De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 17 juli pagina 5

17 juli 1904 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1412 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. VOORDEELEN van het alom gerenommeerde MAGGI' AROMA om te kruiden. Arnma aan groenten, vleezen, sauzen, soepen en zwakke bouillon. Hierin eenig 1*1 Ullla en onovertroffen. VnnrffjlAlifi ' wees vooral spaarzaam in 't gebruik, daar de oorspronkelijke smuai wUUl UOOIiy , ^er gerechten wei verhoogd, doch niet verdrongen moet worden. 3- Gemakkelijkste in gebruik 4- Goedkoop: vanaf 30 cent per flacon. met de vaste Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het GeneraalAgentuur voor Nederland en Koloniën rïDL BOER, lisbnka. MAGQI's onderscheidingen: 4 groote Prijzen, 28 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 5 Eere-Prjjzen, zesmaal buiten mededinging, o. o. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parijs. llllllllllflIllllllllllllllllllllllllllllllllHIIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIMIiniHIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIHIIMIIIIHIIIIIIIIIU^ Mevrouw JXA BOUDIEE?BAKKER. IIIIIIIIIIIIMIIIIIIIUIIIIIIIIIIIItlll Orer eitnog Ms. in. Er is natuurlijk een ontzettend groot ver schil in het zich opvoeden voor het huwe lijk" en het zitten wachten op een man". Ongelukkigerwijze worden deze twee dingen al te veel met elkaar verward, waardoor vele meisjes zich een beetje schamen, om, vóór dat ze geëngageerd zijn zich te gaan bekwa men in huishoudelijke bezigheden. Zijn ze eenmaal verloofd dan wordt er eenige maan den een cursus gevolgd in kook- en huishoud school, waarvan de uitkomsten in de meesle gevallen hoogst onbevredigend zijn; lo. wijl de geest maar half bij 't werk is ; 2o. 't onder wijs te kort wordt gevolgd, dus te oppervlak kig wordt, geleerd ; 3o. wijl de delinquenten na 't beëindigen van deze driemaandelijksche of halfjaarlijksche cursus zich verbeelden geheel op de hoogte te zijn van wat ze weten moeten en met. die halfbakken kennis dik wijls haar huishouden meer kwaad dan goed doen. Komen er later kinderen, dan neemt de jonge moeder de wijsheid in zich op van baker of pleegzuster en in die drie a vier weken meent ze een moeder te zijn gewor den geheel op de hoogte van hare moeielijke taak. Grondige kennis van haar vak als huis vrouw en moeder bezitten slechts de zeer ernstige en zeer plichtgetrouwen onder de vrouwen. Het moest voor algemeenen regel gelden dat het jonge meisje, van school komende, in de eerste plaats leert het huishouden be sturen en de grondbeginselen der opvoedkunde. Ik bedoel natuurlek met het jonge meisje im groszen Ganzen" de overgroote meerderheid, die, als ze de school verlaten hebben, uitgaan", meestal, totdat ze een man gevonden hebben. De werkbijtjes", zij, die genoodzaakt zijn na het afloopen der schooljaren zelf in hun onderhoud moeten voorzien, zijn niet in de gelegenheid zich voor hun huishouden en kinderopvoeding te bekwamen, tenzij haar werkkring hen in die richting stuwt. Een zeer eigenaardig feit is het, dat die arbeidende vrouwen, wanneer ze tot een hu welijk komen, hetzij door haar veelzijdiger ontwikkeling, hetzij omdat ze de ernst des levens zooveel eerder leerden kennen, dan de fladderende vlindertjes", zich dikwerf met groote degelijkheid op het huishouden toe leggen, en ook later vaak uitstekende moeders worden De kennis, die ze thuis practisch gemist hadden, deden ze deels uit het leven op, deels uit opvoedkundige werken. Ook zijn er onder de uitgaande meisjes velen, die zich wel zouden willen bekwamen in huishoudelijke en opvoedkundige zaken, maar niet in de gelegenheid daartoe zijn, óf omdat ze geen moeder hebben, of wier moeder zelve te oppervlakkig is en niet in staat hare dochter te onderwijzen. Voor hen staan de huishoud scholen open en bieden ook de kindertuinen ruimschoots gelegenheid om zich te bekwamen in hetgeen zij weten moeten als vrouw en moeder. Voor haar ook 'zijn opvoedkundige werken vanSpencer.Pröbel en zoovele anderen in iedere openbare bibliotheek van eenig belang te krijgen. En bezitten niet de meines een tante of zuster, die kleine kinderen heeft en aan wie tijdelijke hulp gewoonlijk niet on welkom is ? Zijn er geen getrouwde vriendin nen, wier kleintjes zy eens kunnen oppassen ? Moeten dan die arme kleinen tot proeflap dienen voor het dikwijls onhandige jonge meisje ?" hoor ik bezorgde moeders reeds vragen. Stellig niet, doch het jonge meisje kan om te beginnen in die huishoudens hare oogen goed den kost geven, zij kan al 't geziene deugdelijk in zich opnemen, dan onder leiding der moeder zelve, bijvoorbeeld, de kleintjes aan- en uitkleeden en waeschen, met ze spelen, wandelen, een klein huilebalkje trachten zoet te krijgen en zich aldus oefenen in de vele kleine moederplichten, die haarzelf later mogelijk wachten. En wat is het niet makkelijk, wanneer men zulk eene leerschool reeds van te voren heeft doorloopen en men dus niet met de handen in het haar staat, wanneer eigen [kinderen onze zorg behoeven. "? Ik weet het onder meer nog zoo goed, ,hoe ik, nog vóór mijne verloving, logeerde bij een nichtje, die zelf een kleintje had van enkele maanden, hoe ze müleerde het kindje te behandelen, hoe baby eerst moord en braad gilde, wanneer ik haar hielp, daar ze niet gewend was aan mijne onhandige, langzame vingers. Maar na een paar dagen ging het al beter en ten slotte lag ze even vroolijk op mijn schoot te spar telen als bij de moeder. En ik vond het heerlijk om op haar te mogen passen als de ouders samen uitgingen, ik voelde ten volle de groote verantwoordelijkheid en het ver trouwen mij geschonken. En wat was ik gelukkig op een Zondagmiddag met haar spelend, terwijl de vader en moeder visites maakten, en ik plotseling haar eerste tandje ontdekte, toen ze, kraaiende van pret, haar mondje wijd open deed. HÉJM Twee jaar later hield ik mijn eigen zoon op schoot. Ik had de baker niets verteld van mijne ondervinding met kleine kinderen, en op een ochtend zei de goede vrouw wijsneuzig, toen mijn kleuter drie weken oud was : Nu mot uwe 't ventje ook eens perbeeren te wasschen". Best", zei ik, ik zal eens zien wat ik er van ken". Ik nam mijn zoon van bakers zorgende handen over en begon mijn werk, zonder iets verder te vragen. Baker keek vol verwachting toe, hoe dat wel gaan zou en zij oude vrouw van veel ondervinding met jonge moedertjes, zette groote oogen op, toen ik mijn jongen handig en vlug wiesch en kleedde, alsof het mijn dagelijksch werk was. Ze sloeg hare gerimpelde handen in elkaar. Neen maar mins, da's kostelijk, zoo zie ik niet duk". Ik hielp haar uit den waan en vertelde haar van mijne ervaringen met kleine kinderen. Ze lachte, omdat ze zich had laten beetnemen, maar ernstiger voegde ze er bij : Zoo mosten ze allemaal wezen, de meesten weten van toeten noch blazen als ze kinderen krijgen". De oude vrouw zei in hare eenvoud een groote waarheid en velde tevens een hard oordeel over jonge moeders in 't algemeen. Zoo weet ik een voorbeeld van een jonge vrouw, die bij een dokter kwam; ze was verloofd maar wilde zich voor haar huwelijk latem onderzoeken of ze fysiek geschikt was om te trouwen en kinderen te krijgen. Na dat ze hem verteld had, wat ze wenschte, stond de man der wetenschap zwijgend voor haar, even overbluft. Toen stak hij haar zijn beide handen toe. Dat is braaf van u", zei hij, dat is nobel, zoo moesten alle vrouwen doen". Ik meen dat de voorbeelden, die ik aan haalde, in werkelijkheid niets bizonders zijn en voor algemeen toegepaste regels moesten gelden. Er bestaan wetten op het onderwijs der jeugd, maar er moesten ook wetten bestaan, die 't voortbrengen van gezonde kinderen ver zekeren, en eveneens wetten, die de vrouwen moesten noodzaken goede moeders te zijn. Men zou er niet over denken om de kin deren toe te vertrouwen aan onderwijzeressen, die niet behoorlijk hun examen gedaan en proeven van bekwaamheid in het onderwijsgeven hebben afgelegd, maar wel brengen moeders kinderen voort en zijn totaal onge schikt oin ze groot te brengen. Geen man zal een goede carrière maken, wanneer hy zijn vak niet volledig verstaat en in vele gevallen zal hij ook daarvan door een exa men moeten blijk geven wat hij kan. En er loopen getrouwde vrouwen bij dozijnen rond, die haar vak van huishouden besturen DAMEjS. absoluut niet verstaan, of nog erger die den lust missen, dat vak naar behooren te vervullen. Nu de staat zoo vriendelijk is om zich met het huwelijk te bemoeien, en 't al of niet wettig te verklaren, nu moest hare zorg daaromtrent niet half zijn, doch zich zoover uitstrekken, dat ze overzag de gevolgen van hare toestemming. Evenmin, om büdie verge lijking te blijven als zij onbekwame onderwij zeressen tot het vak van onderwijs toelaat, evenmin moest ze onbekwame vrouwen toe staan echtgenooten en moeder te worden. Menigeen zal misschien verachtelijk glim lachen, om wat ik hier neerschreef, doch voor wie een weinig dieper doordenkt over het wezen der dingen zal 't zoo heel gek niet lijken. EGBERTHA C. v. D. MANDEI/B. Den Haag, Juni. (Wordt vervolgd). Koningin Alexanflra. Vit het Dagboek van Helene Vacaresco. Naverteld door A. S. K. I. Tot de aangenaamste herinneringen der Eumeensche dichteres, Helene Vacaresco, behooren de ontmoetingen met Alexandra, koningin van Engeland. Die vorstin glanst voor haar in een licht van minzaamheid, schoonheid, gratie, teerheid en echte vrou welijkheid. De eerste ontmoeting van Helene Vacaresco met Alexandra, de toenmalige prinses van Wales, had plaats te Balmoral, in Schotland, waarheen zij hare koninklijke Vrouwe Carmen Sylva vergezelde. Helene was verrukt over de slanke gestalte, het innemend, schoon gelaat, de prachtige, diep-blauwe oogen, de vlugge, jeugdige bewegingen der prinses, die toen reeds moeder was van volwassen kinderen. Hoe vindt u dit uitzicht ? vroeg Alexandra. Is 't niet mooi? Wat zegt u wel van onze hergen, van het gloeiend purper onzer Schotsche heide? Omdat u dichteres is, hebben wij deze appartementen voor u in orde doen maken, hopend, dat hier de inspiratie over u zal komen, dat hier uw dichtader zal vloeien, en dat het u niet moeilijk zal vallen, om welgemeend den lof te verkondigen van ons heerlijk Pchotland, O! ik weet 't wel! Uw Karpathen zijn goddelijk! Verblindend is het licht dat de zon uitgiet over hun toppen; de prins van Wales heeft er mij veel van verteld, die woeste bergen, die felle zon, deden hem aan Indiëdenken. Ik weet alles! Ik heb ook een trouw verslag gekregen, over de schitterende tableauxvivants te Sinaïa. Magisch werkte op Hélène's ontvankelijk gemoed deze ranke vrouwegestalte met de innemende manieren en de zielvolle stem, En de dichteres peinsde: Zij is een fee, een lieve fee uit een tooversprookje. Zou onder haar invloed, de inspiratie niet komen? En als had Alexandra haar gedachten loop geraden, vroeg zij: Toe! als u hier gaat werken, waarschuw me dan! ik zou zoo hél gaarne een dichteres aan den arbeid zien; ik zal u bewaken en stil zijn, stil als een muis. En ik reken er vast op, dat u in Rumeensch costuum aan tafel komt." Mejuffrouw Vacaresco gelastte haar kame nier, al haar Rumeensche costuums uit te stallen. Besluiteloos stond zij te midden der bonte pracht, niet wetende, wat te kiezen. Even een briefje aan Carmen Sylva! Die moest haar raden. Het wit-met-zilver costuum, luidde het advies der meesteres, daarin zie ik je het liefst. Weer bekeek en betastte Helene de ver schillende met kleurige zijde geborduurde boezelaars, de sluiers, de ceintuurs. Bescheiden tikjes aan de deur. Ijlings doet Helene open, en ziet vóór zich een slanke dame, dood-een voudig gek leed in donker-blauw, tailor made serge costuum. Ja, wel! ik ben 't weer, zegt Alexandra, binnentredend; ik zou zoo graag al die costuums eens zien. Alles werd bekeken en betast. Neen, maar l wat een lang ceintuur! Twaalf maal slingeren onze boerinnetjes die ceintuurs om haar middel, onderrichtte de Rumeensche jonkvrouw. Prachtig! prachtig l Wat al goud en zilver I Oogverblindend en die schitterende veelkleu rige borduursels! nig mooi! O! maar dit is nog het allermooiste! die roode zijden rok, met heerlijk geel borduursel en dit beeldige, witte corsage.... Zonderling! 't is net, of ik zoo iets wel eens meer gezien heb Uwe Hoogheid zal inderdaad wel eens iets dergelijks gezien hebben. Dit is het bekende costuum onzer Tziganes, die veel naar het buitenland trekken, om te musiceeren en... om de toekomst te voorspellen l Dat doen ze allemaal! dit deed ook de eigenares van dit schitterend costuum, door een mijner voor vaders gevonden in een bosch, begraven onder den grond, veilig weggeborgen in een ijzeren kist. Ziet u eens, hier in de zakjes van de ceintuur, zijn verborgen een fluitje, een kleine ponjaard en een zeeschelp, Wat beduidt die zeeschelp? Die drukken ze aan 't oor, wanneer zij de toekomst voorspellen. Het geheimzinnig ruischen maakt haar helderziend.. .. Weer werd op de deur getikt. Een lakei. Mej. Vacaresco werd verzocht, in. de appar tementen der koningin te komen. Verzoek Hare Majesteit, mij te willen ver ontschuldigen, en te melden, dat Hare Konink lijke Hoogheid, de prinses van Wales, bij mij ten bezoek is, zei de hofdame tot den gegalonneerden dienaar, die zwijgend vertrok. Levenslust, jeugd, joligheid dartelden in Alexandra's mooie oogen, toen zij haastig op Helene toetrad, zeggend: Ge vergist u. Voor dien man bestaat maar ne koningin, zijn koningin. Niet uw koningin laat u nooden, maar Engeland's vorstin, en die weet niet van uitstellen en laten-wachten. Gauw l neem me bij-de-hand. Kunt ge uw deftig hofpasje voor een oogenblik laten varen? Kom dan mee, en we rennen samen door de corridors, en zijn bij koningin Victoria, vóór dat de plechtige lakei er met zijn Jobstijding is Zoo gezegd, zoo gedaan. Blozend van agitatie, en hijgend van den wedloop, stond de lievelings-hofdame van Elizabeth van Rumeniëtegenover de vriende lijke, oude vrouw, Albion's Souvereine. In stemmend knikte Victoria met het hoofd, blijheid glansde op haar goedig gelaat, toen zij aandachtig luisterde naar Hélène's loftuitingen over prinses Alexandra, onder wier bekoring zij met hart en ziel was geraakt. Victoria remde niet; zette den toon der bewondering nog wat meer aan. U kent de prinses nog slechts van n kant. U weet niet, wat een lieve dochter zij voor mij is. Jarenlang heeft zij mij met minlijke gratie ontheven van de vele ver moeienissen, die het métier de reine met zich voert. Zij opent bazaars, bezoekt con certen en liefdadigheidsvoorstellingen, ver schijnt geregeld in ziekenhuizen en inrich tingen voor onderwijs, vertelt mij alles hél uitvoerig, zij neemt alles in zich op, stelt belang in alle menschen en in alle zaken; de prinses is een steun en hulp voor mij. Alles gaat haar zoxo prettig en makkelijk af, dat zij mij steeds onder den indruk brengt, dat zij overal behagen in heeft. Wat een ander een vervelend haantje vindt, noemt zij een alleraangenaamsten plicht! Recepties maken haar niet duizelig; salon-en gelegenheids-praatjes vervelen haar niet! Weet u, wat ik dikwijls tot de prinses van Wales zeg? Dat zij een levend woordenboek is, waarin werden opgeteekend alle variaties en scha keeringen van goed" en waar." In alles wat Alexandra doet en zegt, is stijl, voor naamheid en gratie. O! ik ben zoo hél dankbaar voor de vaste overtuiging, dat zif eenmaal op waardige wijze, mijn plaats zal bekleeden. Ter eere van koningin Elizabeth, werd 's avonds op het voorplein van het slot Balmoral een Schotsche Reel" gedanst. De koningin-dichteres en haar hofhouding hadden veel genoegen in het vreemdsoortig, fantas tisch schouwspel. Forsche Hooglanders, in hun schilderachtige kleederdracht, brandende toortsen hoog-zwaaiend, dansten en zongen op de muziek der pijpers. De vreemdelingen drongen steeds meer naar voren, opdat niets hun zou ontgaan van de vertooning. Niet langer stonden de dames, in haar luchtig avondtoilet, onder den beschermenden Hall. Het was vinnig koud. Daar verscheen plot seling onder de toeschouwsters een dame, de armen beladen met een stapel Schotsche capes en wollen shawls. Allereerst werd de koningin van Rumeniëdoor haar in een witte wollen shawl gewikkeld. Toen gaf zij aan al de overige dames de verwarmende kleedingstukken. Helene Vacaresco bedankte hartelijk en kon haar oogen nauwelijks ver trouwen. Die zorgzame, weldoende fee, was niemand anders dan prinses Alexandra. Zér gevoelig werd het fijn-besnaard ge moed der Rumeensche dichteres getroffen bij eene ontmoeting met de prinses van Wales, te Rome. De prins en prinses van Wales hadden hun oudste kind verloren. Alexandra's rijzige gestalte, geheel in 't zwart, het bleek gelaat verborgen achter krip-sluier, in haar peinzende oogen aangrijpende wee moed, was zoo gcherp-contrasteerend met de Zondagsdrukte der vroolijke wandelaars, de zwoele geur der bloemen, het triomfantelijk licht der Zon, dat op Hélène's lippen de woor den beefden: Mater dolorosa." Toen zij haar later in Marlborough House ontmoette, was zij niet meer prinses van Wales, maar, Koningin van Engeland. Ko ningin Victoria was dood. Wér ziet u mij in 't zwart, zei koningin Alexandra, diep bewogen. O! die brave goeie moeder, nooit zullen wij haar vergeten. Vreemd is het mij, afstand te moeten doen van mijn titel van prinses van Wales. Ik had dien titel zoo innig lief. Over de ziekte en het sterven van Koningin Victoria, vernam He lene Vacaresco alle bizonderheden uit Alex andra's eigen mond. Dood . . . Rouwkleeren. . . Wisselingen in ons lot, o! wat zouden wij vrouwen moeten beginnen, indien wij niet gesterkt werden door de kracht van het gebed... (Slot volgt). Mevrouw Kubelïk?Csaky. Marthe Dupuy. lersch haak- en kantwerk. Lady Castlerosse. ? Terug naar den eenvoud. De beroemde violist Jan Kubelik, zal, nu de Londensche season voor hem is afgeloopen, wel met grooten spoed naar Bohemie reizen. In St. James' 's Hall, waar hy tweemaal optrad, kwam weer geen eind aan de toe juichingen. Jan Kubelik is zóó gewend aan succes, dat applaus, lauweren en goud zijn kunstenaarsziel weinig motionneeren. Zijn mooie jonge vrouw heeft gezorgd voor een zeldzame ver rassing bij zijn thuiskomst. Mevrouw Kubelik, geboren gravin Csaky, wacht haar echtgenoot in hun slot Kolin bij Praag op mét tweelingen! In Londen ontving hij van de gelukkige moeder een telegram, om hem de geboorte der twee kinderen te melden. Wanneer de Kubelikjes als dood-gewone kinderen een flinke keel opzetten en papa's muziekale ooren pijnlijk aandoen, kan hij probeeren of ze zoet worden en luisteren, wanneer hij viool voor hen speelt. Sully Prudhomme, de beroemde Fransche dichter, is lid van de Sociétédes gens d lettres te Parijs. Een paar jaar geleden, ge noot hij de onderscheiding, voor. zijn werken beschonken te worden met den Nobel-prijs. De gelden van den Nobel-prijs, zette hij uit in een Sully Prudhomme-fonds. De strekking van dit fonds is, om bij jonge dichters en dichteressen het dichtvuur niet te dooven, te laten kwijnen en smeulen, maar lustig aan-te-blazen en te doen opvlammen. Ge dichten bekroond met den Prudhomme-prijs worden onmiddelijk uitgegeten en de onkosten der uitgave worden door de gelden uit het fonds bestreden. Marthe Dupuy, een ziekelijk uitziende jonge dame, is zoo juist met den Prudhomme-prijs bekroond. Van haar hand zullen spoedig alom verkrijgbaar zijn twee bundels: L'idylle des fleurs" en La voie douloureuse". De teerheid en weemoed van Marthe Dupuy's muze, hebben weerklank gevonden in het fijn-besnaard gemoed van den auteur der Vaines Tendresses". Martha Dupuy is Blésoise. Zij werd geboren te Blois, hoofdplaats van het Département Loir-et-Cher. Zij is de dochter van een talentvol beeldhouwer. Volgens haar eigen getuigenis werd Marthe opgevoed in het wild", comme une petite sauvage". Op jeugdigen leeftijd werd zij wees, moest in haar onderhoud voorzien, ging in Parijs etudeeren en was daar een paar jaar werk zaam als postbeambte. Haar zwak lichaam was tegen het vermoeiende werk niet bestand. Zij nam haar ontslag en wijdde zich nu, wor stelend met kommer en gebrek, aan schrijfen dichtkunst. Het winnen van den Sully Prudhomme-prijs is een schoone roos op haar doornig pad. lersch haakwerk, herhaaldelijk op tentoon stellingen om het zeerst bewonderd, evenals de grove, lersche guipure en het ragfijne kantwerk neemt steeds in waarde toe, omdat de navraag naar deze vrouwelijke industrie vermeerdert. Van groote verscheidenheid en zeldzame schoonheid zijn de patronen die van wit en crème, fijn en grof garen gemaakt worden. Een groote partij lersch haak- en kantwerk is opgezonden naar de tentoon stelling te St. Louis. Het kunstvol draadwerk zal wel grif verkocht worden. Tot de invloedrijke, hooggeplaatste vrouwen die haar uiterste best deden, om den bloei en de industrie van het Smaragden Eiland (Ierland) te bevorden, behoort de lersche edelvrouwe, Lady Castlerosse, wier school voor houtsnij-werk te Killarney steeds meer bekend wordt. Uit alle oorden der wereld komen zooveel bestellingen, dat men niet anders dan door onverdroten vlijt en inspan ning voldoen kan aan de tallooze aanvragen. De school te Killarney levert smaak- en stijlvolle ameublementen voor huizen, con certzalen en kerken. De motieven van het houtsnijwerk zijn artistiek en de bewerking laat niets te wenschen over; ze is fijn en gaaf tot de kleinste bizonderheden. Voor Lady Castlerosse is de faam der Killarney-school een groote voldoening, en voor haar een bron van vreugde, want, zoo als bijna alle lersche vrouwen, heeft zij haar geboorteland lief met den laaien gloed van haar vurig temperament. Gedurende de Londensche season, hebben ook de kinderen hun pretjes gehad. Gelukkig begint men in 't koel beredeneerde Engeland in-te-zien, dat het toch niet langer aangaat van kleine jongens en meisjes aapjes temaken, die in kleeding, ontspanningen, spijzen en dranken met volwassenen worden gelijk ge steld. De opgedirkte lievelingen met hun hoofsche buigingen, blufferig toontje, groote fooien-gevende handjes, zich ziek etend aan getruffeerde gerechten en zich slap en onbe hagelijk drinkend aan champagne, mogen goddank weer kinderen zijn. Koningin Alexandra, de kindervriendin b\j uitnemend heid geeft partijen voor de jeugd, waar de grootste eenvoud heerscht, waar gelachen en gestoeid wordt, waarop de jeugd verschijnt in hél gewone pakjes, die bestand zijn tegen een stootje, waar de kinderen onthaald wor den op vruchten, melk, limonade en taartjes, en waar van fooien-geven geen sprake ie. De Engelsche hofhouding en aristocratie volgen haar beminde en verstandige vorstin in alle dingen. De handel en wandel der toongevende kringen, werd in alle tijden,. vlot overgenomen en nagebootst in kringen en kringetjes van maatschappelijk minder gehalte. Het goede, kloeke, verstandige voor beeld zal dus zijn heilzame uit- en nawerking niet missen. Ook aan ons, zal het ten bate komen, want, wij Bataven, zijn er tegen woordig niet weinig prat op, aan onze klee ding, houding, neigingen, spelen en smaak een Angelsaksisch tintje te geven. Er bestaat alle kans, dat onze kleintjes zullen genieten het onverwacht en ongedacht voorrecht, dat partijen voor kinderen ook beslist Kvnderpartijtjes zullen zijn. CAPRICE. Aardbezièn-taart. Maak een taartkorst van van gewoon bladerdeeg. Bak die licht bruin in matig verhitte oven. Vul de taart met kleine, geurige aardieziën. Giet daar over heen een vaniljesaus waarin een paar blaadjes gelatine zijn opgelost. Laat het gebak koud worden.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl