Historisch Archief 1877-1940
No. 1405
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Benige opmerkingen over
stedenbouw.
Naar aanleiding van de Damkwestie te
Amsterdam,
IV.
Niet het gevoel alleen mag aan ons oor
deel tot richtsnoer strekken; ook aan het
beredeneerend verstand komt een rol toe.
Ieder dient maar hoe weinigen doen
het? ieder dient de mooie oude steden
twee malen te doorwandelen om tot een
juist, althans billijk oordeel n over hunne
quahteiten n over hetgeen onze tijd op
het gebied van den stedenbouw voortbracht,
te kunnen komen. Eens, rondziende met het
oog van den kunstenaar of archaeoloog, die,
na genoten te hebben opgetogen nieuwe ver
rukkingen na en tegemoet reist en andermaal
gewapend met het kritisch verstand van
den technïkus, met den wetenschappeliiken
geest van den hygiënist of het cijferboek
van den statistikus en bovendien in het
stellige voornemen zich te verplaatsen naar
het standpunt van de bewoners, die ge
dwongen zijn in bedoelde stad te wonen
?en hun brood te verdienen.
De verrukking door het eerste bezoek
opgewekt, wordt dan ook vaak verre over
schaduwd door den indruk van het tweede.
Dan zal het ook niet slechts verklaarbaar
maar zelfs begrijpelijk worden, kortom dan
wordt: tout comprendre, tout pardonner, dat
de bewoners van menige stad, van menig
?oud huis, het zij zoo artistiek en schoon als
het wil, kalm en gelaten den toorn eener
kunstenaars- en archaeologen-wereld over
zich heen laten suizen zonder zich daar iets
van aan te trekken, dat zij liever voor
Vandalen zich laten uitmaken dan in
ongeriefelijke woningen lucht en licht te derven,
dat zij eerder geneigd zijn hunne schilder
achtigheid te missen dan ter wille van een
groep artisten oiseaux de passage boven
dien voor het grootste gedeelte hunne
gezondheid. Inderdaad in zulke gevallen
zeker, is de kunst er ter wille van de
menschen, niet de menschen ter wille van de
kunst.
Is ooit eene stadmodernisatie in de krin
gen van kunstenaars en oudheidkundigen
scherper en heftiger veroordeeld dan de
Bouaansche ? Maar nog staan enkele stukken
van qud-Rouaan overeind en maken het
mogelijk oud en nieuw te vergelijken.
Welnu, wandel daarin rond en zie daarbij
niet alleen naar dit of gindsche schilder
achtige geval, maar denk ook aan de wo
ningen welke achter die heerlijk vervallen
geveltjes, in die pittoreske doorgangetjes
gelegen zijn; stel u de kamers voor uit
wier oh zoo guitige kleine venstertjes de
bonte lappen te drogen hangen, die tegen
de grauwe hoofdtoon zoo pikant afsteken,
snuif eens ferm van de benauwde, muffe
atmosfeer en meen dan, dat ge dien avond
niet zult terugkeeren naar uw hotel aan de
Seine-kade en ik vraag u: zult ge dan nog
zoo vertoornd wezen op het Bouaansche
gemeentebestuur, dat met krachtige hand
ingrijpend, opruiming hield in die oude
schilderachtigheid ?
Nog een voorbeeld wijl eenige in den
laatsten tijd verbreide geruchten oorzaak
waren dat er zelfs in onze dagbladen tegen
geschreven werd.
Welke stad komt den reiziger schilder
achtiger, poëtischer voor dan Venetiëals
hij in de zacht wiegelende gondel voort
glijdt door de droomige stilte harer grachten
en kanalen en zich overgeeft aan de
betoovering der steengeworden sprookjeswereld
die hem omgeeft?
Niet waar, driewerf schande dat snoode
plannen bestaan en ten uitvoer worden
gebracht om eenige dier grachten te dem
pen, dat het voornemen Venetiëdoor een
brug met de kust te verbinden dreigt de
stad een deel van hare oorspronkelijkheid
te ontnemen en haar een stap verder te
drijven ,op het modernisatie en normalisa
tie-proces. Edoch in zekeren zin is het de
poëzie en de schilderachtigheid van een
versierd graf, die wij hier bewonderen.
Want behoort de bleeke, kwijnende
bevolMng, die 's avonds uit de enge sloppen en
stegen te voorschijn komt, behoort die be
volking niet ook tot het stadsbeeld zoo
goed als de gebouwen en de bruggen en mag
een sterftecijfer van 32 per 1000 nog langer
geduld worden al gaat verbetering ten
koste van oude schoon- en schilderachtig
heid-? Moet in zulke gevallen het egoïstisch
geriot van artisten en oudheidkundigen den
doorslag geven, als het is uitgemaakt dat
hunne liefhebberij een deel der schuld
draagt en alleen door deze ten deele te
offeren de toestand kan verbeteren ?
Welken gelukkige echter is het voorrecht
beschoren om te kunnen: contenter tout
lémonde et son père ? De kool tésparen
en de geit, het oude te behouden en toch
het nieuwe te bereiken, dat bleek in den
stedenbouw ook waar het ernstig be
proefd werd e.n met den besten wil ge
tracht, niet steeds mogelijk. Geen wonder
dus dat de technici, wien deze hopenlooze
taak placht te worden opgedragen, een
f root deel verguizing ondervonden en dat
etgeen zij tot stand brachten dikwijls over
het hoofd is gezien, ter wille van hetgeen
zij daartoe moesten doen verdwijnen.
Vom sichern,Port lasst sich's gemachlich
raten. Met Mt' potlood in de hand gewa
pend, met de kennis van de plaatselijke om
standigheden en ook van de technische gege
vens, moet h^t vraagstuk behandeld worden,
niet om er kritiseerend over te schrijven
bij voorkeur, maar om het te teekenen en
dan zal de ondervinding niet uitblijven,
hoe gemakkelijk het vaak is, om luide ach
en wee te roepen over een vandaalschen
zin, zonder dat het mogelijk is eene betere
oplossing aan de hand te kunnen doen.
Vandalisme! Het is eene leuze van den
tijd en door haar aan te heffen is het niet
moeilijk eene in haar geestdrift
luidruch.tige kunstagitatie in het leven te roepen,
waarnevens de stem van het beredeneerend
overleg nauwelijks gehoord wordt. Met
weinig begrippen hoort men zooveel scher
men als met dat van vandalisme. Om de
haverklap wordt iemand heden is een
minister aan de beurt, morgen deelt een
kruidenier diens lot beschuldigd geest
verwant te zijn van de horden, waaraan
Geiserik, Carthago's Nemesis, in 455 Rome
tot eene veertiendaagsche plundering over
leverde.
Een te veelvuldig gebruik opende de ge
legenheid tot misbruik, tot averrechtsche
toepassing, waarbij.' óver het hoofd werd
gezien hoe, om van vandalisme" te mogen
betichten, staat te worden aangetoond dat
de vernietiging volstrekt zinloos was of als
eenig motief had het onverklaarbaar genoe
gen dat woestelingen blijkbaar kunnen
scheppen in het te gronde richte van iets
moois. Dit vergetende maakte men van het
woord vandalisme, te pas en te onpas, een
gebruik zóó ruim en bovendien soms zóó
onbillijk dat het gaandeweg met ten minste
evenveel wantrouwen en voorzichtigheid
dient te worden aangehoord en onderzocht
als bijv. de eischen van het verkeer" die
na bij vele gelegenheden inderdaad te zijn
overdreven, nu bij enkelen in het geheel
geen geloof meer vermogen te vinden.
Is de bovenbedoelde kruidenier een van
daal als hij uit zelfbehoud zijn winkel
moderniseert en vervormt ten einde achter
groote spiegelruiten eenzelfde, in 't oog
vallende etalage te kunnen maken als waar
aan zijn konkurrent in de nieuwe stads
wijken zijn succes dankt. Dit geval
vandalistisch te schelden is onjuist. Is een ge
meenteraad yandalistisch als hij na rijp
beraad besluit voor een wel gemotiveerde
eisch van praktisch of hygiënisch belang
een straat te breken of een gracht te dem
pen, ook al geschiedt het, met de stelling
gouverner c'est prévoir voor oogen eens eer
de behoefte bepaald dwingt? Zeker daar
mede wordt een stadsbeeld misschien aan
getast, verminkt zelfs als men het zoo eens
liever noemen wil. De geschiedenis leert ons
evenwel dat het een veeg teeken is als een
stad zich niet vervormt, maar zich onver
anderd handhaaft eeuwen achtereen. In een
gezond en levenskrachtig organisme als een
stad behoort te wezen komt zulk een ver
schijnsel niet voor. Een goedgunstig lot
beware Amsterdam er voor eens, als een
tweede Venetië, uit alle oorden der aarde hen
tot zich te trekken die eene curieuse oude
stad willen zien, waar de geest van ver
vlogen tijden nog rondwaart.
Een stad mag niet volgens dezelfde be
ginselen worden bezien en behandeld als
een schilderij, een beeldhouwwerk, een
museum-object in het algemeen. De stad,
d. w. z. de levenskrachtige, bedrijvige stad,
is een gebruiksvoorwerp: het
uitiliteitsbeginsel, al behoeft het niet alleen te
heerschen, staat toch op den voorgrond; vol
daan moet zijn aan de vele en velerlei
samengestelde en imperatieve eischen ter
wille van het gebruik gesteld; zij moet
gebruikswaarde bezitten en mag niet alleen
beoordeeld worden naar hare kunstwaarde.
Gelukkig evenwel dat in de praktijk blijkt
hoe de wederzijdsche eischen veelal onge
zocht te kombineeren zijn.
Slechts enkele hopeloos doode steden
vele der zoogenaamde Villes Mortes"
immers zijn slechts schijndood kunnen
bij wijze van luxe-voorwerpen beschouwd
worden, die men in beschermende vitrines
bewaart, voorzichtig nu en dan toont en
met angstvallige zorg tegen een schram
metje of vuiltje beveiligt.
Quieta non movere, niet storen wat rustig
is, luidt een oud voorschrift van wijze poli
tiek, dat in deze gevallen toepassing vin
den kan.
Wilde men echter een deel eener zich
roerende, nijvere, bedrijvige stad als onder
een stolp afzonderen, het zou al spoedig
afsterven en in zijn ondergang mogelijk
het geheel meeslepen. Een enkel bouwwerk,
een merkwaardige groep desnoods die uit
artistiek of historisch oogpunt bijzondere
b teekenis bezit, ook een plein misschien
met kunst- en vliegwerk, kan men op die
wijze behandelen maar niet een stad of
stadsgedeelte. En dan zelfs mogen wij het
oog niet sluiten voor de dikwijls harde
onbillijkheid die voor den bezitter of gebrui
ker van zulk een merkwaardig perceel kan
voortvloeien uit de beperking van zijne vrije
beschikking.
Met smart en leedwezen zal de sloo pende
hand dikwijls moeten ingrijpen en het besef
veel eerbiedwaardige en bekorende schoon
heid te vernietigen zonder er onmiddellijk
een aequivalent voor in de plaats te kunnen
stellen, zullen hen die geroepen zijn onze oude
steden te vervormen overeenkomstig onze
behoeften, hun taak vaak niet weinig bemoei
lijken en veronaangenanien in menig op
zicht. Maar toch, zij zullen in het algemeen
van zulk een te vervormen stadsgedeelte
afscheid nemen om het hartelijk te verwel
komen in een yerjongde gedaante als bewijs
van ontwikkeling, voorspoed en bloei.
Veel verzet tegen wijziging van eenigen
bestaanden toestand is niet anders te ver
klaren dan uit een behoudend schoonheids
gevoel, liet is als berustte die bestrijding
soms op soortgelijke overweging als zekere,
in de geschiedenis van het pruisische
parlementarisme beruchte lapsus linguae":
Die Grimde kenn ich nicht, aber ich musz
sie miszbilligen". Behouden van wat schoon
en goed is, kan alleen in zooverre een lof
felijk streven genoemd worden, als het niet
in den weg staat aan de mogelijkheid iets
daar te stellen wat schooner is of aan het
bezit van die eigenschap in gelijke mate,
grooter praktische waarde paart. Dan treedt
ons Goethe's woord in gedachte: Altes
Fundament ehrt man, darf aber das llecht
nicht aufgeben wieder einmal von vorn zu
gründen.
(Wordt vervolgd). LELIMAN.
Staat en Tooneel,
Sinds enkele jaren wordt hier, in Londen,
druk geijverd voor een staats-theater en voor
tooneelsubsidies. Dat is geen gril van eenige
ijveraars, maar het ernstig verlangen van
serieuse menschen, die met hartzeer aanzien,
en wenschen te stuiten, de degeneratie der
tooneelkunst in het vaderland van den grooten
meester der dramatiek.
Het drama wordt hier hoe langer hoe
minder op prijs gesteld. Wat het publiek
meer en meer verlangt, is muzikale comedie,
muzikale comedie en nog eens muzikale
coinedie. En het krijgt dubbel en dwars daar
van. Volgens de Era, het voornaamste week
blad voor het tooneel, dat heet gewijd te
zijn aan de bevordering van het drama, is
het de plicht van een theaterdirecteur, allén
de financieele zijde der zaak te
bestudeeren en het publiek te geven wat het
wenscht. Men kan licbt nagaan wat het gevolg
daarvan is. Het theaterpubliek verlangt
kluchtige schouwspelen, muziek, dans, kleu
ren- en lichteffecten; het heeft' geen geduld
meer naar een ernstig tooneelstuk te luisteren.
De theaterdirecties verschaffen het publiek
wat bet wenscht, en in den regel dingen, die
zjjn smaak niet verbeteren. Acteurs worden
comedianten, actrices comedianten, louter om
hun brood te kunnen blijven verdienen. In
de Times van heden, komt op de Ijjst van
22 der voornaamste Londensche theaters,
slechts n drama voor. Al de andere opge
voerde stukken zyn kluchtspelen en muzikale
comédies. De beste theaters worden verlaagd
tot een soort van music-hall. Er is zelfs ern
stig sprake van geweest, om het beroemde
tbeater van Sir Henry Irving, het Lyceum, tot
zoo'n plaats van luchtig vermaak te bestem
men. De heer Beerbohm Tree van His
Majesty's Theatre achtte zich verleden jaar
gedwongen om de opvoering van Tolstoï's
Opstanding" aantrekkelijk te maken door
troep Kussische zangeressen en balletdanse
ressen. En de overigens goede tooneelcriticus
van The Sunday Sun, verklaarde in dat week
blad van 6 Dece oaber, dat hij veel liever een
ganschen avond in het Hippodrome doorbracht
bij de nabootsing der menschelijke maniereu
van den fameuzen aap Consul, dan een paar
uur bij de beste opvoering van Maxim
Gorki's treifend tooneelstuk Nachtasyl",
waarvan de Stage Society uit kunstzin hier
een paar voorstellingen gaf, evenals verleden
winter van Heyerman's Spel van de Zee."
Zoo treurig is het thans met Engelsche
tooneel gesteld, dat de Times die tegen
woordig waarlijk niet verdacht kan worden
van in het algemeen ingenomen te zijn met
maatschappelijke bemoeiingen van staat en
gemeenten is gaan pleiten voor staatshulp
om de nationale dramatische kunst er weer
boven op te helpen. En wel naar aanleiding
van een pas verschenen belangrijk
regeeringsrapport over het subsidieeren der toon- en
tooneelkunst in het buitenland.
Dat rapport waarop ik de aandacht
vestig van allen die belangstellen in het
onderwerp werd op last van het
Lagerbuis door den minister van buitenlandse h
zaken samengesteld. Het bevat interressante
mededeelingen van Britsche consuls van niet
minder dan 25 vreemde staten die door
subsidies, uit de openbare kassen, de natio
nale dramatiek en compositie aanmoedigen.
Engeland en Nederland zijn de eenige
Europeesche staten die zich daarvan onthouden.
/ij staan in dat opzicht ten achter bij min
der beschaafde staten als Chili, Roemenië,
Kusland en Servië.
Ik zal trachten zoo beknopt mogelijk eeri
overzicht te geven van het White Paper, dat
bij Eyre and Spottiswoode is te krijgen voor
den luttelen prijs van 4>i stuivers.
In Beieren worden tooneel- en operavoor
stellingen ondersteund door den staat, de
kroon en de gemeenten. Het nationale Theater
van München behoort aan den staat die het
tevens onderhoudt, terwijl bet door de kroon
wordt bestuurd. Het residentie Theater,
behoort aan en wordt tevens beheerd door
de kroon. Voor beide theaters wordt jaar
lijks op de civiele lijst 250,000 Mark uitge
trokken. Sommige gemeenten van Beieren
subsidiöeren de lokale schouwburgen, of
staan het gemeentelijke Tbeater gratis aan
een private compagnie af, zooals Regensburg.
Het Hof-theater van Würtemberg wordt
door den koning bestuurd. Voor het
onderboud wordt jaarlijks ongeveer 300,000 Mark
op de civiele lijst uitgetrokken.
Belgiëis zoo dicht bij bonk, dat vermoe
delijk de meeste lezers wel weten hoe flink
bij onze zuidelijke buren de nationale toon
kunst en dramatiek door staat en gemeenten
worden bevorderd. De minister van land
bouw en fraaie kunsten, benoemt om de
drie jaar een commissie van vijf personen,
die de geheel op muziek gezette lyrische
stukken onderzoekt van auteurs, die dingen
naar de staatssubsidie van 500 tot 1500 frcs.
per afdeeling. De minister van openbaar
onderwijs heeft voorts nog vier commissies:
voor Vlaamsche, Franscbe en Waalsche
tooneelstukken en voor composities. Deze
commissies beslissen over de subsidies door
hém aan de auteurs gegeven, in de vol
gende minimum en maximum bedragen voor
elke opvoering:
Een drama, coniedie of blijspel in:
5 of meer bedrijven van 100?150 frcs.
4 bedrijven. . . . 80?120 .,
3 . . . 00?90 ".,
l of 2 . . . 40?00
Een opera in :
4 of 5 bedrijven. . 150?250 ..
3 . 100?ISO !.
2 . 90?140
l bedrijf. . . . . 00?90
Speciale subsidies kunnen ook verleend
worden aan auteurs, componisten, theater
directies of tooneelvereenigingen. De meeste
groote steden van Belgiësubsidiëeren een
of meer schouwburgen. Brussel geeft jaarlijks
140,000 frcs, aan de koninklijke opera en
15,000 frcs. aan het Vlaamsche theater.
In Bulgarije geeft de Staat jaarlijks een
subsidie van ongeveer ? 30,000 aan de natio
nale tooneelvereeniging Selza i Sniekh". Te
Sofia en Roestsjoek subsidiëerea de gemeen
ten liet tooneel.
In Centraal Amerika geven de Staten Costa
Rica, Guatemala, Nicaragua eu Salvador
fluancieelen steun aan tooneel- en opera
uitvoeringen.
In Chili kent de hoofdstad Santiago een
eigen operagebouw, dat gratis afgestaan wordt
met het vrije gebruik der tooneel-decoraties
en der costurnes, aan gezelschappen die jaar
lijks uit Europa komen. Het gezelschap ont
vangt al de inkomsten der zitplaatsen, met
uitzondering der loges. Deze worden ieder
jaar bij opbod verhuurd, wat vaak goede
sommen oplevert: verleden jaar ?60,000.
Deze gelden worden door de gemeente tot
het einde van het seizoen in reserve gehouden.
Is zij dan tevreden over de uitvoeringen van
het gezelschap, dan ontvangt deze het geld,
dat anders in de gemeentekas wordt gestort.
In Denemarken werd verleden jaar een
wet uitgevaardigd, die het Staatstheater van
Kopenhagen plaats onder het beheer van
den minister van godsdienst en onderwijs,
en onder het bestuur eener door den koning
benoemde directie, uit de Staatskas gesalari
eerd. De Staat geeft voor vijf jaren een
jaarlijksche subsidie van 125,000 kronen voor de
exploitatie, en betaalt voorts de onderhouds
kosten, de gemeentelijke belastingen en de
verzekeringspremies van het gebouw.
In Duitschland ontvangen de opera en het
Theater van Berlijn, tezamen 1,080,000 mark
ondersteuning uit de Pruisische Kronkasse.
Terwijl het Hoftheater van Weimar, jaarlijks
een subsidie van 30,000 mark van den Staat
ontvangt, en vervolgens alle andere onkosten
der voorstellingen van den groothertog. Het
groothertogdom Hessen, verleent steun tot een
jaarlijksch bedrag van 50,000 mark aan het
kurhaus van Nauheim, voor concerten en
operavoorstellingen. De stadstheaters van
Giessen, Mainz en Worms, ontvangen uit de
gemeentekas jaarlijks respectievelijk 3000,
150,000 en 15,000 mark subsidie. Het theater
van Carlsruhe wordt onderhouden door het
groot-hertogdom van Baden, dat het konink
lijke theater van Mannheim ieder jaar met
23,000 mark subsidieert. Saksen geeft alleen een
staatssubsidie van 25,000 mark aan hét orkest
van het bad Eister. Doch de volgende steden
geven subsidies aan theaters uit de gemeente
kas : Annaberg, Bautzen, Chemnitz,
Crimnitschau, Freiburg, Glauchau ,Leipzig, Plauen,
Reichenbach, Zittau'en Zwickau. De koning
van Saksen subsidieert de Dresdensche
theaters.
In Egypte verleent het gouvernement jaar
lijks een bijdrage van ?65,00.0 aan de Sociét
Artiatique, voor het betalen van 36 opera
zangers en 24 acteurs te Caïro en Alexandrië.
Het geeft verder jaarlijks ongeveer ? 50,000
voor het onderhoud van het operagebouw
vau Caïro en van het Theatre du Jardin van
d'Erbekieh, beide gouvernements eigendom.
De stad Alexandriësubsidieert het lokale
theater jaarlijks met een som van ? 6000.
De vier nationale schouwburgen van Frank
rijk, wor len jaarlijks door den Staat, die de
gebouwen gratis afstaat en grootendeels ook
onderhoudt, gesteund als volgt: De Opera
ontvangt 800,000 francs, de Opéra-Comique
300,000, het Theatre Francais 240,000 en het
Odéon 100,000. Het zal wel geen nieuws
voor de meeste lezers zijn, dat het bestuur
van den Parijschen schouwburg verplicht
is, iedere maand n groot stuk, of mins
tens twee kleine stukken, van vroegere of
van tegenwoordige auteurs op te voeren.
Hier worden de tooneelstukken van eenige
beteekenis gewoonlijk honderde malen ach
tereen opgevoerd, wat allerminst bevorderlijk
is aan de kunst van tooneelschrijven.
Griekenland is is zeer bescheiden met zijn
staatshulp. Vroeger werd nogal eenige sub
sidie gegeven aan philharinonische gezelschap
pen in verschillende plaatsen, maar op het
budget van 1-903 was enkel ? 900 uitgetrokken
voor de Vereeniging tot opvoering van oude
Drama's". De gemeenten van Athene,
Cephalonië, Corfu, Patras, Syra en Zante, bezitten
echter een eigen theater en ondersteunen de
uitvoeringen daarin.
In Italiëwordt de dramatiek niet van
staatswege bevorderd. Maar de volgende
steden subsidieeren haar met
jaarlijkschebijdragen: Cagliari ? 20,000, Cataniö? 1400,
Florence ? 1000, Genua f 30,000, Milaan
? 45,000, Napels ? 35,000 en Palermo ?6000,
terwijl Turijn de toonkunst ondersteunt met
een jaarlijksche subsidie van ongeveer ? 55,000.
In Noorwegen mthoudt de Staat zich even
eens vau het aanmoedigen der tooneelkumt.
Doch bij parlementsbesluit van 1888, ontving
het nationale theater van Christiania een
jaarlijksche subsidie van 20,000 kronen uit
de gemeentekas. De stad Bergen subsidieert
het lokale theater jaarlijks met 5000 kronen
en draagt voorts 2500 kronen bij voor het
pensioenfonds der tooneelspelers. Stavanger
ondersteunt het stads-theater ieder jaar met
1500 kronen.
De Britsche consul van Lissabon zond Lord
Lansdowne uitvoerige mededeelingen over
de lijdensgeschiedenis van de opera San Carlos
en het theater Donna Maria, van Lissabon,
die het gouvernement toebehooren. De Staat
subsidieerde vroeger de exploitatie dier beide
inrichtingen. Doch ze worden tegenwoordig
enkel huur-vrij aan tooneelgezelschappen
afgestaan.
Het nationale theater der hoofdstad van
Roemeniëwordt door het gouvernement gratis
afgestaan en bovendien gesubsidieerd met
ongeveer ? 45,000 van den Staat, ?5000 van
de kroon en ? 2500 van Ilfos' districtsbestuur.
Het stadstheater van Jassy ontvangt jaarhjks
van den Staat ongeveer ? 30,000 an van de
gemeente ? 11,000 subsidie; het theater van
Crajowo respectievelijk ? 13,500 en ? 5( 00.
Merkwaardig is, dat nergens zooveel van
overheidswege wordt gedaan oni de dramatiek
en toonkunst te bevorderen als in het land
van den knoet". Petersburg en Moskou, be
zitten elk drie keizerlijke theaters, die het
eigendom van den autocraat zijn en door den
minister der keizerlijke huishouding worden
beheerd. Beide steden hebben voorts een
staatsconservatorium. In 1902 werd allén
aan die acht inrichtingen niet minder dan
? 3,600,000 subsidie uit de staatskas gegeven,
behoudens een belangrijke som aan pensioe
nen van afgetreden artisten der keizerlijke
theaters. Het theater wórdt in Rusland
terecht beschouwd a]s een opvoedings
inrichting. Weshalve het gouvernement zich
beijvert om de uitvoeringen te brengen in
het bereik van allen. De opvoering der beste
opera's kan in de beide hoofdsteden worden
genoten voor vijf stuivers, van Russische
tooneelstukken voor drie, van Fransche voor
negen en van Duitsche stukken voor tien
stuivers.
De vier theaters van Warschau staan
onder het bestuur van een directeur door
de minister van binnenlandsche zaken be
noemd, als een waarborg dat geen stukken
in de Poolsche taal daarin worden opge
voerd. Tot op 1898, werden ze door het
gouvernement gesubsidieerd. Maar in dat
jaar ontvingen ze tezamen een gift van
? 160,000 uit de staatskas tot dekking der
tekorten, terwijl de jaarlijksehe subsidie werd
ingetrokken. Het gouvernement ondersteunt
echter verschillende inrichtingen der Finsche
hoofdstad. Het Zweedsche theater van
Helsingfors ontvangt jaarlijks ? 6500, het Fin
sche ? 5000, de philharmonische vereeniging
? 18,500 en de muziekschool ? 12,000. Terwijl
de toonkunstvereenigingen der steden Abo,
Viborg, Tammerfors en Vasa eveneens wor
den gesubsidieerd. In 1828 werden in het
Tsarenland de populaire theaters ingevoerd.
De meeste groote steden bezitten tegenwoor
dig een Narodney Dom" of volkspaleis,
door het gouvernement ruimschoots gesub
sidieerd,
De staat van Servië' ondersteunt sedert
1809 het nationale theater van Belgrado. De
jaarlijksche subsidie bedraagt tegenwoordig
43,000 francs.
In Spanje draagt de Staat jaarlijks ongeveer
? 85,000 bij tot onderhouden van het
Madridsche conservatorium voor toonkunst en dra
matiek. Terwijl verschillende steden, w. o.
Barcelona, Las Palmas, Madrid en Valencia,
die kunsten subsidiëeren.
De Italiaansche opera van Montevideo
wordt door het gouvernement van Uruguay
financieel gesteund, verleden jaar met 10,000
dollars.
In de Vereenigde Staten komen zulke
sub
IIIMIIllllMIIIIIIIMlIIIIIIIIIIIMlIIIIIIIIrtMIItllMinlIfl
J. J. BLESING,
Kunsthandel»
's-GRAVENHAGE,
Molenstraat 65,65" en 61.
Moderne Schilderijen,
Aquarellen en Gravures.
Panorama-Gebouw.
Amsterdam,
PlantageAntieke Meubelen, Porceleinen, Schil
derijen, Perzische Tapijten.
Vaste prijzen. Toegang vrtj.
modern
)5J
zijn smaakvol
zeer concurreerend. Afbeeldingen
beschrijvingen met prijzen gratis
franco.
%34&i*
Filiaal l» A tl KAK
zen
en
en
AfnSTERDAfll
AARDÊUJERK
EM TEGELS
L BINNEN
INRICHTING TOT
MEUBELEERING
EN -VERSIERING.
33DER- WONING
I2O-ROKIN-12O