Historisch Archief 1877-1940
m nis
?DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD 70 O R NEDERLAND.
Ben beeld ran Oom Paul".
Een Tergeten Krüger-monument.
In Dordrecht herdenkt men thans met
een tentoonstelling, het leven en den
droeven dood van Paul Krüger, ook in
Parys, waar men hem ns zoo
vergoodde, wordt er nog om hem gedacht,
heeft hij 'zelfs zijn standbeeld, maar...
in 't verborgen, in een atelier ergens
van een slob der Rue Vaugirard.
Dit vergeten monument heeft, voor
drie jaar, zijn kortstondige glorie gekend
op het Salon der Artiste Francais", fiet
zoo officieele Salon-bestirnr, bevreesd
voor te opgewonden manifestaties van de
toen zoo Transvaalschgezinde
Parijzenaars, had het beeld, (onverdiend, wat
zijn artistieke waarde betreft, was 't alge
meen oordeel der dagbladpers) in een
uithoek van den kolossalen beeldhouwhal
in 't Grand Palais, aan de belangstelling
der gfoote menigte trachten te onttrek
ken, en opzichters kregen het consigne,
uur by uur de bloemen, die men er leg
gen kwam, weg te nemen, opdat niet
te kwetsend deze hulde zou worden voor
de Engelsche touristen.
Het toeval bracht mij dezer dagen in
kennis met den maker.
Neen," zei hij, de president heeft
niet voor mij geposeerd; ik zag hem
dikwijls toen hij Parijs bezocht, ook lan
gen tijd van dichtbij in zijn salon, en de
tragische grootheid dezer figuur greep mij
zoo aan, dat ze als voorgoed in mijn
hoofd gebeiteld stond. Ik móést het beeld
maken. Zes maanden heb ik aan het ont
werp gearbeid; ik heb mij omringd met
alle afbeeldingen en portretten, die ik
maar krijgen kon, opdat niet mijn fantasie
en mijn opgewondenheid mij parten zou
spelen, 't Is 't eenige van mijn werken,
waarover ik wel tevreden ben. Ik geloof,
dat ik heb kunnen uitdrukken, wat ik
eens zag en voelde: het gewonde en
gebrokene van de oerkracht van dezen
grooten Transvaler."
Tweemaal menschenhoogte reikt het
zware pleisterblok tot bijna aan de
zoldèring vati' het kleine atelier, en vult er
een vierde der ruimte. Het is als het
middelpunt, het hart van die enge werk
plaats en van het artistenbestaan, dat er
verleefd wordt: tusschen veel handwerk
van offiuieele bestellingen staat het daar
als een schoone en weemoedige herin
nering, voor zijn maker, aan woorden
van bezielden arbeid.
En of wel ooit zijn illusie, van het
nog eens in steen gehouwen te zien
gele steen, geen glanzend marmer, voor
Krüger, zeide hij haar verwezenlij
king zal vinden ?
Geen wonder is 't, dat Jean Achard
met blijdschap mijn voorstel aannam, om
dit vergeten werk, dat hij zelf nog altijd
zoo Het' heeft, door de photographie be
kend te maken bij de rasgenooten van
zijn Held.
M. SCHARTEN-ANTINK.
Parijs, Aug. 1904.
Het nieuwe gebouw der
Gereformeerde Ziekenverpleging
te Amsterdam.
Wanneer men binnenkort over de lijn
der nieuwe electrische tram Amsterdam
Zandvoort rijdende, de grens van de hoofd
stad büde nieuwe brug over de Schinkel
vaart passeert, dan wordt even te voren,
bij de Bilderdijkkade, het oog aangenaam
getroffen door een groot, helderwit gebouw,
dat op den hoek dier kade en de Ter
Haarstraat een bijzonder aardig effect maakt.
En wanneer dan de Amsterdamsche
Het nieuwe gebouw der Gereformeerde Ziekenverpleging te Amsterdam.
passagiers van die tram elkaar vragen, welk
gebouw dat is (want in groot-Amsterda'm
blijft er voor veel Amsterdammers altijd
wat nieuws) dan zal het antwoord moeten
luiden: 't nieuwe gebouw der gereformeerde
Ziekenverpleging.
Onwillekeurig blijft de blik eenigen tijd
gevestigd op dat vriendelijke, frissche huis
met groote lichtramen waar de zon gemak
kelijk kan binnenkomen.
Het is een ziekenhuis, maar men moet
het van binnen gezien hebben om te be
grijpen, dat de hoop der stichters, om er
een huis van herstellenden van te maken,
dadr inderdaad, menschelijk gesproken, ver
wezenlijkt kan worden.
Met de opening van dit gebouw, die in
de eerste dagen van September tegemoet
gezien wordt, is een der wenschen der
Gereformeerde vereeniging voor zieken
verpleging" vervuld. In 1891 opgericht,
stichtte die vereeniging op 18 Mei 1893
haar eerste ziekenhuis op de Heerengracht
no. 192, maar moest, tengevolge van de
verbreeding der Raadhuisstraat in December
1895 verhuizen naar de Heerengracht no.
70. Daar werden vele kranken verpleegd.
zoowel in- als buitenshuis. Er hadden o.a.
in het vorige jaar 64 verplegingen buitens
huis plaats met 105 verpleegdagen, 250
nachtwaken en 575 bezoeken. In het zieken
huis werden 242 zieken verpleegd met 12140
verpleegdagen d. i. ruim 33 per dag.
Geen plekje in dat ziekenhuis op de Hee
rengracht bleef ongebruikt en meer en meer
bleek het dat er ruimte te kort kwam.
En zoo kwam het dat het Bestuur der
vereeniging in Juni 1902 besloot, een nieuw
gebouw te stichten, beaatwoordende aan de
nieuwste eischen der wetenschap. Als ge
schikt terrein werd gekozen de plaats waar
thans in de ter Haarstraat hoek
Bilderdijkkade door den architect Tjeerd Kuipers dat
mooie stuk bouwwerk werd gewrocht.
Dat geheele terren heeft een oppervlakte
van ± 1950 M2., waarvan 1230 M2, bebouwd
is met het eigenlijke ziekenhuis, de woning
voor den Directeur Dr. J. W. de Bruijne,
de barak enz.
Belangstellenden die het gebouw in deze
dagen vóór de opening gaan zien en dit
bezoek is zeer aan te bevelen en wordt zeer
op prijs gesteld worden direct bij het
binnenkomen aangenaam verrast door de
breede en mooie entree en het keurige trap
penhuis waarin vriendelijke lichteffecten
spelen en waaruit alle drukte of stijfheid
van vorm verbannen is. Die entree boezemt
vertrouwen in, steunt kalm, geeft moed.
De ernstige patiënt, binnengereden door
de breede deuren tot vóór de lift die hem
of haar zachtkens naar de tweede of derde
verdieping zal tillen, zal weinig van het
mooie van dat Voorportaal zien maar op de
begeleiders x>f familieleden moet het een
kalmeerenden invloed uitoefenen.
Die ernstige patiënten gaan direct naar
een der twee operatiezalen of'
verbandkamers, of door de breede corridors die de
vóór- en achtervleugels van het gebouw
verbinden, naar de keurig ingerichte bad-,
isoleer- of klasse-patientenkamers.
Natuurlijk dat die operatiezalen voorzien
zijn van hét allernieuwste op heelkundig
gebied. Den leek treft het, dat de muren
ronde hoeken maken en dat er door een
reusachtig raam licht en desverkiezend
lucht binnen valt.
De bezoeker zal met nieuwsgierige hand
even het transportbed op gutta-percha wielen
aanraken, waarmee de patiënten, onhoorbaar
en zoo zacht als in den slaap, uit de lift
naar de verschillende zalen zullen gereden
worden.
Er zijn vier van die groote ziekenzalen,
elk voor 12 bedden en circa 11.50X8-50
Meter groot. Ook is er nog eene kinderzaal
voor 10 bedjes. Een ruime, zon'Vroolijke
hal geeft toegang tot die ziekenzalen welke
voorzien zijn van een gesloten veranda.
De architect, de heer Kuipers, is bijzonder
goed geslaagd om het groote publiek den
indruk te geven dat de lucht toch maar je
ware is om te genezen.
Behalve die gesloten veranda toch, zijn
er gezellige galerijtjes en zitjes bij en naast
de kamers der klassepatienten die zelfs een
gezond mensch uitlokken tot een rustuurtje
en die zóó gekozen en zóó gebouwd en in
kleur gebonden zijn dat iedereen, vooral
patiënten, er eenige heerlijke oogenblikken
van volstrekte rust en kalmte temidden van
het stadsleven kan genieten.
Die architect heeft daar op de
Bilderdijkkade, 't moge vreemd klinken maar toch
is 't zoo, iets van het kalme buitenleven,
van het rustige en verkwikkende van een
zeestrand gebracht.
Het is jammer, maar 't behoort nu een
maal er bij, en dus dient hier ook
meldinggemaakt te worden van de aanwezigheid
van een ruime barak, van een lijken- en
sectiehuisje, gelukkig redelijk wel verborgen
achter het overige huizen-complex.
De open ruimten zijn bestemd voor de
tuinen en wanneer daar hoog opgaand groen
tegen de witte muren te zien is, zal het
geheel er zeer door winnen.
Alles is gebouwd volgens de strengste
eischen der gezondheidsleer. De zalen geven
een luchtruimte aan eiken patiënt van 38
M3. De klassepatienten hebben zelfs 55 tot
80 M3 luchtruimte in hun gezellige en netjes
gemeubeleerde kamers.
De afvoer der faecaliën geschiedt op de
gewone wijze maar voor de orïtsmetting
daarvan is hier en daar door den architect
een bijzondere inrichting aangebracht.
Alle détails nader te beschrijven is niet
het doel. De inrichting is alsnog voor ieder
een te bezichtigen en welwillend wordt men
daarbij ingelicht. Voor dames is de bezich
tiging der prachtige keukens met toebehooren
zeer interessant. Die keukens liggen, met
alle vertrekken van het personeel, in een
afzonderlijken vleugel van het gebouw.
Wat de kosten van dit gebouw betreft
kan meegedeeld worden dat die, zonder
en zoo maakten vele kleintjes een groote.
Maar daar helaas, hoezeer de ziekenver
pleging ook vooruitging en met bezieling
wordt beoefend, de zieken toch nog niet
verminderen in aantal, blijft elke bijdrage
en eiken steun zeer welkom.
Wanneer dus in September het bestuur
Kamer in het gebeuw der Gereformeerde Ziekenverpleging.
ameublement, met inbegrip van de Direc
teurswoning, ongeveer ?127,000 bedroegen,
een heele som voor een vereeniging. On
tegenzeggelijk zullen de zorgen dier ver
eeniging dan ook toenemen.
Het vele inderdaad goede dat zulk een
stichting in een stad als Amsterdam voor
dit nieuwe ziekenhuis opent, is het te
hopen dat een groot getal nieuwe leden en
begunstigers tot de gereformeerde vereeni
ging voor ziekenverpleging is toegetreden.
Het bestuur dier vereeniging bestaat uit
de heeren: Ds. N. A, de Gaay Fortman,
voorzitter, Ds. W. H. van Gispen, P. N. de
Zaal in het gebouw der Gereformeerde Ziekenverpleging.
heeft en tot stand brengt wordt echter door
velen gesteund en gewaardeerd. De eerste
benoodigde gelden werden verkregen door
een leening van ?90,000, die, het is een
verblijdend verschijnsel en Amsterdam ter
eere, spoedig volteekend was.
Een damescomitéen de zustersverpleegs
ters staken ook de handen uit de mouwen
itimiiiiiiimii
IIIIIIIIIIIMIIIIIMIII
Over het moderne der steden.
Men leest in de laatste jaren telkens
van menschen, die tegen het dempen der
grachten zijn en die breede en rechte
straten en allerlei nieuwerwetsche dingen
leelijk vinden. Het lijkt soms wel alsof
zij in hooger beroep of in laatste instantie
over de waarde van die zaken hadden
te beslissen. Maar het zal wel in alle
tijden, zoo wat vastgestaan hebben, meen
ik, bij groote artiesten en denkers en
het wordt dan ook tijd na zoovele eeuwen
van beschaving en kunstcritiek dat het
meer en meer nu eindelijk als waarheid
erkend en verbreid^ wordt, dat men over
de schoonheid van iets niet kan oordeelen
of men moet een even groote mate
artisticiteit bezitten als gelegd is in het
voorwerp waarover men critiek wil voe
ren en dat men er beter over kan oor
deelen naarmate men artistieker is. Men
kan in kunst alleen beoordeelen wat men
begrijpt en het begrijpen van kunst en
schoonheid wordt bepaald door de
gevoelsvermogens der hersenen. Men zal
kunnen bevatten alleen wat beneden of
gelijk is aan de vermogens die men heeft
oin schoonheid te voelen, aan het gevoel
voor schoonheid, de kunst die men zelf
in zich heeft. Men kan niet gevoelen
schoonheid, waarvoor een grooter zenuw
en hersengevoeligheid, hooger artisticiteit
noodig was. Het is in ieder geval goed
er aan te denken dat de meest artistieke
persoon de beste criticus is en niet te
veel gewicht in zijn meeningen te leggen.
Het is ook beter zich niet tegen het
nieuwe, dat toch komen moet, te ver
zetten. Ook is het goed zich niet in te
beelden dat het nieuwe leelijker behoeft
te zijn dan het oude. De voorzienigheid
beschikt het anders. Men moet niet te
beangst zijn voor de toekomst. De wereld
zal toch over het geheel genomen in
mooi niet achteruitgaan en het peil van
het schoonstbereikbare zal toch wel niet
verminderen met den voortgang der be
schaving ; ik denk eerder het tegendeel.
Vries Jr., J. Dijkmann, C. Ingwersen, H.
D. von Meyenfeldt en W. Kuijper.
De geneesheeren zijn: Dr. J. W. de Bruijne,
Dr. W. Holleman, Dr. C. B. Tilanus, terwijl
ook Dr. D. Mac Gillavry als chirurg en Dr.
J. M. ten Cate voor neus- keel- en oorziekten
hun hulp zullen verleenen.
GOS.
Neen, het zijn de menschen, waarop het
aankomt. Als ze groot genoeg en sterk
zSjn, zullen ze mooie dingen scheppen,
het mooistmogelijke verwezenlijken. Ze
zullen het nieuwe niet trachten tegen te
houden, maar terstond doen wat nuttig
en noodzakelijk is. Wat zuiver ontstaan
is om redenen van noodzakelijkheid en
overwegingen van techniek is dikwijls
reeds schoon of eenvoudig. Het is schoon
zonder de kracht der menschen. Er wordt
ontzaglijk veel verknoeid door de men
schen in hun verfraaiingszucht.
Kunst is luxe. Hoe een goed iets ik
kunst ook vind zelf houd ik er eigenlijk
meer van dan van iets ik meen dat
iu het algemeen genomen de kunst
achter moet staan bij het nuttige, want
ik houd het goede voor iets hoogers dan
het schoone. Ik heb de overtuiging dat
het met het schoone altijd terechtkomt.
Amsterdam vooral is een grootendeels
zeer oude stad met zijn tallooae oude
en laaggelegen grachten, zijn ontelbare
ouderwetsche huizen en zijn vele ronde
bruggen.
Ik wil vooropstellen dat ik buitenge
wone herinneringen heb van sommige
situaties van ouderwetsche grachten,
herinneringen van emoties die behooren
onder de edelste die ik gehad heb.
De voorwaarden voor die fijne, jaren
lang bijna dagelijks terugkeerende
genietingen, waren echter dat het win
ter was en avond. De avond maakt
alles waar iets pp aan te merken is,
mooier en de winter eigent zich meer,
maakt meer gepredisponeerd om van het
oude te genieten; het verleden is minder
grijs in de grijsheid van den winter.
Maar de zomer en de dag zijn mij fataal
gebleken voor de oude grachten van een
modern standpunt beschouwd. Ook is de
zomer schadend of zelfs verderfelijk voor
het eigenlijke mooi er van, want het
groen der boomen is doorgaans een
minderwaardig of een doodend element