De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 25 september pagina 2

25 september 1904 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEEDAMMEB WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. J422 een algemeen europeesch oogmerk. Op een gegeren oogenblrk is Frankrijk zoo oppermagtig, dat de veiligheid der andere staten van Europa er door bedreigd wordt Dit kwaad wil hij beteugelen, en tracht daarom ook zelf een magtig vorst te worden; zooveel mogelijk een magtig alleenheerscher. De binnenlandsche staat kunde van Engeland, de binnenlandsche der Zeven Provinciën, alles offert hij op en maakt hij aan zifn hoofddoel dienst baar Aan mijne lezers zich voor te stellen hoe ongemeen Jan de Witt en "Willem III moeten geweest zijn, dat zij van het begin tot het einde der eindelooze regeering van Lodewijk XIV tegen hem, Cromwell, Colbert, tegen de beroemdste fraasche maarschalken en en gel sohe admiralen, ong-erekend deengelsehe en fransehe diplomaten, de Republiek verdedigen konden op zulke wijs, dat nog gedurende achttien jaren na het overlijden van Willem III in 1702, onder het bestuur van den raadpensionaris Heinsius, de gedachte van den prins van Oranje een bolwerk der nationale onaf hankelijkheid gebleven is". (SM volgt). - S. KALFF. II. Dit was de laatste maal, dat China in woord of daad Japan trachtte te veroveren; en niet gering is de rechtmatige trots van het volk, als het zich herinnert dat nooit een vijandelijke vreemde legermacht een inval in hun land volbracht. In 1333 dan werden de Hojo's, die in plaats van nükado en shogun regeerden, verdreven; en een eeuw van anarchie en bloed vergieting volgde. ,, Ashikaga", de voornaamste krijgsoverste, . kwam aan het bewind, maar niet dan na een oorlog van 56 jaar (1336?1392), die eindigde met eene scheuring in het keizer lijk huis en in Japan. Om niet als qproerling gebrandmerkt te worden in zijn verzet tegen den -bestaanden wettigen mikado, steunde de overweldigende Ashikaga" een reeds vroeger tot abdicatie ge dwongen vorst. Slechts op deze wijze was 't hem mogelijk zijne positie gehandhaafd te houden, en als overwinnaar voor zijn mikado en zichzelf trad hij uit den strijd te voorschijn. De keizerlijke insigne's wer den hem door den zuidelijken keizer over handigd, waarna de autoriteit van zijn mi kado uit het noorden zich wederom over ? het heele land uitstrekte. Het geslacht van dezen noordelijken tak verdween echter na eenige generaties, waardoor de mikado's vanzelf weer uit de zuidelijke en meer wet telijke familie te voorschijn kwamen. Het fijdvak der 13 Shogun's der Ashi. kags" familie (1336?1573) was een van .verval en achteruitgang, van misdaad en ba»deloosheid, gedurende hetwelk de mi kado's zelfs tot de grootste armoede ver vielen. Pathetisch zijn de volksverhalen van medelijden met deze ongelukkige en onderdrukte keizers; en steeds meer steeg de volkshaat tegen de overweldigers, die Shogun weer konden worden, daar zij af stammelingen waren van een jongeren tak van de familie der Minamoto's". In 1401 zond een dezer shogun's een ge zantschap naar China om het als suzerein te erkennen, waarvoor dat land hem de titel van koning van Japan" verleende. Geleid door persoonlijke ijdelheid, kwam deze onwaardige leider van Japan er toe van een tijd van algemeene anarchie gebruik te maken tot een voor zijn land zoo vernederenlen stap, waarvoor eigenlijk in het geheel geen aanleiding bestond. Een daad, waarvoor het Japansche volk hem ten eeuwi gen dage zal blij ven verfoeien ! Tegen het einde der Ashikaga's" overheersching en in het begin der op hen vol gende machthebbers vond het eerste contact plaats met Portugeezen, Spanjaarden en Hollanders. MendezPinto, eenPortugeesch avonturier, schijnt in 1542 de eerste Europeaan te zijn geweest, welke Japan betrad; en met hem kwam de invoering van vuurwapenen. Al vorens de gevolgen dezer ontmoeting verder te beschouwen, gaan we eerst voort met het verhaal der innerlijke politieke toestan den, welker verwarring nu twee geheel van niot-aristocratischen afkomst zijnde veldheeren achtereenvolgens tot het grootste gezag opvoerden. Nobunaga" bestreed de Ashikaga's" en slaagde er in hun hoofdplaats .,Kanukura", dat '2% eeuw lang het centrum geweekt was van weelde en kui(Brijen, van beleidvolle regeering en tyraimie, te verwoesten. Hier mede was ook de familie der Ashiknga's" uitgeroeid. Nobuiiaga"1 zelve kon geeu shogun wor den, evenmin als zijn opvolger llidéyoshi", een herdersknaap van geboorte, die in 1573 na deu dood van den eerstgenoeiuden veld heer, de macht in handen kreeg. Hidéyoshi" is een der voornaamste figu ren in (Ie geschiedenis van Japan ; in moer dan n opzicht kwam hij overeen met Cromwell en een vergelijking met dezen ons bekenden staatsman en overweldiger geeft het beste idee van dezen voor de nieuwste geschiedenis van Japan zoo gewichtige per soonlijkheid. Ouder zijn regeoring toch (al geschiedde dit steeds in naam van den willoozen inikado in zijn goddelijk waas) had de tweede expeditie naar Korea plaats. Na, de eerste, welke iu 203 na dj r. door de keizerin-weduwe Jiugu" in mannelijk krijgsgewaad persoonlijk geleid was gewor den, had Korea in deu loop der eeuwen af en toe gezantschappen met i ijke g(,v.Mienken naar Japan gestuurd. Aan de/e schat plichtigheid trachtte het zich op aandringen en bedreigingen van China tu onttrokken; en hierin vond Hidéyoshi'' de aanleiding om scherper dan te voren Korea's afhan kelijkheid van Japan te doen uitkomen. Heel Jupan's Aziatische politiek is een gevolg van Hidéypshi's krachtdadig optreden; eu inderdaad zijn hunne belangen in, en rech ten op Korea iedere andere natie verre voor. Met den meesten voorspoed trok het Japansche leger voort in het belangrijke schiereiland, wier bewoners geen weerstand boden. Slechts hulptroepen uit China hadden de Japauueezen te verslaan. Verbitterd door dezen bijstand, stonden zij klaar in 1598 ook China binnen te vallen met een door een reeks overwinningen haast over moedig leger, toen de dood van Hidéyoshi", die in Japan gebleven was, een einde maakte aan dezen tweeden Koreaanschen inval. Het doel was echter bereikt en China's invloed in Korea ten eenenmale gefnuikt. Is hiermee de innerlijke politieke toestand geschetst, dan komen wij thans tot de ge wichtige evolutie, waartoe Japan kwam na zijne bereiking door de stoere zeevaar ders der 16e eeuw. De aanraking met de Westerlingen had de overbrenging van het Christelijk geloof ten gevolge. Bij een volk vol verbeeldings kracht, dat enthousiast de verklaring aan vaardde van eene opname in den hemel van alle geloovigen dadelijk na den dood, in voorkeur boven de Buddhistische leer met hare vele evoluties vóór men zoover kwam; hij een volk van overtuiging en zieleleven vond het Christendom snel in gang. En zoovele overeenkomstige uitwen dige vormen en gebruiken, die den overgang vergemakkelijkten, brachten ongetwijfeld het hunne er toe bij tot eene intensieve verspreiding van de Christelijke leer. Zelfs de regeering aanschouwde haar aldra met een welgevallig oog; en giften van Europa zoowel als in Japan deden in ongekende snelheid kerkelijke gebouwen en zendingen ontstaan. Doch zooals in die dagen iwWest-Europa, ging ook in Japan deze bekeering spoedig op inquisitorialen grondslag. In de 2e plaats brachten vervolgens de naijver en oneenigheid van de verschillende katholieke orden, van protestanten, Hollanders en Engelschen; en de ongeregeldheden eu wreedheden, die hiervan het gevolg waren, zoo'n afkeer voor den nieuwen godsdienst teweeg, dat 't oor spronkelijke enthousiasme aldra verdween en Hidéyoshi" in 1587 zoover ging om alle zendelingen te verbannen. Echter niet voor 1615, na een strijd van ongewone wreedheid, was het lot geveld en de propaganda voor het christendom geheel tot een einde ge bracht. Maar intens bleef de bekeering van vele landslieden, zooals blijkt uit vele daden van zelfverloochening voor de nieuwe leer; even intens en daarmede hunne be vattelijkheid voor een Hoog Geloof aantoonend als het karakteristiek in tegenover stelling staande Ghinccscho volk met zijn ganschelijk materieelen en practischen aard ongevoelig bleef voor een Hoog Idee, on be vattelijk als het is voor de charme van geestelijke overtuiging. In Japan actie, groei en onbegrensd ex pansie-vermogen naai' steeds hoogere si'oeren van volmaaktheid; in China tevreden heid met een beperkten afgerondeu graad daarvan en dan rust en een geruis aan capiciteit voor verderen opbouw. Het einde der vervolgingen in Japan was een totale uitroeiing van het christendom; en eerst in de dagen nu het meer intensieve contact met Europa en Amerika in de tweede helft der 19e eeuw verdwenen de edicten van haat en bister tegen de verdorven secte". Japan, dat eerst vol vuur hot christendom aanvaard en beleden, het daarna verfoeid en verdreven had, opende zich toen zonder voorliefde of veroordeel ervoor, zooals het ook deed voor de wetenschappelijke en materieele instellingen der westerlingen. In 1637 werden ten slottc alle vreemde lingen uit Japan verdreven ; en slechts de Oost-Indische compagnie behield haar factory op het welbekende eiland Déshima". (Slot volgt.) E. C. AHEXDANOX. wtuilllluiliiHlHiHilMlimiiimiiMiiitniiiiimiMtiiiHimumMMiMiKlMM Les Frères Immu m Edmoiifl tfe Bonjourt, (Vertaald door J. Kt YLMAN). Théophile Gautier vertelt ?net een grappig restje van doorstane angst, hoe luj nooit op zijn gemak was in de buurt van Edmond de Goncourt. Die keek u zoo doordringend aan," segt hij, of bij in uw ziel alle roerselen naging, om ze straks te noUeren." Kdmond, die zich met zijn jongeren broeder Jules de eer toekende van het-naturalisme in Frankrijk te hebben ingezet, was een rusteloos speurder naar documeiUs humains" voor zijn zedenstudies. In onze jonge jaren, vertelt bij, trokken wij, Jules en ik, door Frankrijk heen om te aquarel k-eren. Dut was on/e neiging. dat werd. meenden wij, ons beroep. Maar in bet notitieboekje, waar eerst enkel wat aanteekenlngen stonden over genoten diners en eenige optelsommen van afgelegde kilometers, kwamen allengs neergekrabbelde literaire l opmerkingen, schetsjes van het leven om i ons been, kiemen voor novellisdVchen arbeid, i Dut de De Gone»urts vau aanleg schilders > waren. wie. die hot in hun impre-sionuislischen stijl niet /iet. Kon st.ijl. die stormen verwekt beeft, een Mijl. die om over het i ter recensie ge/onden i.ock te spreken j den vertaler een moeilijke taak geei't. Les Fic.res /emganno. geschreven na Jules' dood en derhalve de glanzende nuancceringen mis-ende, waarmee de/e dichterlijke droomer de vroegere ..broers''' boeken verrijkte, hei ft. zooals do heer en mevrouw Seharte.il in bun klein maar mooi voorwoord vriendelijk op merken, een goeden kant met die mindere veriijndheid : immers een voordeel voor ons i publiek, voor zoover bet moeilijk Fransch j leest en r.u minder mist bij de weergave in 't Hollaud.-eh, en dan verlichting van do karwei des vertalers, welke al Zivaar ge noeg was. Op een wat veelvuldig gebruik vau het tegenwoordig deelwoord na vooral in het begin van het boek . lijkt de vertaling vrijwel gelukt*), t itdrukkingeii ais: ..aüons, mon grand!' woorden als ..nplonib" hadden ] naar mijn meeuiug wel niet in 't oorspron kelijk mogen gelaten worden, maar daar tegenover slaan veel aardige, som.-; lijn ge vonden vertalingen. In 't algemeen was de i herle.iug, in bet ilolland^ch nu, van De Goncourt's mooien loman ecu her-genieliug. De geschiedenis van de twee clowns, n i in hun kunst, n in bun broederliefde, is ook diep-aandoenlijk. Van het leven in den kermiswageu met een zigeuner moed -r komen | ze, ua zwerftochten in KngeUmd, welker gym ''??) liet Germanisme 'n; rgezi't op het titel blad heb i:-c maar op den broeden rug van den uitgever geschoven. nasten zij de kunst hadden afgekeken, in hun vaderland met roemdroombeelden terug. De oudste is de ontwerper, de denker, de man in dit verbond. De jongste, de poezige zachte droomer, de dichter, de detailversier der heeft de nukken en de gratie van het vrouwelijke. En beiden, innig aan elkaar verbonden, de oudste door een gevoel van Warme bescherming, de jongste door blind geloof en aanhankelijkheid, vormen zoo te zamen een eenheid van toerenverrichtende lijven, die in al het electrisch licht van de wijd« circussenkoepels, tusschen het aan en afdraven der paarden, tusschen het gerinkel, en het joelen van de foule van menschen, en het applaus, als een droevige en mooie verbeelding is van hetgeen de no_teerder Edmond en de dichter Jules de Goncourt samen in dit ondermaansche hebben bestreefd. De roman is mooi, en iedere vertaling, zoo ze goed gebeurt, een verdiende hulde. De roman is ook boudoir-fahig. Ze zal dus wel gaan", en van De Goncourt een in 't Hollandsen gelezen auteur maken. Welke voor zijn grootbei l kleine eer hij te lang heeft moeten derven. H. W. Et n teel oud lied, In vele landen vindt men lezingen van een zeker lied van twaalf (of dertien) getallen"*). In den Deutschen Liederhort" van Erk en Böhme wordt medegedeeld dat niet alleen bij ons, maar ook in Denemarken, Frankrijk, Italiëen bij de Wenden en Nieuw-Grieken dit lied gevonden wordt. Ook in Engeland bestaat het, eu onze ijverig verzamelende Vlaamsche broeders brachten liet eveneens in verschillende vormen onder de oogen van 't publiek. Meestal beeft het betrekking op den christelijken godsdienst maar in den deutschen Liederhort" wordt ook gesproken van een oud-hebreeuwseh paasuhlied, waarin, in plaats van 12, zooals in de meeste andere vormen, dertien heilige getallen" voorkomen. Van dit laatste is, meen ik, ook nog een gedeelte in het noorden van Friesland en Gro ningen bekend. In mijn jeugd althans werd dit lied op verschillende dorpen achter Dokkum" (Xes, Wierum, Ternaard, Holwerd, enz.) nog op kraamvisites, bruiloften en gearrjouhteii'1 (een feest dat door do bruid aan baar vroegere speelgenooten gegeven wordt) gezongen. Ons, jonge meisjes, verveelde het wel eens een beetje, omdat 't zoo lang was, maar de oudereu van dagen zongen liet Steeds, geduldig uit, van ~a tot /; T!öe tp'ijt liet me thans, dat'ik het niet geheel ontbonden heb l Ik informeerde ook al bij een paar kennissen, maar heb het tot nu toe niet volledig bij elkaar kunnen krijgen. Het begint als volgt: Een is onze wet (of liever wè-et") Kobbidobbidö-ö, (bis) Keu is onze wet. Twee steenen tafelen, Kn n is onze wê-et, RobbidobbidcVö(bis) Ken is onze wet. Drie zijn onze vaderen : Abram, Izak, Jacob, Twee steenen tafelen, Kn n is onze wè-et, Robbidobbid.Vö, (bit) Ken is onze wet. Vier zijn onze moederen: Sara, Rebekk', Lea, Rachel, Drie zijn onze vaderen : Abram, J zak, Jacob, Twee steenen tafelen, Kn n is onze wè-et, Kobbidobbidó-ö(bis) Keu is onze wet, Vijf zijn de boeken Mozes' Vier zijn onze moederen, enz. /es zijn do boeken van Daniël, Vijf boeken Mozes . .. enz. /even is de Sabbathdag, Dien de Joden vieren mag, /os zijn de bjeken van Daniël, Vijf zijn de boeken Mozes' Vier zijn onze moederen, enz. Acht is de besnijdfciiis, enz. De negen was op ons dorp bij niemand bekend. Als men er aan toe was, keek men elkaar eens lachend aan. haalde de schouders op, en zong getroost : Negen is de tra lala !" om dan weer met nieuwen mo"ed tot de tien geboden" over te gaan. I) Daarna kwam er stellig nog meer, maar ook dat ben ik helaas kwijt. J k kan zelfs niet zeggen of het lied tot _/:_?' of tot ?.7 ging. j Maar n diu^ meen ik zeker te welen, en ] dat is : dat dne vorm vau het oude lied tot j nog toe niet door een onzer folkloristen be- ! sproken is geworden. . Ken andere lezing, blijkbaar van kalholie- i ken oooproug. werd me voorgezongen door , een oud vrou .vtje uit Alkmaar, liet was de/e : DE TU'AAJ.F IIKIUGK'i iKTAKI.KX. Ken is n, ne (md allén, Kéne. Za'iiv.'muker Ju 't algemeen. i v\ eo 's twee : Twee Tafelen Mozes', l Kéne (iod allén, F.éne /aiigmaker In 't algemeen. Drie i- drie : Drie Patriarchen : Ahran , l -ak eu Jacobus, i Twee 'J'a leien Mu/cs' Kéne God iiilén, l lelie Zaligiiiaker i u 't algemeen. ....". \ icr ts vier : \'ier Iwangelist--]!. Die den \\ eg wel wisten. I >ne l'a! riaivhen : A bram. 1/ak en J u'i'bu-, T Y> eo 'i'u.'eien M. ./es' en/. \ Vijf is vijf: Vijf z!jn de wuidcndes D;.- \\ ;\ moeten ecren, iil,'creu. Vier Kvatigi-listen. enz ' h\ y.i-s kannen wijn i He op de bi'uiiofi Ie Kana gesebon(keii zijn. enz. /even is zi ven : /.?ven --akiamenien, /es kannen M ij n. ;iie op de l.rüiioi'L te Kami ge.-'-lioiiVijf. . . eii:. i keu /ijn, Acht is acht: De acht Zaligheden, Zeven Sakramenten, Zes kannen wijn, enz. Negen is negen : De negen Koren der Encjelen, Acht Zaligheden, Zeven Sakramenten, enz. Tien is tien : De Tien Geboden, Negen Koren der Engelen, Acht zaligheden, Zeven Sakrameuten, enz. Elf is elf:... (vergeten). Twaalf is twaalf: De twaalf Apostelen, Elf. . De Tien Geboden, Negen Koren der Engelen, Acht Zaligheden, Zeven Sakramenten, /es kanm u wijn, Die op de bruiloft te Kana geschonVijf wonden des Heeren (ken zijn, Die wij moeten ecren, Vier Evangelisten, Die den weg wel wisten, Drie Patriarchen: Abram, Izak n Jacobus, Twee Tafelen Mozes', Eene God allén, Eene Zaligmaker In 't algemeen. In de Honderd oude Vlaamsche Liede ren", verzameld door Jan Hots, (uitgave der Zuid-Nederlandsche Maatschappij van Taal kunde) komt een lezing voor, die in de om streken van Deest gezongen wordt, en met de hierboven genoemde veel overeenkomst heeft. Hier is het slot telkens : Eén is n : eu nen God alleen, Kenen Jesum Christimi gelooven wij, De regels: Abram, Izak n Jacobus" en Die den weg wel wisten", ontbreken, en die van de bruiloft tu Kana" zijn eenigszius anders. Te Westerloo is het slot: Kéueni Jesum Christum in 't openbaar, Met Christus zullen wij vroolijk zijn, Met dezen nieuwe jaar," en in het kanton Wormhout : Eén is ne, eene God alléne, Op den berg van Sinaï, Heere Jesum Christum,dat gelooven wij." 2) De Coussemaker meent dat al deze Vlaatnschölymigc'H (eu dus stellig ook de door niij aangehaalde Alkmaarsche) bewerkt schijnen te zijn naar eene oude latijnsche christene twoespraak", behalve het cijfer elf, waarbij in het Vlaamsche lied de Elfduizend maagde kens" genoemd worden, in plaats van, zooals in de latijnsche twtespraak, de elf sterren door Josepb gezien. 3) Dezelf Ie schrijver spreekt ook van een oudBretonscb druïdisch lied dat met de Vlaam sche lezingen van het lied van De twaalf getallen" veel overeenkomst heeft. Al deze bi zonderheden hier en daar vin dende, meende ik dat velen die zich voor folklore interesseeren, ook in de twee hierbo ven opgegeven lezingen belang zullen stellen. Meteen verzoek ik deu leiers van dit blad, me s. v. p. alles toe te xenden wat ze zich nog herinneren op 't gebied van oude liedjes en rijmen. Alles zal mij welkom zijn. Laat niemand denken dat wat hij weet, niet be langrijk genoeg is, en laat ieder eens om zich heen kijken, eu zooveel mogelijk oude menscheu uitviageii. Reeds nu hoor ik 'zoo dik wijls : Ach, leefde die of die nog inaar, die kende zoo'n massa a.irdige rijmen!" Laten we toch zooveel moois dat nu nog op te die pen is, on morgen misschien reeds niet meer, niet laten verloren gaan ! Ik zoek natuurlijk alleen die echte oude versjes die van geslacht O]> geslacht zijn overgeleverd en met recht op deu naam van /?o/A-slied^reu of rijmen kunnen aanspraak maken. Ik ben ui. bezig, daaruit voor kinderen eu volwassenen ge schikte bloemlezingen te verzamelen. N. VAX HlClITUM. ""') Soms ook vau slechts tien. ]) Alvorens mijn artikel in zee te zenden, informeerde ik nog eens in de prov. Gronin gen, eu bet resultaat is dat zeer zeker ook daar n de jeu dscbe (welke echter ook daar niet volder bekend is-dan tot de Hl geboden) n de katholieke lezing bekend zijn. In de eerste komt daar ook bet mij tot nu toe onbekende cijfer negen voor; misschien dat men dit bij ons op 't dor]) daarom niet zomr, omdat 't een beetje indceent werd geacht, die regel luidt n.i. als volgt : Negen zijn de maanden, die de vr-mwen dragen". Overigen< is de Groninger Ie/ing geheel aan de Friesche gelijk. Alleen het slotrefrein is daar eenvoudig: F.én is onze (iod" zonder Robbidobbidö'' of iets dergelijks. De chris telijke lezing komt ook bijna geheel met de dom-mij opgegeven Alkmaarscbe overeen. Vijf is daar vijl' i/i-i/o'li-n ot' wonden des Heeren, die wij uioe'on eeroir' en /V/* : Tien gebo"ie door Mozes geschreven zijn". i iel' de ..Klfdnizen l maagden, die ehaagdeii'' of alleen : ..Kif wijze maagden". Kn de laatste regel \au 't refrein luidt : ,,Kén zaligmaker gelooveu wij alleen". _') /ie o. k Voikskunde'', l e j iarg., biz. lij, W.UH' '\ l'i, vVeilïanders is. '.'>) Mijn Alkiiiaarsch vrouwtje, (lat zich baar cijt'-r l l niet meer herinnert, beweert stellig te weten dal in haar lied geen van deze twee va:ianten voorkomen. NIEUWE UITGAVEN. ./;''// ^ t i ? "/ <'. /?/,n'i n t't'nr /m'i>7<'^ t'/i ,<HI<]('IIX, verzameld en bewerkt door A. (\ Kuii'i:i;. Gt'i'llu-lrrord. l!aarhjm, Krven l.uo-jos. /?.c// i,'i-ii,T,i, i '"i. dooi' l 'i i:ui:t: OK ('ot I.KVAIX. Naar d-.1 ! 7e i'YaiiMihe uitgave, bewerkt door ni"j. il. >ï"i;;. Bekroond door d<: Academie Fraucaise. //.?,' '.V/.,-;,,, i-'.n l;<j'-ti>l '!',?<?>?'»; door L. T. .Mr\üK. \Vi\u'ii,g van AXNII: DK GKAAFF. ( ieïliüMreerd. L,').'/;: '.-.? »',,,..'. .v,<. ]?;.?!! vertelling uitliet leveu vau een A u^trab -cli mei-je, ;!o ir i/Tisi: M.u'K. Veu.iiiuu vau nu-v r. IÏKKLAIIUTS VAN' l'...oK ;. , \ u. i Jeï'llu-lr. .'<>or l.01'i.- KA!-:MAI;KI:I;S. l!''.,: i, ?: !'?]!;< tl'"]ilili-i'i1 CHil /"'Cl' !>''< lixc'lil' .//?ui/i ,t*. x aar 1:."! J'?.?ciisch. van \V..\i.i.i-:u ('i i; i ? ';?.. \s V * rt.i i IULT '\ au mevr. D. Lo<; !?: \IA.V VAN >'i:>: \\'-:i i I..T.X i 'iu^i ratie-* van i.ovis I!AI:V \',::'.'.~, Do i;.als!genoemde vier boeken zijn 'ji'gegvvesi dool' do l lollandia-Di ukkerij, te i': i a i' i i. ,V/.",'.V ..,'.,? /V., V,,,'/,,-'7, d..nr Mr. Dr. .H. S. VKI.H'.IAV. 'A'. Ver-i-uys, Amsterdam. De Scheikunde in lessen, door WILHELM OSTWALD. Met toestemming van den schrijver in liet Nederlandse b. vertaald door JAC. P. TIIIJSSE. (Met 47 figuren). Ie deel. Amsterdam, S. L. van Looy. De oplossing der sociale kwestie, door DSLSON. Druk van J. Folkertsma. Drukker-Uitgever, Arnhem. De dogmatische grondslag der vrije Universiteit te Amsterdam. Kede, gehouden in de meeting der Vereen tging voor llooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag te Groningen, den 6en Juli 11)04, doordr. W.GEESINK. Amsterdam, Pretoria, boekhandel vooiheen Höveker & Wormser. Wet, betrekkelijk de Nationale Militie (Militiewet 190J) met aanteekeningen, be sluiten ter uitvoering en alphabetisch register, door P. H. JOEDEXS, tweede druk. Zwolle, W. E. J. Tjeenk Willink. De Groote Eros, naar het Deenseh, van SOEXD LEOPOLD, door D. LOGEMAN VAN DEK WII.MGE. Amsterdam, II. J. W Becht. Pan uit de papieren ran luitenant Thomas Gltihn, naar het Noorsch van KNUT HAMSUN, door HEK.VUXE SCHUYLEXBUKG. Amsterdam, H. J. W. Becht. De Kindertuin, handleiding bij de ontwik keling van het kind van 3 tot 7 janr, volgens methode van.Fröbel, door JOH. \VIERTS VAN CoEiiooRN?STODT. Amsterdam, H. Wierts Van Coehoorn. Zwervers, Verzen, door C. L. ADAMA VAN SCHEI.TKMA. Amsterdam, S. L. van Looy. De Leer van Malthus. Een Leugen l door dr. S. GRÜIDANUS. Baarn, Hollandiadrokkerij. Van de Koningen en de Kroon, naar het Duitsch van KICARDO Huon, door mevrouw B. I>E GKAAFF VAN CAPPELLE. Inhoud van Tijdschriften. Den Gulden inkel, No. 9 : Boeken voor de jeugd, door L. C F. Bigot. Uit den pruiken tijd, door mr. G. J. Grashuis. ? Duitjchers over onzen Oost, door J. H. van Balen. ? Veenhuizen, door J. H. van Balen. Keur, door Gerard van Eckeren en dr. H. J. Calcoen. Snuifjes : Winckelkout. ? Ingezon den tijdschriften enz. De Xalaui; au. 9 : Watercultures, door J. Sturing. liet ultra mikroskopisch onder zoek, door dr. K. G. Rijkens. De verande ring in het bedrijf der gemeentetram van Amsterdam, door T. E. van Putten. Zelf reiniging van water, d jor J. v. d. lireggen. Ken vergelijking tusschen electrische snelsporeu en stootnsporen, door H. Vrecdenbeivj. De dadelpalm en zijn tegenwoordige cultuur, door dr. A. J. C. Snijders. Hut zieu vau complementaire kleuren, door dr. '/,. P. Boumau. Hangende spoorwegen (Schwebe-i biihuen), door J. H. K. llüekert.?Het aequarium in den dierentuin te Frankfurt a/M., door Tidd) Folmer. Brief aan de redaclie, door K, Eenvoudige proeven op chemisch gebied. Kristalwater, door dr. A. J. C. Snij ders. Korte mededeelingen. Op de. Hoogte, No. 9 : Van verre en nabij. Over de maand, die heenging (geïllustr.), door L. van Kosse. De Fillippijnbewoners en hun aanwezigheid op de World's Fair te St. Louis (met photograh'én), door S. Mingels. Gephotografeerde tranen (met af b.), door Enna. Geïllustreerde werken : Meesters der Renais sance (met reproducties^, door E. de Winter. Beeldende kunst. Reproducties naar beeld houwerken van Fransehe meesters ui t Musea in Frankrijk. Schetsen. Boeren en Boerinnen" schets uit Klein-Azië, door Charles David v;in I,"nnep (vervolg). Het transport te water eu te land, voorneen en thans, naar F. Loevestein. Met vele illustraties van P. J. \. ('hv. van Geldorp.' Ue Christus der Zee", door Anatole France, (met portret van den schrijver.) Literair overzicht. Tooneel. Muziek. l'a'dagogiek. Uit de natuur en 't menschenleven. Medische en hygi nische wenken. Recht en wet.?Modes.?? Voor keuken en huiskamer. Eii/i'ti H/innl, Xo. :>9 : Schetsen, II. Ver gissing, door II. S. S. K. J. H. Hübner t, als patroon herdacht, door J. P. Wolf, (met portret i. Endin, door De Moerulaer, II. De ridderzaal, (met af b ). De Sloterweg en Sloten, (met afb). Feuilleton. nlimiMIIIMIHIUIIIIMWMtlmMMIIIIIMIIIIIIIUIIMIIInlIIIHUlmlUltl 40 c « n t s per r e g » ). lttlllllllllllllMIIIIIIMItllHlllltlmlIlllllHIIHIIIItllIllllltHHHMHt! Met beste voedsel voor gezonde en aan maag-en ingewanden lijdende Kinderen. Ae In Vour* CHQCOL&.T-VEEN LE PLUS DELICIEUX CH'JCOLAT POUR CROQUER. t'sinef a S/teek (H<»lt<in<tt'). Hoofddapot te AMSTERDAM: Kalverstraat 157 K. F. DEUSCHLE-BENGER.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl