De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 10 juli pagina 3

10 juli 1904 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD T OOR NEDERLAND. leven weergevende roman, eindigt bij het huwelijk, daar in de tropen zou de roman er mee moeten beginnen, want vrijage" als in het Westen kennen de inlanders niet en, zoo al, maakt men den tijd daarvóór zoo kort, dat een romanschrijver er geen nut van kon hebben voor zijn arbeid. Elkaar liefhebben wordt aldra de lichamelijke vereeniging, 't zij in of buiten huwelijk. Om bovenstaande redenen moest en moet de Indische roman dus heel anders zijn dan onze romans en vooral ver afwijken van de ouderwetsche Westersche romans. Niet alle Indische romanschrijvers hebben dat begre pen ; Boeka wel. We eindigen met de hoop dat Pahkasinum veel lezers mag vinden. Al houdt steller dezes Betekavmg een roman uit de serio Uit Java's Binnenland" ook voor de beste van '8 schrijvers werken, we zijn overtuigd dat wanneer men eenmaal begonnen is met het fraaie begin van Pahkasinum, men dat werk gaarne ten einde toe zal lezen, daarmede tevens zijn kennis van Indische toestanden aanvullend en versterkend. 's-Gravenhage, Juni 1904. H. R. ROOKMAAKER. Als een droppel in de Zee, door ANNIE QUIDING. Uit hot Zweedseh door T. JESVERSEX?STOK. Utrecht, P. J. Diehl. Annie Quiding schrijft tendenz-romans. Vooral zulke auteurs moeten zich toeleggen op het kiezen van duidelijke, sprekende titels en nu komt 't me voor, dat in dit geval de keuze niet erg gelukkig is geweest, liet dag blad van Kopenhagen zegt: Dit huis met het kleine stadje er omheen (waar de geschie denis speelt) is een droppel in den grooten Europeeschen Oceaan van moderne verwar ring. Ziehier een poging tot titelverklaring, die overbodig had moeten zijn. Modern in het stadje, waar, na lange afwezigheid Carl Barclay terugkeert, wel geworden, dat is waar. In haar ijver om dit modern karakter goed te doen uitkomen, zegt de schrijfster zelfs: bij 't weerzien ging een electrische schok van vreugde door zijn hart." Alles gaat dus flink met zijn tijd mee. Die vreugde is echter van korten duur, want spoedig doet hij droeve ervaringen op. Hij, die nog eerbied koestert voor ouden van dagen, die zijn moeder nog liefheeft en dat durft toonen, die eerlijkheid, zedelijkheid en goede trouw nog eigenschappen vindt, wel waard om te bezitten, hij moet onder vinden dat in zijn geboortestad de moderne richting" al deze dingen als verouderd heeft over boord geworpen. Een nichtje van hem, Sylvia, opgevoed volgens de moderne begripptn, is tot de overtuiging gekomen dat 't eigenlijk zoo alledaagsuh, is zich te engageeren en te trouwen op de gewone manier. Neen, de ware liefde maakt zijn (haar dan toch zeker) eigen weg en overwint alle hinderpalen; dat het de ware, groole liefde is, die zij in haar hart draagt, daar is ze zeker van", (pag. 'J5). Die ware liefde is ont staan na een kennismaking van twee dagen en geldt, natuurlijk, een getrouwde man, die lang niet ongevoelig daarvoor blijkt, ondanks zijn veertig jaren, en derhalve naar zijn vrouw stapt en zegt: kijk eens, jij bent oud geworden. In mijn natuur daarentegen ligt overvloed van levenskracht, ik ben nog jong genoeg voor jeugd, schoonheid en gloeienden hartstocht. En dat is 't, wat ik zoek. En nu blijf ik nog bij je tot morgen, en dan zal ik jou en de kinderen naar den trein brengen, (pag. 14(3/147). Kiesch, niet waar? En deze man en dat meisje zijn nu (ypen van den modernen tijd, zoo geworden door de moderne richting". Dit tenminste zegt de schrijfster. Bewijzen, aantoonen, doet ze 't wel niet, maar dat vinden vrouwen wel eens meer overbodig. Zoo zegt ze ook (pag. 249) dat wel wordt beweerd (door de aanhangers der moderne richting): de zedelijkheid ligt in de liefde. Wanneer de liefde is verdwenen, dan is liet huwelijk niet langer zedelijk. Wee over hem, roept ze uit, die dit zegt. Krankzinnig is 't! Ik voor mij vind dit nog zoo gek niet. In elk geval zou je er nog eens over kunnen pratf n. Maar neen, 't is krankzinnig en daar mee uit. Maar voelt de schrijfster niet, dat zij door dit boek haar doel niet zal bereiken ? Ieder zal wel toestemmen, dat Sylvia en Vibeck (7,00 heet de man) geen ideaal-menschen zijn. Maar is hiermede de moderne richting" ver oordeeld ? En dat toch is de tendens van haar boek. Zij heeft donkere visioenen van ondergangen ontbinding der volkeren, Zweden aan Rusland onderworpen, de groote mogend heden bankroet, de kleine vernietigd. En dat kon zoo geheel anders zijn, als de menschen maar anders waren. Van die andere menschen", menschen zooals zij die wenscht, menschen die de zaak in stand zullen houden, geeft de schrijfster ook twee typen, baron Barclay en freule Elza Kantzau. Deze twee zijn zeer degelijk, een en al plichtsbesef, bemin nen elkaar op de echte, oudorwetsche manier. 't Gaat deftig, 't duurt lang voor't zoover is, maar 't is solide. Alleen vindt ik hun oordeel soms wat hard. Op een wandelrit vertelt llltMIIIIIIIIIIMIIIinilllllllllllllllllllMIIIIIIII Elza, dat Vibeck onlanga met een paard op hol ig geweest. Jammer", zegt Barclay, dat 't paard hem den nek niet liet breken". Elza keek op en lichte, (pag. 204). En (pag. 237) na 't vernemen van de tijding, dat haar moeder (die, 't is waar, vroeger wat al te vrij is geweest in haar verlangen tot de mannen) haar gaat verlaten, roept Elza uit: Is 't mogelijk? Zal ik van mijn moeder bevrijd worden? Haar niet meer dag aan dag behoeven te zien ? O l God is toch goed. Ja, Gods goedheid is groot!" Met zulke menschen gelooft de schrijfster, zal Zweden niet ten onder gaan. 't Kan wel. Maar of dan in Zweden 't heerlijk Evangelie van menschenliefde zal worden begrepen en betracht op den duur ? In dit boek is veel wat te prijzen valt, veel wat goed gezegd is en te denken geeft. Dat echter de schrijfster wordt gesteld op n lijn met Selma Lagerlöf, zooals blij kens vóór in 't boek afgedrukte Zweedsche couranten-recensiën gebeurt, komt mij voor te zijn een miskenning van het veel grootere talent van deze laatste en schijnt mij niet de manier toe, om een groot landgenoote teeeren. Wat de vertaling betreft, die is hier en daar nog al stijfjes. J. TEN CATE. ItmlIlllmillMlllllllillMMMIIMIMlmlIMIIlHIIIIIIIMIIIIIIHIIIItltll van «en smakelijk gerecht hangt niet alleen af van het hoogere genot bij het eten, want hoe smakelijker het gerecht, hoe lichter het ook verteerd wordt, en des te beter komen de voeding-stoffen, die het bevat, tot haar recht. Deze waarheid verklaart het succes van MAGGI'8 SPIJZEN en SOEPEN-AROMA. Het is voor de zorgzame Huisvrouw een alom gerenommeerd, goedkoop middel om vleezen, sauzen, soepen en zwakken bouillon, zoo ook groenten, eierspijzen, melk enz. een krachtigen, aangenamen smaak en geur te geven. Eerst bij het opdienen bij te voegen! Te verkr\jjen b\j kruideniers en comestibleshandelaars. Omdat het zeer. geconcentreerd is, neme men nooit te veel. 4 groote Prezen 28 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 5 Eere-Pr\jzen, zpsmaal buiten madedingiog, o. a. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parijs. Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het Generaal Agentuur roor Nederland en Koloniën PAUL HORN, Amsterdam. pMiiiltiiiliiiiilliliiiiiiniiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiliitniiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiifiiiiiiiiiiMiiMiuiiiiniitiiMiiiiiiintiiiiiiiiiiiiiiiiitiMiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiMiiiiitiiihiiiMiiHMiiiiii iiiiiiiMiitiiiiiniliiiiiiiMlliuuitiiiiiiMiiiiiiilliiiiiMiiiiiiiiMiiniiiiiiiuiininiiiiiiiiiltiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiliiliiiiiiii iiimiiMiiimimimmiimimimiiiHiiiiiiMiiiMiiiu itiiiiniiiMiMtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiitiiiii _?*__.» MAQQI's onderscheidingen: Oiflat hot ile spuigaten uitloopt. Zekeren avond in de tweede helft van April thuiskomende, vond ik een briefkaart gericht aan de secretaris der Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht, meldende, dat bij de uitgevers van het adresboek nog geen opgave van het Bestuur der afdeeling ingekomen zijnde, deze verwacht werd voor den zóóveelsten van de maand. Had op dat oogenblik iemand naast of bij mij gestaan, hij, dan wel zij, zou stellig op mijn gelaat de weerspie geling van aangename gewaarwording hebben gelezen. Voor m\j toch was dat stukje carton, niet eenvoudig een briefkaart, maar een teeken des tijds. En wel voor ons vrouwen het verblijdende teeken, dat thans geen adres boek meer geacht wordt te beantwoorden aan de eischen, wanneer de noodige inlichtingen omtrent de wettelijk geconstitueerde vrouwenvereenigingen er aan ontbreken. En ik zeide tot mezelf: denk eens tien jaren terug. Dezer dagen lag naast mijn ontbijtbord een overdruk uit: Vragen van den Dag : De libe rale party en uitbreiding van het Kiezerscorps, door G. Nypeh en door den schrijver zelf toegezonden aan het Bestuur der Vereeniging voor Vrouwenkies recht. Weer teekende zich aangename beroe ring op mijn aangezicht, want ik vind het nu eenmaal prettig om tot een fractie te behooren, die meegeteld wordt, zelfs al ware het, dat de partij geacht werd te zy'n ont staan door een afdwaling des geestes. De overdruk werd het Be -stuur toegezonden, er moest dus iets instaan, dat de belangstel ling zou wekken van de vrouwen, die aan kiesrecht doen neen, zoover zijn we nog niet; die aan kiesrecht zouden willen doen. daar zij het kiesbiljet beschouwen als het eenige om tot werkelijke verbetering te komen van de maatschappelijke misstanden, waar onder, meer of minder direkt, duizenden lyden. De vrouwen kunnen bij het uit den weg ruimen der euvelen niet gemist worden, want hoe knap en edel de mannen ook mogen zijn of worden, zij alleen kunnen nooit recht vaardigheid tegenover allen plegen, om de eenvoudige, doch alles afnoende reden, dat mannen en vrouwen nu eenmaal een anderen, een elkaar aan vullenden kijk op de dingen hebben. Bij samenstelling van landsbestuur en volksvertegenwoordiging kan dus evenmin de een als de ander worden gemist, zal de maatschappij het ideaal zoo nabij mogelijk komen. Het artikel van den heer Nypels is een verdediging der volgende stellingen. I. ])e liberale partij kan verandering van de grondwet tot uitbreiding van het kiesrecht voor mannen niet als urgent aannemen ; II. Zij mag den toestand voor die her ziening eerst rijp achten, als zij haar kan bewerkstelligen los van het klasse-streven der sociaal-demokratische partij; III. Zij wil terstond mede werken tot verkrijging van grondwetsherziening om der vrouw kiesrecht te bezorgen ; IV. Zij wil terstond mede werken oni het kiezerscorps uit te breiden door aanvul ling van de bestaande kieswet, binnen de grenzen der bestaande grondwet; V. Zal zij eenmaal grondwetsherziening vragen voor de verdere uitbreiding van hot kiesrecht in democatischen zin, dan zal zij tevens voorstellen de belemmeringen weg te nemen, welke in de tegenwoordige grond wet bestaan tegen veitegenwoordiging der koloniën, volgens keuze der ingezetenen van de koloniën. De hoofdgedachten in de verdediging zijn: Ook de liberalen wensehen, dat eenmaal alle burgers rijp kunnen geacht worden tot uit oefening van het kiesrecht, en gaven blijk van hun ernst in dezen door niet streng te willen zijn in de aanneming van een waar neembaar kenteeken van bevoegdheid, zoodat een rij nog niet ten volle bevoegden thans reeds kiezers zijn, hetgeen vooral goed is met het oog op de vormende kracht van het stembiljet. Komt nu de vraag: tot hoever mag de toelating der niet ten volle bevoegden zich uitstrekken, dan treedt het verschil in opvat ting en meening der liberale partijen aan den dag. De Liberale Unie-mannen zeggen : thans niet meer dan de tegenwoordige grond wet een onderdak kan geven ; waaruit volgt, dat urgentie van grondwetsherziening voor hen niet bestaat; wel te verstaan met het oog op het kiesrecht der mannen, want op blz. 17 van den afdruk staat te lezen : Toekennig van kiesrecht aan de vrouw is het eenige punt, dat momenteel de vraag om grondwetsherziening rechtvaardigt. Bestaat kans eene meerderheid te vinden om deze quaestie op zich zelf aanhangig te maken, dan zal de liberale partij daartoe moeten meewerken, of het initiatief nemen. Van deze zaak kan m.i. getuigd worden, dat het onrecht de spuigaten uitloopt", rest nu maar of het ijzer ook tot smeden heet is?" Eerder dan uitbreiding in de richting der minst ontwikkelde mannen, is de beurt aan die vrouwen, welke in ontwikkeling en be langstelling niet achter staan bij de mannenkiezers. Voor een : haalt de vrouwen niet uit haar huishouden I" kan ik niet meer gevoelen dan voor een : haalt de mannen niet van hun werk!" Bovendien zijn in ons land al meer dan 250,000 meerderjarige vrouwen werkzaam in verschillende btdrijven, welke haar bezigheid buitenshuis geven. Om den kiesplicht te vervullen is niet veel tijd noodig; elke vrouw moet zelf beslissen of zij dien tijd daaraan wil geven, evenals zij zelf moet weten of zij overigens ook werk en studie wil maken van de behartiging van de algemeene zaak". De kern der kwestie, vervolgt de schrijver en spreekt naar aller ontwikkelde vrouwen hart, zit hij het be lang dat de algemeene zaak heeft niet ver stoken te blijven van de medewerking der intellectueel gelijkwaardigen, ongeacht of deze vrouwen of mannen zijn". Iets lager lezen wij : De L. U. Commissie wil uitdrukkelijk de vrouwen nog uitsiuiten. omdat zij haar kiesrecht wel gunt, maar geen maatstaf heeft gevonden om haar bekwaam heid af te meten, terwijl zij haar niet in eens wil inlijven." Nu zou ik de L. U. Commissie wel willen vragen, waarom zij voor de vrou wen niet tevreden meent te mogen zijn met de maatstaf voor de mannen aangelegd ? Wij vrouwen wensehen niet anders dan wettelijk volkomen gelijk te worden gesteld met de mannen, op grond, dat dit beginsel al lang wordt toegepast, waar het geldt belasting en strafrecht. Welk edeldenkend man stuit het niet tegen de borst den vrouwen wel den vollen druk der wet te doen ondervinden, maar niet haar volle beweldadiging ? En wat den welstand der gehuwde vrouwen betreft, laten zij geacht worden de helft te verdienen van het inkomen der mannen, daar voor do maatschappij niet minder belangrijk is het goed bestuur van de huishoudingen dan looneu en inkomsten, die welstand waar borgen. De Vrijz. Dem. Kamergroep wil liet eens probeeren met het vrouwenkiesrecht voor de Gemeenteraden, maar haar overigens paaien met het in beginsel aannemen" hierbij zij aangeteekend, dat zelfs de vrouwen, die zich bij de Vrijz. Dem. partij hebben aangesloten. herhaaldelijk blijk geven door dat paaien allerminst te zijn gepaaid. De Soc. Dem. Kamergroep wil in de Grond wet vrouwen en mannen gelijk stellen, maar de M. v. . zegt dat dit slechts geschiedt aan den lateren kieswetgever overlatend, in hoeverre deze m eer* t, van zijn recht, om bij de wet de vrouw van het kiesrecht uit ie sluiten, gebruik te moeten maken. De lieer Nypels vindt, dat hetgeen de L. l". Commissie tegen 't gelijkstellen van man en vrouw aanvoert, meerendeels in strijd is met hare verdediging van algemeen kiesrecht, maar consequent acht hij, dat de Soe.-Dem. het vrouwenkiesrecht niet in toepassing wil zien gaan, daar dit vooralsnog niet in zijn klassenbelang zou wezen, wat bij hem steeds gaat boven het algemeen welzijn. De zoo vaak aangevoerde bezwaren tegen kiesrecht voor de gehuwde vrouw, weerlegt de schr. met: Stemt de getrouwde vrouw evenals haar man, welnu, als twee stemmen voor iets zijn, is het niet meer dan billijk dat beide tot haar recht komen. Isdevronw van andere meening, dan zal dit tweespalt brengen, zegt men. Meer aanloiding tot twee dracht, vragen wij, dan de aangelegenheden der huishouding, de opvoeding der kinderen, het gebruik en verbruik van het verdiende loon? Als de man of de vrouw overwegenden invloed in het gezin heeft, zal de wederhelft zich naar dien wil schikken ; gelijk men het zelfde kan waarnemen waar bazen de baas, meesters de meester spelen. Als slot der verdediging van vrouwen kiesrecht, zegt de lieer N.: Vóórdat het Christendom had baan gebroken gold twijfel of de vrouw een /iel had . . . maar 19 eeuwen zijn ua dien niet voldoende geweest om ons te verlossen van den twijfel of de vrouw ook als denkend wezen de gelijkwaardige van den man is. M. i. inoet de liberale partij ijveren om zoo spoedig mogelijk het vrouwenkiesrecht in grondwet en kieswet opgenomen te zien, zoowel voor de gehuwde als ongehuwde vrouw. Daartoe is grondwetsherziening noodig; deze te vragen, los van de thans ingediende voor stellen tot grondwetsherziening, die op plotse invoering van alg. kiesrecht gericht zijn, moet de liberale partij zich tot plicht stellen, voor alle geschikte en economisch zelfstandige vrouwen, volgens denzelfden maatstaf als voor démannen is aangenomen." Dit warme pleidooi voor vrouwenkiesrecht, allereerst in het belang der gemeenschap, stemt ongetwijfeld tot groote dankbaarheid alle vrouwen ruim genoeg van blik om verder te zien dan engen eigen kring, en is tevens een nieuw en treffend bewijs, hoe verstandig het van de Vereeniging voor vrouwenkiesrecht is om zichneutraal te houden, zoo lat er plaats bij haar is voor allen, tot welke partij ook behoorend. Waar toch is, dat vrouwenkiesrecht komen moet; ook wraar, dat de vrouwen het van de mannen moeten ontvangen, maar welke kleur alsdan den doorslag zal geven, en of het vastgelegd zal worden in de grondwet, van wege het belang der maatschappij, dan of pariijdrijfveeren daarbij in het spel zullen wezen, valt, naar ik meen, niet te profeteeren. De gloed, die van deze pleitrede uitgaat, werkt verkwikkend bij de tegenwoordige guurte. Den Haag, f) Mei '04. EI.ISE A. UAIOHTOX. Naschrift. Sedert ik bovenstaand schreef, las ik Prof. Krabbe's: Kiesrecht in de Meigids." Schr. bepleit algemeen kiesrecht. Al (bl. 23") zijn de mate van geschiktheid nimmer hoog gesteld, zoo weinig hoog, dat ook aiialphabeten het kiesre ;ht kunnen erlangen," hij acht dit goed; zelfs niet voldoende, want (bl. 235) hoe kan men beter van de in het volk levende rechtsovertuigingen op de hoogte komen dan door het volk zelf zich te doen uitspreken." Bevestigend beantwoordt hij de vraag of de geestelijke ontwikkeling deitoekomstige kiezers voldoende, is en zij kennen de maatschappelijke belangen, waarmee de wetgever te rekenen heeft." op grond, dat zij hebben vereeuigingslcven en vakorganisatie," en dit belangen zijn, die in privaatrechte lijke ordening hun bescherming moeten hebben. . . . Daarom mochten wij dus stellen, dat in deelneming aan maatschappelijk leven de eigenschappen zich ontwikkelen, welke voor de uitoefening van politieke macht in den vorm van kiesrecht onmisbaar zijn. Met dit gezichtspunt is stelling genomen tegen over Vrouwenkiesrecht. Vele vrouwen, vooral <!e gehuwden, houden zich van. 't openbare leven terug en werken dientengevolge niet onmiddellijk mee aan het constitneeren .van het reehtsbewiistzijn des volks. Het geeste lijk leven van de vrouw is menigmaal van hoog gehalte, maar een groot aantal mist, door zich op de markt des levens niet te vertoonen, de opvoedende kennis der maat schappelijke belangen, voor zoover die noodig is om op de rechtsvordering invloed uit te oefenen. Feitelijk is dan ook haar invloed op het rechtsbewustzijn der natie gering, zoodat onze rechtsvordering geschoeid blijft op het manlijk karakter en daarvan de duide lijke sporen draagt. De kentering is intusschen ingetreden. Waar zij geschiktheid blijken te bezitten, zal haar oji <lt>n dxiir (cursiveering van mij) niet kunnen worlen onthouden." Om door lengte plaatsing niet te bemoei lijken, zal ik mij tot een paar vragen aan Prof. Krabbe bepalen: 1. Gelooft hij werkelijk, dat zijn toekomstig!: kiezers," de geestelijke ontwikkeling hebben, die hij voor 't kiezersschap noodig acht? Nemen zij deel aan liet vereenigingsleven ? kennen zij vakorganisatie? En zoo niet, waarom dan wel blijven vast houden aan dien eisch voor de vrouwen? . Is het waar, dat de gehuwde vrouw niet onmiddellijk meewerkt aan 't reehtsbewustzijn des volks? Wanneer een moeder haar zoons en dochters, bijv. walging tracht in te prenten voor deelneming aan politiek en sociaal leven met het oog op titel of baantje, werkt zij dan soms niet rechtstreeks mee aan de vorming van 't volksbewustzijn? of zijn er zulke moeders niet ? ;i. Weet, Prof. Krabbe, of wie ook, n voorbeeld in de -wereldge schiedenis te vinden, hetwelk toont, dat mannen een Vereeniging vormden tot ver krijging van kiesrecht vóórdat nog n man liet kiesrecht had? Al dus deden en doen de vrouwen in alle be schaafde landen, waaruit wel geen ander gevolg zal te trekken zijn, dan dat de vrouwen en bloc rijper voor het kiesrecht zijn dan de mannen ooit blijk gaven te wezen, viiórdat een goed deel het bezat? Of zijn het zelfs thans do nog-niet-kiezers, die om kiesrecht vragen, dan wel doen de partijleiders het voor hen? H. fMtlltllllllllllllMllllllllllHIIMIIMIIIIIIIIIMIllllllllllllltllllllllmillllllllllllll Een nieuwe rrouwen-club. Franz von Vecsey. Modes: Nieuwste portebonlic/'.r. Bad costuum. Doorschij nend? blouses. Handschoenen-nummers. De prachtige, ruime vertrekken bestemd voordeLyeeum-club voor vrouwen, Piccadilly 128, Londen, waren dezer dagen stampvol met bekende mannen en schitterend gekleede Engelsche dames. De kunst van zich goed te kleeden, bezitten Engelsche vrouwen onge twijfeld. Volgens liet algemeene oordeel waren op het pas gehouden internationaal vrouwen congres, te Berlijn, do Amerikaansche en Engelsehe de best gekleede dames. Met veel animo en belangstelling, is deze spik-spliuter-niüuwe club geopend en inge wijd. Mejuffrouw Ger trilde Bouler is secreta resse van de club. De contributies zijn zér laag. De kosten zullen hoofdzakelijk gedra gen worden door den rijken heer Smedley, die zich als beschcrm-eugel van deze vrouwen-club heeft doen kennen. De reglementen van de nieuwe Vereeniging zijn van dien aard, dat men nu reeds over wijziging en herziening spreekt. Gertrude Boutier behoeft haar inktpot dus niet te sluiten, want, naar alle waarschijnlijkheid, zal zij weer druk moe ten pennen. Men heeft bezwaar tegen de restrictie tegenover do leden. Om als lid van de Lyceum-club in aanmer king te komen, moet men voldoen aan een der drie volgende eischen : a. Eenig oorspronkelijk werk hebben gele verd op het gebied van letterkunde, jour nalistiek, kunst of wetenschap. b. in het bezit zijn van een academischen graad. c. Vrouwen of dochters zijn van mannen, die zich hebben onderscheiden in letterkunde, journalistiek, kunst of wetenschap. Ken tweede, groot bezwaar, acht men het verbod om fooien te geven. Tóch wil de Lyceum-dub volstrekt niet weten van die extra-belasting, zoodra men zich een kop thee of een glas limonade laat brengen, liet per soneel wordt goed bezoldigd en moet tevre den zijn met hun tracteinent. De dames regelen zich naar het vooi beelti der voorname heeren-clubs in het West-end van Londen, waar het anti-fooien-stelsel wordt toegepast. F.eu goede club moet zijn als het eigen huis, zeggen de Lyceum-leden, en thuis denkt men er ook niet over, om zijn personeel, voor elke kleine dienst die zij bewijzen, ijlings een gel delijke vergoeding in-do-hand te stoppen. * * * Het elfjarig wonderkind, het violistje Frans v on Vecsey, heeft zich ook in Engeland's hoofdstad, gedurende de seasou herhaaldelijk doen hooren en bewonderen. Kritiek en muziekliefhebbers zijn n-eu-al verrukking. Zaterdag, 2 Juli j.l. is hij voor 't laatst in Queen's Hall opgetreden enspeelde ;net orkest begeleiding. Zoodra dit muziekwonder zijn geliefd instrument bespeelt, beschikt het ventje over den ernst, de kracht, de toe wijding, den hartstocht en het gevoel van een vólrijp artist. In het gewone doen is Fransje een bengel, een jolig kereltje vol guitige invallen. Hij is de afgod der dames die hem bergen lekkers aanbieden, voldoende om een geheel weeshuis te onthalen. Frans is een zoontje van zeer welgestelde ouders, behoeft dus niet om den broode te spelen. In Januari l!K)ögaat hij een tournee maken door Amerika. * Een ietsje bijgeloovig zijn wij vrouwen allemaal, de eene mér, de andere minder, maar een tipje bijgeloovigheid kleeft ons aan. Sommige komen er rond vooruit; andere beweren nadrukkelijk zich met zulken onzin niet op-te-houden, en geen enkel kwetsbaar plekje te bezitten, in haar verstandelijke wapenrusting. Zij, die dit meestal een beetje heftig verkondigen : geen bijgeloovig Achilleshieltje te hebben, doen wel eens denken, aan die zich schrap-zettende, schel-ketl'ende hondjes die feitelijk zooveel misbaar maken... uit angst. Niet onder een tegen een muur staanden ladder willen loopen; niet met dertien per sonen aan tafel zitten; noch op reis gaan, trouwen, of van personeel wisselen op Vrijdag; niet aan tafel onder een spiegel willen zitten; gemorst zout driemaal over den linkerschou der strooien; 's avonds, met stijf-gesloten oogen naar een raam loopen, en dit blindelings open-schuiven uit pure angst de nieuwe 'maan, het eerst door glas te zien schijnen, nu ja, deze en zooveel andere bijgeloovigheden zijn dingen waarmee men spot, waarover men in den regel lacht, maar, het dragen van een talisman ? hoe denken de meeste vrouwen daarover ? De nieuwste door de mode aan gegeven geluk-aanbrengers zijn ivoren oli fantjes of porseleinen bloempjes, gedragen aan horlogekettiig of armband. De kleur van het te kiezen bloempje, hangt af van de maand waarin wij geboren werden : Januari: blauw; Februari: rood; April: violet; Mei: wit; Juni: rose; Juli: mauve; Augustus: beige ; September : groen ; Oktober : grijs ; November : oranje ; December : zwart. Ondanks alle vrij heid-winnende theorieën voor de vrouw, worden de bewegingen der arme mode-vrouw steeds meer belemmerd, wanneer zij in zee wil rondspartelen. Van het afschuwelijke, de mooiste vrouw leelijk makende, wollen badhemd, is men overgegaan tol de wijde pantalon pn lange blouse. Gewone, aardige, hoogstens met witte bandjes gegarneerde pakjes, geschikt om te zwemmen en in 't zilte nat te springen en te ploeteren. Die zér praktische, behagelijk uitziende bad-costuumpjes hebben afgedaan voor de vrouw, die de mada wil volgen tot in haar zeebad. Zij draagt nu witte serge robes met kant versierd, en groote witte babyhoeden, óók met kanten gekleurde strikken, ooi te water te gaan. Dat onzinnige toiletmaken om te baden, is een nadoenerij van onze fransche buren. De moderne weefsels i bestemd voor den zomer, zijn opengewerkt, luchtig en doorschijnend. Vooral doorschij nende blouses worden veel gedragen. Die kleeden bij warme dagen ook buitengewoon goed. Het is te hopen, dat geen vrouw die denkt en smaak heeft, onnadenkend zal volgen het smakeloos voorschrift der mode, om onder doorzichtige, gazige blouses eeu vleeschkleurige dessous te dragen! Die suggestieve vleeschkleuris het toppunt van wansmaak. Het meest flatteerende is, om het voering-oorsage geheel los van de blouse, en in de tint der blouse te dragen; de voering met laaguitgesneden hals te nemen en de mouwen ongevoerd te laten. In snikwarme dagen is zulk een kleedingstuk heerlijk, en geen verstandig mensch met eenigen zin voor het schoone, zal aanstoot nemen aan het hél even schemeren van een blanken meisjesof vrouwenhals en armen, door het ijle mate riaal der blouse. De sport krijgt het op haar ruim geweten, dat de vrouwenhanden tegenwoordig grooter, grover en minder blank zijn dan vroeger. Hockey, golf en temüs-spel, zwemmen, roeien en het rijden van de ook, hebbeu de spieren van vrouwenarmen en handen ontwikkeld en in grootte doen toenemen. De sportdime, die vroeger met gemak haar handje in No. (> glipte en zonder inspanning de vier knoopjes kon dichtkrijgen om haar ranke polsje, zou nu moeten overgaan tot ('\1A. indien de hand schoenen-fabrikanten er niet met voorbeel dige holfelijkheid iets op hadden bedacht, om elke dame ha ir eigen nummer van weleer te doen behouden . . . De handschoenen worden grooter gemaakt dan vroeger. Zoodoende blijft iedere vrouw onberispelijk geganteerd en goed gehumeurd. Van het coquette zesje hoeft zij geen afstand te doen en siraks nog steeds als 2o genoteerd het willig leer van handschoenen met afmetingen 6>i over haar forsche knuistjes. CAPRICE. * * * Aardappeltaart. Benoodigdheden : 34 kilo gekookte, fijngewroven aardappelen. 75 gram boter, 4 lepels dikke, zoete room. geraspte schil van 1/2 citroen, (j eieren, likeurglaasje kirschwasser. Bereiding: Koer de room, de boter, citroenschil en een ietsje zout door de lijn-gewreven aardappelen, klop drie eierdooiers met het kirschwasser, roer dit ook door het beslag. Klop het wit van de zes eieren tot een dikke mns=a, vermeng dit met het overige. Doe het mengsel in een beboterde vorm en laat het ongeveer drie kwartier in den oven bakken.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl