De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 29 mei pagina 2

29 mei 1904 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAM MEE WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1400 moge komen voor zulke kinderen boven de 14 jaar, wanneer, de ouderlijke zorg en hst vaderlijk toezicht daor hunne dienstneming bij de- Nederlandsen* Marine op anderen zijn overgagaanJ G. C. STELLINGWERF?JEXTIXK. 10 Mei 1904. Het kruisbeeld in de gerechtszalen. Men kent het rumoer, dat door Frankrijk is gegaan, toen de regeering de kruisbeelden en christelijke emblemen heeft jaten weg nemen uit de zalen der rechtspraak. In enkele z.g. vooruitstrevende bladen hebben daarover onwaardige ironische woorden ge staan, in vele behoudende bladen is breed sprakig verontwaardiging geuit, en sommige magistraten hebben geprotesteerd, echter zonder veel energie, zonder die gloeiende overtuiging, die zich weet te doen eer biedigen. Wat mij nu vooral getroffen heeft, in al deze beschouwingen vóór en tegen den ministrieelen maatregel is het standpunt, waarop allen zonder onderscheid zich geplaatst hebbeu, als ware het een eer voor Christus om in do Fransche gerechtszalen zijn afbeelding te bezitten, als ware het een smasïd voor hem, die daaruit verwijderd te zien. En toch, bij eenig dieper beschouwen lijkt mij veeleer het tegendeel waar ik spreek hier niet van de bedoeling der kleinzielige beeldstormers, maar van het feit zelf en niets schijnt mij minder zeker dan dat, wan neer Jesus op dit oogenblik op aarde was teruggekeerd, hij zou goedkeuren dat zijn beeltenis op genoemde plaatsen werd gevon den, lijderdaad, indien de gewoonte ons niet ongevoelig had gemankt voor zooveel tegen strijdige, zou het ons lang hebben moeten verwonderen, dat men het beeld van Dengene, die gezegd heeft: Oordeelt niet opdat gij niet geoordeeld wordet," en later nog eens: Zeventig malen zeventig zult gij ver geren," bij voorkeur heeft genomen, tot versterin-r der lokalen, waarin geoordeeld wordt, wjj weten tach allen, hoe hard dikwijls, hoe eerrzij'ii'g en liefdeloos. Wij behoeven ons maar even te herinneren J«cqtre» Dan val, di« verleden jaar terugkeerde van zijn bagne, waar hij de mooiste jaren vaa aijn leven in lijden en bitterheid had doorgebracht. Dank zij een kloeken veldtocht ten zijnen bate in de p%rs, had hij eindelijk herziening van zijn proces verkregen en kon hij terugkeeren naar zijn vaderland, hersteld in zijn eer, maar helaas, wie kon zijn gebro ken krachten herstellen en hem de verloren twintig jaren van zijn leven teruggeven? Ook het jaarverslag van La Hgue pour la défense da drolt de Uliomme et du ei lot/en spreekt van een vrij groot aantal erreurx judiciaires, die do liga met goed gevolg bekampte en overwon. Al deze errenrs" vriendelijk cuphernisme voor gruwelijk onreeht voortgekomen uit een zeer geringe vrees om lichtvaardig een oordeel te vellen, waardoor in de meeste gevallen een geheel menselienleven vernietigd wordt, werden uit gesproken onder het met doornen gekroonde hoofd van hem, die voor zijn beulen om vergiffenis bad, en wiens hardste woord is geweest, toan hij tot oordeelen geroepen ?werd: gaat heen en zondig niet meer." Kn als we ons herinneren de tragi-comedie der Humbert-geschiedenis, In plus grande escroquerie du siè'le, zooals Waldeck Rousseau die genoemd heeft en welke twintig jaren lang- de mannen met toga en barret in actie en spanning heeft gehouden, met ernstige gezichten om de groene tafels aan den voet van het krnis, lijkt dat niet even kluchtspelachtig als de ijverende vroomheid der groote Thérèse zelf? Bén enkele is er onder Frankrijks magistaten in wiens vonnissen men den milden geest, den geest van erbarmend begrijpen van de zwakheid en verzoeking der voor hem aangeklaagden, den geest van goedheid van den gekrui«igden, terugvindt. Men heeft reedy begrepen, dat ik den president Magnaud lie loei, Ie bon juge, zooafs de volksmond zegt. Zijn vrijspreken van het vrouwtje, dat half stervend van honger een brood gestolen had; en vele anderen zijner vonnissen zonderling, onzinnig, bewonderenswaardig, naarmate het standpunt, waarop men zich stelt zijn te bekend, ook in Holland, dan dat ik er lang bij behoef stil te staan. Maar Onder zijn collegas hier te limde is hij aller minst persona graia, en nuen moet het den gewonen Franscheii rechter minachtend heb ben hooren zeggen: fumtste, idéalixte?alsof niet hij, die zich uit liefde gewillig liet na gelen aan het kiuis, meer dan iemand anders een idealist is geweest om te beseffen, hoe zeer de Frausche balie, over het geheel, verwijderd is van de opvattingen van Magnaud, en bijgevolg van de erbarmingsvolle toege vendheid, die Christus eenmaal predikte. Is het dan niet logisch ofaehoon in ge heel anderen zin, dan door de ijverige ikonoklasten bedoeld word, dat niet hingor het kruis beeld boven de rechterlijke hoofden weent? En naast zoovele meedoogunlooze oordeel vellingen, welke in de zalen der gerechtig heid weerklonken, staan aan den anderen kant ook weer die zonderling barbaarache vrijspraken der j'iry waar het geldt een man, die zijn wettige vrouw heeft gedood. Nog ligt in veler g«h*Higen het proces van den graaf De Comulier, welke ja-ren laag van zijn vrouw gescheiden leefde, zelf op alle wijzen de huwelijkstrouw hivd ver broken, maar op een goeden dag hevige veroiitwaa'rdi^iag voelde opvlammen over de wijze, waarop hij vermoedt, dat zijn vrouw zicb. troostte. Hij gaat naar een woning waar hij gelooft, dat zij een bezoek brengt, niet in overeenstemming met de rol van treu rende eenzame, welke hij, voor haar bestemd heeft, wacht haar af op dun trap en schiet haar, d bmiH portnnt, dood. De jury sprak hem vrij. En dit is n geval uit velen en zoo zeer overeenikoiMtig de heerschende ideeën iu de rechtszaal, dat onlangs de couranten hebben verteld van een jongen man, die om zich straffeloos te kunnen wreken op zijn verraderlijk vriendinnetje, haar gehuwd had en toen vermoord. En de jury, getrouw aan haar barbaarsebe opvatting, waaraan mis schien ook de geest van den vrouwen verachtenden Corsicaan niet vree»d is dat de wettige vrouw toch altijd nog een soorf lijfeigene is, over wier lichaam in dood en leven de man te beschikken heeft, sprak ook dezen echtgenoot vrij. En het komt mij voor, dat in zulke uren het beeld aan het kruis zich niet op zijn plaats moet gevoelen, neerziend op deze jury's. Niet dat ook Christus in zijn allesbegrijpende liöfde niet den man zou hebben vrij gelaten, maar hij zou de schuld dezer Kaïns niet klein geacht hebben en een laffe wreede moord niet tot een recht, hebben willen zien verheven. Ook hebben de rechtzaken hunne vaudevilles, en bij die gelegenheden zouden veel beter de portretten der vrooiijke oud-testamentische koningen, wier harems rijk be volkt waren, troonen boven de oolijke togamannen, dan het bleeke beeld van den. sublimen lijder. Zoo werd onlangs voor de rechtbank van Rambouillet de vraag behan deld of het als laster kan worden beschouwd wanneer ieman l in het opcnibaar aan een ander verwijt, dat hij drs muïtresses heeft. Meester Laureau, optredend voor den beleedigde, beweerde, dat het een dijramation was, want," redeneerde hij, indien het ver onderstellen van une ma?hvsse des noods niet onteerend is, het veronderstellen van dei maitresses, in het-meervoud, wier aantal door dat het onbepaald gelaten is, aanzienlijk schijnt, doet een losbandig karakter vermoe den en vormt wel degelijk een belaste-ring, vooral waar het geldt een gehuwd man en vader." Maar de rechters deelden dit gevoelen uiet en beschouwden deze aantijging uiet al < een feit, dat afbreuk kon doen aan de eer of de achtingwaardigheid van hem, wien zij gold. De beleedigde huisvader ging in appel, maar de magistraten van het hof van Parijs bevestigden de uitspraak van de magistraten van Kambouiüet; ook zij zagen niets onteerends, zelfs niet in het suggestieve meervoud. En zoo is het mij voorgekomen, toen ik iets dieper schouwde dan do oppervlakte en den geest der gerechtzalen vergeleek met den geest van den Hefdevolsten en reinsten meusch, die immer leef-le, dat de heilig schennis niet nu gepleegd is. uu men zijn beeltenis heeft verwijderd, non; eens, ik spreek hier niet van de bedoeling der blind razende antichristen, doch van het feit zelf, maar al die jaren lang, toen men, met zijn symbool voor oogen, zoo geheel in strijd handelde met zy'n voorbeeld en zijn woord. C. DE J. VAN B. KN D. Brief Mt Utrecht, door JAN VAX 'T STICHT. Dezer dagen over onze goede en schoone stad sprekende met een ingezetene, die in goede positie verkeert een immigrant, natuurlijk, niet wegens zijn goede positie, maar- wegens hetgeen hij zich veroorloofde vau de stad, waar hij die positie veroverd had, te zeggen, wat ocil inboorling nooit-zon doen dezer dagen met dieu ingezetene sprekende verklaarde hij m'j onomwon len als zijn oordeel dit Utrecht is: groot i u kleinsteedschheid. Aan de uitdrukking vau toorn, die zich van mijn gelaat meester maakte, zag hij wel dat dit oordeel mij griefde, maar zich daar niet aan storende, ging hij voort we passeerden juist het V reden burg een groot boerendorp is het, kijk eens hier, de beestenmarkt midden in de stad, gevaar lijk voor je neus en je ieven. Eu zie me dien schouwburg daar eens aan ; de ingang lijkt wel het zaadbakje van een vogelkooi en de kooi zelf ziet er van buiten uit of hij door een schooljongen uit een oud sigarenkistje gezaagd is. Een mooi ding voor een groote stad en voor zoo'n mooi plein. En die Beurs en die. Fruithal, die zijn mooi, maar ze kosten een tou of drie en ze wor den in een heele week maar n dag en dan nog maar een uur of acht gebruikt." Ik was blij dat ik van dien pruttelaar af was en 't was een ware verademing voor metoen hem op de Kathar nebru de Utrechtsche Melkinrichting in het oog viel en hij zei: Kom, laten we een glas melk bij Boers gaan drinken, dat is ten minste goed." En vóór we er binnen trud-.m wees ik hem op het majestueuse gebouw dat de Levensver zekeringmaatschappij l'trecht daar in de nabijheid had laten zetten. Maar van die aanwijzing had ik spijt. Zij bedierf mij het genot van het heerlijke glas melk, dat weldra voor ons op een tafeltje stond. \Vat ging die immigrant te keer! Zie je, daar latei! jelui je nou door overd.. . . (hij werd zelfs eenigszins vulgair in zijn uitdrukkingen), door dien bluf. 't Is niks als ad verteeren en dat ka« Bosman met veel eenvoudiger hulp middelen toch nog beter en met meer succes, want zijn magazijn moest door de politie beschermd worden te^eu de opdringende koopers en daar zki je hier toch nog maar nie mendal van. Confectiemagazijnen en Leveugverzekeringmaatschappijen (het Maliehuis en nu Piëtas ook weer) wedijveren mot elkander om door mooie, schreeuwende gebou-wen de aandacht te trekken, 'cis of ze hun klanten toeroepen : Hier moetje wezen ! hier kun je zien waar je centen blijven! Dat kun je bij een bakker en een kruidenier niet!" Ik merkte hem op dat dit nu uiet een speciaal l'trechtseh verschijnsel was en dit gaf hij mij gereeilelijk toe. ..Maar weet je wat dan wel speciaal Utrechtsen is", liet hij er onmiddellijk op volgen, dat gebouw daar op den hoek bij de .Vieuwebrii;*"?wijston den alweer op het Singel waar hetLeesmuseutn gevestigd is. Dat ding, hoc nuttig ook, kan hier geen stand houden. In een academie-stad, met duizenden geleeide, zeer geleerde en hooggeleerde heeren, telt het leesmuseum maar driehonderd leden, waar van echter twee derden er nooit een voet zetten, zoodat het bestuur ten einde raad de beneden verdieping van het fraaie gebouw dat zij voor eenige jaren aankochten, nu als kantoren aan den Staatsspoorweg verhuurd hebben". Maar dat huis dan daarnevens?" waagde ik schuchter te vragen. O, <l;<t huis van den heer Van Beuningen ?.' Ja. da's mooi, prachtig! Maar 't is nog maar voor de helft klaar en zal wel nooit heel klaar komen. De rijke ga«fabriekant, die het indertijd gebouwd heeft, had liet toenmalige badhuis, thans chemisch laboratorium van prof. Wefers Bettink, er nog bij willen heb ben, dan was 't oen mooi geheel gewenst!" Juist, zei ik, en had het voor niets anders gcd-mgd dan om als Paleis aan l i. M. de Koningin ten geschenke te worden aange boden." Dat was de pruttelaar wel eeuigszins met mij eens. Wunt al was je de grootste anti-Malthusiaan, voor de bevolking van dat huis zou toch moeilijk te zorgen zijn. Kn om het in drieën "f vieren te verhuren ui hnd iedere huurder ook een afzonderlijke trap dat zou toch zonde geweest zijn." Doorloopende. de stad in, kwamen we voorbij het Gebouw voor Kunsten en Wetenschappen. De immi grant wendde zijn hoofd om. Neem me niet kwalijk, zei hij, daar kijk ik niet naar, want dan bederf ik mijn heelen dag. Het eenige, dat in dat gebouw nog aan kunst herinnerde, de verzameling schilderijen en de teekenschool van het Museum Kunstliefde, wordt er nu uit verjaagd om plaats te maken voor een .... vestiaire. En de schilderijen .... wil men opbergen in het vroegere Pesthuis, ge nartind Leetiwenberg. ergens achteraf in het plantsoen om den hoek van een steeg, en dat meer geschikt lijkt voor een oud-man nenhuis dan voor een schilderijenmuseum. Zoo de kun-it te behandelen, iiüem je dat nu grootsteedsch of groot-kleinsteedsch?" Waar ik den moed van daan haalde, weet ik niet, maar ik gaf hem in overweging om, als hij dan toch met gewei l smalen wilde, ons liever te <[italiiieeeren als klein-grootsU'-edsch; dat was niet auee.ii minder hatelijk, maar misschien was dat ook eenigszins nader bij de waarheid. Want we zijn werkelijk uog niet zoolang bezig ons tot .een groote stad te ontwikkelen, we zijn nog in onzen groei. En moet ge uu niet in ons bewonderen, de, groote KO-rg, die we dragen dut de stad bij haar grooter worden niet enkel een net vau straten, met groote steenklouiuen wordt, maar dat we door den aanleg van parken en plant soenen .... Houd toch op van je parken en plant soenen! Die zijn mooi, dat is bekend, maar dat heb je alleen te dankeu aan de bekwaamheid van den teganwoordigeu phiutsoenopzichter. Want een jaar of wat geleden waren ze leelijk in verval. Maar wat die man mooi aanlegt, dat wordt op andere wijze weer bedorven ! '/Aa bijvoorbeeld het Wilhelminapark eens. Wie er een paar jaar geleden inkwam stond getroffen door de ruimte, de uitgebreidheid, waardoor -IUIMI zulke schoone vergezichten genieten kou. Dat heele mooie park kostte met aanleg, rioleering, verlichting, enz. aan de gemeente niet meer dan ? 70<K>, vertelde men naar waarheid. En in plaats van nu, trotsch op dat koopje, de ruimte en uitge breidheid van dat leelijke park te bewaren, wordt het aan alle kanten door hooge huizen omringd, zoodat als ge er nu loopt en uwe blikken naar het Oosten en Westen wendt, ge den indruk krijgt, dat ge l" op een aardig beplante binnenplaats bevindt. Langs de Zuid/.ijde zijn de plannen om to gaan bouwen ook al klaar, zoodat men alleen aan de Noord zijde hoe smal die dan ook is geen huizen te zien krijgt." Go zijt een ontevreden mensch," voegde ik hem toe; inplaats van U met uwe stadgenooten- te verheugen over onzen toenemendcn bloei, keurt ge alles af, wat onder nemende mannen tot stand brengen." Je bedoelt zeker dat rommeltje wat daar achter Absted J om de nieuwe openbare zweiuschool gegroepeerd wordt. Een groote renbaan als concurrent- van \Voestduiu, een klooster, een protestuntsche kerk, het li.-K. gasthuis van St. Andrea?, en dan spreekt men ook nog van exercitieterrein... er ontbreekt nog maar een joncrejuii'rouvvenkostschool aan, dan konden we de goede tijden nog weer eens beleven toen de jonge adellijke dames van het Klooster (.vaar nu het Meterologisch Observatorium gevestigd is) kermis gingen houden op het St. Kathrijneveld te Utrecht. Neen, man. als je hier ondernemingsgeest hadt, dan was de lUHsclie Straatweg al lang volgebouwd. Maar als er hier nogoens iemand is met een ondernemingsgeest dan trekt hij om dien productief te maken naar Zeist. Dat dorp dankt zijn fraai Wilhelminapark toch aan uwen stadgenoot Muller en nu men merkt dat hij goed gezien heeft en dat Zeist een schooue toekomst tegemoet gaat, vindt hij tal van navolgers. Aan de stadszijde legt Koodvoets zjn villapark van bescheidener woningen aan, en aan de andere zijde brengt de tirma Pijpers en ('o. voor de familie Fransen van de Putte een bosehterrein in exploitatie van HJö.OOO Mj. opper vl. ik te, Kn hoa ontzaglijk de waarde van zoo'n terrein daardoor eensklaps stijgt blijkt wel dat dit terrein nog uiet vele jaren geleden ? 7000 op bracht, terwijl er thans een bod van drie en een halve ton voor geweigerd is. Door het aan leggen van een fraaien boulevard en door talrijke verbindingswegen verwacht men dat dit boschrijke en gezonde oord zeer gezocht zal worden door de bemiddelde klassen en dat er nog wel iets meer uit te slaan zal zijn dan drie en een halve ton. Zie, dat zijn ondernemende lui. die pakken wat aan, Hink, groot ; maar jelui in l'trecht, je kijkt niet verder dan je neus lang is, of je kijkt wel honderd neuzen te ver naar dingen. die niet bereikbaar zijn, zooals naar een station aan de Keulsche Vaart. . . ." Dat hij nu nog over de spoorwegen ook zou gaan pruttelen, was mij al te kras, en ik viel hem in de rede door weg te loopen. Frankryk en het Vatikaan. Do Friinsche gezant hij hot Yatikaan, de hoer Nisard, is teruggeroepen, on de nuntius to Parijs, Mgr. Lorenzelli, evonoens. Dit wil nog niet zeggen, dat ui/i' di plomatieke betrekkingen tusschen de Republiek en het Vatikaan /ijn afge broken. De F ransel re Ixoseerin^ heeft, om hare afkeuring van de veelbesproken nota, van protest tegen de reis van presi dent Loubet naar liet Italiaansehe I Lof te Rome te kennen te geven, eeu mid denweg gekozen. Zij geeft daardoor aan het Vatikaan de gelegenheid, om eene volkomen breuk, vau welke hoogstwaar schijnlijk do opzegging van het Concor daat het gevolg 7,011 xijn, te voorkomen. Maar dan 7.011 ook de kardinaal-sfaatssecret-tris 31erry del Val, dien men | terecht of te onrecht --- beschouwt als de j persoon, die het bestaande eonHict tot ongewone en onnoodige scherpte heeft j gebracht, door ren minder intraiisigent-eii dignitiiris moeten worden vervangen. De vegeeringon van katholieke kinden, even als die van landen itiet overwegend katholieke bevolking, hebhen zicli steeds onthouden van critiek op besluiten of handelingen Vfin den L'atisolijkeu Stoel, die uitsluitend liet dogma raakten. Daar entegen hebben /ij meermalen zich krachtig ver/et tegen eeae inmenging van de Curie in de /niver politieke aan gelegenheden van hun land. L'iat ons eor.it even in herinnering brengen, dat de Curie haar /aak niet beter heeft gemaakt door eene kleine handigheid", die een groote onhandig heid is gebleken. Van haar protest tegen de reis van den heer Loubet zond zij afschriften aan de kanselarijen der katho lieke mogelijkheden, Oostenrijk, Spanje, Portugal, Beieren, Monaco en de ZuidAmerikaansche Staten. In die afschriften kwamen de woorden voor: Se iiutlr/railo fs.w, il Nimzio Pontifici't !' rimnsto in L'arigi, cir> si deve unicaiiimte a (jrarissiini iif)fici dj, on/ini e t/i nuttere di'l hitto special i" (Indien desniettemin de Pauselijke Nuntius töParijs gebleven is, dan is dit alleen toe te schrijven in hoogst ernstige beweegredenen van geheel bij/onderen rang en aard.) Die woorden xijn in het officieel protest aan de Fransche regeering weggelaten, naar men thans te Rome beweert, om haar niet te kwetsen. Mgr. Merry del Val moet wel een zeer/onderling begrip van diplomatieke co>iv/'ii<iiir?x hebben, als hij niet beseft, dat dit dubbel spel voor de Fransche regeering dubbel beleodigend is. Zelfs Fransche bladen, wier clericalisme boven alle bedenking verheven is, zien zich gedwongen, de houding van het Vatikaan af te keuren. Do Trmp* herinnert, dat reeds in andere landen >vegens zulk een onaannemelijke inmen ging in of critiek op binneulaudscue staatkundige- aangelegenheden, tegen de Curie dergel ij ke maatregelen /ij n genomen als thans door de Fransche regeering. Zoo in 187!) in iïalgië, toon het episco paat daar te lande heftig protesteerde tegen de regeoring, -welke de wet op het lager onderwijs had ingevoerd. Dit pro test werd door het Vatikaan gesteund, zooals bleek uit eene mcdedeeling van den bisschop van Djornik, die aan de beweging geen deel had willen nemen. De Belgische regcering riep haren gezant bij het Vatikaan, don hoer d'Anethan, die geheel in de kaart der clericalen had gespeeld, terug, en zond den pa,u«elijken nuntius te Brussel, Mgr. Vauutelli, zijn paspoort. En eerst vier jaren later wer den do diplomatiieke be rekkingen tus schen Brussel en het Vatikaan hersteld. Vijftien jaren later deed zich in Hon garije een/elfde incident voor. Do pau selijke nuntius te Yv oenen, Mgr. Agliardi, spoorde do bisschoppen aan tot verzet tegen de wetten, waardoor hot burgerlijk huwelijk word ingevoerd en de burger lijke stand werd geregeld. De rcgeering van Oostenrijk-IIongarije verlangde de terugroeping van U gr. Agliardi, maar te Rome weigerde men. Toen kroeg do Oostenrijkschc gezant bij het Vatikaan, graaf evertera, verl >f voor onbepaalden tijd. Ivi weinige maanden later werd Mgr. Agliardi teruggeroepen en door Mgr. Alcini vervangen; de Paus had dus toe gegeven. Zal Pi us X dit ook thans ten opzichte van Frankrijk doen !J Zoo ja, dan zal hij zich niet te lang moeten bodenken. Want eeno krachtige l partij in Frankrijk vindt in dit incident eeno- welkome gelegenheid, om 'propa ganda te maken voor de opzegging van het Concordaat en de volledige scheiding van Kerk en Staat. Toont men zich te Rome intransigent, dan versterkt men de positie van de anticlericalo elementen in het kabinct-Combes. Men beweert, dat l'ius X tegenover dit conflict eeno sereene" onverschillig heid betoont, en tegen de gevolgen daar van niet opziet. Is dit werkelijk het geval, dan zou hij zeker een goed deel van den invloel, aan zijne hooge waar digheid verbonden, prijsgeven. iiiKiiHiiriiiimiiiiiiliHliiiiinilililiiltiiHiMiilHliniHllmiiin ocialt, iimmiimmiMiiiiiiiiiiiii Eeiiip mm uit let ontwerp tot m de IV. (Xl-of.) Als derden ijToad waarop Gedeputeerde Staten hunne goedkeuring mogen onthouden aati de boetebepalingen, noemt mr. Drucker het niet hooron of raadplegen der inocnlerjurifre arbeiders vóór de vaststelling der bepalingen. i)ezo bepaling is goed on de lieer Drucker hoopt er mede te bereiken, nis het ware door een achterdeur in te halen, hetyeon hij gasirne zou wonsdien en niet door de voordeur kan binnenlaten, n. 1. dat liet hingy.iiinlmiid gewoonte /al worden, «hit de arbeiders ook geraadpleegd zullen worden waar hot geono boetebepalingen aaiibehumt. In zijne memorie van toelich ting staat daaromtrent to lezen : Men mag vertrouwen, dat niet het oog op de bepalins van art. 1 1 (in het vorige artikel door mij aangehaald) raadpleging der arbeiders gebruikelijk zal worden : moeten /,ij een maal over een tre.leelte van het reglement worden gehoord, dan zal allicht hun advies over hot gelieclo rcglomeiit worden inge wonnen, te meer omdat, waar aldus werd gehandeld, gunstige uitkomsten zijn ver kropen." liet is jammer (hit de minister in dozo niet het ontwerp-Drucker volgt, maar dat hij zidi heeft vergenoegd met het geven van een regeling waarin er voor wordt ge/oryd, dat het reglement voldoende bekend wordt en waarin <!e arbeider alleen dan verplicht wordt het reglement» op te volgen, indien hij heeft verklaard zich met het regle-mpnt te vci-eeuiu'eu : geeft hij deze verklaring niet, dan wordt hij geacht den dienst op te zeggen. Ik plaats mij op het standpunt, dat aan den patroon als beheerder dor onderneming, moet toekomen de bevoegdheid een regle ment samen te stellen en te \\ijzigen voor zooverre i!e wet hem daartoe niet do ver plichting oplegt. Dit neemt evenwel niet weg, dat het zeer gewenscht is bij de samen stelling of de wijziging de meening der arbeiders te kennen, ook voor den patroon, omdat het kennis nemen der adviezen mis schien er toe zal bijdragen menige bepaling anders te doen luiden en zoodoende een steun des aanstoots weg te nemen. Enkele patroons hebben dit dan ook begvepon en bepalingen omtrent het hooren der werklieden opgenomen. Zoo bepaalt o. a. het in behandeling zijnde ontwerp-werkliedeiireglement vau de gemeente Amster dam, dat wijzigingen niet worden vastge steld voordat de werklieden op de door B. en W. te bepalen wijze zijn gehoord en bevat het onlangs vastgesteld werkliedenreglemeiit voor de gemeente Kampen het volgende voorschrift: Wijzigingen van dit reglement worden niet vastgesteld dan nadat de voorstellen daartoe aan de werklieden zijn medegedeeld 011 zij in de gelegenheid zijn gesteld gedu rende 14 dagen daarna hunne opmerkingen bij don Raad iu te dienen. Na overweging daarvan of na mededeelmg door den voor zitter, dat er geen bezwaren zijn ingekomen, bepaalt de Raad den datum waarop de wijzigingen in werking treden." Bepalingen in bovenstaanden geest dienen alsnog iu het ontwerp te worden opgenomen. Eeu eigenaardige bepaling hoeft de minis ter nog iu zijn ontwerp m het geval, dat eeu eenmaal bestaand reglement gewijzigd wordt gedurende de dienstbetrekking of dat eeu reglement gedurende dien tijd wordt vastgesteld on de arbeider zich niet met liet reglement wil vereonigen. Iu dat geval wordt do weigering beschouwd als opzeg ging vau dienst on liggen er da u tu&sehen dezen dag on clou dag waarop hot reglement in werking treo.lt, niet zoovele vrije dagen als do opzeggingstermijn bevat, dan hoeft de arbeider aanspraak op een schadeloos stelling. De heer Drucker heeft OJBU andere regeling voorgedragen. In zijn ontwerp mag het reglement niet eerde-r dan 29 dagen nadat de arbeider met den inhoud van het regle ment is in kennis gesteld, wordou in wer king gesteld, zoodat de arbeider, wil bij niet onder het reglement dienen, allen tijd hoeft hoen te gaan met inachtneming van den termijn van opzegging. Mouh dit laatste niet het geval zijn, dau zal de rechter nog het arbeidscontract kunnen ontbinden, in dien hij meent, dat hier een gewichtige reden aarwezig is. Het stelsel-Drucker hoeft naar mijne meening n gebrek en wel dat het niet voor ziet in het geval, dat de invoering van een nieuw of een gewijzigd reglement eerder dan op den 29sten dag noodig is. liet kan toch zijn, dat bijzondere omstandigheden dringend eischon dat nieuwe bepalingen van orde b.v. onmiddellijk in werking tre den, al kunnen do werklieden zich daar mede niet vereenigen. In dit opzicht is dan ook het stelsel van den minister beter, maar ook aan het door dezen bewindsman voorgedrageno kleeft eon foat,on wol,dat in het door mij veronderstelde geval de patroon steeds sehadevergoe iiug aan den arbeider moet uitkeei'en, zelfs wan neer do onmiddellijke invoering iu het be lang van den arbeider is, doch deze zich toch om allerlei redenen niet met liet regioment wil vereenigen. De minister motiveert aldus: Daar hst echter niet raadzaam is voorgekomen zo ader good3 groaien de vrijheid van ondernemers in dit opzicht aan banden te leggen, moest naar eon middel worden omgezien ona voor de belangen der niet-mcogaaiide arbeiders te waken in het geval dat de wijzigingen spoedig in wer king moeten treden. Dit middel, waardoor de arbeider, die binnen den tijd van den opzeggingstermijn don dienst moot verlaten, dezelfde schadeloosstelling erlangt als waarop hij recht zoude hebben, indien de werkgever hem zonder gegronde, vooraf moogo leelde, redenen ontsloeg, schijnt den ondergetoekende tevens eene aanleiding voor den werkgever om slechts in gevallen van ernstig aanbelang do inwerkingtreding van wijzigingen op een korten termijn te bepalen." De minister stelt dus het onderhavige geval gelijk aan dat waarin de werkgever zonder gegronde, vooraf meegedeelde rede nen een werkman ontslaat. De gelijkstelling deugt niet naar mijne meening Wanneer werkelijk do omstandigheden eisenen de onmiddellijke invoering, dan heeft ieder werkman zich daaraan to onderworpen. Wil hij toch heengaan binnen den opzeggings termijn, goed, maar dan doe hij het op eigen risico, zon er aanspraak te kunnen maken op eonige schadevergoeding. liet komt er dus op aan door eon onpar tijdig on deskundig college to doen vast stellen de noodzakelijkheid van onmiddel lijke invoering en zou nu ook de Kamer van Arbeid in deze niet deze taak op zich kunnen nemen 'i Ik zou dus wenschen het stelsel vanden minister met deze aanvulling, dat er geen aanspraak door don werkman op eeno scha devergoeding gemaakt kan worden ingeval j de betrokken Kamer van Arbeid van oorI deel is, dat onmiddellijke invoering of l invoering binnen deii tijd van don opzegj gingstermijn noodzakelijk is. Het opnemen van boetebepalingen in hot reglement is zoowel door den lieer Drucker als door den minister geregeld. Deze rege ling is evenwel weer uiet volledig, /oa ontbreekt de bepaling, dat de boete moet worden aangewend tou voordoelo vau de werklieden on weer is de reden liet moor genoemde enge keurslijf, omdat in oen privaatrechtelijke regeling eon bepaling betreffende hot uitoefenen van toezicht niet op haar plaats is. Ik wil hier alleen nog vermelden, dat in het on t werp-Drueker wel, in het ininisterieele ontwerp niet voorkomt de bepaling, dat de boete niet mag strekken tot persoonlijk voordeel van den patroon. Wel bevat het j laatste ontwerp het voorschrift, dat de boete niet mag strekken tot voordeel van den ondergeschikte, die do bevoegdheid heeft boeten op te leggen. Ik zou het beter gevonden hebben in deze den heer Drucker te volgen, die meent, dat het voorschrift niet op een bezwaar z;u stuiten, zooals uit de arbeidsenquête met zekerheid mag wor den opgemaakt. K a m pen. Mr. l'r.H. S. VKI.DMAN. i

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl