De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 26 juni pagina 7

26 juni 1904 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

No. 1409 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. lezen het koddig verhaal In den trein", hoe Toby, heelemaal uit zijn gewone doen, ?door de herrie van vertrek en reis, van Willy wil hooren of ze er haast zijn, en zich alleen een ongeduldig St! hoort toevoegen, dan een bescheiden poot op zijn knie legt, en alweer hetzelfde ongeduldige St! hoort; hoe bij elk station, op 't geschreeuw der conducteurs, hij op 't portiertje afvliegt: er gebeurt een o»geluk!" hoe hij en zij, ten einde raad, overleggen wat te doen, om Kiki aan zijn verstand te brengen, dat hij weer in zijn mand moet, hoe hij mon beau Kiki, viens, mon charmant" fleemt, en zij, resoluut, praat: Hoor eens, Kiki, je moet het leven begrijpen. Je kunt daar niet blijven, we moeten overstappen" enz. Ge moet ook lezen hoe diep-mooi dit boekje kan zijn, welke tintelend-fijne, als electrisch vonkende poëzie er straalt uit Kiki's gedroom bij het haardvuur ...... En als ge dan Toby-Chien en Kiki-laDoucette kennen zult, dan vindt ge het wellicht aardig in dit opstelletje ook tevens kennis te hebben gemaakt met Elle et Lui, al zijn ze dan maar Seigneurs de moindre importance", Willy en Colette. Parijs, Mei 1904. M. IIIIIIIMUIIItlllllllllUIIIIUIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIlllllllllllllllltllllH UIT DE NATUUR. LXI. Allerlei. Dezen keer moet ik er maar eens voor nemen, om door de vragen heen te komen, die door 't ontbreken van adres niet per briefkaart konden beantwoord worden. Ook liggen er nog eenige mij toegezonden boeken en boekjes, die op besprekingen wachten. 't Liefst vlecht ik dergelijke antwoorden en besprekingen in mijn artikelen in. Wie naar 't antwoord verlangt, moet zich dan ten Ruststand van een dagvlinder; Atalanta of Numinervlinder. minste de moeite getroosten ze te lezen, hetgeen, uit 't herhaald vragen blijkt het, niet altijd het geval is; maar daarmee reken ik mij ontslagen. De vele vragen naar aanleiding van de drie artikelen Darwinisme" kan ik in 't kort samenvatten en aldus beantwoorden: 't Is niet eerlijk, althans tot niet-deskundigen te spreken van het" Darwinisme, als alleen bedoeld wordt een klein onderdeel n.m. de onderstelling, dat natuurlijke teelt keus uitsluitend of overwegend de soortvorming in de natuur zou veroorzaken. Dar winisme behoort aan te duiden het algemeene begrip, dat de bestaande plant- en diervormen uit vroegere zijn af te leiden, al ontbreken tot nog toe voor de meeste gevallen de be wijzen, daar vele tusschen yormen zijn uitge storven. Zeker, de beteekenis er van is zeer overdreven door voor- en tegenstanders beide: Darwinisme verklaart niets hoegenaamd, tracht zelfs niets te verklaren omtrent het leven en de schepping van het leven zelf, niets ook omtrent ademhaling, voeding of bloedsomloop. Deze leer tast noch onze moraal noch religie aan in hun wezen; ze zou alleen in strijd kunnen zijn met een zeer letterlijke vertolking van Genesis I, hetgeen evenzeer 't geval is met de meest positieve en onomstootehjke feiten uit physica en cosmografie. Er zijn vele geloosige, zoowel katholieke, protestantscheals Israëlitische natuurkundigen ijverige voorstanders van deafstammingsleer; trouwens wie Darwin's eigen werken leest, weet dit wel. Ruststand van een nachtvlinder; het Avondrood. Het vertaalde boek van Bölsche, mij met verzoek om openlijk protest gezonden, kan ik niet lezen. Ik moet telkens raden wat er in 't oorspronkelijk Duitsche werk gestaan kan hebben om het Nederlandsch te vatten. Wie zoo weinig studiemensch is dat hij geen Duitsch kan lezen", moet aan zulke philosofte niet beginnen (er bestaat trouwens een betere Nederlandsche bewerking); en er in geen geval argumenten uit willen halen tegen een richting in de natuurstudie. Bölsche's werken, evenals die van Mantegazza op ander gebied, zijnmeesleepend en kunnen gevaarlijk zijn, dat is buiten kijf; zij zijn niet goed voor kritikunfahige lezers. Wie met natuurstudie nog moet beginnen en dan dadelijk maar Hiickel, Bölsche of andere natuurfilosofen ter hand neemt, doet net zoo verkeerd, als iemand die Fransen zal gaan leeren en werken bestelt over den oorsprong en 't verband der Romaansche talen. Begin met zelf rond te zien en tracht te begrijpen, in oorzakelijk verband, wat het uiterlijk leven van planten en dieren u voor belang vrekkends biedt.| Doe dat aan de hand van geïllustreerde populaire werkjes over planten en dieren waarvan er tegenwoordig zoo vele en zoo goede in onze taal te krijgen zijn. Hebt ge kinderen tusschen 8 en 16 jaar begin dan uw studie van de natuur in de [natuur gezamenlijk met hen; en, hebben ze al heel wat gezien en den sinaak beet gekregen, ga dan met de jongelui in de eene of andere branche kweeken of verzamelen, al is 't maar tijdelijk. En heel mooie en goedkoope hand leiding hiertoe is pas verschenen: Kwee ken en Verzamelen door J. Jaspers jr., dit is een degelijk boekje, geschreven met groote zaakkennis door een man, die alles wat hij anderen aanraadt, zelf al jaren lang gedaan zien hoe mooi de fotografische procédés tegenwoordig de details weergeven. Het boekje bevat op een 40 bladzijden schetsboekformaat een vijftigtal foto's van insecten; meest zijn 't vlinders, enkele kevers, een wandelend stokje en nog een paar wespen. Daar tusschen en daar naast heeft de heer Polak met fijne letter, die op 't kunstpapier toch goed uitkomt, zooveel wetenswaardig heden laten drukken, dat het werkje, meer Koninginnepage. Onderaan : een pop van deze vlinder, waaruit in plaats van den vlinder een sluipwesp te voorschijn is gekomen. heeft, met lust en met veel succes. Wie in of by Amsterdam woont, vindt ook in Hortus en Artis een goeden grondslag voor zijn kennis. Wat de dieren betreft, daartoe staat iedereen in Artis tegenwoordig zooveel materiaal ter vergelijking en bestudeering ten dienste, zoowel levend als opgezet of als geraamte, dat men in korten tijd en met zeer weinig inspanning een degelijk fonds kan leggen. Dan eerst kunnen bespiegelingen over wijsgeerige vraagstukken eenig nut voor den leek hebben, als deze vooraf wat feitenkennis en eigen ervaring heeft verzameld. 't Wordt in Artis aan de ernstige bezoekers, die om leering komen, werkelijk zeer gemak kelijk gemaakt. Alles is er zorgvuldig geëti ketteerd; de groepen van Steenhuizen in de Fauna neerlandica zijn haast levende beelden, de ontwikkelingsstadia van verschillende dan een keurig prentenboek is geworden. 't Is eigenlijk doodjammer, dat het boekje alleen in de zaal van 't Insectarium bij den slangenoppasser te koop is. Want ook wie in 't geheel geen gelegenheid heeft, Artis of 't Insectarium aldaar te bezoeken, vindt in dit boekje zooveel duidelijke en nuttige aan wijzingen over 't leven van onze schoonste vlinders, over 't voeren der rupsen en 't verzorgen bij het verpoppen, dat het een beknopte handleiding mag heeten voor de jongelui, die lust hebben in die vlinderstudie. De schrijver heeft bij zijn notities naast de foto's een systematischen gang gevolgd, zoodat eerst de dagvlinders dan de nacht vlinders komen, met de groote groepen van spinners en spanners. Met enkele woorden zijn de kenmerken van deze afdeelingen duidelijk aangegeven. Heel mooi vooral zijn de foto's van spanEen heldenbok. Een reusachtige, in ons land zeer zeldzame boktor. vogels en ongewervelde dieren zijn er met vele leerrijke aanwijzingen voorzien. Maar nu is er bovendien een prijzens waardig begin gemaakt met het voorlichten der bezoekers, op een wijze, die voortzetting en uitbreiding verdient. In het Insectarium is voor 15 et. een boekje te krijgen over hetgeen in den loop van 't jaar in het insectarium zoo al te zien kan komen De verzorger van 't insectarium, de lieer K. A. Polak zelf heeft den text geschreven. Door een zeer groot aantal foto's naar de natuur, waarvan vele naar Itet leven genomen zijn door dr. J. Th. Oudemans, is liet een ongelooflijk goedkoop prachtboekje geworden, dat bij menigeen, die 't v,x>r zichzelf of zijn kinderen mee heeft genomen, hist in de stu die van vlinders en kevers /al opwekken. ^Enkele van de scherpste illustratie.- hel» ik hier bij geplaatst: meteen om eens te rupsen en nog meer waarde hebben die van de ruststanden van verschillende dag- en nichtvlinders. Deze en dergelijke foto's van dr. Oudemans zijn, voor zoover ik weet, nog niet in een populair boekje verschenen; wel in een wetenschappelijk werk. Behalve de Xederlandsche insecten, bevat het Insectarium ook eenige krachtige levende exotische vlinders, echte ISchaustïickt. De (rids voor 't Insectarium bevat ook van deze enkele welgeslaagde foto's; maar 't mooiste en meest belangwekkende voor ons blijven toch onze echte Nederlanders, die we zelf kunnen opkweeken; vooral de pijlstaarten; daar zijn er bij, die best kunnen concurreeren met de buitenlanders; en <lie zijn in 't boekje van Polak heel mooi getroffen. E. HF.IMAXS. Sport Toor allen! Aan eenige Engelschen van naam heeft de Daily News dezer dagen een reeks van vragen gedaan omtrent hun oordeel over sport en meer in 't bijzonder over lichaamsbeweging in de open lucht. Br werd o. a. gevraagd, of men zulke lichaamsoefening noodzakelijk vond en aan welken tak van sport inen de voorkeur gaf. Mag ik mij even- verbeelden, geachte Eedactie, dat u die vragen tot mij hadt gericht? Jfiet dat ik mij aan de stoute zelfoverschatting zou schuldig willen maken van te meenen, dat voor uwe lezers mijn oordeel zooveel zou beteekenen als voorliet Engelsche publiek dat van lady Warwick en sir Lawrence Alma Tadema, van sir John Gorst en sir Charles Dilke; maar eenvoudig omdat ik mij bewust ben van een bijzonder geprononceerde meeniug op deze punten, en het altijd prettig is, een lustig drafje op een stokpaardje te wagen. Of ik lichaamsoefeniug in de open lucht noodzakelijk vind? Ik vind het een allereerste levensbehoefte voor ieder, die niet den kost verdient met spitten en graven als een pol derwerker, met harken en schoffelen en poten en planten als een tuiniersknecht, met ploegen en eggen en zaaien en wieden als een boeren arbeider, met hameren en klinken als een scheepstimmerman; die niet de wandelsport beoefent als post- en telegraaf bode of nacht wacht, noch de roeisport als veermansknccht, dus wiens bedrijf geen geregelde Hchaamsoefening in de open lucht meebrengt. De velerlei takken van open-luchtsport en de ambitie, waarmee vooral het jonge geslacht zich wijdt aan voetbal en lawntennis, waar mee het kaatst en kegelt, kolft en korfbal speelt, schijnen erop te wijzen, dat de menschen van die noodzakelijkheid langzamer hand doordrongen worden. Maar als dut wer kelijk meer was dan schijn, zouden we minstens evenveel menschen tusschen veertig en vijftig jaar ermee bezig moeten zien als jongelui tusschen vijftien en vijf-eu-twintig. Het heeft er nu heel veel van, of't open-luchtspel goed is, ja voor de ontwikkelingsjaren en of men er zijn kinderen in deelen laat, omdat 't goed staat en omdat kennissen en vrienden er ook zoo over denken, maar niet omdat men het als eisch van het gezonde leven een plaats wil inruimen op 't lijstje van de dagelijksche bezigheden. Want eisch van het gezonde leven is zeer stellig lichaamsoefening in de open lucht op eiken leeftijd, voormannen en voor vrouwen. Wandelen in alle weer en in alle seizoenen voldoet op de eenvoudigste manier aan die behoefte en valt nog het gemakkelijkst binnen ieders bereik, zoodat het beoefenaars vindt van eiken leeftijd; maar 't spel. zooals de mode het uu onder de aandacht heeft gebracht van onze jongelui, wordt zelden beoefend door mannen en vrouwen in de kracht des levens, wier maatschappelijke werkkring hun er nauwelijks een enkel uurtje tijd voor laat. Toch zouden die er oneindig mee worden gebaat, en wie de mode er zoetjesaan toe brengen kon, dat zij clubs van dertig-, veer tig-, vijftig-, zestigjarigen in de bescherming van haar almacht wilde nemen, zou zeker der wereld een grooten dienst bewijzen. Dat ze niet bestaan, geeft den dokters handen vol werk, doet de kwakzalverij bloeien en gunt het mes van den chirurg te weinig rust. Wie zich als enkeling moet redden en die dus bij een modevoorschrift niet gebaat zou worden, hij ondersteune toch zijn wandelsport met andere geregelde beweging in de open lucht, waarbij veelzijdige oefening van allerlei spieren plaatsheeft. Tuinarbeid kan daarvoor dienen; .kamergymnastie bij open ramen is ook, als men 't geregeld volhoudt, een beproefd middel om in de prachtig ingerichte machine van het menschelijk lichaam den goeden gang te houden. Halters, ringen en rekstok, ijzeren en houten staven en een ambitieuse vader of broer of oudste zuster, om prettige com mando's te geven, moesten in geen gezin ontbreken, dat op beschaming aanspraak ma ken wil. Een lichaamsoefening, die ook op eiken leeftijd heil brengt, ia het zwemmen. Wie daar de menschen toch voor winnen kon! En 't is zoo treurig, dat' de ziekten en kwaaltjes, die men door geregeld baden en zwemmen kon voorkomen, als zij eenmaal post hebben gevat of ook maar als men ze veronderstelt, dadelijk de menschen mijlen ver van bad en zweminrichtingen verwijderd houden. Als er iets aan mankeert, durft men niet te water gaan, en 't zou ook stellig onverstandig zijn, het dan te wagen; maar zoolang er niets aan hapert, doet men het toch niet en ver zuimt aldus de mooie kans, om de ziekten en kwaaltjes op een afstand te houden. Laten nu toch in den komenden zomer de bad- en zweminrichtingen te klein worden! Wat zou dat pleiten voor den algemeenen gezondheidstoestand! Zwemmen is immers een middel tot, maar 't is ook een bewijs van gezondheid. En heeft men eenmaal den zegen van het zwembad aan zichzelf ervaren, dan doet men noode in het koele najaar afstand van 't genot en velen blijven nog te water gaan, als in November 't kwik des nacht* beneden 't vriespunt daalt. Waarom ook zouden zij niet? Hun lichaam is gelei delijk aan lager temperatuur van het water gewend geraakt en voelt zich nimmer pret tiger dan na zoo'n wintersch bad, waarop een flinke wandeling is gevolgd. Gedurende drie winters heb ik nu het rivierbad trouw ge nomen zonder eenig nadeelig gevolg, integen deel met het beste resultaat, bij temperaturen zelfs van 24 i 20°Fahrenheit, toen 't ijsdek eerst moest worden gebroken, om tot het water toegang te krijgen. Voorzeker zou men denken, dat ik op de tweede vraag het zwemmen tot antwoord zou geven, en dat ik dus aan dien tak van sport de voorkeur geven zou. Toch is dat niet 't geval, althans niet, zoo de roeisport niet onmiddellijk naast het zwemmen werd ge noemd en dan nog zou ik 't fietsen bij die twee niet achter willen stellen, terwijl toch waarlijk schermen, schaatsenrijden, balsport, zeilen, paardrijden uit het oogpunt van hygiëne het stellig niet bij de genoemde behoeven af te leggen. Dus zou ik, werd in vollen ernst mij om advies gevraagd, mij bij vraag 2 de weelde gunnen van dit breede antwoord: Voor ieder mensch geef ik aan dien tak J. J. BIESING, Kunttthandet. 's-GRA-VENHAOE, Molenstraat 65,65A en 61 Moderne Schilderijen, Aquarellen en GravuresPanorama-Gebouw. Amsterdam, Plantage. Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil derijen, Perzische Tapijten. Vaste prijzen. Toegang vrij. H' zijn smaakvol, modern, solide, de prijzen zeer concurreerend. Afbeeldingen en beschrijvingen met prijzen gratis en franco. 934 Spuistraat, Filiaal l> l Tl K A K 76. ]~>e Anierikaansche Xachtpauwoog. AmSTERPAffl AARDEUJERK EM TEGELS L BINNEN-: ?:?:?: 'HUIS INRICHTING TOT MEUBELEERING EN-VERSIERING ^DER-WONINGiS 12Q-ROKIN-120

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl