Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAM MEE WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1400
moge komen voor zulke kinderen boven de
14 jaar, wanneer, de ouderlijke zorg en hst
vaderlijk toezicht daor hunne dienstneming
bij de- Nederlandsen* Marine op anderen zijn
overgagaanJ
G. C. STELLINGWERF?JEXTIXK.
10 Mei 1904.
Het kruisbeeld in de
gerechtszalen.
Men kent het rumoer, dat door Frankrijk
is gegaan, toen de regeering de kruisbeelden
en christelijke emblemen heeft jaten weg
nemen uit de zalen der rechtspraak. In
enkele z.g. vooruitstrevende bladen hebben
daarover onwaardige ironische woorden ge
staan, in vele behoudende bladen is breed
sprakig verontwaardiging geuit, en sommige
magistraten hebben geprotesteerd, echter
zonder veel energie, zonder die gloeiende
overtuiging, die zich weet te doen eer
biedigen.
Wat mij nu vooral getroffen heeft, in al
deze beschouwingen vóór en tegen den
ministrieelen maatregel is het standpunt,
waarop allen zonder onderscheid zich
geplaatst hebbeu, als ware het een eer voor
Christus om in do Fransche gerechtszalen
zijn afbeelding te bezitten, als ware het een
smasïd voor hem, die daaruit verwijderd
te zien.
En toch, bij eenig dieper beschouwen lijkt
mij veeleer het tegendeel waar ik spreek
hier niet van de bedoeling der kleinzielige
beeldstormers, maar van het feit zelf en
niets schijnt mij minder zeker dan dat, wan
neer Jesus op dit oogenblik op aarde was
teruggekeerd, hij zou goedkeuren dat zijn
beeltenis op genoemde plaatsen werd gevon
den, lijderdaad, indien de gewoonte ons niet
ongevoelig had gemankt voor zooveel tegen
strijdige, zou het ons lang hebben moeten
verwonderen, dat men het beeld van
Dengene, die gezegd heeft: Oordeelt niet opdat
gij niet geoordeeld wordet," en later nog
eens: Zeventig malen zeventig zult gij ver
geren," bij voorkeur heeft genomen, tot
versterin-r der lokalen, waarin geoordeeld wordt,
wjj weten tach allen, hoe hard dikwijls, hoe
eerrzij'ii'g en liefdeloos.
Wij behoeven ons maar even te herinneren
J«cqtre» Dan val, di« verleden jaar terugkeerde
van zijn bagne, waar hij de mooiste jaren
vaa aijn leven in lijden en bitterheid had
doorgebracht. Dank zij een kloeken veldtocht
ten zijnen bate in de p%rs, had hij eindelijk
herziening van zijn proces verkregen en kon
hij terugkeeren naar zijn vaderland, hersteld
in zijn eer, maar helaas, wie kon zijn gebro
ken krachten herstellen en hem de verloren
twintig jaren van zijn leven teruggeven?
Ook het jaarverslag van La Hgue pour la
défense da drolt de Uliomme et du ei lot/en
spreekt van een vrij groot aantal erreurx
judiciaires, die do liga met goed gevolg
bekampte en overwon. Al deze errenrs"
vriendelijk cuphernisme voor gruwelijk
onreeht voortgekomen uit een zeer geringe
vrees om lichtvaardig een oordeel te vellen,
waardoor in de meeste gevallen een geheel
menselienleven vernietigd wordt, werden uit
gesproken onder het met doornen gekroonde
hoofd van hem, die voor zijn beulen om
vergiffenis bad, en wiens hardste woord is
geweest, toan hij tot oordeelen geroepen
?werd: gaat heen en zondig niet meer."
Kn als we ons herinneren de tragi-comedie
der Humbert-geschiedenis, In plus grande
escroquerie du siè'le, zooals Waldeck Rousseau
die genoemd heeft en welke twintig jaren
lang- de mannen met toga en barret in actie
en spanning heeft gehouden, met ernstige
gezichten om de groene tafels aan den voet
van het krnis, lijkt dat niet even
kluchtspelachtig als de ijverende vroomheid der
groote Thérèse zelf?
Bén enkele is er onder Frankrijks
magistaten in wiens vonnissen men den milden
geest, den geest van erbarmend begrijpen
van de zwakheid en verzoeking der voor
hem aangeklaagden, den geest van goedheid
van den gekrui«igden, terugvindt. Men heeft
reedy begrepen, dat ik den president Magnaud
lie loei, Ie bon juge, zooafs de volksmond
zegt. Zijn vrijspreken van het vrouwtje, dat
half stervend van honger een brood gestolen
had; en vele anderen zijner vonnissen
zonderling, onzinnig, bewonderenswaardig,
naarmate het standpunt, waarop men zich
stelt zijn te bekend, ook in Holland, dan
dat ik er lang bij behoef stil te staan. Maar
Onder zijn collegas hier te limde is hij aller
minst persona graia, en nuen moet het den
gewonen Franscheii rechter minachtend heb
ben hooren zeggen: fumtste, idéalixte?alsof
niet hij, die zich uit liefde gewillig liet na
gelen aan het kiuis, meer dan iemand anders
een idealist is geweest om te beseffen,
hoe zeer de Frausche balie, over het geheel,
verwijderd is van de opvattingen van Magnaud,
en bijgevolg van de erbarmingsvolle toege
vendheid, die Christus eenmaal predikte.
Is het dan niet logisch ofaehoon in ge
heel anderen zin, dan door de ijverige
ikonoklasten bedoeld word, dat niet hingor het kruis
beeld boven de rechterlijke hoofden weent?
En naast zoovele meedoogunlooze oordeel
vellingen, welke in de zalen der gerechtig
heid weerklonken, staan aan den anderen
kant ook weer die zonderling barbaarache
vrijspraken der j'iry waar het geldt een
man, die zijn wettige vrouw heeft gedood.
Nog ligt in veler g«h*Higen het proces
van den graaf De Comulier, welke ja-ren
laag van zijn vrouw gescheiden leefde, zelf
op alle wijzen de huwelijkstrouw hivd ver
broken, maar op een goeden dag hevige
veroiitwaa'rdi^iag voelde opvlammen over de
wijze, waarop hij vermoedt, dat zijn vrouw
zicb. troostte. Hij gaat naar een woning waar
hij gelooft, dat zij een bezoek brengt, niet
in overeenstemming met de rol van treu
rende eenzame, welke hij, voor haar bestemd
heeft, wacht haar af op dun trap en schiet
haar, d bmiH portnnt, dood. De jury sprak
hem vrij. En dit is n geval uit velen en zoo
zeer overeenikoiMtig de heerschende ideeën
iu de rechtszaal, dat onlangs de couranten
hebben verteld van een jongen man, die om
zich straffeloos te kunnen wreken op zijn
verraderlijk vriendinnetje, haar gehuwd had
en toen vermoord. En de jury, getrouw aan
haar barbaarsebe opvatting, waaraan mis
schien ook de geest van den vrouwen
verachtenden Corsicaan niet vree»d is dat de
wettige vrouw toch altijd nog een soorf
lijfeigene is, over wier lichaam in dood en leven
de man te beschikken heeft, sprak ook dezen
echtgenoot vrij.
En het komt mij voor, dat in zulke uren
het beeld aan het kruis zich niet op zijn
plaats moet gevoelen, neerziend op deze
jury's. Niet dat ook Christus in zijn
allesbegrijpende liöfde niet den man zou hebben
vrij gelaten, maar hij zou de schuld dezer
Kaïns niet klein geacht hebben en een laffe
wreede moord niet tot een recht, hebben
willen zien verheven.
Ook hebben de rechtzaken hunne
vaudevilles, en bij die gelegenheden zouden veel
beter de portretten der vrooiijke
oud-testamentische koningen, wier harems rijk be
volkt waren, troonen boven de oolijke
togamannen, dan het bleeke beeld van den.
sublimen lijder. Zoo werd onlangs voor de
rechtbank van Rambouillet de vraag behan
deld of het als laster kan worden beschouwd
wanneer ieman l in het opcnibaar aan een
ander verwijt, dat hij drs muïtresses heeft.
Meester Laureau, optredend voor den
beleedigde, beweerde, dat het een dijramation
was, want," redeneerde hij, indien het ver
onderstellen van une ma?hvsse des noods niet
onteerend is, het veronderstellen van dei
maitresses, in het-meervoud, wier aantal door
dat het onbepaald gelaten is, aanzienlijk
schijnt, doet een losbandig karakter vermoe
den en vormt wel degelijk een belaste-ring,
vooral waar het geldt een gehuwd man en
vader."
Maar de rechters deelden dit gevoelen uiet
en beschouwden deze aantijging uiet al < een
feit, dat afbreuk kon doen aan de eer of
de achtingwaardigheid van hem, wien zij
gold. De beleedigde huisvader ging in appel,
maar de magistraten van het hof van Parijs
bevestigden de uitspraak van de magistraten
van Kambouiüet; ook zij zagen niets
onteerends, zelfs niet in het suggestieve meervoud.
En zoo is het mij voorgekomen, toen ik
iets dieper schouwde dan do oppervlakte en
den geest der gerechtzalen vergeleek met
den geest van den Hefdevolsten en reinsten
meusch, die immer leef-le, dat de heilig
schennis niet nu gepleegd is. uu men zijn
beeltenis heeft verwijderd, non; eens, ik spreek
hier niet van de bedoeling der blind razende
antichristen, doch van het feit zelf, maar al
die jaren lang, toen men, met zijn symbool
voor oogen, zoo geheel in strijd handelde met
zy'n voorbeeld en zijn woord.
C. DE J. VAN B. KN D.
Brief Mt Utrecht,
door JAN VAX 'T STICHT.
Dezer dagen over onze goede en schoone
stad sprekende met een ingezetene, die in
goede positie verkeert een immigrant,
natuurlijk, niet wegens zijn goede positie,
maar- wegens hetgeen hij zich veroorloofde
vau de stad, waar hij die positie veroverd
had, te zeggen, wat ocil inboorling nooit-zon
doen dezer dagen met dieu ingezetene
sprekende verklaarde hij m'j onomwon len
als zijn oordeel dit Utrecht is: groot i u
kleinsteedschheid. Aan de uitdrukking vau
toorn, die zich van mijn gelaat meester maakte,
zag hij wel dat dit oordeel mij griefde, maar
zich daar niet aan storende, ging hij voort
we passeerden juist het V reden burg
een groot boerendorp is het, kijk eens hier,
de beestenmarkt midden in de stad, gevaar
lijk voor je neus en je ieven. Eu zie me
dien schouwburg daar eens aan ; de ingang
lijkt wel het zaadbakje van een vogelkooi
en de kooi zelf ziet er van buiten uit of hij
door een schooljongen uit een oud
sigarenkistje gezaagd is. Een mooi ding voor een
groote stad en voor zoo'n mooi plein. En
die Beurs en die. Fruithal, die zijn mooi,
maar ze kosten een tou of drie en ze wor
den in een heele week maar n dag en
dan nog maar een uur of acht gebruikt."
Ik was blij dat ik van dien pruttelaar af was
en 't was een ware verademing voor metoen
hem op de Kathar nebru de Utrechtsche
Melkinrichting in het oog viel en hij zei:
Kom, laten we een glas melk bij Boers
gaan drinken, dat is ten minste goed." En
vóór we er binnen trud-.m wees ik hem op
het majestueuse gebouw dat de Levensver
zekeringmaatschappij l'trecht daar in de
nabijheid had laten zetten. Maar van die
aanwijzing had ik spijt. Zij bedierf mij het
genot van het heerlijke glas melk, dat weldra
voor ons op een tafeltje stond. \Vat ging
die immigrant te keer! Zie je, daar latei!
jelui je nou door overd.. . . (hij werd zelfs
eenigszins vulgair in zijn uitdrukkingen),
door dien bluf. 't Is niks als ad verteeren en
dat ka« Bosman met veel eenvoudiger hulp
middelen toch nog beter en met meer succes,
want zijn magazijn moest door de politie
beschermd worden te^eu de opdringende
koopers en daar zki je hier toch nog maar nie
mendal van. Confectiemagazijnen en
Leveugverzekeringmaatschappijen (het Maliehuis
en nu Piëtas ook weer) wedijveren mot
elkander om door mooie, schreeuwende
gebou-wen de aandacht te trekken, 'cis of ze
hun klanten toeroepen : Hier moetje wezen !
hier kun je zien waar je centen blijven!
Dat kun je bij een bakker en een kruidenier
niet!"
Ik merkte hem op dat dit nu uiet een
speciaal l'trechtseh verschijnsel was en dit
gaf hij mij gereeilelijk toe. ..Maar weet je
wat dan wel speciaal Utrechtsen is", liet hij
er onmiddellijk op volgen, dat gebouw daar
op den hoek bij de .Vieuwebrii;*"?wijston
den alweer op het Singel waar
hetLeesmuseutn gevestigd is. Dat ding, hoc nuttig
ook, kan hier geen stand houden. In een
academie-stad, met duizenden geleeide, zeer
geleerde en hooggeleerde heeren, telt het
leesmuseum maar driehonderd leden, waar
van echter twee derden er nooit een voet
zetten, zoodat het bestuur ten einde raad de
beneden verdieping van het fraaie gebouw
dat zij voor eenige jaren aankochten, nu als
kantoren aan den Staatsspoorweg verhuurd
hebben".
Maar dat huis dan daarnevens?" waagde
ik schuchter te vragen.
O, <l;<t huis van den heer Van Beuningen ?.'
Ja. da's mooi, prachtig! Maar 't is nog maar
voor de helft klaar en zal wel nooit heel
klaar komen. De rijke ga«fabriekant, die het
indertijd gebouwd heeft, had liet toenmalige
badhuis, thans chemisch laboratorium van
prof. Wefers Bettink, er nog bij willen heb
ben, dan was 't oen mooi geheel gewenst!"
Juist, zei ik, en had het voor niets anders
gcd-mgd dan om als Paleis aan l i. M. de
Koningin ten geschenke te worden aange
boden." Dat was de pruttelaar wel eeuigszins
met mij eens. Wunt al was je de grootste
anti-Malthusiaan, voor de bevolking van dat
huis zou toch moeilijk te zorgen zijn. Kn om het
in drieën "f vieren te verhuren ui hnd iedere
huurder ook een afzonderlijke trap dat
zou toch zonde geweest zijn." Doorloopende.
de stad in, kwamen we voorbij het Gebouw
voor Kunsten en Wetenschappen. De immi
grant wendde zijn hoofd om. Neem me niet
kwalijk, zei hij, daar kijk ik niet naar, want
dan bederf ik mijn heelen dag. Het eenige,
dat in dat gebouw nog aan kunst herinnerde,
de verzameling schilderijen en de
teekenschool van het Museum Kunstliefde, wordt
er nu uit verjaagd om plaats te maken voor
een .... vestiaire. En de schilderijen .... wil
men opbergen in het vroegere Pesthuis, ge
nartind Leetiwenberg. ergens achteraf in het
plantsoen om den hoek van een steeg, en
dat meer geschikt lijkt voor een oud-man
nenhuis dan voor een schilderijenmuseum.
Zoo de kun-it te behandelen, iiüem je dat nu
grootsteedsch of groot-kleinsteedsch?"
Waar ik den moed van daan haalde, weet
ik niet, maar ik gaf hem in overweging om,
als hij dan toch met gewei l smalen wilde,
ons liever te <[italiiieeeren als
klein-grootsU'-edsch; dat was niet auee.ii minder hatelijk,
maar misschien was dat ook eenigszins nader
bij de waarheid. Want we zijn werkelijk uog
niet zoolang bezig ons tot .een groote stad
te ontwikkelen, we zijn nog in onzen groei.
En moet ge uu niet in ons bewonderen, de,
groote KO-rg, die we dragen dut de stad bij
haar grooter worden niet enkel een net vau
straten, met groote steenklouiuen wordt, maar
dat we door den aanleg van parken en plant
soenen ....
Houd toch op van je parken en plant
soenen! Die zijn mooi, dat is bekend, maar dat
heb je alleen te dankeu aan de bekwaamheid
van den teganwoordigeu phiutsoenopzichter.
Want een jaar of wat geleden waren ze leelijk
in verval. Maar wat die man mooi aanlegt,
dat wordt op andere wijze weer bedorven !
'/Aa bijvoorbeeld het Wilhelminapark eens.
Wie er een paar jaar geleden inkwam stond
getroffen door de ruimte, de uitgebreidheid,
waardoor -IUIMI zulke schoone vergezichten
genieten kou. Dat heele mooie park kostte
met aanleg, rioleering, verlichting, enz. aan
de gemeente niet meer dan ? 70<K>, vertelde
men naar waarheid. En in plaats van nu,
trotsch op dat koopje, de ruimte en uitge
breidheid van dat leelijke park te bewaren,
wordt het aan alle kanten door hooge huizen
omringd, zoodat als ge er nu loopt en uwe
blikken naar het Oosten en Westen wendt,
ge den indruk krijgt, dat ge l" op een aardig
beplante binnenplaats bevindt. Langs de
Zuid/.ijde zijn de plannen om to gaan bouwen
ook al klaar, zoodat men alleen aan de Noord
zijde hoe smal die dan ook is geen
huizen te zien krijgt."
Go zijt een ontevreden mensch," voegde
ik hem toe; inplaats van U met uwe
stadgenooten- te verheugen over onzen
toenemendcn bloei, keurt ge alles af, wat onder
nemende mannen tot stand brengen."
Je bedoelt zeker dat rommeltje wat daar
achter Absted J om de nieuwe openbare
zweiuschool gegroepeerd wordt. Een groote renbaan
als concurrent- van \Voestduiu, een klooster,
een protestuntsche kerk, het li.-K. gasthuis
van St. Andrea?, en dan spreekt men ook
nog van exercitieterrein... er ontbreekt nog
maar een joncrejuii'rouvvenkostschool aan, dan
konden we de goede tijden nog weer eens
beleven toen de jonge adellijke dames van
het Klooster (.vaar nu het Meterologisch
Observatorium gevestigd is) kermis gingen
houden op het St. Kathrijneveld te Utrecht.
Neen, man. als je hier ondernemingsgeest
hadt, dan was de lUHsclie Straatweg al lang
volgebouwd. Maar als er hier nogoens iemand
is met een ondernemingsgeest dan trekt hij
om dien productief te maken naar Zeist. Dat
dorp dankt zijn fraai Wilhelminapark toch aan
uwen stadgenoot Muller en nu men merkt
dat hij goed gezien heeft en dat Zeist een
schooue toekomst tegemoet gaat, vindt hij
tal van navolgers. Aan de stadszijde legt
Koodvoets zjn villapark van bescheidener
woningen aan, en aan de andere zijde brengt
de tirma Pijpers en ('o. voor de familie
Fransen van de Putte een bosehterrein in
exploitatie van HJö.OOO Mj. opper vl. ik te, Kn
hoa ontzaglijk de waarde van zoo'n terrein
daardoor eensklaps stijgt blijkt wel dat dit
terrein nog uiet vele jaren geleden ? 7000 op
bracht, terwijl er thans een bod van drie en een
halve ton voor geweigerd is. Door het aan
leggen van een fraaien boulevard en door
talrijke verbindingswegen verwacht men dat
dit boschrijke en gezonde oord zeer gezocht
zal worden door de bemiddelde klassen en
dat er nog wel iets meer uit te slaan zal zijn
dan drie en een halve ton.
Zie, dat zijn ondernemende lui. die pakken
wat aan, Hink, groot ; maar jelui in l'trecht, je
kijkt niet verder dan je neus lang is, of je
kijkt wel honderd neuzen te ver naar dingen.
die niet bereikbaar zijn, zooals naar een
station aan de Keulsche Vaart. . . ."
Dat hij nu nog over de spoorwegen ook
zou gaan pruttelen, was mij al te kras, en
ik viel hem in de rede door weg te loopen.
Frankryk en het Vatikaan.
Do Friinsche gezant hij hot Yatikaan,
de hoer Nisard, is teruggeroepen, on de
nuntius to Parijs, Mgr. Lorenzelli,
evonoens.
Dit wil nog niet zeggen, dat ui/i' di
plomatieke betrekkingen tusschen de
Republiek en het Vatikaan /ijn afge
broken. De F ransel re Ixoseerin^ heeft,
om hare afkeuring van de veelbesproken
nota, van protest tegen de reis van presi
dent Loubet naar liet Italiaansehe I Lof
te Rome te kennen te geven, eeu mid
denweg gekozen. Zij geeft daardoor aan
het Vatikaan de gelegenheid, om eene
volkomen breuk, vau welke hoogstwaar
schijnlijk do opzegging van het Concor
daat het gevolg 7,011 xijn, te voorkomen.
Maar dan 7.011 ook de
kardinaal-sfaatssecret-tris 31erry del Val, dien men
| terecht of te onrecht --- beschouwt als de
j persoon, die het bestaande eonHict tot
ongewone en onnoodige scherpte heeft
j gebracht, door ren minder intraiisigent-eii
dignitiiris moeten worden vervangen.
De vegeeringon van katholieke kinden,
even als die van landen itiet overwegend
katholieke bevolking, hebhen zicli steeds
onthouden van critiek op besluiten of
handelingen Vfin den L'atisolijkeu Stoel,
die uitsluitend liet dogma raakten. Daar
entegen hebben /ij meermalen zich
krachtig ver/et tegen eeae inmenging
van de Curie in de /niver politieke aan
gelegenheden van hun land.
L'iat ons eor.it even in herinnering
brengen, dat de Curie haar /aak niet
beter heeft gemaakt door eene kleine
handigheid", die een groote onhandig
heid is gebleken. Van haar protest tegen
de reis van den heer Loubet zond zij
afschriften aan de kanselarijen der katho
lieke mogelijkheden, Oostenrijk, Spanje,
Portugal, Beieren, Monaco en de
ZuidAmerikaansche Staten. In die afschriften
kwamen de woorden voor: Se iiutlr/railo
fs.w, il Nimzio Pontifici't !' rimnsto in
L'arigi, cir> si deve unicaiiimte a
(jrarissiini iif)fici dj, on/ini e t/i nuttere di'l
hitto special i" (Indien desniettemin de
Pauselijke Nuntius töParijs gebleven
is, dan is dit alleen toe te schrijven in
hoogst ernstige beweegredenen van
geheel bij/onderen rang en aard.)
Die woorden xijn in het officieel protest
aan de Fransche regeering weggelaten,
naar men thans te Rome beweert, om
haar niet te kwetsen. Mgr. Merry del
Val moet wel een zeer/onderling begrip
van diplomatieke co>iv/'ii<iiir?x hebben, als
hij niet beseft, dat dit dubbel spel voor
de Fransche regeering dubbel
beleodigend is. Zelfs Fransche bladen, wier
clericalisme boven alle bedenking verheven
is, zien zich gedwongen, de houding van
het Vatikaan af te keuren. Do Trmp*
herinnert, dat reeds in andere landen
>vegens zulk een onaannemelijke inmen
ging in of critiek op binneulaudscue
staatkundige- aangelegenheden, tegen de
Curie dergel ij ke maatregelen /ij n genomen
als thans door de Fransche regeering.
Zoo in 187!) in iïalgië, toon het episco
paat daar te lande heftig protesteerde
tegen de regeoring, -welke de wet op het
lager onderwijs had ingevoerd. Dit pro
test werd door het Vatikaan gesteund,
zooals bleek uit eene mcdedeeling van
den bisschop van Djornik, die aan de
beweging geen deel had willen nemen.
De Belgische regcering riep haren gezant
bij het Vatikaan, don hoer d'Anethan,
die geheel in de kaart der clericalen had
gespeeld, terug, en zond den pa,u«elijken
nuntius te Brussel, Mgr. Vauutelli, zijn
paspoort. En eerst vier jaren later wer
den do diplomatiieke be rekkingen tus
schen Brussel en het Vatikaan hersteld.
Vijftien jaren later deed zich in Hon
garije een/elfde incident voor. Do pau
selijke nuntius te Yv oenen, Mgr. Agliardi,
spoorde do bisschoppen aan tot verzet
tegen de wetten, waardoor hot burgerlijk
huwelijk word ingevoerd en de burger
lijke stand werd geregeld. De rcgeering
van Oostenrijk-IIongarije verlangde de
terugroeping van U gr. Agliardi, maar te
Rome weigerde men. Toen kroeg do
Oostenrijkschc gezant bij het Vatikaan,
graaf evertera, verl >f voor onbepaalden
tijd. Ivi weinige maanden later werd
Mgr. Agliardi teruggeroepen en door Mgr.
Alcini vervangen; de Paus had dus toe
gegeven.
Zal Pi us X dit ook thans ten opzichte
van Frankrijk doen !J
Zoo ja, dan zal hij zich niet te lang
moeten bodenken. Want eeno krachtige
l partij in Frankrijk vindt in dit incident
eeno- welkome gelegenheid, om 'propa
ganda te maken voor de opzegging van
het Concordaat en de volledige scheiding
van Kerk en Staat. Toont men zich te
Rome intransigent, dan versterkt men
de positie van de anticlericalo elementen
in het kabinct-Combes.
Men beweert, dat l'ius X tegenover
dit conflict eeno sereene" onverschillig
heid betoont, en tegen de gevolgen daar
van niet opziet. Is dit werkelijk het
geval, dan zou hij zeker een goed deel
van den invloel, aan zijne hooge waar
digheid verbonden, prijsgeven.
iiiKiiHiiriiiimiiiiiiliHliiiiinilililiiltiiHiMiilHliniHllmiiin
ocialt,
iimmiimmiMiiiiiiiiiiiii
Eeiiip mm uit let ontwerp tot
m de
IV. (Xl-of.)
Als derden ijToad waarop Gedeputeerde
Staten hunne goedkeuring mogen onthouden
aati de boetebepalingen, noemt mr. Drucker
het niet hooron of raadplegen der
inocnlerjurifre arbeiders vóór de vaststelling der
bepalingen. i)ezo bepaling is goed on de
lieer Drucker hoopt er mede te bereiken,
nis het ware door een achterdeur in te
halen, hetyeon hij gasirne zou wonsdien en
niet door de voordeur kan binnenlaten, n. 1.
dat liet hingy.iiinlmiid gewoonte /al worden,
«hit de arbeiders ook geraadpleegd zullen
worden waar hot geono boetebepalingen
aaiibehumt. In zijne memorie van toelich
ting staat daaromtrent to lezen : Men mag
vertrouwen, dat niet het oog op de bepalins
van art. 1 1 (in het vorige artikel door mij
aangehaald) raadpleging der arbeiders
gebruikelijk zal worden : moeten /,ij een
maal over een tre.leelte van het reglement
worden gehoord, dan zal allicht hun advies
over hot gelieclo rcglomeiit worden inge
wonnen, te meer omdat, waar aldus werd
gehandeld, gunstige uitkomsten zijn ver
kropen."
liet is jammer (hit de minister in dozo
niet het ontwerp-Drucker volgt, maar dat
hij zidi heeft vergenoegd met het geven van
een regeling waarin er voor wordt ge/oryd,
dat het reglement voldoende bekend wordt
en waarin <!e arbeider alleen dan verplicht
wordt het reglement» op te volgen, indien
hij heeft verklaard zich met het regle-mpnt
te vci-eeuiu'eu : geeft hij deze verklaring
niet, dan wordt hij geacht den dienst op te
zeggen.
Ik plaats mij op het standpunt, dat aan
den patroon als beheerder dor onderneming,
moet toekomen de bevoegdheid een regle
ment samen te stellen en te \\ijzigen voor
zooverre i!e wet hem daartoe niet do ver
plichting oplegt. Dit neemt evenwel niet
weg, dat het zeer gewenscht is bij de samen
stelling of de wijziging de meening der
arbeiders te kennen, ook voor den patroon,
omdat het kennis nemen der adviezen mis
schien er toe zal bijdragen menige bepaling
anders te doen luiden en zoodoende een
steun des aanstoots weg te nemen.
Enkele patroons hebben dit dan ook
begvepon en bepalingen omtrent het hooren
der werklieden opgenomen. Zoo bepaalt o. a.
het in behandeling zijnde
ontwerp-werkliedeiireglement vau de gemeente Amster
dam, dat wijzigingen niet worden vastge
steld voordat de werklieden op de door B.
en W. te bepalen wijze zijn gehoord en
bevat het onlangs vastgesteld
werkliedenreglemeiit voor de gemeente Kampen het
volgende voorschrift:
Wijzigingen van dit reglement worden
niet vastgesteld dan nadat de voorstellen
daartoe aan de werklieden zijn medegedeeld
011 zij in de gelegenheid zijn gesteld gedu
rende 14 dagen daarna hunne opmerkingen
bij don Raad iu te dienen. Na overweging
daarvan of na mededeelmg door den voor
zitter, dat er geen bezwaren zijn ingekomen,
bepaalt de Raad den datum waarop de
wijzigingen in werking treden."
Bepalingen in bovenstaanden geest dienen
alsnog iu het ontwerp te worden opgenomen.
Eeu eigenaardige bepaling hoeft de minis
ter nog iu zijn ontwerp m het geval, dat
eeu eenmaal bestaand reglement gewijzigd
wordt gedurende de dienstbetrekking of dat
eeu reglement gedurende dien tijd wordt
vastgesteld on de arbeider zich niet met
liet reglement wil vereonigen. Iu dat geval
wordt do weigering beschouwd als opzeg
ging vau dienst on liggen er da u tu&sehen
dezen dag on clou dag waarop hot reglement
in werking treo.lt, niet zoovele vrije dagen
als do opzeggingstermijn bevat, dan hoeft
de arbeider aanspraak op een schadeloos
stelling.
De heer Drucker heeft OJBU andere regeling
voorgedragen. In zijn ontwerp mag het
reglement niet eerde-r dan 29 dagen nadat
de arbeider met den inhoud van het regle
ment is in kennis gesteld, wordou in wer
king gesteld, zoodat de arbeider, wil bij
niet onder het reglement dienen, allen tijd
hoeft hoen te gaan met inachtneming van
den termijn van opzegging. Mouh dit laatste
niet het geval zijn, dau zal de rechter nog
het arbeidscontract kunnen ontbinden, in
dien hij meent, dat hier een gewichtige
reden aarwezig is.
Het stelsel-Drucker hoeft naar mijne
meening n gebrek en wel dat het niet voor
ziet in het geval, dat de invoering van een
nieuw of een gewijzigd reglement eerder
dan op den 29sten dag noodig is. liet kan
toch zijn, dat bijzondere omstandigheden
dringend eischon dat nieuwe bepalingen
van orde b.v. onmiddellijk in werking tre
den, al kunnen do werklieden zich daar
mede niet vereenigen.
In dit opzicht is dan ook het stelsel van
den minister beter, maar ook aan het door
dezen bewindsman voorgedrageno kleeft eon
foat,on wol,dat in het door mij veronderstelde
geval de patroon steeds sehadevergoe iiug
aan den arbeider moet uitkeei'en, zelfs wan
neer do onmiddellijke invoering iu het be
lang van den arbeider is, doch deze zich
toch om allerlei redenen niet met liet
regioment wil vereenigen. De minister motiveert
aldus: Daar hst echter niet raadzaam is
voorgekomen zo ader good3 groaien de
vrijheid van ondernemers in dit opzicht aan
banden te leggen, moest naar eon middel
worden omgezien ona voor de belangen der
niet-mcogaaiide arbeiders te waken in het
geval dat de wijzigingen spoedig in wer
king moeten treden. Dit middel, waardoor
de arbeider, die binnen den tijd van den
opzeggingstermijn don dienst moot verlaten,
dezelfde schadeloosstelling erlangt als
waarop hij recht zoude hebben, indien de
werkgever hem zonder gegronde, vooraf
moogo leelde, redenen ontsloeg, schijnt den
ondergetoekende tevens eene aanleiding
voor den werkgever om slechts in gevallen
van ernstig aanbelang do inwerkingtreding
van wijzigingen op een korten termijn te
bepalen."
De minister stelt dus het onderhavige
geval gelijk aan dat waarin de werkgever
zonder gegronde, vooraf meegedeelde rede
nen een werkman ontslaat. De gelijkstelling
deugt niet naar mijne meening Wanneer
werkelijk do omstandigheden eisenen de
onmiddellijke invoering, dan heeft ieder
werkman zich daaraan to onderworpen. Wil
hij toch heengaan binnen den opzeggings
termijn, goed, maar dan doe hij het op eigen
risico, zon er aanspraak te kunnen maken
op eonige schadevergoeding.
liet komt er dus op aan door eon onpar
tijdig on deskundig college to doen vast
stellen de noodzakelijkheid van onmiddel
lijke invoering en zou nu ook de Kamer
van Arbeid in deze niet deze taak op zich
kunnen nemen 'i
Ik zou dus wenschen het stelsel vanden
minister met deze aanvulling, dat er geen
aanspraak door don werkman op eeno scha
devergoeding gemaakt kan worden ingeval
j de betrokken Kamer van Arbeid van
oorI deel is, dat onmiddellijke invoering of
l invoering binnen deii tijd van don
opzegj gingstermijn noodzakelijk is.
Het opnemen van boetebepalingen in hot
reglement is zoowel door den lieer Drucker
als door den minister geregeld. Deze rege
ling is evenwel weer uiet volledig, /oa
ontbreekt de bepaling, dat de boete moet
worden aangewend tou voordoelo vau de
werklieden on weer is de reden liet moor
genoemde enge keurslijf, omdat in oen
privaatrechtelijke regeling eon bepaling
betreffende hot uitoefenen van toezicht niet
op haar plaats is.
Ik wil hier alleen nog vermelden, dat in
het on t werp-Drueker wel, in het ininisterieele
ontwerp niet voorkomt de bepaling, dat de
boete niet mag strekken tot persoonlijk
voordeel van den patroon. Wel bevat het
j laatste ontwerp het voorschrift, dat de
boete niet mag strekken tot voordeel van
den ondergeschikte, die do bevoegdheid
heeft boeten op te leggen. Ik zou het beter
gevonden hebben in deze den heer Drucker
te volgen, die meent, dat het voorschrift
niet op een bezwaar z;u stuiten, zooals uit
de arbeidsenquête met zekerheid mag wor
den opgemaakt.
K a m pen. Mr. l'r.H. S. VKI.DMAN.
i