De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 16 oktober pagina 7

16 oktober 1904 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

N*.. 142S DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOORNEDERLAND. Tentoonstelling vam het Moderne Boek te Antwerpen. II. "We mogen van de Holandsche inzen ding nog geen afscheid nemen zonder de goed geslaagde prentenboekjes van. ?Höytema, zonder Van Gogh's uitgave van het Gedenkboek der Keuze-Tentoon stelling, de Hoïandsche steden aan de Zuiderzee door Nieuwenkamp en Veld heer, en van den laatste diens machtige houtsneden van het pitoreske 5Teurenberg waar het zich bepaalt tot imitatie-banden z^jn zij, door stijl gebonden, meestal zeer goed, maar bij een geheel vrije opgave lijkt mij de toepassing van renaissance motieven, die men vooral in Duitschland nog veelvuldig aantreft, minder op zijn plaats. Tot - de werkplaats van den binder trouwens is de moderne kunstnijverheids beweging nog niet ten volle doorgedron gen, ten minste niet op het vasteland. Als teekenaars, ook ten onzent niet onbekend, door hunne medewerking aan enkele hollandsche periodieken, noemen we nog Teekening van W. F. A. J. (Vaarzen-Morel voor Uit het Wonderland". Uitgave van O. A. J. van Dishoeck. On. i" lie 'com nrt erf 'h meetV '2* Pof ancl'a Hof ?di met tekst van dr. Emil Reicke, onlangs bij 8. L. van Looy verschenen, even aan te stippen, en waarlijk, den catalogus doorziende, zouden we nog met onze op somming verder kunnen gaan, indien niet de plaatsruimte ons tot beperking nood-: zaakte, en er bij de buitenlandsche inzenr dingen te veel is dat we niet onopgemerkt voorbij, mogen gaan. Eenigszins aan het onze verwant is het werk der Belgen. Het drukwerk, waaronder dat der firma J. E. Buschmann en van Julius de Praetere zeker in de eerste plaats genoemd mogen worden, ziet er over het algemeen prettig uit en de verluchtingen hier en daar aan den druk toe gevoegd, sluite n |_ dikwerf zeer ge lukkig aan. Ook in geheele com positie als de uitgave van Beatrijs, en van Het liedeke van Heer Halewijn, beide door Doudelet verzorgd, zien wij, bij her innering aan pri mitieve - illustratie-trant, een goede overeen stemming tusschen druk en prent. De ver sieringen van Theo van Rij sselberghe, George Lemmen, Van de Velde e.a. ken nen we ten on zent uit de Nu en Straks" uit gave, waarvan voornamelijk de Eerste Jaargang keur van tekstversie ringen, hoewel niet allen even wel door dacht, te zien gaf; het werk van enkele anderen, Herman Teirlinck, o. a. vinden we mede onder van Dishoeck's inzending terug. , Waar ons land alleen door den heer Van Bommel, in een van A. B. Soep's uitgaven, zuiver bindwerk te zien gaf, dat een voudig en goed was, is Belgiëdoor meer dan n binder vertegenwoordigd, die echter hun technisch meesterschap, waar van overtuigende bewijzen in moza klederdrijfwerk enz. aanwezig -zijn, niet steeds even smaakvol aanwenden. Daar, Teekening van Wal ter Crane voor Legenda for Lionel", uit Meulenhoff's Boek in 1902". Rassenfosse, Van Neste, Van Qffel om daarmede van Belgiëafscheid te nemen, en te zien hoe de schoonheid van het boek, in Engeland, Frankrijk, Duischland, Italië, Zweden, Noorwegen, Zwitserland, in druk en versiering voor ieder land min of meer kenmerkend is. We herkennen de Franscljen hier- aan hunne onvergelijkelijke chic, waarvan uitgaven als Antar, pöeme héroique", Pierre Louïs, la femme et Ie pantin", Rabia el Kouloub, ou Ie printemps de coeurs", kunnen getuigen; en de Duitschers met veel goeden wil, maar niet steeds hieraan geëvenredigde resul taten, nu eens overhellende naar decora tieven samen hang van orna ment en druk werk, dan weer naar zuiver pic turale illustratie. Engeland richt zich over het algemeen, dank zij den invloed van Morris, ge heel naar het drukwerk, zoodat ook dit zelfs zonder eenige versiering,'alleen door keuze van goede letters en juiste plaatsing van wit en interliniën, reeds een aangenaam aspect oplevert. De kalme ernst der Zweden spreekt duidelijk uit drukwerk als illustratie, waar onder Waldamar Zachrissons uit gaven in de eerste plaats in aanmerking komen. Zoo geeft iedere nationaliteit min of meer een eigen karakter aan zijne uitgaven, die echter onderling nog zeer vele variaties vertoonen. Waar in Frankrijk de illustratie over het algemeen in handen is van mannen, die als aquarellisten een goeden naam hebben, Chérèt, Mucha, Rosny, Myrbach, maar wier werk daardoor juist zeer weinig verband houdt met den druk, daar is Eug. Grasset, die met zijn Douze Mois, zijn ^ illustratiën van Le Procurateur de Judée doet zien, dat hij voelt, hoe een boek n geheel kan zijn, mits men ook zijn zorTeekening van A. J. Darkinderen voor Vondei's Gijsbrecht vau Amstel". Uitgave van Erven F. Bohn. gen aan het druk werk wijdt. Zijn eigen lettertype is daarvan trouwens het grootste bewijs. Ook in Duitsch land ijvert men voor betere letter typen en die van Behrens, Jozef Sattler, Georg Schiller, Paul Voigt j e. a. mogen als de resul taten hiervan be schouwd worden. Waar nu die artisten voor enkele uit gaven, met hunn'e letters gedrukt, ook de versieringen ont wierpen, daar is het duidelijk dat men het meest compleete bereikte wat mogelijk was. Dat men echter bij bestaande letters, toch goed aansluitende versieringen kan ma ken, zien we aan de aardige uitgaven van het Insel-Verlag, meest door Heinrich Vogeler verlucht; ook de bekende series Die Kunst en Die Literatur van Julius Bard, en de uitgaven van Eugen Diederichs, te Jena, en van Albert Lange te München mogen als welgeslaagde proeven in aanmerking komen. Met zelden echter lijden de Duitsche prachtuitgaven aan een merkbare overlading van versiering, waar door het geheel alleen een duur maar geen mooi aanzien heeft. In dezelfde zaal als Duitschland is ook het werk der Oostenrij kers geëxposeerd, waar de firma Martin Gerlach met zijn Jugendbucherei, een serie kinderprentenboeken laat zien, die zoo wel door aangenaam uiterlijk als door allerleukste prentjes van Ign. Taschner, een welkome ontvangst bij de jeugd zullen vinden. De inzending der verschillende Engelsche persen is wat verzorging van druk werk aangaat zeker wel de beste, die we hier aantreffen. Vooraan staat Morris met zijn Kelmscott drukken, waarin deze ernstige voorvechter voor het goede recht der decoratieve kunst, zijn gedachten in deze, ten opzichte van letters, paginaverdeeling, versiering, illustratie, enz. enz. ten duidelijkste doet zien. In een voor woord tot de Engelsche afdeeling wijst de heer C. W. Beckett er op dat: De hoofdzakelijke vragen, waar Morris onze aandacht op ingeroepen heeft, zijn: geen moeite te sparen om goed werk te ver richten met degelijk materiaal; de eenheid van het boek is niet de enkele bladzijde maar het paar bladzijden door ons oog omvat, de twee tekst-massas enkel ge scheiden- door eeaj«sfxafle spatie in de vouw van het blad; de wijdte der marges dient in de volgende stijgende orden be dacht te worden: hoofd, zijranden en voet. De quaestie der spatieering achtte hij van het uiterste gewicht, niet alleen wat het plaatsen van de lettervlak betreft, maar ook voor den afstand der letters in een woord, van de woorden in een regel, en van de regels in een bladzijde, en hij bewees dat, zelfs zonder eenige poging tot ornamentatie, een boek een kunstwerk worden kan, mits de letter goed geteekend op vierkanten bazis, dicht bij elkaar ge zet worde, zonder nuttelooze blanken." Dit laatste bewijst hij p.a. in zijn Gk>thic Architecture" zijn Child Christophe and Goldilind the fair", en zijne met mooie blauwe hoofdletters versierde Love is enough, or the freeing of Pharamond, a morality", waar Burne Jones een tweetal teekeningen bij maakte. Van fraai overdacht geheel, getuigt zoo menig boek, dat we hier slechts een enkele aan stippen als de titel en tegen pagina van The tale of Emperor Constans, and of oder Sea", John Ruskin's The nature of Gothic", en de laatste Kelmscott druk A note by William Morris on his aiiris in founding the Kelmscott-press". Een enkelen keer is de omlijsting wel wat te machtig en zwaar bij de kleine letterruimte maar de ernstige grondgedachte die het geheel beheerscht, behoedt het toch voor minderwaardigheid. Talrijk zijn de Engelsche pressen, die in navolging van Morris of aan de "hand zijner begin selen degelijke uitgaven hebben verspreid. De Essex-press o.a. die onder leiding van C. R. Ashbee met diens letters en ver sieringen goede resultaten deed zien, als The book of common Prayer". Ook de Chiswick-press, wiens werk een zeer gedistingeerd karakter draagt, goede aan sluitende hoofdletters en passende ver sieringen bij een goed lettertype ge bruikt. De Ballantyne-press, die we ook in samenwerking met de Vale-press aan treffen, heeft hier aardig drukwerk, noemen we nog de Eragny-press, waar Lucien Pisarro zijn artistieke gaven aan wijdt, de Doves-press met den kundigen Cobden Sanderson en de Ashendenepress, dan blijkt dat de belangstel ling in drukkunst in Engeland zeer groot is. Ook de uitgaven van J. M. Dent & Co. te Lon den, en Edmond Evans, dédrukker van Kate Greeneway's Almanach's en Walter Crane's eerste boekjes, die bij een zekere stijf heid, toch zoo'n goed ornamentaal karakter droegen. John Hogg's druk van de Artistic Teekening van A. -T. Derkinderen voor Vondei's Gijsbrecht van Amstel". Uitgave van Erven F. Bohn. Crafts series of technical handbook's", ziet er met zijn blauw-grijs, grof omslag en kloeke titel eenvoudig, strak uit, juist zooals het zonder extra versiering kan zijn. Het bindwerk uit Engeland is even degelijk, eenvoudig dikwijls, maar met goeden letter, goede plaatsing en verdee ling van titel,' goede handstempels en weinig imitatiebanden. Douglas Co«kerell heeft onder meer hier een mooi bandje vol goud bladornament voor Alfred Tennyson's Ballads and other poems" en een effen kalMederen band met mooi mid denornament voor Robert Browning Dra matic romances and lyrics". Van de leer lingen der onder zijne leiding staande Londen Oounty Council Central School teekeningen kenmerken zich door oor spronkelijkheid en geestige wijze van uitdrukken. Van de weinige Zwitsersche inzendingen mogen we Marquérite Burnat-Provins met hare uitstekende Petits tableaux valaisans" niet over het hoofd zien; evenmin als te eindigen zonder te wijzen op de imitatie Medicisband en hét andere goede bindwerk, waarmede Leo S. Olschki de oude roem der Italianen hoog houdt, waartoe het drukwerk uit Milaan en Venetiëoveri gens het hare bij brengt. Uit dit vluchtige overzicht blijkt genoeg, dat deze tentoo'nstelling van het moderne boek" in vele opzichten als zeer geslaagd is te beschouwen. Zij, die geen vreemden H E RE BEGIN POEMS BY THE WAY. WRITTEN BY WILLIAM MORRIS. AND FIRST IS THE POEM CALLEDFROM THE UP> LAND TO THE SEA. IHALLWE WAKE ONE MORN OF SPRING, GLAD AT HEARTOF EVERY* THING, YET PENx ISIVE WITH THE THOUGHT OF EVE ? Then the white house shall we leave, Pass the wind-flowers and the bays, Through the garth, and go our ways, t Wandering down among the meads Till our very joyanee needs Rest at last; till we shall come To that Sun^god's lonely home, Lonely on the hill'side grey. Wlience the sheep have gone away; Lonely till the feast'time is, WTien with prayer and praise of bliss, Thither comes the country side. Versierde pagina door William Morris clichéuit Morris Kunst en Maatschappij". Uitgave van A. B. Soep. of Arts and Crafts is eveneens eenvoudig bindwerk, dat uitmunt door goede titelverdeeling en plaatsing, Van F. Sangorski & G. Sutcliffe te Londen, is hier uitstekend en smaakvol werk in donker blauw en niser marokko. Ook de bindkunst der Engelsche dames is hier ver tegenwoordigd, en wel door de Guild of Women binders, en de misses M. M. Pearson en J. Mahomed, Winifred Stopes en E. G. Woolrich, die allen op een voudige wijze trichten door mooie kleur, goede ornamentverdeeling en titel, den band een gedistingeerd cachet te verleenen. De andere landen, hoewel niet ruim vertegenwoordigd, verdienen toch niet minder onze belangstelling. Daar zijn de proeven van Zwitsersche boekkunst en Italiaan sch bind werk, Deensche uit gaven op den handpers. gedrukt met in hout gesneden initialen, ornamen ten en randen, die er uitstekend uit zien, evenals het werk der Zweden. Wel is Morris-in vloed hier eenigszins in te bespeuren, maar toch vertoont de firma Waldemar Zachrissons te G teborg een eigen cachet en laat Al bert Bonnier zien dat hij goede illustrateurs heeft in Carl Larsson en Ottilia Adelborg. Vooral Larssons zijn in de boekenwereld, zij missen er allicht uitgaven, die om der volledigheidswille er aeker op hunne plaats geweest zouden zijn, maar anderen zullen deze leemten niet opmerken en voor hen is er veel te zien, te genieten enteleeren; de boekkunst toch, die zooveel schoons heeft voortgebracht, begint weer te her leven ; uitgever, drukker en teekenaar zij spannen hunne beste kraehten in, maar de belangstelling van het publiek is noodig om hunne pogingen te waar deeren en mogelijk te maken. R. W. P. Jr. Teekening van Ottilia Adelborg. Uitgave Alb. Bonnier, Stockholm. Nederl. uitgave Klein Jantje in het Modderland", bij C. A. J. van Dishoeck.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl