De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 12 juni pagina 6

12 juni 1904 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1407 De Wildeman in de Kalverstraat. De Wildeman op den Nieuwendijk, De Gekroonde Wildeman in de Pijlsteeg. Praatjes over Bouwkunst. II. Tot 1870 ongeveer bleef de winkelpui wat zij altijd geweest was, een on versierd raamwerk, door een glasdeur en vensters met roeden gevuld. De spiegelruiten waren toen nog onbekend, en daarom werden de roeden niet voor de aardig heid, zooals thans, maar uit nood gemaakt. Een van de vroegste voorbeelden van een andere behandeling leverde de thans afgebroken winkel van Sinkel op den Meuwendijk. Dit gebouw, voor welks stichting het afbreken van verscheidene smalle perceelen" noodig geweest was, en dat alles overtrof, hetwelk men tot dusverre te Amsterdam had aanschouwd, had in zijn tijd zoo groote vermaardheid, dat het aanleiding gaf tot een gedicht, hetwelk ouden van dagen zich nog her inneren te hebben hooren zingen op een wijs uit den Barbier de Seville". Het schijnt, dat men toen bij Sinkel zoowat van alles kon krijgen. De bouwmeester, Johannes van Straaten, had zich in zijn ontwerp van Grieksche motieven bediend, gelijk zij toen te Londen e"h te Berlijn wel werden toegepast. Na dien tijd begonnen de winkeliers hun puien te veranderen als zij er maar eenigszins kans toe zagen. Veeltijds lieten zij het overige van den gevel onaangetast. De weinige duurzaamheid dezer schep pingen, die telkens weer voor iets nieuws moesten plaats maken, behoeft zeker niet te worden betreurd. Enkele winkeliers hebben er een eer in gesteld, niet met hun tijd mede te gaan. Zoo geven zij het tegenwoordig geslacht gelegenheid, om te zien, hoe vroeger de winkels waren ingericht. Een voorbeeld van zulk conservatisme is de Wildeman", de sigarenwinkel vooraan in de Kalverstraat, wiens ouderwetsch voorkomen, te midden van de zoo geheel gemoderniseerde omgeving nog des te meer treft. De pui is hier behandeld op een wijze, die reeds in de 18e eeuw niet ongebruikelijk was. De stijlen zijn met hout bekleed, dat den schijn aanneemt, alsof hier blokken gehouwen steen waren opgestapeld. Redegevende bouwkunst kan dit zeker niet worden genoemd. Doch het bedrog wordt zoo naïef gepleegd, dat geen voorbijganger er het slachtoffer van zal worden. Aardig zijn hier de tabaksrollen van hout, die, naar oud gebruik, als uithangteekens dienen. De Wildeman" zal vroeger wel boyen de deur hebben gestaan, doch is niet meer te zien. Men treft hem, als fraai gesneden houten beeld aan boven de deur van de slijterij Nieuwen dijk 136. De pui draagt hier het karakter van het begin der 19e eeuw. De imitatie eener steenconstructie is hier verder doorgevoerd, daar de stijlen naast de deur van groeven voorzien zijn. Blijkbaar heeft men hier van twee smalle huizen n breed ge maakt. Over het algemeen schijnen de eige naars van zulke slijterijen tot de behoudsmannen te behooren. Die, waar De drie Fleschjes" uithangen, in de Gravenstraat, heeft haar 18e eeuwsche aanzien onge schonden bewaard. Alleen de jalouziën, in den winkel en voor de ramen der verdieping daarboven zijn toevoegsels uit lateren tijd. De topgevel, met zijn kuif en krullen, zoo karakteristiek voor Am sterdam, wijst op het jaar 1770 ongeveer als dat der stichting. Een eeuw bijna ouder is de slijterij van Wijnand Fockink in de Pijlsteeg, want hier staat het jaartal 1689 in den gevel. Waarschijnlijk heeft de pui een luifel gehad, die wel omstreeks 1800, toen het stadsbestuur de luifels in nauwe straten als gevaarlijk voor de volksge zondheid beschouwde, zal zijn gesloopt. Boyen de deur is hier de Gekroonde Wildeman" geschilderd. Zulk een figuur schijnt voor eigenaars van slijterijen een bijzondere bekoorlijkheid te hebben be zeten, want ook boven de deur van een soortgelijken winkel op den hoek van Warmoesstraat en Pijlsteeg, nu tot een bar" vernieuwd, staat er nog een, fraai in hout gesneden. De kruideniers hebben alsmede zich lang aan het ouds gehouden. Ten slotte werd het nieuwe ook hun te machtig en lieten zij hun winkels vertimmeren. Een aardige oude kruidenierswinkel is in de Vijzelstraat tusschen Singel en Reguliersbreestraat nog te zien. Wel verdwenen hier de houten balen, die voorheen door de kruideniers plachten uitgehangen te worden, maar een bord boven de deur, waarop de bloeiende theeboom" geschilderd is, geeft aan het geheel toch een ouderwetsch karakter. Zooals de pui zich nu vertoont moet zij uit de tweede helft der 18e eeuw afkom stig wezen. De plaats, waar voorheen de luifel was, is nog duidelijk te zien. Een paar moderne reclames, tegen de ruiten geplakt, doen schade aan het effect van het geheel. Vijf en twintig jaar ge leden kon men des avonds in de opkamers de patroons nog bij olielampen zien zitten schrijven. Nu is er een meer moderne verlichting gekomen, doch aan den winkel zelf is nog niet veel veranderd bij vroeger. In de Kalverstraat, tusschen de St. Luciesteeg en het Burgerweeshuis ver toonde zich tot voor een paar weken een kruidenierswinkel van wat jonger datum, maar die toch oud genoeg was, om in de geheel gemoderniseerde omge ving een eigenaardig figuur te maken. Door reclameborden, op weinig smaak volle wijs tegen de pui bevestigd, werd de pui ontsierd. (Slot volgt). A. W. WEIBRMAN. De Drie Fleschjes in de Gravenstraat. Kruidenierswinkel in de Vijzelstraat. Kruidenierswinkel in de Kalverstraat.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl