten. Punt 3 betreft
de Gevaren bij de opvoeding in het algemeen,
zooals die het kind van den rijke, zoowel
als dat van den arme bedreigen: de hygiëni
sche schade, die het kind reeds voor de ge
boorte wordt toegebracht door alcoholisme,
door ongeschikte kleeding der moeder, (de
Vereeniging tot Verbetering van
Vrouwenkleeding heeft hier eene schoone taak), later
door het minnenstelsel, door onvoldoende
voorbereiding der jonge moeder, die vaak
met al te onbedreven handen haar werk
verricht, door verzorging overgelaten aan
vreemde hulp. Niet minder gevaarlijk voor
het kind van den rijke, als het opgroeit, zijn
gebrek aan een vast levensdoel, ledigheid,
de misplaatste eerzucht van ouders, die het
aanzetten tot werk boven zijne krachten, het
gemis aan leiding en toezicht bij uitspanning
en lectuur. Niet minder belangrijk is het
volgende punt: Kinderbescherming op de school
en bij het onderwijs, omvattende de hygiëne
in de school, de inrichting van bewaarscholen
en kinderbewaarplaatsen, de gevaren van
opgezweepten wedijver, van overlading. Eindelijk
volgt dan nog de Kinderbescherming in den
arbeid, allereerst de arbeid van het school
gaande kind, dikwijls zoo overmatig en wreed,
de kinderexploitatie, en ten slotte de
wenschelijkheid om voor ieder kind te komen
tot arbeidsopleiding. Rijk, veelzijdig, overladen
bijua als dit programma is, blijven daarin
toch twee groote leemten op te merken, ten
eerste, dat niet eene afzonderlijke plaats is
ingeruimd aan de bespreking der ontzettende
gevaren van moreelen aard, die beide het op
groeiende meisje en den opwassenden knaap
bedreigen, en ten tweede dat buiten bespre
king blijven de ongelukkige kinderen van
gemengd ras in onze koloniën. Incidenteel
zal veel hiervan echter wel worden inge
vlochten bij de behandeling der opgesomde
hoofdpunten, die hiermede toch altijd eng
verband houden.
Dit alles wint aan belangrijkheid, omdat
ieder dezer onderwerpen zal worden ingeleid
en toegelicht door personen, die reed s bewij
zen gaven, dat zij door studie en onderzoek
met het hun toegewezen onderdeel vertrouwd
zijn. Het congres ondervindt in dat opzicht
ongedachten steun. Korten tijd, nadat de
eerste circulaires waren verspreid, hadden
reeds 800 leden zich aangemeld, waaronder
tal van vereenigingen, colleges, autoriteiten,
groepen van vakvereenigingen en besturen
van den meest onderscheiden aard. Aan dezen
werd het verzoek gericht afgevaardigden te
zenden naar eene vergadering der
cangrescommissie ter definitieve vaststelling van het
beloop der zaken. Ruim een zestigtal gaf aan
dien oproep gehoor en eerstdaags zal de door
deze gedelegeerden opgemaakte congresrege
ling met opgave van de namen der sprekers
het licht zien. Besluiten zullen op dit congres
niet worden genomen; er zullen ook geeue
moties worden gesteld; rnen bedoelt slechts
onderlinge gedachtenwisseling, onderling be
raad en onderlinge voorlichting. Het doel
zal ten volle zijn bereikt, wanneer het congres
mag leiden tot vermeerdering van wijsheid
en van kennis, waardoor alle dienende liefde
wint aan diepte en aan kracht.
JOHANNA W. A. XABER.
Beien Keiler.
Mark Twain moet eens gezegd hebben, dat
de twee meest belangwekkende figuren der
negentiende eeuw zijn : Napoleon en Helen
Keiler.
Iedereen kent Napoleon, maar Helen Keiler
zal voor vele lezers wel een onbekende zijn.
Een buitengewoon interessant boek van hare
hand, haar autobiographie, is onlangs uit
gekomen en stelt ons in staat nader kennis
te maken met dit merkwaardige meisje.
Helen Keiler werd 24 jaar geleden geboren
te Alabama (Vereenigde Staten). Toen zij 9
maanden oud was, kreeg zij een hevige
maagen hersenontsteking, die haar leven in groot
gevaar bracht, maar waarvan zij herstelde.
Toen de koorts geweken was, bleek evenwel,
dat zij 't gezicht en 't gehoor verloren had.
Blind en doof is zij tot op dit uur gebleven.
Maar haar eigen ongeloofelijke volharding,
gesteund door het onuitputtelijke geduld van
haar onderwijzeres en de teedere zorgen,
waarmee haar omgeving haar omringde, heeft
haar in staat gesteld, zich met de wereld
rondom zich in verkeer te stellen, de bijna
onoverkomelijke hinderpalen te overwinnen,
die haar in den weg stonden om haar groote,
natuurlijke gaven tot hun recht te doen
komen. Zij is een jonge vrouw geworden van
meer dan gewone ontwikkeling, volkomen
competent de geschiedenis van haar leven te
boek te stellen. Zij heeft leeren spreken, zij
gebruikt met groot gemak de schrijfmachine en
is in staat een gesprek te voeren en zelfs zich
in een gezelschap te bewegen, bijna alsof aan
haar zintuigen niets ontbrak. Er is iets onein
dig pathetisch, zelfs tragisch in dit schouwspel
van een ziel, gebonden aan een menschelijk
lichaam, dat twee der verkeerspoorten
inet de buitenwereld mist: het oog en het
oor. Haar onderwijzeres die aan groote be
kwaamheid een oneindig geduld en een
machtige intuïtie paarde, door liefde voor
haar leerling ingegeven, is in letterlijken
zin oog en oor geweest voor het ongelukkige
kind. Zij heeft het leeren zien, hooren en
spreken met de vingertoppen. Lezen, schrijven,
de beginselen van de meeste andere vakken
heeft zij voor haar leerling toegankelijk ge
maakt en later is zij steeds de geleidende
draad geweest, die de wetenschap van anderen
overgebracht heeft naar de hersens van het
jonge meisje. Want het begaafde, weetgierige
kind was niet tevreden met de beginselen
der wetenschap, zij rustte niet vóór zij in
staat was academisch onderwijs 1e genieten.
Zij volgde de colleges der professoren op de
handen harer trouwe onderwijzeres. Het
vingeralphabet is namelijk de sleutel geweest,
die het rijk der kennis voor haar geopend
heeft. Ieder weet dat dooven dit alphabet
dikwijls gebruiken, maar deze kunnen de
handen van wie met hen spreekt zien en
Helen Keiler moest ze voelen. Wonderbaarlijk
gauw gelukte haar dit evenwel volkomen.
Zij laat daartoe heel licht haar hand rusten
op de hand, die de teekens van het vinger
alphabet uitvoert en leest de woorden even
snel als deze ze spelt. Hoe snel dit spellen
gaat, kan men afleiden uit het feit, dat haar
onderwijzeres op die wijze een niet :ïl te
snel uitgesproken redevoering voor haar
verstaanbaar maakt, zonder overgroote in
spanning voor beide.
Moeilijk te leeren is het alphabet niet;
in een paar uur kan men de teekens lang
zaam leeren gebruiken, maar dertig dagen
voortdurende oefening zijn noodig om er zoo
vertrouwd mee te worden dat men een ge
regeld gesprek met Helen Keiler voeren kan.
Helen Keller's autobiographie is uiterst
belangwekkend niet alleen om de beschrijving
van den triomf van den geest over de materie,
die een menschelijke ziel in staat stelde met
zoo gebrekkige middelen toch gemeenschap
te hebben met de buitenwereld, maar ook
uit een psychologisch en paedagogi-'ch oog
punt. Want we hebben hier te doen met
een zorgvuldige analyse vande wijze, waarop
de vorming van abstracte begrippen plaats
heeft. Het hoofdstuk, waarin de schrijfster
beschrijft, hoe zij voor 't eerst kennis maakte
met litteratuur, en hoe deze op haar inwerkte,
is van groot belang. Ofschoon geen uitwendig
oog haar ooit een beeld van 't haar om
ringende geeft, heeft zij toch een groot
voorstellingsvermogen. Macbeth b.v. maakte
een diepen indruk op haar. Zij schrijft:
Langen tijd achtervolgden my de bedden
van heksen en geesten, tot zelfs in den droom.
Ik zag feitelijk den dolk in Lady Macbeth's
blanke hand. De vreeselijke vlet was voor
mij even reëel als voor de ongelukkige
koningin".
Griekenland oefende al dadelijk een groote
aantrekkingskracht op haar uit. In mijn
verbeelding vertoefden de Heidensche goden
nog op aarde en verkeerden met de
menschen". Dat was zelfs, voor zij Grieksch had
geleerd en de oude Grieksche dichters in 't
oorspronkelijke lezen kon.
Over miss Keller's persoonlijkheid spreken
de personen, die haar kennen, met den
hoogsten lof. Charles Dudley Warren zegt, dat
hij nooit reiner, sympathieker menschelijk
wezen ontmoet heeft.
Het bedoelde boek heet: The story ofmy
life by Helen Keiler.
M. G.
De moderne vronw in Japan.
De laatste quaesties tusschen Rusland en
Japan zijn aanleiding geweest, dat de attentie
en belangstelling voor het steeds voorwaarts
strevende Japansche volk opnieuw gewekt
zijn. Blijven de Chineezen door hun vast
houden aan de nationale dracht en haarvlecht
als hoofdtooi, steeds exotische verschijningen
en vreemdelingen, de modern ontwikkelde,
en door hun Europeesche kleeding minder
opvallende Japanners, hebben in de
laatste jaren de sympathieën gewonnen van
allen die in de- gelegenheid waren ze nader
te leeren kennen, 't zij als diplomaten en
gezanten bij de Europeesche hoven, of als
flinke, kranige officieren bij 't leger of ijverig
werkende studenten aan de Universiteiten.
Het moderne Japan dateert van den
Oden November 1868 en t'iin de nu nog
regeerende Mikado Mutsuhita op 5 Jan. 1869
de buitenlandsche gezanten in plechtige
audiëntie ontving, begon van toen af de
nieuwe Japansche tijdrekening, de Meiji
eeuw der beschaving of ontwikkelings
periode genaamd.
Hoe snel Japan zich sedert in dien korten
tijd van 35 jaar ontwikkeld heeft, is alge
meen bekend. Ook de Japansche vrouw is
voor ons geen vreemde verschijning meer.
't Was op de wereldtentoonstelling te Weenun
in 1873 dat men voor 't eerst de gelegenheid
had, ze in Europa te zien, in het Japansche
theehuisje, waar de sierlijke meisjes, die er
als kellnerinnen fungeerden, door haar aardige
gezichtjes, fijne kinderhandjes en bekoorlijke,
gracieuse dracht spoedig veel sympathie
vonden, waartoe ook nog bijdroeg haar op
merkelijk spraaktalent, dat ze in staat stelde
binnen enkele weken de bezoekers in zuiver
Weensch dialect te woord te staan.
Sedert werden ook de elegante, vaak geestige
dames der Japansche diplomatie met genoegen
en belangstelling begroet; ook verschenen aan
de Hoogescholen en nog meer aan de Conser
vatoriums in Frankrijk en Duitschland, de
ambitieuse, ernstig studeerende Japansche
meisjes, terwijl de Japansche tragedienne
Sada Yakko ons bekend maakte met haar
eigenaardige en hoogst interessante proeven
van dramatische kunst, met de stemmings
volle decors en merkwaardige samenstelling
van ballet, clowns, pantomines en tragische,
uitdrukkingsvolle mimiek, waarbij de taal
bij ons de machtigste factor bijna
geheel ontbrak.
Doch nog veel interessanter zijn du studies
die door in Japan reizende Europeanen over
de Japansche vrouw, haar leven en moderne
ontwikkeling gemaakt zijn. A> behoort ook
de Japansche bevolking tot het Mongoolsche
ras, toch bestaat er verschil in de
huidkleur, die van wit, over geel en lichtbruin,
tot bronsachtig donkerbruin genuanceerd is,
De blanke gelaatstint geldt als 't
gedistingeerdste en wordt er, waar de natuur tekort
schoot, vooral door vrouwen eu meisjes van
lagere standen, veel met poeder en
blaiiketsel gewerkt. De roodkoperachtig donker
bruine tint is eigen aan 't volk en wordt
beschouwd als 'n bewijs van lage afkomst.
De Japansche is doorgaans klein van
gestalte en sierlijk gebouwd, alleen, met bijna
al te smalle heupen. De handjes en voetjes
zijn klein en gracieus, zelfs bij oudere vrou
wen van schier kinderlijke fijnheid en zacht
heid. Op straat verliest de Japansche vrouw
veel van de haar aangeboren gratie door de
hooge houten sandalen, waarmee ze 'n
trippelendeii gang heeft, terwijl ze in huis op
bloote voeten als 'n elfe over de rein-gehouden
gevlochten matten glijdt.
De Japaneesche is zeer op zindelijkheid
gesteld en neemt dagelijks 'n bad en wel
meestal m de rivieren, meertjes of vijvers,
zonder last te hebben van onbescheiden
spiedende blikken van mannen, die dit niet
de moeite waard schijnen te vinden. Ze
maakt ook veel werk van haar kunstvol
kapsel en zelfs armere vrouwen en meisjes
laten' zich om de drie dagen bij de friseuse
kappen, die het volle, zwart-glanzende haar
wascht, met olietjes en zalfjes besmeert en
er met haarspeldeu. stokjes en kammetjes
'n kunstig wonderwerk van fabriceert,
dat zich minstens drie dagen goed houdt.
Terwille van haar kapsel slaapt 'Ie Japansche
ook met het hoofd rustende op 'n soort
staand plankje, bij wijze van kussentje in
den nek, waardoor bet kapsel vrij blijft.
De positie die dévrouw daar in de maat
schappij bekleedt was tot 't begin der ont
wikkelingsperiode, een zeer onderdanige en
bescheidene en onder het volk is dat grooten
deels nog zoo gebleven. Volgens de leer van
Confucius is de vrouw de slavin van den
man en heeft geen andere levenstaak dan
hem te dienen en te amuseeren. Ook wordt
er daar niets in gevonden wanneer jonge
meisjes, vaak om de studiekosten van
broers te dekken zich als danseres en
Geisha's verhuren of als kellnerinnen in
theehuizen ten prooi zijn aan prostitutie.
Dit is niet van invloed op de achting waar
ze aanspraak op maken en verhindert niet
dat ze 'n goed huwelijk doen. Maar de
getrouwde vrouw kan om de minste kleinig
heid door haar man, die absolute macht
over haar heeft, verjaagd worden, zonder
dat hij verplicht is verder voor haar of haar
kinderen te zorgen.
Maar onlangs heeft zich 't geval voorgedaan
dat een energieke Japansche weigerde,
het haar door haar man bevolen werk te
doen en toen hij haar daarom weg joeg,
wendde zij zich tot 't gerecht; deze besliste,
dat 't werk te zwaar was voor 'n vrouw en
stelde haar in 't gelijk, zoodat de man haar
bij zich moest houden. De Japanner mag,
naast zijn vrouw, ook bijwijven er op nahou
den, maar als hij zich zoo'n luxe permitteert,
doet hij dit meestal alleen ter wille der
nakomelingschap, evenals de Aartsvaders
van het Oude Testament.
De ontwikkelingsperiode heeft in geestelij
ken en socialen zin, ook de Japansche vrouw
op een waardiger standpunt gesteld; even als
de mannen zijn ook de vrouwen zeer vatbaar
voor ontwikkeling, en veelal begaafd, mun
ten zij vooral uit als onderwijzeressen en
opvoedsters.
Daaronder hebben vrouwen als: Shimoda,
Uta, Jaji en Kaji zich reeds naam gemaakt
en staan als directrices aan 't hoofd van
eerste meisjesscholen. De, jammer genoeg,
vroeg gestorvene mevrouw Ischiho met een,
in Japan, beroemde romanschrijfster en tegen
woordig is mevrouw Rapomni Kimi een der
meest gezochte schrijfsters.
Vele dames hebben zich in den laatsten
tijd toegelegd op de betrekking van
voorlezeres en als zoodanig en als recitatrice,
naam en fortuin gemaakt.
Ook in sociaal opzicht is de positie der
Japansche vrouw zeer gestegen. In de han
delskantoren en bureaus, op telefoon- en
postkantoren zijn bijna uitsluitend vrouwen
aan 't werk, terwijl ze ook als boekhoudsters
voldoen.
Ook verschillende vereenigingen zijn door
de moderne Japansche dames gesticht; zoo
bestaat er een Vereeniging voor moderne
kuituur der vrouwen en inrichtingen voor
opvoeding van verlatene kinderen, andere tot
hut bekwamen van verpleegsters van 't Koodu
Kruis; voorts vereenigingen voor liefdadig
heid, sociale bevordering en
geustesontwikkeliug, die blouien en zich hoe langer hoe
meer uitbreiden. De voornaamste en
'beduidendste dier stichtingen is wel de eerstge
noemde, voor kuituur der vrouwen, die over
het geheele Rijk, ook in provinciesteden en
dorpen, hare vertakkingen heeft eu nu ovA
de 10,000 leden telt. Het doel is, onbe
middelde vrouwen en meisjes in de gelegen
heid te stellen aan scholen en Universiteiten
te studeeren. De eerste autoriteiten in Japan
ondersteunen deze nuttige en sympathieke on
derneming. De maandelijksche bijdrage voor
het lidmaatschap ervan bedraagt circa 42
cents; elke aangenomen candidaat geniut ge
durende vijf jaar kostenloos onderhoud en
onderwijs.
Zoo bestaat er tegenwoordig ook in Japan
een schare van vrouwen, die door haar
energisch streven en werken, een onafhankelijk
bestaan veroverd hebben en aller achting
verdienen. v. O.
MllllllimlIIIIIIIMIIHIIMMUMUMUIIIMMIIII
IIIMIIIMIIIIIHIMIIIItllllMltllllinillMIIIIIIMiiN
Nieuwigheden. (llady* 1'wje.r. Vera
Butler. Marie i'on Najmujer.
Nirolette Ilenniqui'.
Cirkelgang. Hoe kan 't anders? Dsidrom
is de planeet door ons bewoond, immers
rond? Het hervatten van het oude, wordt
door ons, steeds hunkerend naar verande
ringen, als nieuw begroet. Petroleum-licht,
gas, electrisch schijnsel, men is er aan uit
gekeken. De radium-verlichting en verwar
ming zullen ons geduld nog wel op eenige
harde proeven stellen, et en attendant il
faut se divurtir.' Dus, nu maar weer tijdelijk
de waskaarsen ontstoken! Op feestdischen
prijken de oudcrwetsche, zilveien
candelabers. Die antiquc pronkstukken doen
bizondur goud op het koud-wit damast. Hut
kleurgcwiegul van hut kristal, de teere tinten van
bloemen, het blij zilver-geflonker komen nooit
zóó tot hun recht, als omstraald door zacht
waskaarsen-schijnsel. En dames ? ! Voor haar
kleuding en teint is geen gunstiger licht
denkbaar. Wij moeten al zeer schriel en
hoekig van gestalte, rimpelig en tanig van
huid, en slecht-gekleed zijn. om nog niet een
beetje kaarsmooi" te worden gevonden!
Het is steeds meer ton" geworden zijn
gasten na afloop van den maaltijd nog een
of ander genoegen te schenkun. Het be
spreken van loges in opera, komedie of
circus, er heen-rijden met de vrienden en
vriendinnen, eenige nummers of bedrijven
bijwonen, dit alles is zooveel toegepast.dat het
vervelend begon te worden. Dat in de salons
van gastheer en gastvrouw door artisten ge
musiceerd en gereciteerd wordt, ook dit is
verre van nieuw. Daarom heeft men nu
een andere verstrooiing bedacht. Men laat
naar Oostersche wijze voor zijn gasten dan
sen, Spaansche en Japansche danseh, uit
gevoerd door danseressen, gekleed in het
schilderachtig, kleurrijk Carmen-costuum, of
in de kimono en getooid met bloemen en
waaier, zijn de meest gezochte nummers op
het gloednieuw programma.
Niet zonder reden zyn de Amerikanen hél
trotsch op hun rijk-begaafde, veelzijdig ont
wikkelde artiste, Gladys Unger. Haar nieuwe
stuk, Richard Brinsley Sheridan" trekt op 't
oogenblik volle zalen in New-York. De thea
ter-directeur Arthur Bouchier heeft het suc
ces-stuk aangekocht om in Londen in het
Garrick-theater te doen opvoeren. Behalve
tooneel-schrijfster is Gladys Unger een schil
deres van beteekenis. Voor de voorjaars
expositie in den Parijschen salon werden
miniatuur-schilderingen door haar ingezonden
en aangenomen door de jury.
Vera Butler, de bekende Engelsche
sportjufl'er, die zich op en in alle mogelijke ver
voermiddelen waagde, paard, fiets, auto,
luchtballon en er steeds ongedeerd af en uit
kwam, zal ook eens proeven nemen met de
huwelijksboot. In de volgende maand, treedt
zij in den echt, met kapitein Hugh Ilted
Nicholl.
Vera Butler is de eerste Engelsche vrouw
aan wie in Frankrijk toestemming werd ge
geven, eigenhandig haar auto-karretje te stu
ren. Zij reed toen van Parijs naar Nice. In
1896 behaalde zij met haar automobile den
eersten prijs in den Parijs?Marseille-wedstrijd.
Zij tuf-tufte den afstand in gezelschap van
haar vader, penningmeester van den
automobilenclub. Twaalf maal steeg de moedige
Vera per luchtballon de wolken in! Zonder
eenig letsel, is zij steeds poesachtig op haar
pootjes neergekomen. Mocht de
huwehjksboot naar haar smaak te veel schommelen
of te langzaam gaan dan staan Vera Butler
talrijke middelen ten dienste, om met verras
sende snelheid de huiselijke plaat te poetsen.
Marie von Najmajer, de bekende
Oostenrijksche dichteres, heeft haar zestigsten ver
jaardag gevierd. Of zij, even als Carmen
Sylva, zich van kinds-been af, verheugd heeft
op dien zestigsten verjaardag, weten wij niet.
Wél kunnen wij vermelden, dat de hartelijke,
opgewonden Oostenrijkers gezorgd hebben,
dat hun dichteres de derde Februari van
het jaar 1904, nimmer uit het geheugen zou
gaan. Bloemen, gelukwenschen, commissie,
feestviering, niets ontbrak. Reeds 's morgens
vóór twaalven maakten eenige schrijfsters
en andere artisten haar opwachting bij
Marie von Najmajer, die zeer hartelijk
werd toegesproken, door mevrouw Olga
Wisinger?Florian. presidente eener
VrouwenVurueniging. Op het avondfeest dat tereere
der jarige gehouden werd, reciteerde
detooneelspeelster Adrienne Kola, fragmenten uit
Maria von Najmajer's drama Keizer Julianus",
dat weldra in druk zal verschijnen. De feest
rede in gebonden stijl geschreven en ten
gehoore gebracht door mevrouw Dora van
Stockert?Meynert werd luide toegejuicht.
De wonderen zijn de wereld niet uit. Van
de hand van een fransche jonge dame,
Nicolette Hennique, is een versbundel versche
nen, getiteld: des Héros et des Dieux".
Emile Bergerat, die Nicolette Hennique
inleidt bij het publiek, is verbaasd over hare
grondige kennis van Grieksche geschiedenis,
godenleer, kunst en literatuur. Hij getuigt:
Grieksch dichten, Grieksch denken, Grieksch
zien, Grieksch droomen, het is een hoogst
merkwaardig verschijnsel, dat dit twintigjarig
meisje, uit Fransche ouders geboren, zoo
volmaakt en onbetwist Grieksch is. Zij weet
den weg in den tuin der Hespériden, alsof
zij er het levenslicht had aanschouwd en den
hof nimmer verlaten had. Als zij opkijkt,
ziet zij de grimmige Juno door het zwerk
ijlen, en is zeer verbaasd, dat anderen de
heerschzuchtige, jaloersche Godin ook niet
zien! Nicolette is een dochter van den
franschen schrijver Hennique, een der eerste
leden, van de Académie Goncourt. Nu
Nicoiutte toch zoo Grieksch is, had zij zich moeten
laten fotografeeren in de flatteerende peplum,
en gekapt als Helleensche vrouw, met de
dof-gouden banden door het haar. Zooals wij
haar nu te aanschouwen krijgen, ziet het
mooie meisje in haar zwierige, artistieke
kleeding en den grooten Bergère-hoed op
het donker kopje, er onvervalscht Gallisch
uit; heel voornaam, als een prinses, uit het
geslacht der Bourbons.
CAPRICK.
Chartreuse run kip. Benoodigdheden: 125
gram macaroni, 150 gram fijngehakt vleesch,
l kip, l bus champignons, '/2 L. fricassée
saus, l eierdooier, 2U gr. boter,
parmezaansche kaas.
Bereiding: De maccaroni in kokend water
met zout gaar koken, een puddingvorm met
boter inwrijven en daarin slakkenvormig de
maccaroni plaatsen; de maccaroni vooraf met
geklopt ei bestrijken, opdat zij na het storten
niet uiteenvalt. Door het fijngehakte vleesch
kruiderijen naar verkiezing en parmezaansche
kaas mengen; deze massa over de maccaroni
strijken. De kip koken, in stukken snijden
en den vorm daarmede en met hard gekookte,
in stukken gesneden eieren of met cham
pignons vullen. Hierover een fricassée- of
champignon-saus storten. Daarop
vleeschfarce en maccaroni plaatsen; vervolgens den
vorm sluiten en l uur koken au bain-marie.