Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER
A°. 1904.
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Dit nutfuner bevat een bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS YAN MAURIK Jr.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd dvereenkomstig de wet van 28 Juni 1681 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar ^ ?????. mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/«
Dit blad is verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capueines tegenover het Grand Café, te Parijs.
Zondag 18 September.
Advertentiën van 1?5 regels / 1.10, elke regel meer. ? 0.20
Reclames per regel a 0-40
?^
Annonces uit Duitscliland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma
RUDOLP MOSSËte Keulen en door alle filialen dezer firma. De prijs per regel is 35 Pfennig.
I H H O U D:
VAN VEBBB EN VAN NABIJ: Het
Botterdamsehe voorstel omtrent bchoolvoeding en armenz i g,
door P. Een noodige aanvulling v»n de .Leer
plichtwet De ktndie van het Pabliik Recht,
uoor v H. B. Zorg vonr arme en zieke school
kinderen, door H Deelman Een grots.h
Haagsen plan. Een korte schets der geschiedenis
van Japan. I, door E O Abendanon. KUNST
EH LETTEREN: Over het moderne der sleden,
door, W. Steenhoff Hollan ische
Teekenmaatschappy, door Plaaschaert .De XXe Eenw',
door L van Deyssel. Minnebrieven van een
Portngeesche non. door A. v Schendel, beoord.
door G. H. Pannekoek Jr. Het Taaicongres te
Deventer, door G. van Halzen. De rook- en
roetplaag. door dr. V: v d Plaats FEUILLETON:
In den tiein, III door Kat el Block. VOOR
DAMES: Een Terugblik, door Vera. Onderwas
voor meisjes. Allerlei, door Caprice.
Hollandscbe primitiever, I[, (slot), door F A B. De
«even Provinciën, met afb. C7IT DE NATUUR:
door E. Heimans. Hoe Bnddha in verleiding
kwam. door mevrouw I Schrijver-Ijzerman.
WNANCIEELE EN OECONOMI8CHE KRONIEK,
door D. Stigter. - SCHETSJE: De vizier en zgn
toon, door Yakoeb A tin Pascha. INGEZON
DEN - DAMBOBBIEK - SCHAAK-PEL - PEN
EN POTLOODKBA83EN. ADVEBTENTIEN.
Eet Rotterdamsche voorstel
omtrent Sthoolvoed'ng
en Armenzorg.
Nu, blijkens de agenda voor de raads
vergadering, deze week het prae-advies
van B. en W. van -Rotterdam inzake het
verschaffen van voeding en schoeisel aan
. de arme schoolkinderen, nog niet wordt
behandeld, meen ik nog wel een beroep
te mogen doen op de bekende welwil
lendheid der Redactie, om van de daar
door verkregen gelegenheid gebruik te
maken, het principieele verzet der belang
hebbenden en belangstellenden tegen de
plannen van B. en W. met een enkel
woord toe te lichten. Het verzet geldt
voornamelijk gelijk ik de vorige week
reeds heb aangestipt het plan van B.
en "W., om de toekenning van gemeente
hulp in dezen, geheel te stellen onder
feitelijke controle van het Burgerlijk
Armbestuur.
De zaak is belangrijk. Ze is van veel
mér dan localen aard: het geldt hier een
opvatting van de uitvoering van het recht,
in art. 35 der Leerplichtwet aan de Ge
meentebesturen gegeven, waartegen m.
i. krachtig verzet behoort te worden
aangeteekend.
Het advies, om de controle over de toe
kenning van voeding of schoeisel in h in
den te geven aan het Armbestuur, is in
eerste instantie afkomstig van de com
missie voor Openb. Onderwijs. Op 3 Juli
1903 werd aan genoemde commissie voor
het eerst advies gevraagd, en bij missive
van 11 Aug. 1903 werd aan B. en W.
geantwoord, dat, terwijl een minderheid
wilde volstaan met eene subsidie te geven
aan de bestaande vereenigingen, de meer
derheid der commissie meende, dat de
Gemeente slechts dan van hare bevoegd
heid gebruik mocht maken, indien zij
vasthield aan den gezonden regel van
Armenzorg, om alleen dan hulp te
verleenen, wanneer de behoefte daaraan wer
kelijk gebleken is." En omdat de ver
strekking als een soort van Armenzorg"
te beschouwen is, zou die meerderheid
het practisch vinden, dat de verstrekking
aan het Burgerlijk Armbestuur werd op
gedragen." 1)
De meerderheid wilde dus nog verder
f aan dan B. en W. thans: niet alleen
e controle, maar ook de uitreiking in
handen geven van het Burger!. Armbe
stuur.
Dat B. en W. niet met de minderheid,
maar met veel ambitie in hoofdzaak
teheel" met de meerderheid meegingen,
at is voor elkeen duidelijk en begrijpe
lijk, die de neigingen van ons Ge
meentebestuur kent. Maar de zaak geheel
in handen geven van het B. A., dat was
zelfs aan ons college van B. en W. te
bar, en stelde zij in haar conclusie aan
den Raad voor, dat de aanvra.gen in
handen worden gesteld-van het Burgerl.
Armbestuur, opdat wij door
tusschenkomst van dit Armbestuur en de daarbij
werkzame armbezoekers de noodige inlich
tingen verkrijgen."
Nu neem ik er gaarne acte van, dat,
zooah ten slotte het advies van de com
missie luidt, bij de toepassing wange
drag of eigen schuld der ouders geen
reden mag zijn om aan de kinderen steun"
te onthouden. En ook, dat zij snelle hulp
hoogst gewenscht acht. Maar in de eerste
plaats komt daarvan noch in de toelich
ting der voorstellen van B. en W., noch
in de verordering zelf iets voor, en in de
1) De cursiveeringen zijn van mij.
tweede plaats zullen de armbezoekers
noodwendig hier denzelfden maatstaf gaan
toepassen als voor het gewone armbe
stuur, en de huisgezinnen der kinderen
voor wie verstrekking van voeding ge
vraagd wordt, op precies dezelfde wijze
behandelen als do gezinnen, die bezocht
worden voor . de gewone bedeeling van
't Armbestuur.
In deze opvatting word ik versterkt
door den blijkbaar als geruststelling be
doelden uitleg van B. en W. zelf, dat
er bij hun voorstellen slechts gedacht
wordt aan die enkele flagrante gevallen,
waarin inderdaad voor het ter school
komen hulp noodig is."
Of het de bedoeling is, weet ik niet;
maar wél zijn allen, die zich tegen deze
methode van hulp verleenen verzetten,
er vast van overtuigd, dat een gevolg
van deze methode zal zijn, dat de arbei
dersklasse nog nauwer en inniger bij de
bedeeling van het Armbestuur wordt be
trokken, en de kringen, die met het Arm
bestuur in aanraking komen, ook tot in
de categorieën der vakarbeiders aanmerke
lijk worden uitgebreid.
Men moet zélf onder werklieden en
onder paupers verkeeren, om te weten,
welk een tegenzin er tegen het Arm
bestuur bestaat, en hoe het schaamte
gevoel bij hen boven komt, als men hen
er van spreekt! Of het komt van de
reputatie die het Armhuis onder de armen
geniet, of van de behandeling die zij zich
moeten laten welgevallen op de zittin
gen van 't Armbestuur, of de visites",
de aanspraak en de informaties van de
Armbezoekers, of... misschien alles te
samen, zeker is het, dat al wie onder
de arbeiders nog een weinig trots en
onafhankelijkheidsgevoel bezitten, vrou
wen als mannen, een hartgrondigen af
keer hebben van het Armbestuur. Dat
is het laatste, het noodlottige, het ken
merk van verval. Ik laat in 't midden,
of het Armbestuur te Rotterdam daartoe
steeds aanleiding geeft, en of het niet
veelmeer een historisch verklaarbaar
verschijnsel is, wijl de bedeelden immer
zijn behandeld als maatschappelijk min
derwaardigen, maar verblijdend is het
verschijnsel stellig! Het wijst op een
verheffing van het peil der arbeiders,
op ontwikkeling van hun onafhankelijk
heidsgevoel, op besef vin hun waarde
en hun recht als gelijkgerechtigde bur
gers der maatschappij, een vooruitgang in
moreel opzicht, welken ieder, die den
waarachtigen vooruitgang der maatschappij
en de verheffing der massa wenscht, moet
toejuichen.
En hier wil dus het Gemeentebestuur
niets minder, dan het Armbestuur, in zijn
historie en in zijn functie veroordeeld
voor de toekomst, vast en stevig
consolideeren met den meest modernen maat
regel op sociaal-pedagogisch gebied, en
daarmee aan het groote paedagogische
belang van dezen maatregel al dadelijk
weer groote schade toebrengen !...
En als het nu noodig ware! Als het
onontbeerlijk ware! Maar dat is het niet.
Indien het Armbestuur er in is gehaald
allén om de hulp te bepalen tot enkele
flagrante gevallen," als
zuinigheids-maatregel, had dan het Gemeentebestuur dan
maar liever de ?2000 per drie maanden
verdeeld over de 4 vereenigingen! Dan
ware het niet duurder, en vél meer in
overeenstemming met het doel van deze
gemeentebemoeiing besteed!
Eenstemmig en in beslisten zin," aldus
het indertijd uitgebrachte advies der
Amsterdamsche Commissie van Hoofden
van scholen aan 't Gemeentebestuur,
is de Commissie van oordeel, dat het
Burgerl. Armbestuur geheel buiten deze
gemeentelijke bemoeiingen moet
blijven " Alleen dóór en met de school
en door zeer zorgvuldig sparen van het
eergevoel, wat den stempel van intieme
hartelijkheid op deze overheidsbemoeiing
mogelijk maakt, kunnen die kinderen en
gezinnen gevonden worden."
Dergelijke getuigenissen zouden ook
van het buitenland bij menigte aan te
voeren zijn, zelfs uit Hamburg (terwijl
B. en W. zich juist op Duitschland be
roepen), waar het Burgerlijk Armbestuur
in 1894 tot de overtuiging kwam, dat
het niet zelf de zaak ter hand moest
nemen," maar hielp afzonderlijke particu
liere commissies daarvoor op te richten!
Terwijl in Frankrijk, Belgiëen Zwitser
land in 't geheel van geen Armbestuur
sprake is.
Dat, derhalve, te Rotterdam een breede
kring van belanghebbenden zich tegen
deze belichaming van de uitvoering van
de uitvoering van art. 35 der Leerplicht
wet sterk verzetten, mag niemand ver
wonderen. Zij willen volstrekt niet voor
bij zien, dat afdoende en onbekrompen
hulp, vooral de gevallen dat onderwijzers
hulp noodig achten, zeer vél geld zou
kosten, mér misschien dan waarover
men onder de gegeven omstandigheden
kan beschikken. (Hoewel ?2000 in drie
maanden, b.v. tegenover wat Groningen
en Amsterdam doen, al te krcnterig is).
Maar dat heeft met de methode niets te
maken. De verstrekking van voeding
kleeding en schoeisel "nrag niet opgaan
n, mag niot vermengd worden mét,
de bedeeling" inhaarafkeerwekkenden
vorm. Het moet blijven een onderwijszaak,
waarbij de hulp van particuliere veree
nigingen, allén voor dat dool, hoogst
welkom zijn, maar waarvan de uitreiking,
de beoordeeling, de bemoeiing, toch ge
heel behoort te blijven aan onderwijzers,
hoofden, schoolbesturen en
schoolcommissiën.
Het gezonde beginsel van Armen
zorg", in zijn afkeerwekkende, verder
vende, vernederende toepassing, moet
hier strengelijk geweerd worden!
P.
Een noodige aanvulling van de
Le» rplichtwe t,
Wij lezen in de De Volksonderwijzer:
In het flinke rapport van de afd. Amster
dam van den Bond van N. O. zijn treurige
cijfers medegedeeld omtrent den arbeid van
schoolgaande kinderen.
Een ergerlijk geval willen wij hier
publiceeren. Het betreft een 12 jarigen leerling
uit onze klasse, die broodbezorger is in dienst
van den hakker I.ncaa. Ceintuurbaan bij de
Van Woustraat. Het kind staat eiken morgen
om 5 uur op en is om half G bij den baas".
Dan gaat hij met een mand aan den arm
brood! >open" lot 8 uur, soms half 9 naar
den Amstelveenschenweg, afstand drie kwar
tier. (Meermalen komt hij om kwart vóór
9 uur nog met zijn boterham in de hand in
de school en vraagt dan, dien in de gang te
mogen opeten).
's Middags van 4 tot 5 uur een klant be
dienen, in de Linaeusstraat, afstand een half
uur. Als het ventje om 5 uur naar de avond
school moet, heeft hij \ii.n4tot5nogmoeten
werken, 's Zaterdagsavouds nog van O tot 8 uur
in dienst. In het geheel dus 's morgens min
stens 2'/2 uur, 's middags l uur, Zaterdags
nog 2 uur extra ('s Zondags vrij). Te zamcn
m'nstens 23 uren per week.
Loon 65 centen of nog- geen 3 c!s. per unr.
En dit loon wordt niet uitbetaald door een
klein patroontje, maar door een groote luxe
bakkerij. Wel luj-e, maar niet voor het arme
sjouwertje, klein voor zijn jaren, helder van
verstand, maar in de school vaak worstelend
met den slaap.
Arm proletaren-kind, wie zal u beschermen?
Uw ouders kunnen het niet, de wet doet
het niet, uw patroon'' evenmin, uw klanten
weten het niet.
Zoolang de wet niet helpt, is publiciteit
het eenigste verweermiddel.
We verzoeken hierbij dringend aan de
Amtterdamsche bladen dit stukje over te nemen.'"
"Welk Amsterdamsen blad zou niet
bereid zijn, aan het dringend verzoek"
van 'De Volksonderwijzer te voldoen ?
Een geval, dat, als waarvoor hier de aan
dacht wordt gevraagd, is geen uitzonde
ring, doch teekent een maatschappelijken
toestand, waarin kinder-exploitatie, op
minder, maar ook op nog erger wijze,
mogelijk en aan de orde i<.
Toen de wet tot invoering van den
Leerplicht in de Kamer behandeld werd,
hebben wij meermalen er op gewe/en,
dat de Leerplichtwet, zonder gelijktijdi
ge invoering van stoffelijke zorg voor het
arme schoolkind, mode door verplichten
steun aan huisgezinnen,die de verdiensten
der kinderen niet kunnen missen, een
u'reede wet was.
Maar de besdiaving-lievende menschen
zijn dikwijls zeer wreed; en zoo is
het dan ook geschied, dat /.ij de Leer
plichtwet den armen hebben opgelegd,
als bestonden het huisgezin en de honger
niet. Of ja, de gemeenten, indien zij daartoe
lust hadden, mochten aan die beiden
denken.
Het behoort, naar het schijnt, tot het
karakter, althans tot do bevoegdheid van
den zedelijken, humanen en christelijken
Staat, te handelen, als had hij alleen met
enkelingen te doen, on als ware het
huisgezin voor hom een onbekende factor
in het maatschappelijk loven. Hij geeft
strafwetten, volgens welke hij elke schul
dige vader of moeder in de gevangenis
kan laten zetten, zonder or ook maar
in 't geringste er aan te moeten denken,
hoe het huisgezin beschermd dient te
worden tegen de bittere gevolgen van
die rechtsoefening; en zoo vaardigt hij
ook een Leerplichtwet uit, als had hij
alleen op kinderen te letten, en als lag
de broodvraag, die het huisgezin kvrelt,
geheel buiten zijn sfeer.
Waar wij dan ook bovenstaand stukje uit
)e Volksonderwijzer vernemen, achten
wij ons de gelegenheid geboden, nog eens
te vragen: gij, beschavende
menschenvrienden, die den armen een Leerplicht
wet durfde opleggen is het voor u
nu nog niet tijd, het treurig verzuim in
te halen, en niet alle kracht die in u is,
te zorgen voor een vervollediging van
deze wet, opdat op afdoende wijze de
stoffelijke toestand geregeld worde van
het schoolgaande kind. Kan, om
bij het hier gegeven voorbeel l te
blijven, het huisgezin van dat ventje"
niet buiten die 65 cents behoorde
er dan niet naast de Leerplichtwet,
een Onderhouds-wet te zijn, die in
de waarlijk gebleken behoefte, voorziet?
De Studie van het Publiek Recht.
Wie zijne studie in de rechtswetenschap
voltooid heeft en een ernstige opvatting
van zijn studie heeft, zal haar nog niet
af" vinden en met zijne rechtskennis
niet tevreden zijn. Want die kennis
omvat voornamelijk het gecodificeerde
recht, terwijl een zeer groot deel van het
publiek recht onbekend terrein is gebleven.
Men behoeft om in het recht goed thuis
te komen zeer zeker ook studie van het
administratief recht en volkenrecht, vak
ken die ook behooren tot die van het
Assessoren-examen in Duitschland. Wel
aan, de studie in de staatswetenschappen
staat voor den studielustigen jurist nog
open 1). Hij zal zich gaarne niet het
algemeene staatsrecht" mede bezighou
den. Doch zie, naast genoemde weten
schappen van het recht staat op het
programma staathuishoudkunde. De jurist
zal eenige geleerde werken over dit vak
moeten bestudeeren, nadat hij zijne kennis
van het cadidaats-examen weer
opgefrischt heeft en heel wat tijd moeten
besteden aan de verschijnselen op econo
misch gebied. Als hij maar belangstelling
en tijd heeft, is het goed, maar ook alleen
dan. Hij zal een aantal schrijvers moeten
lezen, hij zal zich moeten verdiepen in
vraagstukken van de waarde, productie,
verdeeling, enz. Arme jurist, wien het
slechts orn kennis van het recht te doen
is! Hij is slachtoffer van 's wetgevers
samenvatting van de staathuishoudkunde
met studie van publiek recht. Noodlottige
samenvatting. Is de staathuishoudkunde,
die toch niet de wetenschap van de huis
houding van den staat, maar van de
maarschappij is, wel een staatsweten
schap? Zeker, er is een belangrijke
betrekking tusschen den staat en de ver
schijnselen van de stoffelijke welvaart,
.maar slechts voor een klein deel is er
direct verband en dat is bepalend. Vóór
alles is de staathuishoudkunde eene sociale
wetenschap. Noodlottige samenvatting n
voor den jurist n voor dengene, die uit
liefde tot de staathuishoudkunde de uit
gebreide rechtsstudie er bij moet nemen.
De zaak is van ernstigen aard. Vele
juristen toch'worden door de staathuis
houdkunde afgeschrikt wegens hare
omvangrijkheid. En echter is de uitge
breidere rechtsstudie zeer wenschelijk,
met name die van het administratief
recht; men denke aan hm, die met rijks-,
provinciaal- of gemeentebestuur belast
zijn, men denke vooral! aan de toekom
stige administratieve rechtspraak; ja
voor eiken jurist, wien het niet slechts
om den titel te doen is, moet men haar
wensehelijk achten.
Mag des wetgevers onwetenschappelijke
groepeering eene belemmering- blijven
voor de ontwikkeling der rechtsstudie
in de gewenschte richting 'f
Men zal willen tegenwerpen, dat de
staathuishoudkunde toch niet
gesupprimeerd kan worden, dat het zoo wensche
lijk is hare studie te bevorderen, dat men
er niet een zelfstandig doctoraat van kan
instellen. Hoewel het een gebrekkige
toestand is, zou ik het voor de studie
dor staathuishoudkunde zoo willen laten,
een behoud van het doctoraat staats
wetenschappen," vooral omdat dit docto
raat het begeerde recht geeft tot doceeren
in staathuishoudkunde en staatsinstel
lingen. Alleen voor de juristen is spoedige
verandering wenschelijk en wel zoodanig,
dat de studie der rechtswetenschap ook
die studie van het publiek recht, die nu
tot de staatswetenschappen behoort, om
vat. Dan zou tevens, wat zoo hoogst
wenschelijk is, het doctoraal-examen in de
rechtswetenschap, dat nu eene schadelijk
gelijktijdige beoefening van het gansene
gecodificeerde recht benevens staatsrecht
eischt, in twee zelfstandige examens ge
splitst kunnen worden. Het eerste deel
zou kunnen blijven op burgerlijk recht,
rechtsvordering (hoofdbeginselen) en
handelsrecht; het tweede zou zich uit
strekken over strafrecht, strafvordering
(hoofdbeginselen), staatsrecht (Ned. en
algemeen), volkenrecht (hoofdbeginselen)
en administratief recht. Zoo kan door
betrekkelijk kleine wetsverandering een
groote verbetering worden aangebracht,
L) Van het candidaats-examen is hij vrij.
die de rechtsstudie in het algemeen, de
maatschappij in hare juristen, den staat
n zijne rechtsgeleerde ambtenaren zou
ten goede komen.
v. H. B,
Zorg voor arme en zieke school
kinderen.
Zon, zend uw helderste stralen; vogels
zingt uw lustigste lied; heiieplanten en
mastboomen, verspreidt uw zoetste geuren, want
vroolijk zijn wij allen mannen, vrouwen
en kinderen, nu 't feest is voor Diesterweg.
Laat, nu wij den dienst moeten ujissen van
een klingelenden beiaard, van bulderende
donder-bussen, van Thebaansche bazuinen, al
wat geluid kan geven op de heide, instemmen
met het feestconcert".
Aldus de aanhef van het feestuummer van
Ons Onderwijs, orgaan van de An'.werpsche
onderwijüersvereenigin^ Diesterweg" bij de
"feestelijke opening van de nieuwe
schoolvilla" dier vereeniging te Heide Calmpthout
op 17 Juli j.l. De wensen in dezen aan hef uit
gesproken is lettt rlijk vervuld, zooals wij
zullen zien. Wij willen den lezer echter eerst
wat van iesterweg" vertellen.
In 1892 stichtten de onderwijzers en onder
wijzeressen te Antwerpen een vereeniging,
die zich noemde naar den Duitschen
paedagoog Adolf Diesterweg (1790?1866). Deze
vereeniging heeft vooral in de laatste tien
jaren een uitstekenden naam gekregen, door
haar uitgebreiden en hoogst nuttigen arbeid
in 't belang van het kind. En telkens wordt
zij tot nieuwen arbeid geroepen, daar Belgi
nu al sedert jaren de zegeningen" van een
clericaal staatsbestuur in alle volheid... geniet.
Door het besnoeien bijvoorbeeld van de toe
lagen voor het openbaar onderwijs sedert 1881,
geraakten de financiën van menige stad in
zeer berooiden toestand. In Antwerpen zelfs
zoodanig, dat de stad zich helaas genoodzaakt
zag, om voor het middagmaal, dat anders in
de kindertuinen kosteloos aan alle kinderen
der armen werd verstrekt, weer vijf cents per
maal te eischen. Nu begon Diesterweg",
begaan met het lot des kinds, haar zegenrijk
werk. Zij richtte in 1894 uit haar midden
een comitéop, de Hulpkas voor behoeftige
schoolkinderen", dat de onkosten voor het
gratis middagmaal, die de stad niet langer
i-on dragen, voor zijn rekening nam. De
Hulpkas' stelt zich namelijk ten dool,
's winters aan behoeftige schoolkinderen v;;n
Antwerpen's scholen voedzame spijs te ver
schaffen.". In het jaar 1898 1899 weiden
door deze instelling aan 735 leerlingen van
lagere scholen uitgereikt 54082 maaltijdi n ;
in 1899?1900 bedroeg dit aantal 65844 maal
tijden aan 856 kinderen. De middelen voor
deze voeding werden gevonden uit:
contributien van de leden der vereeniging'
Die;terweg" 1721 frs., de opbrengst van Diesterweg's
gemengd Koor", een tombola, een gala-voor
stelling in den schouwburg en 8000 frs.subsidie
uit de gemeentekas. Meer dan elfduizend
gulden is door de bemoeiingen van het comit
reeds aan het hongerige schoolkind ten goede
gekomen.
De Hulpkas" heeft echter nog een ander
doel. Zij streeft er ook naar gedurende de
vacantiedagen de zwakste en meest behoeftige
kinderen naar een school kolonie te zenden".
Eerst op bescheiden, later op meer uitge
breide schaal richtte zij tijdelijke
schoolkolonies voor de zwakke leerlingen der open
bare scholen in. Voor dit schoone doel heeft
zij niet minder dan ongeveer vijftigduizend
gulden bijeengebracht en besteed. Doch niet
tevreden met het behaalde succes, zette d-e
vereeniging haar wenschen weer verder uit.
en vatte het stoute plan op voor de stichting
eener eigen schoolkolonie. Met het bouwen
en de inrichting daarvan zou echter weer
een som van vijftigduizend gulden ge
moeid zijn. Tien jaren lang heeft de ver
eeniging onveipoosd gearbeid aan de ver
wezenlijking van dit ideaal en het beste
welslagen heeft eindelijk haar pogen bekroond.
AVat ieder onmogelijk achtte, is door de zeld
zame toewijding en energieke volharding tot
stand gebracht. Diesterweg's schoolvilla" te
Heide-Calmphout is verrezen. Daar zullen
voortaan zieke en zwakke kinderen op elk
tijdstip van het jaar een liefderijk thuis, de
reinste heidelucht en de beste verpleging
vinden.
Het grootsche gebouw te Heide is geheel
naar de eischen des tijds ingericht. Het heeft
een ruime badzaal en in de slaapzalen is plaats
voor 100, in de eetzaal voor 200 kinderen.
De turnzaal, de speelzalen en de vier
schoollokalen zijn doelmatig ingericht en voldoen
aan alle eischen der gezondheidsleer. Dies
terweg hoopt er behalve de eigenlijke
vacantiekolonies het geheele jaar 50 zwakke school
kinderen te kunnen verplegen. Deze zullen
ook onderwijs krijgen, doch alleen het meest
noodige, want het hoofddoel is de zorg voor
de herstelling van de verloren gezondheid.
Aan het hoofd der huishouding staat een
onderwijzeres-econoom. Voor het
rnderwijs zijn door den gemeenteraad van Antwerpen
twee onderwijzers en twee onderwijszeressen
aangesteld.
Zon, zend uw helderste stralen; vogels
zingt uw lustigste lied; heideplanten en
mastboomen verspreidt uw zoetste geuren, want
vroolijk zijn wij allen, mannen, vrouwen
en kinderen, nu 't feest is voor Diesterweg''.
Zoo mag het orgaan dezer vereeniging in haur
feestnummer juichen. Dit nummer, op fijn
glacégedrukt, geeft een opgewekte beschrij
ving van al den arbeid, die voorafging, en
van de heerlijke openingsfeesten, die de
stalen volharding kroonden. Die aflevering-,
rijk geïllustreerd en met gloed geschreven,