De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 18 september pagina 1

18 september 1904 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER A°. 1904. WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Dit nutfuner bevat een bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS YAN MAURIK Jr. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd dvereenkomstig de wet van 28 Juni 1681 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar ^ ?????. mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/« Dit blad is verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capueines tegenover het Grand Café, te Parijs. Zondag 18 September. Advertentiën van 1?5 regels / 1.10, elke regel meer. ? 0.20 Reclames per regel a 0-40 ?^ Annonces uit Duitscliland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma RUDOLP MOSSËte Keulen en door alle filialen dezer firma. De prijs per regel is 35 Pfennig. I H H O U D: VAN VEBBB EN VAN NABIJ: Het Botterdamsehe voorstel omtrent bchoolvoeding en armenz i g, door P. Een noodige aanvulling v»n de .Leer plichtwet De ktndie van het Pabliik Recht, uoor v H. B. Zorg vonr arme en zieke school kinderen, door H Deelman Een grots.h Haagsen plan. Een korte schets der geschiedenis van Japan. I, door E O Abendanon. KUNST EH LETTEREN: Over het moderne der sleden, door, W. Steenhoff Hollan ische Teekenmaatschappy, door Plaaschaert .De XXe Eenw', door L van Deyssel. Minnebrieven van een Portngeesche non. door A. v Schendel, beoord. door G. H. Pannekoek Jr. Het Taaicongres te Deventer, door G. van Halzen. De rook- en roetplaag. door dr. V: v d Plaats FEUILLETON: In den tiein, III door Kat el Block. VOOR DAMES: Een Terugblik, door Vera. Onderwas voor meisjes. Allerlei, door Caprice. Hollandscbe primitiever, I[, (slot), door F A B. De «even Provinciën, met afb. C7IT DE NATUUR: door E. Heimans. Hoe Bnddha in verleiding kwam. door mevrouw I Schrijver-Ijzerman. WNANCIEELE EN OECONOMI8CHE KRONIEK, door D. Stigter. - SCHETSJE: De vizier en zgn toon, door Yakoeb A tin Pascha. INGEZON DEN - DAMBOBBIEK - SCHAAK-PEL - PEN EN POTLOODKBA83EN. ADVEBTENTIEN. Eet Rotterdamsche voorstel omtrent Sthoolvoed'ng en Armenzorg. Nu, blijkens de agenda voor de raads vergadering, deze week het prae-advies van B. en W. van -Rotterdam inzake het verschaffen van voeding en schoeisel aan . de arme schoolkinderen, nog niet wordt behandeld, meen ik nog wel een beroep te mogen doen op de bekende welwil lendheid der Redactie, om van de daar door verkregen gelegenheid gebruik te maken, het principieele verzet der belang hebbenden en belangstellenden tegen de plannen van B. en W. met een enkel woord toe te lichten. Het verzet geldt voornamelijk gelijk ik de vorige week reeds heb aangestipt het plan van B. en "W., om de toekenning van gemeente hulp in dezen, geheel te stellen onder feitelijke controle van het Burgerlijk Armbestuur. De zaak is belangrijk. Ze is van veel mér dan localen aard: het geldt hier een opvatting van de uitvoering van het recht, in art. 35 der Leerplichtwet aan de Ge meentebesturen gegeven, waartegen m. i. krachtig verzet behoort te worden aangeteekend. Het advies, om de controle over de toe kenning van voeding of schoeisel in h in den te geven aan het Armbestuur, is in eerste instantie afkomstig van de com missie voor Openb. Onderwijs. Op 3 Juli 1903 werd aan genoemde commissie voor het eerst advies gevraagd, en bij missive van 11 Aug. 1903 werd aan B. en W. geantwoord, dat, terwijl een minderheid wilde volstaan met eene subsidie te geven aan de bestaande vereenigingen, de meer derheid der commissie meende, dat de Gemeente slechts dan van hare bevoegd heid gebruik mocht maken, indien zij vasthield aan den gezonden regel van Armenzorg, om alleen dan hulp te verleenen, wanneer de behoefte daaraan wer kelijk gebleken is." En omdat de ver strekking als een soort van Armenzorg" te beschouwen is, zou die meerderheid het practisch vinden, dat de verstrekking aan het Burgerlijk Armbestuur werd op gedragen." 1) De meerderheid wilde dus nog verder f aan dan B. en W. thans: niet alleen e controle, maar ook de uitreiking in handen geven van het Burger!. Armbe stuur. Dat B. en W. niet met de minderheid, maar met veel ambitie in hoofdzaak teheel" met de meerderheid meegingen, at is voor elkeen duidelijk en begrijpe lijk, die de neigingen van ons Ge meentebestuur kent. Maar de zaak geheel in handen geven van het B. A., dat was zelfs aan ons college van B. en W. te bar, en stelde zij in haar conclusie aan den Raad voor, dat de aanvra.gen in handen worden gesteld-van het Burgerl. Armbestuur, opdat wij door tusschenkomst van dit Armbestuur en de daarbij werkzame armbezoekers de noodige inlich tingen verkrijgen." Nu neem ik er gaarne acte van, dat, zooah ten slotte het advies van de com missie luidt, bij de toepassing wange drag of eigen schuld der ouders geen reden mag zijn om aan de kinderen steun" te onthouden. En ook, dat zij snelle hulp hoogst gewenscht acht. Maar in de eerste plaats komt daarvan noch in de toelich ting der voorstellen van B. en W., noch in de verordering zelf iets voor, en in de 1) De cursiveeringen zijn van mij. tweede plaats zullen de armbezoekers noodwendig hier denzelfden maatstaf gaan toepassen als voor het gewone armbe stuur, en de huisgezinnen der kinderen voor wie verstrekking van voeding ge vraagd wordt, op precies dezelfde wijze behandelen als do gezinnen, die bezocht worden voor . de gewone bedeeling van 't Armbestuur. In deze opvatting word ik versterkt door den blijkbaar als geruststelling be doelden uitleg van B. en W. zelf, dat er bij hun voorstellen slechts gedacht wordt aan die enkele flagrante gevallen, waarin inderdaad voor het ter school komen hulp noodig is." Of het de bedoeling is, weet ik niet; maar wél zijn allen, die zich tegen deze methode van hulp verleenen verzetten, er vast van overtuigd, dat een gevolg van deze methode zal zijn, dat de arbei dersklasse nog nauwer en inniger bij de bedeeling van het Armbestuur wordt be trokken, en de kringen, die met het Arm bestuur in aanraking komen, ook tot in de categorieën der vakarbeiders aanmerke lijk worden uitgebreid. Men moet zélf onder werklieden en onder paupers verkeeren, om te weten, welk een tegenzin er tegen het Arm bestuur bestaat, en hoe het schaamte gevoel bij hen boven komt, als men hen er van spreekt! Of het komt van de reputatie die het Armhuis onder de armen geniet, of van de behandeling die zij zich moeten laten welgevallen op de zittin gen van 't Armbestuur, of de visites", de aanspraak en de informaties van de Armbezoekers, of... misschien alles te samen, zeker is het, dat al wie onder de arbeiders nog een weinig trots en onafhankelijkheidsgevoel bezitten, vrou wen als mannen, een hartgrondigen af keer hebben van het Armbestuur. Dat is het laatste, het noodlottige, het ken merk van verval. Ik laat in 't midden, of het Armbestuur te Rotterdam daartoe steeds aanleiding geeft, en of het niet veelmeer een historisch verklaarbaar verschijnsel is, wijl de bedeelden immer zijn behandeld als maatschappelijk min derwaardigen, maar verblijdend is het verschijnsel stellig! Het wijst op een verheffing van het peil der arbeiders, op ontwikkeling van hun onafhankelijk heidsgevoel, op besef vin hun waarde en hun recht als gelijkgerechtigde bur gers der maatschappij, een vooruitgang in moreel opzicht, welken ieder, die den waarachtigen vooruitgang der maatschappij en de verheffing der massa wenscht, moet toejuichen. En hier wil dus het Gemeentebestuur niets minder, dan het Armbestuur, in zijn historie en in zijn functie veroordeeld voor de toekomst, vast en stevig consolideeren met den meest modernen maat regel op sociaal-pedagogisch gebied, en daarmee aan het groote paedagogische belang van dezen maatregel al dadelijk weer groote schade toebrengen !... En als het nu noodig ware! Als het onontbeerlijk ware! Maar dat is het niet. Indien het Armbestuur er in is gehaald allén om de hulp te bepalen tot enkele flagrante gevallen," als zuinigheids-maatregel, had dan het Gemeentebestuur dan maar liever de ?2000 per drie maanden verdeeld over de 4 vereenigingen! Dan ware het niet duurder, en vél meer in overeenstemming met het doel van deze gemeentebemoeiing besteed! Eenstemmig en in beslisten zin," aldus het indertijd uitgebrachte advies der Amsterdamsche Commissie van Hoofden van scholen aan 't Gemeentebestuur, is de Commissie van oordeel, dat het Burgerl. Armbestuur geheel buiten deze gemeentelijke bemoeiingen moet blijven " Alleen dóór en met de school en door zeer zorgvuldig sparen van het eergevoel, wat den stempel van intieme hartelijkheid op deze overheidsbemoeiing mogelijk maakt, kunnen die kinderen en gezinnen gevonden worden." Dergelijke getuigenissen zouden ook van het buitenland bij menigte aan te voeren zijn, zelfs uit Hamburg (terwijl B. en W. zich juist op Duitschland be roepen), waar het Burgerlijk Armbestuur in 1894 tot de overtuiging kwam, dat het niet zelf de zaak ter hand moest nemen," maar hielp afzonderlijke particu liere commissies daarvoor op te richten! Terwijl in Frankrijk, Belgiëen Zwitser land in 't geheel van geen Armbestuur sprake is. Dat, derhalve, te Rotterdam een breede kring van belanghebbenden zich tegen deze belichaming van de uitvoering van de uitvoering van art. 35 der Leerplicht wet sterk verzetten, mag niemand ver wonderen. Zij willen volstrekt niet voor bij zien, dat afdoende en onbekrompen hulp, vooral de gevallen dat onderwijzers hulp noodig achten, zeer vél geld zou kosten, mér misschien dan waarover men onder de gegeven omstandigheden kan beschikken. (Hoewel ?2000 in drie maanden, b.v. tegenover wat Groningen en Amsterdam doen, al te krcnterig is). Maar dat heeft met de methode niets te maken. De verstrekking van voeding kleeding en schoeisel "nrag niet opgaan n, mag niot vermengd worden mét, de bedeeling" inhaarafkeerwekkenden vorm. Het moet blijven een onderwijszaak, waarbij de hulp van particuliere veree nigingen, allén voor dat dool, hoogst welkom zijn, maar waarvan de uitreiking, de beoordeeling, de bemoeiing, toch ge heel behoort te blijven aan onderwijzers, hoofden, schoolbesturen en schoolcommissiën. Het gezonde beginsel van Armen zorg", in zijn afkeerwekkende, verder vende, vernederende toepassing, moet hier strengelijk geweerd worden! P. Een noodige aanvulling van de Le» rplichtwe t, Wij lezen in de De Volksonderwijzer: In het flinke rapport van de afd. Amster dam van den Bond van N. O. zijn treurige cijfers medegedeeld omtrent den arbeid van schoolgaande kinderen. Een ergerlijk geval willen wij hier publiceeren. Het betreft een 12 jarigen leerling uit onze klasse, die broodbezorger is in dienst van den hakker I.ncaa. Ceintuurbaan bij de Van Woustraat. Het kind staat eiken morgen om 5 uur op en is om half G bij den baas". Dan gaat hij met een mand aan den arm brood! >open" lot 8 uur, soms half 9 naar den Amstelveenschenweg, afstand drie kwar tier. (Meermalen komt hij om kwart vóór 9 uur nog met zijn boterham in de hand in de school en vraagt dan, dien in de gang te mogen opeten). 's Middags van 4 tot 5 uur een klant be dienen, in de Linaeusstraat, afstand een half uur. Als het ventje om 5 uur naar de avond school moet, heeft hij \ii.n4tot5nogmoeten werken, 's Zaterdagsavouds nog van O tot 8 uur in dienst. In het geheel dus 's morgens min stens 2'/2 uur, 's middags l uur, Zaterdags nog 2 uur extra ('s Zondags vrij). Te zamcn m'nstens 23 uren per week. Loon 65 centen of nog- geen 3 c!s. per unr. En dit loon wordt niet uitbetaald door een klein patroontje, maar door een groote luxe bakkerij. Wel luj-e, maar niet voor het arme sjouwertje, klein voor zijn jaren, helder van verstand, maar in de school vaak worstelend met den slaap. Arm proletaren-kind, wie zal u beschermen? Uw ouders kunnen het niet, de wet doet het niet, uw patroon'' evenmin, uw klanten weten het niet. Zoolang de wet niet helpt, is publiciteit het eenigste verweermiddel. We verzoeken hierbij dringend aan de Amtterdamsche bladen dit stukje over te nemen.'" "Welk Amsterdamsen blad zou niet bereid zijn, aan het dringend verzoek" van 'De Volksonderwijzer te voldoen ? Een geval, dat, als waarvoor hier de aan dacht wordt gevraagd, is geen uitzonde ring, doch teekent een maatschappelijken toestand, waarin kinder-exploitatie, op minder, maar ook op nog erger wijze, mogelijk en aan de orde i<. Toen de wet tot invoering van den Leerplicht in de Kamer behandeld werd, hebben wij meermalen er op gewe/en, dat de Leerplichtwet, zonder gelijktijdi ge invoering van stoffelijke zorg voor het arme schoolkind, mode door verplichten steun aan huisgezinnen,die de verdiensten der kinderen niet kunnen missen, een u'reede wet was. Maar de besdiaving-lievende menschen zijn dikwijls zeer wreed; en zoo is het dan ook geschied, dat /.ij de Leer plichtwet den armen hebben opgelegd, als bestonden het huisgezin en de honger niet. Of ja, de gemeenten, indien zij daartoe lust hadden, mochten aan die beiden denken. Het behoort, naar het schijnt, tot het karakter, althans tot do bevoegdheid van den zedelijken, humanen en christelijken Staat, te handelen, als had hij alleen met enkelingen te doen, on als ware het huisgezin voor hom een onbekende factor in het maatschappelijk loven. Hij geeft strafwetten, volgens welke hij elke schul dige vader of moeder in de gevangenis kan laten zetten, zonder or ook maar in 't geringste er aan te moeten denken, hoe het huisgezin beschermd dient te worden tegen de bittere gevolgen van die rechtsoefening; en zoo vaardigt hij ook een Leerplichtwet uit, als had hij alleen op kinderen te letten, en als lag de broodvraag, die het huisgezin kvrelt, geheel buiten zijn sfeer. Waar wij dan ook bovenstaand stukje uit )e Volksonderwijzer vernemen, achten wij ons de gelegenheid geboden, nog eens te vragen: gij, beschavende menschenvrienden, die den armen een Leerplicht wet durfde opleggen is het voor u nu nog niet tijd, het treurig verzuim in te halen, en niet alle kracht die in u is, te zorgen voor een vervollediging van deze wet, opdat op afdoende wijze de stoffelijke toestand geregeld worde van het schoolgaande kind. Kan, om bij het hier gegeven voorbeel l te blijven, het huisgezin van dat ventje" niet buiten die 65 cents behoorde er dan niet naast de Leerplichtwet, een Onderhouds-wet te zijn, die in de waarlijk gebleken behoefte, voorziet? De Studie van het Publiek Recht. Wie zijne studie in de rechtswetenschap voltooid heeft en een ernstige opvatting van zijn studie heeft, zal haar nog niet af" vinden en met zijne rechtskennis niet tevreden zijn. Want die kennis omvat voornamelijk het gecodificeerde recht, terwijl een zeer groot deel van het publiek recht onbekend terrein is gebleven. Men behoeft om in het recht goed thuis te komen zeer zeker ook studie van het administratief recht en volkenrecht, vak ken die ook behooren tot die van het Assessoren-examen in Duitschland. Wel aan, de studie in de staatswetenschappen staat voor den studielustigen jurist nog open 1). Hij zal zich gaarne niet het algemeene staatsrecht" mede bezighou den. Doch zie, naast genoemde weten schappen van het recht staat op het programma staathuishoudkunde. De jurist zal eenige geleerde werken over dit vak moeten bestudeeren, nadat hij zijne kennis van het cadidaats-examen weer opgefrischt heeft en heel wat tijd moeten besteden aan de verschijnselen op econo misch gebied. Als hij maar belangstelling en tijd heeft, is het goed, maar ook alleen dan. Hij zal een aantal schrijvers moeten lezen, hij zal zich moeten verdiepen in vraagstukken van de waarde, productie, verdeeling, enz. Arme jurist, wien het slechts orn kennis van het recht te doen is! Hij is slachtoffer van 's wetgevers samenvatting van de staathuishoudkunde met studie van publiek recht. Noodlottige samenvatting. Is de staathuishoudkunde, die toch niet de wetenschap van de huis houding van den staat, maar van de maarschappij is, wel een staatsweten schap? Zeker, er is een belangrijke betrekking tusschen den staat en de ver schijnselen van de stoffelijke welvaart, .maar slechts voor een klein deel is er direct verband en dat is bepalend. Vóór alles is de staathuishoudkunde eene sociale wetenschap. Noodlottige samenvatting n voor den jurist n voor dengene, die uit liefde tot de staathuishoudkunde de uit gebreide rechtsstudie er bij moet nemen. De zaak is van ernstigen aard. Vele juristen toch'worden door de staathuis houdkunde afgeschrikt wegens hare omvangrijkheid. En echter is de uitge breidere rechtsstudie zeer wenschelijk, met name die van het administratief recht; men denke aan hm, die met rijks-, provinciaal- of gemeentebestuur belast zijn, men denke vooral! aan de toekom stige administratieve rechtspraak; ja voor eiken jurist, wien het niet slechts om den titel te doen is, moet men haar wensehelijk achten. Mag des wetgevers onwetenschappelijke groepeering eene belemmering- blijven voor de ontwikkeling der rechtsstudie in de gewenschte richting 'f Men zal willen tegenwerpen, dat de staathuishoudkunde toch niet gesupprimeerd kan worden, dat het zoo wensche lijk is hare studie te bevorderen, dat men er niet een zelfstandig doctoraat van kan instellen. Hoewel het een gebrekkige toestand is, zou ik het voor de studie dor staathuishoudkunde zoo willen laten, een behoud van het doctoraat staats wetenschappen," vooral omdat dit docto raat het begeerde recht geeft tot doceeren in staathuishoudkunde en staatsinstel lingen. Alleen voor de juristen is spoedige verandering wenschelijk en wel zoodanig, dat de studie der rechtswetenschap ook die studie van het publiek recht, die nu tot de staatswetenschappen behoort, om vat. Dan zou tevens, wat zoo hoogst wenschelijk is, het doctoraal-examen in de rechtswetenschap, dat nu eene schadelijk gelijktijdige beoefening van het gansene gecodificeerde recht benevens staatsrecht eischt, in twee zelfstandige examens ge splitst kunnen worden. Het eerste deel zou kunnen blijven op burgerlijk recht, rechtsvordering (hoofdbeginselen) en handelsrecht; het tweede zou zich uit strekken over strafrecht, strafvordering (hoofdbeginselen), staatsrecht (Ned. en algemeen), volkenrecht (hoofdbeginselen) en administratief recht. Zoo kan door betrekkelijk kleine wetsverandering een groote verbetering worden aangebracht, L) Van het candidaats-examen is hij vrij. die de rechtsstudie in het algemeen, de maatschappij in hare juristen, den staat n zijne rechtsgeleerde ambtenaren zou ten goede komen. v. H. B, Zorg voor arme en zieke school kinderen. Zon, zend uw helderste stralen; vogels zingt uw lustigste lied; heiieplanten en mastboomen, verspreidt uw zoetste geuren, want vroolijk zijn wij allen mannen, vrouwen en kinderen, nu 't feest is voor Diesterweg. Laat, nu wij den dienst moeten ujissen van een klingelenden beiaard, van bulderende donder-bussen, van Thebaansche bazuinen, al wat geluid kan geven op de heide, instemmen met het feestconcert". Aldus de aanhef van het feestuummer van Ons Onderwijs, orgaan van de An'.werpsche onderwijüersvereenigin^ Diesterweg" bij de "feestelijke opening van de nieuwe schoolvilla" dier vereeniging te Heide Calmpthout op 17 Juli j.l. De wensen in dezen aan hef uit gesproken is lettt rlijk vervuld, zooals wij zullen zien. Wij willen den lezer echter eerst wat van iesterweg" vertellen. In 1892 stichtten de onderwijzers en onder wijzeressen te Antwerpen een vereeniging, die zich noemde naar den Duitschen paedagoog Adolf Diesterweg (1790?1866). Deze vereeniging heeft vooral in de laatste tien jaren een uitstekenden naam gekregen, door haar uitgebreiden en hoogst nuttigen arbeid in 't belang van het kind. En telkens wordt zij tot nieuwen arbeid geroepen, daar Belgi nu al sedert jaren de zegeningen" van een clericaal staatsbestuur in alle volheid... geniet. Door het besnoeien bijvoorbeeld van de toe lagen voor het openbaar onderwijs sedert 1881, geraakten de financiën van menige stad in zeer berooiden toestand. In Antwerpen zelfs zoodanig, dat de stad zich helaas genoodzaakt zag, om voor het middagmaal, dat anders in de kindertuinen kosteloos aan alle kinderen der armen werd verstrekt, weer vijf cents per maal te eischen. Nu begon Diesterweg", begaan met het lot des kinds, haar zegenrijk werk. Zij richtte in 1894 uit haar midden een comitéop, de Hulpkas voor behoeftige schoolkinderen", dat de onkosten voor het gratis middagmaal, die de stad niet langer i-on dragen, voor zijn rekening nam. De Hulpkas' stelt zich namelijk ten dool, 's winters aan behoeftige schoolkinderen v;;n Antwerpen's scholen voedzame spijs te ver schaffen.". In het jaar 1898 1899 weiden door deze instelling aan 735 leerlingen van lagere scholen uitgereikt 54082 maaltijdi n ; in 1899?1900 bedroeg dit aantal 65844 maal tijden aan 856 kinderen. De middelen voor deze voeding werden gevonden uit: contributien van de leden der vereeniging' Die;terweg" 1721 frs., de opbrengst van Diesterweg's gemengd Koor", een tombola, een gala-voor stelling in den schouwburg en 8000 frs.subsidie uit de gemeentekas. Meer dan elfduizend gulden is door de bemoeiingen van het comit reeds aan het hongerige schoolkind ten goede gekomen. De Hulpkas" heeft echter nog een ander doel. Zij streeft er ook naar gedurende de vacantiedagen de zwakste en meest behoeftige kinderen naar een school kolonie te zenden". Eerst op bescheiden, later op meer uitge breide schaal richtte zij tijdelijke schoolkolonies voor de zwakke leerlingen der open bare scholen in. Voor dit schoone doel heeft zij niet minder dan ongeveer vijftigduizend gulden bijeengebracht en besteed. Doch niet tevreden met het behaalde succes, zette d-e vereeniging haar wenschen weer verder uit. en vatte het stoute plan op voor de stichting eener eigen schoolkolonie. Met het bouwen en de inrichting daarvan zou echter weer een som van vijftigduizend gulden ge moeid zijn. Tien jaren lang heeft de ver eeniging onveipoosd gearbeid aan de ver wezenlijking van dit ideaal en het beste welslagen heeft eindelijk haar pogen bekroond. AVat ieder onmogelijk achtte, is door de zeld zame toewijding en energieke volharding tot stand gebracht. Diesterweg's schoolvilla" te Heide-Calmphout is verrezen. Daar zullen voortaan zieke en zwakke kinderen op elk tijdstip van het jaar een liefderijk thuis, de reinste heidelucht en de beste verpleging vinden. Het grootsche gebouw te Heide is geheel naar de eischen des tijds ingericht. Het heeft een ruime badzaal en in de slaapzalen is plaats voor 100, in de eetzaal voor 200 kinderen. De turnzaal, de speelzalen en de vier schoollokalen zijn doelmatig ingericht en voldoen aan alle eischen der gezondheidsleer. Dies terweg hoopt er behalve de eigenlijke vacantiekolonies het geheele jaar 50 zwakke school kinderen te kunnen verplegen. Deze zullen ook onderwijs krijgen, doch alleen het meest noodige, want het hoofddoel is de zorg voor de herstelling van de verloren gezondheid. Aan het hoofd der huishouding staat een onderwijzeres-econoom. Voor het rnderwijs zijn door den gemeenteraad van Antwerpen twee onderwijzers en twee onderwijszeressen aangesteld. Zon, zend uw helderste stralen; vogels zingt uw lustigste lied; heideplanten en mastboomen verspreidt uw zoetste geuren, want vroolijk zijn wij allen, mannen, vrouwen en kinderen, nu 't feest is voor Diesterweg''. Zoo mag het orgaan dezer vereeniging in haur feestnummer juichen. Dit nummer, op fijn glacégedrukt, geeft een opgewekte beschrij ving van al den arbeid, die voorafging, en van de heerlijke openingsfeesten, die de stalen volharding kroonden. Die aflevering-, rijk geïllustreerd en met gloed geschreven,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl