De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 28 augustus pagina 5

28 augustus 1904 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

m nis ?DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD 70 O R NEDERLAND. Ben beeld ran Oom Paul". Een Tergeten Krüger-monument. In Dordrecht herdenkt men thans met een tentoonstelling, het leven en den droeven dood van Paul Krüger, ook in Parys, waar men hem ns zoo vergoodde, wordt er nog om hem gedacht, heeft hij 'zelfs zijn standbeeld, maar... in 't verborgen, in een atelier ergens van een slob der Rue Vaugirard. Dit vergeten monument heeft, voor drie jaar, zijn kortstondige glorie gekend op het Salon der Artiste Francais", fiet zoo officieele Salon-bestirnr, bevreesd voor te opgewonden manifestaties van de toen zoo Transvaalschgezinde Parijzenaars, had het beeld, (onverdiend, wat zijn artistieke waarde betreft, was 't alge meen oordeel der dagbladpers) in een uithoek van den kolossalen beeldhouwhal in 't Grand Palais, aan de belangstelling der gfoote menigte trachten te onttrek ken, en opzichters kregen het consigne, uur by uur de bloemen, die men er leg gen kwam, weg te nemen, opdat niet te kwetsend deze hulde zou worden voor de Engelsche touristen. Het toeval bracht mij dezer dagen in kennis met den maker. Neen," zei hij, de president heeft niet voor mij geposeerd; ik zag hem dikwijls toen hij Parijs bezocht, ook lan gen tijd van dichtbij in zijn salon, en de tragische grootheid dezer figuur greep mij zoo aan, dat ze als voorgoed in mijn hoofd gebeiteld stond. Ik móést het beeld maken. Zes maanden heb ik aan het ont werp gearbeid; ik heb mij omringd met alle afbeeldingen en portretten, die ik maar krijgen kon, opdat niet mijn fantasie en mijn opgewondenheid mij parten zou spelen, 't Is 't eenige van mijn werken, waarover ik wel tevreden ben. Ik geloof, dat ik heb kunnen uitdrukken, wat ik eens zag en voelde: het gewonde en gebrokene van de oerkracht van dezen grooten Transvaler." Tweemaal menschenhoogte reikt het zware pleisterblok tot bijna aan de zoldèring vati' het kleine atelier, en vult er een vierde der ruimte. Het is als het middelpunt, het hart van die enge werk plaats en van het artistenbestaan, dat er verleefd wordt: tusschen veel handwerk van offiuieele bestellingen staat het daar als een schoone en weemoedige herin nering, voor zijn maker, aan woorden van bezielden arbeid. En of wel ooit zijn illusie, van het nog eens in steen gehouwen te zien gele steen, geen glanzend marmer, voor Krüger, zeide hij haar verwezenlij king zal vinden ? Geen wonder is 't, dat Jean Achard met blijdschap mijn voorstel aannam, om dit vergeten werk, dat hij zelf nog altijd zoo Het' heeft, door de photographie be kend te maken bij de rasgenooten van zijn Held. M. SCHARTEN-ANTINK. Parijs, Aug. 1904. Het nieuwe gebouw der Gereformeerde Ziekenverpleging te Amsterdam. Wanneer men binnenkort over de lijn der nieuwe electrische tram Amsterdam Zandvoort rijdende, de grens van de hoofd stad büde nieuwe brug over de Schinkel vaart passeert, dan wordt even te voren, bij de Bilderdijkkade, het oog aangenaam getroffen door een groot, helderwit gebouw, dat op den hoek dier kade en de Ter Haarstraat een bijzonder aardig effect maakt. En wanneer dan de Amsterdamsche Het nieuwe gebouw der Gereformeerde Ziekenverpleging te Amsterdam. passagiers van die tram elkaar vragen, welk gebouw dat is (want in groot-Amsterda'm blijft er voor veel Amsterdammers altijd wat nieuws) dan zal het antwoord moeten luiden: 't nieuwe gebouw der gereformeerde Ziekenverpleging. Onwillekeurig blijft de blik eenigen tijd gevestigd op dat vriendelijke, frissche huis met groote lichtramen waar de zon gemak kelijk kan binnenkomen. Het is een ziekenhuis, maar men moet het van binnen gezien hebben om te be grijpen, dat de hoop der stichters, om er een huis van herstellenden van te maken, dadr inderdaad, menschelijk gesproken, ver wezenlijkt kan worden. Met de opening van dit gebouw, die in de eerste dagen van September tegemoet gezien wordt, is een der wenschen der Gereformeerde vereeniging voor zieken verpleging" vervuld. In 1891 opgericht, stichtte die vereeniging op 18 Mei 1893 haar eerste ziekenhuis op de Heerengracht no. 192, maar moest, tengevolge van de verbreeding der Raadhuisstraat in December 1895 verhuizen naar de Heerengracht no. 70. Daar werden vele kranken verpleegd. zoowel in- als buitenshuis. Er hadden o.a. in het vorige jaar 64 verplegingen buitens huis plaats met 105 verpleegdagen, 250 nachtwaken en 575 bezoeken. In het zieken huis werden 242 zieken verpleegd met 12140 verpleegdagen d. i. ruim 33 per dag. Geen plekje in dat ziekenhuis op de Hee rengracht bleef ongebruikt en meer en meer bleek het dat er ruimte te kort kwam. En zoo kwam het dat het Bestuur der vereeniging in Juni 1902 besloot, een nieuw gebouw te stichten, beaatwoordende aan de nieuwste eischen der wetenschap. Als ge schikt terrein werd gekozen de plaats waar thans in de ter Haarstraat hoek Bilderdijkkade door den architect Tjeerd Kuipers dat mooie stuk bouwwerk werd gewrocht. Dat geheele terren heeft een oppervlakte van ± 1950 M2., waarvan 1230 M2, bebouwd is met het eigenlijke ziekenhuis, de woning voor den Directeur Dr. J. W. de Bruijne, de barak enz. Belangstellenden die het gebouw in deze dagen vóór de opening gaan zien en dit bezoek is zeer aan te bevelen en wordt zeer op prijs gesteld worden direct bij het binnenkomen aangenaam verrast door de breede en mooie entree en het keurige trap penhuis waarin vriendelijke lichteffecten spelen en waaruit alle drukte of stijfheid van vorm verbannen is. Die entree boezemt vertrouwen in, steunt kalm, geeft moed. De ernstige patiënt, binnengereden door de breede deuren tot vóór de lift die hem of haar zachtkens naar de tweede of derde verdieping zal tillen, zal weinig van het mooie van dat Voorportaal zien maar op de begeleiders x>f familieleden moet het een kalmeerenden invloed uitoefenen. Die ernstige patiënten gaan direct naar een der twee operatiezalen of' verbandkamers, of door de breede corridors die de vóór- en achtervleugels van het gebouw verbinden, naar de keurig ingerichte bad-, isoleer- of klasse-patientenkamers. Natuurlijk dat die operatiezalen voorzien zijn van hét allernieuwste op heelkundig gebied. Den leek treft het, dat de muren ronde hoeken maken en dat er door een reusachtig raam licht en desverkiezend lucht binnen valt. De bezoeker zal met nieuwsgierige hand even het transportbed op gutta-percha wielen aanraken, waarmee de patiënten, onhoorbaar en zoo zacht als in den slaap, uit de lift naar de verschillende zalen zullen gereden worden. Er zijn vier van die groote ziekenzalen, elk voor 12 bedden en circa 11.50X8-50 Meter groot. Ook is er nog eene kinderzaal voor 10 bedjes. Een ruime, zon'Vroolijke hal geeft toegang tot die ziekenzalen welke voorzien zijn van een gesloten veranda. De architect, de heer Kuipers, is bijzonder goed geslaagd om het groote publiek den indruk te geven dat de lucht toch maar je ware is om te genezen. Behalve die gesloten veranda toch, zijn er gezellige galerijtjes en zitjes bij en naast de kamers der klassepatienten die zelfs een gezond mensch uitlokken tot een rustuurtje en die zóó gekozen en zóó gebouwd en in kleur gebonden zijn dat iedereen, vooral patiënten, er eenige heerlijke oogenblikken van volstrekte rust en kalmte temidden van het stadsleven kan genieten. Die architect heeft daar op de Bilderdijkkade, 't moge vreemd klinken maar toch is 't zoo, iets van het kalme buitenleven, van het rustige en verkwikkende van een zeestrand gebracht. Het is jammer, maar 't behoort nu een maal er bij, en dus dient hier ook meldinggemaakt te worden van de aanwezigheid van een ruime barak, van een lijken- en sectiehuisje, gelukkig redelijk wel verborgen achter het overige huizen-complex. De open ruimten zijn bestemd voor de tuinen en wanneer daar hoog opgaand groen tegen de witte muren te zien is, zal het geheel er zeer door winnen. Alles is gebouwd volgens de strengste eischen der gezondheidsleer. De zalen geven een luchtruimte aan eiken patiënt van 38 M3. De klassepatienten hebben zelfs 55 tot 80 M3 luchtruimte in hun gezellige en netjes gemeubeleerde kamers. De afvoer der faecaliën geschiedt op de gewone wijze maar voor de orïtsmetting daarvan is hier en daar door den architect een bijzondere inrichting aangebracht. Alle détails nader te beschrijven is niet het doel. De inrichting is alsnog voor ieder een te bezichtigen en welwillend wordt men daarbij ingelicht. Voor dames is de bezich tiging der prachtige keukens met toebehooren zeer interessant. Die keukens liggen, met alle vertrekken van het personeel, in een afzonderlijken vleugel van het gebouw. Wat de kosten van dit gebouw betreft kan meegedeeld worden dat die, zonder en zoo maakten vele kleintjes een groote. Maar daar helaas, hoezeer de ziekenver pleging ook vooruitging en met bezieling wordt beoefend, de zieken toch nog niet verminderen in aantal, blijft elke bijdrage en eiken steun zeer welkom. Wanneer dus in September het bestuur Kamer in het gebeuw der Gereformeerde Ziekenverpleging. ameublement, met inbegrip van de Direc teurswoning, ongeveer ?127,000 bedroegen, een heele som voor een vereeniging. On tegenzeggelijk zullen de zorgen dier ver eeniging dan ook toenemen. Het vele inderdaad goede dat zulk een stichting in een stad als Amsterdam voor dit nieuwe ziekenhuis opent, is het te hopen dat een groot getal nieuwe leden en begunstigers tot de gereformeerde vereeni ging voor ziekenverpleging is toegetreden. Het bestuur dier vereeniging bestaat uit de heeren: Ds. N. A, de Gaay Fortman, voorzitter, Ds. W. H. van Gispen, P. N. de Zaal in het gebouw der Gereformeerde Ziekenverpleging. heeft en tot stand brengt wordt echter door velen gesteund en gewaardeerd. De eerste benoodigde gelden werden verkregen door een leening van ?90,000, die, het is een verblijdend verschijnsel en Amsterdam ter eere, spoedig volteekend was. Een damescomitéen de zustersverpleegs ters staken ook de handen uit de mouwen itimiiiiiiimii IIIIIIIIIIIMIIIIIMIII Over het moderne der steden. Men leest in de laatste jaren telkens van menschen, die tegen het dempen der grachten zijn en die breede en rechte straten en allerlei nieuwerwetsche dingen leelijk vinden. Het lijkt soms wel alsof zij in hooger beroep of in laatste instantie over de waarde van die zaken hadden te beslissen. Maar het zal wel in alle tijden, zoo wat vastgestaan hebben, meen ik, bij groote artiesten en denkers en het wordt dan ook tijd na zoovele eeuwen van beschaving en kunstcritiek dat het meer en meer nu eindelijk als waarheid erkend en verbreid^ wordt, dat men over de schoonheid van iets niet kan oordeelen of men moet een even groote mate artisticiteit bezitten als gelegd is in het voorwerp waarover men critiek wil voe ren en dat men er beter over kan oor deelen naarmate men artistieker is. Men kan in kunst alleen beoordeelen wat men begrijpt en het begrijpen van kunst en schoonheid wordt bepaald door de gevoelsvermogens der hersenen. Men zal kunnen bevatten alleen wat beneden of gelijk is aan de vermogens die men heeft oin schoonheid te voelen, aan het gevoel voor schoonheid, de kunst die men zelf in zich heeft. Men kan niet gevoelen schoonheid, waarvoor een grooter zenuw en hersengevoeligheid, hooger artisticiteit noodig was. Het is in ieder geval goed er aan te denken dat de meest artistieke persoon de beste criticus is en niet te veel gewicht in zijn meeningen te leggen. Het is ook beter zich niet tegen het nieuwe, dat toch komen moet, te ver zetten. Ook is het goed zich niet in te beelden dat het nieuwe leelijker behoeft te zijn dan het oude. De voorzienigheid beschikt het anders. Men moet niet te beangst zijn voor de toekomst. De wereld zal toch over het geheel genomen in mooi niet achteruitgaan en het peil van het schoonstbereikbare zal toch wel niet verminderen met den voortgang der be schaving ; ik denk eerder het tegendeel. Vries Jr., J. Dijkmann, C. Ingwersen, H. D. von Meyenfeldt en W. Kuijper. De geneesheeren zijn: Dr. J. W. de Bruijne, Dr. W. Holleman, Dr. C. B. Tilanus, terwijl ook Dr. D. Mac Gillavry als chirurg en Dr. J. M. ten Cate voor neus- keel- en oorziekten hun hulp zullen verleenen. GOS. Neen, het zijn de menschen, waarop het aankomt. Als ze groot genoeg en sterk zSjn, zullen ze mooie dingen scheppen, het mooistmogelijke verwezenlijken. Ze zullen het nieuwe niet trachten tegen te houden, maar terstond doen wat nuttig en noodzakelijk is. Wat zuiver ontstaan is om redenen van noodzakelijkheid en overwegingen van techniek is dikwijls reeds schoon of eenvoudig. Het is schoon zonder de kracht der menschen. Er wordt ontzaglijk veel verknoeid door de men schen in hun verfraaiingszucht. Kunst is luxe. Hoe een goed iets ik kunst ook vind zelf houd ik er eigenlijk meer van dan van iets ik meen dat iu het algemeen genomen de kunst achter moet staan bij het nuttige, want ik houd het goede voor iets hoogers dan het schoone. Ik heb de overtuiging dat het met het schoone altijd terechtkomt. Amsterdam vooral is een grootendeels zeer oude stad met zijn tallooae oude en laaggelegen grachten, zijn ontelbare ouderwetsche huizen en zijn vele ronde bruggen. Ik wil vooropstellen dat ik buitenge wone herinneringen heb van sommige situaties van ouderwetsche grachten, herinneringen van emoties die behooren onder de edelste die ik gehad heb. De voorwaarden voor die fijne, jaren lang bijna dagelijks terugkeerende genietingen, waren echter dat het win ter was en avond. De avond maakt alles waar iets pp aan te merken is, mooier en de winter eigent zich meer, maakt meer gepredisponeerd om van het oude te genieten; het verleden is minder grijs in de grijsheid van den winter. Maar de zomer en de dag zijn mij fataal gebleken voor de oude grachten van een modern standpunt beschouwd. Ook is de zomer schadend of zelfs verderfelijk voor het eigenlijke mooi er van, want het groen der boomen is doorgaans een minderwaardig of een doodend element

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl