De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 20 maart pagina 5

20 maart 1904 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1395 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD TOOI NEDERLAND. ityn en toch goed koken; dat kan iedere zuinige huisvrouw met MAGGI'8 AROMA om te kruiden want weinige druppels van dit alom gerenommeerde en bekroonde produkt voor het opdienen bijgevoegd zijn vol doende om aan groenten,sauzen,soepen,zwakken bouillon enz. dadelijk een verrassend krachtigen en aangenamen smaak te geven. Te verkrijgen bij kruideniers en comestibleshandelaars In flacons van fO.Stt tot ?5.35. MAGBI's onderscheidingen: 4 groote Prijzen, 28 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 5 Eere-Prijzen, zesmaal buiten mededinging, o.a. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parijs. Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het Oeneraal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HOBN, Amsterdam. SPAARZAAM MIIIIIIIIIH«IM«l«UM«IMI1«llim Illlllllllllllllll imlIIIIKIIIH Illllllllll IIIIIHIIIIIIIIIHIII II IIIII1IIIIIIIIIIIIIIIII l Illlllllll III HUI Illl II II IMIIIIIII l II II (111111 HUI II l Illl "MUI nilllll Illllll Illlllll IHIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIII Hl BI* DAMEjS. «l De Vereeniging ter behartiging der belangen van jonge meisjes en het congres voor kinderbescherming. II. (Slot.} De Nationale Vrouwenraad van Nederland ie, evenals de Vereeniging voor Vrouwen arbeid, voortgekomen uit de stervende Ten toonstelling van 1898. Terwijl de laatste het eigenlyke doel der Tentoonstelling: verbete ring en uitbreiding van den arbeid der vrouw blyft nastreven, wil de Nationale Vrouwenraad van Nederland bewaren den onderlingen band, den vriendschappelijken omgang tusschen personen en vereenigingen van de meest uiténloopende richtingen, die op de Tentoon stelling werd geboren en toen te innig, te kostbaar een goed bleek, om ooit weder te worden prijs gegeven. Die Nationale Vrouwen raad, die een bond is niet van personen maar van vereenigingen, wenscht, (Art.: l der Statuten), uitgaande van de meening, dat man en vrouw elkanders werk op ieder gebied ' moeten aanvullen, «uilen zij in waarheid het werk van den volkomen mensch tot stand brengen, de vrouwen in Nederland te organiseeren en het werk van allen te vereenigen, ten einde aller streven met bewustheid te richten op de vorming der vrouw tot deze samenwerking." Keeds dadelijk heeft de Eaad de gewoonte aangenomen om aan zijne jaar vergaderingen te verbinden eene openbare samenkomst ter bespreking van eenig onder werp van algemeen, liefst actueel belang. Dat in eenen dergelijken kring van ernstige vrouwen aller denken steeds uitgaat naar ftet kind, behoeft geen betoog en van den beginne werd dan ook door Mevrouw Pekelharing-Doyer aangedrongen om op eene dezer samenkomsten aan de orde te stellen de behandeling van het vraagstuk der kinder bescherming. Het onderwerp bleek bij nader inzien te breed en diep om ook maar opper vlakkig te worden besproken op nen enkelen avond. De raad besloot derhalve in zijne jaarvergadering van 15 April 1903 het initiatief te nemen tot het samenroepen van een nationaal congres voor Kinderbescherming en de organisatie daarvan op te dragen aan het Bureau voor Vrouwenarbeid. Hoe dit Bureau de hem opgedragen taak denkt te vervullen, werd nu op uitnoodiging van het plaatselijk comitéin de vergadering van 26 Februari in groote trekken geschetst door de directrice, Mejuffrouw Marie Jungius zelve. Het weloverdachte werkplan brengt in drie zittingsdagen een overzicht van de voor naamste gevaren en mishandelingen, waaraan het kind in onze moderne maatschappij bloot staat, van voor zijne geboorte reeds tot aan het 18de en 20ste jaar, tengevolge van armoede, verwaarloozing, exploitatie, onvol doende hygiënische verzorging, alcoholisme, gebrek aan arbeidsopleiding en -wat er meer de aanleiding is tot dien bitteren stroom van kinderlijden, dat te hartverscheurender is, omdat al dat leed het kind wordt aangedaan door volwassenen. In overleg met den Nederlandschen Bond voor Kinderbescherming, met de Vereeniging Pro Juventute," met den bekenden paedagoog dr. J. H. Gunning werd daartoe een voorloopig schema van -werkzaam heden opgesteld, dat later slechts geringe ?wijzigingen onderging. Achtereenvolgens stelt dit programma aan de orde: 1. Bescherming van het verwaarloosde en verweesde kind, -waarbij onder meer zal worden behandeld het ouder lijk huis," dat zoo dikwijls eene bespotting is van dien schoonen naam; de omstandig heden der ouders voor en na de geboorte van hun kind, waardoor zij bij allen goeden wille vaak in de onmogelijkheid zijn om te zorgen voor voldoende kleeding, voeding en huisvesting; de verschillende wijzen van ver pleging en uitbesteding van verweesden en verwaarloosden door diaconiën, burgerlijke armbesturen, vereenigingen en particulieren, waarbij reeds onder die gevallen, die aan het staatstoezicht onderworpen zijn, en waarover nog onlangs in een lijvig boekdoel een ministerieel rapport verscheen, zulke diep treurige toestanden worden geconstateerd. In verband hiermede zal waarschijnlijk ook ter sprake worden gebracht de kinderverzeke ring met haren vreeselijken nasleep van wat het volk Engeltjesmakerij" pleegt te noemen. 2. zal worden besproken de criminaliteit der jeugd in hare oorzaken en gevolgen, zal worden gewezen op de groote waarde van voorkomen boven genezen, op de berechting van jeugdige misdadigers, op de rechtspositie van onechte kinderen, die ongelukkige kleine paria's in onze moderne samenleving, aan wie zelfs de Leerplichtwet de weldaad van geregeld schoolgaan niet kan verschaffen, omdat er in hun geval niemand is, die daar over in rechten kan worden betrokken. De Kinderwetten zullen hierbij buiten bespreking worden gelaten daar deze wel in voorberei ding zijn, maar hare invoering vooralsnog niet aanstaande is te achten. Punt 3 betreft de Gevaren bij de opvoeding in het algemeen, zooals die het kind van den rijke, zoowel als dat van den arme bedreigen: de hygiëni sche schade, die het kind reeds voor de ge boorte wordt toegebracht door alcoholisme, door ongeschikte kleeding der moeder, (de Vereeniging tot Verbetering van Vrouwenkleeding heeft hier eene schoone taak), later door het minnenstelsel, door onvoldoende voorbereiding der jonge moeder, die vaak met al te onbedreven handen haar werk verricht, door verzorging overgelaten aan vreemde hulp. Niet minder gevaarlijk voor het kind van den rijke, als het opgroeit, zijn gebrek aan een vast levensdoel, ledigheid, de misplaatste eerzucht van ouders, die het aanzetten tot werk boven zijne krachten, het gemis aan leiding en toezicht bij uitspanning en lectuur. Niet minder belangrijk is het volgende punt: Kinderbescherming op de school en bij het onderwijs, omvattende de hygiëne in de school, de inrichting van bewaarscholen en kinderbewaarplaatsen, de gevaren van opgezweepten wedijver, van overlading. Eindelijk volgt dan nog de Kinderbescherming in den arbeid, allereerst de arbeid van het school gaande kind, dikwijls zoo overmatig en wreed, de kinderexploitatie, en ten slotte de wenschelijkheid om voor ieder kind te komen tot arbeidsopleiding. Rijk, veelzijdig, overladen bijua als dit programma is, blijven daarin toch twee groote leemten op te merken, ten eerste, dat niet eene afzonderlijke plaats is ingeruimd aan de bespreking der ontzettende gevaren van moreelen aard, die beide het op groeiende meisje en den opwassenden knaap bedreigen, en ten tweede dat buiten bespre king blijven de ongelukkige kinderen van gemengd ras in onze koloniën. Incidenteel zal veel hiervan echter wel worden inge vlochten bij de behandeling der opgesomde hoofdpunten, die hiermede toch altijd eng verband houden. Dit alles wint aan belangrijkheid, omdat ieder dezer onderwerpen zal worden ingeleid en toegelicht door personen, die reed s bewij zen gaven, dat zij door studie en onderzoek met het hun toegewezen onderdeel vertrouwd zijn. Het congres ondervindt in dat opzicht ongedachten steun. Korten tijd, nadat de eerste circulaires waren verspreid, hadden reeds 800 leden zich aangemeld, waaronder tal van vereenigingen, colleges, autoriteiten, groepen van vakvereenigingen en besturen van den meest onderscheiden aard. Aan dezen werd het verzoek gericht afgevaardigden te zenden naar eene vergadering der cangrescommissie ter definitieve vaststelling van het beloop der zaken. Ruim een zestigtal gaf aan dien oproep gehoor en eerstdaags zal de door deze gedelegeerden opgemaakte congresrege ling met opgave van de namen der sprekers het licht zien. Besluiten zullen op dit congres niet worden genomen; er zullen ook geeue moties worden gesteld; rnen bedoelt slechts onderlinge gedachtenwisseling, onderling be raad en onderlinge voorlichting. Het doel zal ten volle zijn bereikt, wanneer het congres mag leiden tot vermeerdering van wijsheid en van kennis, waardoor alle dienende liefde wint aan diepte en aan kracht. JOHANNA W. A. XABER. Beien Keiler. Mark Twain moet eens gezegd hebben, dat de twee meest belangwekkende figuren der negentiende eeuw zijn : Napoleon en Helen Keiler. Iedereen kent Napoleon, maar Helen Keiler zal voor vele lezers wel een onbekende zijn. Een buitengewoon interessant boek van hare hand, haar autobiographie, is onlangs uit gekomen en stelt ons in staat nader kennis te maken met dit merkwaardige meisje. Helen Keiler werd 24 jaar geleden geboren te Alabama (Vereenigde Staten). Toen zij 9 maanden oud was, kreeg zij een hevige maagen hersenontsteking, die haar leven in groot gevaar bracht, maar waarvan zij herstelde. Toen de koorts geweken was, bleek evenwel, dat zij 't gezicht en 't gehoor verloren had. Blind en doof is zij tot op dit uur gebleven. Maar haar eigen ongeloofelijke volharding, gesteund door het onuitputtelijke geduld van haar onderwijzeres en de teedere zorgen, waarmee haar omgeving haar omringde, heeft haar in staat gesteld, zich met de wereld rondom zich in verkeer te stellen, de bijna onoverkomelijke hinderpalen te overwinnen, die haar in den weg stonden om haar groote, natuurlijke gaven tot hun recht te doen komen. Zij is een jonge vrouw geworden van meer dan gewone ontwikkeling, volkomen competent de geschiedenis van haar leven te boek te stellen. Zij heeft leeren spreken, zij gebruikt met groot gemak de schrijfmachine en is in staat een gesprek te voeren en zelfs zich in een gezelschap te bewegen, bijna alsof aan haar zintuigen niets ontbrak. Er is iets onein dig pathetisch, zelfs tragisch in dit schouwspel van een ziel, gebonden aan een menschelijk lichaam, dat twee der verkeerspoorten inet de buitenwereld mist: het oog en het oor. Haar onderwijzeres die aan groote be kwaamheid een oneindig geduld en een machtige intuïtie paarde, door liefde voor haar leerling ingegeven, is in letterlijken zin oog en oor geweest voor het ongelukkige kind. Zij heeft het leeren zien, hooren en spreken met de vingertoppen. Lezen, schrijven, de beginselen van de meeste andere vakken heeft zij voor haar leerling toegankelijk ge maakt en later is zij steeds de geleidende draad geweest, die de wetenschap van anderen overgebracht heeft naar de hersens van het jonge meisje. Want het begaafde, weetgierige kind was niet tevreden met de beginselen der wetenschap, zij rustte niet vóór zij in staat was academisch onderwijs 1e genieten. Zij volgde de colleges der professoren op de handen harer trouwe onderwijzeres. Het vingeralphabet is namelijk de sleutel geweest, die het rijk der kennis voor haar geopend heeft. Ieder weet dat dooven dit alphabet dikwijls gebruiken, maar deze kunnen de handen van wie met hen spreekt zien en Helen Keiler moest ze voelen. Wonderbaarlijk gauw gelukte haar dit evenwel volkomen. Zij laat daartoe heel licht haar hand rusten op de hand, die de teekens van het vinger alphabet uitvoert en leest de woorden even snel als deze ze spelt. Hoe snel dit spellen gaat, kan men afleiden uit het feit, dat haar onderwijzeres op die wijze een niet :ïl te snel uitgesproken redevoering voor haar verstaanbaar maakt, zonder overgroote in spanning voor beide. Moeilijk te leeren is het alphabet niet; in een paar uur kan men de teekens lang zaam leeren gebruiken, maar dertig dagen voortdurende oefening zijn noodig om er zoo vertrouwd mee te worden dat men een ge regeld gesprek met Helen Keiler voeren kan. Helen Keller's autobiographie is uiterst belangwekkend niet alleen om de beschrijving van den triomf van den geest over de materie, die een menschelijke ziel in staat stelde met zoo gebrekkige middelen toch gemeenschap te hebben met de buitenwereld, maar ook uit een psychologisch en paedagogi-'ch oog punt. Want we hebben hier te doen met een zorgvuldige analyse vande wijze, waarop de vorming van abstracte begrippen plaats heeft. Het hoofdstuk, waarin de schrijfster beschrijft, hoe zij voor 't eerst kennis maakte met litteratuur, en hoe deze op haar inwerkte, is van groot belang. Ofschoon geen uitwendig oog haar ooit een beeld van 't haar om ringende geeft, heeft zij toch een groot voorstellingsvermogen. Macbeth b.v. maakte een diepen indruk op haar. Zij schrijft: Langen tijd achtervolgden my de bedden van heksen en geesten, tot zelfs in den droom. Ik zag feitelijk den dolk in Lady Macbeth's blanke hand. De vreeselijke vlet was voor mij even reëel als voor de ongelukkige koningin". Griekenland oefende al dadelijk een groote aantrekkingskracht op haar uit. In mijn verbeelding vertoefden de Heidensche goden nog op aarde en verkeerden met de menschen". Dat was zelfs, voor zij Grieksch had geleerd en de oude Grieksche dichters in 't oorspronkelijke lezen kon. Over miss Keller's persoonlijkheid spreken de personen, die haar kennen, met den hoogsten lof. Charles Dudley Warren zegt, dat hij nooit reiner, sympathieker menschelijk wezen ontmoet heeft. Het bedoelde boek heet: The story ofmy life by Helen Keiler. M. G. De moderne vronw in Japan. De laatste quaesties tusschen Rusland en Japan zijn aanleiding geweest, dat de attentie en belangstelling voor het steeds voorwaarts strevende Japansche volk opnieuw gewekt zijn. Blijven de Chineezen door hun vast houden aan de nationale dracht en haarvlecht als hoofdtooi, steeds exotische verschijningen en vreemdelingen, de modern ontwikkelde, en door hun Europeesche kleeding minder opvallende Japanners, hebben in de laatste jaren de sympathieën gewonnen van allen die in de- gelegenheid waren ze nader te leeren kennen, 't zij als diplomaten en gezanten bij de Europeesche hoven, of als flinke, kranige officieren bij 't leger of ijverig werkende studenten aan de Universiteiten. Het moderne Japan dateert van den Oden November 1868 en t'iin de nu nog regeerende Mikado Mutsuhita op 5 Jan. 1869 de buitenlandsche gezanten in plechtige audiëntie ontving, begon van toen af de nieuwe Japansche tijdrekening, de Meiji eeuw der beschaving of ontwikkelings periode genaamd. Hoe snel Japan zich sedert in dien korten tijd van 35 jaar ontwikkeld heeft, is alge meen bekend. Ook de Japansche vrouw is voor ons geen vreemde verschijning meer. 't Was op de wereldtentoonstelling te Weenun in 1873 dat men voor 't eerst de gelegenheid had, ze in Europa te zien, in het Japansche theehuisje, waar de sierlijke meisjes, die er als kellnerinnen fungeerden, door haar aardige gezichtjes, fijne kinderhandjes en bekoorlijke, gracieuse dracht spoedig veel sympathie vonden, waartoe ook nog bijdroeg haar op merkelijk spraaktalent, dat ze in staat stelde binnen enkele weken de bezoekers in zuiver Weensch dialect te woord te staan. Sedert werden ook de elegante, vaak geestige dames der Japansche diplomatie met genoegen en belangstelling begroet; ook verschenen aan de Hoogescholen en nog meer aan de Conser vatoriums in Frankrijk en Duitschland, de ambitieuse, ernstig studeerende Japansche meisjes, terwijl de Japansche tragedienne Sada Yakko ons bekend maakte met haar eigenaardige en hoogst interessante proeven van dramatische kunst, met de stemmings volle decors en merkwaardige samenstelling van ballet, clowns, pantomines en tragische, uitdrukkingsvolle mimiek, waarbij de taal bij ons de machtigste factor bijna geheel ontbrak. Doch nog veel interessanter zijn du studies die door in Japan reizende Europeanen over de Japansche vrouw, haar leven en moderne ontwikkeling gemaakt zijn. A> behoort ook de Japansche bevolking tot het Mongoolsche ras, toch bestaat er verschil in de huidkleur, die van wit, over geel en lichtbruin, tot bronsachtig donkerbruin genuanceerd is, De blanke gelaatstint geldt als 't gedistingeerdste en wordt er, waar de natuur tekort schoot, vooral door vrouwen eu meisjes van lagere standen, veel met poeder en blaiiketsel gewerkt. De roodkoperachtig donker bruine tint is eigen aan 't volk en wordt beschouwd als 'n bewijs van lage afkomst. De Japansche is doorgaans klein van gestalte en sierlijk gebouwd, alleen, met bijna al te smalle heupen. De handjes en voetjes zijn klein en gracieus, zelfs bij oudere vrou wen van schier kinderlijke fijnheid en zacht heid. Op straat verliest de Japansche vrouw veel van de haar aangeboren gratie door de hooge houten sandalen, waarmee ze 'n trippelendeii gang heeft, terwijl ze in huis op bloote voeten als 'n elfe over de rein-gehouden gevlochten matten glijdt. De Japaneesche is zeer op zindelijkheid gesteld en neemt dagelijks 'n bad en wel meestal m de rivieren, meertjes of vijvers, zonder last te hebben van onbescheiden spiedende blikken van mannen, die dit niet de moeite waard schijnen te vinden. Ze maakt ook veel werk van haar kunstvol kapsel en zelfs armere vrouwen en meisjes laten' zich om de drie dagen bij de friseuse kappen, die het volle, zwart-glanzende haar wascht, met olietjes en zalfjes besmeert en er met haarspeldeu. stokjes en kammetjes 'n kunstig wonderwerk van fabriceert, dat zich minstens drie dagen goed houdt. Terwille van haar kapsel slaapt 'Ie Japansche ook met het hoofd rustende op 'n soort staand plankje, bij wijze van kussentje in den nek, waardoor bet kapsel vrij blijft. De positie die dévrouw daar in de maat schappij bekleedt was tot 't begin der ont wikkelingsperiode, een zeer onderdanige en bescheidene en onder het volk is dat grooten deels nog zoo gebleven. Volgens de leer van Confucius is de vrouw de slavin van den man en heeft geen andere levenstaak dan hem te dienen en te amuseeren. Ook wordt er daar niets in gevonden wanneer jonge meisjes, vaak om de studiekosten van broers te dekken zich als danseres en Geisha's verhuren of als kellnerinnen in theehuizen ten prooi zijn aan prostitutie. Dit is niet van invloed op de achting waar ze aanspraak op maken en verhindert niet dat ze 'n goed huwelijk doen. Maar de getrouwde vrouw kan om de minste kleinig heid door haar man, die absolute macht over haar heeft, verjaagd worden, zonder dat hij verplicht is verder voor haar of haar kinderen te zorgen. Maar onlangs heeft zich 't geval voorgedaan dat een energieke Japansche weigerde, het haar door haar man bevolen werk te doen en toen hij haar daarom weg joeg, wendde zij zich tot 't gerecht; deze besliste, dat 't werk te zwaar was voor 'n vrouw en stelde haar in 't gelijk, zoodat de man haar bij zich moest houden. De Japanner mag, naast zijn vrouw, ook bijwijven er op nahou den, maar als hij zich zoo'n luxe permitteert, doet hij dit meestal alleen ter wille der nakomelingschap, evenals de Aartsvaders van het Oude Testament. De ontwikkelingsperiode heeft in geestelij ken en socialen zin, ook de Japansche vrouw op een waardiger standpunt gesteld; even als de mannen zijn ook de vrouwen zeer vatbaar voor ontwikkeling, en veelal begaafd, mun ten zij vooral uit als onderwijzeressen en opvoedsters. Daaronder hebben vrouwen als: Shimoda, Uta, Jaji en Kaji zich reeds naam gemaakt en staan als directrices aan 't hoofd van eerste meisjesscholen. De, jammer genoeg, vroeg gestorvene mevrouw Ischiho met een, in Japan, beroemde romanschrijfster en tegen woordig is mevrouw Rapomni Kimi een der meest gezochte schrijfsters. Vele dames hebben zich in den laatsten tijd toegelegd op de betrekking van voorlezeres en als zoodanig en als recitatrice, naam en fortuin gemaakt. Ook in sociaal opzicht is de positie der Japansche vrouw zeer gestegen. In de han delskantoren en bureaus, op telefoon- en postkantoren zijn bijna uitsluitend vrouwen aan 't werk, terwijl ze ook als boekhoudsters voldoen. Ook verschillende vereenigingen zijn door de moderne Japansche dames gesticht; zoo bestaat er een Vereeniging voor moderne kuituur der vrouwen en inrichtingen voor opvoeding van verlatene kinderen, andere tot hut bekwamen van verpleegsters van 't Koodu Kruis; voorts vereenigingen voor liefdadig heid, sociale bevordering en geustesontwikkeliug, die blouien en zich hoe langer hoe meer uitbreiden. De voornaamste en 'beduidendste dier stichtingen is wel de eerstge noemde, voor kuituur der vrouwen, die over het geheele Rijk, ook in provinciesteden en dorpen, hare vertakkingen heeft eu nu ovA de 10,000 leden telt. Het doel is, onbe middelde vrouwen en meisjes in de gelegen heid te stellen aan scholen en Universiteiten te studeeren. De eerste autoriteiten in Japan ondersteunen deze nuttige en sympathieke on derneming. De maandelijksche bijdrage voor het lidmaatschap ervan bedraagt circa 42 cents; elke aangenomen candidaat geniut ge durende vijf jaar kostenloos onderhoud en onderwijs. Zoo bestaat er tegenwoordig ook in Japan een schare van vrouwen, die door haar energisch streven en werken, een onafhankelijk bestaan veroverd hebben en aller achting verdienen. v. O. MllllllimlIIIIIIIMIIHIIMMUMUMUIIIMMIIII IIIMIIIMIIIIIHIMIIIItllllMltllllinillMIIIIIIMiiN Nieuwigheden. (llady* 1'wje.r. Vera Butler. Marie i'on Najmujer. Nirolette Ilenniqui'. Cirkelgang. Hoe kan 't anders? Dsidrom is de planeet door ons bewoond, immers rond? Het hervatten van het oude, wordt door ons, steeds hunkerend naar verande ringen, als nieuw begroet. Petroleum-licht, gas, electrisch schijnsel, men is er aan uit gekeken. De radium-verlichting en verwar ming zullen ons geduld nog wel op eenige harde proeven stellen, et en attendant il faut se divurtir.' Dus, nu maar weer tijdelijk de waskaarsen ontstoken! Op feestdischen prijken de oudcrwetsche, zilveien candelabers. Die antiquc pronkstukken doen bizondur goud op het koud-wit damast. Hut kleurgcwiegul van hut kristal, de teere tinten van bloemen, het blij zilver-geflonker komen nooit zóó tot hun recht, als omstraald door zacht waskaarsen-schijnsel. En dames ? ! Voor haar kleuding en teint is geen gunstiger licht denkbaar. Wij moeten al zeer schriel en hoekig van gestalte, rimpelig en tanig van huid, en slecht-gekleed zijn. om nog niet een beetje kaarsmooi" te worden gevonden! Het is steeds meer ton" geworden zijn gasten na afloop van den maaltijd nog een of ander genoegen te schenkun. Het be spreken van loges in opera, komedie of circus, er heen-rijden met de vrienden en vriendinnen, eenige nummers of bedrijven bijwonen, dit alles is zooveel toegepast.dat het vervelend begon te worden. Dat in de salons van gastheer en gastvrouw door artisten ge musiceerd en gereciteerd wordt, ook dit is verre van nieuw. Daarom heeft men nu een andere verstrooiing bedacht. Men laat naar Oostersche wijze voor zijn gasten dan sen, Spaansche en Japansche danseh, uit gevoerd door danseressen, gekleed in het schilderachtig, kleurrijk Carmen-costuum, of in de kimono en getooid met bloemen en waaier, zijn de meest gezochte nummers op het gloednieuw programma. Niet zonder reden zyn de Amerikanen hél trotsch op hun rijk-begaafde, veelzijdig ont wikkelde artiste, Gladys Unger. Haar nieuwe stuk, Richard Brinsley Sheridan" trekt op 't oogenblik volle zalen in New-York. De thea ter-directeur Arthur Bouchier heeft het suc ces-stuk aangekocht om in Londen in het Garrick-theater te doen opvoeren. Behalve tooneel-schrijfster is Gladys Unger een schil deres van beteekenis. Voor de voorjaars expositie in den Parijschen salon werden miniatuur-schilderingen door haar ingezonden en aangenomen door de jury. Vera Butler, de bekende Engelsche sportjufl'er, die zich op en in alle mogelijke ver voermiddelen waagde, paard, fiets, auto, luchtballon en er steeds ongedeerd af en uit kwam, zal ook eens proeven nemen met de huwelijksboot. In de volgende maand, treedt zij in den echt, met kapitein Hugh Ilted Nicholl. Vera Butler is de eerste Engelsche vrouw aan wie in Frankrijk toestemming werd ge geven, eigenhandig haar auto-karretje te stu ren. Zij reed toen van Parijs naar Nice. In 1896 behaalde zij met haar automobile den eersten prijs in den Parijs?Marseille-wedstrijd. Zij tuf-tufte den afstand in gezelschap van haar vader, penningmeester van den automobilenclub. Twaalf maal steeg de moedige Vera per luchtballon de wolken in! Zonder eenig letsel, is zij steeds poesachtig op haar pootjes neergekomen. Mocht de huwehjksboot naar haar smaak te veel schommelen of te langzaam gaan dan staan Vera Butler talrijke middelen ten dienste, om met verras sende snelheid de huiselijke plaat te poetsen. Marie von Najmajer, de bekende Oostenrijksche dichteres, heeft haar zestigsten ver jaardag gevierd. Of zij, even als Carmen Sylva, zich van kinds-been af, verheugd heeft op dien zestigsten verjaardag, weten wij niet. Wél kunnen wij vermelden, dat de hartelijke, opgewonden Oostenrijkers gezorgd hebben, dat hun dichteres de derde Februari van het jaar 1904, nimmer uit het geheugen zou gaan. Bloemen, gelukwenschen, commissie, feestviering, niets ontbrak. Reeds 's morgens vóór twaalven maakten eenige schrijfsters en andere artisten haar opwachting bij Marie von Najmajer, die zeer hartelijk werd toegesproken, door mevrouw Olga Wisinger?Florian. presidente eener VrouwenVurueniging. Op het avondfeest dat tereere der jarige gehouden werd, reciteerde detooneelspeelster Adrienne Kola, fragmenten uit Maria von Najmajer's drama Keizer Julianus", dat weldra in druk zal verschijnen. De feest rede in gebonden stijl geschreven en ten gehoore gebracht door mevrouw Dora van Stockert?Meynert werd luide toegejuicht. De wonderen zijn de wereld niet uit. Van de hand van een fransche jonge dame, Nicolette Hennique, is een versbundel versche nen, getiteld: des Héros et des Dieux". Emile Bergerat, die Nicolette Hennique inleidt bij het publiek, is verbaasd over hare grondige kennis van Grieksche geschiedenis, godenleer, kunst en literatuur. Hij getuigt: Grieksch dichten, Grieksch denken, Grieksch zien, Grieksch droomen, het is een hoogst merkwaardig verschijnsel, dat dit twintigjarig meisje, uit Fransche ouders geboren, zoo volmaakt en onbetwist Grieksch is. Zij weet den weg in den tuin der Hespériden, alsof zij er het levenslicht had aanschouwd en den hof nimmer verlaten had. Als zij opkijkt, ziet zij de grimmige Juno door het zwerk ijlen, en is zeer verbaasd, dat anderen de heerschzuchtige, jaloersche Godin ook niet zien! Nicolette is een dochter van den franschen schrijver Hennique, een der eerste leden, van de Académie Goncourt. Nu Nicoiutte toch zoo Grieksch is, had zij zich moeten laten fotografeeren in de flatteerende peplum, en gekapt als Helleensche vrouw, met de dof-gouden banden door het haar. Zooals wij haar nu te aanschouwen krijgen, ziet het mooie meisje in haar zwierige, artistieke kleeding en den grooten Bergère-hoed op het donker kopje, er onvervalscht Gallisch uit; heel voornaam, als een prinses, uit het geslacht der Bourbons. CAPRICK. Chartreuse run kip. Benoodigdheden: 125 gram macaroni, 150 gram fijngehakt vleesch, l kip, l bus champignons, '/2 L. fricassée saus, l eierdooier, 2U gr. boter, parmezaansche kaas. Bereiding: De maccaroni in kokend water met zout gaar koken, een puddingvorm met boter inwrijven en daarin slakkenvormig de maccaroni plaatsen; de maccaroni vooraf met geklopt ei bestrijken, opdat zij na het storten niet uiteenvalt. Door het fijngehakte vleesch kruiderijen naar verkiezing en parmezaansche kaas mengen; deze massa over de maccaroni strijken. De kip koken, in stukken snijden en den vorm daarmede en met hard gekookte, in stukken gesneden eieren of met cham pignons vullen. Hierover een fricassée- of champignon-saus storten. Daarop vleeschfarce en maccaroni plaatsen; vervolgens den vorm sluiten en l uur koken au bain-marie.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl