Historisch Archief 1877-1940
ftiKf'
DE AMSTERDAM ME B WEEKBLAD VOOR NE D E EL AND.
«Se iet Voorwoord" schreef, in de» vruchten
slechte eerstelingen te zien, den aanvang
eener kunst, waarvan de volle rijpheid in de
Bchemetende toekomst ligt". En met even
sympathieke bescheidenheid verzekerlPreeper
"Van Langendonck in de?Hi8torische Inleiding",
dat de Vlamingen zich wel bewast afvragen,
of de» Oogst wezenlek een gouden oogst is."
Mogen zjj tevreden zjjnl Ze is waarlijk
niet gering, deze bloemlezing van verhalend
«n betoogemd proza, van lyrische en drama
tische poëzie, wel niet die hoogten be
reikend, waarnaar de onsterfelijke verzen
van K.k>O8 en het forsch-gebouwde proza
van Van Deyssel en Van Looy den roem
onzer Noord-Nederlandsche litteratuur hebben
gedragen, maar aan levensvolle bedoelingen
even rijk, door eerlijkheid even sterk, en
?wellicht op den duur krachtiger door de
oude tradities, welke wij in het Noorden
derven, maar die onder hetVlaamsche volk,
in z\jne schoone oude steden, kerken, raad
huizen, lanen en velden, nog levend zijn.
Li hét ook niet onbewust deze traditie, deze
band, die hen aan verledene tijden bindt,
?welke hen niet, gehjk hunne noordelijke
genooten, meereBdeels in een-dor en vervunsd
zoogenaamd realisme of taai-fotografie doet
versuffen en vergrauwen ? Immers er spreekt
nit .het; fraaie stuk Eene Jeugd, van August
Vwmeyien, een geestelijk leven, dat men in
ome streken in de litteratuur zelden aan
treft, een geestelijke beweging welke in
Dnitaphland somtijds hare uiting vindt
in betoogende en verhalende prozastukken
van het tijdschrift der jongeren, Die neue
RundKhau. Het is een onloochenbaar feit,
dat de Noord-Nederiandsche letterkundigen
zich van het openbare leven der gemeenschap
te zeer ha iden afgezonderd, en, nu wel wat laat
tot ander inzicht gekomen, op allerlei wijze
deze dwaling der onstuimige jeugd trachten
goed te maken. Het was de afzondering der
absolute litteratuur", buiten verband met
andere kunsten, met wetenschap, met samen
leving. In Eene Jeugd nu verhaalt Vermeylen
van dergelijke dwalingen, maar zegt tevens
hoe onvoldaan de afzondering-in-zieh-zelf
maakte : Eenige mijner vrienden trachtten
zich af te zonderen door de kunst, maar in
hun eenzaam werk klopte niet de geheime
polsslag van 't levendig-worden, en 't verdorde
in dilettantisme. Allen vluchtten wij onszelf,
om ons te verwezenlijken in iets volmaakts
en onbeperkts, dat geen vinden kon noch
noemen. Wij waren misschien nog te jong
om te weten, dat het onmiddellijke leven
rond ons ongelooflijk diep is, dat alle machten
der hemelen en der aarde kunnen aanwezig
zijn in een glimlach of in 't wonder van een
liefdeblik."
Deze is de geestesgesteldheid, welke de
waarlijk vruchtdragende kunstenaar van noode
heeft. En ook is de toon dezer belijdenis
beschaafd en aangenaam, wel verre van het
plebejisch rumoer en den schreeuwerigen,
quasi-lyrischen bombast, dien wij vaak in
Noord-Nederlandsche critieken en beschou
wingen aantreffen.
Hetzelfde kan men zeggen van Alfred
Hegenscheidt's fraaie en logisch-ontwikkelde
beschouwingen over Rythmus. Dit stuk, in
1893 ges breven, kamt mij bovendien be
langrijk voor om zjjne, mijns inziens preciese,
plaatsing van Wülem Kioos in de wereld
litteratuur, om zijne veroordeeling van
Albert Verwey's gepraat en gekapt stroo
rond Vondel", ran Verwey's commentaren
en gecursiveerde verzen" in de Inleiding tot
Gondel, om de reeds in 1893 zoo billijke
beoordeeling van het optreden des heeren
Tideman in De Nieuwe Gids, in 't kort
om heel de beschaafde, humane en van helder
doorzicht getuigende wijze, waarop hij de
litteratuur zijner Noordelijke broeders be
spreekt.
Merkwaardig, op zich zelf een uitnemend
stuk betoogend proza", is die Historische
Inleiding" van Prosper van Langendonck.
Velen Noord-Nederlanders zal eene derge
lijke opfrissehing van hunlitterair-historisch
geheugen niet onwelkom zijn. Juist' in het
zelfde jaar dat et negroote verandering plaats
had ia het tijdschrift De, Nieuwe Gids, in
18U3, verscheen de jonge periodiek der
Vlaamsehe litteratuur, Van Nu en Straks.
AVï.t hieraan was voorafgegaan in Zuid-Ne
derland, verhaalt Van Langendonck in korte
trekken; vriendelijk zijn zijne woorden over
velen der ouderen, vriendelijk als van een
jongere, die welbewust zijn eigen weg geko
zen heeft. Maar bovenal voor «en van hen
is hij vol van eerbiedige bewondering, voor
den man die reeds in 1858 in een der uit
hoeken van Vlaanderen eene strooming deed
opwellen uit dien maagdelijken bodem,
waarover Maerlant's taal nog heenkliukt,
vtrtolkend de frissche levenskracht en den
IIHIMMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIlimilll
limilllllliimiiiliiiiliiiiimillilMiMiiiMiiiiiiiimimiiiiuillimimiimiiliiiiii
ntmmiimimi
diepen mystischen zin van eene schier
middeleeuwsche bevolking": Guido Gezelle, wiens
vrome en beminnelijke werken eindelijk ook
in het Noorden eene late vereering vonden.
En Gezelle's leerling was de, ook hier te
lande door zijne boeiende, frissche
spreekavonden geliefde pastoor Hugo Verriest,
zanger van een fraai en breed-rythmisch
avondlied en van vele eenvoudige,
melodieuse versjes. En Verriest's leerling was
de geniale dichter van Gudrun Albrecht
Rodenbach, evenals de vroeggestorven weg
bereider van het Noorden, Jacques Perk,
door de goden bemind en jong tot zich ge
nomen." Over hem bevat deze Vlaamsche
Oogst eene liefdevolle herinnering van
Verriest's hand.
Het schijnt mij overbodig nog vele woorden
te gebruiken ter aanbeveling van het stoere
Vlaamsche proza der verhalende schrijvers,
dat, hoewel in Hollaudsche ooren vaak eene
bekoring wekkend, enkel door de schijnbare
naïeviteit der ons ongewone taal, toch bij
mannen als Streuvels en De Meyere van een
klinkende en beeldende kracht is, welke in
onze streken slechts bij de allerbesten wordt
aangetroffen, en dat bovendien bij genen een
ietwat romantisehen grondtoon heeft, welken
de nuchterder Hollanders missen. Maar dit
verhalende proza is hier te lande reeds bij
de meesten bekend en bemind, en het zij
genoeg zoo hier verklaard wordt, dat er een
voortreffelijke keuze uit is gedaan.
De Vlaamsche poëzie wordt door de Noor
delij ken nog wel eens met argwanenden blik
begluurd. De neiging tot schijnbare eenvou
digheid en naïeviteit, of, ter andere zijde, tot
sensueelen bombast, eene neiging welke vooral
in de ontelbare bundels van den heer Pol.
de Mont zeer opvallend blijkt, is echter by
de jongeren zoo goed als overwonnen. Een
gedichi als Langendonck's zonnige hymne
aan het koren (?Op de hoogte") zal onder
dte schoonste voortbrengselen onzer litteratuur
steeds zijne plaats behouden :
Het koren! Nog het koren, zonder end!
Geweldig brandend in het middaggloren,
langs hoogte en vlakten, waar men keert
of wendt,
ne onafzienbre zee van glinstrend koren!
De lucht is vuur en vlam; geen adem stoeit
door' t roerloos veld,dat zich in zongloed bakert,
in grootschen zomerbrand, die gloeit en
schroeit,
en 't koren rijpt, in 't branden rijp geblakerd l
De Vlaamsche schrijvers kunnen er zeker
van zijn, dat, naast hunne volledige werken,
ook deze bloemlezing hunner litteraire pro
ductie in het Noorden met ingenomenheid
wordt begroet, en dat de zoo verfijnde en
niet licht te bevredigen Hollandsche lezer",
gelijk de heer Van Laugendonck ons met
Zuidelijken zwier gelieft te noemen, wel
anders dan voor eenige eeuwen, toen wij ons
uit het Zuiden slechts als botte Hollanders"
betiteld hoorden, hunnen arbeid, naast
dien van zijne eigene streken, waarlijk niet
geringschatten zal.
P. H. VAX MOERKERKEN Jr.
lllllflmlIIMIIII
MAGGI"
in tabletten ei 10 cents,
voor 2 borden voortreffelijke Soep,
geven in korten tijd allén met water smakelijke en gezonde
soepen. Meer dan 25 soorten bieden rijkelijk afwisseling.
Te verkrijgen bij kruideniers en comestibleshandelaars.
Waar niet verkrijgbaar wende men zicli tot het Generaal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HORJf, Amsterdam.
|||| inllllllllllllllllllllllllllllm Uil l UMI III III l UMI UMI MM MM
l*
niirmiiiiiimiiiHimiimiM MiiiiiimnimmMimiiininiimii
Een internationale TronwencMi,
Dit voorjaar is te Londen een internatio
nale vrouwenclub gesticht onder den naam
The Lyceum Club". Deze club, die zich
noemt, a 'social and residentml C'tub for Women,
heeft een tweeledig doel. Ten eerste wil zij
het middel zyn om vrouwen van alle natio
naliteiten, die werkzaam zijn op letterkun
dig, wetenschappelijk, artistiek of muziekaal
gebied, het onderling verkeer mogelijk en
gemakkelijk te maken. Het ruime clubge
bouw, gelegen in Piccadilly, (No. 128), een
der fraaiste gedeelten van Londen, met uit
zicht over" het Greenpai», bevat eene biblio
theek, werk- en ontvangsalons, verschillende
vergaderzalen, groote en kleine eetkamers, be
nevens gelegenheid tot logies, waarbij de
tarieven berekend zijn zoowel op kleine als
ep 'groote beurzen, zoodat ieder lid uit het
buitenland, uit de koloniën, of van waar
ook, om zoo te zeggen een eigen thuis, een
home, in Londen heeft. Ieder lid kan daar
betrekkingen aanknoopen met hare collega's
in andere landen, vindt er gelegenheid tot
het ontmoeten van toongevende personen
op de receptieavonden, die tweemaal per
jaar in de zalen van de club worden ge
geven en zij ontvangt er alle denkbare hulp
om haar verblijf in Engeland zoo aangenaam
niet alleen, maar ook zoo voordeelig mogelijk
te maken. Want naast het aangename be
oogt deze club het nuttige en practische.
Zjj wil in de wereld van het intellect steun
«n aanmoediging schenken aan die vrouwen,
die de letterkunde, de wetenschap, de kunst
beoefenen als beroep en wel door zijn leden
behulpzaam te zijn bij het plaatsen, het uit
geven, het tentoonstellen van haar werk.
Als middel 'hiertoe dient het aan de club
behoorende informatie-bureau, dat ook ge
gevens verzamelt en verstrekt aangaande
het verkrijgen van betrekkingen, de daar
aan verbonden emolumenten, den duur en
de kosten van verschillende opleidingen
?enz. Ook wil dit bureau tegemoet komen
aan het bezwaar, dat bijv. op letterkundig
gebied ieder land zijne eigene wijze van
uitgave van geschriften heeft, waaromtrent
men in andere landen meest in het duister
tast, en waardoor het terrein van den schrijver
noodeloos beperkt wordt. Het is vaak moeilijk
om buiten het eigen land uitgevers, agenten
en zaakwaarnemers te vinden en hoe zal
«en auteur buitenlandsche bevoegde vertalers
vinden voor zijn werk ? Andererzijds wachten
goede vertalers vergeefs op werk zonder de
auteurs te kunnen bereiken, bij gebreke van
*en brug, waarover men elkaar naderen kan.
Het informatiebureau van den club houdt
daarom voor zijne leden eene volledige
adresIjjst aan van uitgevers over de gebeele wereld,
met opgave van het soort van werk, dat
ieder van hen bij voorkeur in ontvangst
neemt, en van hunne voorwaarden van
salarieering. Verder heeft men er nog een
register van betrouwbare agenten en
colporteurs. Daarnaast wordt een staat aangehouden
van de voornaamste archivarissen, bibliothe
carissen, en directeuren van musea, in Europa,
Amerika en de verschillende Koloniën ; een
middel om antwoord te kunnen geven op
de vraag naar geschikte personen voor het
doen van nasporingen op archieven, het ont
cijferen en afschrijven van handschriften,
(inclusief eene globale berekening der te be
talen honoraria,) en om aanbevelingen te
kunnen geven aan de reizende leden van de
club bij hare studies aan archieven,
bibliotheeken en musea in het buitenland. Dit
Informatiebureau belast zich tevens met het
inwinnen van gegevens betreffende de gelegen
heden tot studie voor vrouwen aan universi
teiten en laboratoria, het lidmaatschap
van wetenschappelijke genootschappen, die
vrouwen onder hare leden willen opnemen;
het neemt ook de zorg voor lezingen en cur
suseen op zich.
De clubleden, die beeldende kunsten be
oefenen, vinden op dit bureau alle gewensehte
inlichtingen omtrent tentoonstellingen ; bijv. :
omtrent de verschillende voorwaarden, waarop
zij te Londen, te Parijs of te Berlijn kunnen
exposeeren; terwijl het bureau zich voor haar
belast met de agentuur voor het verzenden,
verpakken en verzekeren van kuustweiken.
Ook zorgt het bureau desverlangd voor de
bekendmaking in de pers en voor de
iinantieele belangen der leden bij inzendingen op
buitenlandsche exposities, zonder daarvoor
meer in rekening te brengen dan de werkelijk
gemaakte kosten. Het weet wegen en mid
delen om modellen voor
kunstnijverheidsprcducten, ontwerpen en patronen voor
weefsels, boek-illustraties en dergelijke te
brengen onder de oogen der chefs van groote
handelsfirma's. Zoo regelde het bureau reeds
eene tentoonstelling gedurende eene maand,
uitsluitend van werk van clubleden op het
gebied van kunstnijverheid in de tentoon
stellingszalen van de firma Wertheim te
Berlijn; de verkochte stukken konden daar
onmiddellyk door andere worden vervangen.
Hetzelfde is in voorbereiding te Hamburg,
te Dusseldorf, te Bremen en te Keulen. De
inzendingen worden vooraf gekeurd door
eene jury. In Maart en April aanstaande,
zal er voor de leden gelegenheid zijn, om
hare schilderijen te Berlijn te exposeeren;
terwijl in November en December van dit
jaar te New-York eene tentoonstelling wordt
geopend van miniatuurschilderingen, krijt
en penteekeningen, pastels en
waterverfstudies, ook weder uitsluitend voor clubleden.
Een Duitsch maandblad, gewijd aan repro
ducties van ontwerpen voor reclame-platen,
patroonteekeningen, modellen, illustraties en
dergelijke, in hoofdzaak bestemd voor
fabrikanten,diede ontwerpteekeningeu koopen om ze te
doen uitvoeren, is bereid bevonden een geheel
nummer beschikbaar te stellen voor werk
der leden van den Lyceumclub. Te Londen
zelf zal maandelijks eene tentoonstelling
worden gehouden, van dit soort van
ontwerpteekeningen; heeren fabriekanten. uitgevers
en verzamelaars worden dan tot het bezoek
daarvan uitgenoodigd. Vandaar gaat het
ingezondene dan naar de depots in Amerika
en Duitschland. De inzenders moeten retour
vracht storten voor w7erk, dat eventueel door
de jury wordt afgekeurd.
Voor de muziekbeoefenaarsters onder zijne
leden organiseert de club concerten eii mu
ziekavonden, waar hare composities ten
gehoore worden gebracht; voorloopig nog
slechts alleen in Londen, maar spoedig naar
men hoopt, ook te Parijs, te Berlijn en te
Rome. Ook ligt ter inzage eene lijst van
die clubleden, die zich bereid hebben ver
klaard, hare reizende medeleden desverlangd
te steunen met raad eu inlichtingen.
Dit alles heeft ten grondslag de gedachte,
dat de Lyceumclub wil zijn eene
vereeniging van vrouwen werkzaam op intellectueel
gebied. Als door dezen de beteekenis van
internationale samenwerking naar waarde
wordt erkend, zoodat de club binnen niet
te lang tijdsverloop tal van leden telt in
in ieder land, kan er groote kracht van
uitgaan. Beoei'enaarsters van letteren, kunst,
muziek en wetenschap vinden dun in het
bureau het middel, waardoor ieder lid op
haar terrein, door aansluiting bij anderen,
haar arbeidsveld kan uitbreiden. Leden van
de club kunnen zijn vrouwen van alle
nationaliteiten, die hetzij eenen academischen
titel voeren, hetzij opgave kunnen doen van
eeuig oorspronkelijk werk door haar gele
verd op het gebied van letteren, kunst,
wetenschap, muziek of journalistiek, en wier
candidatuur door twee clubleden wordt ge
steund. Het lidmaatschap bedraagt voor
buiten Engeland woonachtige leden n
guinea, en een entreegeld mede van den
guinea. Op de lijst der namen van bestuurs
leden staan er velen van goeden klank, als
voor Engeland onder anderen lady Aberdeen,
mrs. Humphry AVard, miss Rhoda Hroughton,
miss Beatrice Harraden; voor Amerika mrs.
May AVright Sewall; voor Frankrijk mad.
Arvède Barine, mad. Bentzon, La comtesse
Jean de Castellane, om slechts enkelen te
noemen. De seerataresse van het hoofdbe
stuur, iciss Constance Smedley, hoopt in
November een bezoek te brengen aan ons
land en dan eene Nederlundsehe afdeeling
van den Lyceurnclub te kunnen stichten.
JOIIAXXA \V. A. NAUKK.
Rosaüe Moütesoa.
Rosalie Montmasson. de vrouw wier naam
onafscheidelijk verhouden is uan de jeugd en
de opkomst van Fraiieeseo Crispi, maar even
eens aan het opzienbarende proces over zijn
bigamie, is eenigen tijd geleden, op h oogen
leeftijd, haar vriend en echtgenoot in het graf
gevolgd. Rosalie was niet zooals velen moenen
de eerste vrouw van den staatsman. Reeds
als piepjong studentjo was Crispi te Palermo
in het huwelijk getreden, tegen den wil
zijner familie, doch zijn eerste, zijn werkelijk
allereerste vrouw werd hem reeds in 1849
ontnomen. Crispi's vronvvenlooze" periode
duurde van 1848 tot 18.53, gedurende welken
tijd hij, na de Sieiliauusche revolutie, als
vluchteling en .samenzweerder i n Turijn leefde,
of liever vegeteerde" , en te samen met
Depretis een democratisch blad uitgaf, waar
mee Depretis !)0 en Crispi 00 francs per maand
verdiende. Daar de heeren samenzweerders
echter nogal lastig waren, besloot dij
Puiiuonteesche regeering zich van den gevaarlijken
Crispi te ontdoen, en zette hem achter slot
en grendel. Eu hier was het, dat de
vier-endertig jarige gevangene ten tweede male zijn
hart verloor. Want in die gezellige gevangenis
hadden verscheiden kleine waf chmeisjes vrije»
toegang, en de aardigste van allen, do
Suvoyaardsche Rosalie Montmasson wist den
Siciliaaii geheel en al te betooveren. Toen Crispi
naar Malta werd gestuurd, nam hij zijn vrien
dinnetje met zich mede, en leidde niet haar
op liet gastvrije eiland een leven, waarbij
vergeleken dut in een zigeuuerkamp nog
weelderig te noemen is. Tengevolge' van geld
gebrek, want de 300 francs, die Crispi's
purtijgenooten voor hem hadden bijeenge
bracht, waren natuurlijk al spoedig verdwenen,
vestigde het minnende paar zich in een oude
ruïne buiten de stad en voedde zich met
wortels en kruiden. In dien ongelukkigen
tijd kwam clc jonge Crispi, die natuurlijk
onmogelijk vermoeden kon, dat hij eens een
neef van den koning" zou worden (als ridder
van de Anuunciata-orde) op het allesbehalve
l taliaansche, doch veeleer
burgerlijk-Germaansche denkbeeld met Rosalie te trouwen. Het
goede kind verdiende dat zeker, want zij was
het, die door haar werk haar Francesco ten
minste voor den hongerdood wist te behoeden.
Weliswaar ging het met dit huwelijk
eenigszius eigenaardig in het werk; daar het bur
gerlijk huwelijk nog niet was ingevoerd en
het paar bovendien geen papieren bezat,
vergenoegden zij zich niet de inzegening van
een rondtrekkenden Jezuïet, die nooit de
priesterwijding had ontvangen. Van dien tijd
af zien wij het tweetal overal i u de wereld
opduiken, waar maar iets is samen te zweren ;
Crispi en zijn Rosalie zijn nu eens bij Mazzini
in I.ouden, dun weer bij Orsini in l'arijs, en
overal bewijst Rosalie gewichtige diensten
aan de revolutie: zij brengt ongemerkt
Miizzhii's bevelen over, smokkelt vlugschriften
over de grenzen, enz., kortom, zij wijdt zich
met hart en ziel aan de zaak van haar geliefde.
Als in ISliO Garibaldi met zijn duizend"
naar Marsala scheep gaat en Siciliëbevrijdt,
is Rosalie Montmasson de eenige vrouw bij
de geheele expeditie; zij strijdt aan Crispi's
zijde, en krijgt na de innemiug van Palermo
het kruis van de .,duizend" en dat wei in
diamanten.
Vanaf 1S(>0, dat wil zeggen, vanaf het
tijdstip, dut Crispi u's politicus begon naam
te maken, werd de verhouding tusschen het
tweetal minder goed. Crispi werd afgevaar
digde, partijleider, stond op den drempel van
de hoogste macht, en de ontegenzeggelijk
brave en trouwe, maar ten eeneu male
onontwikkelde vrouw, was hem in alle op
zichten IH-II blok aan het been. Rosalie, die
zich zoo uitmuntend had geschikt in de
moeieiijke tijden, verstond niet de kunst,
Crispi nu ook op den weg van zijn succes te
volgen; zij verviel in allerlei dwaasheden,
kleedde zich zoo zonderling, dat de menscheii
haar niet den vinger nawezen, omringde zich
met een menagerie van honden, katten, ko
nijntjes en muizen, en begon bovendien een
meer dun gewone voorliefde voor den alcohol
aan den dag te leggen. Toen Crispi eens tus
schen zijn linnengoed een talrijke familie witte
muizon vond de lievelingen van mevrouw
Rojalie kwam het lot een uitbarsting;
In; verliet het hi'.N. om het nooit weer te
betreden. TH ze huiselijke twist zon verder
niet \ eel te beteekenen hebben gehad, wan
neer Crispi niet het zwak had bezeten elke
vrouw te trouwen, die hem beviel. Jii
Palermo maakte de, reeds in hoog aanzien
staande politicus kennis met een schoone
jonge dame, die hem met baar vurige oogen
betooverde, zoodat het ontvankelijke hart
van den Sicüiaan in een oogwenk in vuur
en vlam stond. Het was mejuil'rouw Lina
Jiarhagello, de dochter van een rechter, die
ouder den naam Uonna Lina later zulk
een noodlottige rol in Crispi's leven zou
spiden. Blijkbaar vond Crispi toch, dat zijn
huwelijk met Rosaüe Montmasson niet geheel
weg te cijferen viel, want hij huwde Lina
Barbagello alleen in de kerk'' en was dus
wettelijk tot niets verplicht. Eerst als minister
van binnenlandsche zaken, in 1878, waagde
Crispi het, zijn kerkelijke (maar o, zoo
wereldsche) vrouw ook voor den burgerlijken
stand te brengen. Ter vermijding van een
mogelijk schandaal vond het huwelijk echter
in alle stilte plaats, zonder dat het van te
voren was bekend gemaakt. Jammer slechts,
dat Crispi's mededinger, benijder en doods
vijand Nicotera achter liet geval kwam, en
de bigamie-gcschiedenis" oogenblikkelijk
na ir alle zijden van de wereld rondbazuinde,
hetgeen Crispi /.ij n portefeuille en een goed
deel van zijn toekomst kostte. De gerechtelijke
uitspraak luidde echter, dat het huwelijk
met Rosalie Montmasson onwettig- was ge
weest, en hierdoor kwam er ten einde aan
het proces.
Terwijl Crispi, na een pauze van verscheiden
jaren, steeds hooger steeg in macht en aan
zien, leidde Rosalie Montmasson een stil,
teruggetrokken leven, en wijdde al haar liefde
en zorgen nog slechts aan haar katten, honden
en witte muizen. Van do slechte journalisten
hield Rosalie zich zoo ver als haar maar
eenigszins mogelijk was, en geen enkele maal
heeft zij een vinger uitgestoken om mede te
doen aan do vervolgingen tegen den man,
die haar toch ongetwijfeld vee! leed had be
rokkend. Kr wordt beweerd, dat Crispi, niet
tegenstaande de scheiding, altijd is voortge
gaan Rosalie Montmasson van tijd tot tijd
te bezoeken. In elk geval is het een feit,
dat hij zijn levenlang zeer royaal voor zijn
vroegere vriendin heeft gezorgd. Wanneer
hij de kunst verstaan had, de eigenaardig
heden van Rosalie te verdragen en een lief
hebbend vader voor haar muizen te zijn, dun
zou Donna Linu misschien nooit in zijn leven
hebben ingegrepen, en zou Francesco Ciispi
zijn gestorven als de afgod van zijn volk,
zonder dat afgunstige Tygmaeën een vrouw
tot voorwendsel hadden kunnen nemen, om
een der grootste staatsmannen van het nieuwe
Italiëten val te brengen.
Na(jema<tl;h' jnweelen. Kleanor l
obnon. ICfii iiwde]j>arlenn'nt"l Natio
naal comité. Vroitii:eii-tfipjcs op bank
biljetten. De Athenaeum-cltib.
De herhaaldelijk gepleegde
juweelen-diefstalleii, hebben namaak van kostbaarheden
zeer bevorderd. De mondaine neemt haar
parures niet meer mee op reis ; niet langer
stelt zij haar kostbaar bezit bloot aan de
kwade kansen van koffers en hotel-kamers.
Tóch betreedt zij casino, concert- en bal
zaal, stralend eu fonkelend in liet
kleurgewiegel van diamanten en andere steenen.
Voor het oog der toeschouwers alles precies
hetzelfde als de tiara, de collier, de rivière,
de armbanden en -ringen, opgeborgen in
brandkast en kluis. Fn voor de innerlijke
gerustheid der met kostbaarheden getooide
vrouw, het bewustzijn, dat verlies of diefstal
der verblindende pracht, huur niet te veel
leed zal doen, omdat aan dien tooi geen
familie-herinneringen verbonden zijn, en men
de nagemaakte juweelen, voor betrekkelijk
geringen prijs kan vervangen.
-x-
-xHet tooneelwerk van Zangwill : Merely
Mary Ann", waarmede in het vroege voor
jaar een vrijwel mislukte proef is genomen
in een klein plaatsje buiten Londen, is op
nieuw en nu in Engeland's hoofdstad voor
het voetlicht gebracht. De schrijver van
Childron of the Ghetto" plukt tegenwoordig
lauweren als dramaturg. Zonder medewer
king van de jonge Amerikiuuische
tooneelspeelster Kleanor Robson, zouden lauweren
en bij vals-betuigingen waarschijnlijk voor
Zangwill nog eenigen tijd zijn uitgebleven.
Kleanor Robson kwam, zag en overwon.
Het succes door deze jonge artiste in Lon
den behaald, blijft tot de uitzonderingen
behooren. Moeilijk was haar taak. De
Loiidenaars zijn verwend en van Zungwill's drama
tische arbeid ging geen goede roep uit. Milor,
een Mary?Ann zooals Kleanor Robson te ge
nieten gaf, kon niet langer worden
teruggestooten. Wél bemerkt de kritiek, dat
Zang. will's stuk zonder Eleanor Robson niet veel
beteekend zou hebben, en, dat er in het
laatste bedrijf taaie en saaie oogenblikken
zijn, die zelfs een kunstenares als deze geniale
Amerikaansche niet goed weet te maken. De
intelligente schrijver, verheugd over de gun
stige ontvangst van Merely Mary?Ann" zal
wel een beetje gaan omwerken eu snoeien.
* "?'
Sedert eenigen tijd bestaat in Melbourne
een Vrouwen vereeniging, genaamd:
Women's political Association". Deze vereeni
ging stelt zich uitsluitend ten doel de poli
tieke opvoeding der vrouw. Ten einde der
zwakke vrouw een stenigen leiddraad in
handen te geven, bij haar ommegangen in
het politieke lubyrinth, heeft bovengenoemde
veret-nigiiig een geregelden dispuut-avond
uitgeschreven, onderden naam: Een model
parlement". De debatten worden behoorlijk
geleid door een presidente. AV'etsontwerpen
worden ingediend, besproken, verworpen of
aangenomen. Ministeries worden
saamgesteld en ontbonden. Deze praktische oefenin
gen zullen volmaakt overeenkomen met het
echt geharrewar van parlementsleden onder
ling. Het programma van het model-parle
ment" staat gelijk met het soldaatje-speleu
der staande legers, om ingeval van oorlog,
met beleid en wreedheid te kunnen moor
den en verdelgen.
* *
#
In Rio de Janeiro is een nationaal comit
opgericht tot bestrijding van den
meisjeshandel. Onze consul-generaal behoort tot de
oprichter?. Mogen zij, die den moed. en het
beleid hebben, een toestand van zoo
niiddeneeuwsche barbaarschheid te keeren, gunstige
gevolgen zien van hun wakker en kloek
streven.
" * '
Het reproduceeren vr.n vrouwen-koppen op
bankpapier lioemt toe, hoewel deze, aardigheid
niet als een nieuwtje begroet kan worden.
In 18U7 liet de nationale bank te Budapesth,
op haar OOO-gulden bankbiljetten de por
tretten afdrukken van beroemde zangeressen
en tooneelspeelsters. Luise Blaha, de aange
beden prima donna, was de eerste, wier
beeldig gezichtje prijkte op het geldiwaardig
papier.
Uit het geld-geslacht Rothschild zijn ver
schillende vrouwen-koppen in omloop ge
bracht, gestempeld op de bankbiljetten.
Koning Augustus van Haunover, verliefd op
de beeldschoone gravin von Kosel, zorgde
er voor, dat haar gelaatstrekken konden be
wonderd worden door hen die bankpapier
uitbetaalden, of in ontvangst namen. Of die
hulde haar welgevallig was?
* *
*
De dames Athenaeutn-club te Londen, is
tegenwoordig druk bezocht. Talentvolle en
invloedrijke vrouwen doen haar uiterste best,
om genotvolle en afwisselende uren te bezor
gen, aan haar, die de smaakvol ingeriehtte
zalen in Doverstreet bezoeken.
Er wordt gemusiceerd en er worden voor
drachten gehouden. Lady Maud Warrender,
die haar goed geschoold, prachtig o itwikkeld
altgeluid, dikwijls op liefdadigheids-concerten
en feesten doet hooren, zingt met de grootste
bereidwilligheid voor de dames-leden van de
Athenaeum-club. Lady de Grey, een ge
boren actrice, houdt voordrachten. Mevrouw
Ronalds, mede eene der club-leden, be
schermvrouw van muziekale en dramatische
talenten, wier huiselijke drempel doorartisten
wordt gesleten, zorgt ook voor af wisseling in
de club. Tot de bestuursleden van deze
bloeiende vrouwen-club behooren de her
toginnen van Leeds en Marlborough en de
bekende mevrouw eorge Coinwaliis West.