De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 14 augustus pagina 5

14 augustus 1904 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1416 BI AMITKRDAMM11 W S 11B L l D T O O l J[ l D 11L 111. V 4 ,K I E K J IC S". Amsterdamsche instantané's. Met afbeeldingen naar momentopnamen van Dr. J. E. ROMBOUTS. I. Kiekjes nemen" is een aardige, animeerende bezigheid, een uitspanning zou men het kunnen noemen, wanneer niet het goede, artistieke kieken" juist veel inspanning, zorg eu oefening vorderde. Er worden een menigte opnamen gedaan, die de kosten van glasplaat en papier niet waard zijn en slechts getuigenis afleggen van de onhandigheid en non chalance des makers, maar daarentegen ziet men ook tal van welgeslaagde moment-phöto's, die landschappen, sport- of strandtafereelen, gebouwen, enz. doen zien, belangrijk voor velen. Slechts enkele liefhebbers brengen het zoover in de kunst van 't kieken" dat zij in n kort oogenblik hun caméra zóó wetefl te richten, afstand, belichting en onderwerp zóó goed weten te kiezen, dat onberispelijke genre-beeldjes" te voor schijn worden gebracht. Een onzer vrienden, die buitengewoon ver in het nemen van mooie instantané's is, en zich voornamelijk bezigheid houdt met het zoeken en weergeven van mo menten" uit het open-lucht-leven van ons publiek, is zoo goed voor dit blad eenige proeven van zijn vaardigheid af te staan. Midden in hun bewegelijkheid weet hij de menschen, als 't ware te Sakken en vast te houden. Hij is iemand, ie dikwijls reeds vroeg bij den weg is en daardoor menigmaal een tafereeltje machtig wordt, dat anderen zelfs niet zien. Zijn trouwe gezellin, de kleine camera, die hy zoo handig gebruikt, ver laat hem zelden, vooral op feestdagen, of zoodra er in de stad iets bijzonders te doen is krijgt zij veel te doen en meestal heeft zij haar werk reeds gedaan vóór de menschen, de groepen, die zyn belang stelling wekken er iets van kunnen mer ken, vóór zij gelegenheid hebben gehad weten gewoonlijk allerlei nieuws te ver tellen ; hoe laat. H. M. precies aankomt, welke koetsen er voor het Hof gebruikt zullen worden dat de gouwe koets De vroolijke Volendammer visschers. om te gaan poseeren". Het is eea eigen aardigheid van ons publiek om zoodra het iemand ziet, die een camera op hen richt, een gedwongen houding aan te nemen, dikwijls op n rei als palen naast elkander te gaan staan en vriendelijk grinnikend te vragen: Magge we d'r ook op P" Gewoonlijk beletten ze dan den amateur een goede photo te nemen. De kiekjes" wedergegeven op dit blad zijn genomen op een dag dat H. M. de koningin in stad zou komen. De vroolijke Volendammer visschers, die langs het Centraal-Station naar den Dam wandelen, lachen al met hun geheele breede tronie, in het vooruitzicht: Der 'rais 'n pelsierigen dag van te 'ebbe." Dicht bij het station, namen ze reeds ter eere van H. M. 'n klain tikkie" en ze zien er uit alsof ze even als de bekende sergeant tegen dat tikkie" hebben gezegd: Zoek jij nou maar een goed plaatsje op, want 't zal vandaag knappies vol worden." Ze glimmen nu in den morgen al, door 't genotene en hoe ze tegen den avond zullen zijn blijft een open vraag. Als de koningin verwacht wordt trekt de stad een feestkleed aan en de kleine burgerman doet hetzelfde, zoodra hij maar kan. Iedereen is reeds vroeg in de weer. De slager die met het glundere dienst meisje een morgenpraatje houdt, is op zoo'n dag bijzonder gewild, zulke lui niet in den stoet komt, omdat H. M. d'r eige d'r toch niet zoo lekker in thuis voelt, als in haar gewone rijtuig, want dat H.M. heelemaal niet verwend of groozig van idee is." Hij weet van wat het Hof betreft mér dan een ander omdat ie vroeger bij een patroon was, die aan het Paleis de kalfsoestertjes en de zwezerik leverde," Het dienst meisje ziet hem met bewonde rende verbazing aan. Zij heeft nooit geloofd dat ze aan 't Hof zulke ge wone dingen, die zij dikwijls voor haar volk"klaar moet maken eten maar als de slager het zegt, zal 't natuurlijk wel waar wezen, want zulke lui komen overal." Op de trappen van de Oude Beurs. Het typische oude vrouwtje, dat mis schien even mee geluisterd heeft, laat verdere inlichtingen in den steek. Ge wapend met haar ouderwetsche paraplui tijgt ze op weg om bijtijds hier of daar een geschikt plaatsje te vinden waar zij de koningin goed zien kan. Ze is oud, 't is misschien de laatste keer dat zij H. M. kan zien. Voor geen geld zou zij die gelegenheid .verzuimen; heeft zij niet nog den intocht bijgewoond van Z. M. Willem III en koningin Emma? Ze herinnert zich dien dag nog maar al te goed omdat zij in 't gedrang bijna onder den voet raakte. i*ï~?M'n lieve ziel! zegt ze, 'k dacht dat ik plat wier gedrukt, m'n aisem ging uit m'n lichaam en 'k zag sterretjes voor m'n oogen. In 't bero van polisie bin 'k eerst weer bij m'n posetieve gekomme; nou ben 'k op j are en 'k zou zoo ies bester re, en daarom zoek ik een kalm hoekie van waar ik 't lieve schepsel ongehinderd nog ereis kan zien. 't Doet m'n vaderlandse hart zoo goed als ik H. M. voor me heb ; ik kan d'r niks an doen maar ik begin direk 't Wilhelmus te zinge dat leit zoo in m'n natuur! Meestal is het mooi weer als de koningin in stad komt, het Oranje-zonnetje blijft zelden geheel weg en reeds lang vóór het uur van aankomst daar is, zijn de straten vol menschen. De groote koopmansbeurs, die onlangs den sloopers zooveel inspanning en moei te bezorgde en zich noode van haar oude plaats liet verwijderen, was tot voor weinig tijd een zeer gezochte plaats voor kijkers. Op haar traptreden zaten en ston den, als op een amphitheater, een menigte geduldig afwachtende menschen, soms een pretje makend met elkander of even kibbelend. De grootste gelijkheid van standen heerschte op die Beurstrap, men encanail leerde zich niet, wanneer men daar naast een straatventster of een schoenpoetser kwam te staan en met haar of hem een praatje maakte. Broederlijk deelde men daar de trap" met iedereen, die er nog op kon. Leuke, snedige opmerkingen vlogen van de eene trede naar de andere en zoo kortte men zich den tijd. Het kleine geschoren, met een fijn-lakensche-pet pp naast een jongen, die blijkbaar nog niet lang geleden van buiten is gekomen. Ze zitten nu beide in rustige afwachting, maar zoodra de menigte aan de zijde van het Damrak, waar zij het oog niet afhouden, woelig wordt en begint aan te loopen naar den Dam, voor de konink lijke rijtuigen uit, zullen zjj mee van de eerste zijn die opstaan en met hun petten wuivend: Hoezee! en leve Willemien!" schreeuwen. God laat 'r gezond! die lieve haremajesteit," zegt de sinaasappelman. Zie je boertje, ik bin een Oranjeklant tot in m'n nieren, want voor ons Israëlietenis 't stamhuis altijd heel netjes, genadig en fatsoenlijk geweest... Wat 'n fijn wijvie is ze geworre... Jochie! zoo'n vrouwtje zal jij vóór je dood nog krijge, wat 'n prachmens, Hoezee!" Op zoo'n feestdag is te Amsterdam in alle stadsgedeelten het pleizier te vinden. Versierde, soms onder uit oranje-papier, sparre-groen en de vaderlandsche drie kleur opgebouwde torens, als verborgen draai-orgels doen overal hun vroolijke wijsjes hooren, en zelfs de orgeldraaier en zijn eega tooien zich met een oranje sjerp of strik. De blaas-mof, alias oempah", anders vogelvrij verklaard en steeds angstig rondspeurend langs bruggen en wegen, loerend op hoeken en in straatjes of de agent" aijn doodsvijand hem ook lagen legt, mag op zulk een dag, zijn kunstvolle muziek doen hooren. 't Is toch nog heel wat beter om op te dansen dan die draaiorgels, hoor!" beweren de meisjes van de koffieverlezerij. Je kan ze nog er in wenke om wat langzamer te blaze, of f uil spied te zette; zoo'n orgel heit geen gevoel, dat mangelt maar door en je kan toch niet altijd danse zoo als 't orgel wil; je mot 't nave nant dat je schik heb kenne regeleere." Zoo'n Bal in de open lucht kan men in de achterbuurten en voornamelijk in de Jordaan, op alle tijden van den dag waarnemen. Meestal begint het in 't klein Het dienstmeisje en de welingelichte slagersknecht. Bal op straat. grut" dat altijd vooraan mocht zitten (zie de voortreffelijke photo) werd nu en dan door den een of ander met een hartig woordje tot: stil zitten of jelui gemak houwen" aangemaand. Als de huzaren dan eindelijk kwa men en de politie met hen denDam schoonveegde en geheel afzette, hadden ze nie mand vóór zich en zooals men zegt: 'n daal ders plaats". Een bekende Amsterdamsche figuur, die me nig sinaasappel, druif, kokosnoot en geconfijte da dels of andere lekkernij aanzijn medeburgers le vert, heeft zijn ambtsgewaad, een wit jasje eu een wit sloof voor deze gelegenheid afgelegd en zit in politiek, netjes door een paar fabrieksmeisjes, die op zeer eigenaardige manier elkander vasthou dend, om mekaar heen draaien in lang zaam tempo, met hoogst ernstige gezichten, als verrichtten zij een uiterst moeilijk en inspannend werk, komt dan bij zoo'n paar dames een of andere voordanser een z. g. Pietje Puck, die er slag van heeft, de echte Amsterdamsche Brani-dans uit te voeren, dan is het Bal spoedig in vollen gang de paren, de Brani's komen van alle kantf": opzetten en dikwijls duren de uren dan voor die gelukkige, eenvou dige luidjes slechts minuten en kunnen zij den ouden dichter nazeggen: Arm in arm te zweven Welk een zaligheid I Als in Edens dreven Vliegt dan uur en tijd. Gewoonlijk worden die Bals in de open lucht vóór de eene of andere tapperij of koffiehuis gehouden en wordt ook H. M. herdacht bij de talrijke, hartelijke dronken, die aan Haar welzijn gewijd worden. J. v. M.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl