De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 2 oktober pagina 3

2 oktober 1904 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

ftiKf' DE AMSTERDAM ME B WEEKBLAD VOOR NE D E EL AND. «Se iet Voorwoord" schreef, in de» vruchten slechte eerstelingen te zien, den aanvang eener kunst, waarvan de volle rijpheid in de Bchemetende toekomst ligt". En met even sympathieke bescheidenheid verzekerlPreeper "Van Langendonck in de?Hi8torische Inleiding", dat de Vlamingen zich wel bewast afvragen, of de» Oogst wezenlek een gouden oogst is." Mogen zjj tevreden zjjnl Ze is waarlijk niet gering, deze bloemlezing van verhalend «n betoogemd proza, van lyrische en drama tische poëzie, wel niet die hoogten be reikend, waarnaar de onsterfelijke verzen van K.k>O8 en het forsch-gebouwde proza van Van Deyssel en Van Looy den roem onzer Noord-Nederlandsche litteratuur hebben gedragen, maar aan levensvolle bedoelingen even rijk, door eerlijkheid even sterk, en ?wellicht op den duur krachtiger door de oude tradities, welke wij in het Noorden derven, maar die onder hetVlaamsche volk, in z\jne schoone oude steden, kerken, raad huizen, lanen en velden, nog levend zijn. Li hét ook niet onbewust deze traditie, deze band, die hen aan verledene tijden bindt, ?welke hen niet, gehjk hunne noordelijke genooten, meereBdeels in een-dor en vervunsd zoogenaamd realisme of taai-fotografie doet versuffen en vergrauwen ? Immers er spreekt nit .het; fraaie stuk Eene Jeugd, van August Vwmeyien, een geestelijk leven, dat men in ome streken in de litteratuur zelden aan treft, een geestelijke beweging welke in Dnitaphland somtijds hare uiting vindt in betoogende en verhalende prozastukken van het tijdschrift der jongeren, Die neue RundKhau. Het is een onloochenbaar feit, dat de Noord-Nederiandsche letterkundigen zich van het openbare leven der gemeenschap te zeer ha iden afgezonderd, en, nu wel wat laat tot ander inzicht gekomen, op allerlei wijze deze dwaling der onstuimige jeugd trachten goed te maken. Het was de afzondering der absolute litteratuur", buiten verband met andere kunsten, met wetenschap, met samen leving. In Eene Jeugd nu verhaalt Vermeylen van dergelijke dwalingen, maar zegt tevens hoe onvoldaan de afzondering-in-zieh-zelf maakte : Eenige mijner vrienden trachtten zich af te zonderen door de kunst, maar in hun eenzaam werk klopte niet de geheime polsslag van 't levendig-worden, en 't verdorde in dilettantisme. Allen vluchtten wij onszelf, om ons te verwezenlijken in iets volmaakts en onbeperkts, dat geen vinden kon noch noemen. Wij waren misschien nog te jong om te weten, dat het onmiddellijke leven rond ons ongelooflijk diep is, dat alle machten der hemelen en der aarde kunnen aanwezig zijn in een glimlach of in 't wonder van een liefdeblik." Deze is de geestesgesteldheid, welke de waarlijk vruchtdragende kunstenaar van noode heeft. En ook is de toon dezer belijdenis beschaafd en aangenaam, wel verre van het plebejisch rumoer en den schreeuwerigen, quasi-lyrischen bombast, dien wij vaak in Noord-Nederlandsche critieken en beschou wingen aantreffen. Hetzelfde kan men zeggen van Alfred Hegenscheidt's fraaie en logisch-ontwikkelde beschouwingen over Rythmus. Dit stuk, in 1893 ges breven, kamt mij bovendien be langrijk voor om zjjne, mijns inziens preciese, plaatsing van Wülem Kioos in de wereld litteratuur, om zijne veroordeeling van Albert Verwey's gepraat en gekapt stroo rond Vondel", ran Verwey's commentaren en gecursiveerde verzen" in de Inleiding tot Gondel, om de reeds in 1893 zoo billijke beoordeeling van het optreden des heeren Tideman in De Nieuwe Gids, in 't kort om heel de beschaafde, humane en van helder doorzicht getuigende wijze, waarop hij de litteratuur zijner Noordelijke broeders be spreekt. Merkwaardig, op zich zelf een uitnemend stuk betoogend proza", is die Historische Inleiding" van Prosper van Langendonck. Velen Noord-Nederlanders zal eene derge lijke opfrissehing van hunlitterair-historisch geheugen niet onwelkom zijn. Juist' in het zelfde jaar dat et negroote verandering plaats had ia het tijdschrift De, Nieuwe Gids, in 18U3, verscheen de jonge periodiek der Vlaamsehe litteratuur, Van Nu en Straks. AVï.t hieraan was voorafgegaan in Zuid-Ne derland, verhaalt Van Langendonck in korte trekken; vriendelijk zijn zijne woorden over velen der ouderen, vriendelijk als van een jongere, die welbewust zijn eigen weg geko zen heeft. Maar bovenal voor «en van hen is hij vol van eerbiedige bewondering, voor den man die reeds in 1858 in een der uit hoeken van Vlaanderen eene strooming deed opwellen uit dien maagdelijken bodem, waarover Maerlant's taal nog heenkliukt, vtrtolkend de frissche levenskracht en den IIHIMMHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIlimilll limilllllliimiiiliiiiliiiiimillilMiMiiiMiiiiiiiimimiiiiuillimimiimiiliiiiii ntmmiimimi diepen mystischen zin van eene schier middeleeuwsche bevolking": Guido Gezelle, wiens vrome en beminnelijke werken eindelijk ook in het Noorden eene late vereering vonden. En Gezelle's leerling was de, ook hier te lande door zijne boeiende, frissche spreekavonden geliefde pastoor Hugo Verriest, zanger van een fraai en breed-rythmisch avondlied en van vele eenvoudige, melodieuse versjes. En Verriest's leerling was de geniale dichter van Gudrun Albrecht Rodenbach, evenals de vroeggestorven weg bereider van het Noorden, Jacques Perk, door de goden bemind en jong tot zich ge nomen." Over hem bevat deze Vlaamsche Oogst eene liefdevolle herinnering van Verriest's hand. Het schijnt mij overbodig nog vele woorden te gebruiken ter aanbeveling van het stoere Vlaamsche proza der verhalende schrijvers, dat, hoewel in Hollaudsche ooren vaak eene bekoring wekkend, enkel door de schijnbare naïeviteit der ons ongewone taal, toch bij mannen als Streuvels en De Meyere van een klinkende en beeldende kracht is, welke in onze streken slechts bij de allerbesten wordt aangetroffen, en dat bovendien bij genen een ietwat romantisehen grondtoon heeft, welken de nuchterder Hollanders missen. Maar dit verhalende proza is hier te lande reeds bij de meesten bekend en bemind, en het zij genoeg zoo hier verklaard wordt, dat er een voortreffelijke keuze uit is gedaan. De Vlaamsche poëzie wordt door de Noor delij ken nog wel eens met argwanenden blik begluurd. De neiging tot schijnbare eenvou digheid en naïeviteit, of, ter andere zijde, tot sensueelen bombast, eene neiging welke vooral in de ontelbare bundels van den heer Pol. de Mont zeer opvallend blijkt, is echter by de jongeren zoo goed als overwonnen. Een gedichi als Langendonck's zonnige hymne aan het koren (?Op de hoogte") zal onder dte schoonste voortbrengselen onzer litteratuur steeds zijne plaats behouden : Het koren! Nog het koren, zonder end! Geweldig brandend in het middaggloren, langs hoogte en vlakten, waar men keert of wendt, ne onafzienbre zee van glinstrend koren! De lucht is vuur en vlam; geen adem stoeit door' t roerloos veld,dat zich in zongloed bakert, in grootschen zomerbrand, die gloeit en schroeit, en 't koren rijpt, in 't branden rijp geblakerd l De Vlaamsche schrijvers kunnen er zeker van zijn, dat, naast hunne volledige werken, ook deze bloemlezing hunner litteraire pro ductie in het Noorden met ingenomenheid wordt begroet, en dat de zoo verfijnde en niet licht te bevredigen Hollandsche lezer", gelijk de heer Van Laugendonck ons met Zuidelijken zwier gelieft te noemen, wel anders dan voor eenige eeuwen, toen wij ons uit het Zuiden slechts als botte Hollanders" betiteld hoorden, hunnen arbeid, naast dien van zijne eigene streken, waarlijk niet geringschatten zal. P. H. VAX MOERKERKEN Jr. lllllflmlIIMIIII MAGGI" in tabletten ei 10 cents, voor 2 borden voortreffelijke Soep, geven in korten tijd allén met water smakelijke en gezonde soepen. Meer dan 25 soorten bieden rijkelijk afwisseling. Te verkrijgen bij kruideniers en comestibleshandelaars. Waar niet verkrijgbaar wende men zicli tot het Generaal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HORJf, Amsterdam. |||| inllllllllllllllllllllllllllllm Uil l UMI III III l UMI UMI MM MM l* niirmiiiiiimiiiHimiimiM MiiiiiimnimmMimiiininiimii Een internationale TronwencMi, Dit voorjaar is te Londen een internatio nale vrouwenclub gesticht onder den naam The Lyceum Club". Deze club, die zich noemt, a 'social and residentml C'tub for Women, heeft een tweeledig doel. Ten eerste wil zij het middel zyn om vrouwen van alle natio naliteiten, die werkzaam zijn op letterkun dig, wetenschappelijk, artistiek of muziekaal gebied, het onderling verkeer mogelijk en gemakkelijk te maken. Het ruime clubge bouw, gelegen in Piccadilly, (No. 128), een der fraaiste gedeelten van Londen, met uit zicht over" het Greenpai», bevat eene biblio theek, werk- en ontvangsalons, verschillende vergaderzalen, groote en kleine eetkamers, be nevens gelegenheid tot logies, waarbij de tarieven berekend zijn zoowel op kleine als ep 'groote beurzen, zoodat ieder lid uit het buitenland, uit de koloniën, of van waar ook, om zoo te zeggen een eigen thuis, een home, in Londen heeft. Ieder lid kan daar betrekkingen aanknoopen met hare collega's in andere landen, vindt er gelegenheid tot het ontmoeten van toongevende personen op de receptieavonden, die tweemaal per jaar in de zalen van de club worden ge geven en zij ontvangt er alle denkbare hulp om haar verblijf in Engeland zoo aangenaam niet alleen, maar ook zoo voordeelig mogelijk te maken. Want naast het aangename be oogt deze club het nuttige en practische. Zjj wil in de wereld van het intellect steun «n aanmoediging schenken aan die vrouwen, die de letterkunde, de wetenschap, de kunst beoefenen als beroep en wel door zijn leden behulpzaam te zijn bij het plaatsen, het uit geven, het tentoonstellen van haar werk. Als middel 'hiertoe dient het aan de club behoorende informatie-bureau, dat ook ge gevens verzamelt en verstrekt aangaande het verkrijgen van betrekkingen, de daar aan verbonden emolumenten, den duur en de kosten van verschillende opleidingen ?enz. Ook wil dit bureau tegemoet komen aan het bezwaar, dat bijv. op letterkundig gebied ieder land zijne eigene wijze van uitgave van geschriften heeft, waaromtrent men in andere landen meest in het duister tast, en waardoor het terrein van den schrijver noodeloos beperkt wordt. Het is vaak moeilijk om buiten het eigen land uitgevers, agenten en zaakwaarnemers te vinden en hoe zal «en auteur buitenlandsche bevoegde vertalers vinden voor zijn werk ? Andererzijds wachten goede vertalers vergeefs op werk zonder de auteurs te kunnen bereiken, bij gebreke van *en brug, waarover men elkaar naderen kan. Het informatiebureau van den club houdt daarom voor zijne leden eene volledige adresIjjst aan van uitgevers over de gebeele wereld, met opgave van het soort van werk, dat ieder van hen bij voorkeur in ontvangst neemt, en van hunne voorwaarden van salarieering. Verder heeft men er nog een register van betrouwbare agenten en colporteurs. Daarnaast wordt een staat aangehouden van de voornaamste archivarissen, bibliothe carissen, en directeuren van musea, in Europa, Amerika en de verschillende Koloniën ; een middel om antwoord te kunnen geven op de vraag naar geschikte personen voor het doen van nasporingen op archieven, het ont cijferen en afschrijven van handschriften, (inclusief eene globale berekening der te be talen honoraria,) en om aanbevelingen te kunnen geven aan de reizende leden van de club bij hare studies aan archieven, bibliotheeken en musea in het buitenland. Dit Informatiebureau belast zich tevens met het inwinnen van gegevens betreffende de gelegen heden tot studie voor vrouwen aan universi teiten en laboratoria, het lidmaatschap van wetenschappelijke genootschappen, die vrouwen onder hare leden willen opnemen; het neemt ook de zorg voor lezingen en cur suseen op zich. De clubleden, die beeldende kunsten be oefenen, vinden op dit bureau alle gewensehte inlichtingen omtrent tentoonstellingen ; bijv. : omtrent de verschillende voorwaarden, waarop zij te Londen, te Parijs of te Berlijn kunnen exposeeren; terwijl het bureau zich voor haar belast met de agentuur voor het verzenden, verpakken en verzekeren van kuustweiken. Ook zorgt het bureau desverlangd voor de bekendmaking in de pers en voor de iinantieele belangen der leden bij inzendingen op buitenlandsche exposities, zonder daarvoor meer in rekening te brengen dan de werkelijk gemaakte kosten. Het weet wegen en mid delen om modellen voor kunstnijverheidsprcducten, ontwerpen en patronen voor weefsels, boek-illustraties en dergelijke te brengen onder de oogen der chefs van groote handelsfirma's. Zoo regelde het bureau reeds eene tentoonstelling gedurende eene maand, uitsluitend van werk van clubleden op het gebied van kunstnijverheid in de tentoon stellingszalen van de firma Wertheim te Berlijn; de verkochte stukken konden daar onmiddellyk door andere worden vervangen. Hetzelfde is in voorbereiding te Hamburg, te Dusseldorf, te Bremen en te Keulen. De inzendingen worden vooraf gekeurd door eene jury. In Maart en April aanstaande, zal er voor de leden gelegenheid zijn, om hare schilderijen te Berlijn te exposeeren; terwijl in November en December van dit jaar te New-York eene tentoonstelling wordt geopend van miniatuurschilderingen, krijt en penteekeningen, pastels en waterverfstudies, ook weder uitsluitend voor clubleden. Een Duitsch maandblad, gewijd aan repro ducties van ontwerpen voor reclame-platen, patroonteekeningen, modellen, illustraties en dergelijke, in hoofdzaak bestemd voor fabrikanten,diede ontwerpteekeningeu koopen om ze te doen uitvoeren, is bereid bevonden een geheel nummer beschikbaar te stellen voor werk der leden van den Lyceumclub. Te Londen zelf zal maandelijks eene tentoonstelling worden gehouden, van dit soort van ontwerpteekeningen; heeren fabriekanten. uitgevers en verzamelaars worden dan tot het bezoek daarvan uitgenoodigd. Vandaar gaat het ingezondene dan naar de depots in Amerika en Duitschland. De inzenders moeten retour vracht storten voor w7erk, dat eventueel door de jury wordt afgekeurd. Voor de muziekbeoefenaarsters onder zijne leden organiseert de club concerten eii mu ziekavonden, waar hare composities ten gehoore worden gebracht; voorloopig nog slechts alleen in Londen, maar spoedig naar men hoopt, ook te Parijs, te Berlijn en te Rome. Ook ligt ter inzage eene lijst van die clubleden, die zich bereid hebben ver klaard, hare reizende medeleden desverlangd te steunen met raad eu inlichtingen. Dit alles heeft ten grondslag de gedachte, dat de Lyceumclub wil zijn eene vereeniging van vrouwen werkzaam op intellectueel gebied. Als door dezen de beteekenis van internationale samenwerking naar waarde wordt erkend, zoodat de club binnen niet te lang tijdsverloop tal van leden telt in in ieder land, kan er groote kracht van uitgaan. Beoei'enaarsters van letteren, kunst, muziek en wetenschap vinden dun in het bureau het middel, waardoor ieder lid op haar terrein, door aansluiting bij anderen, haar arbeidsveld kan uitbreiden. Leden van de club kunnen zijn vrouwen van alle nationaliteiten, die hetzij eenen academischen titel voeren, hetzij opgave kunnen doen van eeuig oorspronkelijk werk door haar gele verd op het gebied van letteren, kunst, wetenschap, muziek of journalistiek, en wier candidatuur door twee clubleden wordt ge steund. Het lidmaatschap bedraagt voor buiten Engeland woonachtige leden n guinea, en een entreegeld mede van den guinea. Op de lijst der namen van bestuurs leden staan er velen van goeden klank, als voor Engeland onder anderen lady Aberdeen, mrs. Humphry AVard, miss Rhoda Hroughton, miss Beatrice Harraden; voor Amerika mrs. May AVright Sewall; voor Frankrijk mad. Arvède Barine, mad. Bentzon, La comtesse Jean de Castellane, om slechts enkelen te noemen. De seerataresse van het hoofdbe stuur, iciss Constance Smedley, hoopt in November een bezoek te brengen aan ons land en dan eene Nederlundsehe afdeeling van den Lyceurnclub te kunnen stichten. JOIIAXXA \V. A. NAUKK. Rosaüe Moütesoa. Rosalie Montmasson. de vrouw wier naam onafscheidelijk verhouden is uan de jeugd en de opkomst van Fraiieeseo Crispi, maar even eens aan het opzienbarende proces over zijn bigamie, is eenigen tijd geleden, op h oogen leeftijd, haar vriend en echtgenoot in het graf gevolgd. Rosalie was niet zooals velen moenen de eerste vrouw van den staatsman. Reeds als piepjong studentjo was Crispi te Palermo in het huwelijk getreden, tegen den wil zijner familie, doch zijn eerste, zijn werkelijk allereerste vrouw werd hem reeds in 1849 ontnomen. Crispi's vronvvenlooze" periode duurde van 1848 tot 18.53, gedurende welken tijd hij, na de Sieiliauusche revolutie, als vluchteling en .samenzweerder i n Turijn leefde, of liever vegeteerde" , en te samen met Depretis een democratisch blad uitgaf, waar mee Depretis !)0 en Crispi 00 francs per maand verdiende. Daar de heeren samenzweerders echter nogal lastig waren, besloot dij Puiiuonteesche regeering zich van den gevaarlijken Crispi te ontdoen, en zette hem achter slot en grendel. Eu hier was het, dat de vier-endertig jarige gevangene ten tweede male zijn hart verloor. Want in die gezellige gevangenis hadden verscheiden kleine waf chmeisjes vrije» toegang, en de aardigste van allen, do Suvoyaardsche Rosalie Montmasson wist den Siciliaaii geheel en al te betooveren. Toen Crispi naar Malta werd gestuurd, nam hij zijn vrien dinnetje met zich mede, en leidde niet haar op liet gastvrije eiland een leven, waarbij vergeleken dut in een zigeuuerkamp nog weelderig te noemen is. Tengevolge' van geld gebrek, want de 300 francs, die Crispi's purtijgenooten voor hem hadden bijeenge bracht, waren natuurlijk al spoedig verdwenen, vestigde het minnende paar zich in een oude ruïne buiten de stad en voedde zich met wortels en kruiden. In dien ongelukkigen tijd kwam clc jonge Crispi, die natuurlijk onmogelijk vermoeden kon, dat hij eens een neef van den koning" zou worden (als ridder van de Anuunciata-orde) op het allesbehalve l taliaansche, doch veeleer burgerlijk-Germaansche denkbeeld met Rosalie te trouwen. Het goede kind verdiende dat zeker, want zij was het, die door haar werk haar Francesco ten minste voor den hongerdood wist te behoeden. Weliswaar ging het met dit huwelijk eenigszius eigenaardig in het werk; daar het bur gerlijk huwelijk nog niet was ingevoerd en het paar bovendien geen papieren bezat, vergenoegden zij zich niet de inzegening van een rondtrekkenden Jezuïet, die nooit de priesterwijding had ontvangen. Van dien tijd af zien wij het tweetal overal i u de wereld opduiken, waar maar iets is samen te zweren ; Crispi en zijn Rosalie zijn nu eens bij Mazzini in I.ouden, dun weer bij Orsini in l'arijs, en overal bewijst Rosalie gewichtige diensten aan de revolutie: zij brengt ongemerkt Miizzhii's bevelen over, smokkelt vlugschriften over de grenzen, enz., kortom, zij wijdt zich met hart en ziel aan de zaak van haar geliefde. Als in ISliO Garibaldi met zijn duizend" naar Marsala scheep gaat en Siciliëbevrijdt, is Rosalie Montmasson de eenige vrouw bij de geheele expeditie; zij strijdt aan Crispi's zijde, en krijgt na de innemiug van Palermo het kruis van de .,duizend" en dat wei in diamanten. Vanaf 1S(>0, dat wil zeggen, vanaf het tijdstip, dut Crispi u's politicus begon naam te maken, werd de verhouding tusschen het tweetal minder goed. Crispi werd afgevaar digde, partijleider, stond op den drempel van de hoogste macht, en de ontegenzeggelijk brave en trouwe, maar ten eeneu male onontwikkelde vrouw, was hem in alle op zichten IH-II blok aan het been. Rosalie, die zich zoo uitmuntend had geschikt in de moeieiijke tijden, verstond niet de kunst, Crispi nu ook op den weg van zijn succes te volgen; zij verviel in allerlei dwaasheden, kleedde zich zoo zonderling, dat de menscheii haar niet den vinger nawezen, omringde zich met een menagerie van honden, katten, ko nijntjes en muizen, en begon bovendien een meer dun gewone voorliefde voor den alcohol aan den dag te leggen. Toen Crispi eens tus schen zijn linnengoed een talrijke familie witte muizon vond de lievelingen van mevrouw Rojalie kwam het lot een uitbarsting; In; verliet het hi'.N. om het nooit weer te betreden. TH ze huiselijke twist zon verder niet \ eel te beteekenen hebben gehad, wan neer Crispi niet het zwak had bezeten elke vrouw te trouwen, die hem beviel. Jii Palermo maakte de, reeds in hoog aanzien staande politicus kennis met een schoone jonge dame, die hem met baar vurige oogen betooverde, zoodat het ontvankelijke hart van den Sicüiaan in een oogwenk in vuur en vlam stond. Het was mejuil'rouw Lina Jiarhagello, de dochter van een rechter, die ouder den naam Uonna Lina later zulk een noodlottige rol in Crispi's leven zou spiden. Blijkbaar vond Crispi toch, dat zijn huwelijk met Rosaüe Montmasson niet geheel weg te cijferen viel, want hij huwde Lina Barbagello alleen in de kerk'' en was dus wettelijk tot niets verplicht. Eerst als minister van binnenlandsche zaken, in 1878, waagde Crispi het, zijn kerkelijke (maar o, zoo wereldsche) vrouw ook voor den burgerlijken stand te brengen. Ter vermijding van een mogelijk schandaal vond het huwelijk echter in alle stilte plaats, zonder dat het van te voren was bekend gemaakt. Jammer slechts, dat Crispi's mededinger, benijder en doods vijand Nicotera achter liet geval kwam, en de bigamie-gcschiedenis" oogenblikkelijk na ir alle zijden van de wereld rondbazuinde, hetgeen Crispi /.ij n portefeuille en een goed deel van zijn toekomst kostte. De gerechtelijke uitspraak luidde echter, dat het huwelijk met Rosalie Montmasson onwettig- was ge weest, en hierdoor kwam er ten einde aan het proces. Terwijl Crispi, na een pauze van verscheiden jaren, steeds hooger steeg in macht en aan zien, leidde Rosalie Montmasson een stil, teruggetrokken leven, en wijdde al haar liefde en zorgen nog slechts aan haar katten, honden en witte muizen. Van do slechte journalisten hield Rosalie zich zoo ver als haar maar eenigszins mogelijk was, en geen enkele maal heeft zij een vinger uitgestoken om mede te doen aan do vervolgingen tegen den man, die haar toch ongetwijfeld vee! leed had be rokkend. Kr wordt beweerd, dat Crispi, niet tegenstaande de scheiding, altijd is voortge gaan Rosalie Montmasson van tijd tot tijd te bezoeken. In elk geval is het een feit, dat hij zijn levenlang zeer royaal voor zijn vroegere vriendin heeft gezorgd. Wanneer hij de kunst verstaan had, de eigenaardig heden van Rosalie te verdragen en een lief hebbend vader voor haar muizen te zijn, dun zou Donna Linu misschien nooit in zijn leven hebben ingegrepen, en zou Francesco Ciispi zijn gestorven als de afgod van zijn volk, zonder dat afgunstige Tygmaeën een vrouw tot voorwendsel hadden kunnen nemen, om een der grootste staatsmannen van het nieuwe Italiëten val te brengen. Na(jema<tl;h' jnweelen. Kleanor l obnon. ICfii iiwde]j>arlenn'nt"l Natio naal comité. Vroitii:eii-tfipjcs op bank biljetten. De Athenaeum-cltib. De herhaaldelijk gepleegde juweelen-diefstalleii, hebben namaak van kostbaarheden zeer bevorderd. De mondaine neemt haar parures niet meer mee op reis ; niet langer stelt zij haar kostbaar bezit bloot aan de kwade kansen van koffers en hotel-kamers. Tóch betreedt zij casino, concert- en bal zaal, stralend eu fonkelend in liet kleurgewiegel van diamanten en andere steenen. Voor het oog der toeschouwers alles precies hetzelfde als de tiara, de collier, de rivière, de armbanden en -ringen, opgeborgen in brandkast en kluis. Fn voor de innerlijke gerustheid der met kostbaarheden getooide vrouw, het bewustzijn, dat verlies of diefstal der verblindende pracht, huur niet te veel leed zal doen, omdat aan dien tooi geen familie-herinneringen verbonden zijn, en men de nagemaakte juweelen, voor betrekkelijk geringen prijs kan vervangen. -x- -xHet tooneelwerk van Zangwill : Merely Mary Ann", waarmede in het vroege voor jaar een vrijwel mislukte proef is genomen in een klein plaatsje buiten Londen, is op nieuw en nu in Engeland's hoofdstad voor het voetlicht gebracht. De schrijver van Childron of the Ghetto" plukt tegenwoordig lauweren als dramaturg. Zonder medewer king van de jonge Amerikiuuische tooneelspeelster Kleanor Robson, zouden lauweren en bij vals-betuigingen waarschijnlijk voor Zangwill nog eenigen tijd zijn uitgebleven. Kleanor Robson kwam, zag en overwon. Het succes door deze jonge artiste in Lon den behaald, blijft tot de uitzonderingen behooren. Moeilijk was haar taak. De Loiidenaars zijn verwend en van Zungwill's drama tische arbeid ging geen goede roep uit. Milor, een Mary?Ann zooals Kleanor Robson te ge nieten gaf, kon niet langer worden teruggestooten. Wél bemerkt de kritiek, dat Zang. will's stuk zonder Eleanor Robson niet veel beteekend zou hebben, en, dat er in het laatste bedrijf taaie en saaie oogenblikken zijn, die zelfs een kunstenares als deze geniale Amerikaansche niet goed weet te maken. De intelligente schrijver, verheugd over de gun stige ontvangst van Merely Mary?Ann" zal wel een beetje gaan omwerken eu snoeien. * "?' Sedert eenigen tijd bestaat in Melbourne een Vrouwen vereeniging, genaamd: Women's political Association". Deze vereeni ging stelt zich uitsluitend ten doel de poli tieke opvoeding der vrouw. Ten einde der zwakke vrouw een stenigen leiddraad in handen te geven, bij haar ommegangen in het politieke lubyrinth, heeft bovengenoemde veret-nigiiig een geregelden dispuut-avond uitgeschreven, onderden naam: Een model parlement". De debatten worden behoorlijk geleid door een presidente. AV'etsontwerpen worden ingediend, besproken, verworpen of aangenomen. Ministeries worden saamgesteld en ontbonden. Deze praktische oefenin gen zullen volmaakt overeenkomen met het echt geharrewar van parlementsleden onder ling. Het programma van het model-parle ment" staat gelijk met het soldaatje-speleu der staande legers, om ingeval van oorlog, met beleid en wreedheid te kunnen moor den en verdelgen. * * # In Rio de Janeiro is een nationaal comit opgericht tot bestrijding van den meisjeshandel. Onze consul-generaal behoort tot de oprichter?. Mogen zij, die den moed. en het beleid hebben, een toestand van zoo niiddeneeuwsche barbaarschheid te keeren, gunstige gevolgen zien van hun wakker en kloek streven. " * ' Het reproduceeren vr.n vrouwen-koppen op bankpapier lioemt toe, hoewel deze, aardigheid niet als een nieuwtje begroet kan worden. In 18U7 liet de nationale bank te Budapesth, op haar OOO-gulden bankbiljetten de por tretten afdrukken van beroemde zangeressen en tooneelspeelsters. Luise Blaha, de aange beden prima donna, was de eerste, wier beeldig gezichtje prijkte op het geldiwaardig papier. Uit het geld-geslacht Rothschild zijn ver schillende vrouwen-koppen in omloop ge bracht, gestempeld op de bankbiljetten. Koning Augustus van Haunover, verliefd op de beeldschoone gravin von Kosel, zorgde er voor, dat haar gelaatstrekken konden be wonderd worden door hen die bankpapier uitbetaalden, of in ontvangst namen. Of die hulde haar welgevallig was? * * * De dames Athenaeutn-club te Londen, is tegenwoordig druk bezocht. Talentvolle en invloedrijke vrouwen doen haar uiterste best, om genotvolle en afwisselende uren te bezor gen, aan haar, die de smaakvol ingeriehtte zalen in Doverstreet bezoeken. Er wordt gemusiceerd en er worden voor drachten gehouden. Lady Maud Warrender, die haar goed geschoold, prachtig o itwikkeld altgeluid, dikwijls op liefdadigheids-concerten en feesten doet hooren, zingt met de grootste bereidwilligheid voor de dames-leden van de Athenaeum-club. Lady de Grey, een ge boren actrice, houdt voordrachten. Mevrouw Ronalds, mede eene der club-leden, be schermvrouw van muziekale en dramatische talenten, wier huiselijke drempel doorartisten wordt gesleten, zorgt ook voor af wisseling in de club. Tot de bestuursleden van deze bloeiende vrouwen-club behooren de her toginnen van Leeds en Marlborough en de bekende mevrouw eorge Coinwaliis West.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl