Historisch Archief 1877-1940
No;1396
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
E ir s JD E 3sr--v-i ztr IEC.
g, als die Rotterdam, op
Vrijdag tl Maart, mevrouw Marie van
Eysden, bij haar yijf-en-twintig-jarig
feest gebracht heeft, is wel zeer beslist,
zonder overdrijving,fweergaloos geweest,
Mevr. VAN EYSDEN in 't Levensdal
ofschoon het publiek van deze stad, steeds
zér tot tooneelhuldigingen gezind, toch
mevrouw Beersmans, Van Zuylen, de
beide Haspelsen en Eaassen bejubileerd
heeft, meermalen en steeds met bijzonder
feestvertoon.
Rotterdam heeft zijn eigen acteur*, van
wie het houdt met een sterk exclusieve
fenegenheid. Louis Bouwmeester en
chulze onder anderen, hadden bij hun
jubilea Rotterdam gerustelijk kunnen
passeeren; zij zijn geweest, maar Rotter
dam deed er niet aan", 't Bewaart zijn
kransen en zijn geschenken voor zijn eigen
menschen.
Het pleit trouwens voor het publiek
van deze stad, van welks oprechten
kunstzin men overigens moeielijk zonder
reserve gewagen kan, dat het zóó zijn
?eigen acteurs heeft kunnen hebben, en
houden, en vieren. De grooten, die ik
boven noemde, en mevrouw Tartaud,
en mevrouw Van Kerckhoven, ik geloof
niet, dat zij zich aan een Amsterdamsch
gezelschap en in een Amsterdamschen
schouwburg thuis zouden gevoeld hebben
of ooit gevoelen zouden. Zij zijn
Rotter?damsch.
Voor het officieele gezelschap, dat den
Grooten Schouwburg bespeelt, wordt door
de vermogenden van deze stad wel veel
gedaan. Zij geven financieelen steun,
maken eereavonden genoeglijk en helpen
oude behoeftig-geworden acteurs. De
sterren van het gezelschap komen boven
dien in de familiekringen, worden op
Mevr. VAN KYSDEN als Colinette.
avondjes gevraagd en op huiselijk verkeer
genood. Een fideele verhouding.
Dat deze verhouding zich niet te ver uit
strekt en ook soms het artistiek gedeelte
der schouwburgonderneming raken gaat,
is ^moeilijk te ontkennen
en] evenmin, dat het in
vloed-oefenen, of willen
oefenen, daar fataal wer
ken kan.
Evenwel, het feit van
de goede verhouding is
er en dat geeft acteurs,
die hier in den smaak
vallen, een loopbaan op
rozen, in werkelijken zin.
De (meest gevierde van
allen is steeds Marie Van
Eysden geweest. Zij en
het publiek zijn elkaar
hartelijk trouw gebleven,
nagenoeg vijf-en-twintig
jaren lang.l
Zij|heeft'hier honder
den rollen] gespeeld, is
honderden malen toege
juicht en bewonderd, en
telkenjare op haar
eereayonden, bij alle geluk
kige huiselijke omstan
digheden, heeft zij de
genegenheid van het pu
bliek ondervonden.
Op haar feestavond
11 Maart schijnt
men 't'op iets onovertrefr
baars S te hebben aange
legd en 't is alzoo gelukt.
Een versierde comedie,
tot de nok vol menschen
in feestkleedij; de bloe
menwinkels
leeggeplunderd en de geurige buit
rond haar op het enorme
tooneel uitgespreid; aan
bieding van een couvert
met een inhoud, als nooit
voor een jubileerend ac
teur is samengebracht;
een toespraak van n
der meest geziene man
nen in onze commercieele
wereld en bij dat alles een enthousiasme
van zuidelijke vurigheid, 't Was
[ongevenaard.
En niemand, die het haar
benijdde of het te veel vond.
Dat is het mooist van al.
Mevrouw van Eysden is
aan ons tooneel een Zon
dagskind geweest, altoos,
en zij mocht het wezen.
Niets dan geluk heeft zij
gehad, groote teleurstellin
gen, die alle artiesten-car
rières duisteren en loute
ren bleven haar bespaard.
Zij heeft mooie rollen ge
speeld, die voor haar talent
wel pasten en de goede
qualiteiten van dat talent op
het gunstigst naar den voor
grond brachten; zij heeft,
ouder wordend en om den
leeftijdswille andere genres
ambieerend, steeds haarlweg
vrij gevonden.
Maar de goede gunsten
van het geluk waren aan
haar volkomen besteed. Zij
heeft ze weten te ontvangen,
zonder ooit schampere ijdel
heid en hoovaardij toegang
te gunnen tot haar mooi,
gul en eenvoudig-goed ka
rakter. Het is als een storm
loop geweest op haar be
scheidenheid, maar zij is
er rustig
onder ge
bleven.
/ij i s een
knappe, er
varen ac
trice, maar
zij is
heelemaal geen
contediante. Als zij geen
cornediespelen moet,
:s avonds op het tooneel,
speelt zij ook geen co
medie. In den
dagelijkschen omgang is zij
een charmante, geestige
vrouw, wat ;levendiger
en spontaner dan de
meeste dames in onze
dagelijksche omgeving,
maar overigens aan die
gelijk?geen comediante.
De heer M. Horn
de Rotterdamsche
tooneelcorrespondent van
het Nieuw* van den
Dag heeft in een fraaie
brochure (uitgegeven bij
de Nederl. Kioskenmaat
schappij) haar leven ver
teld.
En wie het wat dege
lijk opgevat boekje leest,
merkt, dat er eigenlijk
niets te vertellen viel.
De actrice had geen ge
schiedenis, wat, evenals
bij historische volkeren,
haar gelukkig-zijn be
wijst.
De heer Hom verze
kert, dat het leven van
mevrouw van Eysden
Vink in geen enkel op
zicht iets merkwaardigs
oplevert, noch haar gaan
naar het tooneel, noch haar zijn aan
het tooneel: het is als het ware n
triomftocht geweest van het begin harer
loopbaan tot heden, met zeer weinig
schaduw, maar verbazend veel licht.
Dankbaar is mijn onderwerp niet, omdat
er niets interessants, niet eens iets
pikants is te vertellen. Zij kwam, zag en
overwon; met die paar woorden zou ik
kunnen volstaan en dusdoende een vol
ledig beeld van haar kunstenaarsloopbaan
hebben gegeven."
Wat 's heeren Horn's boekje van haar
vertelt is ongeveer dit:
Den 14en Maart 1864 te
's-Gravenhage geboren, is uit een jeugd van een
voud en zorg zij heeft nooit een school
bezocht en niet langer dan tot haar tiende
jaar ontving zij geregeld onderwijs
toch door eigen intelligentie, de fijn be
schaafde vrouw van thans geworden, die
wét van literatuur en muziek en die
haar talen vloeiend spreekt.
Reeds op 15-jarigen leeftijd kwam zij
aan het tooneel, nadat zij enkele jaren,
voor eigen onderhoud, het modistenvak
had geleerd."
Zij dankt haar eerste engagement, bij
Moor, Veltman en Van Ollefen te Am
sterdam, aan haar neef Moor, den
tegenwoordigen regisseur van Het
Rotterdamsch Tooneelgezelschap, aan wien zij
ook, in haar eerste tooneeljaren, veel te
danken heeft".
Marie bracht dus eigenlijk naar het
tooneel niets mee dan erg veel goeden
wil, nagenoeg geen kundigheden; in de
eenvoudigste schoolkennis was zij niet
ver, van vreemde talen wist zij niets.
Toen, zij erkent het gaarne, heeft zij
hen wel benijd, die eerst naar de
Tooneelschool mochten gaan, om daar zoo
veel te leeren, wat hun voor hun carrière
noodig en nuttig kan zijn, maar dat kon
nu eenmaal niet, zij moest trachten voor
zichzelf te zorgen".
Dat heeft het ijverige, intelligente
meisje dan ook gedaan. In 't begin, ook
nadat zij in 1883 was overgegaan naar
Van Zuylen's gezelschap in onzen Klei
nen Schouwburg, speelde zij kleine rollen,
maar een gelukkig toeval zij moest
een rol overnemen van een ziekge worden
collega in Inkwartiering" bracht
haar thans brengt, begonnen te Rotter
dam en voortgezet te Leiden, waar d«
studenten de paarden van haar rijtuig
losbonden en zelf trokken hulde, die
zelve wel het best op de juiste waarde
Mevrouw M. VAN EYSDEN?VINK.
haar betrekkelijk spoedig op den voor
grond, waar zij sedert gebleven is".
Een bohémien-leven, als enkelen van
onze artiesten hebben geleid, heeft zij
niet gekend", merkt de heer Horn terecht
op. Betrekkelijk is haar loopbaan als
tooneelspeelster langs effen paden gegaan,
langzaam en gestadig is zij vooruitgegaan
door eigen kracht, talent en studie ; eerst
heeft zij de figuranten-rollen gehad, toen
kleine rollen, langzamerhand rollen van
meer beteekenis en tegenwoordig speelt
zij hoofdzakelijk de voornaamste
grandecoquettes".
In de taxatie van mevrouw Van
Eijsderi's talent was de heer Horn, op
tredend als haar secretaris en een gedenk
boekje schrijvend, niet vrij. Hij looft in
haar en gaarne nemen wij zijn lof over,
dat zij beschikt over een zoo bijzondere
toewijding*en een zoo grooten eerbied
voor het publiek. Nooit speelt zij met
onverschilligheid of' lusteloosheid, altijd
getuigt haar opvatting, dat zij de rol
grondig heeft bestudeerd en ze zoo goed
weergeeft, als het haar mogelijk is. Of
de zaal vol is of leeg, dat maakt op haar
geen indruk, althans zij toont het niet
en speelt met dezelfde toewijding voor
een leege als voor een volle.
Het is eigenlijk niet noodig in een
opstel als dit, bijschrift bij enkele por
tretten van de jubilaresse, te nadrukkelijk
aan het critisch-overwegen te gaan. Het
Weekblad wenscht, in de feestviering, die,
op 11 Maart, te Rotterdam aangevangen,
thans door de voornaamste steden van
Mevr. VAN EYSDEN in Madame Sans Gêne".
zal weten te schatten, heeft de mooie,
consciencieuse actrice ten volle verdient.
En wie tooneelspeelkunst waardeert, zal
van harte wenschen, dat zij, als totfnu
toe haar kracht kennend en niet door
haar talent te forceeren, het te hoog
reikende willend, nochtans meermalen
gelegenheid vinde als in Rita Revera"
onze waardeering te doen stijgen ftot
bewondering, j En met niets minder dan
bewondering, bij wie haar dan beoor-'
deelen en betoosten mag, haar halve
eeuwfeest vieren.
het land vervolgd wordt, mee zijn respect
voor de jubilaresse te.betuigen.
Maar wanneer men zijne waardeer ing
voor deze kunstenaresse zuiver wil stellen,
behoort men, ook om de zelfkennis, die
n harer beste karak
tereigenschappen is, te
erkennen, dat voor een
lof en een vereering, als
men een Beermans had
kunnen brengen, geen
reden bestaat.
Mevrouw Van Eysde*
is niet een
tooneelspeelster van zoo hooge
beteekenis, dat zij een
kunst-tijdperk door haar
breed en machtig talent
adelt.
Het is haar in het
leven te gemakkelijk ge
maakt en zij vond geen
aanleiding, het moeielijke
te zoeken. De diepere
emotie van i't in innig
leven trillend
menschdrama op de planken,
vermag zij niet te geven.
Zij is noch tragedienne,
noch eerste dramatische
rol. Meermalen is zij
en zeker [dan niet met
haar instemming als
zoodanig opgetreden,
maar dan kon moeielijk
van een welslagen wor
den gesproken. Zij mist
de donkere diepte van
de zielvolle stem, die
ontroering brengt in onze
harten. Het leven is haar
gemoedelijk voorbijge
gaan, nimmer is haar
kunstenaarsziel beroerd
door levensleed en, om
dat haar talent niet rijk
genoeg is, althans niet
breed genoeg ontwik
keld, om dat initiatief te
gevoelen, is zij niet ge
worden een kunstena
resse, wier vermogen ook
het gróóte ? omvat.
. Maartij is en het is haar eerzucht
voldaan dit te wezen
de meestvoornaam-elegante,
de meest smaakvolle en de
mooiste actrice van Neder
land. Waar zij schitteren
kan door mooi toilet, door
gracie van bewegen, door
goed geestig zeggen en niet
al te diep doordringend
gevoel, daar is zij excellent,
uitnemend.
Er zijn aan het Parijsche,
maar voornamelijk aan het
Weenertooneel, actrices, die
zeker haar gelijke zijn in
het zoo door uiterlijkheid
schijnend genre van grande
coquette, maar aan ons too
neel is zij, sedert den dood
van mevrouw De Vries, als
zoodanig onze eerste en
misschien [onze nige ac
trice.
Het Rotterdamsche
Tooneelgezelschap vindt sinds
lang zijn repertoire in hoofd
zaak bij Duitsche en
Fransche blijspelen en kluchten
en waar daar een vrouwe
lijke figuur van schoonen
schijn gevraagd werd, of
graag te gebruiken was,
trad mevrouw Van Eysden
op en droeg
zoo'n stuk.
Een en
kele maal,
als in de
uitbeelding
van Rita
Revera in
Hartleben's
eenacter
sittliche
Forderung", heeft zij in de
laatste jaren bewijs van
breeder kunnen gegeven,
van iets meer te ver
mogen, dan uiterlijkheid,
maar te weinig doet do
gelegenheid daartoe zich
voor. En in de keuze
van hare stukken voor
hare eereavonden die
aan haar is bewijst
zij ook niet anders te
ambieeren. Madame sans
Gêne, e. t. q. speelt zij
het liefst. Voor haar
feest koos zij Von Bch
nthan's MariaTheresia",
een stuk van feilen
pronk en schitterende
praal, waarin zij geestig
zeggen en geestig doen
kan, en zij heeft daarmee,
kranig van zekerheid,
haar talent gekarakte
riseerd.
Om het gansch nige
van een verschijning op
ons tooneel als de hare
en omdat toch ook wel,
nietwaar, het tooneel
lust der oogen zijn
wil, geniet Marie Van
Eysden in ons land een
ongeëvenaarde popula
riteit.
De hulde, die het land Mevr. VAN EYSDEN in DE EIKCBEN DEB MOBAAI.".
* *
*
Den 3üsten dezer treedt Mevrouw
Van Eysden?Vink te Amsterdam «p.
Aan een warme hulde zal het haar zeker
ook daar niet ontbreken.
HKXUI DKKKIXW.
Eine