De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 5 juni pagina 5

5 juni 1904 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1406 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. de voorbaan is een breede diepe stolpplooi. Een model, dat niet verbreedt en zeer goed staat. Garneering voor die rok is een breede eatere-deux rondom; op twintig centimeter afstand van den grond. De entre-deux moet op de stolp-plooi-voorbaan klimmen tot knie hoogte ; niet de einden los van elkaar, maar de kant laten doorloopen dwars over de plooi. CAPRICE. Kaas-croqwtjes. Vermeng drie lepels tarwebloem, K liter zoete melk, 100 gram boter met een weinig zout en peper. Laat dit zacht roerende even koken. Als het afgekoeld is, roert men er 200 gram geraspte kaas door. Kneed het mengsel tot croquettes en bak ze in friture. Asperge-soep. Van het water waarin asperges gekookt zijn, maakt men een heerlijke, mol lige, witte soep. Men roert griesmeel door het water, dat men eerst weer aan-de-kook brengt, voegt er een stuk boter bij, en eenige in stukjes gesneden asperges. Even voor het opdoen van de soep, roert men er geklopte ejerdooiers, vermengd met een weinig zoete room doorheen, Men rekent l eierdooier per persoop. Mrs. May friglit Sewall. (Persoonlijke herinnering}. Het komt mij voor, dat by het portret van de nu af te treden presidente van den Inter nationalen Vrouwenraad, May Wright Sewall, wel eenige woorden mogen worden geschreven, om de lezeressen van dit blad, met deze merkwaardige vrouw wat meer bekend te maken. Ik meen dit vooral niet te moeten nalaten, nu ik van zeer naby kennis heb gemaakt met de groote werkkracht en de energie, waarvan zy tydens haar presidentschap tel kens blijk heeft gegeven. In 1900, op de tentoonstelling te Parijs, ontmoette ik haar voor de eerste maal. Ik werd aan haar voorgesteld door mevr. de douairière Klerck van Hogendorp, die als presidente van den Nationalen Raad de ver gadering had bygewoond. Daar mevrouw Klerck echter slechts korten tyd in Parijs kon vertoeven, werd ik door haar aan mevrouw Sewall aanbevolen als vertegenwoordigster van den Nat. Baad voor Holland. Daar ik gedurende vier maanden te Parijs zou blijven, aanvaardde ik met veel genoegen de my opgedragen taak. De aangenaamste herinneringen daaraan zijn me bijgebleven. Met mrs. Wright Sewall samen te werken is wel is waar alles behalve een sinecure, zij houdt haar mannetjes flink aan den gang. De bezoekers van de tentoonstelling konden aldaar op hun verzoek in vyf verschillende talen worden ingelicht, omtrent het doel en werken van den internationalen Vrouwenraad. Maar het genot en de voldoening die we smaakten, als we o. a. op de wekelijksche Dinsdagsche recepties in het coquette en smaakvol ingerichte paviljoen in het gebouw der Amerikaansche afdeeling, een talrijke schare dames en heeren zagen komen, was wel in staat, met welgevallen op den gedanen arbeid terug te zien. Mrs. Wright Sewall was de ziel van alles! Van 's morgens tot 's avonds was zij werk zaam ten behoeve' van den Bond. In haar met witte kanten omzoomd kleed, zoo mooi passend by den zilverwitten haardos en haar frisch nog jeugdig gelaat, zag ze er uit als een tooverfee, die was neergedaald uit den Hooge, om te pleiten voor het recht van haar verdrukte zusteren op aarde. Op deze recepties kwamen steeds beken Ie sprekers, de meesten feministen pur sang. Ik hoorde er William Stead, de Jong-Turk Ahmed-Eiza, Yves Guyot, Hyacinthe-Loyson en zoovele andere eminente mannen en vrou wen. Op verzoek van mrs. Wright heb ik ook nog op een der recepties gesproken over de Hollandsche vrouw voornamelijk over de onrechtvaardige behandeling haar aangedaan, tengevolge van de voor haar zoo beleedigende wetten in het Burgerlijk Wetboek. ' Niet alleen in Parijs, had ik het genoegen mrs. Wright Sewall te zien. Ik ontmoette haar andermaal op de PanAmerican tentoonstelling in Buffalo. Om een denkbeeld te geven van de enorme werkkracht van deze vrouw diene, dat zij, zelve een pensionnaat hebbend in Indianapolis staat Indiana iedere week gedu rende de tentoonstelling, twaalf uren sporen moest om van haar woonplaats naar Buffalo te komen. Green enkele week heeft zij ontbroken op de samenkomsten hoewel er toch telkens twee nachten in den trein moesten worden doorgebracht. Men moet Amerikaansche zijn om zoo iets te kunnen of ten minste te willen doen. Als Helene Lange de plaats van de tegen woordige presidente zal innemen, dan zal ongetwijfeld de Internationale Vrouwenraad een waardige plaatsvervangster hebben ge kregen. Maar zeker is het, dat nooit de energie en de tactvolle leiding der twee eerste pre sidenten, lady Aberdeen en mrs. May Wright Sewall zullen kunnen worden vergeten. H. VAN DE MOER. Praatjes over Bouwkunst. I. In de hoofdstraten der groote steden wordt voortdurend gebouwd. Nauwelijks is voor het eene huis de schutting weg, of voer het andere wordt zij al weder geplaatst. De winkeliers ruimen dan, wegens de verbouwing, hun aanwezigen voorraad op, wat zy, met een leelijk germanisme, een uitverkoop" noemen. Dachten da oude winkeliers haast nooit aan bouwen, de tegenwoordige zijn voor architecten en aannemers beste klanten. De win kelstand vraagt geen hooge kunst, maar ver langt slechts iets, dat de aandacht van den voorbij ganger trekt, en dat tevens aan de ejschen, die het bedrijf stelt, zoo goed moge lijk beantwoordt. Bijzondere duur zaamheid is niet noodig. want na betrekkelijk kor ten tijd moet het febouw toch we er naar den grond. Een rechtge aardAmsterdammer onderscheidt verschillende soorten van hui zen. Huizen, waarin eenig be drijf wordt uit geoefend, noemt hij winkelhuizen; dienen zij niet tot het drij ven eenernering, dan noemt hij ze toehuizen. Deze laatste soort ver deelt hu weder in twee soorten, en wel in oopmanshipwn, die ruime zol ders en kelders bezitten, oorspronkelijk bestemd om %3opmanscaappen te bergen en in heerenhaken, die alleen tot woning zijn ingericht. Nog een kwart eeuw ge leden kwamen al deze huizen voor in de straten, waar men nu alleen winkels ziet. Het 16de eeuwsche woonhuis was in den regel tevens winkelhuis en pakhuis. Op een betrekkelijk smal stuk grond gebouwd, bevatte het een voorhuis, dat Huis met den luifel, Damrak. door een houten, met glas bezette pui een overvloedig licht ontving. Voor de pui was een luifel aangebracht, die diende om er de koopwaren onder uitte stallen. en die tevens den bewoners de gelegen heid schonk, des zomers de frissche lucht te kunnen genieten. De kamer achter dit voorhuis moest haar licht deels van een kleine binnenplaats, deels uit het voorhuis krijgen. De- trap, steeds een wenteltrap, die zich in een hoek van het voorhuis bevond, gaf toegang tot de hooger gelegen vertrekken en ook tot de zoogenaamde hangkamer. De winkelpui en met luifels worden zeld zaam. Die aan hetDamrak, van ouds het Huis met de Luifel" is onlangs gesloopt. Een ander huis, meer naar den Dam toe, word nu van een lui fel voorzien, die evenwel bij de in modernen stijl gehouden pui niet best past. Doch ook het vroegere huis, al had het dan een luifel, gaf don voorbijganger toch geen goeci denkbeeld meer van den oorspronkelijken bouwtrant. Wanl de trapjesgevel had moeten wij ken voor de sinds 1780 ongeveer hier ter stede in zwang gekomen platte lijst. Dal het huis in 1632 gebouwd was bewees de gevel steen. De aardige afwisseling var gebakken en ge houwen steen, toen gebruikelijk, gal zelfs aan het fragment nog een zekere schilderachtigheid. De pui evenwel, a was er dan ook een luifel aan, was ver sierd in den trant van omstreeks 1870 zij zal toen wei ter vervanging van de oorspronkelijke gemaakt zijn. Een beter bewaarde pui ziet men op de Nieuwmarkt. Hier heeft de luifel nog zijn oude gedaante; de gevels zijn echtoi in de 18e eeuw veranderd; alleen de ankers doen zien, dat het gebouw uit het jegin der 17e eeuw af komstig moet zijn, a wellicht tot de 16e eeuw opklimt. In het algeme'en zijn de huizen uit de 16e eeuw in de 17e, maar vooral in de 18e eeuw verbouwd. De smalle en weinig diepe terreinen veroorloofden echter niet, den aanleg noemenswaard te veranderen. De winkelpuien verloren reeds in de hier in voortreffelijke overeenstemming met den gevel daarboven. Zij moet in de plaats gekomen zijn van een oudere, die een luifel had, op de hoogte van den vloer der hang- of insteekkamer. De versie ring bepaalt zich tot een viertal in Louis XIY-stijl gesneden consoles, en een relief boven de deur, dat door de tabak, welke er, in een vat en twee manden verpakt, geringe middelen wist te verkrijgen. De pui heeft geen spiegelglas, daar dit toen niet bekend was, en de kleine afmetingen der ruiten tot het maken van roeden dwong. Zonder de noodzakelijkheid van voorheen worden nu, ten minste voor bovenramen, de roeden weer veel ge maakt, alleen voor de aardigheid. Zoo lieten ook in de 18e eeuw de win 18e eeuw meestal haar luifels, al bleven zij, als van ouds, samengesteld uit vier kante stijlen en liggers van zwaar hout, zonder versiering. Ook metsel werk wordt in de 18e eeuw aan de puien wel toegepast, in verbinding met hout. Een zeer fraai voorbeeld van zulk een behandeling ziet men Gelderschekade 8, bij den Schreierstoren. De pui is Huis met den luifel, Nieuwmarkt. op is voorgesteld, den voorbijganger1 in licht omtrent den handel, welke hier in het midden der 18e eeuw werd gedreven. Opmerking verdienen de banken op de stoep en de ruime kelderingangen, waar van er een nog zijn oorspronkelijk hek bezit. Het geheel bewijst, welk een uit muntend effect men in de ten onrechte als vervaltijd beschouwde 18e eeuw met keliers, die beekhuizen bewoonden, en die veeltijds het bakkersbedrijf uitoe fenden, hun winkelkasten in een gebogen lijn uit de pui boveA den stoep naar voren springen. Zulke uitspringende vensters ziet men tegenwoordig veel aan villa's maken. Alles wordt dus- uit zijn verband gerukt. (Wordt vervolgt). A. W. WEISSMAN. Je-M

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl