Historisch Archief 1877-1940
No. 1406
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
de gesprekken van de Heemraden en do Heer
schappen, komt liij tot de slotsom, dat het
Zuiden met vrij wat scliooner kleuren is
gemaald" dan het Noorden, (i)
T h ij in zocht het in de karakters.
Heeremnn van de Zuidzijde onderscheidt zich,
zegt bij, dooj'?zekej-e schilderachtige mystiek",
enz.; de bewoner van het Noorden is de
man van 't gezonde verstand", etc.; Vreriek,
aan de Noordzij.de, is practisch evangelisch
en stipt aan de wet gehecht", Lantskroon,
aan de Zuidzijde daarentegen is lilosophisch
en diplomatisch. ? ? ?" 7) Zodat dan ook bij
Thijm het Noorden verkleineerd stond tegen
over het Zuid.
Dr. Hettema, we zeiden het reeds, deelde
dit gevoelen niet. Hij ziet Vrerick in wie hij
de trekken van Frederik Hendrik herkent,
met hoger eigenschappen bedeeld dan
Lantskrooü; ontdekt ner.g*ns voorliefde voor 't
Zuiden, noch 'vijandschap tegen 't Noorden ;
laat het denkbeeld a«in 'n Nederland dat vrede
sluit m&t 'n vroege* .vijandig Spanje varen,
en ziet in de strekking van 't spel alleen de
ideale broederschap, van de zonen van 't
Nederlandse ras.
By schrijver dezes bestaat echter enige
twijfel, of het Lantspel" wel zon staan in
het.teken van 'n-specifiek Algemeen Neder
lands Verbond. Ken sleutel op dit stuk,
zoals hij 't op de Palamades deed, gaf V ondel
niet; willerj wij Leeuwendael" of enig ander
stuk als politiek" verdenken, dan moeten
we zelf de oplossing vinden. De vraag is
zelfs, of wij, eenzijdig geleid, ons juist met
Vondels staatkundige gevoelens hebben bezig
te houden, en of wij bij 'n dichter als hij,
van top tot teen allegorie», en hoven alles
Christen en Katholiek, in z'n spelen niet meer
mogen zoeken, zij bet verallegoriseringen van
orthodoxe leerstukken, of wel
verzinnelikingen van z'n theogoniese denkbeelden. De
L e e u w e n d a l e r s reeds, lenen er zich toe.
Vondel had, om voor z'n publiek 'n half en
half Arkadies landschap met 'n heidense god
heid te vertonen, genjakkelik Diana, die naar
z'n zeggen, juist mejisenojïej-s. vroeg, op 't
toneel kunnen brengen. Maar waarom
neemthij voor Diana Pan ? In z'n Opdracht" ze.gt
hij 't roede : orp iets groters aan te wijzen,
't welck van het Heidendom door dien
zeldtzamen afgod t uitgebeelt wert. Want die
vervloeckte afgoderij, en het menighvouwdigh
verdeelen van het enckele en eenige Wezen
der Godtheit in ontelbare bijgoden, terzijde
gestelt, zoo schilderde Pan haer wat groots
en waerachtighs voor d' oogen." Hij is het
Al, en de nataurwijze Heidenen wouden
door zijn bcelt de geheele Natuur, of liever
de UüiUheiil .... uitbeelden." De bedoeling
is duidelik : Pan is het nevelbeeld van Jehova,
de D o u s I g n o t u s ; 8) de paganistiese
type van de ware (iod, wiens dienst door
Vondel geacht werd in verbasterde vorm bij
de Kgyptenaren en de (irieken aanwezig te
zijn ewoest; 9) en deze (ïodïieid, zonder
wie de mensen de vrede o p aarde niet kunnen
terugkrijgen is in het landspel de Bemiddelaar
en Vredestichter geworden. Met de rol van
(!od als Vrederechter o:> aarde klopt dan ook
de beschouwing, niet alleen bij Vondel, maar
iu heel du denkwijze in de literatuur van de
17de eeuw, uit Griekse en Romeinse oudheid
overgenomen, dat liet mensdom, eertijds
tevreden mot liet genoegzame, maar door
weelde en overvloed ontaard, met de hebzucht
en het winstbejag, de tweedracht en het des
poten-geweld over de aarde heeft gebracht.
De Heerschappen in Letuwendaal, de een
beamend wat de ander verzucht, bereiden
u voor op. de ondankbare tijden :
Ondanokbaer wel te recht voor veel genoten goet
In pais, die neering baerde en weelde, en overvloei;
Die baerdeu hov«,erdy, verwaent en trots en
arnadigh:
Zoo quam de twesdragltt voort, te byster en
baldadigh. 10)
En wie nog twijfelen mocht, dat het hele
stuk draait om de Verzoenende taak van de
Godheid, die de veten en de woelingen va-.i
't verdorven geslacht bezweert, hij leze de
Inhoudt van 't spel. In de aanhef reeds
ontspant zich de veer, dit) 't Verder beloop
moet leiden.
Toen de Leeuwendalers, door vrede en
voor.spoet venvaent en baldadig geworden op
de feeatijpeleu van veer en jachtgod Pan de
g.rooVe landnjaelty l hielden, gebeurde hetdatze
al bes:honckeii ei) droncken, van woorden tut
vuisten, ea messen q.aaiaen." Enz.
Kortom, aoji de toeschouwer wordt duidelijk
ge-maakt, how God, tot straf, aan de verdeelde
menshei»! exjri boete oplegt, en dat de manier,
waarop bij loting de partijen tot de boete
worden verplicht, de plaag va*n de tweedracht
niet af kan we-ren. In dit hoofddenkbeeld
worden andere stefksprekende trekken in de
literatuur van die dagen betrokken,; b.v. hoe
de verschillende staatsmachten zich in de
bezoeking moeten gedragen; hoe moeielik het
eenmaal opgezweepte volk is te stillen ; hoe de
Kaden, staande tussen Vorst en. Volk, trots
hun wijsheid en waakzaamheid, gevaar lopen
hun evenwicht te verliezoa ; hoe de Overheid,
begaan met 't wee van 't volk, bereid is voor
te gaan in 't luisteren naar ,do Go<lsw<?t.
Daarom zijn de vorsten hun namen wijzen
't uit, Vredevaders en Stedehouders;
L a n t s k r o o n en Vrerick zijn
vorsteneigenschappen; Volckaert en Heere
man, binden in hun namen, hun woorden
eii hun streven, de belangen van 't genieën
aan de roeping van 's lands Vaders. Vandaar,
als in 'u zinnespel, om de actie in woorden
en 't uitbeelden van de strijd van't gemoed,
bij 't oöer, dat verdelen van die eigenschap
pen over verschillende personen; dat slepen
van n donk beeld over verschillende tongen;
die spitsvondige uiteengerafelde dialectiek,
die terugkerende echo's in een woordenspel;
middelen, die, ter wille van 'n uit te werken
Keiiaissance-prineipe van Staat, toch door
langwijlige tussen-scènes de actie breken en
de gang van 't spel vertragen.
Kr zijn bedenkingen to maken. Naast de
Godheid, die de Godheid is, eiste 't paral
lellisme in dit stuk, ook 'n patroon aan de
andere zijde van Leeuwendaal, welke er
WoudUiodt" wordt genoemd. Doch deze
eclipseert; de Pan-dienst beheerst het al.
Ook zou kunnen worden opgeworpen, of
Vondel, een rechtzinnig man, zich de vraag
heeft gesteld, welke zijde Jiu den w are God
moest aanhangen, of wel, aan welke zijde
is van Pan z'n stam en z'n hart! Uit het
antwoord, dat het stuk hierop zou moeten
geven, blijkt al dadelik, dat de dichter zich
onmogelik die vraag heeft kunnen opwerpen,
en dat wij van onze kant hem ortieclrt
doen, met in hem sympathie voor d'ene of
audere zijde te onderstellen. Zouden we
vragen willen doen, die iu 't g.ebkd van. zij n
denken vallen, dan zullen zo moeten zijn
van algemeen-christelijken aard : als, waarom
Pan eerst de vrede brengt, als, z'n zoon
staat geofferd te worden; wat of do,
Wildouvin, mikkende op t'h ar t van Pan, en
daarna verwonnen afdruipende, betekenen
m.ag; of er ook dieper zin kan liggen in de
offers, die Pans tussenkomst voorafgaan.
Doch, afgezien van het gevaarlike om al o
vragende ons in 'n waruet te verstrikken,
lijkt ons de fabel te veel maakwerk toe, om
er christelike waarheden in to onderstellen;
anderdeels willen we ons houden aan Vondel
zelf, die uitdrukkelik vermaant om aan de
oppervlakte te blijven, daar hier volgens z'n
zeggen, eenvoudig eenige verwen err geuren
zijn onder een gemengt, en het beloop van
oorloge ea vreilehandel in het. kteiöten
ruiglisten ontworpen om alle liateMJfckheit
te schuwen." Kortom, we achtoa 't. stttk
niets meer dan 'n Arkadies herderspel in
'n zo Hollands mogelike ouageviug, met
| zichtbaar didaktiese Sta^ts-elementen, maar
| waarin de lijnen toch uitkomen op de
eeuwenj oude uitspraak, die er de kroon van uit
maakt: 't Is God die zjj 't rechtstreeks
of door middel van Stedehouders en aertsehe
Goöu" aan de verdeelde menschheid de
rust en de vrede schonk." Virgilius wist
liet- wol: Deus nobis haec otia fecit. 12).
Ku zal men ton slotte vragen staat
't spel nu in 't geheel niet in verband met
het Vredejaar KUS. waarvoor het, getuige
de opvoering, bestemd was? 't Be-ite bewijs,
dat het spel, in 1(147 geschreven, altans
gedrukt, wat z'n beloop en bedoeling betreft,
vreemd is aan liet Vredejaar zelf, ligt wel in
de zonderlinge poging van de dichter, om
geheel aan 't eind, bij wijze van
pasklaarmaking. zeker wel in 't vermoeden, dat het
Amsterdams publiek bij 'n gelegenheidsstuk
zich niet tevreden met 'n wereldje in abstracto
zou stellen, met 'n plotselinge ommezwaai,
z'n Leeuwendaal in 't spiegelvlak van de
werkelijkheid te brengen. Terwijl het hele
s! uk '11 illustratie is van de uitspraak van Pan :
Het huwlijck van een paar, geteelt uit Ackergoden
V e r e e n i g h Leeuwendaal, n a zooveel twist
en sniert.
en di! slof-Reij hierop voortjubell!
De Zuidt- en Noortzy paren
Xicli in dit jafr te hoop.
De tweedrnght is vervaren :
Men luit een vasten k n o o p, 13)
treedt de Heerschap, die de Zuidzijde verte
genwoordigt, ineens uit z'n rol. flotseling
delsreLoert hij, zonder Vrerijck er in te
kennen, die zelfs bij de vinnig*te verdeeldheid
nog altijd z'n evenknie, raadsman en ver
trooster is geweest, als 'n Filips IV bij 't
Munsterse protocol, de onaf hankelikheid van
'u Leeuwendaal-e provincie, die nooit en
nergens il 't spul om 'n scheiding in't staat
kundige en 'n vrijheid voor eeuwig heeft
IIIMIIMIIIIIIIIIIUIIIIIMHIJJMJIIIIIMIIMIttlJIIMIIIItlHMHMnilllUIMHIlHHHMIIIHHmiliniMII
IIIHIIUmmilllllHMIIHMIIIMIIIIIIMHIIIKIHIIIMUHIIIIIUIJIMIMI
iniimiiiimiiiimiliii
gevraagd. En toch, 'n toestand bestendigend,
die de verdeelde bewoners jarenlang hebben
betreurd, gebiedt Lantskroon, zich enig mo
narch gevoelend:
Ik stel mij heden in, gelijck een Vredevatlw,
De Noordzij blijf voortaan een V r ij hei t op
zieh zelf,
Zijn Heernraet' onderdaan Dat Vok'iasi-t d:it
regeere
Ten besta van het volck, en twist en onheil
ke&re.. 1.4)
Deze enige zysprong in 't stuk zelf, ?
voor Vondel zelf 'n misplaatst tussenzotsel,
? schijnt mede de oor/aak te zijn geweest,
om het hele spel in verdenking t& brengen,
en mannen als J o 11 c k b l o e t en T h ij m
te bewegen, overal Spaansgeziude gevoelens
en Hollandse antipathieën t» gaart, zweJseu.
Voor - ons, evenwel, is liet koord, waarmee
de dichter deze Pastorale aan het'MUntiKa'g
Vredesverdrag, heeft, willen-, binden,, t e dun.
Het kamt OHS- voor, dat Vondel mei- dfeze
ettelike ver/en aan 't begin en aan 't:sjot
beproefd heeft, en misschien wel node, 'n va^e
aktualiteit te geven aan 'n stuk,, dat hij in
kern als 'n waarheid voor alle tijden, en
volken heeft gedacht. De Vrede bij Vondel
had ruimer strekking, ze was 'n W e r e l
dvrede!
Dordrecht.
J. KOOPMANS.
1) Door Van Heiten in 't Leidsche tijd
schrift II.
2) Zie dr. Jan ten Brink. Gids 18G4.
3) Zie dr. Kalft' in de Xed. Speet. 1893.
4) Taal en Letteren IX, p. 301 vgg.
Zwolsche Herdrukken, (Tekstuitgaven V Deel
tje) Een en ander Vooraf. X.Y11 en XVIII.
5) vs. 109 112.
0) Jonckbloet, Letterkunde, blz. 260 vgg.
7) Alberdiugk Thijm, Gids. 187» blz.. 34-7.
8) Zie de opdracht hieromtrent, en z'n
opmerking, over Anchises geest (Acn. VI).
vs. 1011 '6(i; Inleiding op
Ovidius'Metamorphosen; Op de Teeckentolk van
Athanasius Kircher.
9) Zie Heerlijckheid der Kerke, H Boek,
10) Leeuwendalers, vs. 050 vgg.
11) Inhoudt, blz. (i.
12) Zie de Herderskout, volgende op 't
Lantspel.
13) vs. 2137 '40.
14) vs. 2116 '19.
VQQHflEElEN
van het alom
gerenommeerde
MAS6
kruiden.
Ciinnl&n
? "'JgW
uu
UU
aan groenten, vleezen, sauzen, soepen en zwakke bouillon. Hierin eouiy
eal onovertroffen.
v"eos v--'0val spaarzaam in 't gebruik, daar de oorspronkelijke smattk
^er gerechten wei vernoogü, aocn niet verdrongen moet wordon.
(jBOfUIK
in tegenstelling met de vaste extracten.
l Waar niet verkrijgbaar wende men zich, tol liet
Generaalvanaf 30 cent per flacon. | Agentuur voor Nederland en Koloniën l'At'L HORN, Aroterdau.
~~"j(i»r*K* " ^?*??mf^^^
MAOOTs onderscheidingen: 4 groote Prijzen, 28 Gouden Medailles, 6 Eere-Uiploma's, 5 Eere-Pr^zen, zesmaal buiten mededinging, o. o 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parjjg.
IL
Het jonge meisje vertegenwoordigt de
aanstaande draagster van het komende ge
slacht. De kiem van het heerlijke
nioederinstinkt is in haar aanwezig; met zorg moet
dje- gekweekt worden, en waar de vrouw
in, het leven, zujtk. een vera*).tw,oorde4ijbe,taak.
beeft, moet van, hare ontwikkeling als valfr
mensch in de opvoedkunde veel meer werk
w.orden".
. . a!* koeien, die ik
hie«boy«iï-. neesscbTeef^ en. toch is 't besef
in vel» opvoedsters nog ktlein, dat deze waar
heden al worden ze theoretisch erkend ?
prachtisoh moeten worden doorgevoerd. Als
't jong* meisje., van school thuis komt is ze
ineereödeels. .volleejul',' ; souj» gaat ze nog
wat naar kostsehp»!' ofr- naaf' een of ander
buiteplan.s«h p.easlon om een, taal vloeiend
te leenen, Bgyefeeia,. om 't weisj e lökere exotische
alluretjes-. tb geve», orad&X za wel leuk staan
voor hen, die zich laten- betoo.veren door 't
laagje vernis, dat: de» oppervlakte dekt.
Komt 't meisje- thuis, dan zot men haar
"Waar- ze> niefc./in de: noodzakelijkheid wordt
gesteld om te voorzien in haar eigen onder
houd, of dat harer ouders op een presen
teerblaadje, x]>hysiek. geschikt- om te huwen,
moreel een kind. nog; gölij b) want in de
meeste let wel, ik zeg niet in alle ge
vallen wordt de kennis van huishouden doen,
koken, kinderverzorging, gezondheidsleer, de
elementaire begrippen der paedagogie be
schouwd als bijzaak - of als iets wat
vanzelf wel komt. Dat er onder die omstan
digheden uit de jonge meisjes niet veel ver
standige moeders groeien, is bedroevend
begrijpelijk. Ik ken een voorbeeld van een
meisje dat gaat trouwen en zoo slecht de
naald hanteert, dat ze niet eens een behoor
lijke zoom weet te leggen. Het eenige doch
tertje behoefde thuis nooit haar eigen kleèren
te verstellen en in haar huwelijk zal ze voor
dat werk een naaister moeten nemen, ofschoon
zij met l»«ar man van een betrekkelijk klein
inkomen zal moeten leven.
Ik ken een huisvrouwtje van even in de
twintig jaren, die niet in staat h om aard
appelen te koken, en die in eeu der eerste
weken van haar huwelijk lustig op 't slagers
boekje schreef: eeu bal gehakt"; ze was
heel verwonderd, toen de slagersknecht Jiaar
vroeg welk gehakt 't dan wel zijn moest 011
hoeveel de bal mocht wegen.
Ik ken een moedertje dat haar eeuig kind
alles toegeeft, opdat zij zich later nooit zon
kunnen verwijten, dat zij do jeugd van haar
kind niet zoo gelukkig heeft gemaakt, als
maar mogelijk is. Alsof dat geluk" bestaat
in onzinnig toegeven! De gelukkige" kleine
is dan ook flink op weg om een naar, nukkig
kind te worden.
Zijn dit niet bewijzen te over hoe weinig
?werk er dikwijls gemaakt wordt van de op
voeding der meisjes tusschen achttien en
drie en twintig jaar? En, me dunkt, juist
dan is de inoreele opvoeding van het hoogste
gewicht; juist dan moet het aan 'tjonge
meisje worden duidelijk- gemaakt welk een
taak haar wacht, wat haar deel van het
leven is. En. wanneer meisjes en vrouwen
daarheen glijden langs 't leven, zooals ik
hierboven beschreef, is de moeder te beschou
wen als de hoofdschuldige; want zij kent
't leven, zij heeft 't zelve doorgemaakt, zij
weet wat haar kind wacht. Zij kent de ge
varen, teleurstellingen, moeielijkheden, de
verantwoordelijkheid, maar ook de zegen en
-i_T4> VOO^ DAME£.
't geluk'van het vrou\venbestaan en z'j weet
hél goed hoe haar kind staat aan de groote
poort en verwacht dat de gouden wereld zich
voor haar oog zal ontvallen, Aan demoeder
dus om de dochter te zeggen wat haar wacht
achter die poort, om haar te leiden, ha&r tot
gids en mentor te zijn. Doet zij dat niet,
dan faalt zij, of uit gemakzucht, of uit onkunde.
Ze heoft uit 't rijke leveit niets weten
te behouden dan een beetje ondervinding,
welke f.y dikwijls nog verkeerd gebruikt.
Ik heb eens aan de moeder gevraagd, van
een getrouwd vrouwtje, dat niets van de
huishouding af\vist, waarom zij hare dochter
daarvan niets had laten lecren.
Ach," verontschuldigde zy- zich, ib
hebhaar maar laten genieten (alle mogelijke
pretjes nam ze waar), ik kende, toen ik
trouwde ook niets van de ménage (dat klonk
zeker deftiger dan het Hollandsche woord)
en 't marcheerde toch; bij. haar zal 't ook
wel marcheeren langzamerhand.".
Zeker, marcheeren zal 't wel, maar hoe ?
Ali men moeders zóó hoort spreken is 't
geen wonder, dat de dochters niet anders zijn.
Het is een sedert lang bekend bekend feit,
dat do meeste groote mannen goede en ver
standige moeders hebben gehad. Wat natuur
lijk niet wil zeggen, dat goede moeders altijd
groote mannen voortbrengen, maar zeer zeker
is het karakter der moeder van grooten in
vloed op de kinderen. Xiet zelden bestaat er
bij den jongen man zekere tegenzin om de
dochter te huwen van eene slordige moeder,
vreezende dat de eerste de/er minder goede
eigenschap van de laatste heeft overgenomen.
De vroiuv des huizes drukt haar stempel op
het gansche gezin, zij moet als 't ware de
motor zijn, die 't raderwerk van 't huis in i
beweging brengt en houdt, en om dat naar
behooren te kunnen doen is goede voorbe
reiding noodig.
De meisjes worden tegenwoordig vooi vele
vakken opgeleid, behalve voor dat van hot
huwelijk. j
,,üus moet ik mijne dochter opvoeden
voor de huiselijke markt!" roept met ver
ontwaardiging een moderne" moeder.
,.ln de eerste plaats daarvoor" zou ik willen
antwoorden, ..met dit verschil dateene moeder
hare goed-opgevoede dochter niet op de hu
welijksmarkt behoeft te koop te zetten. Ook
zonder dat zal zij aan hare roeping voldoen,
want zelfs als de dochter niet trouwt, zal zij
velen ten zegen zijn.
Het is waar, dat we in eeu tijd leven van
groote evolutie, maar bij alles, wat zich ont
wikkelt, vinden we muist 't goede 't minder
goede, naast de edele vrucht woekert het
onkruid. Ku omdat 't onkruid zich vaak toxjit
met mooie, glanzende bloemen, worden op
pervlakkige vrouwen verblind door schoone
kleur of lijn en zien 't onkruid aan voor 't
ware. Ziehier bet groote gevaar. Men moet
niet 't nieuwe altijd toejuichen. Ook het oude
heeft veel goeds. Ken vijf en twintig jaar
terug, een tijd waarop de modernen met
verachtelijk samentrekken hunner lippen
smalen als den bekrompen tijd", stond, mijns
inziens, het huisgezin hooger dan nu,
er bestond-.'!! wel niet die afleidingen van
buiten en de vrouw hield zich meer afge
zonderd van 't openbare; levon, doch ik geloof
niet, dat ze er minder gelukkig om was;
integendeel, zij voelde zich tevreden met haar
taak van huishouding en kinderopvoeding
en zij beschouwde een ilaagje uit evengoed
als oen heerlijke vacantiedag. als wanneer haar
man eens vrijaf had vau zijn kantoor of zijn
dienst ot' wat zijn vak hem voor werk
gaf. Voor vele moeders en huisvrouwen is
uitzijn tegenwooidig mier i-ogel," dan uitzon
dering.
Geen moeder zou 't in haar hoofd krijgen
hare dochter te laten trouwen zonder een
welvoorzieu uitzet, waarvan zij in staat was,
zelf ieder stuk te kunnen naaien, al had ze
't dan ook niet gedaan. Verder moest zij
bedreven zijn in alle bezigheden der huis
houding, van een taart bakken, tot
kachelpoetsen toe, opdat zij do dienstboden geen
ongegron ie aanmerkingen zou kunnen maken.
Moest de jougc vrouw moeder worden, dan
werd Allebégeraadplaagd (destijds bad dat
boek de hegemonie als leiddraad tot ver
pleging van zuigelingen) eu was 't kleintje
er, dan zou de jeugdige nuuna er niet over
denken om 't de nesch te geven, wanneer
zij zelve voedsel in overvloed ha j, nog minder,
om 't-aan vreemde hulp over te laten, waar
de voeding en verzorging van een klein kind
zoo nauw. luistert. Tegenwoordig is 't geen
zeldzaamheid meer, dat do jeugdige moeder
haar kind aan eene julï'rouw of dienstbode
toevertrouwt en. zelf buitenshuis met een
of ander vak geld verdient, waarvan dan
natuurlijk weer een grooto som af moet om
de hulp te betalen, die huuhou ien en kind
verzorgt.
Het is de vraag wat op den duur
voordeeliger is, alleen materieel gesproken. Ik
zou, geloof ik, nog de voorkeur geven aan
een doodzuiniga huisvrouw en ceiie moeder
die allo zorg van haar kindje op zich neemt,
zich den heelen dag beijvert voor huis en
kind, eu daardoor geld ititn/nKtrl, dan aan
haar, die met de linkerhand weer
gro.oti'iideels uit moet geven, wat zij met do rechter
hand verdient.
Wij moeten terug naar dien ouden tijd,
doch tevens ons voordeel doen met 't geen
wij leerden uit den nieuwen tijd.
De hedendaagse hèontwikkelingsperiode
stelt ons iu staat, om ons gezond verstand
tt; doen zegevieren over zekere bekrompen
eu verouderd'1 begrippen, maar het huisgezin
is gevallen sinds de dagen van weleer (ik
reken een kwarteeuw terug) en liet is nau
ons vrouwen en moeders om het weer
omhoog te hellen.
Moeders! Voedt uwc dochters op tot
prai'üsehe huisvrouwen eu liefdevolle, dege
lijke moeders in de eerste plaats. Zijn ze
dat mooiste eu beste van allo vakken meester,
laat ze dan zoo ze- onje.huwd blijven
in andere richting zich bekwamen, indien
zij er de capaciteit voor hebben. Maar nooit
moest 't in een goed geordende maatschappij
kunnen gebeuren, dat er zoo weinig yoe/Je
moe.ili'rx zijn.
Hoe wil de maatschappij beter worden als
niet de kiem tot dat betere wordt gelegd
in 't gezin, door de moeder ? Want reeds
vroeg moet gezaaid worden, wat men later
zal willen oogsten.
Eu, het is niet alleen voldoende, dat na
het verlaten «Ier school begonnen wordt
met de opvoeding van hot jonge meisje ten
opzichte van het huwelijk, wanneer ze kind
is moet bij haar reeds de kiem worden aange
kweekt in eeu bepaalde r.chting. Zie't kleine
meisje bezig met hare poppen, met de kleine
huishouding van haar speelgoed; hoor. hoe ze
schooltje speelt, vermaningen en berispingen
uitdeelt; neem haar waar, als ze van oude
lappen niet haar persoonlijke smaak iets
maakt om haar poppenschat mee te ver
sieren ; merk op hoe reeds in dit kleine
meisje de moeder levendig is. Dit
moedergevoel te ontwikkelen is de plicht vau alle
opvoedsters.
Een dame vroeg eens aan de zoontjes van
een harer kennissen, wat ze moesten worden,
als ze groot waren. Ieder noemde een ander
vak op. Kn jij?" vroeg zij ten slotte voor
de grap aan het meisje, dat ook bezig was
te spelen in diezelfde kamer.
Ik wordt hiter 'n mevrouw eu 'n mama,"
antwoord Ie de zevenjarige dreumes, alsof
ze vond. dat dit vanzelf sprak.
Zoo moesten van huis uit alle meisjes er
over denken.
KGBKRÏHA C. VAX DEK MAXDELK.
Mei 1(.«I4. (Slot volgt.)
iiHiimiiiiftiitimMiimiHiiMiiiiiiiiiiiimiiiMimniMHHiiiiimilltltiiiiiiiiit
JutJ'ert'/es van zemen Uuur,?Marie Hattsk».
Mejxffroiim Xijd'ni.?Modes: kaïit,
hoedi'ii, iii.'lkl.nndje,*, ino-lul Ka'/elsclie rok.
Henri Havard en Edmondo de Amicis heb
ben lofliederen aangestemd over de schoon
heid, beminnelijkheid en degelijkheid dor
volbloed-Xederlaudsche vrouw. Al moet eeu
gedeelte van dit gunstig oordeel worden
toegeschreven aan de welwillendheid der
auteurs, tóch zou het wensehelijk zijn, dat
grimmige Hollanders die soms schimpen op
hun land en landgenooten, hun licht eens
gingen opsteken in den vreemde. Zij zouden
tot de overtuiging komen, dat de geaardheid,
beschaving en algemnene ontwikkeling van
de bewoners der /.aye, landen, hi'x'uj staat aan
geschreven bij onze naburen. De geestige,
helaas te vroe^' verscheiden Paul Blouet
(Max o'Rel l j was niet uitgepraat over de
volmaaktheid der Auierikaausehe vrouw. De
meest bewierookte vrouwen zijn op dit
oogenblik de < >osteurijksche. In Oosten
rijk leert men de meisjes van haar vroegste
jeugd, zich nuttig bezig-te-houden en haar
kostbaren tijd niet te verbeuzelen. In den
regel verlaten zij op IS-jarigen ouder
dom do inrichtingen voor onderwijs, komen
dan thuis en worden geleid naar keuken,
kelder, provisie-kamer en zolder. Zij leeren
koken, inmaken, de hehandelinir «lor wa.sch
eu worden gevoerd door de doolhoven der
huishouding. Benige uren daags worden be
steed aan Ivt makenvanfraaiehandwerke.il;
zaug- en teekenkunst worden enkel beoefend
door meisjes die er aanleg voor hebben. Nooit
vóór haar achttiende jaar dragen zij een zijden
blouse of zij'len japonnetje. Bescheiden eu
eenvou-.lig is haai' optreden in gezelschap.
N"a haar huwelijk, of. wanneer zij geheel zelf
standig de leidsels van het huishoudelijk
bestuur in handen hebben, komt. do
Oostenrijksche vrouw volkomen tot haar recht. Dan
w-oidt van haar getuigd, dat zij ontwikkeld is
als een Kngelsche gouvernante : huiselijk eu
een uitmuntende kokkin, als eeu
Uermaansche; geestig eu opgewekt als een Parisienne,
schoon als eeu Anierikaaiische.
\Vdt zou men meer kiiiineu wenschen ? !
*
De l'oolselie romanschrijver, Henryk
Sienkiewicz, au'eur vau het veel gelezen Ono
Vadis'".' is te Warschau voor de derde maal
gehuwd met Marie liabska. Zij schijnt eeu
moedige vrouw te zijn. Moge zij nimmer
berouw hebben over haar kloeke daad. Het
is eeu waagstuk de ili'rde vrouw te worden
van een geliefd en bewonderd kunstenaar.
Sieudewiez verloor zijn eerste vrouw door den
dood. Met nomnier twee, zong hij het wee
moedig motief uit ons
l'atertjc-langs-denkant: scheiden ! scheiden ! scheiden ! schei
den ! scheiden! Thans het hoofdmotief van
vele moderne echtvcrbintenisseii.
Ook de Italiaan Uabriele d'Annunzio zingt
met volle borst het scheid ings-refreiu. Il ij is
bezig, het burgerrecht van Lausaone te ver
krijgen, ten eiii'le zich van zijn vrouw te, laten
scheiden. De passage : kiezen ! kiezen ! kan hij
overslaan. Zijn keuze heeft zich reeds bepaald
bij de markiezin Carlotti, dochter van den
president di Kudini. Over de standvastigheid
van haar vereerdtnj vriend d'Aunuiv/Ao, zal
Eleonora Duse een bedenkelijke opvatting
erlangen.
* *
*
Xu het Beiersch danswonder haar hypno
tisch» dansen in Londen uitvoert, heeft zij
in dezelfde stad een soort mededingster
gekregen. Niet eene die danst, maar die
slapend piano speelt. Mejuffrouw Xvdia treedt
thans op in het Hippodrome in iigeland's
hoofdstad.
De jonge dame wordt geblinddoekt; door
een magnetiseur met een paar vervaarlijke
Wilhelm-Il-kuevels, in slaap gemaakt; voor
het klavier gezet, en dan speelt zij, die iu
muziek geen a van een b weet te
onderscheidan, alles wat het publiek verlangt. De mag
netiseur houdt de leuning van haar stoel vast,
en monstert het verbaasde auditorium met
leeu wen-temmers-blik.
-x- *
*
Xooit was de kant-mode zóó overvloedig
en weelderig, als zij dezen zomer zijn zaï.
Waarschijnlijk is dit wel eenigertuate te wijten
aan het feit, dat men drie en vier verschil
lende kantsoorteii mag gebruiken voor de
gameering van n toilet. Al geeft madame
mode hiervoor haar toestemming, eeu
stalenkaart van kant is tóch niet mooi.
Valenciennes, lersche guipure, Brusselsche,
Meehelsche, Cluny-kant iu verschillende breedte
voor rok en corsage, komen vél meer tot
hun recht, wanneer men ze afzonderlijk en
niet door elkaar garneert
De glorie van het seizoen bestaat in het
dragen van ecltte kant: dit is een weelde, die
voor de minste vrouwen te bereiken is. De
niet-gefortimeerde kan zich, wanneer zij het
verkiest, tooien met namaak, Een
couterfeitsel zóó mooi en bedriegelijk-pcht, dat ei1 een
niet geringe mate van kennis toe behoort.
om kaf van het koren te onderkennen. De
geheel kanten mouwen en do chu Marie
Anloinette werken de kantmode geducht in
de hand. (reen model van mantel, h«cd,
corsage of rok is tegenwoordig denkbaar, of
kleermaker, modiste of naaister weten er met
grooton zwier kantgarneering in te lasscheii.
Het dunne, doorschijnende, kautgewirrel past
bij het zomer-seizoen; het wil boschenen
worden door het blijde zonnelicht, hél even
overschaduwd zijn door donzig-blanke wolkjes.
Ik hoop niet, dat de plantkundige en
schrijfvaardige K. J. van tUUlriks. zich aan mij zal
ergeren. Is het geen hulde aan de natuur.
wanneer wij streven naar harmonie tusschen
haar en ons ?
Groote. hoeden met breede randen, uitslui
tend met kant versierd, worden veel gedrairen.
Zoo smaakvol en afwisselend kan deze
'garneering zijn, dat een paar losse bloamen? of
ot 11 enkole strik van gekleurd lint voldoende
zijn om wat kleureri-vroolijkheid te brengen
tusschen het soupele gaasweefsel.
Meer dan ooit worden door trotsche moe
dertjes de melktandjes harer kinderen gedra
gen. In het nieuwe, keert men steed-i tot het
oude terug. De tandjes worden in goud i.'evat
eu gedragen in ringen of armbanden.
De, rokken der doorschijnende tamines,
voiles en linons worden nog zeer wijd ;;emankt,
De wijdte wordt rondom over d ? heupen
verdeeld, en is uitslaand naar ond.-n u. Ken
mooi model Engelschc rok is die, waarvan