De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 4 september pagina 6

4 september 1904 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

SoesMijl DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1419 s.'. Eene historische schelf, door J. H. v. DODEWEEBD. I. Vroolyk wappert thans het Nederlandsche dundoek van het lustslot Soestdijk, ten teeken dat ome Koningin-Moeder het bewoont. Ook H. M. de Koningin en de Prins Gemaal logeeren op dit paleis van ty'd tot t^d en HOO vond schrijver dezes het ook voor d lezers van deze courant niet ondienstig een ^ overzicht te geven van de wording van dit 'paleis en domein, waarvan de Hooge bewo ners steeds nauw vereenigd zijn geweest met het lief en leed, dat Nederland wedervoer. Onder Karel de Groote, Keizer Otto en Hendrik V wordt de streek onzer beschouwing die in latere tijden tot de schoonste van Nederland gerekend zou worden, genaamd lan den vol woudstreken, poelen en moerassen". In latere tijden hadden hier herhaalde malen botsingen plaats tusschen de graven vaa Holtand en de Utrechtsche bisschoppen en was de oude gouwe Flehité", zooals deze streek, in de middeleeuwen heette, dikwijls het tooneel van een bloedigen strijd. In 1356 werd Soest door de Hollanders verbrand en later hadden deze gewesten zeer te lijden van den woesten Gelderschen krygsoverste Jïaarten van Rosjiim. In 1572 bezette Graaf Willem van den Berg met zijne ruwe Geuzenbedden Amersfoort en hadden de bewoners toen, evenals later, veel te verduren van de Spanjaarden onder Frederik de Toledo en Bossu. In 1586 vielen de Spanjaarden onder Taxis weder in deze streek en roofden en plunderden niet alleen, maar brandden verder alles plat, wat z\j niet konden meenemen. Wij schreven 1374. De oorlog met de vier mogendheden, waarvan de geschiedschrijver segt, dat het volk radeloos, de regeering redeloos en het land reddeloos was", naderde zyn einde of werd op buitenlandsch gebied met roem voortgezet, na in een groot ge deelte van Nederland en voornamelijk in de provincie Utrecht diepe sporen van wee en geweld te hebben achtergelaten. Naarden, Utrecht en Amersfoort waren in handen der Franschen gevallen en de be woners van Gooi- en Eemland hadden ver schrikkelijk te lijden gehad van de afpersingen, rooverijen en plunderingen der Fransche soldaten. De toestand van de provincie Utrecht Was dan ook allertreurigst toen d Franachen dit gewest in 1673 verlieten. Daarbij kwamen nog de vernederingen die het Sticht moest verduren in de vergadering der Staten van Holland. Wat moest men met Utrecht beginnen? De eischen waren hard; óf grondgebied afstaan aan de Staten van Holland, of den rang verliezen in het oude bondgenootschap de Unie. En waarom niet? Hadden Amersfoort en Utrecht hunne poorten niet bijna zonder slag of stoot voor den Zomerkoning geopend, had de lelievaan d»r Bourbons niet ruim een jaar van den hoogen domtoren gewapperd? Utrecht had 'immers het gezag erkend van een buiten landsch vorst en daarvoor moest het Sticht vernederd worden. Voor die vernederingen bleef het echter gespaard door tusschenkomst van den Vorst, die ons land, Engeland en geheel Europa ten zegen is geweest en de grondlegger was van het paleis te Soestdijk. De jonge Prins-Stadhouder sprong in de Staten van Holland zoo krachtig voor de rechten van Utrecht in de bres, dat de Staten hem ..machtigden de zaken in Utrecht te .regelen naar de billijke voorwaarden, door hem zelven voorgesteld. Utrecht dankte dus den ouden rang in de Unie aan Willem III, die dan ook tot Stadhouder van deze pro vincie werd benoemd. Den 26en April kocht de Prins van Jacob de Graeflf, zoon vanden Amsterdams chen burgemeester Cornelis de Graeff eene hofstede onder Baarn, met het doel hier eene Lustplaetse ende Wildbane" op te richten, genaamd Zoestdijk". De af leiding van dezen naam is niet ver te zoeken; in een charter van 26 Augustus 1426 wordt reeds gewag gemaakt van die dyck, die dyckwege en de slote Zoesdyk" zoodat hier oorspronkelijk een dijk of waterkeering zal geweest zijn, om deze lage landen tegen overstroomingen der Eem te beveiligen. Hierbij volgt de origineele koopacte, nog in *hèt archief van Soestdijk aanwezig : Wij, Kodolf van Ewijk, Schout, Hendrik Jorden en Cornelis Cornelisz van de Vuerst, Schepenen te> Baarn, oirconden en kennen, dat voor ? ons gecompareert is de heer Mr. Jacob de Graeff, woonachtig tot Amsterdam, sooii en medeërfgenaam van wijlen den heer Cornelis de Graeff, Heere van Suyd Polsbroek, Burgemeester en Eaed der voornoemde stadt en uyt dien hoofde eigenaar van 't perceel hierna genomineert en geliedet, vercóft, opgedragen en guyt geschouwen te hebben aen en ten behoeve van Zyn Hoocheid den Heere Prince van Oranje eene hofstede met syn bepotinge en beplantinge en alle 't gene aerd ende nagelvast is, gelegen aen Soestdyck; belend ten suyden d'erfgenamen van wijlen den Heer Aert van Westrenen en ten noorden d'erfgenamen van Daniel van Wee, wederzijds ter halver sloot streckende voor ter halver wegen toe; achter aen d'erfgenamen van Gerrit Hooft, van gelycken ter halver sloot; en hij Heere Comparant geliede daer of voldaen en wel betaalt te wezen, den laetsten penning met den eersten, zoodat hij daeromme beloofde, onder verband van alle syne goe deren, roerende en onroerende, present en toecomende de voorsz. hofstede en de syn bepotinge en beplantinge te vrijen en vrij te waren van alle commeren en lasten, uytgesondert 's Heeren lasten en voorts als erfcoopsrecht is en alle in de brieve af te nemen zonder argh of list." In oirconde bezegelt en onderteekent den XXVI Aprilis A°XVIc vier en zeventig. K. van Ewijk 1674 Cornelisz van de Vuerst Hendrik Jordens Oirconde my Secretaris van Eembrugge ende Nots. H. Verwoert, Not. ende Secrets. 1674. Archief van Soestdijk Inventaris A No. l Origineel op perkament met uithangend zegel van Budolf van Ewijk. Het doel van dezen koop was voor den Prins aldaar eene Lustplaetse endeWildbane" op te richten en geen wonder, de jacht was bij voorkeur zijne uitspanning. Wel bezat de Prins Dieren, maar ook daar had de oorlog in al zijne hevigheid gewoed en eerst in 1686 werd de Prins beleend met het Loo. Misschien zijn er nog andere drijfveeren. fiteweest. die Willem III tot dezen koop deden besluiten. In de provincie Utrecht lagen vele adelijke goederen, en het is niet te verwonderen, dat de Prins in dit gewest, aan hem zooveel verschuldigd, niet alleen als stadhouder, maar ook aanzienlijk grond bezitter meerderen invloed wilde hebben. Voor deze deerlijk geteisterde streek was een heer als prins Willem III zeer welkom. Soestdijk werd geheel ingericht alsjachtslot, hetgeen aan verscheidene handen brood en werk verschafte. In 1674 gaven de Staten van Utrecht een bewijs van erkentelijkheid jegens den stadhouder, door hem in de leger plaats te Ordinges de hooge, vrije, lage en middelbare heerlijkheid van Soest, Baarn, ter Eem en de beide Eemnessen op te dragen. (Dit prachtig origineel wordt in het archief van Soestdijk bewaard). Deze hulde verhoogde zeer de macht en het aanzien des Prinses; uit dien hoofde bezat hij thans landsheerlijke rechten, zooals Gelderland hem reeds had willen aanbieden. In hetzelfde jaar had de Prins zijne goederen vergroot door van Johan Hooft de bezitting Eykendaal" te koopen, welke met Soestdijk werd vereenigd. In 1678 vinden wy den Prins met zijne gemalin op Soestdijk, doch dikwijls schijnt hij hier niet vertoefd te hebben. De tijdsomstandigheden waren nu juist niet gunstig om zich geheel aan het jachtvermaak te wijden en buiten Staats zorgen te blijven. In 1674 had de Prins over zijn jachtgebied een jagermeester en over zijn rechtsgebied een drossaart aangesteld. In 1676 kocht hy de gronden, waarop een laan werd aangelegd, thans de schoone Koningslaan, aan welks einde de Naald van Waterloo prijkt. Behalve aan Soestdijk had de Prins ook veel ten koste gelegd aan Dieren en Soeren, terwijl hij daarenboven dikwijls in Engeland vertoefde. In 1680 houdt de vergrooting van Soestdyk op en besloeg toen eene oppervlakte van 174 morgen (149.64 H.A.) Het lustslot hoewel de kern van het tegenwoordige uitgestrekte lustverblijf, was toen reeds den naam van vorstelijk overwaardig, al was dan ook het voorplein met onoogelijke houten huisjes bedekt, die dienden voor stallen, hondenhokken enz. Eondom het paleis zag men de gewrochten der toen malige tuinbouwkunst, oorspronkelijk als Hollandsche stijl bekend, maar sedert den aanleg van het vermaarde Versailles aan geduid als de vinding van Le Nötre. Men had destijds daar reeds terrassen en sprin gende fonteinen, waarvan het water door molens werd opgevoerd, kostbare vogel- en plantensoorten. Toen Willem III stierf, bleek, dat hy tot zijn eenigen erfgenaam benoemd had den jongen Frieschen stadhouder Johan Willem Friso, doch over deze erflating ontstond ge schil met den Koning van Pruisen, die ook op een deel der erfenis aanspraak maakte. Nadat dit geschil in der minne was bijge legd, had de dappere Johan Willem Friso reeds bij Moerdijk zijn graf in de golven gevonden en verviel het domein Soestdijk aan de prinses-douairière van Oranje, Maria Louisa van Hessen Kassei (Marijke Meu) Deze vorstin, die een voorliefde voor Soest dijk bezat, verwisselde niet zelden haar huizinge in Leeuwarden met dit lustslot. Daar haar zoon Willem Carel Hendrik Friso zich te Utrecht bevond tot het voltooien zijner academische studiën, bewoonde zijne moeder 's zomers Soestdijk en liet het aan merkelijk verfraaien. De gebouwen en stallen werden aan de overzijde van den straatweg gebracht, waar zich reeds het huis van den jagermeester bevond. Was bij de afschaffing der stadhouderlijke waardigheid in dit gewest het recht over de Willem III opgedragen heerlijkheden ver vallen, Maria Louise kocht het weder terug en bevestigde het weder opnieuw. Ook moet destijds het plan bestaan hebben een vaart te graven tussuhen de Kern ende Zuiderzee. Veel werd er aan Soestdijk om dezen tijd niet vergroot, hetgeen zeker samenhing met de onzekerheid der bezitting, totdat het tractaat van Dieren hieraan den einde maakte. Toen Willem Carel Hendrik Friso in 1747 onder den naam van Willem IV Stadhouder werd, lieten de Staten van Utrecht niet na hem dezelfde beleefdheid te bewijzen als aan Willem III en droegen den Prins weder de hooge rechten over Baarn, Soest, ter Eem en de beide Eemnessen op. Willem IV mocht niet lang in het oagestoorde bezit van Soest dijk blijven; hij stierf reeds in 1751 en liet zijne waardigheden na aan zijn jeugdigen zoon, die onder voogdijschap van zijne moe der, prinses Anna van Groot-Brittannië, zijn vader als erfstadhouder opvolgde. Wat in 1732 aan den Koning van Pruisen was af gestaan, werd in 1754 voor 705,000 gulden teruggebracht. Ook de Staten van Utrecht droegen den Prins weder de hooge rechten over Baarn en omliggende plaatsen op. Onder voogdijschap van prinses Anna gaat Soestdijk weder een schoone toekomst tege moet. De Prinses kocht van een der aan zienlijkste Amsterdamsche regeeringsgeslachten, de familie Deutz, in 1778 eene hofstede onder Baarn genaamd de Eult". Op dezen Eult had Johan deWitt in 1668 een tijdlang doorge bracht bij zyn zwager Jan Deutz. De rust, die de Raadspensionaris in deze schoone streek dacht te vinden, was kortstondig; zijne vrouw, Wendela Bicker, werd op den Kult gevaarlijk ziek en met moeite werd zij naar den Haag verroerd, om daar te sterven. Met den dood zijner vrouw verdween ook weldra de gelukszon van den Raadpensionaris. De Kult werd door prinses Anna aangekocht voor 31,000 gulden, de andere perceelen voor 8000 gulden. Wat de vreemdeling verstaat onder het Baarnsche bosch is in hoofdzaak grondgebied van den Eult. De Groote Kom, de Kleine Kom, de Troon, de Komedie en Doolhof zijn overblijfselen van tuinarchitectuur uit den tijd van prinses Anna en haar zoon Willem V. Als stijl van Le Notre bestempeld, wordt de natuur ge dwongen de regels der kunst te volgen. Op kleine schaal aangebracht, wordt dit kunst matige dikwijls smakeloos knutselwerk, doch op groote uitgestrektheid toegepast als in het Baarnsche bosch, laat deze achttiende-eeuwsche tuinierskunst niet na indruk te maken, daar dit bosch aan wilde partijen rijk ge noeg is. Onder de verkoopers van grond aan de vorstelijke familie treffen wij nog eenmaal aan de Amsterdamsche familie De Graeff. De uitgestrekte bezittingen van De Graefl', Deutz en Hooft waren nu geheel in het uit gebreide domein Soestdijk opgelost. Toen de Stadhouder Willem V met zijne jeugdige gemalin Wilhelmina van Pruisen van Berlijn naar den Haag komende, Soestdijk bezocht, werden zij niet alleen door een juichende menigte ontvangen, maar bescheen de zon zoo vroolijk het vorstelijk landgoed, alsof alles ademde van eeuwigdurende vrede en zonneschijn. Doch es halt nicht sollen sein". Hoe spoedig werd men het tegendeel gewaar; donkere wolken trokken zich onheil spellend aan den horizon te samen, niet alleen noodlottig voor ons vaderland en het stadhouderlijk gezin, maar ook voor het lustslot Soestdijk. De geschiedenis van dit lustslot in die dagen geeft dan ook een ge trouw beeld weer van den toestand des lands. Botsingen hadden plaats tusschen de gewapende machten, het eerste burgerbloed begon te stroomen. De Stadhouder had zijn zetel verplaatst van Den Haag naar het aloude Valkenhof te Nijmegen en een schijn van macht was hem slechts overgebleven. Pruisen zond een leger naar de Nederlanden om den smaad, 's Konings zuster by de Goejanverwellesluis aangedaan, te wreken. (Wordt vervolgd). MnMiiMMmntiimMmiifiiiitiMiiiiiiiitiiiUHmiHiiHHHiiiiiiiMiiiHifMiii*t UIT DB NATUUR LXXIV. Artismaand. Wie door omstandigheden geen lid van Artis kan zijn, heeft nu in de Septembermaand weer gelegenheid een kijkje te gaan nemen. 't Is te hopen, dat het er storm zal loopen, voor de kas van Artis en voor de bezoekers beide. Om te volte hoeft niemand weg te blij ven; een paar duizend menschen loopen er elkaar niet in den weg, en voor de variatie kan men zich met de bezoekers, die voor ons staan en 't gezicht benemen, evengoed eens eventjes amuseeren als met de dieren. Zelden was er in de Septembermaand, wat de dieren betreft, zooveel extra's te kijk als dezen keer. Er zijn van den zomer heel wat zeldzame en mooie dieren in den tuin geboren en daarbij zijn er, die verreweg de meeste menschen maar hoogst zelden onder de oogen zullen krijgen. Om te beginnen de jonge zebra; die is half Juli ter wereld gekomen; het dier heeft nog het lummelachtige, dat alle jonge veulens, ook van de stevige zebra's eigen is. Dat ligt gewoonlijk aan de pooten, die onevenredig lang schijnen. Maar de teekening van ons zebra-veulentje is zoo keurig, zijn streepjes pakje staat het ventje zoo net, dat groote en kleine menschen het met plezier een poosje staan te bewonderen, 't Is zijn mooie moeder in miniatuur, wat de rompteekening betreft; n klein verschil is er dat in 't voordeel van 't kleintje uitvalt. U moet eens opletten, hoe mooi het zebrapatroon op de bovenzijden door slangelijntjes is gevarieerd; die breken het rechte streperige dat zonder die golfjes wat stijf zou lijken. Dan is er ook weer een jonge poema in de roofdierengalerij, het jonge dier is een snoezig poesje; om zoo op den schoot te nemen; het is nog pas een paar weken oud en nog wat onvast op de pooten, 't kijkt ook nog heel nieuwsgierig naar de menschen en beschouwt zyn moeder's staart als geschapen, om hem tot speelgoed te dienen. De jonge kraanvogel, het elk jaar terugkeerende cadeau aan Artis van de beide Chineesche vogels die achter in den tuin een villa apart hebben, is al flink gegroeid ; hij heeft nog 't bruin»met gele jeugdkleed aan, maar stappen doet hij al zoo kranig als pa en ma. Om te schaterlachen is het, als zy met Ko wilde maar niet naar de camera zien en Baby sprong onverwachts op den arm van den oppasser. hun drieën parademarsch maken ; het jong kijkt schuin naar de pootbewegingen van zijn ouders en tracht het- nét zoo statig na te doen; wat een enkelen keer mislukt, doch dan trippelt hy gauw weer in de maat, en stap, stap gaat 't verder. Het meeste bekijks zal liet jonge nijlpaard waarschijnlijk ten deel vallen. Wie het treft, dat het buiten is, of uit of in het bassin wandelt, mag van geluk spreken; dan alleen krijgt men het goed te zien. In 't binnenbassin komt meestal niet veel rneer dan de kop boven water, als het met de moeder aan 't stoeien is. Het is wat slanker en wat roziger van tint dan de logge ouders, overigens een goed geslaagd copie, zonder de tandjes. Er zijn nog meer jongelui. Den tweeden, Augustus is er een bison geboren ; weer een stierkalf net als verleden jaar. Maar wat een verschil, dat nuchtere kalfskopje naast den reusachtigen bullekop van den ouden stier. Hoeveel camera's er al gericht zijn op het mooi roodbruine beestje, terwijl het zoo onge geneerd zijn levende melkflesch leeghaalde, is niet te zeggen; maar zelden echter gelukken zulke foto's. Het moeten natuurlijk momentop namen zijn en nog al snel ook, want het jong is vol levenslust en evenals alle kalveren huppelt het graag. Daarbij komt nog de bruine kleur der dieren: de wanhoopskleur van de meeste amateur-fotografen, die niet met hon derdguldens-lenzen werken. Ook het dichte bladerdak van den tuin is niet bevorderlijk voor het welslagen van moment-opnamen, hoe zonnig het buiten ook is. Dat hebben wij voor de zooveelste maal ondervonden toen we verleden week weer eens het onmogelijke beproefden en beide nieuwe jeugdige orang-oetangetjes in vrijheid wilden kieken. Kiekjes nemen van laatigdartele, ondeugende, eigenwijze of koppige kinderen is al een hachelijk bestaan, op 't atelier van den vakman zoowel als in den tuin of op 't plaatsje van den amateur .'Binnens huis gaat het heelemaal niet van wege 't weinige licht. Maar jonge apen onder de booiuen, dat is een totaal onbegonnen werk. De kiekjes hierbij zijn dan ook alleen gebank staan; hoe hy ook beet in zyn klimstofc, hy mocht niet verder van zyn plaats dan de riem lang was. Der Dritte im Bunde is Baby, het aardige jonge aapje dat met de zuigftesch is grootgebracht, myn lezers wel bekend. Hij gaat vrijpostig bij de bezoekers rond, ook buiten het perk, klimt op de schouders van de kinderen en snuffelt in hun zakken of ze ook lekkers voor hem by zich hebben. Nu schy'nt Ko wijzer te zijn geworden, ten minste van de week mocht hy weer los loopen en hij liet de kameraden tamelijk met rust. Ijrouwens, men moet zeggen se zijn merk waardig gehoorzaam; hun opvoeding is in goede handen, dat blijkt. Wel zullen ze nog Mieke durft niet opkijken en Ko balt de vuist. plaatst om te laten zien, hoe glansrijk 't mis lukt is, n om andere amateurs te troosten. Natuurlijk genieten deze beide menschaapjes maar een betrekkelijke vrijheid; ze staan onder behoorlijk toezicht. Toch heeft het groote grasveld voor 't apenhuis een buitengewone aantrekkelijkheid gekregen, sedert daar de beide Borneoërs hun streken mogen uithalen. Als 't zomerweder 't maar even gedoogt, wordt hun glazen hok geopend, en aan de hand van de oppassers stappen ze den tuin in. Ze zijn daarbij niet uitgelaten blij als hondjes, het gaat er veel ingetogener toe, maar ge moet de oogen zien glinsteren en de eenparige versnelling eens bespieden, waar mee de dikbuikjes op 't grasveld toestappen. Ko was in 't eerst wat stout, hij plaagde Mieke, zijn kameraadje, geweldig, toen kreeg hij een riem om, en hij alleen moest op de menige stoutigheid moeten afleeren. Dat het echte boomapen zy'n, ziet men eerst recht als ze de hand van de oppassers ont glippen, vlug de ladder opklauteren en ver der over, onder en langs de takken van den hoogen eikenboom marcheeren, die midden op het perk staat. De mooie boom vaart er heel slecht bij. De dagelyksche openluchtkuur, de gymnastische oefeningen op 't gras en in boomen blijken uitmuntende middelen te zijn om deze tropische dieren gezond te houden. Langzamerhand zullen ze zoodoende aan de herfstkoelten gaan wennen. Hebben ze maar eerst een paar zomers op die wijze buiten doorgebracht en zijn ze den winter gezond door gekomen, dan bestaat er gegronde hoop, dat ze zullen acclimatiseeren, volwassen worden en wie weet wat dan nog gebeurt, 't Is hier nog nooit gelukt een Orang-oetang lang J. J. BIESING, KLunsthanael. 8.&RAVENHAGE, Molenstraat 65,65A en 67. Moderne Schilderijen, Aquarellen en Gravures. Panorama-Gebouw. Amsterdam, Plantage. Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil derijen, Perzische Tapijten. Taste prijzen. Toegang Laat Uwe woning inrichten d»»r ,,BEPHOEiM",ilS'Ainster<l. Nieuwe ontwerpen. Smaakvolle ensembles. Zeer billijke noteering. Foto's en Prijscouranten en Begrootingen gratis. Plaatsing door eigen personeel onder volledige garantie. Vele attesten. AmSTERDAffl AARDEWERK GELS i BINNEN-! HUIS INRICHTINGTOT MEUBELEERING EN-VERSIERING SDER-WONING I2O-ROKIN-120

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl