Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD TOOR- NEDERLAND.
No.
groote gezinnen liep dat aardig op ! 't Was
toen mijn ideaal, om dagelijks minstens 'n
gulden to verdienen en ik was in dien tijd
veel gelukkiger dan later, toen ik hél wat
mér verdiende ! Ongeveer in dienzelfden tijd
maakte ik mijn eerste copie van 'n antieke
schilderij. Een kruisafneming van Christoph
Sahwartz 'n schilder uit Ingolstadt van
de 16e eeuw had ik in handen ge
kregen en ik besloot dat na te schilderen.
Dit gelukte me zonder eenige inspanning,
en 't slaagde zelfs zóó goed dat de copie
niet van 't origineel te onderscheiden was.
Dat was in 1852 en in 't zelfde jaar stierf
mijn vader, die toen 63 was. Een oudere,
zeer begaafde broer van mij, die schilder
wilde worden, maar daarin door mijn vader
tegengewerkt was geworden, was reeds
vroeger op zi-jn negentiende jaar gestorven.
Na den dood van mijn voor de kunst
weinig voelenden vader, kreeg ik mijn
eerste geregelde, maar niet zeer degelijke,
schilderonderricht op de Polytechnische
school te Augsburg. In het museum aldaar
had ik volop gelegenheid de oude meesters
te eepieeien, wat ik met grooten lust en
ijver deed, me veel meer tot de oude school
aangetrokken voelende, dan tot de moderne,
waar ik als vreemde tegenover stond.
Met eenige mijner toen buiten geschil
derde studies toog ik eens te München naar
Piloty, die mij zeer vriendelijk ontving en
mijn werk bijzonder warm prees. Hij stelde
me voor zijne lessen bij te wonen, wat ik
dan ook deed; maar alleen gedurende de
winter maanden bleef ik te München, 's zomers
was ik weer buiten te Aresing. Bij Piloty
bleef ik anderhalf jaar en heb er twee
stukken geschilderd ; het eerste stelde 'n
groep boeren voor, die in een kapel vlucht
ten, het tweede: 'n Tituspoort, dat ik ech
ter pas na mijn eewte reis naar Rome
ontwierp. Met het boerenschilderij waagde
ik mijn eerste poging om te München aan
de tentoonstelling deel te nemen; dat ge
lukte me en ik verkoaht het voor ? 450.
Tegelijk verkreeg ik 'n staats-subsidie van
?500.
Ik was nu plotseling rijk geworden en
met mijn f 950 op zak kon ik mijn ideaal
verwezenlijken. Piloty was juist van plan
naar Italiëte reizen en ik besloot hem
naar Rome te begeleiden en daar twee
maanden te blijven. In dat voor mij zoo
merkwaardig jaar 1858 mocht ik du» voor
't eerst de eeuwige stad aanschouwen ! Voor
zoover ik me herinneren -kan logeerden we
beiden in de Via Sistina No. 72. Daar
schilderde ik mijne studies en Piloty de
zijne voor zijn N'ero".
Op zekeren dag kreeg ik 'n brief van
Piloty, met het bericht dat ik, op zijn aan
beveling, aangesteld was aan de nieuwe
kunstschool te "We i mar, tegelijk met B
cklin en Begas; alle drie stonden wij toen
zonder naam aan het begin van onze
loopbaan."
Tot zoover Lsnbaah's jeugdherinnerin
gen. Voldoende is bekend, hoe hij een der
beroemdste portretschilders van zijn tijd
geworden is en vele vorsten en
celebriteiten van Europa voor hem geposeerd
hebben, waaronder jn de eerste plaats de
bekende portretten te noemen zijn van :
Bismarck, von Moltke, Wilhelm I, Paus
Leo XIII, Koningin Margaretha van Italië,
Eleonore Duse en zoovele anderen. Vooral
met de zoo juist getroffene, karakteristieke
portretten van Bismarek heeft Lenbach
zich een onvergete[ijken naam gemaakt.
v. O.
HiniflIInnflIHIIIIIIIIIIIIHHIIIIIIIHIUirittllinilllMIIMIIMHIlHIIIIIIHIIIIIIII
KMILK ZOIA. Waarheid, vertaald door
P. M. WiN'K. 2 dln. Amersfoort, P. M.
Wink.
Uit een facsimile van een schrijven door
Zola aan den vertaler gericht, vóór in de
vertaling opgenomen, blijkt dat de groote
Franschvnan onzen landgenoot Wink autori
seerde zijn prochain roman Vérité" te ver
talen en uit te geven.
De hoer Wink heeft deze taak op voldoende
wijze vervuld. Hij houdt zich niet angst
vallig aan den tekst, maar werkt hier en
d.mr om, waar hij maentdat ons taaleigen er
moe gediend is, en geeft meestal de bedoe
ling van het origineel goed, schoon soms
wat verzwakt, weer. Nu en dan iaat hij
VMiimiMtiiiiiMiiiimiiMiiiiliMiniimnliMimiiilliiiiiutiiiiMii minimum
Wiene Lehstermann'szonde
Naar liet Duitsch,
VAX
LOUISE SCIIULZE BRüCK.
Het was een verstandig toeval, dat moeder
Lorenzen en Wiene Lehstermann in hetzelfde
huisje woonden. Want in die twee oii'le
vrouwtjes in moeder Lorenzen, die nu al
bjjna veertigjaar alle kinderen van Dornbaeh
uit den kindervijver haalde, en in Wiene
Lehetermann, die al bijna even lang du doods
hemden naaide voor jongen oud, de papieren
rozen maakte, waarmede de kisten der onge
huwden werden versierd, en de kransjes en
kruisen van vloeipapier voor de kinderlijkjes
sloot zich om zoo te zeggen de cirkel
om het geheele leven der Dornbachors.
Moeder Lorenzen hielp hen in de wereld en
trok hun het eerste h eindje aan, en Wiene
Lehstermann naaide hun laatste hemd en
versierde hun laatste woning. Kn daarom
noemde de pastoor de heide oudjes wel eens
begin en einde". Het tweetal kon liet best
met elkaar yinden. Als moedei- J grenzen ver
moeid en afgemat thuis kwam na een
moeilijken nacht, dan kwam Wiene Lehstermann
bedrijvig binnenreden op haar vilten pantof
fels, met de koffie die zij achter op den
kachel had warm gehouden, in de hand, en
als moeder Lorenzen d oor-en-door verkleumd
uit den boerenwagen stapte, die haar uiteen
van de omliggende dorpen naar huis bracht,
dan had Wiene Lohstennann de kamer lekker
warm gestookt en het bed al opengeslagen
zoodat moeder Lorenzen zóó maar erin hoefde
te kruipen. En in de laat: te jaren was dat
dikwijls noodig, want moeder Lorenzen begon
nu toch langzamerhand te merken, d it zij
een dagje ouder werd, en zij kon dikwijls erg
mopperen en klagen over de domheid van
de menschen, als zij midden in den nacht
werd geroepen. En als Wiene Lelistermann
haar dan bedarend toesprak, en haar voor
hield, dat die arme vrouwen, die op moeder
Lorenzen's hulp lagen te wachten, or ook
woorden onvertaald, en dat is in geen geval
goed te praten, waar de vertaler niet
door maat of rijm gebonden werd. Verschil
lende gedeelten van de vertaling zijn door
mij met Zola's Véritévergeleken, en behalve
enkele minder gewichtige aanmerkingen,
moet het volgende daarbij worden vermeld.
Begin van hoofdstuk II van 't eerste boek.
Al is het onderstaande niet bepaald foutief,
het kon, dunkt me, anders en beter gezegd
worden; cfe weglating en verzwakking va-n
enkele dingen was in. i. niet om idiomatische
redenen vereischt:
II donnait un intérêt, une dme, une vie
aux léments les plus arides. 11 arrivait il
passionner la grammaire et l'antbrnóuque ..."
Hij boezemde belangstelling: in voor de
domste (waarschijnlijk 'n drukfuut voor (dorste
dingen; 1-gde er een ziel in. Hij Wies leven
in aan de spraakleer en de rekenkunde ..."
C'était aussi chez les Papon-Laroche qu'il
avait connu Salvan, Ie directeur actuel de
PEcole normale, et que celui-ci, frappe de
sa vocation, l'avait approuvéd'y ceder
complètement..."
En het was bij dezelfde firma P. R. dat
hij kennis gemaakt had met S., den
tegenwoordigen directeur van de X. &., en deze,
getroffen door zijne roeping, had het goed
gekeurd, dat hij er geheel en al aan toe
geven zou ..."
la terrible grand'mère" weer te geven
door de geduchte grootmti?n«" is m. i. wat
bedenkelijk.
Nul froissement n'avait p u se produire."
De heer Wink vertaalt fro'«sement door
rerschil, wij hebben in dezelfde figuurlijke
beteekenis wrijving.
des abandons aux: mains d'un Dieu d'
goi'sme et de cruauté, dont Ie malaise lui
glacait Ie coeur," wordt vertaald een zich
overgeven in de handen van een egoïstisehen,
wreeden God." Waarom is de rest weggelaten?
. AVaarom wordt de volgende zin in 't
Hollandsch zoo vreemd verdraaid, zoadat hij
min of ineer onzin wordt:
ils se retrouvaient aux bras l'un de l'autre,
après. s'ètre, un instant, sentis trangörs,
comme tombes de deux momles différents."
Na zicli een oogenblik van elkaar ver
vreemd te hebben gevoeld, lagen zij weer in
elkanders armen, alsof zij uit twee verschil
lende werelden waren komen vallen."
Tegen 't eind van hoofdst 11, 1ste boek:
,,üfallut emmener madame Simon
óperdue, au moment oüSimon sortait, entre les
deux agents de police."
Mevr. S. nioest weggebracht worden toen
S. de deur uitging tusscheii twee politie
agenten."
Vivement, les agents avaient pousséSiraon
dans la voiture, et Ie cpcher lancait son
cheval au grand trot...."
De agenten hadden S. in liet rijtuig ge
duwd en de koetsier zette zijn paard in
snellen draf."
Et Mare, restésur la place, tourdi, Ie
coenr angoissé... ."
En M. die als versuft-en met angstig be
klemd hart op het plein was achtergebleven."
Wat doet dat als" er in ?
Op blz. 79 onderaan staxt menigte" in
plaats van meening" (opïnion).
Waarom laat schrijver in den dialoog de
menïchen het stijve, zoowat nooit gehoorde
doch" gebruiken ?
Hoofdstuk l van 't tweede boek.
Mare comprit parfaitement, car c'étalt la
Ie sentiment génpral qu'il sentait naitrc
autour de lui, depuis son arrivée. .. ."
Mare begreep zeer goed, dat dit 't alge
meen gevoelen was, dat sinds zijn komst
rondom hem opkwam.. .." Hier is de ver
taling bepaald slordig.
toute une tactique de toleranee oppor
tune" wordt vertaald door een talttiek van
geschikte verdraagzaamheid"; zou ik mogen
voorslaan; een vaste taktiok van
weiaangebrachte (naar de omstandigheden zich
richtende) verdraagzaamheid" ?
Ie grand crucifix, que Méchain, par
lassitude, avait laissépendre derriére lui...."
het groote kruisbeeld, dit M. uit toege
vendheid achter zich had laten ophangen," in
plaats van had laten hangen".
Waarom wordt Sainte Geneviève" vertaald
als de II. Genenova" of is 't een druklont?
Hoofdstuk III van 't vierde boek.
Maintenant la fuule tait retoinbée a son
silenre de mort, sous l'angoisse ati'reuse qui
*Mitimniuttti.miitiMiiriumiHiiiimMiiimiiiiMHimi!iiiiniituimHtiiiui>
niet al te prettig aan toe waren, dan werd
zij boos:
Och wat, dat hebben zij /ich immers zelf
op den hals gehaald ! En ik zeg, dat het
schande is, een oud niensch zoo midden in
den nacht lastig te vallen."
Dan klopte Wiene Lehstermann k il meerend
op den ouden, al eenigsxins gebogen rug,
wikkelde den gro-jten wollen doek tweemaal
om haar heen, drong haar nog een kopje
warme koffie op, hing haar de tasch aan den
arm en duwde haar huif de deur uit:
Komaan, Lorenzen. vooruit nu maar,
dat arme schepsel ligt immers met smart op j
je te wachten."
Fn moeder Lorenzen vertrok al mopperend:
Jij hebt makkelijk praten, Lehstermann. ,!ij j
zit lekker warm in huis en zit op je gemak
te naaien. En als een mcnsch dan bedenkt,
dat voor zoo'n wurm dat vandaag op do
wereld komt een heir.d uit jou kast misschien
beter zou zijn dun het heele leven, dun zou
i je er toe komen, te wenschen". . .
Alles op zijn t'jd, alles op zijn tijd ! Loren
zen, vandaag het eene en morgen liet
andere. En of daar nu een dag tusschen ligt
of zeventig jaren, dut komt per slot toch
op hetzelfde neer."
En dun had Wiene Lehstermann moeder
Lorenzen eindelijk de deur uitgeduwd en
sloot die zorgvuldig weer toe, want Wiene
Lehstermann had in de onderste lade van
haar commode een zware kous liggen en zij
was een beetje bang voor landloopers en voor
dat brutale zigennervolk.
Overigens beviel het leven haar best. Als
zij zat te naaien en onderwijl erover peinsde,
voor wien het hemd, dat onder haar vlijtige
vingers ontstond, wel zou zijn, dan had zij ]
allerlei onderhoudende gedachten. Want dood j
en .sterven boezem len \Viene Lehstermann
geen schrik meer in. Lieve hemel, als
iemand veertig jaren lang dood-hemden naait,
dan komt hij zoo langzamerhand wel tot de j
slotsom, dat het het beste is, zijn plicht te
doen, zoolang men kun, en verder rustig af \
to wachten, w<it er komen zal, als men zijn j
laatste hemd aan krijgt en in zijn laatste
woning wordt gelegd.
Wiene Lehstermann knikte met het hoofd j
en naaide. Ju, ja! Alles opzijn tijd!" Dat
treignait toutes les poitrines plus rudement,
a mesure que l'ignoble aveu se déroulait."
Het was nu weer stil geworden onder de
menigte, een afschuwelijke beklemming be
nauwde aller borst te meer, naarmate de
bekentenis verder vorderde."
Dit is een gedeelte uit de bekentenis- van
Gorgias, tegen 't eind van het boek, en deze
episode, met haar epische verschrikking, is
overigens meestal zeer goed dóór den heer
Wink vertaald.
Ik heb bij enkele pasa iges stilgestaan, niet
omdat er in alle zulke grove fouten zijn,
(evenmin kan ik er voor instaan dat de niet
vergeleken gedeelten geheel feilloos zijn)
maar omdat het van belang is te laten zien
hoe iemand werkt en wat hij zich bij zijn
vertaling van een vreemden schrijver voor
stelt. Als slotsom meen ik te mogen verklaren
dat de heer Wink over 't geheel genomen
voor zijn taak berekend is geweest en dut
hij in de vertaling van Zola's werk is geslaagd.
Den Haag, 11 April l'J04.
KI>WAU» B. KOSTER.
Het M m Ceo alcotiol.
Het iioek van den alcohol. Naar de laatste
gegevens bewerkt en met talrijke illu
straties, grafische voorstellingen en
tabellen toegelicht door A. Dox en
TH. W. VAX DER WOUDE. Met een
voorwoord van prof. dr. S. TALJIA,
hoogleeraar te Utrecht. Amsterdam,
S. L. van Looy, 1904.
De beweging voor geheel-onthouding van
alcoholische dranken is in de laatste jaren
in ons land zeer toegenomen. Tal van ge
schriften op dat gebied zijn verschenen, het
aantal anti-alcoholbladen bedraagt niet min
der dan elf, benevens een tijdschrift. Lectuur
dus genoeg voor wie belangstelt in het
alcohol-vraagstuk.
AVie het echter in zijne verschillende
onderdeelen wenschte te bestudeeren, moest daar
voor tot nog toe ook verschillende geschriften
raadplegen. l)e heeren Don en v. d. W oude
hebben het ons nu gemakkelijker gemaakt.
lltl boek van den alcohol maakt de lectuur
van een massa andere kleinere geschriften
overbodig. Wie het, niet te vluchtig, door
leest, heeft eeii vrij volledig overzicht van
de alcohol-kwestie verkregen, gezien van uit
het standpunt van den gewonen
draukbestrijder. Hij weet hoe de alcoholische dranken
bereid worden, welken invloed ze op lichaam
en op geest uitoefenen, welke gevolgen ze
hebben voor gezin en maatschappij; hij heeft
kennis verkregen van uitbreiding, omvang,
oor/aken en bestrijding van het alcoholisme
en van wat de school in deze kan doen.
Ik ben geheel-onthouder, sedert jaren.
Rustig kan ik het boek van den alcohol
doorlezen. Een matige gebruiker zal zich bij
de lectuur zeker niet altijd zeer behaaglijk
gevoelen. Een dronkaard ... ik geloof niet,
dat hij het boek ten einde durft doorlezen.
De vraag is ook of een werk als dit wel voor
hem geschikt is. Den ganschen nadruk toch
leggen de schrijvers op de verschrikkelijke
gevolgen, die het alcoholisme na zich sleept.
In het hoofdstuk Jnrloed ran den alcohol
op liet licluiam zijn ze in hun volle kracht.
Aangetoond wordt de nadeelige invloed van
den alcohol op de spijsvertering en 'op de
spijsverteringsorganen, op de ademhaling en
hare organen, op bloed en bloedsomloop, op
het zenuwstelsel, op. gezondheid en levens
duur in het algemeen.
Ken dronkaard zal, dunkt me, een paar
bladzijden lezen en dun het boek ter zijde
leggen. Misschien dat hij dun een tijdje het
drinken staakt. Duurzame genezing is, naar
mijne meening, beter te krijgen waar de
patiënt volkomen uit zijn drinkersmilieu
wordt verwijderd en geruimen tijd in een
sfeer van geheel-onthouding leeft, zooals in
sanatoria (Llooghullen) of wanneer hij wordt
aangegrepen door een ideaal, voor zoover hij
daarvoor nog vatbaar is, waarvoor hij wil
strijden en dat zich slecht verdraagt met
alcoholisme : godsdienst on socialisme.
J/et hoek run <1<:n alcohol lijkt me vooral
lectuur voor matige gebruikers en voor ge
heel-onthouders, die in hun strijd tegen den
alcohol met de feiten en statistieken hunne
tegenstander^ trachten te overtuigen. Verder
is het een bijna onmisbaar boek voor alle
ontwikkelde menschen, die op de hoogte
was haar lijfspreuk. Op zijn tijd leven, goed
leven, en op zijn tijd sterven, goed sterven !
liet was werkelijk belachelijk te zien, hoe
bang sommige menschon waren voor den
dood, hoe ze on/.cn lieven Heer in de kerk
met dringende gebeden bestormden en hoe
zij al biddende en /- cli bang makende er niet
toe kwamen, te leven en te genieten. Kerst
voeren /.e liet een of ander uit,'dut niet in
den haak is. en tlan krijgen zij achterna <k'n
angst (e pakken en willen zich heilig bidden.
Ja. ja, dat gaat /oo gemakkelijk niet! Alles
op zijn tijd ! Met bidden alleen kom je er
niet. bij langt' na niet !
Wiem' Lelist.eriu.inn knikte peinzend en
hield het hemd, waaraan zij bezig was,
onderzoekend omhoog, /ij had onlangs huur
voorraad eens nagekeken en had gemerkt,
dat zij niet genoeg groote niunshemdi'n meer
had. Kn duarvan zon zij er wel gauw een
noodig hebben. Viirzcn/. ()hlcr lag op sterven,
al lang. Hij werd gepijnigd door liet water
en dut maakte hem liet sterven moeilijk,
zeker omdat hij het gedurende /.ijn leven
nooit niet het water had kunnen vinden,
maar des te, beter melden brandewijn. Maar
lang zou hij het niet meer maken. Wiene
Lfhsterinaim hield twee stukken kunt voor
de halskraag onderzoekend in de hand.
Zou /.ij de mooie nemen'.' Die kostte per
el vier Groxc.hen meer dan de andere. Neen,
zij zou maar liever de goedkoope n.t'iuen.
Het was immers algemeen bekend, hoe de
O Uiers waren Die waren /,<>o gierig dat '/,ij
eikuur het licht in de, oogen niet gunden, en
als de oude man stierf en zij de erfenis ver
deelden, dun zouden zij elkaar allemaal in
't haar zitten, en eiken (inifclu-ii, dien /.ij
zonder nood/aak uitgaven, zou hun te veel
zijn. En het was immers onnoodig, dure
kunt te naaien aan een doodshemd, dat
niemand /ag, dat geld /.ouden zij liever j
gebruiken voor dt: krip;>en banden en de
zakdoeken voor de dragers. Ja, ja,
alles op zijn tijd! Wiene Lehsfermunn kende
huur volkje en daarom nam zij de jiücdkoope
kunt.
/ij knikte steeds met het hoofd en lachte
voor zich heen. Als de rijke boer Ohler
stierf, dan kon or niets anders van hem
«'orden gezegd, dun dut hij bevrijd was van
wenschen te blijven van de vraagstukken
van dezen tijd,
Ik verwacht dat het boek van de bekende
drankbestrijders veel goeds zal doen.
Nog enkele opmerkingen.
Het komt me voor, dat de auteurs van
het alcoholboek het dran k vraagstuk to een
zijdig behandelen. Het schijnt wel, dat ze zóó
opgaan in don strijd tegen den drunkduivel",
1) dat ze geen oog hebben voor andere
kwesties. Van den invloed van den gods
dienst, die zoo gunstig kan werken op het
terrein der drankbestrijding, wordt slechts
terloops gewag gemaakt. Óver het vegeta
risme in verband met het besproken onder
werp vernemen we niets, en over het socia
lisme zoo goed als niets. Dit is bepaald een
leemte in het boek.
Wat aangaat den invloed van den gods
dienst herinner ik me een typisch staaltje,
waaruit die invloed blijkt. In inijn geboorte
plaats Veendam wandelde ik «p een avond
langs een vaart. Daar hoorde ik een schipper
vragen aan den jager, wiens paard dien dag
het schip had getrokken en die nu huis
waarts dacht te gaan, of hij een borrel wilde
hebben." Neen", antwoordde de man, ik
drink niet, ik ben van Petegemsch." Hij
bedoelde daarmede, dat hij behoorde tot de
volgelingen van den heer Petegem, voor
ganger van de vrij-evangelische gemeente te
V., die niet alleen trachtte de menschen te
bekeeren tot zijne opvatting van het Chris
tendom, maar ook tot niet-drinkers.
De gunstige invloed van het socialisme ten
opzichte van het drankgebruik valt evenmin
te ontkennen. Het is heden l Mei. In tal van
plaatsen worden meetings en vergaderingen
gehouden. En ik ben er volkomen gerust op:
nergens zal de Mei beweging verloopen in een
dronkemanspartij. In socialistische kringen
is een bekend gezegde: denkende arbeiders
drinken niet" en er wordt naar geleefd ook.
Het vegetarisme. Ad. Jnst zegt iu zijn boek:
Kehrt zur Katur zurück! (pag. 190?CJ1): Das
hitzige Fleisch mit all dein Salz uud den
vielen Gewnrzen, die zur/ubereitung
desselben nötig sind, weckt immer das Verlangen
uach scharfen Ofetranken, nach Alkohol. Ks
werden also durch das Fleischessen dem
Alkohol, jenern unheiinlicheu Dümon unter
den Menschen, Tliiir nnd Thor geötfnet.
Das Fleisch hut einen unsaubern, biïsen
Bruder, den es mitbringt. Das
Gesundheitssehadliche und Gt-fahrliehe des Alkohols
auch im geringsten Quantum alier kan wohl
keiner verkennen."
Niet alleen vegetarisme in engeren zin,
maar ook, en vooral, de geheele natuurlijke
leefwijze is volkomen in strijd met het
alkoholgebruik.
Waar godsdienst, socialisme en natuurlijke
leefwijze zulke krachtige bondgenooten kun
nen zijn in den strijd tegen den alkohol, had,
dunkt me, liet boek van den alkohol er niet
over mogen zwijgen.
Als onderwijzer kan ik het niet nalaten
ook iets te zeggen over de school in den
strijd tegen het alcoholisme (pag. 207 en
volgg. van het besproken boek). Met de
schrijvers ben ik het eens, dat de onderwijzer,
die in de school tegen het alcoholisme wil
strijden, geheel-onthouder moet zijn. Half
heid is als overal ook hier uit den tooze.
Om de alkohol-kwestie bij alle leervakken
ter sprake te brengen (pag, '289 en volgg.)
lijkt me minder goed. /oo af en toe, als
het pas geeft, er eens een hartig woordje
over zeggen, zeer wel, maar om er aldoor
weer op te hameren ... men kan ook van
het goede te veel krijgen. Ik vrees zelfs, dat
het wel eens een tegenovergestelde uitwerking
kon hebben.
Uit inijn raam zie ik de schoonheid van
de, jonge, bloeiende lente, de zachte Mei lucht
dringt mijn kamer binnen, teere
vogelstemnietjes hoor ik zingen ... ik kun rne nu moei
lijk menschen denken, die hun lichaam willen j
vergiftigen met alcohol, dat walgelijke vocht.
F/n toch ze zijn er, bij duizenden en duizen
den, /e kunnen de mooiheid van de lente
niet voelen als ik.
Sympathie gevoel ik niet hen, die trachten
ook die anderen, die ongelukkigen, te ver
lossen uit hun drinkersellende, sympathie dus
L) Di'unkdnivel. Dit woord treft men vaak
aan in drankbestrijdersgefchriftón. liet wordt j
tijd dat dit leelijke woord in onbruik geraakt,
niet koning alcohol" en dergelijke.
den last des levens; geluk en vreugde had
hij nooit gekend. Als jonge man was hij
getrouwd met de boerin, die veel ouder was
dan hij, en bovendien mager en leelijk, gierig
en juloersch. Alleen om liet geld had hij het
gedaan, nergens anders om. Kn zijn leven
lang had hij moeten zwoegen on slooven en
zich door zijn vrouw laten voorhouden, dut
hij eigenlijk niets dan een arme .slokker was
en toen was Inj langzamerhand aan den drank
geraakt, en nu lag hij daar, en Wiene Lehster
mann wist, dat zij goedkoope kunt aan zijn
doodshemd moest naaien, ter wille van zijn
erfgenamen.
Wiene ging naar haar commode en trok
een van de laden open. Daar lag keurig met
blauw lint vasigebondon. gewikkeld in wit
neteldoek. een mooi, lijn doodshemd.
Een dikke niche van lijue kunt omsloot
den buis en lief) langs de, voorzijde naar
beneden, en blauwe strikken van zwaar zijden
lint waren hier en daar lussehcn de kunt
genaaid. Ju een doos daarnaast lag een krans
met bloemen van witte was en een paar
witte handschoenen. En lijne witte kousen
on lijne zwarte, jv.intollels. Kn daarnaast la'i
een lange guirlande van wit lint en sierlijke
groene bladeren, een groote graf krans, zes
van de alleriijnste zakdoeken voor de dragers
van de kist, eu <x>n rondom met kant
gegurneerd voor bet meisje, dat de. k uirs zou
dragen. Dat wis Wiene Lehsterinann's
doodspïonk, dien /ij op /oiid:i,auiiddagen bad
geifeaid. met een blij, tevreden hart.
JMI terwijl de erfgenamen van boer Ohler
zouden twisten over bun aandeel, zouden de
erfgenamen van Wione Lehsterniunn zich
verheugen.
Daar was in de eerste plaats moeder Lo
renzen, die kreeg Wiene's aandeed in het
huisje en a'l baar meubels en b jvendien nog
vijftig daalders.
'En dan waren er de oude mannen en vrou
wen uit het armenhuis. Wiene Lehstermann
wist, d.it zij baar geld zóó bad vermaakt, dat
het den erfgenamen blijdschap KOU by/.orgeu.
De gemeente kreeg namelijk alles. Maar uit
de rente zouden de oude vrouwtjes eiken
/omlag een lood kollie een zoetigheidje krij
gen, en de oude mannen een pakje tabak. Kn
's middags een stukje vleesuh en op alle
ook met de auteurs van Het boek van den
Alcolu)l. Ik wensch hun succes m et deien arbeid.
H a vel te, l Mei '04. B, BYMHOLT.
?nirttiiimiMiimmmmmmiiiuMimtinniMimiiliiifiitiriihiilMiiiiiiM
TRADE
MARK
RTEll'S OOOIAC.
Dit beroemde merfc Is verkrf f ?
bftar bij alle Wtfnhaadeiaani «a
bij de vertegenwoordig®?*
KOOPMANS A BttllljVim*
Wjjnhandelaars te Amsterdam.
VAN
Dr. JAEGER'S ORI&
K. F. DBUSCBLB-BBKNtt,
Amsterdam, Ralventr. JSf,
Eenig specialiteit ia dM»
artikelen in geheel NedttL
meel. Bovenal een
<énig middel tegen
Darmcatarrh, Diarrhee,
Braakloop, enz.
De PHOMOL4
het BESTE pianospeelapparaat.
Oaxe gehoorzalen zijn gevestigd:
Amsterdam, Kalverstraat 5ti, Pianohandel,
L. W. WIEGANT; Den Haag, Passage 14 20,
Maatschappij Phonola; Rotterdam, Cooïsingel 5,
Pianohandel; ALKX. BUNK.
DagoiykH Malluée, Toegang VRIJ.
MfflMmiüPliOBOla, W, BAESSEMS,
Passage 14, den Haag.
Agentschap Piano's:
SClHËDMAIJER_en FEURICII.
IIJWIELËiV
2 jaar garantie.
A. DRUKKER & Co., Amsterdam,
O. 7.. Voorburgwal 242 en 248 bjd Dumstraat.
Prijscouranten gratis en franco.
CHOCOL ^T-VEEN
ARTISTIpr
LE PLUS DELICIEUX
CHOCOLAT POÜR CRO^ÜER.
heilige dagen een ileschjc wijn, en op den
dag van Wiene Lehsterinann's begrafenis een
feestmaal van kalfsvleesch en zoete rijstebrij.
En dan waren er nog de zeven honderd
daalders, die zij eens had geërfd, Van de
rente daarvan moesten elk jaar twee arme
kinderen die hun communie deden, nieuwe
kleeren krijgen, en er mocht geen onderscheid
zijn tusschen hen en de andere kind.'ren van
de rijke boeren.
Niemand Wist iets van Wiene
Lohstermunn's testament, behalve de notaris in de
stad, die alles, voor huur had opgeschreven,
zoodat alles duidelijk en goed in den vorm
zon zijn. Kn die mocht liet aan niemand ver
tellen, die moest zwijgen, zoo goed uU de
pastoor in den biechtstoel.
/oo was Wiene Lehstermann tot sterven
bereid. Maar, alles op zijn tijd .'" Voorloopig
leefde zij nog, en zij genoot van het leven.
lui er was nog veel voor haar te doen op
de wereld.
j Wiene Lelistermann wist veel, wat anderen
] niet wisten. 1,'it eigen waarneming en door
moeder Lorenzen. De t .vee oude vrouwtjes,
! die door den pastoor schertsend, begin' en
; einde" werden genoemd, kregen van alles te
/ien, dat nooit door een ander werd gezien.
En vreemd ! Terwijl het begin", moeder
Loreiv/.en, min of meer knorrig en wantrou
wend van aard was, had Wiene altijd een
open oog voor de goede, zijde der dingen en
wist zelfs, aan het allerslechtste nog een
lichtpuntje te ontdekken. Kn als moeder
Loronzen er o /er mopperde, dut bij den armen
daglooner nu al het achtste kind geboren
was, terwijl hij toch al de grootste moeite
had de /.even andere mondjes open te hou
den, dacht Wiene Lehstermann, dat kinderen
een zegen des Heeren zijn, en als het begin"
er over bromde, dat bij een jong ejhtpuar
het doopfeest wel wat Al te. gauw op de brui
loft volgden, dan wus AViene Lehstermuim's
lijfspreuk alles op zijn tijd !" wel niet vol
komen toepasselijk, maai- dan had zij dadelijk
een ander gexegde bij do luuid; Ja, ju, de
; liefde is een groote macht !''
( Wordt vervolgd).