Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
No. 1413
heeft gehad, een bezoek te brengen aan het
pas opgerichte tehuis voor schoolgaande
kinderen",.een pendant van de stichting van
freule tBodSaert te Amsterdam.
In $èt najaar van 1903 werd door het Nut"
hier, Ifet initiatief genomen tot het stichten
eener fer«teiiging ter verzorging van school
gaande kinderen.
Aanstonds vond dit pogen van vele zijden
medewerking en in Febr. 1904 werd zij ge
constitueerd, terwijl tot nu toe een kleine
300 leden zij a toegetreden.
Maar voor zulk een inrichting in een dicht
bevolkte buurt eener stad, is veel noödigl
En toen eenmaal de Vereeniging een ruim
en frisch tehuis had gevonden aan de
Crooswijkschekade, een flink huis, eerste verdieping,
sousterrein en flinke, ruime speelplaats er
achter, toen moest er nog heel veel zij n voor
meubileering enz., ten einde het tot een
aangenaanii en gezellig tehuis te jaaken voor
de arme kindertjes, die thuis zooveel missen!
Maar het bleek al spoedig, dat er verwon
derlijk veel sympathie bestond voor dit doel
De- onvermoeide secretaresse wendde zich tot
versehïlfende firma's, om prijsopgaaf; maar
zoodra ze het doel noemde, werd over geen
prijs gesproken, werd alles, in n woord
alles, gratis geleverd! Alle meublement,
bekleedfeg, speelgoed, gereedschap,
.,Au*srattung" van allerlei aard, tafels, stoelen, linnen
goed, keukengerei, alles werd geschonken.
Het is een genot, het te hooren vertellen,
hoeveel medewerking het bestuur hierbij
ondervond....
. Ea nu is ze geopend. Toen we binnen
kwamen, 's middags 12 uur, scheen de zon
vroolijk door de langwerpige kamer. Een
jongeije van il jaar, wier moeder uit werken
ia, was bezig, de bloemen te begieten dat
ia zijn taak. Hij was met de anderen juist
uit school gekomen. Een flink mouwschort om
drr sobere Meertjes, speelden er nu een Stal in
het zand. Eenige waren er nog niet. Als 't
slecht weer is, kunnen ze naar de overdekte
speelplaats gaan alle speelgoed is daar
voor hen. Bleeke kindertjes van weduwen
die uit werken moeten, maar die o! zoo
verheugd waren!
De directrice, mej. Kooijmans van Amster
dam, een vriendelijke jongevrouw met een
hart van goud voor de kinderen, die eenigen
tijd bij freule Boddaert ia geweest om niet
de eigenaardigheden van zulk een inrichting
op de hoogte te komen, speelde met hen,
praatte met hen en ging dan ui et hen aan
tafel, waar den kleinen een lekker warm
maal wachtte.
Even mocht ik ook een kijkje nemen in
de frissche keuken, waar de dienstbode
herig was. Een flink maal, allerminst weel
derig, maar gezond en krachtig, en frissche
groenten er bij, werd daar bereid.
Getroffen door deze schoone instelling, die
helaas.' nog maar in n werkmansbuurt der
stad in eene behoefte voorziet en slechts
een gering aantal kinderen kan verzorgen,
kon ik niet nalaten er waardeerend melding
van te maken.
Het is een filantropie en het mag niemand
die zich daartoe geroepen acht, afhouden
van den socialen strijd voor beteren toestand.
Maar het -is filantropie evenals die voor
de vacantie-koloniën, in den meest
synipathieken vorm.
Laat toch ieder die kan gevoelen hoeveel
goed en nuttig werk zulk eeii stichting
verfa&in.
DOOR
KABEL BLOCH.
-\
U.
Nizza Monte Carlo
Train des Moutons.
Le pbare, Le phare du littoral!"
Le Matin! vient d'arriver de Paris!"
Hoog schreeuwden de camelots tegen mekaar
in op de place Massèna, de Riviera-winterzon
gluipte in de tram-ijzers r geelstofl'end zeefde
haar zacht zoel licht door de waaierende
volle kruinen der palmen en het plein lag
in de koesterende behagelijke middagdrukte
te spinnen als een tevreden poe«. Geen ruwe
geluiden, geen gehort van vrachtwagens of
geratel van hotelomnibussen, verstoorde de
rust en de vrede. Geslof van paradeerende
menschen, frou-frou van zijden rokken en
eentonig daar tusschen door, onder de
paleizengang van het Casino mrmictpal, het schorre
geschreeuw van de krauteneolporteurs :
Le phare, Le phare du littoral !"
't Was 't uurtje van wan delopgang naar
den zeeboulevard. In witte wintermantilles
ruischten de schoonen van den Cöte d'azur
voorbij. Glimmervonkjes, weekgroene en
dieprobijne vlamde het zonlicht uit haardiamanten
oorknoppen. Kant schuimde boven
sierlijkgeschoeide trippelvoetjes, en kleurige parasols
balanceerden boven 't zonstotlig plein, alsof er
een bloemenveld wiegde in den wind.
Le phare Le phare du littoral Victoire
des Japonais!" schorden de stemmen.
En hoog in zijn zware kaplaarzen, achter
over door 't gewicht van zijn krantenbak,
kwam hij er aan stappen uit de Avenne de
la gare, hij de veelzijdigste aller
krantencolporteurs, het straattyp, dat voor elkeen,
die aan den Cote d'azur geleefd heeft, een
onafscheidelijk bestanddeel is zijner Niceesche
herinneringen.
Remember the man, who solds all
newspapers of the world! English papers
American papers Irish papers
Japonese papers! Remember! I am the man.
who sold's new papers, frorn all over the world !
Deutsche Zeitungen hab' ich aus
Deutschland ! Kizzaner Zeitungen hab' ich aus Nizza !
Koeskija Gazetti Wednosti
Alkemeen Handelsblat, Amsterdam komt
ie naar me toe.
Hij kent zijn klantjes. Hij weet wie Rus
en Amerikaan, wie Pool en wie Magyaar is.
Hij beweegt zich van den vroegen morgen
tot den laten avond, met z'n leeren pet op
z'n kortgeknipte haren tusschen de interna
tional* menigte der wandelparade. Tusschen
de Panama's en de Huurhoeden, tusschen 't
rijke bewegen der zeekaden. En hij zingt
dreunt maar steeds uit zijn komieke lachsnuit,
altijd vriendelijk en altijd guitig: I am the man,
who solc?9 all the newspapers of the world.
Ik kocht gauw een Handelsblad van hem,
want ik was gepresseerd ; ik wilde met den
train des moutons", den gok-trein naar
Monte-Carlo vertrekken, en 't spande met
den tijd.
richt en hoe zij kinderen, behalve verzorgt,
ook opvoedt en leert, deze instelling steunen!
Het lidmaatschap brengt geen hoogere ver
plichtingen mee dan men meent te kunnen
dragen. S.
lozietbeoorieeliiijien.
IL
LEO.MIOHIELSEN. Drei Lieder im Volkston.
Amsterdam, G. Alsbach & Co.
Vier Kleine Lieder. Amsterdam,
G. Alsbach & Co.
GEORGE MULLER. Zeven Gedichten van
, Helene Swarth. Amsterdam, De
Algemeene Muziekhaudel.
F. R. FONTEIN ISIIOVT. Six aerious
Songs. Poems by H. \V. Longfellow,
Opus 13 and 14. The Hague, G. II.
van Eek.
? Lieder der Liebe, für hohe oder
Mittelstimme niit Klavierbegleituug.
Opus 15. Haag, G. H. van Eek.
IM VOLKSTON II. Sarnrnluug moderne
Preislieder, kornpouiert für die
Woche." Berlin, August Scherl.
Met bijzonder groot genoegen leerde ik de
zeven liederen van Leo Mie bielsen kennen.
In vergelijking met zijn vroeger hier door
mij besproken liederen getuigen deze van
een grooten vooruitgang.De uitdrukkingswijze,
de harmoniseering, de melodie der zangstem,
kortom alles wijst op grootere rijpheid en
geleuterden smaak. Wie ein Ruusch" op
tekst van Anna Bitter is een prachtig lied,
vol gloed en leven. Geschieden" (Heriberta
von Poschinger) een teeder stukje poëzie met
een mooie begeleiding. Sehnsucht" met zijn
karaktervol ritornel en Volkslied" (Anna
Ritter) met zijn licht weemoedigen tint zijn
eveneens zeer goed opgevat. Bij het Madchen
init dem rothen Mündchen" stoort min of
meer de herinnering aan Robert Franz' com
positie van dit gedichtje van Heine. Zulks
is steeds het geval wanneer het zeer bekende
gedichten of liederen betreft en vooral wan
neer het oudere voorbeeld zoo onvolprezen
genoemd mag worden als hier bij Frans het
geval is. De laatste liedereu Es blasen die
blauen Husaren" (Heine) en Jagerleben"
zijn kerngezonde liederen, gedeeltelijk, vol
humor.
De liederen van Michielsen verdienen door
iedere iniddelstem gezongen te worden. De
begeleidingen zijn niet moeielijk maar
getuigen van veel talent.
De heer George Muller zorgt er voor, dat
er elk jaar een aantal zijner compositiën op
de muziek-rnarkt verschijnen. Hij streeft naar
het hoogste en dat zou zeer verdienstelijk
zijn, indien hij er slechts voor toegerust ware.
Nu dit niet het geval is, zou de heer Muller
veel beter doen zich te bepalen tot compo
sitiën die zijn conceptie-vermogen niet te
boven gaan. Gelijk ik verleden jaar moest
constateeren ten opzichte van eenige duitsche
«MnitfiiiMnntiiiimirMHiilHimimMiiiMiiimiiiinitmiinimiiiiMimiliiHi
De Riviera is het land van baccarat en
roulette, van trente-etquarante en
petitschevaux. De Cóte d'azur is een schoon, een
rijk, maar een rampzalig land.
In de Riviera-plages kan men door geen
winkelstraat komen of om de drie huizen
wordt men er aan herinnerd, dat men leeft
in het land der gokhartstocht. Bij een juwelier,
roulette-broches, roulette-sigarottenkokers,
roulette-charivaris, bij een boekhandelaar,
roulette-litteratuur, bij een meubelmaker,
roulette-tafels, bij een papeterie-man
MonteCarlo-prentbrief kaarten ! Vooral onder die,
waarbij reclame-schreeuwend het opschrift
geplaatst is : Saisi et interdit dans la
priucipautéde Monaco", zijn er juweeltjes heusche
juweeltjes.
Ik geef toe er zijn een massa domme"
kaarten bij, schuine kaarten, flauwe kaarten,
slechtgeteekende kaarten, plaatjes zonder
kleur of karakter. Er zijn melodramatische
kaarten met jonkmannen in galakleeren, die
badende in hun bloed in zijkamers van
luxneuse Casino-zalen liggen, akelige bleeke
viveursgezichten, pommade-plakke
high-lifekoppen! Er zijn vorst-Albert-karikaturen,
heerlijk en fijn omtrokken, de pen van een
Leandre waardig. VA- zijn kaarten vlijmend
van spot en gloeiend van nobel protest.
Kortom er zijn er van allerlei soorten ; die
gén en die wél waarde hebben, waarvan
de waarde te zoeken is in de teekening of
in de idee der teekening of in beide samen.
Tot de middelste categorie behooren de
cartes des Moutons". 't Is eene heele serie.
De beste exemplaren er van zijn wel De
schapen in het Atrium van het speelpaieis
in Monte-Carlo" Te schapen aan de
speeltafels" en De sehapentrein".
't Woelt op al deze kaarten van
welgekleede verzorgde menschen, heeren in rok
of smoking, dames in kostbare toiletten; ze
doen druk tegen elkaar, beweren, redeneeren,
flirten maar o ongracieuse disharmonie
ze hebben allemaal scbapenkoppen !
Alleen op de spoelzaalkaarten hebben de
croupiers wol venkoppen, en op de treinkaart
heeft de conducteur een menschengezicht.
Overigens niets, niets : dan domino welgedane
schaapskoppen !
Er ligt een groote satirieke kracht in de
inspiratie dezer plaatjes. Wie het
Kivieraleven kent, wie de wreedheid on de holheid,
naast de schoonheid en den rijkdom ervan,
heeft doorvoeld die is met deze kaarten
ingenomen, 't Kan onmogelijk anders.
Deze kaarten zijn er ook wel ingegaan,
schoon noch de wereld die zich verveelt, noch
de representanten van het llochstapler"
gilde, noch de "beroeps-gokkers, noch de
vertwijfelden en allen die verder ter speelzaal
opgaan, het aangenaam vinden met schapen
te worden vergeleken. En vooral er in gegaan
is de naam: Train des moutons.
't Is nog wel zoo ver niet, dat de P. L. M.
billette'ii laat drukken en aanplakken met
Horaire des trains des moutons" er op, maar
't personeel der stations en de hotelportiers
en al dergelijke lieden, ze spreken onder
mekaar slechts van sehapentreinen".
Deze schapen;reinon zijn extra-treinen. Do
gewone treinen, die dagelijks langs den
zounig-blauweii Cote d'azur kruipen van
Ventimiglia i. aar Caiines en omgekeerd, ook al
gedichten, moet ik thans ten opzichte van
de schoone verzen van Helene Swarth ver
klaren, dat de heer Muller er op verre na
niet in geslaagd is, het dichterlijk gehalte
dezer heerlijke poëzie muzikaal weer te geven.
De heer Muller heeft zijne krachten beproefd
aan Weet je nog wel'! In October ? Ver
geven Laatste Wandeling In sneeuw en
mist Lang geleden In 't donker." Aan
vankelijk was ik voornemens, ieder dier
liederen afzonderlijk onder handen te nemen.
Het is echter on Begonnen werk. Ik zou voort
durend in herhalingen vervalle:i. De tijd van
Fesca, Beichardt, Kut-ken, Beissiger e. t. q.
is voorbij. Tegenwoordig is het iiiet voldoende
een melodie te vinden en die van eeii paar
accoorden te voorzien. Men verwacht, vooral
bij een modern gedicht, dat de componist in
z ij n taal de stemming van het vers
nadicht?. En daartoe staan hem vele middelen
ten dienste; zoo kan hij b v. door de keuze
zijner melodie, door eene doelmatige en
interessante harinoniseering en door een
illustreerende klavierbegeieiding zijn doel
bereiken. Een begaafd toondichter zal niet
rusten voordat hij aan al deze eischen be
antwoord heeft. En wanneer heni dit niet
gelukt is zal hij zijn stuk liever in porte
feuille houden, of wel verscheuren. Men gaat er
dikwijls wel wat spoedig toe over zijne compo
sitiën in het licht te geven. Zelfcritiek is
voor een kunstenaar een voortreffelijke eigen
schap. Hoe meer die in toepassing wordt
gebracht, hoe meer de muzikale markt ver
schoond zal blijven van onrijpe producten.
Het zal wel niet dikwijls voorkomen dat
hier in ons land liederen in de engelsche
taal worden uitgegeven en evenmin gezongen.
Een componist die het desondanks toch
onderneemt verzen te componeeren van
Longfellow, zal zich dan ook wel bewust
zijn dat van zijn compositiën geen groot
debiet te wachten is. Jn de drie Seriona
Songs" van den heer F. B. Fontein Tuinhout
kan men wel vorderingen bespeuren sedert
zijn laatste compositiën. Er zijn dan ook
wel goed geslaagde momenten in aan te
wijzen; zoo b.v. in Excelsior, het gedeelte
in D op pag. 3, het begin van den Psalm
of life" ; later echter bij een Poco Maestoso
is de basfiguratie wel wat schoolsch. Het hoofd
karakter van Childhood" lijkt mij eveneens
goed geslaagd. De heer Fontein Tuinhout
moet echter ook nog meer werk maken van
zijn harinoniseering en pianopartij. Figuren
zoo goedkoop als bij Wondring, I saiv
Gods su 11" hebben al zeer weinig te beteekenen.
Had de componist daarvoor niet wat anders
kunnen vinden '!
Zijn opus 15 bevat drie liederen van Emil
Bittershaus en het bekende Ich liebe dicli
weil ich dicli lieben muss" van Bückert.
Deze liederen zijn veel beter dan alle vroe
gere compositiën van den heer Fontein Tuin
hout. Er is meer vinding en ook meer
Schwung in.Indien echter de componist werke
lijk op zijn streven een artistiek cachet wil
drukken, dan make hij zich, bovenstaande
opmerkingen, die ik in het algemeen heb
geait, ten nutte. Ik twijfel er niet aan of zijne
toekomstige werken zullen er goed bij varen.
Zooals men zicii herinneren zul, hebben de
uitgevers van Die Woche verleden jaar een
bundel liederen in het licht gegeven met de
bedoeling, moderne duitsche liederen, op een
voudige, bevattelijk*» wijze gecomponeerd,
onder het volk te brengen. Menig
welgc
atuniiiitnimHimiiiiiiiiiiiiiiiiMiliiiiiiiMimiMiiiiniiiiuiiittiiuiiitilKHK
voeren ze slechts eerste-klas, men denkt er
niet aan ze schapentreincn te noemen.
Schapentreinen zijn de treinen, die niet verder
dan tot Monte Carlo gaan, van beide rich
tingen, 't zij van Menton, 't zij van Nice ; de
speciale goktreinen, allén voor passagiers
rste-klasse !
Ik haastte me over de stations avenue om
mijn schapeutreiri te halen. Voor du café's,
in de zonnige straat zaten de wintermenschen
tot op den boulevard, en er gingen een massa
filles de trottoir; slootjes van taschjes en
valsch-gouden kettingbeursjes glommen in
't zonlicht, 't Was een goed uur om op wild
te speuren.
Over 't stoflige stationsplein snorden een
paar automobiels weg. Spiegelkasten van
moderne hotel-bussen schitterden in 't zon
licht. Kwartgouden portiers warrelden bedrij
vig door elkaar heen en commissionnairs
sleepten met zware koffers.
'k Was net op tijd. Toen 'k met m'n kaartje
onder de perronkap stond, zochten nog '11
paar groepjes elegantes" langs de volle rijtui
gen, en de portiers waren al bezig de coup
deurtjes toe te klappen. De trein was zeer
bezet en ik vond pas op het allerlaatste
moment nog een plaatsje. Kauw zat ik op
't grijze kussen, of ook ons deurtje werd
toegeslagen en even later hijgde do trein zich
in beweging.
Er zaten er acht in onzen coupé, 'n
Jongmensch zat vlak tegenover me, een Panama
ver naar voren op z'n hoofd, verdiept in
intense studie over liet Journal rose"?een
gokker-iblad, dat alle permanenees" van de
speeltnfels in het casino van Monte Carlo
publiceert Nu en dan friemelde hij even aan
de lange haren van z'n dunnen knevel. Z'n
oogopslag was sluw, zelfs wat ploertig. Hij l
had met z'n bleeke, wassige snuit zoo recht j
het type van een ehevalier de jen", van
een kostganger van-de-bank" van een
door lang spelen ervarene, die een système
insautable" in practijk brengt, en zich dage
lijks tevreden stelt met een winst van mis
schien vijftig franken ; juist genoeg om van
te leven. Zijn bestaan is van eene nerveust)
wisselvalligheid, en Je speelhartstocht en
speelneerose leggen ni< t maar beslag op een
geheel menschenbestaan, zonder het gelaat
treffend te stempelen. Alen behoefde waarlijk
niet te vragen of do'?e jonge man een be
roepsspeler was, als men hem aandachtig be
schouwde !
Naast hem zat eene hoog-mondaine Rus
sische vrouw, met daarnaast een
gezelschapsjniirouw met wie ze nu en dan een pa.ar
woorden half binnensmonds
verhemelte-Slavisch wisselde. Haar schoon gelaat was maar
even gepoeierd, maar even geverfd, alleen
om de oogen 'n bontje te donker aangezet.
Ze droeg ecu rijk kleed, kostbare kant op
grijze tulle, eu laag op haar borst was een
diamanten ster vastgehecht, die kleurige
vonkjes kantelde door hot deftige, statige grijs
van onzen eerste k'asse coupé.
Tegenover haar en naast mij zat een paar
bittere ironie van het leven ! blijkbaar
uit een geheel ander milieu dim deze schoone
Russische afkomstig. Ze maakten op mij den
indruk eene ca.-imi-cocotte met haren sou
teneur te zijn. Hij was op dit vroege mid
daguur reeds
loking, en 't strikje van
slaagd lied kon ik toen releveeren. Orer
het algemeen echter bleek dat het
meerendeel dezer liederen niet ein schlichtes, leicht
im gediichtnis haftendes und leicht
saugbares Volkslied war", zooals de uitgevers zeg
gen. Thans is een tweede bundel verschenen
die werkelijk de bedoeling der uitgevers veel
meer nabij komt. Ook in den tweeden bundel
vindt men dertig zangstukken met eenvou
dige pianobegeleiding. Het zijn thans niet
allen beroemde componisten die hun wijsje
(steentje had ik bijna gezegd) hebben bijge
dragen ; men vindt er ook muziekstudeerenden
onder. De redactie van D'.e Woche heeft
prijzen van 3000, 2000 en 1000 Mark uitge
loofd voor de componisten van het
sangbarste und volksthüinliohste" lied, hetgeen
bij referendum door de koopers bepaald moest
worden. De prijzen zijn toegekend aan Simon
Breu (met Wenn die Buben Steckenpferd
reiten") C. Ad. Lorens (met Daz iuwtr min
engel walte") en Alwine Feist (met
Schlaflicd für 's Peterle") De uitspraak der me
populi verrast mij niet. Doch zouder onder
scheid bevat deze bundel mooie tot het hart
sprekende liederen. Het boek ziet er fraai
uit en is versierd met de portretten der
componisten. Eu dit alles voor n Mark.
De uitgevers van het weekblad De Amster
dammer hebben de zorg voor do verspreiding
in ons land.
(Wordt rervolyd). ANT. AVEHKAMP.
Een belaiuHljte aanwinst Toar onze koloniale
litturatiiEf,
II. (Slot).
S^u eens vinden wij den schrijver op St.
Eustachius ijverig bezig na, te gaan, hoe het
arme land overvloed van grondwater te ver
schaften, et'n der voornaamste middelen,
waardoor dit eiland ophouden zou voor
Nederland een lastpost te zijn, dau weer
spoort hij de oorzaken na van den zoo ge
heel anderen aard der bevolking van het
eiland Saba, of volgen we hem met aandacht
bij zijn onderzoek naar de oorzaken van de
ongestadige oogsten van de zoutpannen op
hot eiland St. Martin, dat met zijn
uitnemenden bodem voor de veeteelt en met zijne
geschiktheid voor tropische culturen, uu
wegens gemis aan deskundige leiding tot
droevige armoede gedoemd is. *)
Elk onderwerp, al is het schijnbaar van
nog zoo weinig, belang, doch welks studie
Van Kol voor eene verklaring van de
tegonwoordigen economische toestanden nood
zakelijk achtte, vinden we door hem op een
zóó heidere, boeiende wijzo besproken, dat
men onwillekeurig eerbied gevoelt voor den
ernstigcn onderzoeker, die nimmer schroomt
den vinger te leggen op wondeplekken, door
ons eigen verzuim in het leven geroepen.
Van niet minder belang voor een ieder, die
niet te vreden is niet een oppervlakkige
kennis onzer West-Indische koloniën, zijn
\Sm Kol's ervaringen op onze
Benedenwindsche eilanden Bonaire, Curacao 6n Aruba
opgedaan.
*) Sedert heeft West-Indiëzijn inspecteur
der (,'ijltu.-ej gekregen. Zal deze, in Paramaribo
gevestigde ambtenaar, veel voor ons
eilandengebied kunnen doen?
?«iiiimiiiMiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiitiiiimiliiiiiiiiiiiUHiiMtiiiiiiiiiiiiiiiitiitiuM
't legioen van eer sierde de breede zijden
revers van zijn jasje. Maar z'n kop, die den
kop was van een verloopen kellner, en zijn
schoenen, die kapot waren, verrieden dat de
man niet was waarvoor hij wilde doorgaan .'
En ook aan kleinigheden van haar geurig
toilet was het te zien, dat ze tegenslag had
den, deze menschen dat het met de zaken
niet g'ng, zooals het gaan moest dat het
tijd werd, dat Fortuna hun een glimlachje of
lonkje ging toewerpen hoogste tijd ! Wat
geeft !t per slot van rekening 't legioenlintje
te dragen, visitekaartjes met vicomte er-op
in de leege portefeuille te hebben, als men
verplicht is met kapotte schoenen te loopen . ..
en als elk getraind ineuschenkeiiner direct aan
je ziet, dat je niet veel meer clan een souteneur
'bent?
In 't hoekje, tegenover elkaar,
schmunzelten" een paar Duitschers, breede non
chalante mannen vaii rijpen leeftijd ? 't
konden Miincheners wezen. Ze hadden 't over
Algiers, waar ze vandaan schenen te komen,
en ze knorden nu en dan 'n mopperig zin
netje : ze waren de Riviera zat... en of ze
't maar niet eens de volgende week op Capri
zouden probeeren ?
De trein was Nizza uitgegleden,langs rijke
crème en witte villahni/.en van het zuiden,
die in parken van uitwaaiende palmeukruineu
hoog boven 't groen uitstonden. Overal
lichtte de zon op yolgroene oranje-en
citrusboomen en heldere appeltjes kleurden
levejidig in 't leerige bladgevvemel. ^Ïizza-Comiez,
de armere bovenstads-wijk en de
Paillonrivier, snel-stroomend naar de blauwe zee,
die daar te schitteren lag, goud-oversprenkeld,
in de verte 't gleed voorbij als in een
cinenuitograaf. met vaag de visie van armoe
dige, spoelende en wasschende werk wij ven,
met haar ellendige levens, leelijk neergebnkt
in het rijke zonnige land. De trein rommelde
over een paar viaducten, raasde
grommelschieteud door een kort tunneldouker. Dan
waven we in de ruimte.
't Ging naar Beaulieu, naar Villefrancho
een landstreek als een paradijs.' Tegen do
heuvelen op stonden proppig saamgedrongen
de bosschen van eeuwig-groene olijven en
eeuwig-groene dennen. Villa rijde zich aan
villa langs den landweg. Schaduwdoiikere
tuinen, waarboven de Eucalyptus grillig
oprekte, neerwiegend z'u lancetvormige
kromsnedige blaren in dunne pluimen en trossen.
Palmen; palmen van groen en van goud,
beschubte harige bruine forsche stammen, en
wijze groene schuddende hoofden. .Kozen,
brandend in vlammend zuiderrood met
frischgraxige hooge groene gazons.
Citroenenboomgaarden; 't schoof trillend achter ons
weg, als het films van een bioscoop.
Rechts rolde de zee, de blauwe, blauwe
zee, dio in n lijn van schuim opderotsige
kust brak. Fel Sprenkelde de zon er
liclitvlekken over. Zwart b hui w liep de horizoiilijn ;
doorzichtig als glas hing de luchtstolp er
ouder. Hier en daar dreef er een "zeiltje
of er een witte vogel op 't grootsche water
was neergestreken.
VillefYanche zonnig lag de "gekalkte en
gemarmerde, de wit-gepieisterde stad van het
zuiden, tegen de vol begroeide helling der
heuvelen van Corniche; witgekalkt de
villa's; witgekalkt de armoehuizen, smal
Ook in deze hoofdstukken weet de schrijver
in boeiend verbalenden trant helder aan te
toonen, dat wanneer het onze Begeering en
de Kamers de ernstige wil is, ook voor deze
arrne koloniën de noodige offers te brengen,
welvaart zal kunnen plaats maken voor ver
val en de diep rampzalige bev jlking uit hare
ellende -en nijpende arme ede te redden zal
zijn. Want", zegt de schrijver, waren op de
Bovenwindsche eilanden de economische
toestanden minstens ongunstig'' te noemen,
op het eerste der drie Benedenwindsche
eilanden, die ik zou bezoeken, op Bonaire,
rnoet van armoede en ellende" worden
gesproken".
Van die armoede geeft de schrijver ons
een treffend beeld door de beschrijving van
zijn bezoek aan Rincon, een oude vestigings
plaats van slaven, vrijgelaten vóór de eman
cipatie. Ook hier geen dorre opsomming
van feiten, doch een boeiende beschrijving,
die den lezer medesleept, eu geheel ver
plaatst in deze in-droeve omgeving.
Een enkel staaltje van de friscliheid van
taal en stijl, waarmede de schrijve;- zijne
indrukken weet te beschrijven: Wij reden
langs de oevers van het Gotomeer, waar de
zoutkorreltjes ons in de brandende zon
tegenblonken, en dat, als bijna alle zoutbekkens
hier, door een oeverwal van de zee is ge
scheiden; maar zelfs die grauwe waterapiegel
kon den indruk van dorheid niet wegnemen^
kleine vogeltjes trippelden langs den rand;
groote ibissen stonden er, roerloos op n
poot, te loeren ; een enkele gele kaketoe was
er de eenige zanger, en dat nog van twijfel
achtig allooi. Alles was stil en snakte naar
water."
Wat gedaan gedaan kan worden voor een
volk, dat elke hoop op steun van Nederland
40 cent» par regtl.
miiiiiiiiHiiiinii ...... iiiiiiiiiiiiiiimiinin ....... i
Voor zuigelingen, die aan chronische
ingewandsziekte lijden, bestaat er geen
beter voedsel dan K u fe k e's
Kindermeel, dat eerst zonder, later met melk
toegediend, de gisting in de ingewanden
geneest, de ziekte veroorzakende
niicroorganismen eiken vruchtbaren voedingsbodem
ontneemt, daarbij gemakkelijk verteert en
door de zieke organen wordt opgenomen.
Zijn deze kinderen eenmaal met KUFEKE'S
KINOEIDIEKL gevoed, dan verdwijnt niet
alleen de diarrhce, maar neemt ook het
lichamelijk gewicht gestadig en flink toe.
Fotiruifteurt de l» Cour,
CHOCOLÊLT-VEEN
ARTISTIQUE"
LE PIUS DELICIEÜX
CHOCOLA! POUB CROQUEE.
t'si net a Sitefti (UoliantieJ.
JWNMUtMIUMIIimiimitlHIHIIIIIIHIUmilllMUIIMIIIHIIIHIIUIIIIIIIIIIIIItHr
aan de spoorbaar^ als Feijenoordsche
huurkazernes, uit de vensteropeningen waarvan
't schunnige Italiaansche schooiersleven be
nauwend uitstonk in het land van rijkdom en
wiuterzomer.
'n Schoener, 't Italiaansche vlaggedoek in
top, gleed met volle zeilen de reede binnen.
Donkere oorlogsgevaarten lagen voor anker.
Fel-licht hing de zon op de zee in de verte
te branden.
La Turbie. ???
Door tunnels, langs straatwegen, waarover
equipages en trams aan ijzerdraden heen
wielden, langs villahuizeu en villatuinen, langs
rotsen en door tunnels, maar aldoor langs
die wijde blauwe onmetelijke Mediterranée,
grommelden we nu het kleine vorstendom
der Monegaskers binnen.
Monaco hoog op de rots, stad van meer
hotels dan huizen; hotels trotsch en edel
van lijnen paleizen voor 't rijke reizende
volk, dat er van houdt, hoog boven 't klot
send geruisch van de zee, hoog boven 't
blauwe water te wonen.
Dan Monte-Cario stad van verderf
valsch in den kleurigen stotligen zomerscten
rijkdom van wegen en tuinen. Stad, rijker en
luxueuser, dan eenige andere op de wereld ?
en daarom stad van gevaar, van veler moreelen
en materieelen ondergang!
De trein schoof puffend oader de
luchtdeuipende perronkap, langs 't trottoir. We
waren er Monte-Carlo!
De coupeedeurtjes vielen open; 'n cascade
van opgenomen vrouwenkleeren, schuimend
van kant, ruischte op het perron, 't Gegons
en gekwek van mcnschenvoïte werd overstemd
door 't geschreeuw van portiers en 't geklap
met deurtjes.
De train des moutons" was binnen.
Kleurig stroomde de elegante
menschengaiig naar de sortie. De meeste moutons
gingen iu 't liftgebouwtje, om zich den gang
Ie sparen over de bret-de, marineren trappen,
waarover de fluisterritselende palmen die
al zoo velen hebben zien gaan en zoovelen
hebben zien komen, en die in vroegere jaren
zoovelen aan hun stronken hebben zien
bengelen zich heenbuigen. Tegelijkertijd
kwamen beide groepen boven.
En boven op het rijke terras, in den
toovertum van het Zuiden, hoog boven
de blauwe goudschitterende zee, tegen de
marmeren lantarenzuilen waar het zoo
schoon en zoo rijk-geheirnzinnig is als uit
een sprookje daar blijven de echte moutons
geen moment in bewondering stilstaan. De
kleurige meiischenstroom kabbelt af naar den
ingang van het speelpaleis. Als schapen die
den stal ruiken, zoo gaan tnondaines en
demimondaines, avonturiers en spelers, rijken ea
niet rijken de statietrappen van het Casino
op. De stille zenuwkampen in de rijke'zalen
waar het goud klinkt en 't papier kreukelt,
lokken hen meer dan de zon en de zee, het
park en het terras in welker aanblik ik mij
verlustig, totdat ik uit de paradijswereld
van daar beneden gefluit hoor, treinrooi zie
opkolken en stampen hoor aanzwellen.
't Is de train des moutons" uit de richting
Menton, die binnenloopt!