Historisch Archief 1877-1940
u,- ?
DE A1VÜTERD A MM EK WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1423
De aanleiding tot deze ongemeene ten
toonstelling vond haar oorsprong in het ver
langen der Amsterdamsche schilders om aan
H. M., tijdens het bezoek aan de hoofdstad,
een passende hulde te brengen.
Op geen natuurlijker, men mag wel zeg
gen hartelijker wjjze, kon dit gebeuren dan
door' het tentoonstellen van hun studiewerk.
Studies en schetsen zjjn voor den schilder
het kapitaal, de voorraad waaruit de geest
in tyden van zwakte en moedeloosheid
nieuwe kracht en moed kan putten. Zij zijn
de vastgelegde herinnering aan hevige aan
doeningen direct van de natuur ontvangen,
.aan momenten van hooge kracht en snel,
gelukkig kunnen.
De schilder, die zoo gaarne zijn schilde
rijen de wereld inzendt, berooft zijn atelier
niet licht van zjjn studies; hij scheidt er
zelden anders van dan om ze een goed
vriend te schenken. Hij bekijkt ze graag
alleen of met een bekende, beziet ze soms
na jaren met trots en welgevallen, zelf
verwonderd, dat hy dat eens gemaakt-heeft.
Want' het waren de gelukkigste, de
levensvolste oogenblikken in het kunstenaarsbe
staan, waarin de,goede schetsen werden
gegewrocht ; aan' de emoties toen doorleefd,
tal met liefde worden gedacht, ook dan als
zij niet meer worden nagevoeld.
Een tentoonstelling van studies, waarbij de
schilders een strenge keuze deden is dus wel
het interessantste wat zy bieden kunnen.
Of deze expositie is wat zy zjjn kon ? Ze
Jjjdt aan de ge wone kwaal veel overtalligs;
.maar niettemin is er heel veel verrassends
en schoöns, al blykt het begrip schets en
studie, te oordeelen naar het ingezondene,
nogal rekbaar te z\jn.
; Er z\jn studies van een vroegere periode,
zooals die toen gemaakt werden:
ondtrdeelen tot in de fijnste finesses behandeld, een
vergaren van detailkennis, die bij het
composeeren van. schilderyen werd te pas gebracht.
Heyl zond in dien geest, zeer aerieuse
boschstndies en Taman interieurs waarin wel fijne
qualiteiten.
Anderen beschouwen studies als een
gymnastische oefening voor oog en hand, zoo b.v.
de groote academi <che doeken die Zeeuwsche
boerinnen voorstellen, koud, correct maar
zielloos werk van v. d. Waaij.
Weer anderen zonden eenvoudig schilde
ryen, waarin ze bleven steken, zooals
WijsmulJer en sommig werk van Neuhuys. Maar
er z\jn ook studies van andere soort. Zij
spreken u aan als iemand wien pas iets
ongewoons o\rerkwam_ en die. nog geheel onder
den indruk van het gebeurde is. Stem, toon,
gebaren, wijze van spreken, alles bijeen geeft
u een levendiger indruk van het gebeurde '
dan een kalm uitvoerig verhaal zou kunnen ;
doen. Zoo geeft maar zelden een schilderij ;
krachtiger en zuiverder den indruk weer, ;
dan een snel en in vervoering gedane schets.
Daar hangt dat groote doek van Breitner
Oude Schans", opgebouwd met breede, rake ?
veegen; zie dat eens op afstand en vraag
dan. wat daaraan, zou. kunnen worden
toegevoegd om de prachtig uitgedrukte stemming
Ivan een somberen winterdag 'dieper te doen
^Ypelen. Hoe rijp en Ara! van kleur is de
groote cayalerie-schets en ook in latere
schetsen is de grondidee in een paar
'Betten op het nieuwe doek even volkomen
uitgedrukt, als 'in de schilderijen die we er
van zagen. Hoewel van anderen aard, doen
de studies van Witsen voor die van Breitner
niet onder. Het is bedachtzamer werk, niet
in koortsige bevlieging geuit, maar niet minder
'zuiver en innig gevoeld. Bij al het koele en
dikwijls leege van Witsen's schilderijen, voelt
men toch dat men met een waar en serieus
kunstenaar te doen heeft en dat vermoeden
wordt hier bewaarheid door zijn verbijsterend
gave sneeuwstudies.
Maar 't is Witsen niet alleen die hier zeer
bizondere eigenschappen openbaart, die men.
hem door zijn geacheveerde werk niet zou
toekennen.
Huik b.v. heeft hier zulke kranige studies
met eenden en varkens aan een slootkant,
een boomgaard met koeien zoo malsch en
vast geschilderd, de doorkijk over het verre
land zoo mooi schuivend en goed verloopend
in een ijl verschiet, dat maar weinigen die
hem alleen uit zijn schilderijen kennen, zoo'n
gepassioneerd kunstenaar in hem zouden
zoeken.
Bastert geeft in de eenvoudige landschap
studies veel meer dan in zijn latere schilde
rijen, en wie zou in Frankfort, den maker
van het vele routinewerk, den geestigen
schilder vermoeden van die kijkjes in het
oudemannen- en oudevrouwenhuis.
De grof heid en het krijterige dat meestal
hindert in de schilderijen van Jansen, blijkt
als uitgangspunt te hebben een forschen en
krachtigen aanzet en een minnen van het
felle, heldere zonnelicht, zoo mooi uitgedrukt
in zijn ferme studies, vooral die met het
witte kerkje aan Katwijk.
Hier ziet men weer hoeveel deugden te loor
gaan op den langen weg van 'studie naar
schilderij; hoe zwakheden naar voren treden,
dikwijls geholpen door het schrikbeeld: de
smaak van 't publiek.
Toch wordt het eerst bedenkelijk als de
minder goede eigenschappen hun basis in
het studiewerk hebben en daarin nog sterker
uitkomen. . Een studie van Hobbe Smith
is in zijn soort nog oppervlakkiger, een van
Jurres nog onsolieder en voozer dan het
schilderij. En is het niet vermakelijk hoe
Gorter ook tegenover de natuur het poseeren
niet nalaten kan en in zijn schetsen, al jaagt
naar efiectjes en resul laatjes.
Sommige schilders voerden hun studies
verder door dan hun schilderijen. Kever
maakte geen schilderijen die completer waren
dan zijn Aardappelrooier", of Bij 't
varkenshok", beide even sublieme studies als zijn
vieschen-stilleven. Ook de schilderstudies
van de Bock hier hebben de volle rijpheid
van schilderijen. Karssen zond eenvoudig
drie schilderijen, maar niettemin zullen velen
dat diep-sombere landschap bij den Bosch
met genoegen nog eens terugzien.
Wijzen we onder de geschilderde studies
nog op een fijn blond landschap van
Hesterman, het innige devotievolle Portret mijner
moeder" van Therèse Schwartze, een zeer
knap geschilderd blond dameskopje no. 344
van Spoor,- alsmede op de reeks portretten
v. d. Waaij, degelijke, goed gelijkende en in
karakter gehouden conterfeitsels van
bendgenooten.
Büde teekenaars staat Hoytema vooraan
met zijn allergeestigste krabbels van aller
hande dieren. Kras van leven en scherp van
typeering zijn ze soms met een enkele
lijnomhaal neergeteekend. Van ort's werk
wordt hierbij gezien ongenietbaar. Bauer zond
o. a. de sterk geëmotioneerde teekening
Kameel", de mooiste die op zijne tentoon
stelling was en zijn Cairo'', no. 14, zoo
machtig groot van lijn en visie.
En dan het droomerig teere, het zoo
innigdoorvoelde portret van Kloos door Witsen,
een wondermooie teekening.
Frisch en krachtig op het juiste moment
beëindigd is de studie. In 't Atelier" van Alb.
.Neuhuys, van meer belang dan een zijner
andere teekeningen.
Besluiten we met te wijzen op een col
lectie spontaan in klei geboetseerde schetsen
van Bart v. Hove dan hebben we, hoewel niet
volledig, liet meest bezienswaardige gere
leveerd.
Het is een frissche wind, die thans door
de zalen van Arti waait; in langen tijd was
daar niet zooveel verrassends bijeen. De ten
toonstelling duurt maar kort, tot 16 October;
men verzuime niet ze te gaan zien.
J. A\r. N.
IIIIIIIIHHIIIIIIMIIMIIIIIIIIIflflIllltlllllllHllllllllttlllinilllimilltHM
Reizende Volksbibliotheek.
Naar aanleiding van een artikel in dit
blad ontstond in het begin van 1903 onze
eerste bibliotheek en wel te Uffelte in
Drente. Later volgden Havelte
enWapserveen (beide eveneens in Drente gelegen),
terwijl tegenwoordig het aantal boekerijen
van de Eeizende Volksbibliotheek reeds tien
bedraagt, n.l. behalve de drie genoemde nog|:
Muilaren, Drachtster Compagnie, Hoorn,
Middelie, Nootdorp, Oud-Beierland en
Elspeet.
Maar de uitbreiding van het aantal boe
ken heeft de vermeerdering van het aantal
bibliotheken niet kunnen bijhouden. Wij
hebben op 't moment een tekort aan boeken.
Wij kunnen niet meer aan alle aanvragen
voldoen. Dit bleek te Havelte, waar men
reeds met de boekenuitgifte is begonnen.
Wie helpt ons aan boeken of aan geld
om ze aan te schaffen?
Wie boeken wil afstaan of financieel wil
steunen, zende boeken of bijdrage aan den
heer W. Juchter, Binnenkant 25 te Am
sterdam. :
Dat er op het platteland, waar vooral
behoefte aan lectuur bestaat, wel vraag
naar boeken is, bewijst wel het feit, dat er
in het leesseizoen 903/04 te Uffelte aan
115, te Havelte aan 85 lezers boeken zijn
uitgereikt.
Dat zijn voor kleine dorpen al heel mooie
cijfers.
Des winters mag ik dit nog even in
herinnering brengen (indertijd wees ik er
ook reeds op) hebben de bewoners van
het platteland iets noodig om zich aange
naam en nuttig" bezig te houden.
Schouwburgen ontbreken op onze dorpen,
vergaderingen worden /eer weinig gehou
den; een of twee malen per winter eene
uitvoering van een rederijkerskamer, dat is
alles en men begrijpt het licht, dat is niet
genoeg.
Des zomers gaat het wel, de plattelander
kan fietsen en maakt er hoe langer hoe
meer gebruik van. De flets maakt het mo
gelijk, dat menschen van verschillende
plaatsen meer dan vroeger met elkander in
aanraking komen. De fiets is een uitkomst
voor het platteland.
Maar 's winters hebben we wat anders
noodig. En wat zou beter zijn dan lectuur ?
Goede lectuur altijd.
Boeken, waarin oorlogs- en andere gru
welen worden verheerlijkt, roof-, moord
en verraad-romans,
folterpaal-geschiedenissen (Aimard) zijn ongeschikt voor onze
lezers, ja, voor alle lezers. Boeken, waarvan
het heet: onttrekken aan het oog van vrou
wen en dochters" wenschen we evenmin.
Men bedenke, dat er gezinnen zijn, waar
ook de voor volwassenen bestemde boeken
door kindereu gelezen of althans wel eens
ingekeken worden.
Daar we lectuur verstrekken aan vol
wassenen en kinderen, kunnen we dus in
dat opzicht verschillende soort boeken ge
bruiken.
Wie ons steunen wil, zende dus boeken
of geld om ze te koopen aan bovengenoemd
adres.
Havelte, 18 Sept. '04. B. BYMIIOM.
Vruchtbare Journalistiek.
In de Nrs. 1419 en 1420 namen wij
een Historische Schots van het lustslot
Soestdijk op, hetwelk eenige wetens
waardige bijzonderheden aangaande de
zomerwoning van Koningin Emma bevat
Weldra bleek ons, dat de auteur dit
had overgeschreven uit een vroegeren
jaargang van het Tijdschrift Elsevier,
alzoo kopie aanbiedende van zijn eigen
werk.
Even later werd ons medegedeeld, dat
gelijk ons blad, ook vóór enkele weken
Het Vaderland door hem was bedacht;
en nu verleden week mochten wij dat
zelfde stuk in de Telegraaf geplaatst
vinden.
Lettende op den ijver en de volharding,
waarmee deze schrijver zijn artikel afzet"
tracht te bezorgen, zou inen geneigd
kunnen zijn, hem een afzetter" te
noemen, echter geschiede dit geenszins
in den boozen zin van dat woord, aan
gezien hij zijn kopie aanbiedt tegen hoogst,
ei vielen prijs.
Voor Redacties, die belust mochten
zijn op het doen van zaken met de/en
waardigen man, zij hier zijn adres aan
gegeven : de heer J. H. van Doodeweerd,
journalist, te Utrecht.
UIT DE NATUUR
LXXV1II. Nog eens over dierenverstand.
Mijn lezers hebben't rnij dezen keer al heel
gemakkelijk gemaakt. Over de wijziging van
instinctmatige gewoonten heb ik zooveel
mededeelingen van belangstellenden ontvan
gen, dat ik er wel een heel blad van de
Groene inee kon vullen ; dat gaat gelukkig
niet, ook zal ik er na dezen keer niet weer
over schrijven. Twee berichten evenwel komen
mij zoo belangwekkend voor, dat ik ze hier
laat afdrukken; vooral ook, omdat ze door
andere waarnemers ook zijn opgemerkt en
dus niet geheel en al op zich zelf staan.
Eerst over die klimmerij van wilde konijnen;
de brief luidt aldus :
Hilversum, 21 Sept. '04.
WelEd. Heer!
Van wijziging van gewoonten naar nieuwe
omstandigheden, waarover u het in de
Groene Amsterdammer , van 18 Sept. hebt,
kan ik dunkt me een eigenaardig voor
beeld geven.
Sedert een paar maanden heb ik het
kunnen opmerken in Spanderswoud, onder
Hilversum en 's Graveland, een lustoord
maanden, dus al een heel beest, en zoon
of dochter van den eerste. Bjj navraag bleek
me, dat het geëxecuteerde dier sinds eenige
dagen ziek was geweest en reeds sterk
was vermagerd. Klaarblijkelijk was deze
ziekte de eenige aanleiding voor den vader
om zoo hardhandig (s. v. v.!) op te treden;
geen der andere kiekens deed hij ooit kwaad
en over 't geheel was het voor een
kalkoensehen haan een zeer zachtzinnig beest.
Ook deed alles denken aan een van te voren
beraamd plan : de haan had het zieke dier
van de andere weggelekt en op een een
zame plaats koelbloedig vermoord. Het
slachtoffer bood niet den minsten tegen
stand : het geheel maakte den indruk van
de parate executie van een vonnis, van
welks rechtvaardigheid beide partijen waren
Een klimmend konijntje. Teekening van Jac. P. Thijse uit De Levende Natuur.
voor wandelaars, die hier vrijen toegang
hebben, maar ook een paradijs voor de
talrijke konijnen.
Om de akkers en weiden tegen het legio
dieren te beschermen, zijn ze door ijzergaas
omgeven, wat toch zeker niet van Adam
dateert. Voor een groot deel der konijnen
zal deze afsluiting voldoende zijn, om ze
uit de omrasterde deelen te houden. Een
ander, klein deel, ondergraaft ze naar oude
gewoonte, om zoo de heerlijkheid deelachtig
te worden. Maar velen, ik mag ze gerust
op een veertigtal schatten, duurt dit
graafwerk te lang; ze nemen een sprongetje,
waardoor ze tot op halverhoogte komen
en klimmen verder tegen 't gaas op. Dit
doen wilde konijnen en ook eenige ver
wilderde zwarte. Of het klimmen hier
in de lucht zit, weet ik niet. Maar een
jachthond van den jachtopziener hier klimt
heel kalm uit zijn omtralied hok. Er werd
gaas over 't hok gebracht, hij wist een gat
daarin te ontdekken, en werkte zich na de
klimpartij nog eens door het gat heen ook.
Wellicht zijn u zulke gevallen reeds be
kend; voor alle zekerheid dacht het mij
goed, u 't even te s'.'lii'ijven.
- .Inmiddels hoogachtend,
Uw Dn.
A. SLAGMAN".
Wilde konijnen zijn werkelijk bezig de
moderne weermiddelen tegen menschen en
beesten te bestudeeren en voor hen zelf
onschadelijk te maken. Uit mededeelingen
van Thomson, van Kearton en van Long, alle
drie scherpe waarnemers, blijkt dit opklimmen
tegen kippen^aas .al een poos door
Amerikaansche en Engelsche konijnen te zijn uit
gevonden. In Natur und Hans van een jaar
of vier geleden is het ook al vermeld en
Thijsse heeft een zelfde geval bij Bloemen daal
beleefd en uitvoerig beschreven, geteekend
in De Levende Natuur. Deel VIII.
Seton-Thompson de schrijver van Lobo,
Raggylug, e. a. verhalen. (Een heel mooi boek
met studies van Amerikaansche dieren, heel
goed in 't Kederlandsch vertaald door mej. J.
van Sloten, hoofd van een school te Assen),
heeft zelfs een gebruik van prikkeldraad door
konijnen geboekt, dat heel wat meer konij
nenverstand onderstelt. Hij heeft opgemerkt
dat konijntjes zich nu'"bij voorkeur tusschen
Het nut van prikkeldraad.
prikkeldraad ophouden en dit gebruiken als
versperring tegen aanvallen van hun vijanden,
Het iiguurtje hierbij aan bovenstaand boek
ontleend toont aan, hoe konijntjo-wattenstaart
een vos er tegen aa,n laat loopen.
En nu over liet dooden van zieke of zwakke
dieren door een of meer van de overige
sterke individuen.
T al b er t, 22 Sept. 18V>4.
'/.eer genclite lieer !
Heden was ik getuige van het volgende
voorval, dat ik nooit eerder gezien heb en
dat ik vermoed, dat u zal interesseeren.
In m'n tuin, op ongeveer 15 M. van de
ramen van m'ii huiskamer waren twee
kalkoenen van m'n buurman oogenschijn
lijk bezig iets op te pikken. M'n dochtertje,
die het geval nauwkeuriger bekeek, be
weerde, dat er een werd doodgebeten; maar
daar ik niets anders zag dan het bedaarde
pikken van den een, terwijl de ander er
voor op den grond zat, half verscholen
achter een heester, schonk ik er geen aan
dacht aan. Eenigen tijd later zag ik, dat
de staande kalkoen het liggende dier met
de pooten op zij gooide en toen bleek let
terlijk waar, wat m'n dochtertje gezien had:
het eene beest was bijna dood, terwijl het
andere doodbedaard voortging met kracht
z'n snavel in den kop van liet andere te
boren.
De beul was oen volwassen kalkoensche
haan, het slachtoffer een jong van pi.ui. 3
overtuigd. Bij den taan was ook geen spoor
van opwinding te bespeuren. De toestand
van het slachtoffer, toen we den haan ver
joegen, was hartverscheurend : n oog was
geheel verdwenen, wijl meest aan dien
kant alle slagen waren neergekomen: een
schot moest nog een eind aan het lijden
maken.
Nog nader bij m'n buurman
inforrneerende, bleek me, dat deze haan reeds meer
getoond had, op zijn manier zieken te willen
genezen; voor eenigen tijd had hij een zieke
kip op dezelfde Wijze als nu z'n jong ge
xecuteerd. Dit maakte voor mij de zaak
nog veel belangwekkender; ik wist wel,
dat ook b.v. ooievaars de jongen afmaken,
die op reis hinderlijk kunnen worden; maar
van een dergelijk optreden ook tegen die
ren van een andere soort had ik nooit
gehoord wat echter niet veel zegt, om
dat ik me niet anders dan terloops met
dergelijke natuurstudiën bezig kan houden.
Daarom ben ik zoo vrij, mij tot u te wen
den met de vraag, of u van dit geval ana
logieën bekend zijn. De vrijmoedigheid er
toe heb ik gekregen als getrouw lezer van
uwe uitstekende schetsen in De Amster
dammer.
Mogeüjk is het voor u nog een welkom
voorbeeld bij uwe beschouwingen over de
kwestie of dieien instinct of verstand heb
ben een vraag, die bij mij .twijfel doet
opkomen aan hetgeen de stellers er van
bezitten. Een misverstand tengevolge van
onjuiste definieermg is het toch .zeker.
Ik hoop, u met m'n geschiedenisje niet
lastig te zijn gevallen en dat u tevens de
verzekering van m'n hoogachting wel wilt
aanvaarden. Uw d w..,
Dr. W. H. MAXSJIOLT.
Dit is een heel bijzonder geval. Niet wat
't dooden van 't zieke jong betreft. Dat komt
veel voor. Zelfs is 't waarschijnlijk dat som
mige ooievaars een jong uit het nest werpen,
dat maar niet kan of wil leeren zekere be
hoeften zoo te verrichten, dat de overige
nestbewoners er geen hinder van kunnen
hebben; alleen de menschen die er toevallig
onder door loopen.
Ook heeft men getracht het dooden der
zwakken te verklaren als 'noodzakelijk middel
van verweer; de geur der zieke dieren van een
kudde of van de vlucht zou de vijanden op
't spoor kunnen brengen; hetgeen ook voor
de gezonde noodlottig kon worden. Hoe 't
komt dat zoo'n ziek dier zich niet te weer
stelt, is wellicht af te leiden uit m^jn opstel
van den vorigen winter: Hoe de dieren sterven.
Maar wat mij zeer opmerkelijk toeschijnt,
dat is het ongewone van 't geval hier ver
meld. De kalkoensche haan leeft in 't wild
met een heele troep wijfjes en jongen, waar
over hij te' waken heeft, en zijn instinct, dat
ook het cultuur-dier is bijgebleven, zegt hem
wat hij in geval van ziekte te doen heeft.
Deze heer haan evenwel beschouwt waar
schijnlijk zijn gezag, als ook geldend voor de
andere hoenders van den hof, en maszregelt
ook de kippen. Ik zou dit eerder een ver
zwakking van 't instinct dan een verscher
ping noemen, het dier schijnt zijn soort niet
van andere meer te kunnen onderscheiden'.
Dit gebeurt bij tamme dieren meer.
't Kan ook gewone heerschzucht zijn ge
weest, die den haan er toe bracht, zijn spheer
van invloed onrechtmatig uit te breiden ; maar
daartegen spreekt wel eenigszins de zin van
den schrijver, waarin hij den zachtzinnigen
aard van dezen kalkoen vermeldt.
Over de duizenden kevertjes op den Dam
op 23 dezer, een volgenden keer. Mag ik
den Onbekende" verzoeken, mij nooit weer
een diertje, welk.ook, levend aan een speld ?
gestoken, thuis te sturen. Een mensch is
geen klauwier. Het kevertje draaide nog
om zijn speld toen ik het pakje opende.
Een paar droppels naphta in 't doosje had
den het eerst bedwelmd en dan zonder
pijn gedood.
Ook de vraagster naar de wiuterknoppen
van plataan- e. a. boomen hoop ik dan
tevens te beantwoorden. Misschien heeft zij
dan zelf al 't antwoord gevonden, ten minste
als we intusschen algemeenen bladerval
krijgen. E. HEIMAXS.
J. J. BIESING,
JKuntfthanttel.
'S-GRA.VENHAGE,
MolenstraaH5Lu5A en 67.
Moderne Schilderijen,
Aquarellen en Gravures.
Panorama-Gebouw.
Amsterdam, Plantage.
Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil
derijen, Perzische Tapijten.
Vaste prijzen. Toegang vrij.
Laat Uwe woning inrichten
d«»r
Nieuwe ontwerpen. Smaakvolle ensembles.
Zeer billijke noteering. Foto's en Prijscouranten en
Begrootingen gratis. Plaatsing door eigen personeel
onder volledige garantie. Vele attesten.
AmSTERPAfn
AARDËUJERR
EH TEGELS
L BINNEN-."
INRICHTINGTOT
MEUBELEERING
EN -VERSIERING
^DER- WONING^
12O-ROKIN-12O