De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 2 oktober pagina 6

2 oktober 1904 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

u,- ? DE A1VÜTERD A MM EK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1423 De aanleiding tot deze ongemeene ten toonstelling vond haar oorsprong in het ver langen der Amsterdamsche schilders om aan H. M., tijdens het bezoek aan de hoofdstad, een passende hulde te brengen. Op geen natuurlijker, men mag wel zeg gen hartelijker wjjze, kon dit gebeuren dan door' het tentoonstellen van hun studiewerk. Studies en schetsen zjjn voor den schilder het kapitaal, de voorraad waaruit de geest in tyden van zwakte en moedeloosheid nieuwe kracht en moed kan putten. Zij zijn de vastgelegde herinnering aan hevige aan doeningen direct van de natuur ontvangen, .aan momenten van hooge kracht en snel, gelukkig kunnen. De schilder, die zoo gaarne zijn schilde rijen de wereld inzendt, berooft zijn atelier niet licht van zjjn studies; hij scheidt er zelden anders van dan om ze een goed vriend te schenken. Hij bekijkt ze graag alleen of met een bekende, beziet ze soms na jaren met trots en welgevallen, zelf verwonderd, dat hy dat eens gemaakt-heeft. Want' het waren de gelukkigste, de levensvolste oogenblikken in het kunstenaarsbe staan, waarin de,goede schetsen werden gegewrocht ; aan' de emoties toen doorleefd, tal met liefde worden gedacht, ook dan als zij niet meer worden nagevoeld. Een tentoonstelling van studies, waarbij de schilders een strenge keuze deden is dus wel het interessantste wat zy bieden kunnen. Of deze expositie is wat zy zjjn kon ? Ze Jjjdt aan de ge wone kwaal veel overtalligs; .maar niettemin is er heel veel verrassends en schoöns, al blykt het begrip schets en studie, te oordeelen naar het ingezondene, nogal rekbaar te z\jn. ; Er z\jn studies van een vroegere periode, zooals die toen gemaakt werden: ondtrdeelen tot in de fijnste finesses behandeld, een vergaren van detailkennis, die bij het composeeren van. schilderyen werd te pas gebracht. Heyl zond in dien geest, zeer aerieuse boschstndies en Taman interieurs waarin wel fijne qualiteiten. Anderen beschouwen studies als een gymnastische oefening voor oog en hand, zoo b.v. de groote academi <che doeken die Zeeuwsche boerinnen voorstellen, koud, correct maar zielloos werk van v. d. Waaij. Weer anderen zonden eenvoudig schilde ryen, waarin ze bleven steken, zooals WijsmulJer en sommig werk van Neuhuys. Maar er z\jn ook studies van andere soort. Zij spreken u aan als iemand wien pas iets ongewoons o\rerkwam_ en die. nog geheel onder den indruk van het gebeurde is. Stem, toon, gebaren, wijze van spreken, alles bijeen geeft u een levendiger indruk van het gebeurde ' dan een kalm uitvoerig verhaal zou kunnen ; doen. Zoo geeft maar zelden een schilderij ; krachtiger en zuiverder den indruk weer, ; dan een snel en in vervoering gedane schets. Daar hangt dat groote doek van Breitner Oude Schans", opgebouwd met breede, rake ? veegen; zie dat eens op afstand en vraag dan. wat daaraan, zou. kunnen worden toegevoegd om de prachtig uitgedrukte stemming Ivan een somberen winterdag 'dieper te doen ^Ypelen. Hoe rijp en Ara! van kleur is de groote cayalerie-schets en ook in latere schetsen is de grondidee in een paar 'Betten op het nieuwe doek even volkomen uitgedrukt, als 'in de schilderijen die we er van zagen. Hoewel van anderen aard, doen de studies van Witsen voor die van Breitner niet onder. Het is bedachtzamer werk, niet in koortsige bevlieging geuit, maar niet minder 'zuiver en innig gevoeld. Bij al het koele en dikwijls leege van Witsen's schilderijen, voelt men toch dat men met een waar en serieus kunstenaar te doen heeft en dat vermoeden wordt hier bewaarheid door zijn verbijsterend gave sneeuwstudies. Maar 't is Witsen niet alleen die hier zeer bizondere eigenschappen openbaart, die men. hem door zijn geacheveerde werk niet zou toekennen. Huik b.v. heeft hier zulke kranige studies met eenden en varkens aan een slootkant, een boomgaard met koeien zoo malsch en vast geschilderd, de doorkijk over het verre land zoo mooi schuivend en goed verloopend in een ijl verschiet, dat maar weinigen die hem alleen uit zijn schilderijen kennen, zoo'n gepassioneerd kunstenaar in hem zouden zoeken. Bastert geeft in de eenvoudige landschap studies veel meer dan in zijn latere schilde rijen, en wie zou in Frankfort, den maker van het vele routinewerk, den geestigen schilder vermoeden van die kijkjes in het oudemannen- en oudevrouwenhuis. De grof heid en het krijterige dat meestal hindert in de schilderijen van Jansen, blijkt als uitgangspunt te hebben een forschen en krachtigen aanzet en een minnen van het felle, heldere zonnelicht, zoo mooi uitgedrukt in zijn ferme studies, vooral die met het witte kerkje aan Katwijk. Hier ziet men weer hoeveel deugden te loor gaan op den langen weg van 'studie naar schilderij; hoe zwakheden naar voren treden, dikwijls geholpen door het schrikbeeld: de smaak van 't publiek. Toch wordt het eerst bedenkelijk als de minder goede eigenschappen hun basis in het studiewerk hebben en daarin nog sterker uitkomen. . Een studie van Hobbe Smith is in zijn soort nog oppervlakkiger, een van Jurres nog onsolieder en voozer dan het schilderij. En is het niet vermakelijk hoe Gorter ook tegenover de natuur het poseeren niet nalaten kan en in zijn schetsen, al jaagt naar efiectjes en resul laatjes. Sommige schilders voerden hun studies verder door dan hun schilderijen. Kever maakte geen schilderijen die completer waren dan zijn Aardappelrooier", of Bij 't varkenshok", beide even sublieme studies als zijn vieschen-stilleven. Ook de schilderstudies van de Bock hier hebben de volle rijpheid van schilderijen. Karssen zond eenvoudig drie schilderijen, maar niettemin zullen velen dat diep-sombere landschap bij den Bosch met genoegen nog eens terugzien. Wijzen we onder de geschilderde studies nog op een fijn blond landschap van Hesterman, het innige devotievolle Portret mijner moeder" van Therèse Schwartze, een zeer knap geschilderd blond dameskopje no. 344 van Spoor,- alsmede op de reeks portretten v. d. Waaij, degelijke, goed gelijkende en in karakter gehouden conterfeitsels van bendgenooten. Büde teekenaars staat Hoytema vooraan met zijn allergeestigste krabbels van aller hande dieren. Kras van leven en scherp van typeering zijn ze soms met een enkele lijnomhaal neergeteekend. Van ort's werk wordt hierbij gezien ongenietbaar. Bauer zond o. a. de sterk geëmotioneerde teekening Kameel", de mooiste die op zijne tentoon stelling was en zijn Cairo'', no. 14, zoo machtig groot van lijn en visie. En dan het droomerig teere, het zoo innigdoorvoelde portret van Kloos door Witsen, een wondermooie teekening. Frisch en krachtig op het juiste moment beëindigd is de studie. In 't Atelier" van Alb. .Neuhuys, van meer belang dan een zijner andere teekeningen. Besluiten we met te wijzen op een col lectie spontaan in klei geboetseerde schetsen van Bart v. Hove dan hebben we, hoewel niet volledig, liet meest bezienswaardige gere leveerd. Het is een frissche wind, die thans door de zalen van Arti waait; in langen tijd was daar niet zooveel verrassends bijeen. De ten toonstelling duurt maar kort, tot 16 October; men verzuime niet ze te gaan zien. J. A\r. N. IIIIIIIIHHIIIIIIMIIMIIIIIIIIIflflIllltlllllllHllllllllttlllinilllimilltHM Reizende Volksbibliotheek. Naar aanleiding van een artikel in dit blad ontstond in het begin van 1903 onze eerste bibliotheek en wel te Uffelte in Drente. Later volgden Havelte enWapserveen (beide eveneens in Drente gelegen), terwijl tegenwoordig het aantal boekerijen van de Eeizende Volksbibliotheek reeds tien bedraagt, n.l. behalve de drie genoemde nog|: Muilaren, Drachtster Compagnie, Hoorn, Middelie, Nootdorp, Oud-Beierland en Elspeet. Maar de uitbreiding van het aantal boe ken heeft de vermeerdering van het aantal bibliotheken niet kunnen bijhouden. Wij hebben op 't moment een tekort aan boeken. Wij kunnen niet meer aan alle aanvragen voldoen. Dit bleek te Havelte, waar men reeds met de boekenuitgifte is begonnen. Wie helpt ons aan boeken of aan geld om ze aan te schaffen? Wie boeken wil afstaan of financieel wil steunen, zende boeken of bijdrage aan den heer W. Juchter, Binnenkant 25 te Am sterdam. : Dat er op het platteland, waar vooral behoefte aan lectuur bestaat, wel vraag naar boeken is, bewijst wel het feit, dat er in het leesseizoen 903/04 te Uffelte aan 115, te Havelte aan 85 lezers boeken zijn uitgereikt. Dat zijn voor kleine dorpen al heel mooie cijfers. Des winters mag ik dit nog even in herinnering brengen (indertijd wees ik er ook reeds op) hebben de bewoners van het platteland iets noodig om zich aange naam en nuttig" bezig te houden. Schouwburgen ontbreken op onze dorpen, vergaderingen worden /eer weinig gehou den; een of twee malen per winter eene uitvoering van een rederijkerskamer, dat is alles en men begrijpt het licht, dat is niet genoeg. Des zomers gaat het wel, de plattelander kan fietsen en maakt er hoe langer hoe meer gebruik van. De flets maakt het mo gelijk, dat menschen van verschillende plaatsen meer dan vroeger met elkander in aanraking komen. De fiets is een uitkomst voor het platteland. Maar 's winters hebben we wat anders noodig. En wat zou beter zijn dan lectuur ? Goede lectuur altijd. Boeken, waarin oorlogs- en andere gru welen worden verheerlijkt, roof-, moord en verraad-romans, folterpaal-geschiedenissen (Aimard) zijn ongeschikt voor onze lezers, ja, voor alle lezers. Boeken, waarvan het heet: onttrekken aan het oog van vrou wen en dochters" wenschen we evenmin. Men bedenke, dat er gezinnen zijn, waar ook de voor volwassenen bestemde boeken door kindereu gelezen of althans wel eens ingekeken worden. Daar we lectuur verstrekken aan vol wassenen en kinderen, kunnen we dus in dat opzicht verschillende soort boeken ge bruiken. Wie ons steunen wil, zende dus boeken of geld om ze te koopen aan bovengenoemd adres. Havelte, 18 Sept. '04. B. BYMIIOM. Vruchtbare Journalistiek. In de Nrs. 1419 en 1420 namen wij een Historische Schots van het lustslot Soestdijk op, hetwelk eenige wetens waardige bijzonderheden aangaande de zomerwoning van Koningin Emma bevat Weldra bleek ons, dat de auteur dit had overgeschreven uit een vroegeren jaargang van het Tijdschrift Elsevier, alzoo kopie aanbiedende van zijn eigen werk. Even later werd ons medegedeeld, dat gelijk ons blad, ook vóór enkele weken Het Vaderland door hem was bedacht; en nu verleden week mochten wij dat zelfde stuk in de Telegraaf geplaatst vinden. Lettende op den ijver en de volharding, waarmee deze schrijver zijn artikel afzet" tracht te bezorgen, zou inen geneigd kunnen zijn, hem een afzetter" te noemen, echter geschiede dit geenszins in den boozen zin van dat woord, aan gezien hij zijn kopie aanbiedt tegen hoogst, ei vielen prijs. Voor Redacties, die belust mochten zijn op het doen van zaken met de/en waardigen man, zij hier zijn adres aan gegeven : de heer J. H. van Doodeweerd, journalist, te Utrecht. UIT DE NATUUR LXXV1II. Nog eens over dierenverstand. Mijn lezers hebben't rnij dezen keer al heel gemakkelijk gemaakt. Over de wijziging van instinctmatige gewoonten heb ik zooveel mededeelingen van belangstellenden ontvan gen, dat ik er wel een heel blad van de Groene inee kon vullen ; dat gaat gelukkig niet, ook zal ik er na dezen keer niet weer over schrijven. Twee berichten evenwel komen mij zoo belangwekkend voor, dat ik ze hier laat afdrukken; vooral ook, omdat ze door andere waarnemers ook zijn opgemerkt en dus niet geheel en al op zich zelf staan. Eerst over die klimmerij van wilde konijnen; de brief luidt aldus : Hilversum, 21 Sept. '04. WelEd. Heer! Van wijziging van gewoonten naar nieuwe omstandigheden, waarover u het in de Groene Amsterdammer , van 18 Sept. hebt, kan ik dunkt me een eigenaardig voor beeld geven. Sedert een paar maanden heb ik het kunnen opmerken in Spanderswoud, onder Hilversum en 's Graveland, een lustoord maanden, dus al een heel beest, en zoon of dochter van den eerste. Bjj navraag bleek me, dat het geëxecuteerde dier sinds eenige dagen ziek was geweest en reeds sterk was vermagerd. Klaarblijkelijk was deze ziekte de eenige aanleiding voor den vader om zoo hardhandig (s. v. v.!) op te treden; geen der andere kiekens deed hij ooit kwaad en over 't geheel was het voor een kalkoensehen haan een zeer zachtzinnig beest. Ook deed alles denken aan een van te voren beraamd plan : de haan had het zieke dier van de andere weggelekt en op een een zame plaats koelbloedig vermoord. Het slachtoffer bood niet den minsten tegen stand : het geheel maakte den indruk van de parate executie van een vonnis, van welks rechtvaardigheid beide partijen waren Een klimmend konijntje. Teekening van Jac. P. Thijse uit De Levende Natuur. voor wandelaars, die hier vrijen toegang hebben, maar ook een paradijs voor de talrijke konijnen. Om de akkers en weiden tegen het legio dieren te beschermen, zijn ze door ijzergaas omgeven, wat toch zeker niet van Adam dateert. Voor een groot deel der konijnen zal deze afsluiting voldoende zijn, om ze uit de omrasterde deelen te houden. Een ander, klein deel, ondergraaft ze naar oude gewoonte, om zoo de heerlijkheid deelachtig te worden. Maar velen, ik mag ze gerust op een veertigtal schatten, duurt dit graafwerk te lang; ze nemen een sprongetje, waardoor ze tot op halverhoogte komen en klimmen verder tegen 't gaas op. Dit doen wilde konijnen en ook eenige ver wilderde zwarte. Of het klimmen hier in de lucht zit, weet ik niet. Maar een jachthond van den jachtopziener hier klimt heel kalm uit zijn omtralied hok. Er werd gaas over 't hok gebracht, hij wist een gat daarin te ontdekken, en werkte zich na de klimpartij nog eens door het gat heen ook. Wellicht zijn u zulke gevallen reeds be kend; voor alle zekerheid dacht het mij goed, u 't even te s'.'lii'ijven. - .Inmiddels hoogachtend, Uw Dn. A. SLAGMAN". Wilde konijnen zijn werkelijk bezig de moderne weermiddelen tegen menschen en beesten te bestudeeren en voor hen zelf onschadelijk te maken. Uit mededeelingen van Thomson, van Kearton en van Long, alle drie scherpe waarnemers, blijkt dit opklimmen tegen kippen^aas .al een poos door Amerikaansche en Engelsche konijnen te zijn uit gevonden. In Natur und Hans van een jaar of vier geleden is het ook al vermeld en Thijsse heeft een zelfde geval bij Bloemen daal beleefd en uitvoerig beschreven, geteekend in De Levende Natuur. Deel VIII. Seton-Thompson de schrijver van Lobo, Raggylug, e. a. verhalen. (Een heel mooi boek met studies van Amerikaansche dieren, heel goed in 't Kederlandsch vertaald door mej. J. van Sloten, hoofd van een school te Assen), heeft zelfs een gebruik van prikkeldraad door konijnen geboekt, dat heel wat meer konij nenverstand onderstelt. Hij heeft opgemerkt dat konijntjes zich nu'"bij voorkeur tusschen Het nut van prikkeldraad. prikkeldraad ophouden en dit gebruiken als versperring tegen aanvallen van hun vijanden, Het iiguurtje hierbij aan bovenstaand boek ontleend toont aan, hoe konijntjo-wattenstaart een vos er tegen aa,n laat loopen. En nu over liet dooden van zieke of zwakke dieren door een of meer van de overige sterke individuen. T al b er t, 22 Sept. 18V>4. '/.eer genclite lieer ! Heden was ik getuige van het volgende voorval, dat ik nooit eerder gezien heb en dat ik vermoed, dat u zal interesseeren. In m'n tuin, op ongeveer 15 M. van de ramen van m'ii huiskamer waren twee kalkoenen van m'n buurman oogenschijn lijk bezig iets op te pikken. M'n dochtertje, die het geval nauwkeuriger bekeek, be weerde, dat er een werd doodgebeten; maar daar ik niets anders zag dan het bedaarde pikken van den een, terwijl de ander er voor op den grond zat, half verscholen achter een heester, schonk ik er geen aan dacht aan. Eenigen tijd later zag ik, dat de staande kalkoen het liggende dier met de pooten op zij gooide en toen bleek let terlijk waar, wat m'n dochtertje gezien had: het eene beest was bijna dood, terwijl het andere doodbedaard voortging met kracht z'n snavel in den kop van liet andere te boren. De beul was oen volwassen kalkoensche haan, het slachtoffer een jong van pi.ui. 3 overtuigd. Bij den taan was ook geen spoor van opwinding te bespeuren. De toestand van het slachtoffer, toen we den haan ver joegen, was hartverscheurend : n oog was geheel verdwenen, wijl meest aan dien kant alle slagen waren neergekomen: een schot moest nog een eind aan het lijden maken. Nog nader bij m'n buurman inforrneerende, bleek me, dat deze haan reeds meer getoond had, op zijn manier zieken te willen genezen; voor eenigen tijd had hij een zieke kip op dezelfde Wijze als nu z'n jong ge xecuteerd. Dit maakte voor mij de zaak nog veel belangwekkender; ik wist wel, dat ook b.v. ooievaars de jongen afmaken, die op reis hinderlijk kunnen worden; maar van een dergelijk optreden ook tegen die ren van een andere soort had ik nooit gehoord wat echter niet veel zegt, om dat ik me niet anders dan terloops met dergelijke natuurstudiën bezig kan houden. Daarom ben ik zoo vrij, mij tot u te wen den met de vraag, of u van dit geval ana logieën bekend zijn. De vrijmoedigheid er toe heb ik gekregen als getrouw lezer van uwe uitstekende schetsen in De Amster dammer. Mogeüjk is het voor u nog een welkom voorbeeld bij uwe beschouwingen over de kwestie of dieien instinct of verstand heb ben een vraag, die bij mij .twijfel doet opkomen aan hetgeen de stellers er van bezitten. Een misverstand tengevolge van onjuiste definieermg is het toch .zeker. Ik hoop, u met m'n geschiedenisje niet lastig te zijn gevallen en dat u tevens de verzekering van m'n hoogachting wel wilt aanvaarden. Uw d w.., Dr. W. H. MAXSJIOLT. Dit is een heel bijzonder geval. Niet wat 't dooden van 't zieke jong betreft. Dat komt veel voor. Zelfs is 't waarschijnlijk dat som mige ooievaars een jong uit het nest werpen, dat maar niet kan of wil leeren zekere be hoeften zoo te verrichten, dat de overige nestbewoners er geen hinder van kunnen hebben; alleen de menschen die er toevallig onder door loopen. Ook heeft men getracht het dooden der zwakken te verklaren als 'noodzakelijk middel van verweer; de geur der zieke dieren van een kudde of van de vlucht zou de vijanden op 't spoor kunnen brengen; hetgeen ook voor de gezonde noodlottig kon worden. Hoe 't komt dat zoo'n ziek dier zich niet te weer stelt, is wellicht af te leiden uit m^jn opstel van den vorigen winter: Hoe de dieren sterven. Maar wat mij zeer opmerkelijk toeschijnt, dat is het ongewone van 't geval hier ver meld. De kalkoensche haan leeft in 't wild met een heele troep wijfjes en jongen, waar over hij te' waken heeft, en zijn instinct, dat ook het cultuur-dier is bijgebleven, zegt hem wat hij in geval van ziekte te doen heeft. Deze heer haan evenwel beschouwt waar schijnlijk zijn gezag, als ook geldend voor de andere hoenders van den hof, en maszregelt ook de kippen. Ik zou dit eerder een ver zwakking van 't instinct dan een verscher ping noemen, het dier schijnt zijn soort niet van andere meer te kunnen onderscheiden'. Dit gebeurt bij tamme dieren meer. 't Kan ook gewone heerschzucht zijn ge weest, die den haan er toe bracht, zijn spheer van invloed onrechtmatig uit te breiden ; maar daartegen spreekt wel eenigszins de zin van den schrijver, waarin hij den zachtzinnigen aard van dezen kalkoen vermeldt. Over de duizenden kevertjes op den Dam op 23 dezer, een volgenden keer. Mag ik den Onbekende" verzoeken, mij nooit weer een diertje, welk.ook, levend aan een speld ? gestoken, thuis te sturen. Een mensch is geen klauwier. Het kevertje draaide nog om zijn speld toen ik het pakje opende. Een paar droppels naphta in 't doosje had den het eerst bedwelmd en dan zonder pijn gedood. Ook de vraagster naar de wiuterknoppen van plataan- e. a. boomen hoop ik dan tevens te beantwoorden. Misschien heeft zij dan zelf al 't antwoord gevonden, ten minste als we intusschen algemeenen bladerval krijgen. E. HEIMAXS. J. J. BIESING, JKuntfthanttel. 'S-GRA.VENHAGE, MolenstraaH5Lu5A en 67. Moderne Schilderijen, Aquarellen en Gravures. Panorama-Gebouw. Amsterdam, Plantage. Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil derijen, Perzische Tapijten. Vaste prijzen. Toegang vrij. Laat Uwe woning inrichten d«»r Nieuwe ontwerpen. Smaakvolle ensembles. Zeer billijke noteering. Foto's en Prijscouranten en Begrootingen gratis. Plaatsing door eigen personeel onder volledige garantie. Vele attesten. AmSTERPAfn AARDËUJERR EH TEGELS L BINNEN-." INRICHTINGTOT MEUBELEERING EN -VERSIERING ^DER- WONING^ 12O-ROKIN-12O

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl