Historisch Archief 1877-1940
SoesMijl
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1419
s.'.
Eene historische schelf, door J. H. v. DODEWEEBD.
I.
Vroolyk wappert thans het Nederlandsche
dundoek van het lustslot Soestdijk, ten teeken
dat ome Koningin-Moeder het bewoont. Ook
H. M. de Koningin en de Prins Gemaal
logeeren op dit paleis van ty'd tot t^d en
HOO vond schrijver dezes het ook voor d
lezers van deze courant niet ondienstig een
^ overzicht te geven van de wording van dit
'paleis en domein, waarvan de Hooge bewo
ners steeds nauw vereenigd zijn geweest met
het lief en leed, dat Nederland wedervoer.
Onder Karel de Groote, Keizer Otto en
Hendrik V wordt de streek onzer beschouwing
die in latere tijden tot de schoonste van
Nederland gerekend zou worden, genaamd lan
den vol woudstreken, poelen en moerassen".
In latere tijden hadden hier herhaalde
malen botsingen plaats tusschen de graven
vaa Holtand en de Utrechtsche bisschoppen
en was de oude gouwe Flehité", zooals deze
streek, in de middeleeuwen heette, dikwijls
het tooneel van een bloedigen strijd. In
1356 werd Soest door de Hollanders verbrand
en later hadden deze gewesten zeer te lijden
van den woesten Gelderschen krygsoverste
Jïaarten van Rosjiim. In 1572 bezette Graaf
Willem van den Berg met zijne ruwe
Geuzenbedden Amersfoort en hadden de bewoners
toen, evenals later, veel te verduren van de
Spanjaarden onder Frederik de Toledo en
Bossu. In 1586 vielen de Spanjaarden onder
Taxis weder in deze streek en roofden en
plunderden niet alleen, maar brandden verder
alles plat, wat z\j niet konden meenemen.
Wij schreven 1374. De oorlog met de vier
mogendheden, waarvan de geschiedschrijver
segt, dat het volk radeloos, de regeering
redeloos en het land reddeloos was", naderde
zyn einde of werd op buitenlandsch gebied
met roem voortgezet, na in een groot ge
deelte van Nederland en voornamelijk in de
provincie Utrecht diepe sporen van wee en
geweld te hebben achtergelaten.
Naarden, Utrecht en Amersfoort waren in
handen der Franschen gevallen en de be
woners van Gooi- en Eemland hadden ver
schrikkelijk te lijden gehad van de afpersingen,
rooverijen en plunderingen der Fransche
soldaten. De toestand van de provincie
Utrecht Was dan ook allertreurigst toen d
Franachen dit gewest in 1673 verlieten.
Daarbij kwamen nog de vernederingen die
het Sticht moest verduren in de vergadering
der Staten van Holland. Wat moest men
met Utrecht beginnen? De eischen waren
hard; óf grondgebied afstaan aan de Staten
van Holland, of den rang verliezen in het
oude bondgenootschap de Unie. En waarom
niet? Hadden Amersfoort en Utrecht hunne
poorten niet bijna zonder slag of stoot voor
den Zomerkoning geopend, had de lelievaan
d»r Bourbons niet ruim een jaar van den
hoogen domtoren gewapperd? Utrecht had
'immers het gezag erkend van een buiten
landsch vorst en daarvoor moest het Sticht
vernederd worden. Voor die vernederingen
bleef het echter gespaard door tusschenkomst
van den Vorst, die ons land, Engeland en
geheel Europa ten zegen is geweest en de
grondlegger was van het paleis te Soestdijk.
De jonge Prins-Stadhouder sprong in de
Staten van Holland zoo krachtig voor de
rechten van Utrecht in de bres, dat de Staten
hem ..machtigden de zaken in Utrecht te
.regelen naar de billijke voorwaarden, door
hem zelven voorgesteld. Utrecht dankte dus
den ouden rang in de Unie aan Willem III,
die dan ook tot Stadhouder van deze pro
vincie werd benoemd. Den 26en April kocht
de Prins van Jacob de Graeflf, zoon vanden
Amsterdams chen burgemeester Cornelis de
Graeff eene hofstede onder Baarn, met het
doel hier eene Lustplaetse ende Wildbane"
op te richten, genaamd Zoestdijk". De af
leiding van dezen naam is niet ver te zoeken;
in een charter van 26 Augustus 1426 wordt
reeds gewag gemaakt van die dyck, die
dyckwege en de slote Zoesdyk" zoodat hier
oorspronkelijk een dijk of waterkeering zal
geweest zijn, om deze lage landen tegen
overstroomingen der Eem te beveiligen.
Hierbij volgt de origineele koopacte, nog
in *hèt archief van Soestdijk aanwezig :
Wij, Kodolf van Ewijk, Schout, Hendrik
Jorden en Cornelis Cornelisz van de Vuerst,
Schepenen te> Baarn, oirconden en kennen,
dat voor ? ons gecompareert is de heer Mr.
Jacob de Graeff, woonachtig tot Amsterdam,
sooii en medeërfgenaam van wijlen den heer
Cornelis de Graeff, Heere van Suyd Polsbroek,
Burgemeester en Eaed der voornoemde stadt
en uyt dien hoofde eigenaar van 't perceel
hierna genomineert en geliedet, vercóft,
opgedragen en guyt geschouwen te hebben
aen en ten behoeve van Zyn Hoocheid den
Heere Prince van Oranje eene hofstede met
syn bepotinge en beplantinge en alle 't gene
aerd ende nagelvast is, gelegen aen Soestdyck;
belend ten suyden d'erfgenamen van wijlen
den Heer Aert van Westrenen en ten noorden
d'erfgenamen van Daniel van Wee, wederzijds
ter halver sloot streckende voor ter halver
wegen toe; achter aen d'erfgenamen van
Gerrit Hooft, van gelycken ter halver sloot;
en hij Heere Comparant geliede daer of
voldaen en wel betaalt te wezen, den laetsten
penning met den eersten, zoodat hij daeromme
beloofde, onder verband van alle syne goe
deren, roerende en onroerende, present en
toecomende de voorsz. hofstede en de syn
bepotinge en beplantinge te vrijen en vrij
te waren van alle commeren en lasten,
uytgesondert 's Heeren lasten en voorts als
erfcoopsrecht is en alle in de brieve af te
nemen zonder argh of list."
In oirconde bezegelt en onderteekent den
XXVI Aprilis A°XVIc vier en zeventig.
K. van Ewijk 1674
Cornelisz van de Vuerst
Hendrik Jordens
Oirconde my Secretaris van
Eembrugge ende Nots.
H. Verwoert, Not. ende Secrets.
1674.
Archief van Soestdijk
Inventaris A No. l
Origineel op perkament met
uithangend zegel van
Budolf van Ewijk.
Het doel van dezen koop was voor den
Prins aldaar eene Lustplaetse endeWildbane"
op te richten en geen wonder, de jacht was
bij voorkeur zijne uitspanning.
Wel bezat de Prins Dieren, maar ook daar
had de oorlog in al zijne hevigheid gewoed
en eerst in 1686 werd de Prins beleend met
het Loo. Misschien zijn er nog andere
drijfveeren. fiteweest. die Willem III tot dezen
koop deden besluiten. In de provincie Utrecht
lagen vele adelijke goederen, en het is niet
te verwonderen, dat de Prins in dit gewest,
aan hem zooveel verschuldigd, niet alleen
als stadhouder, maar ook aanzienlijk grond
bezitter meerderen invloed wilde hebben.
Voor deze deerlijk geteisterde streek was
een heer als prins Willem III zeer welkom.
Soestdijk werd geheel ingericht alsjachtslot,
hetgeen aan verscheidene handen brood en
werk verschafte. In 1674 gaven de Staten
van Utrecht een bewijs van erkentelijkheid
jegens den stadhouder, door hem in de leger
plaats te Ordinges de hooge, vrije, lage en
middelbare heerlijkheid van Soest, Baarn,
ter Eem en de beide Eemnessen op te dragen.
(Dit prachtig origineel wordt in het archief
van Soestdijk bewaard).
Deze hulde verhoogde zeer de macht en
het aanzien des Prinses; uit dien hoofde
bezat hij thans landsheerlijke rechten, zooals
Gelderland hem reeds had willen aanbieden.
In hetzelfde jaar had de Prins zijne goederen
vergroot door van Johan Hooft de bezitting
Eykendaal" te koopen, welke met Soestdijk
werd vereenigd. In 1678 vinden wy den
Prins met zijne gemalin op Soestdijk, doch
dikwijls schijnt hij hier niet vertoefd te
hebben. De tijdsomstandigheden waren nu
juist niet gunstig om zich geheel aan het
jachtvermaak te wijden en buiten Staats
zorgen te blijven. In 1674 had de Prins over
zijn jachtgebied een jagermeester en over
zijn rechtsgebied een drossaart aangesteld.
In 1676 kocht hy de gronden, waarop een
laan werd aangelegd, thans de schoone
Koningslaan, aan welks einde de Naald van
Waterloo prijkt. Behalve aan Soestdijk had
de Prins ook veel ten koste gelegd aan
Dieren en Soeren, terwijl hij daarenboven
dikwijls in Engeland vertoefde. In 1680 houdt
de vergrooting van Soestdyk op en besloeg
toen eene oppervlakte van 174 morgen (149.64
H.A.) Het lustslot hoewel de kern van het
tegenwoordige uitgestrekte lustverblijf, was
toen reeds den naam van vorstelijk
overwaardig, al was dan ook het voorplein met
onoogelijke houten huisjes bedekt, die dienden
voor stallen, hondenhokken enz. Eondom
het paleis zag men de gewrochten der toen
malige tuinbouwkunst, oorspronkelijk als
Hollandsche stijl bekend, maar sedert den
aanleg van het vermaarde Versailles aan
geduid als de vinding van Le Nötre. Men
had destijds daar reeds terrassen en sprin
gende fonteinen, waarvan het water door
molens werd opgevoerd, kostbare vogel- en
plantensoorten.
Toen Willem III stierf, bleek, dat hy tot
zijn eenigen erfgenaam benoemd had den
jongen Frieschen stadhouder Johan Willem
Friso, doch over deze erflating ontstond ge
schil met den Koning van Pruisen, die ook
op een deel der erfenis aanspraak maakte.
Nadat dit geschil in der minne was bijge
legd, had de dappere Johan Willem Friso
reeds bij Moerdijk zijn graf in de golven
gevonden en verviel het domein Soestdijk
aan de prinses-douairière van Oranje, Maria
Louisa van Hessen Kassei (Marijke Meu)
Deze vorstin, die een voorliefde voor Soest
dijk bezat, verwisselde niet zelden haar
huizinge in Leeuwarden met dit lustslot.
Daar haar zoon Willem Carel Hendrik Friso
zich te Utrecht bevond tot het voltooien
zijner academische studiën, bewoonde zijne
moeder 's zomers Soestdijk en liet het aan
merkelijk verfraaien. De gebouwen en stallen
werden aan de overzijde van den straatweg
gebracht, waar zich reeds het huis van den
jagermeester bevond.
Was bij de afschaffing der stadhouderlijke
waardigheid in dit gewest het recht over de
Willem III opgedragen heerlijkheden ver
vallen, Maria Louise kocht het weder terug
en bevestigde het weder opnieuw.
Ook moet destijds het plan bestaan hebben
een vaart te graven tussuhen de Kern ende
Zuiderzee.
Veel werd er aan Soestdijk om dezen tijd
niet vergroot, hetgeen zeker samenhing met
de onzekerheid der bezitting, totdat het
tractaat van Dieren hieraan den einde maakte.
Toen Willem Carel Hendrik Friso in 1747
onder den naam van Willem IV Stadhouder
werd, lieten de Staten van Utrecht niet na
hem dezelfde beleefdheid te bewijzen als aan
Willem III en droegen den Prins weder de
hooge rechten over Baarn, Soest, ter Eem
en de beide Eemnessen op. Willem IV mocht
niet lang in het oagestoorde bezit van Soest
dijk blijven; hij stierf reeds in 1751 en liet
zijne waardigheden na aan zijn jeugdigen
zoon, die onder voogdijschap van zijne moe
der, prinses Anna van Groot-Brittannië, zijn
vader als erfstadhouder opvolgde. Wat in
1732 aan den Koning van Pruisen was af
gestaan, werd in 1754 voor 705,000 gulden
teruggebracht. Ook de Staten van Utrecht
droegen den Prins weder de hooge rechten
over Baarn en omliggende plaatsen op.
Onder voogdijschap van prinses Anna gaat
Soestdijk weder een schoone toekomst tege
moet. De Prinses kocht van een der aan
zienlijkste Amsterdamsche
regeeringsgeslachten, de familie Deutz, in 1778 eene hofstede
onder Baarn genaamd de Eult". Op dezen Eult
had Johan deWitt in 1668 een tijdlang doorge
bracht bij zyn zwager Jan Deutz. De rust, die de
Raadspensionaris in deze schoone streek dacht
te vinden, was kortstondig; zijne vrouw,
Wendela Bicker, werd op den Kult gevaarlijk
ziek en met moeite werd zij naar den Haag
verroerd, om daar te sterven. Met den dood
zijner vrouw verdween ook weldra de
gelukszon van den Raadpensionaris. De Kult werd
door prinses Anna aangekocht voor 31,000
gulden, de andere perceelen voor 8000 gulden.
Wat de vreemdeling verstaat onder het
Baarnsche bosch is in hoofdzaak grondgebied
van den Eult.
De Groote Kom, de Kleine Kom, de Troon,
de Komedie en Doolhof zijn overblijfselen
van tuinarchitectuur uit den tijd van prinses
Anna en haar zoon Willem V. Als stijl van
Le Notre bestempeld, wordt de natuur ge
dwongen de regels der kunst te volgen. Op
kleine schaal aangebracht, wordt dit kunst
matige dikwijls smakeloos knutselwerk, doch
op groote uitgestrektheid toegepast als in het
Baarnsche bosch, laat deze
achttiende-eeuwsche tuinierskunst niet na indruk te maken,
daar dit bosch aan wilde partijen rijk ge
noeg is.
Onder de verkoopers van grond aan de
vorstelijke familie treffen wij nog eenmaal
aan de Amsterdamsche familie De Graeff.
De uitgestrekte bezittingen van De Graefl',
Deutz en Hooft waren nu geheel in het uit
gebreide domein Soestdijk opgelost.
Toen de Stadhouder Willem V met zijne
jeugdige gemalin Wilhelmina van Pruisen
van Berlijn naar den Haag komende, Soestdijk
bezocht, werden zij niet alleen door een
juichende menigte ontvangen, maar bescheen
de zon zoo vroolijk het vorstelijk landgoed,
alsof alles ademde van eeuwigdurende vrede
en zonneschijn. Doch es halt nicht sollen
sein". Hoe spoedig werd men het tegendeel
gewaar; donkere wolken trokken zich onheil
spellend aan den horizon te samen, niet
alleen noodlottig voor ons vaderland en het
stadhouderlijk gezin, maar ook voor het
lustslot Soestdijk. De geschiedenis van dit
lustslot in die dagen geeft dan ook een ge
trouw beeld weer van den toestand des
lands. Botsingen hadden plaats tusschen de
gewapende machten, het eerste burgerbloed
begon te stroomen.
De Stadhouder had zijn zetel verplaatst
van Den Haag naar het aloude Valkenhof
te Nijmegen en een schijn van macht was
hem slechts overgebleven. Pruisen zond een
leger naar de Nederlanden om den smaad,
's Konings zuster by de Goejanverwellesluis
aangedaan, te wreken.
(Wordt vervolgd).
MnMiiMMmntiimMmiifiiiitiMiiiiiiiitiiiUHmiHiiHHHiiiiiiiMiiiHifMiii*t
UIT DB NATUUR
LXXIV. Artismaand.
Wie door omstandigheden geen lid van
Artis kan zijn, heeft nu in de Septembermaand
weer gelegenheid een kijkje te gaan nemen.
't Is te hopen, dat het er storm zal loopen,
voor de kas van Artis en voor de bezoekers
beide.
Om te volte hoeft niemand weg te blij ven;
een paar duizend menschen loopen er elkaar
niet in den weg, en voor de variatie kan
men zich met de bezoekers, die voor ons staan
en 't gezicht benemen, evengoed eens eventjes
amuseeren als met de dieren.
Zelden was er in de Septembermaand, wat
de dieren betreft, zooveel extra's te kijk als
dezen keer. Er zijn van den zomer heel wat
zeldzame en mooie dieren in den tuin geboren
en daarbij zijn er, die verreweg de meeste
menschen maar hoogst zelden onder de oogen
zullen krijgen.
Om te beginnen de jonge zebra; die is
half Juli ter wereld gekomen; het dier heeft
nog het lummelachtige, dat alle jonge veulens,
ook van de stevige zebra's eigen is. Dat ligt
gewoonlijk aan de pooten, die onevenredig
lang schijnen. Maar de teekening van ons
zebra-veulentje is zoo keurig, zijn streepjes
pakje staat het ventje zoo net, dat groote en
kleine menschen het met plezier een poosje
staan te bewonderen, 't Is zijn mooie moeder
in miniatuur, wat de rompteekening betreft;
n klein verschil is er dat in 't voordeel
van 't kleintje uitvalt. U moet eens opletten,
hoe mooi het zebrapatroon op de bovenzijden
door slangelijntjes is gevarieerd; die breken
het rechte streperige dat zonder die golfjes
wat stijf zou lijken.
Dan is er ook weer een jonge poema in
de roofdierengalerij, het jonge dier is een
snoezig poesje; om zoo op den schoot te
nemen; het is nog pas een paar weken oud
en nog wat onvast op de pooten, 't kijkt ook
nog heel nieuwsgierig naar de menschen en
beschouwt zyn moeder's staart als geschapen,
om hem tot speelgoed te dienen.
De jonge kraanvogel, het elk jaar
terugkeerende cadeau aan Artis van de beide
Chineesche vogels die achter in den tuin een
villa apart hebben, is al flink gegroeid ; hij
heeft nog 't bruin»met gele jeugdkleed aan,
maar stappen doet hij al zoo kranig als pa
en ma. Om te schaterlachen is het, als zy met
Ko wilde maar niet naar de camera zien
en Baby sprong onverwachts op den arm
van den oppasser.
hun drieën parademarsch maken ; het jong
kijkt schuin naar de pootbewegingen van
zijn ouders en tracht het- nét zoo statig na
te doen; wat een enkelen keer mislukt, doch
dan trippelt hy gauw weer in de maat, en
stap, stap gaat 't verder.
Het meeste bekijks zal liet jonge nijlpaard
waarschijnlijk ten deel vallen. Wie het treft,
dat het buiten is, of uit of in het bassin wandelt,
mag van geluk spreken; dan alleen krijgt
men het goed te zien. In 't binnenbassin
komt meestal niet veel rneer dan de kop
boven water, als het met de moeder aan 't
stoeien is. Het is wat slanker en wat roziger
van tint dan de logge ouders, overigens een
goed geslaagd copie, zonder de tandjes.
Er zijn nog meer jongelui. Den tweeden,
Augustus is er een bison geboren ; weer een
stierkalf net als verleden jaar. Maar wat een
verschil, dat nuchtere kalfskopje naast den
reusachtigen bullekop van den ouden stier.
Hoeveel camera's er al gericht zijn op het
mooi roodbruine beestje, terwijl het zoo onge
geneerd zijn levende melkflesch leeghaalde,
is niet te zeggen; maar zelden echter gelukken
zulke foto's. Het moeten natuurlijk momentop
namen zijn en nog al snel ook, want het jong
is vol levenslust en evenals alle kalveren
huppelt het graag. Daarbij komt nog de bruine
kleur der dieren: de wanhoopskleur van de
meeste amateur-fotografen, die niet met hon
derdguldens-lenzen werken. Ook het dichte
bladerdak van den tuin is niet bevorderlijk
voor het welslagen van moment-opnamen,
hoe zonnig het buiten ook is.
Dat hebben wij voor de zooveelste maal
ondervonden toen we verleden week weer
eens het onmogelijke beproefden en beide
nieuwe jeugdige orang-oetangetjes in vrijheid
wilden kieken. Kiekjes nemen van
laatigdartele, ondeugende, eigenwijze of koppige
kinderen is al een hachelijk bestaan, op 't
atelier van den vakman zoowel als in den
tuin of op 't plaatsje van den amateur .'Binnens
huis gaat het heelemaal niet van wege 't
weinige licht. Maar jonge apen onder de
booiuen, dat is een totaal onbegonnen werk.
De kiekjes hierbij zijn dan ook alleen
gebank staan; hoe hy ook beet in zyn klimstofc,
hy mocht niet verder van zyn plaats dan de
riem lang was. Der Dritte im Bunde is Baby,
het aardige jonge aapje dat met de zuigftesch
is grootgebracht, myn lezers wel bekend. Hij
gaat vrijpostig bij de bezoekers rond, ook
buiten het perk, klimt op de schouders van
de kinderen en snuffelt in hun zakken of ze
ook lekkers voor hem by zich hebben.
Nu schy'nt Ko wijzer te zijn geworden, ten
minste van de week mocht hy weer los loopen
en hij liet de kameraden tamelijk met rust.
Ijrouwens, men moet zeggen se zijn merk
waardig gehoorzaam; hun opvoeding is in
goede handen, dat blijkt. Wel zullen ze nog
Mieke durft niet opkijken en Ko balt de vuist.
plaatst om te laten zien, hoe glansrijk 't mis
lukt is, n om andere amateurs te troosten.
Natuurlijk genieten deze beide
menschaapjes maar een betrekkelijke vrijheid; ze
staan onder behoorlijk toezicht. Toch heeft
het groote grasveld voor 't apenhuis een
buitengewone aantrekkelijkheid gekregen,
sedert daar de beide Borneoërs hun streken
mogen uithalen.
Als 't zomerweder 't maar even gedoogt,
wordt hun glazen hok geopend, en aan de
hand van de oppassers stappen ze den tuin
in. Ze zijn daarbij niet uitgelaten blij als
hondjes, het gaat er veel ingetogener toe,
maar ge moet de oogen zien glinsteren en de
eenparige versnelling eens bespieden, waar
mee de dikbuikjes op 't grasveld toestappen.
Ko was in 't eerst wat stout, hij plaagde
Mieke, zijn kameraadje, geweldig, toen kreeg
hij een riem om, en hij alleen moest op de
menige stoutigheid moeten afleeren.
Dat het echte boomapen zy'n, ziet men eerst
recht als ze de hand van de oppassers ont
glippen, vlug de ladder opklauteren en ver
der over, onder en langs de takken van den
hoogen eikenboom marcheeren, die midden
op het perk staat. De mooie boom vaart
er heel slecht bij.
De dagelyksche openluchtkuur, de
gymnastische oefeningen op 't gras en in boomen
blijken uitmuntende middelen te zijn om
deze tropische dieren gezond te houden.
Langzamerhand zullen ze zoodoende aan de
herfstkoelten gaan wennen. Hebben ze maar
eerst een paar zomers op die wijze buiten
doorgebracht en zijn ze den winter gezond door
gekomen, dan bestaat er gegronde hoop, dat
ze zullen acclimatiseeren, volwassen worden
en wie weet wat dan nog gebeurt, 't Is hier
nog nooit gelukt een Orang-oetang lang
J. J. BIESING,
KLunsthanael.
8.&RAVENHAGE,
Molenstraat 65,65A en 67.
Moderne Schilderijen,
Aquarellen en Gravures.
Panorama-Gebouw.
Amsterdam, Plantage.
Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil
derijen, Perzische Tapijten.
Taste prijzen. Toegang
Laat Uwe woning inrichten d»»r
,,BEPHOEiM",ilS'Ainster<l.
Nieuwe ontwerpen. Smaakvolle ensembles.
Zeer billijke noteering. Foto's en Prijscouranten en
Begrootingen gratis. Plaatsing door eigen personeel
onder volledige garantie. Vele attesten.
AmSTERDAffl
AARDEWERK
GELS
i BINNEN-!
HUIS
INRICHTINGTOT
MEUBELEERING
EN-VERSIERING
SDER-WONING
I2O-ROKIN-120