Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V 00 B HBDERLAND.
No.1397
O u. d-A. m s t e r d a
m.
I.
Het Kerkelijk en Godsdienstig Leven.
Er zijn weer een paar belangrijke
afdeelingen toegevoegd aan het fraaie,
wetenschappelij ke prachtwerk Amsterdam
in de Zeventiende Eemv, de uitgave der
firma W. P. van Stockum en Zoon te
's-Gravenhage.
Prof. dr. H. C. Rogge heeft gezorgd
TOOI- Het Kerkelijk en Godsdienstig
Leven", dr. A. Bredius voor de Schil
derkunst" in de hoofdstad gedurende onze
groote eeuw. Beide rubrieken waren dus
toevertrouwd aan de beste krachten;
aan mannen, die volkomen thuis zij n op
die terreinen.
De afleveringen zijn weder versierd
met: -een groot aantal reproducties van
fraaie of zeldzame platen en portretten,
die zieh in onze openbare en particuliere
verzftmelingeii bevinden. De kop- en
staartstukken der hoofdstukken zijn weder
ontleend aan de meesterwerken onzer
oude decoratieve kunstenaars, die zoo
uitmuntten in fijnen smaak en
vindingrjjkheid.
Prof. Rogge doet in een inleidend
woord vooral uitkomen, dat Amsterdam
zijn buitengewone welvaart voor een niet
gering deel te danken heeft gehad aan
zijn groote vrijzinnigheid in zake gods
dienst en daardoor een toevluchtsoord
?werd voor landgenooten en vreemdelingen,
die elders verdrukt of vervolgd werden.
Zij en geen andere stad in Europa was
in de Zeventiende Eeuw voor alle ver
drukten zulk een Eleutheropolis en
Irenopolis. Later kon men ons land terecht
ook noemen Cette terre classique de la
liberté."
Nauw had de stad
Amsterdam het Spaan
sche juk afgeschud,
of zij nam de ten
doode vervolgde
Engelsche Puriteinen
gastvrij op; na een
halve eeuw zou zij
evenzeer Royalisten
en Episcopalen binnen
hare poorten ontvan
gen. De in Spanje en
Portugal vogelvrij
verklaarde Jood mocht
zich in vrede hier
nederzetten en wijk
bij wijk bevolken.
Tegen het einde der
eeuw waren het weder
Fransehe Protestan
ten die, door de her
roeping van het Edict
van Nantes in grooten
getale herwaarts kwa
men, om in een ander
gedeelte der stad, on
der het mild bestuur
eener geëerbiedigde
overheid, bescherming
te vinden.
Ofschoon men niet
zoo dadelijk de ver
volging van Spanje
vergeten was en de
verbittering van de
Protestanten tegen de
Katholieken te diep
geworteld was om den
laatsten volle gods
dienstvrijheid te kun
nen verleenen, wist een wijs bestuur de
zaken zóó te leiden, dat vrij spoedig ook
de Roomsche godsdienst in kerken en
kapellen in het openbaar beleden kon
worden. De verschillende lotwisselingen
der Katholieke kerk in de vrijgevochten
Geuzenstad en het ontstaan der plaatsen
van eeredienst, worden door prof. Rogge
nauwkeurig uiteengezet. Het door den
volksmond gedoopte Onze-Lieven-Heer
op'zolder" in de Heintje-Hoeksteeg, thans
de Amstelkring, is natuurlijk niet ver
geten.
Dat evenwel de Katholieken te Am
sterdam er telkens aan herinnerd werden,
dat het uur der volkomen vrijheid voor
hen nog niet geslagen had, spreekt wel
vanzelf. De Protestanten waren natuurlij k
menschen en geen schapen of engelen;
zij waren de bloedplakkaten en de brand
stapels nog niet vergeten. De regeering
liet zich niet van het spoor brengen:
Zij waakte, dat de handlangers van
Spanje zich niet van de gehechtheid aan
de moederkerk konden bedienen, om sa
menzweringen te smeden tegen den jeug
digen Staat; maar zij heeft aan de Katho
lieken zooveel vrijheid gelaten, als onder
het toenmalig staatsbewind en met het
oog op de rust en de welvaart der bur
gerij kon worden toegelaten". Dat vooral
het' oog werd gehouden op de Jezuïeten
is niet te verwonderen. Zij hebben nooit
in een goed blaadje gestaan bij de regee
ringen, in welk land dan ook. Nog heden
is dat zoo. Peter Rijser een van het ge
zelschap, klaagde steen en been over hun
vervolging. Maar daar tegenover staat
de getuigenis van pater Dekens, die iet
wat later als provinciaal van dezelfde
orde'op^zijn visitatiereis Amsterdam be
zocht en verklaren kon, dat de uitoefening
van den Katholieken'godsdienst hier bijna
vrij was. Werkelijk werd van 1629 tot
1641 [in Amsterdam geen conventikel
Trigland.
Balthasar Bekker.
uiteengejaagd, niemand werd gevangen
genomen of beboet".
Tijdsomstandigheden en bijzondere fei
ten, zegt Rogge, gaven soms aanleiding
| tot ^scherper toezicht op de heimelijke
samenkomsten. De onderdrukking der
Protestanten in Duitsohland, en de inval
van het keizerlijk leger in de Vel u we
brachten de Katholieken in verdenking
| van verstandhouding met den vijand en
| de Staten van Holland zouden opnieuw
hot plakkaat hebben doen afkondigen,
; indien Amsterdam [het niet had tegen
gehouden.
j Evenals onder de Protestantsche
gees: telijken beethoofden, dwepers en
verstan' dige, humane lieden gevonden werden,
! kwamen te Amsterdam Katholieke
priesj ters voor ?{van onderscheiden kleur en
l hoedanigheid. Sommigen werden
inge! daagd en verbannen, anderen zeer geacht
j en gewaardeerd. Pastoor Marius, de vriend
i van Vondel, en Johannes van Neercassel
; behoorden tot de goede elementen. De
: laatste prentte zijn geloofsgenooten
ge'?? hoorzaamheid jegens de overheid in, die
| wederkeerig hem hare achting deed
blijken.
! De leek wordt in dit opstel uitstekend
op de hoogte gebracht ook van al hot
geharrewar in den boezem der Protes
tantsche Kerk zelve, hoe de Remon
stranten en Contra-Remonstranten elkaar
voortdurend in het haar trachten te
vliegen en belasterden. Men moet wel
! eerbied krijgen voor Amstels vroede
mannen, die door hun wijs beleid olie
trachten te gieten op die woelige zeeën
van de hartstochten der godsdienstige
vooroordeelen. Want, de kerkelijke
heeren zijn ten allen tijde wat mans
geweest, van af de inquisitie tot aan
de paneelzagers. Toch waren er tal
van geestkrachtige, kranige persoonlijk
heden onder de in sommige opzichten
dikwijls zoo bekrompenen. Men kan het
hun portretten, naar de schilderijen of
gravures onzer groote meesters van
penrw\t QotLs v.-ti ai laf'zsw' d.'
-c^.^~> fff crS / <~r
n Wijoeidpm/ne TCIC.<. incto-ni/fiiLn nwnJOf-n
'<L£n.
vtrvichto
\ et artió ncstra itmco ajtimatori
JlOQZA.Oy,1.YDIR.-.HVlJTJO j
QiïninOJliöcbjlrvanaöJV\fldt D.C (?
(+~A.mina. cxcwüt.
Menno Simonsz.
seel en naald, meestal
aanzien. Beschouw
eens dien Arminius,
of Gomarus, Trigland,
Vossius, Coccejus,
Voet. Het zat hun
niet uitsluitend in de
baarden en snorren.
Het zou heel wat
wijsheid, karakter en
zeemanschap kosten,
om de stugge recht
zinnigheid van een
Plancius te overwin
nen. Aan veelzijdig
heid ontbrak het
Plancius echter niet.
Zijn welsprekendheid
en scherpzinnigheid
ging gepaard met
veelomvattende ken
nis; hij toch was niet
alleen godgeleerde,
maar verstond ver
schillende talen en
beoefende de wis-,
sterre- en aardrijks
kunde. In 1592 ver
vaardigde hij zelfs een
wereldkaart, die
geruimen tijd anderen
tot model heeft
ge?diend. Aan de reizen
van Heemskerk,
Barentsz en Linschoten heeft hij den stoot
gegeven. Yan zijne aanwijzingen be
diende men zich bij de eerste tochten
naar den Indischen Archipel en jaren
lang werden geen stuurlieden naar die
streken toegelaten, die niet door hem
waren geëxamineerd. Is het wonder, dat
hij ook in kerkelijke zaken eischte zich
te richten naar zijn kompas ? En?dat
wees naar het kille noorden van Calvijn.
Bestaat er soms geen goed portret van
Plancius? Onder de vele beroemde god
geleerden mis ik noode het conterfeitsel
van dien stoeren, veelzijdigen
ZuidNederlander.
Wat is het toch belangwekkend en
vermakelijk over 'die oude tijden te lezen!
Die Amsterdamsche vroede vaderen wa
ren zoo vol levenswijsheid,
menschenkennis en leukheié. De humaniteit der
predikheeren vermeerderde steeds onder
hun wijzen invloed. Het duurde niet lang
of jaarlijks in het begin van Januari
waren de dominés de gasten van burge
meesters, als zij met schepenen en the
sauriers aan een maaltijd op het Stadhuis
of een der Doelen vergaderd waren. Aan
het dessert kregen de dominés al het
banket voor hun vrouwen en kinderen
mede." Zijn in die dagen misschien de
dominésklonten" in zwang gekomen?
Rogge spreekt met veel waardeering
over de twee Van Baerles, die paragons"
Simon Episcopius.