De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 16 oktober pagina 10

16 oktober 1904 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DB AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1425 ERSTE HYPOTHEEKBANK MET OF ZONDER LEVENSVERZEKERING, gevestigd te 's-Gravenhage, Korte Poten 7 b. * Maatschappelijk Kapitaal f 1.500.000?. President van den Raad van Commissarissen: "Mr. H. GOEMAN BORGES1US, Oud-Minister van Binnenlandsche Zaken, Lid v/d Tweede Kamer der Staten-Generaal, te 's-Gravenhage. Leden van den Raad van Toezicht: Mr. Dr. W. P. J. BOK, Directeur van de Eerste Nederlandsche VerzekeringMaatschappij op het Leven en tegen Invaliditeit**} te 's-Gravenha^ .:. E. J. VAN GOBKOM, Oud-Notaris in de Z.-Afr. Eepubliek, te 's-Gravenhagt. J. F. K. VAN DE WALL, Civiel-Ingenieur, te 's-Gravenhage. DIRECTEUREN: Mr. C. W. TH. VAN DEN BRANDHOF en Mr. J. J. K. DE WIT. De Bank geeft 4 pCt. Pandbrieven uit in stukken van ? 1000.?» / 500.?, ? 100.?en ? 50.?. Om een hypothecaire leening, groot ?1000. geheel af te lossen in 10, 15, 20 of 25 jaren met het beding, dat bij overlijden van den debiteur binnen dien termijn het perceel j toch onbezwaard op zijne erfgenamen zal overgaan, zonder ' dat zij verdere aflossingen betalen, moet jaarlijks, doch niet , langer dan gedurende het leven van den debiteur, worden i betaald: bij een leeftijd van 25 jaar 30 35 40 45 1 50 en een duur der leening 10 jaar ? 132.88 133.62 134.76 130.54 139.30 143.67 15 jaar ? 99.86 ., 100.78 102.21 104.44 107.91 113.39 20 jaar ? 84.23 85.39 87,19 90. 94.38 van 25 j aar f 75.37 76.80 79.82.41 Spaar- en Voorschotbank der Eerste Nederlandsche Verzekering Mij. op het Leven en tegen Invaliditeit. gevestigd te 's-Gravenhage, Korte Poten 7 b. Maatschappelijk Kapitaal f 1.000.000.?. Directeuren: Mr. C. W. TH. VAN DEN BEANDHOF en Mr. J. J. K. DE WIT. De bank verstrekt voorschotten vanaf ? 500.?onder persoonlijke of zakelijke zekerheid (h.v. onder borgstelling, verband op lijfrenten of effecten dan wel tweede hypotheek). In samenwerking met de Eerste Hypotheekbank met of zonder Levensverzekering kan de Bank de volle waarde op onroerende goederen verstrekken onder 1ste en 2e hypotheek ea persoonlijke borgtocht of andere verdere zekerheid. De Bank geeft 4 pCt. Schuldbrieven uit in stukken van ? 1000.?, / 500.?, / 100.?en / 50.?. tiger voort door een koersverandering van 172/4 sot 180. VoordeGutta-Percha-aandeelen ging de dalende richting, die sedert eenige weken op de langdurige rij zingsperiode ge volgd is, verder voort, door een koersver zwakking van 75 tot 70. De rubriek petroleumpapieren geeft ditmaal slechts reden tot mededeeling van een be langrijke koersverbetering van 116 tot 125 voor de Dordt en voor de Hannover van 193 tot 194, voor de Perlak A van 135 tot 145, voor de B van 70 tot 80 voor de Schibayeff van 66 tot 69 en voorts eenige verdere koersbevestiging voor de Int. Eumeensche de Moesi Ilir, de Eussian, de Shell en de Sumpal. De productiecijfers over Januari September 1904 zijn belangrijk beter voor de Dordt, de Elzasser, de Sumpal, voor de Moeara Enim en laatst maar niet 't minst voor de Koninklijke. Ook de Moesi Ilir had wat meerdere productie. De Oliebronnen in Hannover gaven in dat tijdvak ruim 55 dui zend vaten tegen 53 duizend in't vorige jaar. In Eumeniëzou de olieproductie zoo groot zijn dat de installaties daarvoor te klein zijn. Hierdoor zouden tijdelijke belemmeringen zijn ontstaan. Voor de mijnbouwmaatschappijen ziet 't er nog maar weinig vroolijk uit. Wat vaster koers kan evenwel voor de pref. Gros?, voor de Ned. Ind. Mijnbouw, voor de Oost Borneo, voor de Singkep en voor de Soetnalata gemeld wor den. De Soemalata had over September een productiecijfer van 17.000 gram tegen 10.000 in Juli en 12.000 in Augustus. De productiecijfers van L904 zijn echter over 't algemeen tot nog toe heel wat lager dan die van 't vorige jaar. De aandeelen Kwadang Soemalata kunnen tegen nieuwe worden verwisseld en wel n aandeel A van ? 1000 of 4 onderaandeelen a ? 250 tegen ? 500 nieuwe aandeelen, ter"wijl / 1000 B's recht geven op j 400 nieuwe aandeelen. Voor de amerikaansche sporen was de afgeloopen week over 't algemeen bevredi gend. Hoogere noteering werd bereikt voor de Erancisco, de Topeka, de Baltimore Ohio, de Gulf, de Miss. Kans. Texas, de Keading, de Southern Pacific, de prtf. Union Pacific, de Canadan Pauific en de Grand Trunk of Canada. De laatste spoorwegontvangsten waren beter dan die de vorige week mee gedeeld. Voor 50 spoorwegmaatschappijen zou een vermeerdering van ruim 6 pCt. verkre gen zijn, terwijl 43 spoorwegmaatschappijen gedurende de 3e week van September 8.3 pCt. in ontvangsten zouden zijn vooruitgegaan. De Atchison vooral zou ook een bijzonder gunstig jaarverslag gepubliceerd hebben. Ten slotte de mededeeling dat den ISden dezer de inschrijving is opengesteld tegen 385 francs voor elk stuk van 500 francs 5 pCt. Julins PruUelnian Brommeijer. Hij was in lange niet bij mij geweest. Eens was zijn komst afgesprongen, door dat Leopold van Belgiëhem juist had genoodigd, of laat ik liever zeggen, had geprest, om met prin ses Clementine ken nis te komen maken. H. K. H. had haar vader daartoe weten te bewegen, in de stille hoop, dat Z. M., onder den invloed van het Calvinisme in zijn schoonste ge daante, een meer christelijken weg zou willen inslaan, waar het katholicisme hem nog geenszins op het enge pad,leidendetot de nauwe poort, had vermogen te voeren. En door de meest-intieme mededeelingen ben ik tot de overtuiging gekomen, dat Leopold, als mensch eu vader, inderdaad, sinds dien, in betere richting is voorwaarts geschreden. Ik heb dan ook geen oogenblik er aan gedacht Kuyper het kwalijk te nemen, dat hij mij destijds voor den Congovorst gepasseerd heeft; niet alleen omdat er voor hem aan mij niets te bekeeron viel, maar vooral aangezien ik levendig begreep hoe een mooie en geestige Belgische prinses, met Leopold op den koop toe, voor een vermoeid staatsman veel aardiger en uitspannender gezelschap moest zijn, dan een oude heer zooals ik^ben, terwijl mijn Cle mentine, alias Thérèse, de lui eer afstoot dan aantrekt. Later heeft hij tweemaal bot gevangen, maar nu trof hij mij thuis, en kwam har telijk en opgewekt mij toespreken, als iemand, aan wien je zien kon, dat het hem werkelijk genoegen deed, nu eens een mensch to ontmoeten, die niet in of buiten de politiek stond, maar daarboven. O, zei hij onder anderen, met dio treffende juist heid, waarvan hij het geheim bezit: wat obligatiën ten laste van de Compagnie de Chemin de Fers Nord-Ouest du Bresil. De maatschappij geniet gedurende 30 jaar garan tie in goud, toegestaan door de brazüiaansehe landsregeering. unst., Marnixstr. 409. j Borneo". j ' 13 Oct.'04.D. STIGTER. IHHflWHIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIlmiMIHHIIMIIIHItHIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIItlllllraV BOEKAANKONDIGING. Bij het morgenuur. Een boek voor het gezin, door dr. J. H. DE RIDDER Jr., mevr. H. BAART uu LA FAILLE-WICHEKS HOET, mevr. M. J. SAI.VERDA DE GUAVEHERDEHSCIIEÊ, dr. L. KNAPPERT en dr. H. L. OORT. Amsterdam, Van Holketna en Warendorf. Lang» opgaande icegen,'AooT F. W. DRIJVER (pred. Naarden). Amersfoort, Valkhoff & Co. Naar stichtelijke lectuur is nog altoos vraag in ons land. De menschen willen 's morgens vóórdat ze aan hun werk gaan, of 's avonds als 't afgeloopen is, iets lezen met hun kin deren, dat 't plichtbesef verhoogt en dankbaar stemt, moed geeft, erust en eerbied kweekt of bedroefde harten troosten kan. En naar de vraag regelt zich het aanbod, neen de auteurs willen hun goede woorden brengen ook aan menschen, die er niet naar vragen. Soms ,is er een min geweuschte overproductie. Van de twee boeken bovengenoemd zal dankbaar gebruik worden gemaakt in zekere kringen. De schrijvers wier namen bekend en een aanbeveling zijn rekenen op een beschaafd publiek en behooren tot de mo dernen". Van hun werken zullen de ortho doxen zeggen : 't is ongeveer alles goed en. schoon wat er in staat, maar wij missen er in, wat ons onmisbaar schijnt. Bij het morgenuur bevat 193 zeer kleine stukjes, die bij de huiselijke Godsdienst1 oefening kunnen worden voorgelezen, eu zeker in de eerste plaats voor de kinderen zijn bestemd. De toon is vroolijk, vroom en vriendelijk. Langs opgaande wegen is voor jongelieden en volwassenen geschreven, in deuzelfden trant als Mooi levm en Lentezon, vol aanha lingen, versjes, verhaaltjes, ook aan anderen ontleend, maar wel gekozen. Groot is des schrijvers optimisme. Hij ziet het kwade en verzwijgt den strijd des levens niet, maar weet overal den goeden kant te vinden. Het is karakteristiek dat hij terstond na het inleidend opstel begint met: Bij een ftpin, om het zoeken van honig aan te bevelen. Hij houdt niet van 't venijn, en ook niet van het bittere. Der deugden koningin p. 20 is het geduld. De grootste schat is de tevreden heid p. 77. De arbeid adelt en de smart is voorwaarde tot genot. Dat vele menschen tot ttMflUlllllllllllltlllllHlllllilllimillllllllllll tlUIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIUNM* atmosfeer van een kantoorlokaal als het uwe aan de Bocht. Mag ik bij u eens even bekomen van de afmatting des geestes en den noderslag der ziele, welke het deel zijn van een premier, die zijn plicht doet, en dus des daags en des nachts vertoeft in de vertrekken der Staatsmansknnst, in dat huis zóó vies! O, u weet niet wat daar druipt en kruipt langs en tegen de wanden; hoe de verfstoffen van do meest verschil lende kleur daar loslaten en door elkander loopen, zoodat alles bevlekt wordt, wat er mee in aanraking komt. Hoe menigmaal ben ik genoodzaakt om mijn vingers met Abrador te wasschcn, zullen zij althans, ik zeg niet voor u, doch ook maar voor 't gewone menschendom vertoonbaar zijn!... En van uit de keuken, waarvan ik de deur, zooals u weet zoo veel mogelijk gesloten tracht te houden, komt soms een walm van in 't vuur gedropen rinzige reuzel, talk en kunstbeter je tegemoet, dat je je neus wel zou willen dichtknijpen, als do hygiëne je maar niet voorschreef, dat je nooit door je mond lucht scheppen moet. En dan, mijnheer Brommeijer, daar is n zaak, waarover ik nitt licht spreek, en 't alleen durf' tegen iemand zoo ervaren en medegevoelend als u. Bij dat smerige perceel is zelfs geen behoorlijk riool, l." begrijpt wat dat zeggen wil! Zoo xijn er oogenblikken, dat do tranen je in do oogen sprin gen van de scherpte des stanks. Men politieke Liernur laat zich nog wachten: wat zich tot dusver daarvoor uitgeeft, het is niet anders dan de Jaeob die zich voor Kzaa laat doorgaan. Ei nu zijn er onder de huisgenooteu altijd eenige, die er een duivelsch vermaak in scheppen in zekere stoffen te roeren, te roeren nooit genoeg. . .! Dan slaat soms, als je juist een nieuw scho teltje laat binnen brengen, daar overheen een geur je tegen, xoodat je een gevoel krijgt alsof er iets is, dat je de keel dicht knijpt, wat dan ten gevolge heelt, dat mijn hart er van begint te kloppen en to bon zen, ik daardoor in de war geraak en bij me zelf ga vragen, of het wel mijn hart en niet mijn geweten is. Maar laat ik niet uw zenuwen schokken ; ik wil maar zoggen : wat is dat hier heel anders, hier in dit hoog vertrek, in die trissche lin-ht, «aarbij alles zoo klaar en rein zich laat waarne men, hier vlak bij uw brandkast, «aar |o _ 'i_ .,,::.. :.,i .,?.,' !,;;,,.<geectdoodend werk gedoemd zijn en dat er eHende is, waarbij ze ondergaan, zedelijk en lichamelijk, wordt niet met nadruk gezegd. Maar er zijn in onze dagen zooveel pessi misten, die bij voorkeur naar 't venijn zoeken en op het allerdroevigste wijzen, dat eenig tegenwicht niet ongewenscht is. Gaarne gunnen wij den optimisten het woord, als ze maar niet te eenzijdig worden en uitlokken tot tegenspraak. In donkere dagen is ons elke lichtstraal welkom; dat zij Drijver's boek voor velen. v. H. DlMUIIIIfnillHIIIIIIIIHIHtllllllHIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIMIIIIIMMIHl 1ste Jaargang. 10 October 1904. Eed.: C. H. BROKKKAMP, Damrak 59, Amst. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. Probleem No. 18 is goed opgelost door: N. Baruch, Ph. L Battefeld, L. Goudsmit, G. van Leeuwen en J b. Meijer, Amsterdam; D. Kikke, K. en N. Bouwes, Edara; J. Kruis heer, Gouda; J. Luteijn, Groode; W. van Daalen en J. Forfgeus, Haarlem ; K. Koster, Hoogcarspel; W. Vijn, Hoogwoud; J. Keuken, -N. Xiedorp ; J. Meijer, Nijmegen ; P. de Jong, Steenbergen, en A. H. Claasen, Uitgeest. Partij No. 14. Korte vleugelopening 32?27. Deze partij is gespeeld tusschen de heeren Eapliael, kampioen van Marseille, met wit, en Weisrf, wereldkampioen, met zwart, in de match welke is georganiseerd is geweest door La SocietéLe Damier", Januari 1904. /ij werd ons toegezonden met het verzoek, haar te analiseeren en te pliatsen in de damrubiiek van De Amsterdammer en daarna op te zenden aan Ie Bavard te Marseille. Wit. Zwart. Wit. Zwart. 1. 32 27 1) 20 24 18. 40 34 14 20 2. ;54 30 17 21 2) 19.25:14 9:20 3.30 25! 21:32 20.34 30 7) 10 15! 4.37:28! 18 23 21.49 44 4 9 5.42 37 23:32 22.30 25 8) 2 7! l». ;!7: 28 12 13 23. 20: 14 9: 20 7.41 37! 10 21 24.44 40 7 12 8.40 34! 11 16 25.40 34? 12 18 9.44 40 G 11 20.34 30 5 l O? 9) 10.37 32 3) l 6 27.37 3110) 20:37 11.4(1 41?4) 21 20! 28.42:31 8 1211) 12.41 37««l\ï. 7 12 ) 29.30 25 10 14 13.31 27 18 23 30.31 2(1 12) 11 171 14. 34 29 0) 23: 34 31. 48 42? 13) 3 8 1540:20 15:24 32.3(131 24 29«fJ»-. 10.4742! 1218 33.33:24 20:29 17. 45 40 18 23! 34. 39 33 2U 34 iiiimmiiiiiiiiiitiiiiiiiiiniiiiiimiiHtiiiMiiiimiiMiiiiiiiimiiiiiiiiitiiiiuiiii tot oen hoofeer, ja tot liet hoogste inenscliwexeii rnoo^t ontwikkelen. Ik zou hem van antwoord dienen, maar ziet, daar kwam op eens niet minder dan de tijding: mijnheer van Houten bevindt zieli in de anti-chatnbre en verzoekt tot u toegelaten te worden. Yan Houten!! riep ik uit meteen mij bezinnende hoe zulk een ontmoeting, hier in mijn huis, to voorkomen. ^laar mijn zorg bleek overbodig; Kuyper zelf zei dadelijk dat hij dit een bijzonder buitenkansje vond; en zoo geheel in den peest van xijn premicrscliap, er niet aan denkend dat hij hier wel allerminst te coinmandoercn had, voegde hij .Jaeob toe: Lakei, laat die mijn heer hiei' komen. \u had niemand me zoo iets kunnen bakken, xoii'ler dat hij govaar zou hebben geloopen, de dour te worden gewezen. Maar, vreemd is 't, ik gevoelde mij overbluft en als gestreeld tegelijkertijd. Jawel, daar was i u dat bevel buiten mij om aan Jaeob gegeven iets, als hoorde ik op mijn tapijt daar den duivel met zijn bokspoot stampen: maar zijn rustig gelaat, dat zoo tegen mo scheen te zeggen, alleen een volmaakt groot miin als Bi'Oinmeijer begrijpt en vergeeft de brutaliteit, die het genie zich veroorlooft ? deed me den zwarten hoef vergeten, en den Charmeur bewonderen, die als hij het slechts wil iemand wol aangenaam zou kunnen kittelen met een bezem of fijntjes aaien met een bezemsteel, /oo was dan ook het eenige wat ik tegen hem zei: en nu alsjeblieft geen hanengevecht, hoor ! Maar daar bestond, zooals me bleek, in 't minst geen gevaar voor. Integendeel, want vóór Sam binnentrad, bekende Bram me al -- dat er maar weinig mensehen in de politieke wereld leefden, voor wie hij zoo hooge achting gevoelde als juist voor dezen veel gesmadcn Filistijn. Toon Sam dan ook zich in de deur vertoonde, liep Kuyper op hem toe, en ontving hem met warmte, /ijn handdruk werd hartelijk be antwoord, en de heeren schenen zoo veel aan elkander to zien en te hebben, dat ik er als vrijwel overeompleet oen pover figuur bij maakte. Maar ik was dien dag in uit stekende luim, en trok mij ook dit niet aan. iSoveiriion ik begreep te goed, dat xoo'n persoonlijke ontmoeting van twee kemp hanen in 't paradijs van mijn huis, voor Tini.hm iof^ L-:»]Mipnrcmls en v'M'teoderends Stand na den 34sten zet van zwart. 35. 35 30? 14) 34 39! 47.32:34 2429!! 36.43:34??15)14 20 48.34:23 3540 37. 25:14 19:10 49. 31 27 11 17! 38.28:19 13:35 50.3832 4045 39.33 28 16)10 14 51.32 28 13 18! 40.42 37? 8 13 52.23 lügefc 18 23 41. 50 44 14 20! 53. 37 3119) 23: 21 42. 34 29 6 11 54. 19 14 45 50 ,43.28 2317)20 2418) 55.39 34 50 22! 20) 44. 29: 20 15: 24 56. 14 10 22: 36 45. 44 39 gedw. 18: 29 57.10 5 3618 46.2722 17:28 58. 528 18:45 Opgegeven. De uitgebreide analyse moet wegens plaats gebrek achterwege blijven tot den volgende week. COBEESPONDENTIE-WEDSTKLJD. Tabel der gespeelde zetten van Zwart. ; W-' i r-^ ; CO i W w W W K ; *3 ; c: c «-< [rj :~ W ~ : ffi =1 . W «-i w ;o : H tr1 ; .: t"1 .: CC OC , ; ^ IC i LO o y Wit moet spelen. Voortzetting van : Partij No. 22. H 1923, D 2S:19 gedwongen 04. H 19-23, }, 28 : 19 ,, 70. 11 10-23, N 28 : 19 MtiiiiHMiiiiiiiiiiHimiititiimiiiimiiintiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiuitiiiiiiimiUM moest hebben: zoodat ik dan ook weldra goedsmoeds mij een weinig verwijderde. door met mijn rug schuin naar hen gekeerd voor t raam te gaan staan, en aldus, als een afwezige aanwezige, luisterde naar hun gesprek. O, xei .Kuyper, gij Saniuel onder de pro feten, go weet niet hoe uw naam mij steeds klinkt als een woord uit hoogere gewesten, mij roepende tot strijd en mij voorspellende de zegepraal. Ik heb het nooit ver heeld voor mijn getrouwen, dat de eere Gods, die thans zoo groot is bij de Uegeering en dit uitverkoren volk, door u het meest heeft gewonnen; gij bracht mij en de mijne door uw kieswet, waar wij thans staan. liet is al casueel, dat wij cl/cni/itfr zoo dankbaar mogen zijn, antwoordde Sam: heb ik eenmaal het land den zegen van uw bewind geschonken, ;///' wreekt mij op een ondankbaar volk: en dooi1 uw kamerontbinding schenkt aij mij mijn plaats terug, mijn eigen plaats par droit de naissance. Daar vielen klappond twee handen ineen en na een oogenblik van stil genot, wees Kuyper op mijn rug, als wilde h ij v ragen: maar, waardste collega, zijn we hier wel veilig:' Ik zag dat in een spiegeltje, dat mij meer liet zien nog dan dit eene. Maar Sam sprak luid. /pa er, mijnheer Kuyper, wel een plekje zijn in de wereld, waar men meer vertrouwd, zijn intiemste gedachte kan uitspreken, dan hier waar de verheven geest troont, meer dan wij samen nog op de hoogte van de waavde aller poli tiek ... y Kuyper schudde ontkennend het hoofd en begon weer, je weet niet mijn waarde, wat een genoegen en ook wat een eere het mij is, ja, ook een eere, als onder vier oogen met u te wezen, al zijn het er dan ook zes. (lij staat zoo hoog, gij zijt zoo breed, en nooit vinnig, dat is 7,00, omdat gij filosoof zijt... vooral dat breede, mag ik zoo. Ik wil hot gelooven, xei Sam, maar vraag me niet hoe 't komt, dat wij beiden een uitzondering maken op dat parlements publiek. Ik met mijn ('ansaliteits- en jij met je Schrift-studie: we zijn samen de twee donkers; jij aan 't touwtje van de open baring on ik aan do oneindige lijn van do natuur; jij en ik vlirLM';! op de vleugelen ' der liedo het lier-lal rond en leggen Jiior '? en daar ons koekoeksei... | Hier haalde Kuyper even zijn schouders. op. De Rede.... dat ding laat ik daar maar dit is zeker zij hij, hoe dan ook, wijV, zijn toch eigenlijk, zooals de Pers Elout 't gezegd heeft de twee Titanen; en alswij uit achting elkaar niet vermoorden, dan is dit tevens zoo uit vrees, dat, indien we elkaar eens echt verscheurden, daar meer dan onze beide corpussen zou kraken, bar sten en breken tusschen het Plein en het Firmament. Sam knikte en in volkomen geestesovereenstemming hernam hij : en xoo is 't te verklaren Kuyper, dat wij in een ander opzicht ook precies op elkaar lijken. U meent:' Dat wij beiden, geheel anders dan middelstandsgeesten, die het moeten stellen met n daagsch en n Tondagsch pak, een propvolle garderobe hebben, welke je tusschenbeide eens leêgen moet. ? Ja wel. lachte Kuyper, blijmoedig goedkeurend zeker U denkt aan onze oude plunje ? en nogmaals steken zij elkaar de hand toe. Geen twee staatslui, mijnheer v. Houten, die zoo treffend n Jot deelen ... van n aanleg zijn zóó coulant in 't opruimen van afgedragen kleêren. Daar zijn wij, bevestigde v, Houten, groot genoeg voor ... want een bewijs van groot heid acht ik dit in de eerste plaats. Een povere sire kan dat niet. Permitteer me, zei Kuyper, 't hangt soms ook samen met een nieu w{ n staat des levens... U bedoelt, zooals Elia, die, toen hij in vurigen wagen en met vurige paarden ten hemel voer zijn mantel uittrok en. naar beneden liet glijden. Hier begon Kuyper's gelaat een oogenblik te betrekken. Och, zuchtte hij alles wat de Heilige Schrift aangaat, het ligt boven U. Xelfs het woord Christelijk hebt u tot dusver niet doorgrond. Wat ik bedoel is eenvoudig, dat als je oni den Heere te dienen je leven lang in een toga hebt geloopen, je b.v. wordt aan gewezen voor het dragen van een ministerrok. ... Maar dat een dergelijk klein ver schil van opvatting geen verlaging brengens in onze vriendschapstemperatuur het is zoo, van geestesaanleg, van karakter zijn en blijven wij n. Ik de Premier en gij de Opposant. Van Houten dacht na en begon nog maals te verzekeren, dat hij van een man als Kuyper wel moest houden. Een die het leven begreep als hij zelf. Och, zei hij, zoonoemen de oppervlakkige lui ons beiden. cynisch eu zeker, wij hebben geen van beiden last van al te groote gevoeligheid en sentimentaliteit. Toen u zoo zei, bij die discussie over den moord in do Gajoelandon. dat u dat niet hinderde van wege de bloederig heid op zichzelf, want zonder bloederigheid kom je er niet; en u oen grapje maakte over dat elfjarig kind, dat ook al mee vocht. als behoorende niet tot de lieve kinderen". vonden ze dat weer heelemaal niet in den toon van een Christelijk mensch. Kn een Jlollandsch elfjarig jongetje, dat b. v., in een oorlog tegen Engeland, een Brit mocht hebben doorstoken, xoo beweerden ze, zou in de kerk zijn cornuiten ten voorbeeld zijn gesteld,»en misschien was er wel geld bijeen gebracht, om zoo'n moedig ventje voor zendeling to laten studeeren. Zoo leeft het hier in ons land van ziekelijke gevoeligheid.. Dezelfde krankheid is het, die de lui mij heeft doen verwijten, dat ik geen hai t bezit. omdat ik de'armen en arbeiders niet een lui en lekker leventje wil bezorgen voor mijn en uw on Brommeijers geld. Laat on$ maar cijn/xr/t zijn, mijnheer Kuyper, in de richting van je speetwetje ligt de weg van 't ware gevoel, de weg. die uitloopt op 's volkswelvaren. Ik kon aan den toon van Sam's spreken hooren, dat hij aldoor gemoedelijker werd: nu hij eindelijk eens iemand mocht ont moeten, die hem begreep. En Kuyper's. stem evenzoo. Daar lag een soort van teerheid in, toen hij Sam onderrichtend toe voegde : maar jammer, mijn lieve broeder. dat gij bij de behandeling van de drank wet een oogenblik vergeten hebt, hoe wij ook formeel op gelijken bodem staan. Dat u vroeg, of' er wel eens iemand xou geweest zijn, die nooit dronken was, mag ik u niet euvel duiden. Wie do droevige ervaring heeft gehad van een halve flesch port leeg te drinken, treedt niet bij zulk een woord als zedemeester op. Neen, maar dat u voorbij zag., hoe je als tegenstander van een wet, opge trokken op verkeerden grondslag, op dien grondslag verder behoort te bouwen, om dat verkeerde een fair trial te geven, heeft me bevreemd van u. Wat heb je inder tijd bij je kieswet anders gedaan 'f Gij waart immers ook altijd die meening toe gedaan, dat de census een verkeerde grond slag was en eenvoudig om dat averechtsclie een fair trial te geven, heb jij op dien grond slag voortgebouwd.... en, ja, ik erken het graag, een menschelijkerwijs volmaakte kies wet geleverd; en, al zie ik het zelf nog niet in, verwonderen zou het me toch niet als weldra bleek, dat ook mijn drankwet menschelijkerwijs volmaakt is.., want dio fair trial-methode is nu eigenlijk de poli tieke homoeopathie. Zoo spraken zij nog veel verstandigs, en ook mengde ik mij nu en dan in hun dis cours. \[*iir 't ongeluk wilde, dat Kuyper weinig tijds beschikbaar had, daar hij in den namiddag den ministerraad moest presideoren, en hij kon geen keertje overslaan, want er was, zei hij, niet n onder de broederen, die met een hamer behoorlijk wist om te gaan. Zoo waren zij tot scheiden gedwongen, want niet te zamen zouden zij zich op straat vertoonen. Zij begrepen dat v. Leeuwen, Hubrecht of Sjoerd hen wel eens kon tegen komen en tot welk een verdachtmakend gebabbel dat aanleiding zon kunnen geven op de sociëteit! Kuyper ging 't eerst: hij zou wandelen in de richting van het Koiiingsplein, en Sam iets later. .. rechts naar de Vijzel straat. In den trein zouden zij toevalligdan weer in n coupéterecht kunnen komen, zich gedragende naar bevind van personen. Toen Kuyper vertrokken was, hield ik Sam nog even staande. Ik meende lont to ruiken. Zeg eens, zei ik, dat was toch geen doorgestoken kaart van juilie; je hebt mekaar bijgeval niet mijn huis als reii(!ezvous aangewezen:'... Ik keek hem sterk in zijn oogen, maar Sam gaf niet een enkel teeken van onthutst te zijn, of van verlegenheid.?Neei:, mijnheerBrommeijer, antwoordde hij, dat is nu niet anders dan een hoogst opmerkelijke werking van de caasaliteitswct. : Soort zoekt soort.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl