De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 30 oktober pagina 8

30 oktober 1904 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DB AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 142-7 «BSTE HYPOTHEEKBANK MET OF ZONDER LEVENSVERZEKERING, te 's-Gravenkage, Korte Poten 7 b. Maatschappelijk Kapitaal f 1.500.000.President van den Raad van Commissarissen: Mr. H. GOEMAN BORGES1U8, Oud-Minister van Binnenlandsche Zaken, Lid v/d Tweede Kamer der Staten-Generaal, te 's-Gravenhage. Leden van den Raad van Toezicht: Mr. Dr. W. P. J. BOK, Directeur van de Eerste Nederlandsche VerzekeringMaatschappij op het Leven en tegen Invaliditeit", te 's-Gravenhag :. E. J. VAN GORKOM, Oud-Notaris in de Z.-Afr. Republiek, te 's-Gravenhage. J. F. R. VAN DE WALL, Civiel-Ingenieur, te 's-Gravenhage. DIRECTEUREN: Mr. C. W. TH. VAN DEN BRANDHOF en Mr. J. J. K. DE WIT. De Bank geeft 4 pCt. Pandbrieten uit in stukken van f 1000.?, f 500.?, f 100.?en f 50.?. Om een hypothecaire leening, groot ?1000. geheel af te lossen in 10, 15, 20 of 25 jaren met het beding, dat bij overlijden van den debiteur binnen dien termijn het perceel toch onbezwaard op zijne erfgenamen zal overgaan, zonder dat zij verdere aflossingen betalen, moet jaarlijks, doch niet langer dan gedurende het leven van den debiteur, worden betaald: bij een i leeftijd van 25 jaar ; 30 1 35 40 45 1 50 en een duur der leening 10 jaar ? 132.88 133.62 134.70 130.54 139.30 143.07 15 jaar 20 jaar ? 99.86 ?84.23 ., 100.78 85.3Ï) 102.21 8719 104.4-t, 90. 107.91 94.38 11:139 van 25 j a ar f 75.37 70.80 79.82.41 Spaar- en Voorschotbank der Eerste Nederlandsche Verzekering? Mij. op het Leven en tegen Invaliditeit. gevestigd te ^s-Gravenhage, Korte Pqten 7 b. Maatschappelijk Kapitaal f l.OOO.ÜOO.?. Directeuren: Mr. C. W. TH. VAN DEN BRANDHOF en Mr. J. J. K. DE WIT. De bank verstrekt voorschotten vanaf ? 500.?onder persoonlijke of zakelijke zekerheid (h.v. onder borgstelling, verband op lijfrenten of effecten dan wel tweede hypotheek). In samenwerking met de Eerste Hypotheekbank met of zmder Levensverzekering kan de Bank de volle waarde op onroerende goederen verstrekken onder 1ste en 2e hypotheek ea persoonlijke borgtocht of andere verdere zekerheid. De Bank geeft 4 pCt. Schuldbrieven uit in stukken van / 1000 , / 500.?, / 100.?en / 5P.?. Perlak A ........ 139X 142 B ...... . . 75J4 78K Russian c. v. a ..... 123% 122 Schibayeff .... 72 X 74 K pref. ... 97 X 99 M Shell .......... 119% 117% Sum. Palembang ..... 63 66 Bij de inijnbouwmaatschappijen zie ik een verdere koersverbetering voor de aandeelen Ned. Indischen onder den invloed van de haar toegezegde financieële hulp waardoor de exploitatie kan worden voortgezet en een reorgauiesatie voorstel kan worden gedaan. Ook voor de Lobsan, voor de Soemalata en voor de Ned. West Indische Expl. en Mijnbouwmij zijn beduidende hoogere koer sen genoteerd. De aandeelen van de Mij tot exploitatie der Kon. Ned. Hoeden, Petten- en Pelterijenfabriek te Rotterdam, de vorige week van 115 tot 118 gestegen, konden in de afgeloopen periode van 118 tot 121 verder voortgaan. De directie betuigt, in het verslag over 1903 hét dertiende boekjaar hare tevredenheid over de uitkomsten der exploitatie. De winst op de goederen bedroeg in dat jaar bijna ? 172.000 tegen bijna ? 157.000 over den daaraan voorafgaanden jaarkring. Doordat evenwel de onkosten", ? de salarissen en reiskosten, en de diverse rekeningen", in 1903 meerdere uitgaven onderscheidenlijk van ? 6000, ruim ? 4700 en bijna ? 4400 vorderden, zijn de credit-saldo's van de winst rekeningen over die jar^n bijna even groot en wel ongeveer ? 67.000. De uitkeering aan de aandeelhouders was dan ook wederom 9 pCt. Benige toelichting op de balans, winst en verliescijfers wordt in het verslag niet gegeven. En toch -zou dit vooral met betrekking tot de vele groole posten, wellicht aanbeveling ver dienen. De salarissen en reiskosten, en de onkosten toch zie ik op de verliesrekening voor een gezamenlijk bedrag van / 71.000 en de diverse rekeningen voor ? 20.000. De diverse debiteuren komen op de balans voor, voor de niet onbelangrijke som van ruim ? 192.000 zonder eenige mededeeling .omtrent de soliditeit dier vorderingen. Aan het reservefords is wederom ? 6000 toegevoegd. Het is nu bijna ? 73.000 groot. Daarvan zijn ? 71.008 in effecten belegd. Daarvan vind ik in 't verslag geen specificatie. Voor afschrijving op de gebouwen, enz. op de balans aangewezen voor een waarde bijna ? 234.000, is ? 7.100 of bijna 3 pCt. beschik baar gesteld. Om dit percent te kunnen beoordeelen zou het wenschelijk zijn bedoelde actief-post te splitsen in afzonderlijke bedra gen voor: gebouwen, meubels, machinerieën en inbreng. Voor de uitkeeiing van de 9 pCt. dividend was / 45.000 noodig, waartoe de beschikbare middelen op 31 December j.l. wel voldoende waren. Nog doe ik opmerken dat de hypothecaire aflossing van ? 5000 niet uit de winst wordt gedaan. Is hiervoor gebruikt de som van de winst afgezonderd voor de reserve? Ten slotte nog de mededeeling dat 29 dezer de inschrijving op ? 350.000 4 pCt. pandbrieven der Ned. Bankinstelling voor waarden belast met vruchtgebruik, tegen den koers van 100 % pCt. is opengesteld, o. m. bij de H.H. Kerkhoven & Co. te Amsterdam. Onder de solide stukken mogen deze obligatien zeker wel gerekend worden. AmSt.,MarnixStr 409. l Bussum, Borneo '. f - gTIQTBE_ BOEKA&NKONDIGING Cleg Kelly, van S. R. CROCKETT. Uit het Schotsen vertaald door J. P.WESSF.LIXKVAST ROSSUM. Utrecht, W. de Haan. Cleg -Kelly is een alleraardigst boek,'dat in goed Nederlandsen vertaald is. Er komen in voor zeer sterke stukken, die niet uit munten door groote waarschijnlijkheid, maar die nien graag hoort vertellen, omdat zij behoorden gebeurd te zijn, indien ze al niet werkelijk zijn geschied. De held van 't boek is een straatjongen, de zoon van een dief. Spoedig moederloos geworden, vroeg mishandeld, wordt hij opge voed door 't publiek van een achterbuurt, maar hij heeft het hart van een ridder zonder vrees en zonder blaam. De andere held is de groote Alick; hij gooit een troep oproerige veekoopers uit een spoorwagen, wordt bij 't redden van een paar kinderen door een locomotief aangereden, waarbij een buffer meer beschadigd wordt dan zijn rug, en licht een wagen op van de rails om den weg veilig te maken. Met dat al ia hij de aardigste man van de wereld voor zijn kleine vrouw en de vriend van al de kinderen yi den omtrek. Ziedaar een paar figuren die altoos in den smaak vallen: een jongen met een helden hart en een reus met «en kinderhart. Hun daden zijn een beetje wonderbaarlijk, maar ze worden mooi verteld en zijn in hooge mate sympathiek. Hebben veel auteurs er behagen in monsters te laten zien, die ook niet zeer waarschijnlijk .zijn, Crockett brengt ons in goed gezelschap en wij hebben schik in de triomfen van zijn helden, wij zitten ze toe te juichen en vinden het heerlijk al die innig goedhartige menschen te leeren kennen, die hij ten tooneele voert. Wat houdt hy veel van zijn Schotten; 't kan zijn dat hij ze flatteert maar, geeft hij ze misschien iets mooier dan ze zijn, hij geeft ze precies, zooals hij ze ziet, en daarbij zegt hij dingen, die een menschenhart raken. Ik hoop dat zeer velen zullen lezen, hoe de groote Alick zijn leven ofl'erde om den exprestrein te redden. Hij had na den slag die hem velde nog even .de kracht om naar buiten te kijken. Ik kan het signaal zien; het staat op veilig, zei hij, daarna zonk hij weer neer. En aldus ging de ziel van Alick uit het station terwijl het signaal op veilig stond. Daarvoor had hij altoos gezorgd. Het is mogelijk, dat er door kunstrechters aanmerkingen te maken zijn op dezen roman die meer dan n roman bevat, maar 't is een verrukkelijk boek; ze mogen zeggen wat ze willen. "Het is zeker niet opzettelijk voor jonge menschen geschreven, maar dit is zeker n van de redenen waarom het jongelui bevallen zal. 't Zij ouden en jongen aanbevolen. v. H. NIEUWE UITGAVE N. Nog eens de Overijselsche kwestie, door C. J. J. WES.TERJTASN. Amsterdam, J. H. de Bussy. A. O. VAN POSONY, De roman van liichiird Wagner, vertaald uit het duitsch, 2 doelen. Haarlem, Vincent Loosjes. De ontkenning van liet bestaan der Materie en de Physiologische Psychologie, door dr. W. KOSTEB. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink & Zn. Xinderversjes door TANTE LIZK. Teekeningeii van C. JETSES. Bussum, C. A. J. van Dishoeck. Homoeopathie in de Praktijk, door dr. J. VOORHOEVE, 3e afl. Z«'olle, La Riviure & Voorhoeve. Catalogue de livres provenant des bibliothèques par M.M. G. Rooyaards, J. P. R. Tak van Poortvliet, N. Th. Michaeis, A. H. H. van der Burgh. Première partie. Dont la vente aura lieu du 12 au 19 Novembre 1904 dans la salie de vente de la librairie W. P. van Stoekum & Fils, Praktizijnshoek 7. Inspection des livres les 9, 10 et 11 Novembre de dix il cinq heures (et Ie 9 et 10 sept a neuf heures du soir). La Haye, W. P. van Stockum & EiK Spijkers en Draadragels. Rijmen van Joms PKOP. Amsterdam, F. van Rossen. VINCENT VAN GOGH 40 Photocoltographies d'aprcs des tableaux et dessins. Amsterdam, W. Vergluys. Tekst bij de dierkunde, platen van Ad. Lehmann, naar aquarellen van H. Lentemann, Friedr. Specht en Emil Schmidt, door E. Heimans. Deel I, Afrika. Amsterdam, Gebr. Ebert. Onze letterkundigen, Jonkvrouwe Anna de Savornin Lohman, door F. SMIT KLEINE. Am sterdam, L. J. Veen. Landbouw-ongeval! en-verzekering". Rap port, uitgebracht door de heeren R. Dojes te Meeden, S. K. Westerdijk te Usquert en Mr. F. Jansen te Appingadain, rapporteur aan het hoofdbestuur der Groninger maatschappij van Landbouw en Nijverheid. Te Groningen bij J. B. Wolters. Kunstwetenschap in theorie en practijk" Openbare les gegeven bij zijn optreden als privaatdocent in de kunstgeschiedenis aan de Rijks-Universiteit te Leiden op 21 October 1904, door dr. W. MAKÏIV. 's-Gravenhage, Marünus Nijhoü'. Deutsche Dreyfus-affaire. Klassenjustiz umi Korruption. 70 Falle von unbestraften Meineid, Betrug, Untreue, Unzucht, Vorspiegelung, Ealschung, Verleumdung, Entstellung, Unterdrückung und Pflichtverletzungdes Küniglich Preussischen Koinrnerzienrat August Stein in Düsseldorf, seiner Angestellten, Staatsanwalte, Richter und Reehtsaiiwülte. lm JSelbstverlage von A. Neumann in Diisseldorf. Japan, door JAPANNERS. Ken overzicht, door zijn hoogste autoriteiten. Uitgegeven door AI.FRED STRAD. Vertaald onder toezicht en met een inleiding van prof. dr. H. KKM. Leiden, A. W. Sijthorï'. 3Ir. A.OPPENIIEIM, Opties. Gron.,P. Noordhofl'. Ned. Oost- en West-Indic, door dr. H. BI.INK. 2e afl. Leiden, boekh. en drukkerij E. J. Brul. HELEN KELLER, Mijne levensi/escliiedunïz. Xaar het Engelsch, door Loui.-'K .STUAKT, met een inleidend woord van J. VAN DKN OUDEN. Utrecht, J. G. Broese. Phantasien, door C. VAN NIEVELT, 3e druk. Leiden, S. C. van Doesburgh. WareudorfsNovellenBibliotheek"No.l77, De oude geschiedenis, door FOKKO Bos. Am sterdam, Van Holkema en Warendorf. F. J. BESSEI.ING, De hervorming van het tetkenonderwijs. Amsterdam, F. van Rossen. Uitgaven van A. A. NOSKK, Middelburg. Kor Kuiler, Op. 26. Voor de jeugd", 2de bun del, 6 klavierstukjes, Op. 27, Drie klavier stukken. Julius Röntgen, Op. 32, Drie Ro mancen, Op. 46«. Oud-Nederlandsche Dansen. Piano 2 handig. Constant van (ie Wal!, Uit Attima": muziekdrama in n bedrijf. Dansen: Een schaking (Boyong), Bruidsdans (Bekso perganteu), Vreugiedans (Biugah). Naehtmuziek (Nocturne;. De adjudant ran generaal Daendels, door J. G. KRAMER, met illustraties van MÉDAR» TI.JIXIAT. Bussum, C. A. J. van Dishoeck. Ben, door ANNA UI-BEKT VAN BEUSEKOM, met illustraties van L. W. R. WENCKEBACH. Bussum, C. J. A. van Dishoeck. HERMAN TEIRLIXCK'S, 't Bedrijf van den kwade. Bussum, C. A. J. vau Dishoeck. Op den Zoom, door G. SIMONS. Eve's losprijs, door GEOROE GISSING, door JOHAKNA F. J. J. BUIJTENDIJK. Bet leren van Nicolaas Beets, door P. D. CIIANTEI-IE DE LA SAussAYE, met een volledige lijst zijner geschriften, bijeengebracht door mr. D. BEETS en mej. A. BEETS, alle drie uit gaven van De Erven F. Bohn te Haarlem. imiiiitiMiMniiiiiiiimMiiMiiiiilMiiuMiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiifiMiiiimtlMMlt HELTSJES Zomernaclitsilrooin Naar liet Duitsch, van HEKMAN BANG. Het was midden in den zomer, maar het stortregende zóó, dat het zand op de wegen hoog opspatte. Ik stond met den portier in de vestibule van het hotel Marienlust" bij Kopenhagen. Nu," zeide de portier, vandaag behoeven we geen gasten te verwachten. Het is maar goed, dat het hotel al flink bezet is." Hij zeido die laatste woorden op een toon, alsof het hem eigenlijk volkomen onverschillig wa", of er reizigers aankwamen of vertrokken, of de kamers leeg stonden óf bezet waren. De portier was een man 'van ervaring, die zijn leven ermee doorbracht in don h'-rfst naar Nizza te trekken en in het Hotel des Princes" op een portierstoel te zitten, en in het voorjaar weer naar het Noorden te trekken, om in een badplaats aan den Sond een dergelijken stoel in bezit te nemen. Op- deze reizen en vanaf deze stoelen had hij veel menschen en veel vreemde dingen gezien. En daar hij een verstandig man was, had hij langzamerhand sterk omlaag getrokken mondhoeken gekregen, en een blik achter zijn lorgnet; die medelijden met het grootste ge deelte der menschheid scheen uit te drukken. Hij taxeerde niet alleen de kotters, maar ook hun bezitters, en hij behandelde de reizigers niet naar hun fooien, maar naar een eigen geheimen maatstaf. AVij zagen den leegen bótelomnibus door de laan komen aanrijden, en de portier had zich al omgekeerd, om in zijn hokje terug te gaan, toen ik uitriep : Portier, er is toch iemand meegekomen!" En wij zagen beiden een jong paar, dat bedeesd in een hoekje van het rijtuig zat, dicht tegen elkaar aangedrukt, als twee vogels in een nest. Boven op den imperiaal stond een kleine. och zoo'n kleine koll'er. Zij stapten uit. De jonge man was lang, slank, had donkere oogen en droeg een regenjas. Zijn vrouw was klein, had een neteldoeksche japon aan, maar geen mantel, en had eon allerliefst verlegen gezichtje. De jonge man vroeg in het Duitsch.: Kunnen wij een kamer krijgen ?" Zeker," antwoordde de portier. Voor n nacht'.'" vroeg bij zachtjes, met een blik op de vergulde trapleuningen van de vestibule. Zeker," zeide de portier. Maar bov^n," zeide hij Zeker," zeide de portier. Heelemaal boven," zeide zij, terwijl zij van verlegenheid rechts roch links durfde kijken. Zeker," zeide de portier. Piccolo's in blauwe huisjes met gouden kuoopen, huisknechts met blauwe vesten en rood gestreepte jassen, en kellners in zwarte rokken met vergulde nummers op de ou sla gen, waren in de vestibule bijeen gestroomd. Het tweetal aarzelde nog en wierp een langen blik op de dikke tapijten. Toen zeide hij, als een man, die oen besluit heeft genomen: En wat kost een kamer.. . voor n nacht? ' Zes kronen," zeide de portier. /es kronen?" herhaalde de jonge man en bleef nu't wijd open mond staan, terwijl er een schok door de regenjas ging. Zeker," zeide de portier, die hen met de vriendelijke oogen van een oom aankeek. De jonge nian aarzelde een oogenblik. Maar het kleine vrouwtje zeide, heel zacht en op smeekenden toon : Laat ons maar'blijven, Friedrich. Het is hier zoo mooi." Nu goed dan, laat ons dan maar blijven." n de kleine kotter werd de breede, ko ninklijke trappen opgedragen, terwijl het tweetal arm in arm volgde. Zij liepen zoo mooi in de pas op de warmroode loopers! De portier, die nog altijd met denzelfdeu blik door zijn lorgnet keek, zeide: EIu welijksreizigers." En toen het briefje, waarop zij hun namen geschreven hadden, beneden kwam, zag ik, dat hij leeraar was en zij zijn vrouw. Ik zat in een der rieten stoelen in de vestibule, toen het jonge paar de trap weer af kwam. Zij had een cape omgeslagen, zoo'n be scheiden ding, zooals winkelmeisjes plegen te dragen, wanneer zij 'srnorgens naar hua werk gaan. Het regende onophoudelijk door. En zij keken uit in den stroomenden regen. Toen zeide zij, terwijl zij zich tegen hem aandrukte: Laat ons toch maar gain. Hamlet's graf moeten wij toch zien. En Friedrich," zij keek met stralende oogen naar hem op wat doet het er toe, of het regent." Ea zij gingen, dicht naast elkaar, onder n parapluie, door den plasregen, naar het graf van Hamlet, prins van Denemarken. De portier keek hen na. Waarom zou men hen in verlegenheid brengen, door hun te zeggen, dat zij een rijtuig kunnen krijgen?" mompelde hij voor zich heen. Maar ik ging ook in den regen uit, lan^s een anderen weg naar dtm steenhoop, die Hamlet's graf wordt genoemd. Het jonge paar was er al. Zij- stonden onder hun parapluie en be keken de natte steenen. Mooi hè?" zeide zij. n nog lang bleven zij staan, terwijl het water vau alle hoornen neergudste, en keken naar de steenen, en dachten aan de sage van de liefde, die daaraan verbonden is. Jk ging naar huis. Maar den geheelen dag door zag ik, zoo dikwijls ik het hoofd ophief van mijn werk, twee menschen onder een parapluie in den regen door de lange lanen wandelen. Het waren de leeraar en zijn vrouw. En telkens, als ik hen zag, wenschte ik er zijn nu eenmaal oogenblikken, waarop wij menschen sentimenteel worden dat Onze Lieve Heer zijn zon toch maar een paar uur lang zou laten schijnen, alleen ter wille van deze twee menschen. En werkelijk: de regen hit ld op. Een uur lang lag het park in vollen zonne schijn, en al de natte bladeren glinsterden. En de zee was van een blauw, zooals wij anders slechts in onze droomen te zien krijgen. Plotseling zag ik vanaf mijn balcon, hoe het kleine vrouwtje van den leeraar dwars over het natte gras van het groote perk naar de Ophelia-bron toeging. Zij bereikte haar doel en zij riep (zij stond met hoog opgenomen rok, wat een aller liefste voetjes hal zij): Friedrich, Friedrich!" De jonge man kwam bij haar en samen keken zij naar de Ophelia-bron, die de baddirectie alleen Zondags laat spuiten. Maar tegen elkaar aan geleund keken zij met gelukkige oogen over den bron heen, en dachten aan de schoone sage, de sage van de liefde. Aan het diner zaten zij in den versten hoek van de zaal, half verborgen door de rood-uiet-gouden portières, aau een klein met bloemen versierd tafeltje. Zij hadden zich de weelde veroorloofd van een flesch rooden wijn. Zii aten langzaam, klonken met elkaar alles heel langzaam en aarzelend, alsof zij bang waren, dat een schoon sprookje een al te spoedig einde zou nemen. Maar ik, die den dirigent van het kleine orkest kende, gin* naar hem toe, en ver zocht hem den Liebestod" uit Tristan und Isolde" te spelen. God beware me!" zeide de kapelmeester. Men speelt Wagner toch niet als tafelmuziek!" Maar ik bleef op mijn stuk staan. Doet u het toch maar; u kunt nooit weten, wie u er pleizier mee doet!" En ik ging naar mijn plaats terug, maar de kapelmeester hield mij voor den gek: kort daarop klonken de tonen van den Hochzeitsmarsch" uit den Soinmernachtstraum" door de zaal. Door den glazen muur van de eetzaal heen, keek ik naar het jonge paar. Zij glimlachten, terwijl hun oogen in elkaar rustten. En toen hij zijn glas ophief, morste zij een beetje van haar wijn zoo beefde haar hand. Maar overal in het rond overstemde het gerammel van borden on hot geruisch van zijden japonnen en het onverschillige gepraat van onverschillige menschen 'de tonen van den Hochzeitsmarsch", dien de groote massa niet hoorde, niet kende, of vergeten had. De jonge vrouw had haar glas weer neer gezet. Met stralende oogeu staarde zij in de verte, terwijl nog altijd de Hochzeitsmarsch" door de zaal klonk, het schoone lied van de liefde. tTotdat zij zich plotseling over de bloomenvaas heen boog, een bloem eruit nam en die den jong'u man in het knoopsgat stak. Buiten regende het weer. Door grauwe nevels omhuld, te nauwernood te onder scheiden, lag de Zweedsche kust aan den overkant. 's Avonds was de promenade geheel leeg. Slechts twee menschen stonden buiten in den regen en keken naar de lichten van Helsiugborg. Toen gingen zij ook naar binnen. De jonge leeraar en zijn vrouw traden de vestibule binnen, waar dames in zijden toiletten in de grooto rieten stoelen den tijd zaten te versjeeuwen, terwijl de stralende lampen en de blinkende trapleuningen, de palmengroepeu en de tonen der muziek hun trage geblaseerdheid slechts nog schenen te verhoogen, en do heeren paften langzame wolken uit hun slaperige cigaretten. Doch het jonge vrouwtje zeido zachtjes: Friedrich, wat is het hier heerlijk!" En nog Bachter fluisterde zij: Ik dank je !" Den volgenden morgen, toen ik in het portiershokje mijn brieven ging halen, kwam juist de liölelouiuibus voor. Het regende weer. Een huisknecht droeg een koffer naar beneden. xVc.iiter hem kwamen de jonge leeraar en zijn vrouw de trappen af. De portier was nergens te zien. Het jonge paar nam plaats in den omnibus en reed weg. Toen zij weg waren kwam de portier te voorschijn. Hij keek den wagen na. God weet, naar welk gat dio twee nu gaan", zeide hij. Ja," antwoordde ik, en keek naar buiten in den regen, wie weet." En kort daarop zeide de portier : Ja, ja, allo droomen zijn kort !" 1ste Jaargang. 30 October 1904. Red.: C. H. BBCTEKKAMP, Damrak 59, Amst. Verzoeke alle mededeelingen, deze rubriek betreffende, te richten aan bovenstaand adres. P. S. Nieuwstijdingen of onderwerpen, ge schikt ter plaatsing in de damrubriek, moeten uiterlijk Woensdag in ons bezit zijn. Bij latere ontvangst kunnen wij de plaatsing onmogelijk verzekeren. Wij verzoeken den inzenders dus beleefd hieraan te willen denken. Probleein No. 19 is goed opgelost door S. S. van Baaien, L. Goudsmit, G. van Leeuwen en Jb. Meijer, Amsterdam; K. en N. Bonwes en D. Kikke, Edam ; J. Luteijn, Groede; J. l'ortgeus, Elaaiiem ; AV. Vijn, Hoogwoud ; J. Keuken, X. Niedorp; J. Meijer, Nijmegtn; E. J. M. de Kat, Rotterdam, en A. H. Claasen, Uitgeest. DE PROBLEMIST. (Vervolg). Nu is het jammer dat ook op 12 geen zwart stuk staat, anders deden wij een aardigen rondilag (27 : 27) en hielden tegelijk de schij ven 17 en 25 vast, terwijl niets meer van beteekenis overbleef dan een witte en een zwarte dam. Nu wij dit opgemerkt hebben, gaan wij nog even onderzoeken waarvoor de witte dam op 19 dienstig is, want wij kunnen ons best voorstellen dat zij, op 5 geplaatst, geen nut kan stichten. Als wij den drieslag volgen welke aanstonds door zwart moet gedaan worden indien wij de witte dam verplaatsen, dan zien wij dat de zwarte dam gedwongen wordt om op 3 te blijven staan. Wij weten tevens dat de schijf 31 als tweede zet ongehinderd op 27. kan gespeeld en daarna twee stukken kunnen geslagen worden en indien er op 12 ook een zwart stuk stond, wij een mooien roiidslag konden doen. AVelnu! thans gaat ons een licht op, want wij dwingen zwart om zijn dam op 12 te brengen door doodeenvoudig als eerste zet de witte dam J 9?8 te spelen. Zwart is uu gedwongen om te slaan 40: 49 en wij spelen daarna als tweede zet 31?27!. Zwart is weder geforceerd om te slaan 49 :12 (4 stukkeu), waardoor plotseling onze wensch wordt vervuld, het ontbrekende bij de zwarte groep is aangebracht en de rondslag 27 : 27 is verkregen. Hierna worden de twee overblijvende zwarte -chijven 17 en 25 vastgehouden door de witten 27 en 35, en de oplossing is gevonden ! . .. AVij hebbeu nu op twee manieren getracht de oplossing te vinden; ten eerste, door onbedacht en doelloos alles te probeeren en ten tweede, door vooraf alles goed te onder zoeken en te berekenen. Het zal wel onnoodig zijn, te zeggen welke methode de juiste is. Allen zullen liet thans. volkomen met ons eens zijn dat de, laatste manier moet gevolgd worden indien men spoedig een goed oplosser wil worden. Het doelloos probeeren moeten wij in geen geval navolgen, want de ondervinding heeft geleerd dat zij, die aldus handelen, moer bij toeval dan met berekening een oplossing vinden. Komen zij echter in meer ingewik kelde problemen, waar het bij toeval vinden ophoudt, dan staan zij weldra als een kat in een vreemd pakhuis. Zij zijn niet in staat zich oen denkbeeld te vormen van een of meer fijne tempozetten w elke zijn aangebracht en komen meestal in de schijn- of dwaaloplossingen terecht. Volgen wij de egnige goede methode dan worden wij meor en meer bedreven in het doorzien en berekenen en dit zal zeker ook ten goede komen bij de uitvoering van ge wone partijen. Wij krijgen de routine welke noodig is om in het spel de fijn aangebrachte valstrikken van den tegenspeler te doorzien en bijtijds af te weren. AVij moeten ons echter niet te lang achter elkander bezighouden met zoeken. Het is beter, zoo wij de oplossing niet spoedig kunnen vinden, het probleem eenigen tijd terzijde te leggen, orn het daarna met frisschen moed weder aan te vatten. ( Wordt vervolgd). CORRESPONDENTIE-WEDSTRIJD. Tabel der gespeelde zetten van Zwart. NsitS^NsiNsJN^N-d p' p G cc 4^ ^ ,~~^ C? 4-f^ cc O' J*** $ er.' -i to -.1 cc e* ^ ;> o to 4H^ '"^ S IJ_1 Cc ^ O o to & -1 J to r?> ^ K LO j.1. ? ' CC K ^ -I , to 1 l y, ^ to c; to 4& K t'o ^ CH i ' 10 , _ cc z w to ^~r v, f K> , h-1 CC i-l ^ t_i 1?* -~ t'o ' *?H -^ j?i 1?' Cc t"1 ^l fc to f?l cc t"1 1?1 IO i to GO H to 10 ^ to ^ v-1 --I IO h-1 ^ i ' 10 j?1 CC r --.i 10 J?l CH to cc 'w to 1 1 ^ IO ^ to 4tt to CC " f" td o o fel 1 hj , O i K ? =H 1 M , t"1 1 ^ M 1 ^ c+. =H ^ : £ i?1 is td : t"7 : ^_L '? CC . =H C ; o ie ' . i i w ': ~M ? IO 1 tO "H K to 1 l ' cc K *J to to , zz =H £ O IO ' ** o. I-H IO O t i IO I-H c_j co , i i cc o ft to ^ > cc £ ^ ? ? i ' CO o ^ J?l~"' t.o ^ ' cc K ^ ^ to to e-*i £, J^ i 10 i o 1 w ; 4* . ^ W : CC : tO : i Q o ; p , ': t O ; ^ t? :. to '? F-1 ' : CC C- H IO ,'__, ' cc ^ h-; . t-o ; o : tO - hj o to i ' ' cc & K cc hrj CH 'v , i?l CO M ^j to to cl hrj t-l to cc tn & i-o *~^ o IO ' ^4s ^ to ^ ' 00 S3 £ ^ i i l-s : h-1 i CC ' fel io 10 0'5 ; ^^ i g to CC K^ IO ,_' , CC O h-1 to l?1 cc e to 10 O h-1 -I to h- > to 1 ' CC 0 to t cc o l* Cc O t-j ^i to ^ 10 CO «?' > W O fel 1 h-J , O 1 K ? «-i , W , M , g 1 '^ S-' 0 \i* 10 IO ' > td h-1 IO ^'5 w o to P : IO 4> C to 1 ' ' 00 W fel to ' ' cc > fel ^ " ' cc td O to 0 £ ' > K to i ' td «^ IO p t i'o 4* > X h-i to h-1 ' cc W Ir1 LO ! i l 00 i> v^y ; 10 H i O t'o ' *4* i W ^ to 1 ' 'CC v^ p"1 i i -T h?1 nr l* . r^ CC r~j *? CO fe ^ On > O f-* Cl .""' ^J Wit moet spelen. «,;< Voortzetting ?* an partij no. B2S:17 gedwongen. 7. Al 7-22,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl