De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 17 juli pagina 4

17 juli 1904 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. No. 1412 voor plantenziekten, waarvan de voorbeelden voor het grijpen zijn. De treurige toestand, die in Suriname door .de uitbreiding der krullooten-ziekte in de cacao heerscht, heeft er reeds de oogen doen opengaan. Doch van Kol's mededeelingen stemmen tevens hoopvol voor Suriname, want ook hij moest tot zijn vreugde vernemen dat van de luiheid van den Neger hier niets blijkt, een gevolg" van de economische toestanden". Een merkwaardige tegenstelling vormt het eiland Grenada, dat zijn afzonderlijk, goed ingericht Botanisch station bezit, waar de suikercultuur heeft plaats gemaakt voor den verbouw van cacao en andere vruchten, op ondernemingen, die na eene aaneenschake ling van rampen in het begin der l'Je eeuw in banden kwamen van duizenden zwarte eigenaren. Dat het blanke ras meer en meer rekening zal moeten houden met de voortschrijdende ontwikkeling der gekleurde rassen, blijkt uit de rnededeeling van den schrijver, dat op Grenada reeds jaren lang alle wetgevende, gemeentelijke en handelszaken, evenals de regeling van het onderwijs en zelfs de pers in handen van kleurlingen zijn, zonder dat deze macht tot billijke klachten heeft aan leiding gegeven". Op dien strijd der rassen, waarmede in "West-Indiëmet zijn bonte mengeling van menschentypen, de opmerkzame reiziger ieder oogenblik kennis maakt, vestigt van Kol in zyn voor ieder Nederlander hoogst leerrijk boek herhaaldelijk de aandacht als een na tuurlijk verschijnsel, als een natuurwet, waar aan ook het hoogste wezen, de mensch, niet ontkomen kan. Belangrijk is vooral hetgeen de. schrijver ons over dit onderwerp mede deelt in zijn slotwoord: de toekomst van het negerras. Nu men er ook in onze koloniën aan be gint te denken, de eertijds zoo bloeiende katoencultuur in te voeren, kunnen de me dedeelingen van Van Kol over het eiland Santa Lucia van belang zijn, waar deze cul tuur een grooten bloei bereikt heeft, en door het Gouvernement krachtig wordt aange moedigd. Is het den schrijver in de eerste hoofd stukken van zijn boek gelukt, den lezer dui delijk te maken, hoe de economische toestan den in een land zich telkens wijzigen met het gebruik, dat er van den grond gemaakt wordt, niet minder gelukkig is Van Kol ge weest in zijne belangwekkende mededeelingen over het eiland Martinique, de Fransche be zitting, die om de verschrikkelijke uitbarsting van den Mont Pelée in 11)02 een zóó treurige vermaardheid heeft gekregen. Met klimmende belangstelling volgen wij den reiziger over de dikke aschlagen, die alle wijken van het 25,000 inwoners tellende St. Pierre bedekte, betreden wij met hem de ruïnen van het kerkhof, strompelen wij te midden van een sterke zwavellucht door het Quartier de la Mouillade en de Savanna, nu een dorre vlakte vol asch en geraamten, en met ontzetting verplaatsen wij ons in St. Pierre, de eenmaal zoo fraaie, bloeiende hoofd stad, op het oogenblik, dat de reuzencatastrophe, eenig in de geschiedenis, in korten tijd alles in vuur zette, en de straten en de benedenverdiepingen met asch overdekte. Ook in deze hoofdstukken toont de schrij ver zich een meester van de pen, en leert hij ons telkens wijze lessen putten uit toe standen, door eigen schuld in het leven geroe pen. Waar wij ook het eerste gedeelte van het boek opslaan, overal vinden wij gegevens en beschouwingen, die met betrekking tot onze Koloniën in het Westen van gewicht zijn, en waaruit leering te trekken valt, Zoo lezen wij zijn hoofdstuk over het aan Engeland toebehoorende eiland Dominica met bijzondere belangstelling, Want, heden niet veel meer dan een boschrijke wildernis, belooft dit eiland, dank zij den rijken poreusen bodem, een aanzienlijken" regenval, en de gelijkmatige temperatuur, een welvarend ge west te zullen worden, nu het eiland is toe vertrouwd aan de zorgen van een Admini strateur, Sir Hesketh Bell, die, gesteund door de wetenschappelijke studiën van Dr. Nickols, een helder inzicht aan zeldzame administra tieve talenten paart. De gevaren van ontwouding, de vroegere en tegenwoordige cultures op dit grootste en mooiste der Benedenwindsche eilanden, belangwekkende mededeelingen over het volksleven, een bezoek aan de laatsten der Caraïben, het zoo sympathieke ras der oor spronkelijke bewoners van de Antillen, in plaats van opgevoed en geleid, verdelgd door de blanken en verdrongen door het zwarte negerras ? al deze onderwerpen worden door van Kol achtereenvolgens op een zóó heldere en boeiende wijze behandeld, de toestanden van het leven worden telkens zóó getrouw en uitvoerig uit het verleden verklaard, dat wij den schrijver dankbaar zijn, een groot deel van zijn werk aan vreemde koloniën te hebben gewijd, die bij de ont MIIIIIIIHIIMIlmllm Zoo droomend van deftige Ilollandsche rust in een compartimentje-alleen, ging ik de Via Roma neer. Als op de Utrechtsche straat glommen de ijzers der tramrails weg in 't mist-natte asfalt. Lantarens stonden langs den trottoirband, met langzaam in de atmos feer daaromheen wegvloeiende lichtuevelbollen. Op het plein stonden de snorders bij hunne rijtuigen en alleen hot gerinkink der koperen stuiverstukken, waarmee ze tot tijd verdrijf aan 't gokken waren, stoorde de nachtelijke pleinstilte. Hier en daar ging er over 't trottoir een troepje luidruchtige jonge lui naar huis. De huizen sliepen, de winkel magazijnen achter ribbelzink hoog toegeluikt, de vensteroogen der bovenverdiepingen lichtloos geloken. Alleen in de verte als een doorzichtig Paleis voor Volksvlijt, een traliedak als van een groote brandende broeikas, stond achter de straat gebogen de groote geïllumineerde sta tionshal van Porta Nuova. Zoo ik het station om 't stille plantsoentje nader kwam, waar alles leeg en stil was, leefde ik nog in de illusie van een rustige reis. Onder 't snorrende licht der bleeke electrische manen leek de reuzenhal ledig. Helaas ze was het niet. Toen ik de koude wijde vestibule binnentrad, schrok ik er van. Op de steenen zaten en lagen in groepjes, de slappe vergroende bemodierde hoedjes diep in de oogen: honderden Italiaanserie land verhuizers. Ook vrouwen scholen weg in de schaduw, buiten 't schei-witte booglampeiilicht. Er waren er alskermismeiden metgroote koperen ringen in de ooren, vette krullokj es over 't voorhoofd, floddershawltjes om de schouders. Er waren er als Hollandsche achwikkeling onzer eigen, zoo achterlijke, nood lijdende koloniën tot voorbeeld of tot waar schuwing kunnen zijn. Wij steken nu met den onvermoeiden reiziger over naar St. Eustachius en bezoeken daarna met hem de beide andere onzer Bovenwindsche eilanden Saba en St. Martin. Niet minder in deze aan onze eigen kolo niën gewijde hoofdstukken leeren wij den schrijver als den ernstigen onderzoeker kennen, bezield met den loifelijkeu ijver, om de oorzaken van den tegenwoordigen rampzaligen toestand, waarin de Nederlandsche Antillen verkeeren, op te sporen. Dat hij in zijn pogen uitnemend geslaagd is, dat hij nooit een onderzoek, dat hij voor zijn doel nuttig achtte, hem te veel was, wie zal dit, na deze hoofdstukken met klimmende belangstelling te hebben gelezen, ontkennen? (Slot volgt}. Dr. H. VAN CAPPEILB. Militaire taal. n. Na deze bestrijding kon ik op een afzonderlike beschouwing van enige woorden. Ingeval oefening" voor excercitie" iemand niet krijgshaftig genoeg, klinkt, kan hij er nog wapenoefening" van maken. Verder: mars" is niet zo mooi voor een bevel als marsch" ook niet. voor een muziekstuk; het heeft in het Nederlands reeds een scheepskundige betekenis. Gaat" lijkt me vol strekt niet slecht; de uitgang van het woord waarborgt het bevel, evenals van staat!" een onzer duidelikste bevelen. Ook heeft het iets strengs en bars in zich evenals marsch;" zo zeide dr. Schaepman, toen hij hoogleraar Bolland op zij wilde zetten: En nu, ga!" Huzaar" is zo erg niet, dat zou men kunnen behouden. Men bshoeft zich dus niet onge rust te maken over zijn huzarensla. Daarbij, het versje dat de heer Bijlevelt ook bejam mert, zou men evengoed voor een ruiter pasklaar kunnen maken! Een ruiter licht met een goed hart, Die kent geen leed, die kent geen smart. Dat lijkt me noch beter, omdat daarin niet zo gedrukt wordt op de ene huzaar. Boven dien, indien men er toe overging een betere bewapening, de lans, in te voeren, waar bleef dan uw huzaar? Mijn ruiter leeft dan noch en kent noch steeds geen smart. Mij dunkt, wat zwaar verlies zal hot wezen; Den Haag, die schone stad, Die zoveel solidaatjes en mooie meisjes had. Doch laat ons ook daarover niet bekom merd wezen. Juist de taallustigen willen ge schikte liederen voor de manschappen. Op het ogenblik is de toestand nog alles behalve mooi. Wat zegt gij bijvoorbeeld van het vol gende : de mineurs bezitten een mincurslied, gelijk de cadetten hun cadettenlied, ons gehele volk het Wien Neerlauds bloed", doch zij zingen regels daarvan, die gewoon niet zijn neer te schrijven; het zij er bijge voegd, dat enkele genieoflicieren hierover klagen. (Is er reeds enige verbetering ge komen?)*) Gij begrijpt, hoe andere liederen van hen zijn. Veel uitheemser van klank lijkt mij het woord cavalerist". Waarom zou (lichte) ruiterij niet goed zijn? Kan men niet zeggen : een ruiter en een ruiter zijn twee", een generaal is noch niet altijd een generaal" enz. ? Een regiment voert een vaandel, waarom zou men het dan niet gevoelik een vendel" noemen? Gij zult mij antwoorden, omdat men het vendel dan zou bevorderen, maar dit betekent taalkundig niet veel, want andere woorden zijn ook wel van waarde veranderd. Ik breng slechts in herinnering, hoe noch geen twee eeuwen geleden brigadier zich heensloeg door talrijke regimenten. En dit is niet het enige voorbeeld. Zo kan men een regiment cavalerie" een stenderdruiterij" noemen, omdat het een standaard voert. Om dezelfde reden kan men een bataljon een vlagge" noemen. Men stelle zich bijv. de volgende woordveranderin gen voor: Sectie =; halfdeel; peleton strijddeel: compagnie rr voeging (omdat twee strijddelen of vier halfdelen worden bijeengevoegd tot een gevechtseenheid): eskadron ruiter schare ; soldaat rr: manschap ; korporaal voorganger (het waarom is duidelik); sergeant = wachtmeester; adjudant-onderofficier ondervleugel; drost voor foerier lijkt me ook minder wenselik; niet om den wille van Hooft, doch te na staand aan drossen''; strijdende, dunkt mij, klinkt beter dan liet ietwat zoetelike luitenant; ollicieren := voer ders (of aanvoerders); kapitein = hoofdman ; majoor leidsheer l , , , luit-kolonel = overste . hoofdvoerders kolonel = hoogheer \ (^ hoofdaanvoerders) generaal-majoor banheer j leger luit.-generaal zz maarschalk vooggeneraal-opperbevelhebber veldheer] den, miiiiiimiiiiMiMimiiiiiiii terbuurtswijven. Er waren Piemonteesche, er waren Toseaansehe vrouwen, en er waren er uit het zuiden, met oranje-roode hoofddoeken om de bekoko-svette ravenzwarte haren. Ook horrelden er enkele kinderwurmen rond, slaperig-drénzend om de moeders, de vuile knnistjes wrijvend in de oogjes en om de neusjes. De meeste mannen waren flinke jonge kerels. Ze lagen daar zoo zielig bijeen om hun armelijke bagage. Sommigen hadden nog hun werkhemden aan, 011 blauwe of roode gordeldoeken om hun lendenen. Ze waren zóó op reis getogen, naar Parijs, naar Ha vre, naar Amerika misschien; alsof 't een reisje in de provincie goldt. Hun bagage: het was om medelijden mee te krijgen. Oude onthengselde spoorrnandjes; grijze papieren koffertjes uit elkaar hangend, met allerlei touw-endjes protserig en toch kunstig toegebonden: papie ren doozen met groene stompige en kapotte paraplus er op vastgesjord. Het loonde zich natuurlijk wel dit alles, dat zeer schilderachtig was, aan te zien; maar een lichte vreeze beving mij toch dat mijn trein, de trein van O uur 45, een landverhuizerstrein zou zijn, en dat ik te midden dezer menschen in een bedompte coupéden geheelen nacht zou moeten reizen. Die vreeze bleek maar al te gegrond. En ik heb het noodlot, de gerechte straf voor mijne zorgeloosheid, niet kunnen afwenden. Wel heb ik het nog geprobeerd met een van mijne laatste lires, die in de handpalm van een grooten zwaren conducteur verdween; maar 't heeft niet geholpen, 't Resultaat was, dat ik vijf minuten lang alleen in donker in een coupeetje van den achtersten wagen heb (voor de vloot heeft men nog een tietol stoomheer" beschikbaar); administratie beheer; ollicieren v, d administratie zr. beheervoerders ; ordonnans = boodschapper; ordonnans-ollicier berichtvoerder; com manderen =r bevelen ; commando r= bevel; commandant bevelhebber, bevel-gezag voerder ; reglement voorschrift; garni zoen =. bezetting (men zie eens de onge lukkige garnizoensdienst, doorregen van vreemde woorden); militair vertoon =z krijgsof krijgsmanvertoon; militaire overheid = krijgsoverheid ; uniform krijgskleed, gelijk een bruid een bruidskleed heeft, zo zij den krijgsman een krijgskleed. Wat moet een Nederlander met een uniform? Zijn alle uniformen tans hetzelfde ? Maakt het woord uniform", hetzij door vreemde klank, hetzij ouder gewoonte, op ons niet een indruk van kleurigheid, praal ? En zijn dit de meest geschikte eigenschappen voor een tegen woordig krijgskleed, voor de uitrusting der sobere vrijheids- en volkslegers ? Wordt het vaderland gered door het blinken der knopen en ranselbezwarend poetsgereedshap of dooi de deugden zijner manschappen ? Of moet het uniform het volk verblinden door valse schitteringen ? Daar zij diepe ernst, daar zij hoge eenvoud. Het te sterk afsteken van het uniform komt te staan op het verspillen van levens en tevens van weerkracht. Dat weten de otlicieren zelf zeer goed, vraagt bet de Indiese, hoe hun krijgskleed er in het gevecht uitziet. Dat hebben de Engelsen geleerd uit hun eerste veldslagen tegen de boeren. Sinds zij daarin verbetering brachten (kaki), is de verhouding van het aantal ge troffen voe.'ders tot dat der manschappen gunstiger geworden, zie ook, hoe fraai en doelmatig de Amerikaanse troepen gekleed gaan; commissie raad; permanent ~ blijvend ; directie richting; tactiek = gevechtsleer; hij ging een andere wijze of vechtwijze volgen; tacties verband gevechtsverband; tactiese voordelen gevechtsvoordelen; strategie krijgskunde; strategies verband krijgsverband; infan terie = voetvolk; infanterist = voetman (niet voetknechtj; artillerie = stukvolk of stukkenvolk (men heeft reeds stukrijders); de veldartillerie := de veld; de vestingartillerie de vesting; de rijdende artillerie de rijders; president = voorman of voorzitter; secre taris r= schrijver of schrijfheer; secretaris v,d krijgsraad schrijfheer v/d krijgsraad; rapport =: verslag; appèl, zoek een woord in oude legerinrichting ; défilé=^ doortrek, ? ruk; défilégevecht doortrekgevecht; defi leren = langsrukken ; een déiilévan troepen = een reeks; débouchézz uitkom, uitweg, uitgang; débouché~ uitkomgevecht, uit gangsgevecht ; present r= aanwezig; pre sentie aanwezigheid; absent = afwezig ; absentie afwezigheid. Waarom kan de voelman niet evengoed als do ruiter hier!" roepen in plaats van present!"? magazijn = bergplaats, stapelplaats; teuu kleding, (ik zie niet in, waarom dat woord niet goed zou wezen); chevrons r= strepen ; manoeuvre legeroefening, beweging; hij manoeuvreerde zodanig met zijn troepen hij bewoog zijn troepen zodanig; trompet, kan men behouden : Die room is uitgeblazen met Geleerdheids heldere trompet ; kan dan ouverouderd blijven met zijn schet terende klanken. Men kan echter ook het Vlaamse woord gebruiken : Harop ! Harop ! De trompe steekt: de boeien los, de banden breekt! attaqueren = stormen, bestormen, aanvallen ; attaque aanval, stormloop; telegram seinbericht, bericht, draadbericht. Waar een wil is, is een weg. Indien men wil veranderen zal men ook kunnen. Ik geef met al de bovenstaande woorden, die, naar ik hoop, goed genoeg zijn om in aanmerking te komen, slechts een aanduiding hoe men kan veran deren, indien men daartoe lust en liefde bezit; een aanduiding n.l. van een begin van verandering, want het zijn slechts enkele woorden uit vele. Wil men ernstig te werk gaan, dan moet men natuurlik veel meer veranderen, en moet zooveel mogelik een ieder het zijne er toe bij dragen om nieuwe en goede woorden aan de hand te doen. Eendracht maakt macht. Tegelijk vormijde men dan ook woorden in de kazernetaai, als de Indien, in draf zitten enz. < )p het ogenblik is de toestand zo schreeu wend, zo gevaarlik, dat als men niet oppast, maar toelaat, dat allerlei woorden en uitdruk kingen in ons volk nog veel vaster wortel schieten, onze taal geen Nederlands meer zal blijven, maar een mishandeling, een verschrikkelike huts-kluts zal worden van in- en uit heemse woorden. Ik geef u een volgend staaltje, lang niet volledig, van woorden, die doorklinken in de spreek- en schrijftaal van het leger. Wordt niet ongeduldig bij hot lezen, maar treurig en een ogenblik zelfs stil gestemd. Nu dan, komt, gij padden, gegezeten, met nog een schijntje van hoop. Toen kwam de chef en met hem kwamen twee groote carabinieri met zwaar geklik en gesleep van hun sabels. De lamp werd aan gestoken, de deur opengemaakt en 't arme schooiersvolk werd langzaam ingeladen, donderend-aaiigegrauw'l door de forsche gendar mes, waar het kruipend-ge>hvee tegen deed : Si ... Si ... Sinjore. Eindelijk zaten we als haringen in een ton. Over 't perron klonk nog wat gestap. 'Poen 'n iluitje. De deur werd barsch dichtgegooid, en toen schokten we op weg. Die urenlange ellendige nacht rit, die volgde, vergeet ik nooit. Buiten lag het wintersche land de grauwe vlakte, als een llolhmdseh landschap met hier en daar wat knotwilgen, in mistig maanlicht. Langzaam schommeïschokte de trein. Zwaar boemde telkens een hangend voorwerp tegen den achterwand van ons rijtuig. Koud vroor de avond binnen in den onverwarmden trein, die een lading schooiers over de Italiaansche grenzen ging brengen. Het eenigste, nietzichtbare, lampje, dat de vier hokken van onzen wagen verlichtte, rilschijnselde e.en oranje-gloed over de slapers in de nauwe bruine \vageukooieii. Ademronkend uit half open zwarte monden, de vale gezichten nog zwarter van armoe en ellende bij hettlipprende licht, lagen ze dicht tegen elkaar aangesehurkt van de koude. Hoe klein ik me gemaakt had, en hoe ik tegen 't raampje was opge kropen, 'k had een grooten grauwen kerel j aan m'n schouder, en een kinderkopje slapend op m'n knie voorovergebogen. Ik kon me niet roeren, maar ik had geen recht tot klagen. Volgestapeld met armoe-bagage en handkisten. waar ze tegen aan sliepen, was sprongen als in het sprookje uit de mond der mensen : Divisie, defenseren, ordonneren, commandement, subaltern, emplacement, faciliteit, excecutie, protocol, protectoraat, occuperen, occupatie, argumentatie, auditeur, militair, stereotyp, vigerend, clausule, emigreren, kwartier geven, decreet, contrabande, le gatie, request, requestrant, recalitrant, pa cificatie, subcommissie, docent, concours hippique, patriot, patriottisme, réfugié, veter aan, recu, elevatie, ballistiek, gymnastiek, correctie, niveau, detail, controle, Excellentie, autoriteit, expeditie,conilict,annexeren, annex, resoluut, spontaan, organiseren, agitatie, pensionneren, distantie, declinatie, positie, (stel ling), acclimatiseren, manchet, mitrailleur, plongée, chambrée, departement, projectiel, munitie, rectificeren, indirecte richting (middellike r.), kaliber, sappeurkunst, mineur kunst,communicatie, situatie, pantalon, escarp, contrescarp, tracé, triangulatie, saillant, cen traal gebouw, bastion, déchargebogen, perma nente bewapening, caponnière, glacis, logies, lokaliteit, vivres, fourageren, intendance, cantinier, dérangeren, rayon, observatie, bom bardement, (bombardering), compoundplaat, a tont prix, marechaussé, revue, visiteren, fouilleren, mechanisme, memoriën, excercitie, grenadier, ogivaal, result, formulier, culmi natiepunt, interesse, pardonneren, amalgatie, ratificatie, roteren, alliantie, parade, parades maken met een degen, radiaal, akademie, geodesie, hydrostatica, hydraulica, inundatie, fungeren, point, poinds, retranchement, retraite, coquille, forti/icatie, kritiek moment, resumeren, deponeren, demonstratie, disponibel, getolereerd, etablissement, martiaal, mobilisatie, repareren, inspecteren, explosie, a priori, brisant, centreren, concentreren, localisatie, dislocatie, manifest, releveren, courtine, polygonaal, enveloppe, reduit, tenaille, travers, bastionsface, gecreneleerd, fascine, inductie, redoute, lunette, modelliseren, gemodelleerd, interventie, raid, gestationneerd, momenteel, instantie, calamiteit, cassatie, gouverneur, kantonnement, equipementstukken, reserve, sanctie, tractement, rapporteren, repeteergeweer, amnestie, schneidig, praeadvies, considerabel, cerclering, tribuut, quadrant, amusement-zaal, noiiius, tractaat, caisson, chef, (de bureau), gage, transport, foudraal, formatie, utiliteitsoogpunt, formaliteit, debarqueren, sapristie (deksels), concluderen, harcelereu, attest, eclatant, provisie, patientie, precedent, escorte, escorteren, assisteren, stationnair, missie, gedecoreerd, medaille, disqualiliceren, victorie, victorieus, trophee, gedeprimeerd, de hiërarchieke weg (de gewone weg), contra order, episode, promotie, apotheose, contin gent, respect, guide rechts (rechts gericht), jalonneur, fourier, stadium, charge, lan, hospitaal, manege, ménage, detoneren, smoking-concert, ovatie, jurisprudentie, rehabi literen, festiviteit (feestelikheid), nationaal, geëvacueerd, franc-tireur, compromis, refor matie, corporatie, nota, functie, loealiseren, rotatie, dragon, ambulance, passant, fouragères, pis-allé, ultimatum, inferieure strijd krachten, usurpator, reveille, malconteuten, offensief, defensief, cachot, politie, ollicier van politie, piquet, nominatie, delict, res trictie, extract, geapproviandeerd, distinc tieven, fourneren, confrater, catastrophe, contra-signe, signaal avanceren, ad missieexamen, retireren, echelons, schwadronneren, debating-club (spreekvereeniging, het doel immers is goed te leren spreken, en weer spreken, of zo dit reeds geleerd is, het in toepassing te brengen), conduitelijst, register, registreren, invalide, brigade, tirailleur, massacreren, en masse, rebellie, guerillaoorlog, patrouille, raseren (schoonvegen), abattoir, consumptie, prise d'eau, a bout portant, encanailleren, represaille, de troepen stonden en haie" geschaard, régime, distri butie, conceptie, excursie, paralax, occasio neel, reclameren, snspieie, iniatief, prisoiinier, brancard (draagbaar), bulletin, procla matie, regulatie, arresteren, inspecteur, gedetineerd, depot, heliograaf, adressant, actualiteit, cassatie, alternatief, civiel, non activiteit, presidium, militant, structuur, carrière, acces, gratificatie, contrabande, brigant, maraudeur, interruptie, ambitie, sur veilleren, dilateraal, interpunctie, monocle (dit wordt later monnokkel"), foudre de guerre. sehnurrbart, auditorium, iu petto, antagonisme, obstinaat, conscriptie, amniunitie, project, suppositie, singulier, corvée, cursus (leergang), orneren, gameren, gegalonneerd, crimineel, emputeren, presenteert, jurisdictie,in ter pret atie.transfornieren,fuselier fusillade, echec, qiialificatie, ballon captif, ponceau-rood, monteren, prosit! (*lot rul/jt). VAX Ei.itixc. *) Neen. MiitimimiiimiiiimMiimiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiHiiiniHiifimiiiitiiittiiittiMI de wagen als een boestenhok zoo vol. Ken lag er op den grond, en twee stonden half. Ze spraken ernstig, weemoedig, en ze d ronken wijn uit een dikbuikige Spaansche llesch, om beurten. Het waren een paar prachtige schooierstypen, een man op jaren en een jongeling. Misschien een vader en een zoon, die samen uittrokken naar een gelukkiger land. Vooral de jongen was een prachtexemplaar: en in gedachten kamde en coiffeerde ik hem. soigneerde z'n uiterlijk, duwde hem een monocle in z'n oogkas, knoopte hem een hoogen boord om z'n hals, liet hem een rok aantrekken, een gardenia in 't knoops gat ... en ik had een cavalier, i leaaldroombeeld voor alle eer^te-klasse-reizigsters. Eigen lijk was in dit milieu deze fantasie misdadig... maar als liet alleen geoorloofd was al deze armoe aan te kijken; er naar te zien hoe eene Xapolitaansche dadels zat te kauwen, haar kind er mee zat te voeren, groot kind met diepe mooie oogen, dat suikerspcekseldraadjes van z'n lipjes trok dan raakte je maar nog nauwer ingesloten. 't Was toch al geen pleizier, uren en uren, dat een koude slaappijn samentrok in je hoofd; in de stinkatmosfeer van den wagenkooi je oogen zér begonnen te doen ; en je leden, die je niet kon verwikken of bewegen, tintelprikten van pijn. 't Was n geronk, gekreun, geiluister, gezncht; n moe ornschurken van op elkaar geklemde lijven. En tóch vond dit arme zwerversvolk nog gelegenheid tot eene eigen aardige en schoone manifestatie. We waren 't grensstation gepasseerd, waar een gendarme met een lantaarntje langs de slapers was ge gaan, vragend of ze allen hunne paspoorten iiiitifiiiiiiiMiiHimmiiiiiiiiiimiiiiuiiiiMiimiiliiiiiiinitlililliiiii 40 cents per regel. IIIIIIIIMIIIIItlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlUIIHItlltl Zeker en pijnloos werkt- het sedert 30 jaren erkende JMT" Echte Radlaner'sche Eksterooirenmiddel. "^WH 60 pfennig p. flac. Slechts echt met de firma: KRONEN APOTHEKE, Berlijn. Depot in de meeste Apoth. en Drogisten, meel. Bovenal een nig middel tegen Darmcatarrh, Diarrhee, Braakloop, enz. l NOORDHOFF'S ATLAS. j Uitgave van S.L.VAN LOOY.Amsterd. | Wat de Heer KL. DE VRIES Szn., Hoofd eener School te Amsterdam in zijn TIJD SCHRIFT VOOR ONDER WIJS EN H A N DEN ARBEID" van dezen Atlas zegt: Zo'n atlas is in Huis een genot, een onwaardeerbare schat; een rykdom van wetenswaardig heden Jigt daarin voor het be schaafde huisgezin ter be nutting in uren van geze'lig onderhoud. Zo'n atlas is in School een genot, een onwaar deerbare schat; een rijkdom van juiste onderwijskundige beginselen ligt daarin voor de onderwijzers verwerkt ter be nutting in uren van gezell ge aardrijkskundige lessen. En wsarin zit hem dit a les nu? Per slot van rekening en het is natuurlijk weer da oude geschiedenis in niets anders dan iu het aanschouw e1 i k e van alles. RIJWIELEN 2 jaar garantie. A. DRUKKER & Co., Amsterdam, O. '/. Voorburgwal 242 en 248 bjd Damstraat. Prijscouranten gratis en franco. f ournitteurs jte I» Cour. CHOCOLA/F-VEEN ARTISTIQUE" LE PLUS DELICIEUX CHOCOLAT POüR CROQUER. l'tines « Sneek (HollandeJ. Normaal-Onderkleeding van Prof Dr G. r^ Eénige fabrikanten W.Beriger Söhne Stultgart Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstraat I K. F. DEUSCHLE-BENGER. MiiHimiittniiiimiiiMiiiiMtimiiHiimiiiimitiiiiiiiitimiiiiiiiiiiiiHiiinMil in orde hadden. We snelden op Frankrijk toe. Flauw klonk, mét het treingedreun, opeens uit de andere wagens gezang. Men begon nu ook in onzen wagen. Er kwam gloed in aller oogen. De matte, vermoeide blikken werden bezield. En hoog steeg het lied op, het lied van het vaderland, het lied van Italië. In den Mont-Cénis reutelde en grommelde de trein nu verder, op weg naar Frankrijk; in de zware tunnelgevvelven verveelvoud Ie het geraas zoog met den rookwalm een echo van boemend geraas den trein achterna. De oogen begeesterd, in den dompen, kouden, stinkend-dichten wagen, waar het tunnelwater ijzig tegen de raampjes op kletterde, de on geschoolde stemmen in luiden, gloedvolleii dvveepzang, klonk hoog hun lied op. De vaderlandsche zang der scheidenden over stemde alle tunnelgeraas. \Y~at wel in hen omging arme, twintigeeuwsche slaven of ze droomden van een gelukkiger land en een fortuinlijker toekomst? Als straks in vrij Frankrijk deze lading schooiers in den geeuvvenden morgen in de sneeuw van Modane zal staan, als de douane beambten hen aansnauwen zullen, de geld wisselaars zullen trachten hen te bedotten, en in de nachtelijke stationskroegjes zwerversnachtleest zal zijn, waarbij de waarden gul-dik zullen lachen tegen de verpauperde ongelukkigen zullen zij dan nog denken aan hun land? Zullen zij er wel iets vanbegrijpen.dat de armoe van geene landgrenzen weet, en liet vaderland van den arme eigenlijk nergens be gint en nergens ophoudt?

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl