Historisch Archief 1877-1940
No.
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD T OOR NEDERLAND.
leven weergevende roman, eindigt bij het
huwelijk, daar in de tropen zou de roman
er mee moeten beginnen, want vrijage" als
in het Westen kennen de inlanders niet en,
zoo al, maakt men den tijd daarvóór zoo
kort, dat een romanschrijver er geen nut
van kon hebben voor zijn arbeid. Elkaar
liefhebben wordt aldra de lichamelijke
vereeniging, 't zij in of buiten huwelijk.
Om bovenstaande redenen moest en moet
de Indische roman dus heel anders zijn dan
onze romans en vooral ver afwijken van de
ouderwetsche Westersche romans. Niet alle
Indische romanschrijvers hebben dat begre
pen ; Boeka wel.
We eindigen met de hoop dat Pahkasinum
veel lezers mag vinden. Al houdt steller dezes
Betekavmg een roman uit de serio Uit
Java's Binnenland" ook voor de beste van
'8 schrijvers werken, we zijn overtuigd dat
wanneer men eenmaal begonnen is met het
fraaie begin van Pahkasinum, men dat werk
gaarne ten einde toe zal lezen, daarmede
tevens zijn kennis van Indische toestanden
aanvullend en versterkend.
's-Gravenhage, Juni 1904. H. R. ROOKMAAKER.
Als een droppel in de Zee, door ANNIE
QUIDING. Uit hot Zweedseh door T.
JESVERSEX?STOK. Utrecht, P. J. Diehl.
Annie Quiding schrijft tendenz-romans.
Vooral zulke auteurs moeten zich toeleggen
op het kiezen van duidelijke, sprekende titels
en nu komt 't me voor, dat in dit geval de
keuze niet erg gelukkig is geweest, liet dag
blad van Kopenhagen zegt: Dit huis met
het kleine stadje er omheen (waar de geschie
denis speelt) is een droppel in den grooten
Europeeschen Oceaan van moderne verwar
ring. Ziehier een poging tot titelverklaring,
die overbodig had moeten zijn. Modern in
het stadje, waar, na lange afwezigheid Carl
Barclay terugkeert, wel geworden, dat is
waar. In haar ijver om dit modern karakter
goed te doen uitkomen, zegt de schrijfster
zelfs: bij 't weerzien ging een electrische
schok van vreugde door zijn hart." Alles
gaat dus flink met zijn tijd mee.
Die vreugde is echter van korten duur,
want spoedig doet hij droeve ervaringen op.
Hij, die nog eerbied koestert voor ouden
van dagen, die zijn moeder nog liefheeft en
dat durft toonen, die eerlijkheid, zedelijkheid
en goede trouw nog eigenschappen vindt,
wel waard om te bezitten, hij moet onder
vinden dat in zijn geboortestad de moderne
richting" al deze dingen als verouderd heeft
over boord geworpen. Een nichtje van hem,
Sylvia, opgevoed volgens de moderne
begripptn, is tot de overtuiging gekomen dat
't eigenlijk zoo alledaagsuh, is zich te
engageeren en te trouwen op de gewone manier.
Neen, de ware liefde maakt zijn (haar dan
toch zeker) eigen weg en overwint alle
hinderpalen; dat het de ware, groole liefde
is, die zij in haar hart draagt, daar is ze
zeker van", (pag. 'J5). Die ware liefde is ont
staan na een kennismaking van twee dagen
en geldt, natuurlijk, een getrouwde man,
die lang niet ongevoelig daarvoor blijkt,
ondanks zijn veertig jaren, en derhalve naar
zijn vrouw stapt en zegt: kijk eens, jij bent
oud geworden. In mijn natuur daarentegen
ligt overvloed van levenskracht, ik ben nog
jong genoeg voor jeugd, schoonheid en
gloeienden hartstocht. En dat is 't, wat ik
zoek. En nu blijf ik nog bij je tot morgen,
en dan zal ik jou en de kinderen naar den
trein brengen, (pag. 14(3/147). Kiesch, niet
waar? En deze man en dat meisje zijn nu
(ypen van den modernen tijd, zoo geworden
door de moderne richting". Dit tenminste
zegt de schrijfster. Bewijzen, aantoonen, doet
ze 't wel niet, maar dat vinden vrouwen wel
eens meer overbodig. Zoo zegt ze ook (pag. 249)
dat wel wordt beweerd (door de aanhangers
der moderne richting): de zedelijkheid ligt
in de liefde. Wanneer de liefde is verdwenen,
dan is liet huwelijk niet langer zedelijk.
Wee over hem, roept ze uit, die dit zegt.
Krankzinnig is 't!
Ik voor mij vind dit nog zoo gek niet. In
elk geval zou je er nog eens over kunnen
pratf n. Maar neen, 't is krankzinnig en daar
mee uit.
Maar voelt de schrijfster niet, dat zij door
dit boek haar doel niet zal bereiken ? Ieder
zal wel toestemmen, dat Sylvia en Vibeck
(7,00 heet de man) geen ideaal-menschen zijn.
Maar is hiermede de moderne richting" ver
oordeeld ? En dat toch is de tendens van
haar boek. Zij heeft donkere visioenen van
ondergangen ontbinding der volkeren, Zweden
aan Rusland onderworpen, de groote mogend
heden bankroet, de kleine vernietigd. En
dat kon zoo geheel anders zijn, als de menschen
maar anders waren. Van die andere
menschen", menschen zooals zij die wenscht,
menschen die de zaak in stand zullen houden,
geeft de schrijfster ook twee typen, baron
Barclay en freule Elza Kantzau. Deze twee
zijn zeer degelijk, een en al plichtsbesef, bemin
nen elkaar op de echte, oudorwetsche manier.
't Gaat deftig, 't duurt lang voor't zoover is,
maar 't is solide. Alleen vindt ik hun oordeel
soms wat hard. Op een wandelrit vertelt
llltMIIIIIIIIIIMIIIinilllllllllllllllllllMIIIIIIII
Elza, dat Vibeck onlanga met een paard op
hol ig geweest. Jammer", zegt Barclay, dat 't
paard hem den nek niet liet breken". Elza
keek op en lichte, (pag. 204). En (pag. 237)
na 't vernemen van de tijding, dat haar
moeder (die, 't is waar, vroeger wat al te vrij
is geweest in haar verlangen tot de mannen)
haar gaat verlaten, roept Elza uit: Is 't
mogelijk? Zal ik van mijn moeder bevrijd
worden? Haar niet meer dag aan dag behoeven
te zien ? O l God is toch goed. Ja, Gods
goedheid is groot!"
Met zulke menschen gelooft de schrijfster,
zal Zweden niet ten onder gaan. 't Kan wel.
Maar of dan in Zweden 't heerlijk Evangelie
van menschenliefde zal worden begrepen en
betracht op den duur ?
In dit boek is veel wat te prijzen valt,
veel wat goed gezegd is en te denken geeft.
Dat echter de schrijfster wordt gesteld op
n lijn met Selma Lagerlöf, zooals blij
kens vóór in 't boek afgedrukte Zweedsche
couranten-recensiën gebeurt, komt mij voor te
zijn een miskenning van het veel grootere
talent van deze laatste en schijnt mij niet de
manier toe, om een groot landgenoote teeeren.
Wat de vertaling betreft, die is hier en daar
nog al stijfjes.
J. TEN CATE.
ItmlIlllmillMlllllllillMMMIIMIMlmlIMIIlHIIIIIIIMIIIIIIHIIIItltll
van «en smakelijk gerecht hangt niet alleen af van het hoogere genot bij het eten, want hoe smakelijker het gerecht, hoe
lichter het ook verteerd wordt, en des te beter komen de voeding-stoffen, die het bevat, tot haar recht. Deze waarheid verklaart het succes
van MAGGI'8 SPIJZEN en SOEPEN-AROMA.
Het is voor de zorgzame Huisvrouw een alom gerenommeerd, goedkoop middel om vleezen, sauzen, soepen en zwakken bouillon,
zoo ook groenten, eierspijzen, melk enz. een krachtigen, aangenamen smaak en geur te geven. Eerst bij het opdienen bij te voegen!
Te verkr\jjen b\j kruideniers en comestibleshandelaars.
Omdat het zeer. geconcentreerd is, neme men nooit te veel.
4 groote Prezen 28 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 5 Eere-Pr\jzen, zpsmaal buiten madedingiog, o. a. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parijs.
Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het Generaal Agentuur roor Nederland en Koloniën PAUL HORN, Amsterdam.
pMiiiltiiiliiiiilliliiiiiiniiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiliitniiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiifiiiiiiiiiiMiiMiuiiiiniitiiMiiiiiiintiiiiiiiiiiiiiiiiitiMiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiMiiiiitiiihiiiMiiHMiiiiii iiiiiiiMiitiiiiiniliiiiiiiMlliuuitiiiiiiMiiiiiiilliiiiiMiiiiiiiiMiiniiiiiiiuiininiiiiiiiiiltiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiliiliiiiiiii iiimiiMiiimimimmiimimimiiiHiiiiiiMiiiMiiiu itiiiiniiiMiMtiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiitiiiii
_?*__.»
MAQQI's onderscheidingen:
Oiflat hot ile spuigaten uitloopt.
Zekeren avond in de tweede helft van
April thuiskomende, vond ik een briefkaart
gericht aan de secretaris der Vereeniging
voor Vrouwenkiesrecht, meldende, dat bij de
uitgevers van het adresboek nog geen opgave
van het Bestuur der afdeeling ingekomen
zijnde, deze verwacht werd voor den
zóóveelsten van de maand. Had op dat oogenblik
iemand naast of bij mij gestaan, hij, dan wel
zij, zou stellig op mijn gelaat de weerspie
geling van aangename gewaarwording hebben
gelezen. Voor m\j toch was dat stukje carton,
niet eenvoudig een briefkaart, maar een
teeken des tijds. En wel voor ons vrouwen
het verblijdende teeken, dat thans geen adres
boek meer geacht wordt te beantwoorden aan
de eischen, wanneer de noodige inlichtingen
omtrent de wettelijk geconstitueerde
vrouwenvereenigingen er aan ontbreken. En ik zeide
tot mezelf: denk eens tien jaren terug.
Dezer dagen lag naast mijn ontbijtbord een
overdruk uit: Vragen van den Dag : De libe
rale party en uitbreiding van
het Kiezerscorps, door G. Nypeh en
door den schrijver zelf toegezonden aan het
Bestuur der Vereeniging voor Vrouwenkies
recht. Weer teekende zich aangename beroe
ring op mijn aangezicht, want ik vind het
nu eenmaal prettig om tot een fractie te
behooren, die meegeteld wordt, zelfs al ware
het, dat de partij geacht werd te zy'n ont
staan door een afdwaling des geestes.
De overdruk werd het Be -stuur toegezonden,
er moest dus iets instaan, dat de belangstel
ling zou wekken van de vrouwen, die aan
kiesrecht doen neen, zoover zijn we nog
niet; die aan kiesrecht zouden willen doen.
daar zij het kiesbiljet beschouwen als het
eenige om tot werkelijke verbetering te komen
van de maatschappelijke misstanden, waar
onder, meer of minder direkt, duizenden
lyden. De vrouwen kunnen bij het uit den
weg ruimen der euvelen niet gemist worden,
want hoe knap en edel de mannen ook mogen
zijn of worden, zij alleen kunnen nooit recht
vaardigheid tegenover allen plegen, om de
eenvoudige, doch alles afnoende reden, dat
mannen en vrouwen nu eenmaal een anderen,
een elkaar aan vullenden kijk op de dingen
hebben. Bij samenstelling van landsbestuur
en volksvertegenwoordiging kan dus evenmin
de een als de ander worden gemist, zal de
maatschappij het ideaal zoo nabij mogelijk
komen.
Het artikel van den heer Nypels is een
verdediging der volgende stellingen.
I. ])e liberale partij kan verandering van
de grondwet tot uitbreiding van het kiesrecht
voor mannen niet als urgent aannemen ;
II. Zij mag den toestand voor die her
ziening eerst rijp achten, als zij haar kan
bewerkstelligen los van het klasse-streven
der sociaal-demokratische partij;
III. Zij wil terstond mede werken tot
verkrijging van grondwetsherziening om der
vrouw kiesrecht te bezorgen ;
IV. Zij wil terstond mede werken oni
het kiezerscorps uit te breiden door aanvul
ling van de bestaande kieswet, binnen de
grenzen der bestaande grondwet;
V. Zal zij eenmaal grondwetsherziening
vragen voor de verdere uitbreiding van hot
kiesrecht in democatischen zin, dan zal zij
tevens voorstellen de belemmeringen weg
te nemen, welke in de tegenwoordige grond
wet bestaan tegen veitegenwoordiging der
koloniën, volgens keuze der ingezetenen van
de koloniën.
De hoofdgedachten in de verdediging zijn:
Ook de liberalen wensehen, dat eenmaal alle
burgers rijp kunnen geacht worden tot uit
oefening van het kiesrecht, en gaven blijk
van hun ernst in dezen door niet streng te
willen zijn in de aanneming van een waar
neembaar kenteeken van bevoegdheid,
zoodat een rij nog niet ten volle bevoegden
thans reeds kiezers zijn, hetgeen vooral goed
is met het oog op de vormende kracht van
het stembiljet.
Komt nu de vraag: tot hoever mag de
toelating der niet ten volle bevoegden zich
uitstrekken, dan treedt het verschil in opvat
ting en meening der liberale partijen aan
den dag. De Liberale Unie-mannen zeggen :
thans niet meer dan de tegenwoordige grond
wet een onderdak kan geven ; waaruit volgt,
dat urgentie van grondwetsherziening voor
hen niet bestaat; wel te verstaan met het
oog op het kiesrecht der mannen, want op
blz. 17 van den afdruk staat te lezen :
Toekennig van kiesrecht aan de vrouw is het
eenige punt, dat momenteel de vraag om
grondwetsherziening rechtvaardigt. Bestaat
kans eene meerderheid te vinden om deze
quaestie op zich zelf aanhangig te maken,
dan zal de liberale partij daartoe moeten
meewerken, of het initiatief nemen. Van
deze zaak kan m.i. getuigd worden, dat het
onrecht de spuigaten uitloopt", rest nu
maar of het ijzer ook tot smeden heet is?"
Eerder dan uitbreiding in de richting der
minst ontwikkelde mannen, is de beurt aan
die vrouwen, welke in ontwikkeling en be
langstelling niet achter staan bij de
mannenkiezers. Voor een : haalt de vrouwen niet
uit haar huishouden I" kan ik niet meer
gevoelen dan voor een : haalt de mannen
niet van hun werk!" Bovendien zijn in ons
land al meer dan 250,000 meerderjarige
vrouwen werkzaam in verschillende
btdrijven, welke haar bezigheid buitenshuis geven.
Om den kiesplicht te vervullen is niet veel
tijd noodig; elke vrouw moet zelf beslissen
of zij dien tijd daaraan wil geven, evenals
zij zelf moet weten of zij overigens ook werk
en studie wil maken van de behartiging
van de algemeene zaak". De kern der kwestie,
vervolgt de schrijver en spreekt naar aller
ontwikkelde vrouwen hart, zit hij het be
lang dat de algemeene zaak heeft niet ver
stoken te blijven van de medewerking der
intellectueel gelijkwaardigen, ongeacht of
deze vrouwen of mannen zijn".
Iets lager lezen wij : De L. U. Commissie
wil uitdrukkelijk de vrouwen nog uitsiuiten.
omdat zij haar kiesrecht wel gunt, maar geen
maatstaf heeft gevonden om haar bekwaam
heid af te meten, terwijl zij haar niet in eens
wil inlijven." Nu zou ik de L. U. Commissie
wel willen vragen, waarom zij voor de vrou
wen niet tevreden meent te mogen zijn met
de maatstaf voor de mannen aangelegd ? Wij
vrouwen wensehen niet anders dan wettelijk
volkomen gelijk te worden gesteld met de
mannen, op grond, dat dit beginsel al lang
wordt toegepast, waar het geldt belasting en
strafrecht. Welk edeldenkend man stuit het
niet tegen de borst den vrouwen wel den
vollen druk der wet te doen ondervinden,
maar niet haar volle beweldadiging ? En wat
den welstand der gehuwde vrouwen betreft,
laten zij geacht worden de helft te verdienen
van het inkomen der mannen, daar voor do
maatschappij niet minder belangrijk is het
goed bestuur van de huishoudingen dan
looneu en inkomsten, die welstand waar
borgen.
De Vrijz. Dem. Kamergroep wil liet eens
probeeren met het vrouwenkiesrecht voor de
Gemeenteraden, maar haar overigens paaien
met het in beginsel aannemen" hierbij zij
aangeteekend, dat zelfs de vrouwen, die zich
bij de Vrijz. Dem. partij hebben aangesloten.
herhaaldelijk blijk geven door dat paaien
allerminst te zijn gepaaid.
De Soc. Dem. Kamergroep wil in de Grond
wet vrouwen en mannen gelijk stellen, maar
de M. v. . zegt dat dit slechts geschiedt
aan den lateren kieswetgever overlatend, in
hoeverre deze m eer* t, van zijn recht, om bij
de wet de vrouw van het kiesrecht uit ie
sluiten, gebruik te moeten maken.
De lieer Nypels vindt, dat hetgeen de L. l".
Commissie tegen 't gelijkstellen van man en
vrouw aanvoert, meerendeels in strijd is met
hare verdediging van algemeen kiesrecht,
maar consequent acht hij, dat de Soe.-Dem.
het vrouwenkiesrecht niet in toepassing wil
zien gaan, daar dit vooralsnog niet in zijn
klassenbelang zou wezen, wat bij hem steeds
gaat boven het algemeen welzijn.
De zoo vaak aangevoerde bezwaren tegen
kiesrecht voor de gehuwde vrouw, weerlegt
de schr. met: Stemt de getrouwde vrouw
evenals haar man, welnu, als twee stemmen
voor iets zijn, is het niet meer dan billijk
dat beide tot haar recht komen. Isdevronw
van andere meening, dan zal dit tweespalt
brengen, zegt men. Meer aanloiding tot twee
dracht, vragen wij, dan de aangelegenheden
der huishouding, de opvoeding der kinderen,
het gebruik en verbruik van het verdiende
loon? Als de man of de vrouw overwegenden
invloed in het gezin heeft, zal de wederhelft
zich naar dien wil schikken ; gelijk men het
zelfde kan waarnemen waar bazen de baas,
meesters de meester spelen.
Als slot der verdediging van vrouwen
kiesrecht, zegt de lieer N.: Vóórdat het
Christendom had baan gebroken gold twijfel
of de vrouw een /iel had . . . maar 19 eeuwen
zijn ua dien niet voldoende geweest om ons
te verlossen van den twijfel of de vrouw ook
als denkend wezen de gelijkwaardige van den
man is. M. i. inoet de liberale partij ijveren
om zoo spoedig mogelijk het vrouwenkiesrecht
in grondwet en kieswet opgenomen te zien,
zoowel voor de gehuwde als ongehuwde vrouw.
Daartoe is grondwetsherziening noodig; deze
te vragen, los van de thans ingediende voor
stellen tot grondwetsherziening, die op plotse
invoering van alg. kiesrecht gericht zijn, moet
de liberale partij zich tot plicht stellen, voor
alle geschikte en economisch zelfstandige
vrouwen, volgens denzelfden maatstaf als
voor démannen is aangenomen."
Dit warme pleidooi voor vrouwenkiesrecht,
allereerst in het belang der gemeenschap,
stemt ongetwijfeld tot groote dankbaarheid
alle vrouwen ruim genoeg van blik om verder
te zien dan engen eigen kring, en is tevens
een nieuw en treffend bewijs, hoe verstandig het
van de Vereeniging voor vrouwenkiesrecht is
om zichneutraal te houden, zoo lat er plaats bij
haar is voor allen, tot welke partij ook
behoorend. Waar toch is, dat vrouwenkiesrecht komen
moet; ook wraar, dat de vrouwen het van de
mannen moeten ontvangen, maar welke kleur
alsdan den doorslag zal geven, en of het
vastgelegd zal worden in de grondwet, van
wege het belang der maatschappij, dan of
pariijdrijfveeren daarbij in het spel zullen
wezen, valt, naar ik meen, niet te profeteeren.
De gloed, die van deze pleitrede uitgaat,
werkt verkwikkend bij de tegenwoordige
guurte.
Den Haag, f) Mei '04. EI.ISE A. UAIOHTOX.
Naschrift. Sedert ik bovenstaand schreef,
las ik Prof. Krabbe's: Kiesrecht in de
Meigids." Schr. bepleit algemeen kiesrecht. Al
(bl. 23") zijn de mate van geschiktheid nimmer
hoog gesteld, zoo weinig hoog, dat ook
aiialphabeten het kiesre ;ht kunnen erlangen,"
hij acht dit goed; zelfs niet voldoende, want
(bl. 235) hoe kan men beter van de in het
volk levende rechtsovertuigingen op de hoogte
komen dan door het volk zelf zich te doen
uitspreken." Bevestigend beantwoordt hij de
vraag of de geestelijke ontwikkeling
deitoekomstige kiezers voldoende, is en zij kennen
de maatschappelijke belangen, waarmee de
wetgever te rekenen heeft." op grond, dat zij
hebben vereeuigingslcven en vakorganisatie,"
en dit belangen zijn, die in privaatrechte
lijke ordening hun bescherming moeten
hebben. . . . Daarom mochten wij dus stellen,
dat in deelneming aan maatschappelijk leven
de eigenschappen zich ontwikkelen, welke
voor de uitoefening van politieke macht in
den vorm van kiesrecht onmisbaar zijn. Met
dit gezichtspunt is stelling genomen tegen
over Vrouwenkiesrecht. Vele vrouwen, vooral
<!e gehuwden, houden zich van. 't openbare
leven terug en werken dientengevolge niet
onmiddellijk mee aan het constitneeren .van
het reehtsbewiistzijn des volks. Het geeste
lijk leven van de vrouw is menigmaal van
hoog gehalte, maar een groot aantal mist,
door zich op de markt des levens niet te
vertoonen, de opvoedende kennis der maat
schappelijke belangen, voor zoover die noodig
is om op de rechtsvordering invloed uit te
oefenen. Feitelijk is dan ook haar invloed
op het rechtsbewustzijn der natie gering,
zoodat onze rechtsvordering geschoeid blijft
op het manlijk karakter en daarvan de duide
lijke sporen draagt. De kentering is intusschen
ingetreden. Waar zij geschiktheid blijken te
bezitten, zal haar oji <lt>n dxiir (cursiveering
van mij) niet kunnen worlen onthouden."
Om door lengte plaatsing niet te bemoei
lijken, zal ik mij tot een paar vragen aan
Prof. Krabbe bepalen: 1. Gelooft hij werkelijk,
dat zijn toekomstig!: kiezers," de geestelijke
ontwikkeling hebben, die hij voor 't
kiezersschap noodig acht? Nemen zij deel aan liet
vereenigingsleven ? kennen zij vakorganisatie?
En zoo niet, waarom dan wel blijven vast
houden aan dien eisch voor de vrouwen?
. Is het waar, dat de gehuwde vrouw niet
onmiddellijk meewerkt aan 't reehtsbewustzijn
des volks? Wanneer een moeder haar zoons
en dochters, bijv. walging tracht in te prenten
voor deelneming aan politiek en sociaal leven
met het oog op titel of baantje, werkt zij
dan soms niet rechtstreeks mee aan de vorming
van 't volksbewustzijn? of zijn er zulke
moeders niet ? ;i. Weet, Prof. Krabbe, of
wie ook, n voorbeeld in de -wereldge
schiedenis te vinden, hetwelk toont, dat
mannen een Vereeniging vormden tot ver
krijging van kiesrecht vóórdat nog
n man liet kiesrecht had? Al
dus deden en doen de vrouwen in alle be
schaafde landen, waaruit wel geen ander
gevolg zal te trekken zijn, dan dat de vrouwen
en bloc rijper voor het kiesrecht zijn dan de
mannen ooit blijk gaven te wezen, viiórdat
een goed deel het bezat? Of zijn het zelfs
thans do nog-niet-kiezers, die om kiesrecht
vragen, dan wel doen de partijleiders het
voor hen? H.
fMtlltllllllllllllMllllllllllHIIMIIMIIIIIIIIIMIllllllllllllltllllllllmillllllllllllll
Een nieuwe rrouwen-club. Franz von
Vecsey. Modes: Nieuwste
portebonlic/'.r. Bad costuum. Doorschij
nend? blouses. Handschoenen-nummers.
De prachtige, ruime vertrekken bestemd
voordeLyeeum-club voor vrouwen, Piccadilly
128, Londen, waren dezer dagen stampvol
met bekende mannen en schitterend gekleede
Engelsche dames. De kunst van zich goed te
kleeden, bezitten Engelsche vrouwen onge
twijfeld. Volgens liet algemeene oordeel waren
op het pas gehouden internationaal vrouwen
congres, te Berlijn, do Amerikaansche en
Engelsehe de best gekleede dames.
Met veel animo en belangstelling, is deze
spik-spliuter-niüuwe club geopend en inge
wijd. Mejuffrouw Ger trilde Bouler is secreta
resse van de club. De contributies zijn zér
laag. De kosten zullen hoofdzakelijk gedra
gen worden door den rijken heer Smedley,
die zich als beschcrm-eugel van deze
vrouwen-club heeft doen kennen. De reglementen
van de nieuwe Vereeniging zijn van dien
aard, dat men nu reeds over wijziging en
herziening spreekt. Gertrude Boutier behoeft
haar inktpot dus niet te sluiten, want, naar
alle waarschijnlijkheid, zal zij weer druk moe
ten pennen. Men heeft bezwaar tegen de
restrictie tegenover do leden.
Om als lid van de Lyceum-club in aanmer
king te komen, moet men voldoen aan een
der drie volgende eischen :
a. Eenig oorspronkelijk werk hebben gele
verd op het gebied van letterkunde, jour
nalistiek, kunst of wetenschap.
b. in het bezit zijn van een academischen
graad.
c. Vrouwen of dochters zijn van mannen,
die zich hebben onderscheiden in letterkunde,
journalistiek, kunst of wetenschap.
Ken tweede, groot bezwaar, acht men het
verbod om fooien te geven. Tóch wil de
Lyceum-dub volstrekt niet weten van die
extra-belasting, zoodra men zich een kop thee
of een glas limonade laat brengen, liet per
soneel wordt goed bezoldigd en moet tevre
den zijn met hun tracteinent. De dames
regelen zich naar het vooi beelti der voorname
heeren-clubs in het West-end van Londen,
waar het anti-fooien-stelsel wordt toegepast.
F.eu goede club moet zijn als het eigen huis,
zeggen de Lyceum-leden, en thuis denkt men
er ook niet over, om zijn personeel, voor elke
kleine dienst die zij bewijzen, ijlings een gel
delijke vergoeding in-do-hand te stoppen.
* *
*
Het elfjarig wonderkind, het violistje Frans
v on Vecsey, heeft zich ook in Engeland's
hoofdstad, gedurende de seasou herhaaldelijk
doen hooren en bewonderen. Kritiek en
muziekliefhebbers zijn n-eu-al verrukking.
Zaterdag, 2 Juli j.l. is hij voor 't laatst in
Queen's Hall opgetreden enspeelde ;net orkest
begeleiding. Zoodra dit muziekwonder zijn
geliefd instrument bespeelt, beschikt het
ventje over den ernst, de kracht, de toe
wijding, den hartstocht en het gevoel van
een vólrijp artist. In het gewone doen is
Fransje een bengel, een jolig kereltje vol
guitige invallen. Hij is de afgod der dames
die hem bergen lekkers aanbieden, voldoende
om een geheel weeshuis te onthalen. Frans
is een zoontje van zeer welgestelde ouders,
behoeft dus niet om den broode te spelen.
In Januari l!K)ögaat hij een tournee maken
door Amerika.
*
Een ietsje bijgeloovig zijn wij vrouwen
allemaal, de eene mér, de andere minder,
maar een tipje bijgeloovigheid kleeft ons aan.
Sommige komen er rond vooruit; andere
beweren nadrukkelijk zich met zulken onzin
niet op-te-houden, en geen enkel kwetsbaar
plekje te bezitten, in haar verstandelijke
wapenrusting. Zij, die dit meestal een beetje
heftig verkondigen : geen bijgeloovig
Achilleshieltje te hebben, doen wel eens denken,
aan die zich schrap-zettende, schel-ketl'ende
hondjes die feitelijk zooveel misbaar maken...
uit angst.
Niet onder een tegen een muur staanden
ladder willen loopen; niet met dertien per
sonen aan tafel zitten; noch op reis gaan,
trouwen, of van personeel wisselen op Vrijdag;
niet aan tafel onder een spiegel willen zitten;
gemorst zout driemaal over den linkerschou
der strooien; 's avonds, met stijf-gesloten
oogen naar een raam loopen, en dit blindelings
open-schuiven uit pure angst de nieuwe 'maan,
het eerst door glas te zien schijnen, nu ja,
deze en zooveel andere bijgeloovigheden zijn
dingen waarmee men spot, waarover men in
den regel lacht, maar, het dragen van een
talisman ? hoe denken de meeste vrouwen
daarover ? De nieuwste door de mode aan
gegeven geluk-aanbrengers zijn ivoren oli
fantjes of porseleinen bloempjes, gedragen
aan horlogekettiig of armband. De kleur
van het te kiezen bloempje, hangt af van de
maand waarin wij geboren werden : Januari:
blauw; Februari: rood; April: violet; Mei:
wit; Juni: rose; Juli: mauve; Augustus:
beige ; September : groen ; Oktober : grijs ;
November : oranje ; December : zwart.
Ondanks alle vrij heid-winnende theorieën
voor de vrouw, worden de bewegingen der
arme mode-vrouw steeds meer belemmerd,
wanneer zij in zee wil rondspartelen.
Van het afschuwelijke, de mooiste vrouw
leelijk makende, wollen badhemd, is men
overgegaan tol de wijde pantalon pn lange
blouse. Gewone, aardige, hoogstens met witte
bandjes gegarneerde pakjes, geschikt om te
zwemmen en in 't zilte nat te springen en
te ploeteren. Die zér praktische, behagelijk
uitziende bad-costuumpjes hebben afgedaan
voor de vrouw, die de mada wil volgen tot
in haar zeebad. Zij draagt nu witte serge
robes met kant versierd, en groote witte
babyhoeden, óók met kanten gekleurde strikken,
ooi te water te gaan. Dat onzinnige
toiletmaken om te baden, is een nadoenerij van
onze fransche buren. De moderne weefsels
i bestemd voor den zomer, zijn opengewerkt,
luchtig en doorschijnend. Vooral doorschij
nende blouses worden veel gedragen. Die
kleeden bij warme dagen ook buitengewoon
goed. Het is te hopen, dat geen vrouw die
denkt en smaak heeft, onnadenkend zal volgen
het smakeloos voorschrift der mode, om onder
doorzichtige, gazige blouses eeu
vleeschkleurige dessous te dragen!
Die suggestieve vleeschkleuris het toppunt
van wansmaak. Het meest flatteerende is, om
het voering-oorsage geheel los van de blouse,
en in de tint der blouse te dragen; de
voering met laaguitgesneden hals te nemen
en de mouwen ongevoerd te laten. In
snikwarme dagen is zulk een kleedingstuk heerlijk,
en geen verstandig mensch met eenigen zin
voor het schoone, zal aanstoot nemen aan het
hél even schemeren van een blanken
meisjesof vrouwenhals en armen, door het ijle mate
riaal der blouse.
De sport krijgt het op haar ruim geweten,
dat de vrouwenhanden tegenwoordig grooter,
grover en minder blank zijn dan vroeger.
Hockey, golf en temüs-spel, zwemmen, roeien
en het rijden van de ook, hebbeu de spieren
van vrouwenarmen en handen ontwikkeld en
in grootte doen toenemen. De sportdime, die
vroeger met gemak haar handje in No. (>
glipte en zonder inspanning de vier knoopjes
kon dichtkrijgen om haar ranke polsje, zou
nu moeten overgaan tot ('\1A. indien de hand
schoenen-fabrikanten er niet met voorbeel
dige holfelijkheid iets op hadden bedacht, om
elke dame ha ir eigen nummer van weleer
te doen behouden . . .
De handschoenen worden grooter gemaakt
dan vroeger. Zoodoende blijft iedere vrouw
onberispelijk geganteerd en goed gehumeurd.
Van het coquette zesje hoeft zij geen afstand
te doen en siraks nog steeds als 2o
genoteerd het willig leer van handschoenen
met afmetingen 6>i over haar forsche knuistjes.
CAPRICE.
* *
*
Aardappeltaart. Benoodigdheden : 34 kilo
gekookte, fijngewroven aardappelen. 75 gram
boter, 4 lepels dikke, zoete room. geraspte
schil van 1/2 citroen, (j eieren, likeurglaasje
kirschwasser. Bereiding: Koer de room, de
boter, citroenschil en een ietsje zout door
de lijn-gewreven aardappelen, klop drie
eierdooiers met het kirschwasser, roer dit ook
door het beslag. Klop het wit van de zes
eieren tot een dikke mns=a, vermeng dit met
het overige. Doe het mengsel in een beboterde
vorm en laat het ongeveer drie kwartier in
den oven bakken.