De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 17 juli pagina 6

17 juli 1904 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1412 Van Eems tot Schelde.; Van Eem» tot Schelde. Wandelingen door oud- en nieuw Nederland, door dr. H. BLINK, (geïllustreerd). Van Holkema & Warendorf, Het eerste deel van dit werk, dat in 4 deelen compleet zal zijn, is dezer dagen vol tooid, 't Is een zware kwarten, op goed, licht getint papier, met duidelijke letter en tal van illustraties, deels naar oorspronke lijke teekeningen van W. O J. Nieuwenkamp, deels naar afbeeldingen, vooral van gebouwen, in |fhun tegenwoordigen staat, deels reproduc ties van oude platen; voorts kaarten en platte grond van Amsterdam, met a anwijzing van de achtereenvolgende vergrootingen, en een plaat in kleurendruk, voorstellende nationale kleederdrachten in Noord- en Zuid-Holland. Het plat vertoont witte letters op blauwen grond met roode uitmonstering, (de nationale kleuren ?) en in het midden een paar jongelui in visschersdracht bij een dorpje, teekening in kleuren van Nieuwenkamp. Naar mijn smaak, maar dit is natuurlek ge heel subjectief, is 't alles te samen wat druk en bont voor de salontafel, waarvoor volgens 't prospectus het boek is bestemd. Immers, het moet een prachtwerk" worden, uit muntend door fraaie uitvoering, zeker het schoonste boekwerk, aan Nederland en zijn Bewoners gewijd." Een prospec tus moet men maar niet al te scherp aan zijn woord houden en zonder angstvallig te vragen, of het inderdaad aan zóó hooge eischen beantwoordt, verklaar ik gaarne, dat het fraai is uitgevoerd. Laat mij, voor dat ik van het uitwendige afscheid neem, de hoop mogen uitspreken, dat de vreemdeling niet zal meenen, in den nuchteren jongen de type van den mannelijken Nederlander dezer dagen te moeten zien, en den raad geven, een gebonden exemplaar te koopen, of anders het werk te lezqn, terwijl het in afleveringen verschijnt. Een ingenaaid exem plaar zou, vermoed ik, na lezing niet meer voor de salontafel geschikt zijn. Wat nu den inhoud betreft, waarop het uit den aard der zaak hoofdzakelijk aankomt, het prospectus belooft; daardoor verkrijgt men een boek over Nederland als er tot nog toe geen bestaat, een werk, dat in bloeiende *) heldere taal spreekt tot ieder en op een aangename wijze ons land doet zien en leert kennen." 't Zou, nu nog slechts n deel Een Hofje te Haarlem. (Naar eene teekening van W. O. J. Nieuwenkamp). is hij geen vreemdeling in het stuksken bezuiden de Schelde, waar Aardenburg ligt en Hulst en niet te vergeten de baker mat van het haringkaken, 't eenvoudige Biervliet. Oud Nederland, tot in den tijd . culiere opinie erken ik gaarne, dat ik een werk van langen adem, i. c. 4 dikke boekdeelen, veel liever lees in de boeiende en heldere taal", die de schrijver gebruikt, dan in den stijl, die tegenwoordig, ook voor natuurtreedt omtrent musea en dergelijke merk waardigheden binnen de muren. In den regel blijven wij met dr. Blink buitenshuis. Het werk zou anders ook veel te uitgebreid zijn geworden. leeren kennen. Maar niet iedere weg behoeft juist wandelend te worden afgelegd. Wij kenden de fietsen nog niet. Stoom-en andere trammen ontbraken nog. De mazen van het spoorwegnet waren veel wijder. Met nu en dan een, bescheiden diligence en af en toe een 'gehuurd wagentje moesten wij ons ver genoegen en menig weinig loonend eind weegs hebben wij onder de voeten moeten nemen. Met vrij wat minder tijdverlies en kosten kan thans veel meer worden gezien en vooral de man of vrouw op de fiets, om van de leelijke verschijningen in tuf-tufs en op motor-rijwielen niet te spreken, beweegt zich vrij als een vogel in de lucht, langs on belangrijke wegen voorttrappend en door groote afstanden niet gedwarsboomd in de plannen. Hoe veel gemakkelijker kan men doordringen in alle uithoeken van het land tusschen Eems en Schelde, rustig in de schoone landschappen rondziende en waar men wil 't vervoermiddel verlaten, om naar 's harten lust rond'te dolen, waar de natuur haar heilige der heiligen slechts voor den geduldigen wandelaar ontsluit. Blijkens de mededeelingen in De Kampioen gebeurt dat ook niet zelden. Als nu het jakkeren en jachten maar niet zóó zeer in het bloed zit, dat het doel het land te leeren kennen toch nog gemist wordt! Het nu verschenen eerste deel behandelt Holland langs de duinen. 't Is goed gezien, dat de schrijver, die hier geheel op zijn terrein is, bij wijze van Inleiding een kijkje geeft in de geologische en ethnografische geschiedenis van Holland, met een aantal illustraties, vooral van klee derdrachten en de groote gekleurde plaat. Dan volgen de rubrieken: In en om de residentie, Leiden en omstreken (tot Woerden), Haarlem en naaste omgeving, Door Kennemerlands duinstreek (met Alkmaar), Enkele blikken op het Noordelijk gedeelte van Noofd-Holland (met Schagen en Den Helder), Amsterdam, (de stad en omstreken, met" Ouderkerk, Amstelveen, Aalsmeer, Haarlemmermeer). De onderverdeelingen der verschillende hoofdstukken op te noemen, zou veel te veel plaats vorderen; 't zij genoeg te ver melden, dat de schrijver een vertrouwbare en aangename gids is in de steden en dorpen en landschappen, waarin hij, voor zoover zijn bestek het meebracht en toeliet, zijn Gezicht opj de Oude Kerk te Wijk aan Zee. in 't licht is verschenen, ontijdig en voor barig zijn, reeds te vragen, of deze belofte vervuld is, maar in dr. H. Blink vonden de uitgevers een man, die wel in staat geacht mag worden, billijke verwachtingen te bavredigen. Hjj is van alle markten thuis en met ons vader land uitstekend bekend. Nieuw Nederland heeft h\j in in alle richtingen doorkruist; ook Uf*) Is 't gemis aan stijlgevoel, als ik meen, dat in dit woord de l bij ongeluk is in ge lopen ? eeuwen geleden, toen er nog geen Nederland, zelfs nog geen land was, schetst hij voor den lezer, als hij, terecht, verhaalt hoe de bodem is ontstaan, wiens gesteldheid zoo machtigen invloed heeft geoefend op de bevolking, die er later leefde en werkte en streed. Van de geschiedenis is hij behoorlijk op de hoogte en h^j kent genoeg dichters en letterkundigen van ouden en nieuwen tijd", om hen ter afwisseling en opluistering van eigen arbeid, te laten spreken van wat zij in ons land en zijn inrichtingen zagen". Als mijn partischilderingen, in de mode is. Misschien zullen er zijn, die den stijl van dr. Blink ouderwetsch noemen. Ik ben zelf wat ouderwetsch en haal gaarne onderweg eens adein. 't Spreekt wel van zelf, dat ik het werk van Dr. Blink met groote sympathie begroette. Over eenige maanden zal het 30 jaar geleden zijn, dat ik op een zonnigen, wiriderigen herfstdag in 1874 met mijn vrienden, den teekenaar Schipperus en den uitgever Tjeenk Willink, de eerste wandeling door Nederland onzen proeftocht begon. Al was ons plan eenigszins anders dan van dr. Blink, 't was ook ons doel, ons vaderland wat meer bekend te maken bij onze landgenooten. Mag ik een aantal vriendelijke verzekeringen gelooven, dan werd dat doel niet ten eenemale gemist. In elk geval, ik heb het door onze omzwer vingen gedurende eenige jaren beter leeren kennen en meer leeren liefhebben. Zeer zeker zal ook Van Eems tot Schelde bekendheid en ingenomenheid met het goede land onzer inwoning vermeerderen, wanneer het boek gelezen wordt zooals het ten volle verdient, en gaarne wil ik op uitnoodiging van de redactie van dit weekblad de verdienstelijke uitgave bespreken". Bespreken", niet beoordeelen. Afgezien van de vraag, of ik mij daartoe bevoegd zou rekenen, zoolang het werk nog niet compleet is, is 't daartoe de tijd nog niet en als het compleet is, zal een behoorlijke recensie de ruimte, die in een weekblad kan worden afgestaan, ver moeten overschrijden. Daarbij komt, dat de overvloed van stof, die de schrijver te bewerken heeft, 't van zelf onver mijdelijk maakt, een keuze te'doen. Het is de vraag, of die keuze al of niet gelukkig was, en het antwoord daarop zal allicht zeer subjectief zijn. De een zou anders hebben gekozen, dan de ander. Deze zou dit wat breeder, gene dat wat minder uitvoerig be handeld willen hebben. Wij hebben aan te nemen, wat dr. Blink heeft willen geven naar het doel dat hij zich voorstelde en dan kan ik inij over 't geheel met zijn wijze van behandeling zeer goed vereenigen, terwijl ik 't in hoofdzaak eens kan zijn met de histo rische beschouwingen, die hij in zijn werk inlascht. Alleen zou ik willen vragen of de naam : Wandelingen door Oud- en Ni.emvNederland wel geheel juist is, bij de betrekkelijk ruime plaats, die hij voor de steden in beslag neemt. Maar men kan ook wel steden door wandelen, gelijk trouwens de schrijver doet, die naar zijn plan vooral te zien geeft, wat eigenaardigs op straten en pleinen te aan schouwen is, terwijl hij niet in bizonderheden Het tegenwoordige geslacht, dat onder 't geleide of althans naar de aanwijzingen van Dr. Blink ons vaderland nader wil leeren kennen, heeft het voorrecht, te beschikken over middelen, die ons nog niet ten dienste stonden. Hij en ik zijn het ten volle eens, dat alleen wandelaars het land goed kunnen lezers rondleidt. Van de aanwijzing van bizonderheden moet ik mij onthouden. Het deel eindigt met de opgave: Dit deel werd afgesloten met December 19021 Dit is zeer te waardeeren. Men weet nu, waaraan men zich te houden heeft. Wij leven snel en sedert December 1902 is er weer vrij wat Oude-Mannenhuis te Zandvoort.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl