De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 29 mei pagina 10

29 mei 1904 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAM MEE WEEKBLAD VOOR NEDERLAND, No. 1405 De mynbouw-maatschappijen wekken ge?woonlijk niet veel attentie. Sinds evenwel de Redjang Lebong de aandeelhouders met 20 pCt. difridehd verraste is de aandacht voor deze groep wat versterkt en in hooge mate voor genoemde maatschappij opgewekt. Men vraagt me ietwat uitvoerige mededeelingen. De resultaten van de studie van een zevental jaarverslagen, zoo kort mogelijk saamgevat, leidt tot de volgende mededeelingeu. De concessie tot mijnontginning van het terrein te Lebong Donok wer J haar in 1899 voor den tijd van 75 jaar verleend. Zij verving in dat jaar de twee jaren vroeger opgerichte: Goudexploratie-mpij Redjang Lebong. Aan de houders vau de 1200 aandeelen van f 100.?in deze exploratie-mpij werden 12000 aandeelen in de nieuwe mijnbouw-mpij uitgereikt; de andere ? 600.00.0. vonden gereede plaatsing. In vergelijking met de resultaten der goudproductie in Transvaal, levert de mijn te Lebong Donok goede productie. Zonder voorbereiding kan het erts, zegt de directie, door het geheel blootliggen van de rif, dagelijks met diverse honderd tons worden gewonnen en niet tram wagens naar de nabijgelegen stampmolens wor den gebracht. Dit exceptioneel gunstig rif voor komen en de omstandigheid dat water als drijf kracht voor de machinerieën wordt gebezigd, zijn goede factoren voor goedkoopeexploitatie. De wegaanleg vorderde echter langeren tijd en daarmede meerdere uitgaven dan aan vankelijk werd vermoed. De directie stelde daarom in het verslag van het jaar 1898 een hypothecaire leening voor van ? 500.000. De maatschappij had in 1899 succes met deze uitgifte in stukken van ? 100.?tegen 1% pCt. p.a. met een aandeel in de winst van 20 pCt. Het bestuur deed, als blijk van mede werking tot het welslagen dezer leening, af stand van de geheele tantiöme over 1900 en de helft over 1901. Zij verzekerde dat de Redjang Lebong, ten opzichte van de hoofd factoren voor het welslagen der mijn, in gunstige omstandigheden verkeerde. Zij aar zelde dan ook niet als hare overtuiging uit te. spreken dat in 1900 met winstuitkeeringen zou kunnen worden begonnen. Die ver wachting is niet verwezenlijkt. Gedurende dat boekjaar toch bedroegen de kosten van het bedrijf ruim / 55.000 per maand, terwijl ook het aanschaften van nieuwe machine rieën groote sommen vorderde. Zij deed, nu geen dividend over 1900 kon worden uitge keerd, ook afstand van het tantième over 1901. Zij meende evenwel voor 1901 een matii* dividend te mogen voorspellen. Ook 1901 bleek helaas ongunstig en het bestuur moest vau zijn voornemen om de hypothecaire leening in Januari 1902 af te loss.cn, afzien. Door veelvuldige tegenspoeden, aardbe vingen, groote regenbuien e. a. voldeden de resultaten van dat jaar niet aan de- ver wachtingen. Van dividend was ook toen nog geen sprake. Om dezelfde redenen als in 1901 kon in 1902 no'g niet tot 4e aflossing van de hierboven vermelde" leening, evenmin tot 4iviJenduitkeeriag, worden overgegaan. Ju het verslag óver 1902 is voor het eerst n balans met winst- en verlies-rekening overgelegd. Deze zijn door een leklssinslituutaccountaiit geteekend, wiens rapport aan het verslag is toegevoegd. Belangrijke afschrijvin gen werden gedaan. Maar dat was ook bepaald noodig. De saldo's van verschillende rekenin gen werden tot ? 1.?gereduceerd. Op de machinerieën en gebouwenrekening en op de verschillende onderdeelen werd van 10 tot 33 pCt. afgeschreven. Het jaar 1903 is voor de Redjang Lebong beter geweest dan J 902. Gedurende 1903 werd 34.392 ton vermalen tot een waarde van ? 1.76 millioen, in 1902, 22 450 ton met ? 1.26 rnillioen waarde. Belangrijke afschrijvingen van 10 pCt. en hooger werden ook dit jaar gedaan. Van de netto-winst ad ? 5:50.000 kan aan de aandeelhouders een dividend van 20 pCt. per aandeel worden uitgekeerd. De directie stelde zich voor in Januari 1904 met de aflossing van de obligatieleening te beginnen. Aan houders werd de keus gelaten tusschen terugbetaling of inwisseling tegen aandeelen. Vele hadden in 1903 hun voor nemen tot het laatste reeds kenbaar gemaakt. De opbrengst gaat steeds vooruit. Over Maart 1903 bedroeg de productie 2088 onzen goud en 12.420 onzen zilver ter waarde van ?120.000. De credit-saldos bedroegen /216.000. ^Meerdere productie schijnt nog te mogen worden verwacht, want de exploitatie van het tweede niveau is nog niet behoorlijk IMIIIIIIIUIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIItMIIIIIIfttUI Van ochtend hebben ze mij een tennisjapon gepast, grijs linnen met; witte biesen, onder protest van Ma, voetvrij. Je tennist .toch niet met je beenen, vond Ma. Ze hebben me geprest in de tennisclub van mijnheer Van Heinert van de Kat telaan te komen; Pa had een invitatie gekre gen, heeft relaties met zijn maatschappij La Liberté'', wilde eerst zelf lid worden, en toen Ma hem aan 't verstand gebracht had, dat 't bespottelijk was, wou hij absoluut, om de connecties zei hij, ik lid zou worden. Daarvoor en voor mijn goode spijsvertering, had hij de twintig pop wel over, zei hij. Als ik 's middags door het Vondelpark wandel on ik zie dan meisjes in lichte blouses, >^n voetvrije rokken, zonder handschoenen, zonder parasols, maar de wangen heerlijk bruingebrand met om de oogen en neus , wat lichte zomersproeten, waar onze moeders zoo kinderachtig bang voor zijn, ja, dan voel ik 't diep, \vat zij vóór hebben boven begonnen. Over April was de opbrengst van goud en zilver wat minder. Het credit saldo na aftrek van alle uitgaven over die maand was niettemin ? 236,000. Wellicht zal 't voor de Redjang Lebong zijn van 1903 af begint de victorie". De koersfluctuatie was: in 1900, 305 tot 364, in 1901, 290 tot 415, in 1902, 165?359 en in 1903, 185?259. De geschiedenis van de Red jang-Lebong kan Ook wellicht gegevens ver strekken die de aandeelhouders in de Soemalata de te nemen beslissing kan verge makkelijken. Deze week ging de koers van de Gros Concessie gewone en preferente belangrijk vooruit. De nieuwe uitgifte van de 5 pCt. belasting vrije goudleening van Cuba, waarvoor heden de inschrij ving geop»nd was, heeft te Londen zooveel belangstelling gewekt, dat alleen 5 minuten na de opening, de inschrijving kou worden gesloten. Ook hier was voor dit papier, dat door velen voor speculatieve geld belegging geschikt geoordeeld, wordt nog al wat animo. Morgen is tegen 98 pCt. de inschrijving opengesteld bij de heeren Adolph Bossevain & Co. te Amsterdam, R. Mees & Zn. te Rot terdam en voorts bij Oppen hei m & van Till en Scheurleer & Zonen te 's Gravenhage, op 4 millioen 4 pCt. Obligatiën, ten laste der Haagsche Tramwegmaatschappij. Twee en half millioen is bestemd tot conversie van de 4% pCt. obligatiën die per l Juli aflosbaar zijn gesteld. Het overige bedrag is uitsluitend bestemd voor de aanschaffing van rollend materieel, remisebouw, berg plaatsen, en?, in verband met de uitbreiding en de omzetting, in electrische tractie van de beslaande lijnen, overeenkomstig de nieuwe concessie. Den houders der te converteeren 4% pCt. obligatiën is voorkeursrecht op de nieuwe toegekend. Daarvan zullen, naar ik vermoed, velen gebruik maken al was het voordeeltje van f 10.?daartoe voor hen niet uitgetrokken. Door de electrische trek kracht zufvrij zeker het vervoer belangrijk toenemen. Moeielijk is 't evenwel de uit komsten van de ietwat ingewikkelde over eenkomst tusschen de gemeente en de maat schappij nauwkeurig te berekenen. Niettemin kan, gelet op 't verleden, deze uitgifte wel aanbevelenswaardig worden genoemd. Voor den afloop van de concessie zal de leening, volgens ,de overeenkomst, in elk geval afge lost zijn. Dat is met de aandeelen een ander geval. Ook hierop moet bij de beoordeeling van den koers gelet worden. Is daarom 185 pCt. voor deze stukken niet wat hoog, al wordt wellicht 8 a 9 pCt. dividend uitge keerd? Tot die vraag leidt mijns inziens, om genoemde redenen, de vergelijking van den uitgiftekoers der nieuwe obligatiën met dien der aandeelen. 1ste Jaargang. 29 Mei 1904. Red.: C. H. BROEKKAMP, Damrak 59, Arnst. Verzoeke alle rnededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Probleem No. 7 (Ortigé) is goed opgelost door: K. en N. Bouwes, D. Kikke en F. H. Kernkamp, Edam; AV. Vijn, Hoogwoud; P. Kalbfleisch, W. van Daalen, J. Fortgens en W. E. de Vrieze, Haarlem; J. Blankenaar, Rotterdam; J. Keuken, Nieuwe Niedorp; J. Luteijn, Groede; F. C. Hemmer, Haren bij Groningen; P. C. J. G, en J. G. de Jong, Heilo; G. van Leeuwen, Jb. Meijer, L. en D. Goudsmit, H. A. J. de Grebber, Amsterdam. Dit probleem is zeer goed gecompliceerd, wij ontvingen van vele oplossers een woord van lof voor de fijne combinatie, welke hierin is ontleed. Ook wij brengen gaarne hulde aan den ontwerper van deze samenstelling. Partij No. 7, korte Centrum-opening. Deze partij is gespeeld in de Damclub te Haarlem, tusscheii de heeren W. van Daalen met wit, en W. B. J. Pippijn met zwart, beiden van Haarlem. Wit. Zwart. Wit, Zwart. 1. 33 28 18 23 13. 41 40 6) 20 24? 7) 2. 31 27 12 18? 14. 29: 20 15: 24 3. 36 31? 1) 8 12 2) 15. 34 29 8) 25: 34 4. 31) 3 2 * 16. 29: 20 14: 25 5. 34 30 20 25 17. 39: 30 25: 34 een vroeger meisjesgcslacht: dat de wereld vooruitgaat. Freewheelende meisjes met wapperende rokken en wat losse liaarslierten over do ooren, achter in de nek. gaande naar het tennisveld; lachende gezichten met giftige oogen en plagende lippen: o, ik zou het willen uitgillen van vreugde, er gezond heid, levenslust, zelfvertrouwen met emmers vol over het komende vrouwengeslacht uit gegoten wordt, waar ons geslacht van jonge vrouwen nog bedelen, vechten moest om een enkel druppeltje ervan uit de mannenklauwen, uit de geroeste vrouwen-conventicbegrippen at' te persen. Daar ging weer een vlucht vrije jeugd. O, kinderen, ik wou, dat ik mee kou, mee naar jullie primitieve grasbanon achter liet Molkluiis, 011 dan liet ik voor n dag mijn ernstige vroiiwonplannen stilletjes thuis om nog eens jolig te plagen in den zonneschijn, nog eens ernstig te gelooven aan een heer lijke kalverliefde, nog eens in een stillen avondschenier op liet veld wat na te praten over heel onbeduidende dingen, maar die je meent, zoo natuurlijk en goed en lief als ze lijken. Nog PPIH te genieten van 't streelende gevoel van 't jonge meisje, dat zoo graag, o werkelijk zoo graag wat gefèteerd wordt, zonder not;- te denken aan iets mér dan aan lichte, dan aan vroolijke, gemeende horlijkheicl, dan aan het prettige in een flink, lachend bruin gebrand jongenssnuit! Ik zie ze daar weer voorbijkomen in reformrokken met lage uitgesneden halsjes, met wapperende linten, naar do buitenlucht, naar de zon, die haar zal stoven niet levensblijheid, niet levensenergie, en ik wilde zijn, als die daar. .. . Maar ik ga tennissen om Pa's connecties en mijn spijsvertering "'" _ x Ach nu ja, waarom c'iirenlijk ook niet! Hoe meer jo van jo medoselippselen ziet, hoe beter je je/elf kunt behoeden voor allerlei hebbelijkheden, on hoc boter jo er 6.403473) 1721 18.40:29 23:34 7. 33 29? 15 20 19. (9 44 9) 19 24 8. 38 33 10 15 20. 41 36 10) 10 15 9. 44 39 5 10 21. 44 39! 13 19 10.42 38 12 17? 4) 22. 39: 3(1 18 23 11. 47 42 7 ]2 23. 43 39 8 13 12. 50 44? 5) l 7 24. 46 41? Stand na de 24ste zet van wit. 24. 12 18? 11) 43. 43 38! 18 23g«lw. 25. 48 43 7 12 44. 31 27 22: 31 20. 31 26! 3 8 45. 37:26 8 13 27. 36 31 15 20 46. 41 37 13 18 28. 30 25 9 14ged«r. 47. 37 32 23 29? 29. 39 34 4 10 48. 42 37 18 22 30. 34 30! 10 15 49. 26 2L 16:27 31. 43 39 24 29 50. 32: 21 19 23 32.33:24 20:29 51.3731 61112) 33.39 33 29 34 52.21 17 24 3013) 34.30:39 1520 53.17:10 3034 35. 39 34 20 24 54. 33: 24 34: 45 36.45 40 23 29 55.10 5 45 50 37.34:23 18:29 56.2419 5017 38. 28 23 19: 39 57. 19 14 11 10 39.27 22 17:28 58.31 27 17 41? 40.32:43 1319 59.2721 10:27 41.20:17 11:22 (iO. 38 33 44:10 42.38 33 12 18 61. 5:16 Verloren. 1) Hier had moeten volgen 27?22, 32 :12, enz., om liet Centrum te bemachtigen (zie de ilamspeler" VI bij de tweede zet van wit.) 2) Een zwakke voortzetting en> tevens 5 schijven op de lijn l?45 (zie de damspeler" V bij C); 7?12 was daarentegen een beste voortzetting geweest en bad het centrum voor wit onneembaar gemaakt. 3) 44?39 moest bier gevolgd, zijn om de positie te versterken, en te profiteeren van de foutzet 8?12 van zwart. 4) 21?26 bad een buitengewoon sterke stelling ver-chaft en beide vleugels van wit belet om zich te cntwikkelen. 5) Met 31?20 had wit een krachtige op sluiting gemaakt en zwart zou niet zonder schade losgekomen zijn; b.v. z!7?22, w 26 :17, z 22 : 31, w 37 : 26, z 11 : 22, w 28 : 17, z 12 : 21, w 26 : 17 had een schijf verlies geweest. 6) Nog moest hier 31?26 gevolgd zijn, omdat zwart verzuimde met 21?26 te ant woorder). 7) Jammer dat zwart nog niet profiteert van de sterke zet 21?26. Wij, moeten trouwens ter verontschuldiging aanvoeren, dat hier geen eerste klas spelers werkzaam zijn, anders zon dit verzuim niet te recht vaardigen zijn. 8) AVaarom deze onnoodige afruiling ge schiedt is ons niet duidelijk, tenzij wit den drieslag tot dam, die hierdoor ontstaat, nu reeds bemerkte; maar aangezien deze dam niet genomen wordt, blijft ons de'.e operatie een raadsel. 9) 28?22, 38?33, 32 : 5, 37 : 28, enz. had geen direkt voordeel, doch een flinke ver zwakking van den langen vleugel van zwart voortgebracht. 10) 44?39 moest nu gespeeld zijn om de schijf terug te winnen. 11) Ken groote fout. Na de onbedachte zet van wit 4G?41 bad onmiddellijk moeten volgen : z 24?29, w 3:5 : 24, z 13 18, w 24 : 22, z 3?8, w 28 : 19, z 17 : 28, w 32 : 23. z 21 : 25 !, verder 4?10 en 9?13. waardoor bij goed spel de windstelling was verkregen. 12) 23?28 is oogenschijulij-k beter, maar bij goed spel zou zwart de partij achter elkan der geforceerd verliezen door het volgende: z 23?28, w 40?34 !, z 28 : 30, w 25 : 23, z 14?20 (de beste), w 21?16, z 20?25 (gedw.), w 38?33, z 25?30, w 23?19, z 24 : 13, w 35 : 24, z 13?J 8 (gedw.), w 24?19! wint. 13) 23?28, 28:39 was ook verloren door: w 17 : 6, 40?34 en 35 : 3:5 of 25 : 23 !. in slaagt de menschon op hun waarde te i schatten. lïen sportveld is een heerlijke gelegen heid om je modomonschon to loeren chissih'ceeren. 'riiérèsc beweert op 't gezicht af, direct te kunnen zeggen aan weikeu tak van sport eon niensch zijn ziel on zaligheid hooft verpand. Paardon-mensclien, zogt zo, hebben oen breed blauw en wit gestreept vest aan; loopen met holbolle beenen en ruiken naar leer. Dames in dozo branche, hebben altijd corsetten aan on laten haar parasol bengelen als oen karwats; hebbon nijging de sloop van haar japon veel hooger te troussoeren dan noodig is. Voetballende jongelui schoppen elk los voorwerp op straat eon eind voort in d ion eigenaardig? huppelganir, dien zo drijven'' noemen. I lockox-spelende meisjes zitten elk oogeublik aan d'r haar to tasten of 't soms los zit. Omgekeerd plukken fietsende vrouwen geregeld aan hun rok, glad naar boneden duwende wat haar opgosjord lijkt te zitten, /wem-monschon loopen dikwijls aapachtig mot hun handen en onderarmen te balanceeren. Tennissende mensc.hen zijn moeilijker te onderkennen. Mannelijke, exemplaren staan voel hun broekraud op te sjorren: vrouwe lijke voelen telkens of haar kouseband nog vast zit. Maar er zijn veel variaties in dit genre. Oven1 liet algemeen durven meisjes, dio pas beginnen te tennissen, haar armen niet te bowfgen, tilsof zo bang waren haar armen te /uilen uitseheuren; lachen altijd vree se lijk lief, als zo POTI bal missen. Als jo dan ook oen bal o,p jo ut' /iet komen, is 't net alsof oen eng dier, pon kikknrt of zoo, teu'on jo opspringt. Hen moisjp maakt dan oon al! woii'iide boweging van griozeligvindon; zon liefst haar rokken bij elkaar urijpon, not als wanneer pon muis in do kamer is ont dekt, maar kan dat niet omdat zo het rackot [ in haar han-d heeft. Daarom prikt zo maar gewoonlijk luk raak naar don bal en niNt. . ^.Tv1"1'- ;?'.- AT ee 51 ff'ef goede voorbeeld, 51 eersf hef opschrift c/er ffecan. w// ik fTjünefl mono t/foorten, t _ 'f // _.' _ _ _/' . / . f. '_/-,. , Oc/o/"t/HS moei f e ofncpzonbtn. Voor de \m\ en itt leien, M. de Redacteur! Voor eenige weken bezocht ik in het RijksMnsenm' te Amsterdam de afdeeling der af gietsels en modellen, en vond daar, het was Zaterdagmiddag, (al van jongens, van om streeks 11-jarigen leeftijd, aan het schetsen van verschillende beelden. Zij zaten op trap pen, kistjes, doozeu, of lagen op den grond, en lieten zich door niets van bun ijverige studie afleiden, behalve wanneer men ben onderhield over hun werk en hun een op merking maakte of moed insprak. Dan waren ze verrukt en tintelde hun oog en werden zij spraakzaam. AVij waren getroffen door de beleefdheid en goede manieren dier jongens, maar bovenal door hunnen ijver en goeden wil, waarmede zij hun vrijen middag besteedden, om zicii te oefenen in zulk ec.ne nuttige liefheb berij", maar ook trof het ons, dat hun zoo geheel ontbrak eenige leiding, waaraan zij zoo groote behoefte hebben en waardoor hun streven meer kan worden dan liefheb beren, want er waren er bij van werkelijk meer dan gewonen aanleg. Nu zullen die zeer enkele, zeer bevoorrechten, na veel strijd, opoffering en ellende, ?misfchieii toch hunnen wei; wol vinden, want een genie ga-at niet ton onder togen zijnen wil. maar allen die daar zoo zaten, zouden met eenige leiding, steun, voorlichting en voorspraak een goeden wou kunnen vinden in het leven, en de kunst dienen op hunne wijze, immers niet ieder is bestemd tot scheppen, doch Daarop, mot don vrooselijk Hoven glimlach om de lippen, monstert ze onderzoekend haar racket, want oen tennisbal te missen wokt de illusie, dat pr pon trat in de snaren is. Xegen van de tien gevallen_sta je dan in tweestrijd om te jokken, dat de bal out" was en in tien vau do tien gevallen hoop ! jo, dat do volronde bal toüon het tonnisnet : zal blijven hangen. | Moot ze zohp opgooien, dan blijkt ter stond allo ongovremlhoid in het nomen van initiatief on tusschen elke twee opgegooide ballen strijkt zo eerst d'r haar glad, dikwijls zelfs mot 't raekot tusschen de knieën ge klemd of losjes togen haar rok ge/et, zoodut 't racket natuurlijk omvalt eu dan door oon partner of aanbidder moot worden opgeraapt. Hierop volgt gewoonlijk weer do vreeseli.jk lieve glimlach on pen bal iu hot not. Hoe de sensaties van pon pasbeginncnd tennisser zijn. weet ik natuurlijk niet zoo precies. Hét lijkt me, zo oven onnoozel l glimlachen als wij, wanneer zo oen bal ge mist hebben. Maar zo vloeken daarbij binnensmonds on zijn ambitieuzer. Daar- i door loeren /o 't gauwer on bereken beter dan wij. Hou man i* voel borokenondor. * * i Y.tt je op hot toniiisveld toe to kijken naar j do spelendon,dan kan je. als je alleen zit, hoerlijk zitten te koesteren on soosen in dozon:jo j voelt jo huid prikken, je oogon vallen toe on allo geluiden komen gedempt naar je j toe iu trillende hitte. Dan kan jo in jozolvo lachen on goklioid maken om dat dollo doelloo/.e ptintomiiiP-L'ptpriug van do hoeren on dat ouiioozele pretentipuso van je eiu'Pii sexe. Dan donk jo wol oen-;: monschenkind. wat bon je eigenlijk begonnen! Wat bon je eigenlijk toch mal! Daar zit jo nu in een Tuio' stoel te blakeren op eon hard grauw veld, opgesloten als een tam wild dier, terwijl 't buiten zoo mooi on groen is, om te jubelen zou mooi. Je kon nu iu 't duin in diezelfde warme zon limi'en luis teren naai' de zoo inplaat-* van naar hot tevens een menschwaardig bestaan, want aanleg en ijver zijn aanwezig, maar misschien niet in voUloedde mate om ze voor onder"gang te behoeden, zonder steun. Nu kwam liet in mij op, hoe ge-makkelijk men de jongens eenige leiding zou kunnen verschaffen, en zoo noodig later steun en voorspraak bij hun eerste schreden op de loopbaan van ambacht of kunst, en hoe men tevens tal van doelloozebestanen zou kunnen verheffen, eenigszins althans, door liet besef van nuttig te zijn, waarnaar Koovelen, jonge meisjes vooral, zeggen vruchteloos te ver langen. Wanneer een aantal hunner, vol doende ervaren in het teekenen, zich vercenigden, om bij beurten op die middag! n dio jongens terecht te wijzen en voort te helpen, eerst daar, maar later ook bij hun verder streven, welk een onberekenbaar ge not voor haar zelven en nut voor die jon gens zouden zij daardoor stichten en met welk een geringe opoffering! Het kwam mij voor, M. de redacteur! dat dit denkbeeld wel voor uitvoering vatbaar zou zijn en misschien wel hier of d;iar in goede aarde kan vallen en ontkiemen, indien liet meerdere bekendheid kreeg; want wie gaat er nu die trappen af in het Rijks-Museum, anders dan met een bepaald dool, dan alleen deze of gene buitenman ! Wil het daarom, door middel van uw veel gelezen blad uitzaaien; wellicht helpen de andere Amsterdamsche bladen daar ook wat aan mede, waarvoor bij voorbaat mijnen dank. A. C. v. D. Be n nek om, 27 April 1904. gesehuivel van gummischoenen, ballengetik en Kngelsche schorre tennisstemmen! Of als je zoo gek bent, om op 't veld oon flirt to zijn begonnen, dan zie je, hoe jo vrind zich afslooft om den laatston slag to lipbben, puffend en vrpeselijk slim ondanks do hitte; en dan denk je onwillekeurig aan pon kibbelpartij tusschen man en vrouw. waar ieder 't laatste woord hebben wil. l1!n hoe handiger de mannen in dit ripostooron zijn, hoe minder ze voor hot huwelijk deugen. Gewoonlijk zit je it/ft alleen. Dan moet je onmenscliplijke moeite doen, den dran van hot iresprpk niet te laten glippen, want er is niets, door de eentooniglieid afleidonder, boeiender dan liet eeuwig heen en weer vliegen van oon witten bal tou'pn don ach tergrond vau diop blauw van don homol. Jo moot pr naar blijven /.ion, of jo wilt of mot. Kn'gewoonlijk wil jo zelf wol die afleiding, want tennisbaan-discours is ooniac uradon vovvolonder dan do criaiitsto balgpsprekken over kunst en litteratuur, omdat jo uiiilpi' oon elans tenminste jo mond mag lioudon. Hebt u een goode vangst gehad m uwe collecte op Hemelvaartsdag voor Liefdadigheid naar Vermoiron ?" Hebt u ook gemerkt, dat Van Dijk in Loliengrin V laauisch zong'?" Hebt u do aquarellen in Suasso al gezien:-'' Hebt u...", Hebt u...", Hebt u..." Als jo naar huis torii'.:irnat, met je rackot beugelend, dan is 't geoorloofd, dat do hooron mot jo mooloopen, zogt Ma. Dan mag jo zonder handschoenen over straat gaan, zegt Ma. Dan mag je zelfs van jo Ma zonder parasol. Kn dan heb je 't bevredigende uevool, dat Pa's connecties nog niet afgebroken zijn en jo 'pzorgd he!>t voor je spijsverteering. O mijn JÜULJ,], mijn mooie, dwdenrifke

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl