De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 11 september pagina 8

11 september 1904 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEEBLAD VOOB NEDERLAND. No. 1420 H. M. de Koningin door de Hollandsche en Staats-Spoor aangeboden, bleek hoe de door iyn firma gemaakte salonwagens aan all» vernachten van smaak, degelijkheid en gemakkeiykheid voldeden. Nog sebooner dag wu het voor J. J. F. Beynes, op welken H. M. de Koningin, by gelegenheid der Frans Hals-feesten, n bezoek aan zjjne fabriek kwam brengen. Groote liefde had hy voer het huis van Oranje, en den naam zijner villa, waar hu sedert eenige jaren woonde, zal aan die liefde wel den naam: WilheliBina" te danken hebben. J. J. P. Be vues bleef bij alle» eea^gewesa, eenvoudig man, een'echt Hafcrlemtner, die van zijne belangstelling T oor de inwoners meermalen deed blijken, o. a. door het schenken van 300 stoelen, om de menschen die in den Hout naar de muziek kwamen luisteren, gelegenheid te geren er kosteloos gebruik Tan te maken; door c\jne liefde voor de ambachtsschool, waarvan hn be stuurder was. De Haarlemmers lullen hem, den man breed van schouder en gebaar, niet licht vergeten, want hu was een hunner : stadgenooten, die voor de eer van Haarlem, en voor hen die hulp behoefden veel, en voor de ny verheid zeer veel overhad. Evenmin als de naam J. J. F. Beynes zal, in niet minder grooten kring, den kring der letterzetters en -boekdrukker s, te Haar lem en Amsterdam in het bizonder, de naam spoedig vergeten worden van JOHANNES HENDRIK Jid der firma v/h. Roeloffzen-Hübner en Van Santen, Kunst- en Boekdrukkerij, te Am sterdam. Zetters en drukkers en gieters der firma Johannes Enschedéen Zonen te Haarlem houden nog goede herinnering aan J. H. Hübner. hun voormaligen kameraad, den voorbeeldigen werkman, evenzeer als aan de Roeloffzen, vader en zoon beiden reeds dood die ook tot de hunnen hebben be hoord. Met G. Roeloffzen, den vader, heeft J. H.. Hübner de firma gevormd te Amster dam: Roeloffzen en Hübner. Na den dood van den ouden Roeloffzen, werd de zoon, A. Roeloffzen. er in opgenomen, -die zijnen vader niet vele jaren overleefde. Hübner is met Roeloffzen gelijk de Beynessen zeer klein begonnen. Ook als bij de Beynessen heeft de kennis van het vak en het slechts goed en degelijk werk willen leveren hen tot een der eerste firma's op haar gebied gemaakt, die, zoowel werkend voor eigen land als het buitenland, steeds de zaak uitbreidde en verbeterde, en aan zetfery, gieterij en drukkerij, een plaat drukkerij, een binderij en een inrichting van driekleurendruk, voor photo-chemigraphie, voor photo-litographie, voor stereo typie, voor gal vanoplastiek, voor vernikkelen, voor heliogravure, enz. toevoegde. Hoewel de heer Hübner te Haarlem, waar hy geboren was, woonde, lag het eigenlijk terrein zijner werkzaamheden te Amsterdam. Yan daar uit verbreidde zich zijn naam. In 1867 hebben Hübner en Roeloffzen de zaak der firma Johannes Enschedéen Zonen verlaten, zelf een firma gevormd, en de kleine, i» ver van bleeienden toestand verkeerende drukkerij van den Purmerender, Arnoldi, op de Rozengracht te Amsterdam, overgenomen. Al spoedig brachten beiden door deugdelijk werk en reëele bediening niéuw leven in de doode zaak. Aanvanke lijk werkende met slechts tien knechts, drong het meerdere werk dit aantal uit te breiden en naar grootere werkplaats om te zien. Zy kochten eenige onaanzienlijke huisjes aan de Nieuwe Zyds Voorburgwal, toen nog een der schilderachtigste grachten van Am sterdam, en legden daar den grondslag van de zaak, die het huidig reusachtig gebouw noodzakelijk maakte om thans aan een vijf honderd menschen ruimte en gelegenheid te geven te werken, waaronder een honderdvijftig, alleen voo_r het dagblad: Het Nieuws van oen Dag, directie, redactie en al het personeel inbegrepen. De jonge firma had ruimschoots werk door het drukken van bijbels voor het Britsch Bijbelgenootschap, het Paleis van Justitie, het Effectenblad het Adresboek, de Werken van Multatuli, enz. In 1871 bedroeg het aantal hunner werk lieden reeds vijftig. Aan die vijftig werden in hetzelfde jaar tien man en twee jongens toegevoegd om het nieuw opgerichte dag blad: Het Nieuws van den Dag te zetten en te drukken. Eenigen tijd was dit ge drukt by de firma Binger. De voortvarende en ondernemende Q-. L. Funke en P. van Santen zagen meerder heil als het blad gezet en gedrukt werd bij even voortvarende en ondernemende lieden als Hübner en Roeloffzen zich betoonden. Den eersten April 1875 scheen voor de zaak van hen even als voor Het Nieuws noodlottig te worden. Een groote brand legde alle werkplaatsen in de asch. Toen bleek de energie van Hübner en zijn com pagnon op het duidelijkst. Binnen twee maanden ty'ds ging alles alsof er niets ge beurd was. Niets heeft eenige vertraging ondervonden; de particuliere zetterij en drukkerij "vond herberg in pakhuizen op de Keizersgracht, naast den Apothekerswinkel, waar de gouden ketting uithing; Het Nieuws werd gezet op de zetterüvan De Standaard, bij De Hoog, op den Nieuwendijk bij de Hasselaarssteeg. Er was -daar zoo weinig ruimte, dat de zetters van Het Nieuws op de trap stonden te zetten. J. H. Hübner heeft tot in 1879 zelf mede gewerkt, vooral by de stereotypie. Velen neeft hy in de geheimen van het vak inge wijd. In alles was hy de voorste, 's Mor gens vóór zes uur stond hij al, in blauwe kiel, het werkvolk op te wachten. De zaak breidde zich echter zóó geweldig uit, dat hy het medewerken moest nalaten om tijd te hebben om, met zynen firmant, de zaak naar behooren te besturen. De dood van den mede-oprichter der zaak, van den ouden Hübner, weinig jaren later van diens zoon, welke zyn vader als firmant was opgevolgd, waren zware slagen voor hem. Gelukkig ver mocht hy de leemte aan te vullen door den heer M. J. P. van Santen, zoon van den mede-oprichter van Het Nieuws van den Dag in de firma op te nemen. Aan J. H. Hübner's.beleid en goedmenschzijn is het voor een groot deel te danken, dat de werkstaking aan zyne zaak, in 1900, een gunstig verloop nam. Met zyn dood is de laatste stichter der zaak Roeloffzen-Hübner en Van Santen verscheiden. Gelijk Beynes goed voor zijn werkvolk, gevoelde dit by het bericht van z^jn dood net verlies, dat zy in den welwillenden patroon leden. De stemming op alle werk plaatsen getuigde er van. Hübner was dan ook voor alles: mensen, en een goed mensch. Wij verliezen een vriend in hem" scheen aller gedachte. Zelf werkman geweest, wist hij wat den werkman toekwam. liet vele oude kameraden heeft hij het vorig jaar het 200-jarig feest van het be drijf der Enschedé's medegevierd. Bij hen in de klassieke werkplaats op het Klokhuis plein te Haarlem heeft hy gewerkt, als zyn vader en grootvader. In eene openbare, in den Schouwburg uitgesproken redevoe ring is de lof van J.H. Hübner's grootvader en vader verkondigd. Een belangrijk aandeel in den bloei der lettergieterij getuigde o.a. mr. Johannes Enschedékomt toe aan Johan Heinrich Hübner, den bekwamen meesterknecht, die sedert 1799 aan de gieterij verbonden, in 1813 tot die betrekking was aangesteld geworden, en aan diens zoon Martinus Hübner, die in 1816 bij ons in dienst was gekomen, zijn vader bij diens over lijden in 1842 als meesterknecht opvolgde, en die betrekking waargenomen heeft tot kort voor zijn dood in 1869. Beiden hoogst bekwame technici, muntte de laatste vooral uit als stempelsnijder, waardig navolger van den grooten Fleischman. Aan Hübner's talent danken wij tal van fraaie schriften, waar onder in de eerste plaats genoemd dienen de vier Javaansche schriften, die achtereen volgens in opdracht van het Gouvernement door ons tot stand zijn gebracht. De naam van Hübner is eervol aan de geschiedenis onzer gieterij verbonden!" De thans verscheiden J. H. Hübner heeft bij de Enschedé's aan de zoogenaamde aangroeierij van platen", de galvanoplastiek, en als hoofd der geheime gieterij, de stereo typie, een even waardige plaats vervuld. Bij de oudere werklieden der Enschedé's werd zijn verscheiden met groote deelne ming gehoord. De Redactie van Het Nieuws van den Dag heeft hartelijke woorden aan hem als vriend en mensch gewijd, woorden door ieder te onderschrijven, die den knap pen werkman, den goeden patroon en het waardig lid der firma Roeloffzen-Hübner en Van Santen gekend hebben. Haarlem heeft in J. H. Hübner en J. J. F. Beynes twee burgers van meer dan gewone beteekenis verloren.. SooUijL Eene historische schets, door J. H. v. DODEWEEHD. (Slot.) ? Bij Soestdijk stond een detachement van het regiment Hessen?Darmstadt onder den luitenant-kolonel Erpel en den majoor Seiffardt, om het lustslot en de voordeelige stelling aldaar, waar vier wegen elkander ontmoetten, te bewaken. In den laten avond van den 26en Juli 1787 trok eene bende gewapende patriotten uit Utrecht om een aanval op Soestdyk te wagen. Reeds twee buitenposten hadden zij overrompeld, toen men stuitte bij de brug over de Praamgracht, waar de jeugdige grenadier Christoffel Pulman op wacht stond. Men wilde ook hem noodzaken zich over te geven, doch zijn eed van getrouwheid was hem liever dan het leven. Onder den uit roep : Ich bin ein ehrlicher Kerl l" schiet hu zijn geweer af, waarschuwt daardoor zijn wapenbroeders en betaalt zijn trouw met den dood. Het Utrechtsen historisch genootschap heeft daar ter plaatse een armzalig monu ment opgericht, dat naar wij hopen, eens vervangen zal worden door een waardiger. Het eenvoudige opschrift luidt: CHRISTOFFEL PULMAN Grenadier van de lijf Kompagnie in het regiment Infanterie van den Prins van Hessen?Darmstadt oud 28 jaren. Verkiezende liever het leven te verliezen dan zijn wapens over te geven in den nacht van den 27 July 1787. Moge dit monument hier staan ook als waarschuwing voor onze dagen, wat partij haat en onderling misverstand kunnen uitwerken. Na de herstelling van de stadhouderlijke waardigheid ging op Soestdijk alles weer zijn ouden gang, of liever ouden sleur, en toen Willem V in 1795 met zyn gezin het vader land had verlaten, werden de goederen van den Stadhouder, alsook het domein Soestdijk, eigendom van den Staat. Zooals het destijds met nationale eigendommen ging, werd er geplukt, wat er van te halen was; op Soest dijk werd hout gekapt en geveild, het domein werd productief gemaakt, ja het paleis werd zelfs een tijdlang.... logement. In 1806 kwam een der dienaren van koning Lodewijk en nam Soestdijk en onderhoorigheden eenvoudig ten behoeve van zijn meester in bezit. Deze oorkonde luidt aldus : L'Au mille huit cent six, Ie 11 Decembre avant midi. Nous Jean, Louis, Simon den Tengnagel, Intendant du Chdteau Koyal de Loo, chargépar son Excellence Ie GrandMaitre de la maison du Boy de prendre possession pour Ie compte de Sa MajestéIe Boy de Hollande du chateau de Soestdijk et de ses dependances, se sont réunis dansune des salles du dit Chateau Boyal: Ie. Sr. S. F. Simond, Beceveur des Domaines de Soestdgk.) 2e. B. Kittelaar, Garde des Bois. 3e. W. van Doorn, ' 4e. W. van Lier, Inspecteur des Ouvriers, et 5e. Gerrit Piaster, charpentier des Batiments, aux quels nous avons declaréen présence du Sienr Franciscus Pen,'Sécrétaire de la muhicipalitéde Baarn, sous Ia jurisdiction de la quelle est Soestdijk et en pr sence des sieurs J. Goris et Aris vanLeersum, membres de la municipalitéde Baarn, qu'en vertu des ordres dont Nous sommes porteur et que nous avous exhibés, Nous prenons possession au nom et pour Ie compte de sa MajestéIe Boy de Hollande, notre gracieux Souverain, du Chateau Boyal de Soestdijk et de toutes ses dependances, enjoignons en eonséquence au sieur Simond, Beceveur des Domaines Boy aux de Soestdijk, que dés eet instant il doit tenir instruit Son Excellence Ie Grand- Maitre de la Maison du Boy de tout ce qui se passera dans ce Domaine, lui faire pare des améliorations, dont ils pourroient tre susceptibles et lui adresser enfin Extrait ou copie de tons les Baux qui ont tépassés afin de mettre Son Excellence au fait de la nature des Bevenus; il joindra 4 eet envoi, une observation détaillée- sur les Fermiers; en un mot il devra par tous les moyens qui sont en sont pouvoir mettre 8on Excellence & méme de veiller aux in terets du Boy. De quoi nous avons rédig ce Proces-Verbal que toutes les personnes y dénominées et qualifiées ont signéavec nous au Chateau Boyal de Soestdijk, ce jour, mois et an, indiqués cy-dessus. (L. S.) J. L. F. den Tengnagel, Intendant du Chateau Boyal de Loo. C. T. Simond, Beceveur des Domaines de Soestdijk. Jan Gooris. B. Kittelaar. Aris van Leersum. Wilm van Doorn. (L. S.) F. Pen, Willem van Lier. Sécrétaire. Gerrit Piaster. Lodewijk Napoleon, de rustelooze zwerver, kwam zelfs een paar weken op So.estdijk doorbrengen, zeer tot verveling van zijne hovelingen, die het lustslot volstrekt geen maison de plaisance" noemden, en blij wa ren, dat het hof naar het Loo vertrok. Het domein moet er toen en ook later als kei zerlijk domein treurig hebben uitgezien, doch aan den horizont gloorde reeds de dageraad der vrijheid en toen in 1813 het Fransche juk werd afgeschud, braken er ook voor Soestdijk gelukkiger dagen aan. Bij de her stelling onzer onafhankelijkheid werd bij een wet van den 8en Juli 1815 Soestdijk opge dragen aan den Prins van Oranje. Het jachtslot moest ten koste van den lande in bewoonbaren staat gebracht en gemeubileerd worden. Mede zou in het domein Soestdijk een gedenkzuil worden opgericht ter bijzondere vereering van den moed en de hardnekkige verdediging der positie bij Les Quatre Bras zoo luisterrijk ten toon gespreid. Door de architecten de Greef en Keyers werd het 17e eeuwsche jachtslot geheel naar de eischeu des tij ds gerestaureerd, terwijl de aanleg van park en tuinen werd opgedragen aan den weibekenden Zocher te Haarlem. De obelisk aan het einde der Koningslaan geplaatst en door den architect Van der Hart ontworpen, bevat in het Nederlandsen, Latijn, Fransch en Engelsch het volgende opschrift : Ter eere van Willem, Frederik, George, Lodewijk Prins van Oranje die) aan het Hoofd der Nederlandsche legerbenden door zijn moed en beleid op den 16en Juny 1815 aan den Viersprong boven Brussel het eerst den aanval der Franschen wederstond de overwinning bij Waterloo behaald voorbereidde en Neerlands Onafhankelijkheid behield. Het dankbare Vaderland. De beide stukken veldgeschut, om het monument geplaatst zijn veroverde Belgische kanonnen, die den Prins tot aandenken zijn geschonken voor de uitmuntende krijgsbe drijven in 1830 en 31. 't Was feest op Soestdijk, toen in 1818 de held van Waterloo aan de zijde der fiere Czarendochter Anna Pauwlowna zijn intocht deed op het geheel gerestaureerde lustslot en door de bevolking van Baarn en Soest met gejuich werd ontvangen. En men had reden tot juichen ; de Prins van Oranje, later Koning Willem II was een goed heer, terwijl de gedachte aan Anna Pauwlowna en hare vele goede werken nog onder de bevolking dezer streken voortleven. Cominissiën van weldadigheid werden in beide plaatsen benoemd om in de behoefte van de noodlijdenden te voorzien, levensbe hoeften werden uitgereikt, voor kranken werd zorg gedragen, het schoolbezoek krachtig bevorderd, werk werd verschaft en nog meer instellingen van weldadigheid in het leven geroepen, die tot heden voortduren. Zij hebben Anna Pauwlowna een onvergankelijke plaats gegrift in de harten der minder be deelden van Baarn en Soest, 't Waren recht gelukkige dagen voor Soestdijk toen de kroon prins en kroonprinses der Nederlanden daar de zomermaanden kwamen doorbrengen om geven door een viertal onzer vorstenkinderen in hun vroolijke jonkheid. In de nabijheid van het paleis treffen wij vier landelijke stichtingen uit dien tijd aan: de boerderij van prinses Sophie het prins Willems, prins Alexanders en prins Hen driks jachthuisje. Dit laatste werd naderhand door de Koningin-Moeder als plaats van Godsvereering naar den Griekschen geloofs vorm ingericht. Inmiddels waren de kroon prins en kroonprinses Koning en Koningin der Nederlanden geworden en werd Soestdijk niet zoo dikwijls meer bezocht, daar de Koning zich ook vaak te Tilburg ophield. De mare van 's Konings plotselingen dood bracht verslagenheid teweeg in de harten van alle Nederlanders, niet het minst in de streek onzer beschouwing. In 1850 werd Soest dijk opgedragen aan 'H. M. Anna Pauwlowna, nu Koningin-Weduwe der Nederlanden. Gaarne vertoefde de diepgeschokte Vorstin op dit lustslot, waar twee harer zonen waren geboren en waaraan voor haar zulke blijde herinneringen verbonden waren uit gelukkige tijden, toen zij als prinses met haar ridderlijkeu gemaal dit landgoed voor het eerst betrad. Hier in deze schoone streken herinnerde haar alles aan de dagen van weleer en leefde zq te midden van een baar lief geworden bevolking al weldoende voort. En werd deze landelijke eenvoud al eens afgebroken door een hoog bezoek, zooals dat van den Keizer van Rusland of Le Comte du Nord (Russische kroonprins) die hunne hooge bloedverwante kwamen opzoeken, Anna Pauwlowna beminde de stilte en geheimzinnigheid der natuur; zij leefde hier rustig voort, totdat ook haar levensavond begon te vallen en de grafge welven te Delft zich ook voor haar ontsloten. Het domein verviel bij testamentaire be schikking aan den alom geëerden Prins Hendrik die den 19en Juni aan de zijde van zijne beminnelijke gemalin Amalia van SaxenWeimar op luisterrijke wijze zijn feestelijken intocht hield op hét oude lustslot zijner voorvaderen. Eenige dagen te voren hadden de oud strijders met Prins Frederik aan het hoofd een bezoek gebracht aan het landgoed, waar hunne opperbevelhebber zulke gelukkige dagen had gesleten. Veel is door Prins Hendrik in het belang van Soestdijk verricht; de ontginningen onder Anna Pauwlowna begonnen werden kracht dadig voortgezet, het paleis in- en uitwendig verbeterd en verfraaid. Was door Anna Pauwl«wna de grond gelegd tot eene his torische verzameling, Prins Hendrik bracht de bouwstoffen verder aan en voltooide het. Hier zien wij onze helden ter zee en te land, met vermelding hunner groote daden dan eens op het doek dan in zeldzame uitgaven vertegenwoordigd. Een stil vertrek in het paleis was gewijd aan hen, die zijn heengegaan. Hier zag men het veldbed, waarop Koning Willem II te Tilburg den laatsten adem uitblies met meer andere meubelen uit die sterf kamer. Talrijke meubelstukken uit de kamer van den vroeg op Madera gestorven Prins Alexander; het veldbed, waarop de Prins van Oranje van Quatre Bras naar Brussel werd vervoerd en meer voorwerpen zoo nauw verbonden aan het lief en leed der Oranje's. (Al deze gedenkstukken zijn thans door H. M. de Koningin overgebracht naar het museum yan het Huis van Oranje te 's Gravenhage). Slechts zes zomers mocht het prinses Amalia gegeven zijn aan de zijde van Prins Hendrik op Soestdijk door te brengen; de onverbid delijke dood rukte op het onverwachts de dochter van den dapperen Hertog van SaxenWeimar weg uit den kring van allen, die haar liefhadden. Als een stille vereering leeft de gedachtenis van deze vroeg gestorven Vorstin te Baarn in verschillende benamin gen voort; wij denken slechts aan Amaliapark, Amaliaoord, Amaliaschool enz. Een Prins Hendrik ? Wat konden wij veel van dezen geachten Vorst neerschrijven; zijn naam is een lofrede. Welk Nederlander is niet ten volle overtuigd van het vele, dat deze Prins in het belang van handel en nijverheid voor ons volk heeft gedaan? En heeft Prins Hendrik niet den grond gelegd tot den tegenwoordigen bloei van Baarn door gronden op zeer billijke voorwaarden in erfpacht af te staan en mede te werker» tot het tot standkomen van den Ooster spoorweg, waardoor de bevolking der machtige hoofdstad in korten tijd deze schoone streek kon bereiken? De liefde en gehechtheid openbaarden zich dan ook op sprekende wijze, toen Prins Hendrik in 1878 met z^jne tweede gemalin Marie van Pruisen zijn feestelijken intocht deed op het landgved Soestdijk. Schitterend werd het vorstelijk echtpaar te Baarn en Soest ontvangen door een dankbare bevolking, met innige liefde gehecht aan dezen telg uit het ond» Hato van. Oranje. 't Was dan ook een droeve mare, die de telegraaf uit Luxemburg tot Ons bracht, n.l. dat de Prins jop het kasteel te Walferdingen het tijdige met bet eeuwige had verwisseld. De naam en nagedachtenis van Prins Hendrik zal dan ook niet licht by de bevolking van Baarn en Soest in vergetelheid raken. Nadat de weduwe van Prins Hendrik, Marie van Pruisen, nog een korten tijd het paleis be woond had, vervielen paleis en domein aan Koning Willem III en hiermede gaat het landgoed een nieuwe periode en schoone toekomst tegemoet Onder beheer van Z. M. architect, den heer Eberson, werden de onoogeljjke stallen aan de overzijde van den wég vervangen door doelmatige nieuwe; de vroegere hertenkamp werd herschapen in Koningin Emmapark, de tuinen vorstelijk ingericht. Den Ie Juli 1886 deden de Koning, de Koningin en het lieftallig Prinsesje hunnen intocht op ? Soestdijk, waaraan ook voor Willem III zulke liefelijke herinneringen uit een lang vervlogen jeugd verbonden waren. Wel mocht de bevolking juichen. Ook Willem III stond mat groote vrijgevigheid de wande ling in de bosBchen van het domein toe; de werken van weldadigheid, dóór de vorstelijke voorzaten in het leven geroepen, werden door den Koning gehandhaafd. Soestdijk deelde nu met het Loo het voor recht de zomerresidentie van de koninklijke familie te zijn. Het mocht aan Koning Willem III slechts gegeven zijn drie zomers op Soestdijk door te brengen, toen de laatste mannelijke telg uit het huis van Oranje na eene langdurige ziekte het tijdige met het eeuwige verwisselde en Soestdijk het eigendom werd der KoninginMoeder. Koningin Emma heeft ook eene bijzondere voorliefde voor Soestdijk. Tot tweemaal toe is het paleis geheel gerestau reerd ; de brandbluschmiddelen zijn verbeterd, badkamers bijgebouwd en het onoogelijke houten hek voor het paleis vervangen door een fraai ijzeren. En hiermede willen wij deze schets ein digen ; de geschiedenis spreekt niet dan zeer spaarzaam over de levenden. Van het een voudige jachthuis van stadhouder Willem UI hebben wij Soestdijk zien worden het prachtige landgoed, thans eigendom en bewoond door de Koningin-Moeder. Het lustslot kan in-en uitwendig gerust wedijveren met de fraaiste vorstelijke verblijven van Europa. Moge Soestdijk dan nog lang tot zomer? residentie strekken van onze vorstelijke familie. Tot hiertoe is het altijd tot zegen geweest voor de omgeving; want evenals de vroegere Hooge Eigenaars is ook onze KoninginMoeder de eerste, waar het de uitoefening geldt der werken van liefde en weldadigheid. Utrecht, Augustus 1904. J. J. BLESING, '8-GRA.VENHAGE, Molenstraat 65, 65A en 61. Moderne Schilderijen, Aquarellen en Gravure*. MEUBEL-BAZAR, Singel 263 283, b(J de FaleUwtraat. Kantoor-Meubelen»:. PRIJS ?7 J. MEIJERINK MEIJER. Telefo«a 89S». FAIENCE EN TEGEL FABRIEK MOLLAND NAAMLVENN-CEV-TE UTRECHT AmSTERPAffl AARDEWERK EM 12 Etsen van WILM STEELINK. Hit Tekst van J. F. VAN SOMEREN, Bibliothecaris te Utrecht Gedrukt op zeer fraai papier, de tekst in rood kader met vele vignetten en handteekeningen, kost dit prachtwerk (groot folio fonn.) gebonden slechts fi2.ua. i BINNEN-: INRICHTINGTOT MEUBELEERING EN -VERSIERING ^DER- WONING^ I2O ? ROKIN ? 12O

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl