Historisch Archief 1877-1940
wel, maar de onze laten zich niet veel aan
de tentoonstelling gelegen liggen. Blijft
alleszooals Ijpt nu is en gaat alles dfen toch goad,
dan kaggen we het volgend-; jaar dus een
Grootife Internationale Tentoonstelling" op
touw gpzet: door 'twee advocaten óp een
apotheker. ^
utrecht, 7 Aug/'04. J. V. Jr.
Eén braaf ambacht.
, Onder bwenstaandiea titel bevatte l*et
votigfl immflBHr Yan. ona blad ean artikeltje,
?waarin d'èaandacht werd gevestigd op de
kwade praktijken van sommige
geld.
De ervenig,ing, Creditreform. heeft in dit
stukjes-onzes inziens geheel ten onrechte,
eene verdachtmaking meenen te zien van
hare werkzaamheid. Wij constateeren daar
om gaarne, dat het bedeelde kantoor niet
is »t «ter Vereeniging Creditrgforin,
Doelenstraat 8, alhier. Eed.
n te
DE AlrS T | R D A H M E B W K E K B L A D V O O B" N E D E R t* A N D.
No. HIÖ' ,-:
(Ingezonden.)
In de eerste plaats, geachte heer E., laten
ij elkander .goed verstaan, en by, het wapenen
TOn oorloggchepen alleen spreken over zwaar
en m'ddelbaar geschut, daar ik onder licht
geschut versta: dat .gebruikt wordt in 't
geTOOhtvvan nabij, schip tegen schip, bij 't
doen van landingen en voor het afweren van
tomfidö-booten. Licht geschut zal dus per
se- alt'jd aan boord aanwezig zijn.
Voorts, dat het bewapenen der sohepen
afJbuuigt van het doel waarvoor men ze wenscht
te gebruiken en van de te volgen tactiek,
welbe laatste niet wel van te voren is vaat
te B'ellep en van omstandigheden afhangt.
. JJjj onze gedachten- wisseling denken wij aan
't bouwen en bewapenen van, schepen voor
het aoegeveeht IIK het algemeen. a dan
moet ik er op wijzen, dat wij nog over te
weinig gegevens beschikken. .om 'te kunnen
beoofdeelen, hoe precies <?nze moderne
oorlogschepen moeten worden ingericht. Immers
wjj hebben niet anders dan den zeeslag aan
de Jaloe Tn den Chiueesch-Japanschen oorlog
(1894) . en Chineez^n zijn alles behalve
oorlogsmannen of zeehelden en dezen hul
digen oorlog ; en, daarin z^jn nog geen bepaalde
zee-gevechten geleverd. De Russische vloot te
Port-Arthur werd 8 Februari dezes jaars door
tórjpedorbooten overvallen, en sedert stoomden.
enkele schepen of ging 'n vloot van torp
dobooten en torpedo-jagers (of wel een klein
smaldeel) uit die haven en Wladiwostok,
die echter ba 't zien van de overmacht ter
zee- der Japanners, weer rechtsomkeert moest
maken, of zich bepalen tot 't vernielen van
koopvaardjjstoomers. Re Vuriag en Kori'étz
werden te Che'mulpo door een overmacht van
schoten gecribleerd op grooten afstand. En
d^t alles, zoo wij de verhalen of rapporten
in tijdschriften en kranten, opgesteld kort na
de schokkende gebeurtenissen, als authentiek
mog*'n aanmerken. M. i. vallen echter eerst
later technische conclusiën uit dezen oorlog
ter zee te maken.
Doch dat is met vrij groote zekerheid te
constateeren, dat het succes van dezen zee
oorlog nu refds behoort aan de
torpe.lobonttn, orpedo- jagers en de onder/eesche
mijnen, en geenzins aan de
torpedo-inrichtingen aan boord; z. a. trouwens de zeeslag
aan de J-aloe in '94 ook geleerd heeft. Daarom
acht ik torpedo-inrichtingen aan boord zoo
nw't belemmerend (dus schadelijk) in de
manoenvre, dan toch 'n onnoodig kostbare in
stallatie.
Wanneer u dus geachte heer E., het vraag
stuk zoo exclusief stelt als in uw laatste
artikel (zie no. van 31 Julij.l.): of kleine, niet
gepnnserde schepen, of groote, zwaar gepant
serde schepen, dan ga ik daarin niet met u
mee. Er is m. i. ook nog 'n middenweg en
dien wenschte ik te bewandelen. Een vloot
n.l., gelijk ik ook reeds in rnijn vorig artikel
(12 Juni j.l.) aangaf, bestaande uit:
Panttertchepen met zwaar geschut en matige
vaart ;
' l'ant*erknt'gcrs met zwaar en middelbaar
geschat en van meerdere vaart;
Puntser-dek-kruisers met middelbaar geschut
en tnelxte vaart.
Behalve dat, nog zoo mogelijk '(met 't oog
orj de financiën) claireurs; en dan zeker:
lorpedo-booten.
Waarom? Omdat men m. i bij het be
wapenen van oorlogsschepen niet kan uitgaan
van de principes die bij de landmacht gelden
{d. w. z. : bij een oorlog te land) en die u,
waarde heer E , in uw artikel zoo kort en
duidelijk ontwikkelde;
Een pfoorgevecht zal in mnssa beginnen,
maar door omstandigheden en de verschillende
eigenschappen der schepen en hunne bevel
hebbers niet te vermijden zelfs bij het
streven naar zooveel mogelijk uniformiteit
vrij spoedig overgaan in partieel e gevechten
IMHHmllWMIIIIHIIHIIIitlHIIIIIMIIIitHmtlmillMIIMMIIIIIlmlIH»
cF&uilhtcn.
TANTE RHABARBER.
Vertelling van
GERTRUD FRANKE SCHIEVELBEIN.
III. (Slot).
Barbara streek zachtjes over mijn haren.
Zal je een klein beetje van me houden ?''
vroeg ze, terwijl ze me hartelijk tegen zich
aaadrukte.
Zeker tante maar waarom geeft u me
nergens antwoord op?"
Je kan niet begrijpen, lieve kind, hoeveel
tante Burbara van je houdt."
Waarom heeft die oude oom drie vrouwen
en alle andere heeren en papa maar den?"
vroeg ik weder. En is hij heuseh een Turk
en beeft ie ook een wijde broek aan?"
Hetzelfde stilzwijgen. Ik begon nu bang te
worden en zei, dat ik naar mama wou.
Zt keek me hierop aandachtig aan. De
vage uitdrukking in haar oogen was verdwe
nen,- ze keek nu weer met haar gewonen,
zacht-trnstigen blik.
Begint 't je een beetje te vervelen, hier,
wacht, ik zal je reis wat aardigs laten zien,"
zei ze zacht.
En ivu deed ze een kastje open, waarvan
de glazen deur met groenzijden gordijntjes
behangen was. Och, och, wat waren daar veel
prachtige dingen in. Handwerken, sa-ijnen
borduursels, pompadour tasschen met gouden
kwasten en gouden inschuif koorden, een
landvan schepen-groepen of enkele schepen, en
dan meet, de admiraal zijn comtuandaaten
vrijwel aan zich-zelf overlaten.en verwachten,
wat Nelson vaa zyn kapiteinen verwachtte :
that every map wiüdo his duty.
- Heeft de admiraal geen zwiwr geschut ter
agner beschikking, dan kan hij bezwaarlijk
op grooten afstand het gevecht openen; en
ofschoon ik toegeef, dat in de partiëele ge
vechten der schepen het middelbnar en licht
geschut bet«r tot zijn reohd zullen kemen
dan hat zware, moet ook niet vergeten worden,
dat wanneer de geschutsoorten te veel zijn
gespecialiseerd'per verschillende schepen eri
men geen schepen heeft met all* soorten,
de admiraal het geheel te reel zal dienen bij
zich te houden (hetgeen in een ernstig ge
vecht van wat langen duur een onmogelijkheid
is) en minder aan het persoonlijk initiaf
zijner bev-elhebbers kan overlaten, omdat
hij zelf over zijn schepen, allén met jwaar
en middelbaar geschut, naar omstandigheden
moet kunnen beschikken.
Een geregeld zeegevecht, z. a. ik geloof dat
de heer E. het zich voorstelt, waarbij de
admiraal het eerst zijn artillerie (dat zijn de
zwaarst' gewapende schepen) in het vuur
brengt, om daarna de infanterie te laten
aanrukken (schepen met liqhtor geschut) en
te beslissen met 'n cavalerie charge (ram (*)
en torpedo-boot aanval), zal in den regel niet
voorkomen.
Een tegenstander als de heer E van zwaar
geschut aan boord, komt noodwendig tot het
bouwen van kleine schepen met middelbaar
of licht geschut; doch sluit zich daarmee de
gelegenheid afj het gevecht op grooten afstand
te beginnen (wat ik met 't oog op
niwnuierertpillen nu nog eens daar laat), maar oak:
om een vloot tegen versterkingen aan &n wal te
doen optreden. In den laatsten tijd lieeft men
deze zaak wel een weinig, te veel als 'n
nutteloos pogen beschouwd en inderdaad
een fort is altijd tegenover een schip in een
aanmerkelijk voordeel; dat is welbekend
maar toch, in dezen oorlog nara de Japansche
vloot het tegen Port-Arthur en Wladiwostok
op en niet geheel zonder *«cces; het kan
dus nog wel voorkomen in den grooten
(zee)oorlog; en de Japanners die in '94 de
Chineesche vloot vernietigden nagenoeg alleen
met het o.verstelpend middelbaar
geschutvuur van de kruiser?, aehtten h 11 bij de uit
breiding der vloot in '90 toch niet overbodig,
nog «Jos'schepen, waarop natuurlijk zwaar
geschut, zich aan te schaffen.
Mocht de Regeering dus overgaan tot het
bouwen van een flinke vloot ter verdediging
van Indië, dan zal zij m. i. wel doen, te letten
op de schepen die wij ddiir als tegenstanders
kunnen verwaqhten. En dat zullen dan naar
alle waarschijnlijkheid Japansche of die der
groote mogendheden zijn, welke laatste ook
nog allen zwaar geschut aan boord hebben.
En daar de tegenstander niet zoo groot in
aantal kan zijn als wij, zoo wij et-n flinke vloot
aanschaffen, doordat hij ver van zijn basis is
verwijderd ('t is de vraag immers nu of het
Rusland in lijds gelukken zal voldoende strijd
krachten in Oost-Aziëte brengen) behoeven
wij ook niet zulke yroote. schepen als hij te
bezitten. Daarom geen Petropaulovsk" of
Hatsoesee's", maar schepen van + dr*
«illioen en 3 a 4000 ton inhoud, omdat voor die
prjjs een goede moderne m'^c/en-evenredige
te krijgen is, tusschen een groot en klein
oorlogschip en zoolang het bouwen en
uitrusten van schepen nog geen bepaald
posit:eve wetenschap is waarvan men succes
in den oorlog te wachten heeft in de meest
voorkomende omstandigheden.
D e n H a a g, E. KEMPR,
10 Aug. '04i Oud Zee-Officier.
(*) ? Maar met kleine schepon is dat voor
den rammer zelf te gewaagd.
* *
NASCHRIFT.
Theoretisch en practisch is aangetoond,
dat de gescheiden groepeering van het ge
schut tot aantallen van vier van n zelfde
soort de meeste uitwerking waarborgt aan
het eigen vuur, en de geringste aan het
vijandelijk.
Voorts, dat deze groepeering steeds den
gevechtsleider in siaat stelt, om op de meest
afdoende-en snelste wij 7,0 hot hoofd te bieden
aan alle omstandigheden, die zich in een
gevecht kunnen voordoen.
Mijn vraag aan den heer K. was nu een
voudig deze : Waarom aanvaardt de zeemacht
niet dit tactisch beginsel, gelijk de landmacht
het algemeen heeft gedaan ? Waarom blijft de
marine vasthouden aan de opcenhooping van
zooveel mogelijk verschillende geschutsoorten
tot zoo groot mogelijk aantal op een beperkte
ruimte, in casu aan boord van n schip
een groepeering die slechts juist was n te
land n ter zee een 50 jaar geleden, toen
de geschutconstructie oen geheel andere was
als thans.
En het antwoordt luidt : Omdat men bij
het bewapenen van oorlogsschepen nut kan
uitHitmiiMitniiuiin
schap met een trouresch en een urn waaraan
een hart hing, alles van haarwerk en ge
borduurd op batist, waaiers, koppen, kannetjes
van den ongeloofelijl,sU-n vorm. een klein,
aldoor met het hoofd schuddend chineesch
poppetje! Ik werd niet moede te kijken
en altijd maar weer te vragen. Doch wat ik
ook 'vroeg, een rechtstreekse!! antwoord op
m'n vragen kreeg ik geen enkelen keer.
l'apa en mama luidden ook wel de ge
woonte, niet altijd direkt mijn vragen te
beantwoorden, maar zoo erg als met deze
nieuwe tante was het gelukkig nog nooit
met hen geweest. En toch kon ik onmogelijk
boos op haar worden, want ik voelde, als 't
wa:e. dat ze het goed met me meende.
Wat kwam er een heerlijke lucht uit het
kastje; ik snoof haar begeerig op en vroeg
wat of nu eigenlijk wel zoo lekker rook. Als
eenig antwoord trok tante mij naar zich toe,
en liet mij een portretalbum zien, dat enkel
getfekende portretten bevatte, 'n Paar er van
herkende ik: den ouden oom, tante Maüa
en tante Alma.
Toen ik wér een blad om-sloeg kon ik den
uitroep hé!" niet weerhouden.
Vóór mij zag ik het portret van papa en
op de bladzijde daai naast tante Baibaru! En
wat zag zij er daar aardig en prettig uit, en
zoo jong!! Ik zou nooit geloofd hebben, als
ik het niet voor mijn eigen oogen had ge
zien, dat llarbara ooit jong was geweest?!
Wie heeft die portretten gemaakt ?" vroeg ik.
Ditmaal kreeg ik dadelijk antwoord. Die
mooie portretten heeft je pa geteekend."
En wie heeft dat er onder gezet, en wat
staat daar met potlood ?" vroeg ik verder.
Dat ben ik helaas niet te weten gekomen,
gaan van de principes, 'die bij de landmacht
gelden.
Dit is alles tot rechtvaardiging vaa den
aanbouw van pantserschepen, waarvan het
goedkoopste nog een :? millioen kost. Het
kon moeilijk minder. Maar déheer K. moge
met reden den pr-incipieëlen strijd ontwijken
omtrent het bestaansrecht van het
pantserschip, wat mij betreft, bestaat hiertoe geen
enkel motief. Vandaar dit naschrift, waartoe
de redacti -tmy welwillend de gelegenheid bood.
* *
.^
Zwaar geschut is naast het middelbaar ge
schut noodig aan n boord1, schrijft de heer
Kempe, Ie opdat de admiraal op grooten
afstand het gevecht zou kunnen openen, en
2e den strijd aanbinden met kustversterkingen.
De maximum afstand, waarop zwaar ge
schut in het zeegevecht aangapen l zal worden,
is 4500 M. Op dezen afstand is het middelbaar
ook bruikbaar.
Zwaar geschut, dat vlakbaan vuur geeft, is
tegen kustversterkingen waardeloos.
Om kustversterkingen te beschieten is
noodig kromhaan vuur uit houwhsers van
middelbaar kaliber, door middelbaar geschut.
-* *
*
?De heer K. wil steeds licht geschut met
het mi-ldilbaaraan n boord om torp(
dobootaanvallen af te weren en het gevecht van
nabij te voeren, dus voor den stryd binnen
1000 M. afstand.
Ik veroorloof mjj de vraag, hoe het licht
geschut deze tweeledige taak vervullen kan,
als het reed s tot splinters wordt geschoten in
den strijd op een afstand van 2000?4000 M.,
gelijk in eiken zeeslag geschied i§. Zoo werd de
Cezarewitch stot een wrak geschoten in den
laatsten zeeslag op 3000?3500 M.
Hoe had nu dit schip, of beter die romp,
daarna met eigen middelen een eventuëeleti
torpcdoboot-aanval kunnen afweren, of een
strijd van nabij voeren ?
Voorop gesteld, dat voor den strijd van
nabij en het vuur op torpedobooten ook wel
granaten en granaat-kartetsen uit middelbaar
geschut bruikbaar z\jn, erken ik met den
heer K. gaarne, dat speciaal licht geschut
zich hiertoe eigent.
Maar ik groepeer het op andere wijze als
hij. Niet aan n boord met het middelbaar
geschut, zoodat het reeds op grooten afstand
vernietigd wordt door het vuur op dit ge
schut gericht, maar de lichtere vuurmonden
plaats ik op afzonderlijke schepen.
Deze kunnen manoeuvreerende verblij
ven buiten de vuurzönes der schepen be
wapend met middelbaar geschut tijuens het
gevecht gevoerd wordt op 2000?4000 M.,
en behoudt het licht geschut zijn vuurkracht
tot het tijdstip daar is voor den strijd van
nabij en het afslaan van torpedoboot- aan vallen.
* *
De heer K. acht voor den admiraal de
gevechtsleiding van een escader
pantserschepen gemakkelijker dan die van een divisie
kleine schepen, waarvan elk schip slechts
bewapend is met vier vuurmonden van mid
delbaar of licht kaliber.
De reglementen onzer zeemacht geven
implicite aan, dat het pantserschip met zijn
onoordeelkundige, samengestelde bewapening
en trots of dank zij telegrafen, telefonen en
spreekbuizen een zóó ingewikkeld strijdmiddel
is, dat er van gevechts- en vuurleiding door
den commandant füitulijk geen sprake kan zijn.
Hoe wil dan een admiraal het gevechten
vuur van d-ie tot :;es pantserschepen leiden,
waarbij nog in aanmerking dient genomen, dat
elke koersverandering van eigen of vijandelijke
schepen steeds en aanmerkelijk de vuurkracht
wijzigt van het escader in zijn geheel en van
elk schip afzonderlijk, omdat elk stuk ge
schut aan boord slecht s kau worden gebruikt in
bepaalde onderling wederom afwijkende
richtingen, ten opzichte van de lengte-as van
het schip.
De uniform met 4 stukken geschut be
wapende kleine schepen bieden daarentegen
noch hun commandanten noch den admiraal
eenige moeilijkheid uit een oogpunt van
vuuren gevechtsleiding.
De commandant kan de bediening der
geheele bewapening aan boord overzien en
met zijn stem bereiken van af de brug en
elke standplaats aan dek. Alle stukken kun
nen steeds hun vuur concentreren op elk
punt van den zeespiegel, onafhankelijk van
de koers van het schip, en de admiraal weet
dus dat du vuurkracht van zijn schepen een
constante is, en onafhankelijk van eigen of
vijandelijke manoeuvres.
Het verschil is klaar. En de heer K. ?al
de eerste zijn, naar ik vertrouw, om het in
te zien. Want hij acht zelf de gevechtsleiding
van een escader pantsersehcpen zóó bezwaar
lijk, dat hij schrijft, dat het algemeen gevecht
spoedig zal ontaarden in een partieel van
schip teg. n schip.
En dan juist komt het pantserscliip ad o
millioen, dat de heer K. wil, zijn inziens tot
zijn recht.
Of het zeegeve -ht in het komende al of
niet een strijd moet en zal zjjn partieel
tusschen enkele schepen, laat ik thai» buiten
beschouwing. Maar indien wel, tlan w de
situatie. deze. Eén groot schip met 8 middel
bare en 12, lichte stukken aan boord ga«t in
gevecht met 5 kleine schepen, in totaal «ven
eens met 8 en 12 zulke vuurmcuden bewapend.
Derhalve bij gelijke geschutkracht aan deze
zijde: Concentrisch vuur op n groot doel,
aan gene.zijde: excentrisch vuur op vjjf kleine
doelen.
My dunkt, de commandant der 5 kleine.
schepen had zeker vrij wat minder tijd noodig
om het ne groote schip tot wrak te schieten
en weg te sleepen, dan ik om de beschouwin
gen des heeren K. theoretisch te weerleggen.
E.
want tante Anna kwam binnen, om ons voor
het avondeten te roepen. Wat er vjrder
gebeurd is, weet ik niet precies meer, want
onder het eten kwam Klaas Vaak. Ik herinner
me alleen nog maar, dat ik, na een keer of
wat heel har l gegaapt (heel ongemanierd
vond mama, heel natuurlijk vonden de tantt s)
te hebben, door tante lihabarber op schoot
werd gt-nomen. Later hoorde ik van mama,
dat ik o]> tante's schoot een heerlijk rustig
slaapje gedaan had.
Den volgenden morgen kreeg ik van papa
een prijsje, omdat ik gehoorzaam was ge
weest en niet zoo ontzettend veel gevraagd
had. Kn nu vertelde hij mij uit eigen be
weging 'n massa dingen, dit) mijn nieuws
gierigheid hadden gaande gemaakt.
Do oude heer, zei papa, was geen Turk,
maar een achtenswaardig, verdienstelijk man,
die zich uit zijne zaken teruggetrokken had
en nu in een goedkoop huis in een goed
koope buurt van een bescheiden inkomen
leefde. Vader vertelde, er nog een heele boel
meer bij, maar daarvan heb ik de helft niet
begrepen.
Ik kwam bij «loze gelegenheid ook te weten,
dat er dochters kunnen bestaan, die bijna
even oud zijn als haar moeder. Tante Anna
was namelijk een stiefmoeder en Malia en
l Barbara waren haar kinderen. Ze had ze tot
j mijn gr ,ote verbazing, niet (zooals in de
sprookjes altijd gebeurt) in wilde zwam n
veranderd, ze ook niet door den jager laten
doodmaken en ze evenmin allerlei akelig',
j smerig werk te doen gegeven, terwijl zij zelve
i naar bats en partijen ging, maar ze had heel
(Ingezonden:)
Naar aanleiding van mijn artikel onder
bovenstaand opschrift in 't nuoflmer van 17
Juli, schreef de heer J. K. te L. een stukje,
dat opgenomen is in 't nummer van 31 Juli.
Door vacant ieafwezigheid kom ik eerst nu
met niijn antwoord op 's heeren K's opmer
kingen. De zaak is deze. Toen ik mijn artikel
schreef, hadden de bladen, die ik lees, en~
daaronder eenige schoolbladen, alleen
mededeeling gedaan van de artikels van het nieuwe
wetsontwerp. Later eerst las ik de memorie
van toelichting. In art. 45 (nieuw) nu lees
ik van geene verhoogingen, de M. v. T. ge
waagt daar wél van.
Waar, zooals in bedoeld artikel, alleen
sprake is van minima zonder meer, geeft dit
aanleiding tot tweeërlei opvattingen. Nu
volgens de M. v. T. de Minister oük de ver
hoogingen door het Rijk wil laten betalen,
des te beter. De misstand, waarop ik in mijn
artikel wees, wordt daardoor weggenomen.
* *
*
Nu ik toch over mijn opstel van 17 Juli
schrijf, wensch ik nog wel iets op te merken.
Ik schreef toen, dat de Minister (de lieer
Goeman Borgesius) in 1901 zoo naïef was te
veronderstellen, dat de . toen vastgestelde
minima-salarissen slechts als bij uitzondering
zouden worden uitbetaald. Neen, integendeel,
schreef ik, op het platteland zijn de minima
regel gemorden.
Nu is dezer dagen een boekje verschenen,
uitgegeven door het Hoofdbestuur van den
Bond van Nederl, Ofiderwyzers, inhoudende
een lijst van do jaarwedden van onderwijzers
in (bijna) alle gemeenten van ons land. *)
Hieruit blijkt, dat de miniina-jaarwedden op
het platteland wel degelijk regel zijn. Van
de 34 geaieenten in de provincie Drente b.v.
wordt in 23 het wettelijk minimum betaald.
Er zijn provinciën, waar het er voor de
onderwijzers iets gunstiger uitziet, maar wat
dan boven 't minimum betaald wordt, is
meestal nog zeer weinig en maar in enkele
gemeenten. Ik bedoel hier met onderwijzers
niet-hoofden.. Op hunne ellendige positie
moet, dunkt me, vooral gewezen worden,
omdat zij er het slechtst aan toe zijn.
Toch heeft de Minister van 1904 in de
M. v. T. maar doodkalm neergeschreven:
Voor de onderwijzers tot bijstand van het
hoofd worden de thans geldende minima
gehandhaafd.
Ook hij re leneert als do Minister van 1901
over het goedkoope platteland. De salarissen
der hoofden van scholen met 200 en meer
leerlingen zullen verhoogd worden. Waarom ?
Omdat grootere scholen worden aangetroffen
in grootere centra van bevolking, waar de
levensstandaard hooger (is)" zegt de M. v. T.
Jawel, dat kennen we Een kool in Amsterdam
'21A et., op het goedkoope platteland 10 et.
(zie mijn art. van 17 Juli). De prijzen van
die kooien", zegt een inzender in liet School
blad (met verwijzing naar mijn artikel),
spreken voor die van alle producten, bijna
zonder uitzondering." En hij vervolgt: Mijne
vrouw informeerde voor eenige dagen bij
eene dame, die hier logeert, naar de prijzen
van verschillende zaken te Rotterdam. Och,
wat bedroefde zij zich over hare
plattelandspo-itiei
Ook hier geldt dus: hoe kleiner de plaats,
hoe duurder de levensbehoeften!"
Xu, die weet het ook.
Alleen do ministers (liberaal en anti-rev.)
schijnen van deze dingen onkundig te zijn.
K n de minimum-stakkers blijven de dupe
der historie.
B. H.
*) De. Jaarwedden bij '/ openbaar lager
ondermijn in Xederlairl, Amsterdam 1904.
Prijs L'öcents.
IIMIHIIlaUUUIIIIIII
veel van ze gehouden, net zooveel als mama
van mij.
J Iet duurde 'n heele poos, voor ik zulk
een wonder gelooven kon. Toen waagde ik
nog' eens Je vraag, waarom tante Anna me
toch zoo van dichtbij bekeken had, maar
vóór ik mijn vraag nog geheel uit had, viel
papa mij al in «ie rede met de woorden:
Kind, heb je dat niet begrepen, tante Anna
is zoo goed als blind. Toen ze nog een kind
was, kon ze maar met n oog zien en mi,
op haar ouden dag is, kan ze de dingen alleen
nog maar onderscheiden, als zij ze van heel
nabij beziet.
Dat was een steen van m'n hart; ik was
toch zoo bang voor haar geweest en die ne,
groote, waggelende tand had me zooveel
schrik aangejaagd!
Kn tante Khabarber, wat is daar mee?"
vroeg ik. Hoe het kwam, weet ik niet, maar
ik voelde in een*, dat ik dien naam toch
niet goed had gezegd en ik wachtte al op
een terechtwijzing, Deze bleef echter uit.
l'apa zei alleen, terwijl hij heel ernstig keek :
? Je meent Barbara. Tante Barbara is een
j heel lieve, goeie, zelfopofferende vrouw, maar
dat kun je nu nog niet zoo begrijpen. Als je
wat-ouder geworden bent, zal (lat beter gaan.
D:'!n zul je wel hooren, wat ze voor mij ge
daan heeft."
Het speet me, dat vader het me nu maar
niet meteen verteld»1; ik keek hem eens
vragend aan. doch hij sloeg geen acht op
me. Ernstig nadenkend, met de hand langs
zijn baard strijkend, bleef hy voor zich
uitstaren, ..waarom hebt u dan heelcmaal niet
tegen haar gesproken?" vroeg ik heel zacht
en bedeesd.
Zijn nieuwe werkstuk, voorkomend in de
XXe Eeuw van deze maand, geeft ons
eene aanleiding om de aandacht even ~te
vragen voor een onzer jonge dichters Nico
Van Suehtelen die tot op dit oogenblik zich
nog maar eene zeer luttele bekendheid bij 't
lezend publiek heeft Kunnen'verwerven.
Eenige jaren geleden lieeft de heer Van
Suchtelen reeds een dramatisch gedicht,
Priraavera, in liet Jicht gegeven; (Haarlem
de Erven F. Bohn).
Men kan gerustlijk aannemen, dat de critiek
in dien tijd zich ten opzichte van dit werkje
aan eene misvatting heeft schuldig gemaakt.
Want wél drong schoonheid rn details:
klank-weelcie, fijnheid en frischheid van plas
tiek, de kracht van zijn yrisme ook enkele
der critici -tot wat blijde
verrassingsuitinkjes, wél heeft men dus hier en
daar hem vol-montlig erkend als een jong
lyrieus-van-talent; maar't bleef dan ook vrij
wtl bij de luchtige toetsing v»n
beginneliugenwerk waar-svel-wnt-in-zat!
En dat was niet genoeg! Want geen enkele
40 «»ntt
r«g«>.
tKMMHHHIIMfWIIIIIHIHIIIIIIflHI
Voor anigelingen, «Me aan
mamaen ingewands-ziekten f^jdeii is
KliFEKE's Kindermeel aan te bevelen
als het .beste voedingsmiddel. Wanneer het
zieken kinderen zonder koemelk wordt toe
gediend, zal het, door de gisting in de inge
wanden te verhinderen, aan maag- en
ingewandsziekten een einde maken; zonder het
kind al dien tijd, dat het geen melk krijgt
aan eene hongerkunr prijs te geven, daar men
met Kufeke's Kindermeel, dank zjjn rijk ge
halte aan uiwit^ en injmvraalstoffen, als uit
sluitend kindervoedsel geheel volstaan kan.
Ook bij kinderen, die neiging hebben tot
koliek en verstopping, kenmerkt Kufeke's
Kindermeel zich als een probaat middel,
daar het de nieik, door de fijnere stremming
der zich daarin bevindende kaasstof gemak
kelijk doet verteren. In geval van doorgestane
maag- en ingewandsziekten verdient het
aanbeveling d.e koemelk met bijvoeging
van Knfcke's Kindermeel te blijven
aanwenden.
Zeker en pijnloos werkt het sedert 30 jaren
erkende fly* jSchte Itadlauer'sche
EfcsterooïenuiWdel. "^B 60 pfennigp. flac. Slechts
echt met de firma: KRONEN APOTHEKE,
Berlijn. Depot in de meeste Apoth. en Drogisten.
ECHT V1CTORIAWATER.
Faurnifieur* de lat Cour.
CHOCGL 4.T-VEEN
ARTISTIPE"
LE PLUS DELICIEUX
CHOCOLAT POÜR CBQQUER.
t'siner a Snee* (Hotlainte).
Normaal OniMleedinq
Prof Dr. C.
Eénige
i'abifaiten
W.Benger Sühne
Sfrüitgarf
HoofddepSt te AMSTERDAM: Kalverstraat 157
K. F. DEUSCHLE-BENOER.
Het was me namelijk opgevallen, dat
niemand het woord tot haarhad gericht, doch
dat men haar wel af en toe eens hartelijk
toegeknikt had, vooral mijn ouders. Ook
hadden ze, als Barbara met haar zachte stem
eens iets vroeg, een boekje genomen, daarin
iets opgeschreven en haar dit toegeschoven.
Als ik niet zoo'n verschrikkelijken slaap had
gehad, zou deze vreemde manier van doen mij
den vorigen avond geen rust hebben gelaten.
Kind, Tante Barbara is doof! Heb je dat
niet he^repeii ?" gaf papa mij ten antwoord.
Doof!! Nu ging mij een licht op. Maar
tegelijkertijd verdrongen zich een aantal
nieuwe vragen in mijn hoofd.
Daar boog mama zich eensklaps over mij
heen; ze nam mij op haar schoot, drukte
me vast tegen zich aan en zei toen op zachten
toon: Je pa en tante Barbara hebben vroe
ger heelvtel van elkaar gehouden, zooveel,
dat ze samen zouden gaan trouwen Doch
onverwacht werd Barbara erg ziek, en toen
ze weer beter was, bleek het dat ze haar
leven lang stokdoof zou blijven. Toen ze dat
vernam, heeft ze je vader zijn woord terug
gegeven."
Mama zweeg en ik zweeg ook. Ik voelde,
dat mijn wangen van wit, vuurrood waren
geworden; zonder te begrijpen, wilt, ver
moedde ik, dit hier iets buitengewoous was
gebeurd. Zijn woord teruggegeven."
Wat beteekent dat Maatje, en waarom?
vroeg ik weer.
Wat dat beteekent, kindje," antwoordde
mama, dat zul je pas later leeren begrijpen.
Kn waarom ze 't gedaan-heeft ? Omdat ze
zoo heel, heel erg veel van je papa hield."