Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
No. 1426
Donderdag 18 Aag. Lezing 10 a. m.
Ludvig Selberg, de vader van het Dueneebe
tooneel, door Karl Mantzius, Ph. D.,
tooneelspeler aan het Nationaal Theater (schrijver
van De Geschiedenis ,, van het Tooneel").
Bezoeken. Thorvaldsen-museum.
Finsea's Instituut.
Leting 6.30 p. m. Sören Kiei-kegaard, door
prof. Harold Hofding, Ph. D., professor in
de philosophie aan de universiteit van
?Kopenhagen.
Vrijdag 19 Aug. Lezing 10 a. m. Moderne
Deensche literatuitr, door Niels Möller (in
plaats hiervan kwam een lezing van dr.
Hoogvliet over de Deensche letterkunde, welke
luiden bijval vond en op de aangenaamste
?wijze werd besloten met de voordracht van
enkele mooie. Deensche volksliederen voor
zang en piano, waarop twee jonge Denen
ons onthaalden).
Lezing 6.30 p. m. Kleine natiën als een factor
in den vooruitgang der beschaving, door
Gudmrind Schutte, voorzitter van de
vereeniging voor de studie der Germaansche talen.
Multa, non miiltum" zal allicht iemand
zeggen, als hij dit lijstje doorziet. Ten on
rechte, want de groote verscheidenheid was
juist «en groot voordeel: Ieder vond er iets
van zijn gading, de socioloog zoowel als de
literator, de schoolman zoowel als de land
bouwkundige (wanneer we onderscheidin
gen willen maken); en, al bleef er voor
sommigen wel het een en arrder duister, de
onvolledigheid der kennis schaadde niet,
d*ar men zich die bewust was.
Zeor rijk aan belangrijke bizonderheden
was de voordracht van prof. Otto Jes-persen,
d«H bekenden taaigeleerde, orer University
and Schools. Daar ik vermoed, dat de meeste
lezers van dit blad even onkundig zijn van
Deensehe onderwijstoestanden als
ondergeteefcende het was, vóór hij Kopenhagen
h*d bezocht, laat ik hier eenige punten
volgen. ?
Het hooger onderwijs is geheel
demokratiBch ingericht, zoodat iedereen kan
studeeren, mits hij de noodige bekwaamheid
heeft ; want het collegeloopen kost niets,
het examengeld is zeer laag en door een
groot aantal stipendiën of beurzen komt de
Staat de arme studenten tegemoet in de
kosten voor voeding en verblijf'. Het is
verwonderlijk, merkte prof. Jespersen op,
met wat bagatel de studiosi hier rond kun
nen komen, wat ik gaarne gelooven wil,
daar ik voor 1.50 Kr., d. i. ? l, logies en
ontbijt genoot en meermalen zeer voldoende
middagmaalde voor de som van 45 ore d. i.
ongeveer 30 Nederlandsche centen. De
aloude scherpe afscheiding tusschen studen
ten en filisters, die men bij ons en onze
oostelijke naburen aantreft, is er onbekend ;
studenten en niet-studenten gaan geregeld
met elkander om ; de studenten-sportclubs
zijn niet exclusief; ook anderen kunnen er
Iw van zijn, waarvan o. a. door de Deensche
meisjes, welke niet studeeren, gretig gebruik
wordt gemaakt.
Met betrekking tot de akademische studie
w merkwaardig de bepaling, dat alle
studentep, vóór ze met hun vakstudie begin
nen, een klein philosophisch examen heb
ben af te leggen in logica en psychologie,
het zgn. philosoiMcum.
(Slot volgt.) DR. K. H. DE GRAAF.
IHIIMHUilllllllllflIHIIIIIIHIItKIIIIIIHIIIIUIIIMtHHItllJIIIUIUIH
Hnziefc in de Hoofdstad.
Een groot aantal concertbezoekers was op
gegaan 1.1. Donderdag naar onzen muziek
tempel, om kennis te maken met den nieuwen
aanvoerder onzer violoncelliaten, den heer
Gerard Hekking.
Met n slag heeft deze jonge meester de
sympathieën veroverd van onze kunstvrien
den. Zijn spel kenmerkt zich door het bezit
van alle qualiteiteu, die men slechts bij een
violoncellist kan wenschen. Zijn toon is in
alle liggingen buitengewoon mooi; de zuiver
heid .steeds onberispelijk; de techniek, ook
m de hoogste liggingen, afgerond en zijn
opvatting door en door muzikaal, met vol
komen afwezigheid van weekheid of senti
mentaliteit.
Hekking speelde het concert in a van
SaintSaëns en de variatiën van Boëllmann. Het
was een groot genot waar te nenen hoe de
jonge kunstenaar met de grootste zekerheid
alle moeilijkheden wist te beheerschen, hoe
hij geheel boven zijn taak stond.
IIIIIIIUIIIIIIHmillimilllltlllMIICIIIIUIlVlIlltlHIIIIIirilllHmiMltmill
NEEN.
Naar het Duilsch, van E. VON STEIILIK.
I.
Helder straalde de zon aan den hemel.
Mevrouw Leonie stond op het perron, en
keek toet haar groote, ronde kinderoogen
naar den trein en naar de menschen, die
voor de raampjes van de wagons zaten, en
die op hun beurt het mooie jonge vrouwtje
aanstaarden.
Echt heerlijk is het, en dol amusant,"
dacht zij. AVees gezegend, o
gewrichtsrheumatiek, die mij uit dat kleine nest naar
deze groote badplaats bracht! Het feit, dat
je de vrouw van kapitein X. en de vrouw
van majoor Z. niet meer ziet. is op zich zelf
al een zegen. Jammer, dat Mutz er niet bij
is, maar waarom is de commandant dan
ook zoo'n akelige vent?"
Het scheen haar coe, alsof er jaren voorbij
gegaan waren, sedert zij gisteren van haar
man had afscheid genomen. Nu reed zij
door den frisschen Meimorgen. En haar jeugd
en haar levensvreugde bruisten op bij de
gedachte, dat zij nu voor de eerste maal in
haar leven vrij was van alle conventies en
van den druk, dien haar echtgenoot op haar
uitoefer.de. Hij was een bovenste beste man,
zeer fatsoenlijk, zeer degelijk, zeer alledaagsch,
en zeer verliefd op zijn jonge vrouw.
Ja, zij was vr\j, maar wat zou zij met haar
vrijheid beginnen ?
Het schrijven van brieven aan Muti nam
niet veel tijd in beslag. Van tijd tot tijd
een paar lieve woordjes op een briefkaart,
dat vond hij het prettigst.
Een langdurig applaus bewees den jongen
meester in hoe hooge mate zijn kunst ge
waardeerd werd. Amsterdam mag zich geluk
wenschen met het bezit van deze
voortreffelyke kracht.
Door het orchest werd onder leiding van
den heer Mengelberg gespeeld de groote
Leonore- ouverture van Beethoven, een nieuw
werk Waldwanderung" van Leo Blech en
Wagner's Tannhauser-ouverture.
In Beethoven's heerlijke compositie kon
de nieuwe trompettist, de heer Ie Barbier,
zich met zijn fanfare achter de schermen"
voorstellen aan het publiek. De beer Ie Bar
bier beschikt over een schitterenden,
glansrijken toon, die veel kleur zal kunnen geven
aan het timbre onzer groep koperen blaas
instrumenten. In zijn opvatting vond ik de
fermaten echter wat lans; en de fanfare zelve
wat te overhaast gespeeld.
Het nieuwe werk van den jongen componist
Leo Blech getuigt wel van talent. Doch de
dimensiën van dit Stimmungsbüd" heeft de
componist wel wat te veel uit het qog ver
loren. Het is goed geïnstrumenteerd. Hier
en daar is inderdaad veel stemming neer
gelegd. Zoo herinner ik mij een episode
Andante religioso, welke een zeer goeden
indruk maakt. Wanneer een scherpe
zelfcrit-iek den componist er toe kan brengen
een flinke coupure in het werk te maken,
dan zon zijne compositie er zeker bij winnen.
Niet verhelen mag ik dat de melodische geest
van het werkje eenige analogie verraadt met
het nieloJiën-type Mascagni c.s., echter op
wat meer modernen leest geschoeid. Blech
heeft ook een dramatisch werkje geschreven
Das war ich", een dorpsidylle, welke in den
loop van dit jaar, op eenige plaatsen in
Duitschland en Oostenrijk is opgevoerd en
gunstig ontvangen. Als zijn Stimmungsbüd
wat beknopter van vorm zou zijn geweest,
dan zou dit werk vermoedelijk hier ? ook
gunstiger zijn ontvangen.
De heer Mengelberg had blijkbaar het opus
met liefde ingestudeerd; hij gaf er een zeer
schoone vertolking van, evenals van de Tann
hauser-ouverture, die op pompeuse wijzeden
avond besloot. ANT. AVKUKA.MP.
iiililtiiiiiiHiiililHliinHiifiiiiiiiiiilHininiiiiiitiiHlii
Jipassclie Dirïttnnst.
i.
In de reeks mooi-uitgegeven deeltjes, onder
den algemeenen titel Die J/iteratur bezorgd
door Georg Brandes, en uitgegeven door
Bard, Marquardt & Co. te Berlijn, wordt de
Japansche letterkunde behandeld door Otto
Hauser, die in zijn korte inonographie vooral
de parallelle stroomingen in de literatuur
van Japan en die der Europeesehe volken
tracht aan te toonen. Zijn uitgebreide kennis
van verschillende literaturen, zijn groot assi
milatievermogen, zijn scherpzinnig flair, stel
len hem hiertoe in staat, en reeds vroeger
schreef hij een artikel in de Deutsche Recue
Kultur- und Literaturparallelen zwischen
Japan und Mitteleuropa", als een soort van
vóóroefeuing tot dit werk. Het bevat de
volgende hoofdstukken : Die altesten
Lieder", Das Manyoshu uu l Kokinshu", Der
Verfall der Lyrik", Der Roman", Die Mo
derne", terwijl een opgave van bronnen en
een algemeen liteiatuur-overzicht het boekje
besluiten.
Tot de oudste voortbrengselen der Japan
sche letterkunde behooren het Kojiki, of
Geschiedenis van de oudheid," en liet
Nihongi, of Japansche jaarboeken", die beide
in de achtste eeuw iia Christus op bevel
van den keizer uit oude overleveringen wer
den samengesteld, Grooten invloed had
Korea op Japan ; uit Korea komen Confu
cianisme en later Boeddhisme, de hoofdfac
toren der Japansche cultuur ; Korea is de
bemiddelaar tusschen Japan en China, even
als Home tenzelfder tijd aan de Germaan
sche volken de (-J-rieksche wereldbeschou
wing en later het Christendom overbrengt.
Het Japansche volk is kleiner dan de Kelten,
Germanen en Slaven van Midden- Europa,
en zoo kenmerkt zich hun geaardheid vooral
door het teere, sierlijke, door de aanduiding
en de lijn, terwijl onze grootste geesten
streven naar het reusachtige en de gestalten
van hun fantasie in oerblokken houwen;
wir haben die groszen Süiider und groszen
Heiiigen, die Inbrunst i ui heiligen Geiste
und die Sünde wider den heiligen Geist; in
Japan treteu die Jndividualitiiten viel
wtniger hervor; auch sio deuten sich nur an.
Der Character fpiner Literatur ist derselbe."
Kojiki en Nihongi begonnen beide niet
de schepping der wereld : ook in de Japan
sche mythe is er oorspronkelijk niets dan
een baaierd, maar de god Izanagi en de
'goden Izanami treden op de drijvende
hemelsEn zoo begon haar verrukking al spoedig
te verminderen. De kinderlijk- lieve mond
kreeg een matten trek, wanneer zij door den
zwerm van Kurgasten liep, en do blikken
opving, die haar allen nieuwsgierig en meestal
met welgevallen aanstaarden. Zy voelde zich
zoo alleen, zoo moederziel alleen.
Zoo zat zij op een morgen weer op een
der banken in het park en keek lusteloos
naar de voorbijtrekkende menigte. De men
schen liepen op de maat van de muziek,
langzaam en welbehagelijk. Hier en daar een
rolstoel. Een daarvan stond onder een boom.
De jonge officier, die erin zat, draaide en
wendde zich tevergeefs naar alle kanten om
den oppasser, die op eenigen afstand met
een ander stond te praten, tot zich te roepen.
Zy had medelijden met den jongen man.
Niemand scheen zich om hem te bekommeren.
Aarzelend stond zij op en ging naar den
rolstoel toe.
Kan ik u soms helpen ?" vroeg zij een
beetje verlegen. Mijn man is ook officier,
en als hij hier was zou hij u zeker zijn hulp
aanbieden."
Hij draaide zich snel naar haar om en
keek haar verbluft aan. Drommels, wat een
mooi vrouwtje ! Hardop zeide hij : O, me
vrouw, geef u geen moeite. Mijn oppasser
zal wel komen, als hij uitgepraat is. Ik begon
het alleen maar een beetje koud te krijgen,
maar sedert u met mvj praat "
Een kleine, onwillige beweging van haar
wenkbrauwen deed hem dadelijk van toon
veranderen.
Met zoo'n gebrekkigen stumperd, als ik
ben, bemoeit niemand zich. Maar, neem mij
niet kwalijk, mag ik mij even voorstellen,
luitenant Czerny. Geheel tot uw dienst,
maar met een tweemaal gebroken beeu!"
Zij lachte vroolijk, hij aeide dat zoo
grapbrug en Izanagi slingert zijn juweelenspeer,
het licht, in den chaos, waarna een eiland
opduikt, en beiden bouwen daarop om den
speer als middenpijler een huis en worden
de stamouders van het menschelijk geslacht.
De eerste Japansche keizar, Jimmu, is om
geven door oen glans van poëzie en legende.
Aan hem worden de oudste volksliederen
toegesclireven,en bij zijn huwelijk metdeschoone
prinses I»uke3'ori zou hij zelf zijn bruiloftslied
gezongen hebben. Maar vóór hem hadden
reeds de goden verzen gemaakt, en zelfs een
dronken aap is een gedicht gelukt.
Naast de krijgsliederen stonden de
jachtliederen, drinkliederen en minneliede
ren. In de laatste zegt men ronduit waar
het om gatit, en ook van de andere zijde
doet men niet preutach. Uit een beurtzang
tusschen den god Yachihoko, den heer der
achtduizend speeren, en de schoone
Nunakawa-hime, tot wier deur hij in den nacht
komt geslopen, cileer ik het antwoord van
de schoone duor de geslotene deur :
Erhabemr Guit,
Hcri' der achttausend Spcere !
Ich bin cin Miidchi 11
Wie eine lïauke so schwaak
Und mein Her/, ut
Wie ein Vogl ani saadigen Uftr
Ist zuv Stunde
Wie eia Uegeupfeifei1 am Fhisz.
I) icli spil et' wohl mocht' ich
Ein lieb zntranlichev Vogel sein,
Daruin gedulde dieh nur
Und stil b mi i' nicht vor Sehusncht!
Wenn die Soune versank
llinter dein griinrn Berg,
In der j.ief<lnnklen Nacht,
Kuniin' ich herans.
Dan n wie die Mor^ensonne
I.üelilend kommst du zu mir
Und d c i u e Arme.
Weisze Takubast-r'esscln
S .Hen umschlingcn
Lind rneiiic Brust,
Die weieh i?t \vie sehmelzcnder Schnee.
Und trant nmsi-blmigeu kos3iid
ba^x die JnwelciKinne
/urn Kissen iins machen
Für unscr I laupt ;
Und Lrib au Leib
"Wollen wir schlafcn.
Sjirich inii1 vou Sdiiiaucbt nicht
AÜ/usi'liv,
Kvhabfiier Colt,
HeiT dei1 achttausciid Spcere l
Een aloud gebruik was het Utagaki,
een zangwedstrijd, letterlijk yertflAld =
liederenrij. Het geheele volk sloot zich in rijen
aan en dan werden over en weer liederen
gezongen. In de Alpen vindt men nu nog
dergelijke gebruiken, die tevens doen denken
n&iiji'u.ïjlorau.i', ll/inneiiiretts}>!nle, de te Keulen
gehouden wedstrijden door dr. Fastenrath, en
dgl. Met Yuryaku eindigt het oude rijk, en
ook nu nog geldt de tijd van Jimmu tot
Yuryaku als de gouden eeuw van het Japan
sche volk, toen het zijn eeuwigen
lentedroom droomde", zooals Okasaki het noemt.
Naast het Kojiki en N'ihongi staan nog
andere liedereiiverzamelingen, en wel in de
eerste plaats liet Manyoshu of Verzameling
der tienduizend bladen, 4500 gedichten in
twintig boeken bevattend, en bijeen ver
zameld door Yakamochi (-j- 7<S.ï). Vóór hem
leefden drie voorname Japaiischo dichters,
Ilitomaro (ongeveer (:!(;:>?701)), Akahito (mid
den van de 8ste "PIIW) eu Okura (ong. 0(iü?
7oö). Van eerstgenoemde is het schoone ge
dicht op den dood van zijn geliefde:
Nach Karu, \vo mir die Gelichte war,
AViir' ich aiu litb*ten jeden Tag gegaugen,
Doch muszt' ich banïrn,
Es \\iirdc mcill Gdhdimiis otfl'tibar.
Da kuniu' irh hotl'en noch, d;is/ u ir nns Tanden,
Da sehnte sich incin Hcr/e aller Enden
V.ch dir wie aus vej'boruner Fclsenkluft.
Nun wie die Soune ihreu Weg erfüllt
Und wie der Mond iu \\olkeu sich vevhiUll,
Wie rotes IL-rbstlanb sank-t du iu die Grul't.
Als ich das hürle, ward ich shimm vor Schmcrz
3e!i waukte, hrechcn wolltc mir das Her/.
Nun nul zn trosten mein vcrluvnes Gliick
Eiu Tausendteil, gch ich den \Veg /urück '
Xach Karn, wo mir die Geiiehte war :
Mein Vüglein singt nicht mehr am Uacbi
Und keine Iret]' ieh mehr wrie sie
In all lier Madcheuieha!'.
Was Min r Ich rut'o ihveii \;imcn blos/
Und wiuke mit dein Acrmel hoft'nnngslos.
In 't algemeen hebben Hitomaro's ge
dichten een elegischen toon, maar ' hij heeft
ook strijd- en jachtliederen gemaakt. Hij is
de grootste en misschien eenige subjectivist
van de Japansche letterkunde. Akahito is
hoofdzakelijk natuurdiehter, en om een staal
te geven van zijn kunst, deel ik zijn gedicht
op den bekenden vulktiMi den lüijiyama
mede:
pig. Kr kwam een glimlach in zijn eenigszins
melancholieke oogen, toen zij zoo kinderlijk
lachte. Met belangstelling keken zij elkaar
aan. Hij verviel niet meer in zijn toon van
hofmakerij, dat was haar blijkbaar niet aan
genaam.
Zooals in een badplaats van zelf spreekt,
vertelden zij elkaar eerst de geschiedenis
van hun ziekte. Toen, na een pauze, wees
zij op het boek, dat hij naast zich tegen de
armleuning van den rolstoel had staan.
Wat leest u daar'."' vroeg zij.
Ik ? O, De onschuldige" van d'Annunzio.
Helaas niet in het oorspronkelijke. Maar
zelfs in de vertaling is het heerlijk. Ziet u
mevrouw, zoo'n menseh als ik, wat zou dLe
aan zijn leven hebben, als hij niet kon ge
nieten van mooie boeken, mooie muziek,
mooie schilderijen" en mooie vrouwen, had
hij er bijna bijgevoegd. Maar die woorden
verzweeg hij wijselijk.
Haar oogen ruftten verlangend op het
boek. Zou ik het niet eens van u mogen
leenen ?"
O zeker, met het grootste genoegen,
mevrouw "
Mevrouw von Ililler", vulde zij in.
Wat? Is Franzl Ililler soms uw man?"
En toen zij knikte, riep hij uit : Wel, dat
is een goede oude kennis van me uit mijii
eadettentijd! Nu, die mag van geluk spreken!
En een kranig officier is hij, hij zal het nog
ver brengen ! Maar ik heb altijd andere dingen
in mijn hoofd. Alles wat kunst heet houdt
mij gevangen. En toch weet ik heel goed,
dat ik het in geen enkelen tak van de kunst
verzon hebben gebracht. Ik heb karikaturen
geteekeud, ik heb oen marsch gecomponeerd,
die zelfs uitgegeven is, maar iets goeds, iets
werkelijk goeds kau ik niet voortbrengen.
Maar van de scheppingen van een ander, als die
Bliek' ich. aus weiter Ferne,
Empor zum Himmelszelt
Und seb. den Fujiyuma
So hocb ins Blaue ragen,
Scit Anbeginn der Welt,
So wird die Sonne dunkel,
Die heil am Hiuim-el s!eht,
So scheint in schuin Glanze
I)cr Mond sich zn verhullen,
Der dureh die Weiten geilt.
Und selbst die Wolken nehuien
Nicht ber ihn deu Flug,
Nur stets nuf seine Ginlul,
l'iillt, weiszer Sehnee heïnieder
I u Flocken lüe genug.
H ei1 in der Bucht vuil ago,
Wie ich zum Hinnuel £eh,
Da nigt der Fnjiyania
Und \\eisz auf ihn heïnieder
Uucndliiii fa'llt der Schnee.
Okura is de eenige realist onder de dich
ters. Hij is naar deuk- en levenswijs Buddhist,
en een milde, medelijdende toon gaat door
zijn poëzie; eenvoudig-teeder is bijv. liet
gedichtje dat hij in gedachten tot zijn kin
deren richtte:
Bei jeder Melone, dij ich essc,
Deuk ich an meine Kindn' zuhaus,
Bei jeder Kastauie, die ich esse,
Spnht ineiue Sehnsucht uach ihuen aus.
Was bat sie wohl milten in der Nacht
Zu mir gebracht ?
Sie schwreben mir vor Aug und Sinr,
Mein ganzcr Schlummer ist dah:.n.
Was sollen miv Gold und Silber
Und reiches Edelgestein ?
Viel teurer sind mir die Kinder,
Kann nichts mir teurer seiu.
Van de overige dichteis van 't Manyoshu
zij.n nog prinses Xukada en de compilator
zelf, Yakamochi te noemen. Van de prinses
is 't Goethe-achtige gedichtje:
In gliihen Ier Sehnsncht hnrrtc ich Dein,
Da soiltcst du iticht gekommeii sein ?
Ach, es \v;ir der Herbstuiud ntn',
Der durch die 13,uubus-Siidai e 1) fuhr.
Yakamochi helt ree Is steik naar 't Boed
dhisme over, dat in ziju tijd zich meer en meer
uitbreidde. Zoo schrijft hij tijdens een ziekte
do beide tanka's 2), waarin hij zegt kluize
naar to willen worden :
Wie schwindet ilahiu so baid
Das irdisehc Lebcii!
O war ein Herstal mein Aufcnthalt,
Doft nach dom wahreii \\'eg /« strcben!
Wie die Sonnc, die e\\ig \\amleri,
So wil] ich sncheu auf rdeu
Den reinen \\ c:v, uiu wieder
Unveseusi'ein /,u \\crdcn.
(Slot lolijl). EDWAUD B. KUSTKK.
1) Gordijn van fijne bamboestokjes voor
deuren en vensters. 2) Tauka is een meest
vijfregelig gedichtje van tweemaal vijf eu drie
maal zeven lettergrepen, gewoonlijk aldus:
GIIJSKUT I'ARKEH, De Xett-h <'<r Machtigen.
Gedenkschriften van Ilobert Moray.
Bloeit in Engeland nog de Jtomantiek?
Of staat ons ? cirkelgang in de liteiatuur
een n i e u w tijdperk van intrigue-romans
te wachten, dat naar Gilbert Parker zal wor
den genoemd historisch voor de leus,
r o m a n t i s c h volgeus (Ie bedoeling ? Ik
weet het niet, maar d i t is zoker: de Gedenk
schriften van Itobert Moray", waarvan bij
Bredée te Kotterdam een uitstekende ver
taling verscheen, zijn in de hoogste mate
boeiend. Niettegenstaande de held van 't
verhaal voortdurend zélf aan 't woord is,
't zijn immers gedenkschriften
wordt de lezer voor zijn lot en leven telkens
weer beducht en dwingt ziju heldhaftig lijden
evenveel bewondering af als het verscheiden
heid van aandoeningen wekt. Aandoeningen,
zeker, want 't boek is, trots zijn roman
tisch bijspul, zoo knap in elkaar gezet, dat
er grooter onwil en verzet noodig is, dan
waarover de meesten onzer kunnen beschik
ken, om niet onder de suggereerende werking
te komen van den duivelskunstenaar, die
zich Moray noemt en Parker heet. 't Is
waar, als de lectuur is geëindigd en we
rustigjes gaan nadenken over de middelendoor
den schrijver aangewend om onze fantasie in
werking te stellen en ons gezond verstand
op sleeptouw te neuicn, lachen we misschien
om onze eigen onnoozelheid, die nauwelijks
aanstoot nam aan de waanzinnige Mathilde
met den r o o d e n m a u t e l en minstens
evenveel belang stelde in den duivel Doltaire"
als in de bekoorlijke engel Alixe Duvarney.
En toch, ook nadat we tot bezinning zijn ge
komen, moeten we erkennen, dat kanikters als
deze zouden kunnen bestaan, en dit eenmaal
aangenomen, zullen we ook moeten toegeven,
dat een psychologische studie van zulke
«MU*tmtinmiiiititimtimittiuiii.iiiiiiimuiimiiiirïiiiiiiiiiiiiiti
inooi of verheven zijn, daarvan kan ik van
gamcher harte genieten".
Ja, ja", knikte zij met een stralend gezicht.
Dat was wat zij noodig had, dat interesseerde
haar. En aangemoedigd door zijn intelligente
belangstelling, praatte zij vrijmoedig met hem
over alle mogelijke onderwerpen. Hij ver
stond de kunst met deze lijne, brooze, ge
compliceerde, levenslustige, naar liefde smach
tende vrouwenziel om te gaan, als een
goochelaar met zijn schitterende, bonte ballen.
En zij genoot van zijn mooie denkbeelden,
en wijd spreidde zij de vleugeltjes van haar
levensvreugde uit, en zag, dat zij vliegen kou
als zij maar wilde, dat zij het even goed kon,
als alle andereu in haar omgeving.
Dat was de inhoud van de volgende dagen.
Natuurlijk schreef zij erover aan haar man.
Op haar briefkaart stond: Ik heb je vroegeren
vrif nd, luitenant Czerny, ontmoet. Hij zendt
je ziju hartelijke groeten".
En Mutz antwoordde ook op een briefkaart :
Doe mijn hartelijke groeten terug aan dien
goeden, ouden Czerny. Amuseer je maar
goed, poesje".
Heel langzaam en bijna onmerkbaar kon
hij tegenover haar weer vervallen in den
toon, dien hij eerst had willen gebruiken.
Hij maakte baar het bot. Eerst verzette zij
zich een beetje ertegen, maar. toen begon
«ij zich welbehagelijk te voelen iu de
atmosfeer, die hij om haar s :hiep. Zij vond
het heerlijk, dat hij met haar sprak ovfr
echte dingen", zooals zij het noemde ; dat
hij, die andere vrouwen met zulke kritische
oogen bekeek, haar met woorden en blikken
zeide, hoe mooi en elegant hij baar vond.
Op een morgen kwain hij stralend aanrijden.
Groot nieuws!" riep hij baar al uit de
verte toe. Verbeeld u, morgen wordt de
rolstoel afgeschaft. Vandaag zul ik mijn
menschenzielen evengoed aanspraak mag
maken op onze aandacht als b. v. de
zielaanalyse van een polderkerel of boerenkinkel.
Want in de kunst is het hoe meer waard
dan het wat en een knap geschilderda
diplomaat weegt tegen een slordig ge veegden
analphabeet toch zeker wel op. Maar, dit is
theorie, en bij romans als De Zetels der
Machtigen" vergeet men alle theoretische
bespiegelingen en geeft zich aan de bekoring
van een talentvollen auteur willoos o\er. Ze
verklaren ons, zulke boeken, hoe we in onze
jeugd met Walter Scott, Schimmel, Oltmana
en Van Lennep konden dwepen en al h uiden
we er ons kapitaal op durven verwedden,
dat of het mocht dan Huf van Buren zijn
niemand ooit meer dergelijke romans ; ou
schrijven, nu ze weer verschijnen, gaan wij
ze weer lezen ook.
Utrecht. W. PIK.
Bibliotheca collectiva.
Bij de firma Burgersdijk & Niermans te
Leiden verscheen een catalogus, bevattende
een kostbare verzameling werken op anti
quarisch gebied, tegen de daarbij genoemde
prijzen verkrijgbaar, zijnde een keur van boe
ken uit hun voorraad.
Het fraai gebonden boek vertoont op dea
band een karakteristiek vignet en bevat pi. in.
4900 nummers."
De inhoud mag rijk genoemd worden. Niet
alleen standaardwerken, periodieken en meest
gezochte handboeken op elk gebied, maar ook
zeldzame uitgaven en curiosa, vindt men voor
handen. Wij kunnen boekenliefhebbers en
mannen van wetenschap aanraden, dezen, inte
ressanten catalogus te ontbieden.
Vermelden wij in 't kort de rubrieken:
wetenschappen en letteren, biblio^raphie,
universiteitswezen, geschiedenis en aardrijks
kunde, reizen, anthropologie, Europtesche
geschiedenis, geschiedenis van het Oosten,
rechtsgeleerdheid en staatswetenschappen,
staathuishoudkunde, theologie en philosophie,
klassieke letteren, kunst- en beschavingsge
schiedenis der Grieken en Komeinen, archi
tectuur, werken over muziek, theater, sport,
rijkunst, zeevaartkunde, voorts natuurweten
schappen, dierkuude, plantkunde, natuur
kunde, wiskunde, sterreu <?' uu Ie en ingenieurs
wetenschappen.
Tot slot een duizendtal werken over ana
tomie, physiologio, ontwikkelingsleer en prak
tische geneeskunde.
Hot boekdeel wordt [cgcn den geringen
prijs van 2-3 ets. franco toegezonden.
iMiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiliiiiiliiiriiiuniiMili
Reclames.
Met beste voedsel voor
aezonde en aan maaq-en
ingewanden lijdende Kinderen.
ECHT VICTORIAWATER.
Oberlahnstein.
Fournisseurs de la Cour.
ChocolatVEE N
CHOCOLAT LE PLUS D
LICIEÜX POUR GROQUER,
Usines a Sneek (Ilollande).
Normaal-Onderkleeding
Prof Dr O.
^ Eenige
Fabrikanten
W.BengèrSöhne
Stultqar!
Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstraat :
K. F. DEUSCHLE-BENGER.
krachten eens probeeren, hier in het park, en,
als liet goed gaat maar dat is een groote
verrassing l"
En het ging goed. Langzaam maar zeker
liep hij aan den arm van zijn oppasser, terwijl
zij hem met belangstellende blikken volgde.
Niet waar, dat is een verrassing ? Die heb
ik al sinds lang voorbereid en ik heb mij
geoefend in het loopen", zeide hij, En nu
zal ik mijn verpleegstertje nog eens wat
vertellen : Ik weet twee mensehen die morgen
middag naar Weenen gnan, en 's avonds de
Walküre" gaan hooren. Met denlaatsten trein
kunnen wij dan weer naar hui< teruggaan".
Zij keek hem met groote stralende oogen
aan. Maar toen kwamen de bezwaren.
Maar kan dat wel ?"
Of het kan ? kan ! Waarom zon het
niet kunnen? Is er iemand hier die ons kent ?
Is er iemand die zich om ons bekommert ?
Keen. En bovendien, wij doen immers niets
anders, dan wat wij hier ook doen, ??? hier
zitten wij bij de muziek, daar in den schouw
burg. Neen, voor zoo kleingeestig had ik u
niet gehouden!"
Zij kon het niet verdragen te zien, hoe
hij zich afwendde, en zijn voorhoofd zich in
rimpels trok.
Ja, dat is waar, u hebt volkomen gelijk,"
zeide zij vol ijver. En ik vind het heer
lijk, o zoo heerlijk! En de Walküre"
ken ik in het geheel niet. Jammer, dat
Mutz of neen, die zou zich maar ver*
velen, opera's kan hij niet uitstaan."
En verwonderd dacht zij terug aan den
tijd, dien zij naast haar echtgenoot had door
gebracht, zonder ook maar n gedachte
met hem gemeen te hebbeu. En hier had
zij eindelijk een echten vriend gevonden,
om hem over een paar dagen weer te ver
liezen. . . (Slot rolgt).