De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 13 november pagina 3

13 november 1904 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Ho. 1429 ]>E AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. kunstenaars van '80, nog, treurge klemtoon ? gaan socialist worden? Dienen wij het leven dan niet goed, wanneer wij 't Hollandsen proza dienen als wij doen? Diende ook van Deyssel niet ons allen beter daar op dat podium? Gij kunt toch, socialistische schrij vers, niet buiten het woord. En wijs mij nu eens n uwer socialistische kunstrechters by wieu het woord bleef in die mate veilig. Wat wilt gij toch? Wat zouden wij bij u met onze hielen komen zitten in kranten en tabellen, of luisteren naar uw wél-spreken, wij die zoo licht verstrooid geraken, als daar een rafelingetje loslaat uit uw hart, of om een graad van schittering in uwe oogt n, als gij 't hebt over uw stelsel. Wat wilt gij van ons tachtigers? Moeten wij nu luisteren naar het orgelen in de Oude Gids, den buik pas vol Florence en moeten wij, eenmaal socialist, den boon verhelen dien wij soms en wel wat erg, zien s'aan in 't Handelsblad, in zeker feuilleton? Gij zijt toch bewusten? Wat hebt gij aan lastposten als ons? Moeten wij onze vermoeienissen gaan besteden aan vertoogen, waarin gij, wielvlug, werpt met woorden als blokken zwaar en staven, kansziende nog een kringelkleuriïv^eepbel op te blazen, die plots kan WeRen in tweeën, als maaKdenburger-halveb<jjjen. Zouden wij van Deyssel niet prijz<tó; 'die «tnidden in zijn leven, de welbemfndfe Scoorden keert en keert, niet minder dan een kind haar bioernpje of haar steentje. Waar stak het verzet, toen partijgenoot Quérido, ziedaar uw man, ook Wij be minnen geen persoonlijkheên en kunnen het zonnetje wel schijnen zien in 't water, maar ook wij kunnen niet anders, den kunstenaar Coenen smaalde in 't publiek, Coenen, die van 'n deel groote-stad-levcn, 't abject geziene in 't haast systematische verwilderen van onzen tijd, uit kracht dier zelfde haat, die toch ook u revolutionneerde, een beeld stelde als gén van ons allen. Wie constateerde dat toen, wie anders dan van Deyssel. Hadt gy belangrijker zaken, wat doen wij dan bij u ? Neen, dichteres, ga, volg gij uw lot, moedig, krachtig en bewonderenswaard lllllilllllllllllHHHIMIHlIIIMIIHIIIIIIHIIIMMIMIMIIIIIMIIIIIUmiMMIIimilll en bovendien gelukkig. Wij wenschen het ge luk niet; laat ons dus wat wij zijn, dwazen van tachtig, koningen, want'kiinners, kroonlooze en zonder onderdaan, gelijk gij jnistelijk. zegt, en... wachtende den glorUJoozen dood op 't puin van .. . ja, van wat? Zegge nu niemand: bonne mine il rnauvais jeu, niemand : economische verwording ; gij weet, vrienden, wel beter als een als ik het spreken onderstaat. Van Deyssel's optreên met de oude leus van '80: Ik houd van het pro?a" is als een ge beurtenis te zien voor Hollands taal en let teren. A'd a m, 9 Nov. 1904. JAC. VAX LOOY. Geile Poëzie yan BiUertöt ^ Bilderdijk is geen man, waarvan men zich met een enkel woord af kun maken. Veel zijdig begaafd, met een sterke drang om zich zowel in verzen als in proza, maar in verzen vooral, te uiten; dichter bij de gratie Gods volgens de een, rij m kunstenaar en verzen maker volgens de ander, heeft hy tot in onze tijd gegolden als een model, maar is hij ook aangevallen met scherpe kritiek en minach tende bespotting. /? Zijn leerling da Costa heeft hem als mens en dichter geschetst met een piöteit die nog nawerkt bij da Costa's geestverwanten in onze tijd, zo zelfs dat menigeen Bilderdijk als de grootste dichter na of naast Vondel vereert, zonder zijn werken te kennen. Multatuli vulde bladzijden in zijn Ideeën met aanmerkingen op de verskunst en do taal van Bilderdijk. Tussen die twee uitersten staat de grote menigte die Bilderdijk vrij onverschillig iaat; die weet dat hij ge.-egd heeft Hollands taalscliat uit te storten Is mijn glorie; niets dan dit" ? die weet dat Beets hem vooral ook als meester over de taal geprezen heeft, maar geen be hoefte gevoelt om bewijzen te gaan zoeken in do wel wat als een pakhuis ingerichte Haarlemse uitsaaf van de Dichtwerken." Maar van Bilderdijk maakt men zich niet met een enkel woord af, en hier is geen plaats voor breedvoerige beschouwing. Als tekst voor zulk een beschouwing zouden de volgende stellingen kunnen dienen : Gevoel en verbeelding maken de dichter, maar gevoel in de eerste plaats: de verbeel ding moet daarmee in oorzaki'lik verband staan. Bilderdijk bezat die heide in onvol doende mate; 't verstand bclieerftc bij hem niet het gevoel maar ven-ing het. Juist door deze eigenaardigheid in Bilderdijks aanleg wordt de houding van zijn vooren tegenstanders bepaald. De grote en dwe pende bewondering aan de ene, de afkeer en vijandschap aan de andere kant vooral, zou den minder sterk zijn gebleken, als hij een gevoelsuian" was geweest. Verwey noem', Büderdijk in zijn Xederlandsche dichters" 2j ..den groote door 't begrip" zoals Vondel do groote door do verbeelding" was. In dezelfde inleiding schrijft Venvey : 't Is een spraakverwarring die voorbij ma<j gaan: dat hij dichter was, en dichter zooals Vondel : die weg, blijft de waarheid die nooit gaat: met Vondel onze grootste geest." Van zo'n man moet, om wat hij geweest is en om do invloed die hij tot op onze tijd nog oefende, de studerende mér weten dan geboorte- en sterfjaar, zijn lotgevallen en de titels van zijn werken. In een uitgaaf als de Zwolsche Herdrukken is daarom een bloem lezing uit zijn werken op z'n plaats, en 't is goed ge/d.en dat naast het al herdrukte num mer Poëzie van Willem Bilderdijk" nu ook een deeltje Gewijde Poëzie" opgenomen werd. Want zo het al voor iemand de vraag; mag zijn, in welk genre. Bilderdijk nog 't hoogst stond als dichter, zeker is het dat zijn levensen wereldbeschouwing Vooral in zijn Gewijde Poëzie gevonden word', en deze dus voor wie hem als mans en dichter kennen wil, onmisbaar is. No. 22 van de Zwol^che Herdrukken be vat : Zelfoeproeving, d^ Apostelen in den nacht des verraad-*, Messias, de Dieren, de Mensch, God en de Mensch, Zingen, en Christen Paa^ch/ang, met inleiding en aan tekeningen, door P. Kat Pzn. Bilderdijks gewijde poëzie, zegt de heer Kat in de inleiding, is het machtig wapen, waarmede hij optreedt tegen den geest zijner eeuw. Zonder dien geest te kennen, begrijpt tnen deze gedichten niet. Daarom is 't noodzakelijk een blik te werpen op de geestesstromingen van die dagen." Dan volgt een beknopt overzicht van de wijsgerige ideeën, die in zijn tijd in Frankrijk, Engeland en Duitsland de geesten beheer sten, waarbij in 't biezonder de aandacht wordt gevestigd op het rationalisme, zooals het zich vooral in Duitschland openbaarde", omdat de heerschende richting hier (d. i. iu ons land) meer overeenkwam met het Germaansch idealisme dan met het Roniaansch deïsiue of materialisme." Do inleiding bevat verder een in z'n be knoptheid verdienstelike schets van Bilder dijks pbilosophische en godsdienstige over tuiging", voor zover die uit zijn werken kan worden opgemaakt, want hij-zelf was de man niet om zijn stelsel tot een afgerond geheel uit te werken." De laatste bladzijden zijn gewijd aan de vraag, hoe te denken over Bilderdijk als christen." Die vraag wordt heel verschillend beantwoord; de heer K. komt tot het besluit: Wie Bilderdijks gemoedsleven meer dan oppervlakkig heeft leeren kennen, zal niet durven betwisten, dat in het diepst dezer zoo fel bestreden ziel een vurig verlangen heeft gewoond naar gemeenschap met God, en dat het orgel van Haarlems St. Bavo bij de ter aarde bestelling van zijn stof geen treffender lied had kunnen aanheffen dan den Psalm van het hijgend hert"." 1) Zwolsche Herdrukken, XXII. Gewijde Poëzie van Bilderdijk, met inleiding en aanteekeningen, door P. Kat Pzn., Zwolle. W. E. J. Tjeenk Willink. 2) Jiir. Onno Zwier van Haren en Mr. Willpm Bilderdijk. Amsterdam, v. Looy'en Geriings. 189-i. Met zorg bewerkte aantekeningen en een glossarium besluiten het boekje, dat voor de (te langzaam aangroeiende) reeks Zwolsche Herdrukken een aanwinst is. J. L. C. A. MEIJEH. NIEUWE UITGAVEN. Uitgave, van A. A. NOSKB, Middelburg. CONSTANT VAN DE WALL, Uit Attiraa", mujiekdrama in n bedrijf (tekst van den compo nist) met Xederlandschtn en Franschen tekst (Léon Paschal), Een goud gevleugeld vlin dertje' (?Un papillon aimait une rose''). Koorwerken: KOK KUILER, Op. 24. Sturmlied" (Anna Ritter) für gemisch'en Chor und grossej Orchester. Klavierauszug vom Kompouisten. Mevr. KELLY VAN DER LINDEN VAN SNEI.REWAARD-BOUDEWIJXS, Jantje i« Modder stad", kinderzangspel in vier bedrijfjes Zegepraal, door Is. QUEMDO. Haarlem, De Erven F. Bohn. A. PIEESON, Ou/Ier e tijdgenooten, 2e druk. Amsterdam, P. K. van Kampen & Zn. Vreugden rem Holland, door G. F. HASPELS, 2e druk. Amsterdam, P. N", v. Kampen & Zn. T'aii Java's wegen, door J E. JANVEB. Amster dam, P. X v. Kampen & Zn. W. DE VEER, S. J. Lezingen en toespraken. Amsterdam, C. L. van Laugenhnijsen. Het capitulantenstehel en de, vi-reeniying Voor waarts-Manch ! in verband met de belangen van den staat, het leger en de vloot, door PATRIOT. Arnhem, Stenfert Kroese en van der Zande. ' Jaarcerslag van de vereeniging Centraal bureau voor sociale adviezen", (Amsterdam, Vossiusstraat 37). over het vijfde vereenigingsjaar, loopende van l Juli 1903 tot 30 Juni 1904. Plonsen en polders, door A. L. H. OBREEX. Hilversum, Nonhebel & Co. Vademecum", practischc 10 cents biblio theek : No. 23. Duitsch handelsbrievenbock, door dr. F. LEVITICUS ; NTo. 24. Engelache handelscorrespondentie, door VV. H. SONIUS j r.; Xo. 25. Fransche t'an'lel-KorreKponderit<-e, door W. H. SONIUS Jr. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf, IIMMIlniMMIUI iiniMiMiiiiinMiiiiiMiHiiiiiiiiit in tabletten a 10 cents, voor 2 borden voortreffelijke Soep, geven in korten tijd allén met water smakelijke en gez inde soepen. Meer dan 25 soorten bieden rijkelijk afwisseling. Te verkrijgen by kruideniers en comestibleshandelaars Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het Gcneraal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL ,HORS, Amsterdam. PIMIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIMIIlnlIlllllllllllllllMlllllnlIHIIIIIIMnillllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIMIIMIIIItMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIllllllllnlIIIIIEllllllllllllllll YOOP>. DAMEjS. e> Hoe ze lot stand kwam. Dat Vrijdag 21 Oct. door de Haagsche afdeeling van de Ver. voor Vrouwenkiesrecht een vergadering werd gehouden, waarin door leiders van verschillende politieke partijen het partijprogram in zake Vrouwenkiesrecht werd uiteengezet en verdedigd, behoort men te weten hoeveel men's vallen er niet onder? daar du dagbladen er in den breede verslag van hebben gegeven. Wie nu echter denkt, dat die zaak gemak kelijk tot stand is gekomen, slaat de plank danig mis. Het zoover te brengen, heeft waarlijk heel wat voeten in de aard gehad. Reeds stond genoemd onderwerp op het werkplan van den vorigen winter, maar 't mocht niet gelukken, al werden tal van bezoeken, te voet ofperfiiets, afgelegd en dozijnen brieven geschreven. De tijd bleek ongelukkig gekozen ; weken te voren toch waren allen, op twee na, volkomen over tuigd dat, op welken datum ook, ze te heesch zouden zijn om in 't openbaar te spreken, of te overladen met werk om zonder gevaar voor de gezondheid, zich in ten hoogste twintig minuten uit te spreken over vrouwenkiesrecht. Het mooie zomerweer schijnt gunstig ge werkt te hebben op het fysiek van eenige heeren-partij leiders. Toen althans enkele weken geleden het plan wreer werd ter hand genomen, waren er vijf fracties te vinden. Bij de Liberale-Uniemannen werd opnieuw aange klopt, al hadden sommige hoofdmannen in karakteristiek gedecideerde terminologie van hun onwil doen blijken een onschuldig verzoek afwijzen, nu, daarvoor noemen zij zich dan ook : wijzinnig. Thans verwees de een naar den ander, met gevolg, dat niemand zich beschikbaar stelde. De afwijzing der antirevolutionnairen verbaasde het bestuur min der ? 't loopt tegen de verkiezingen, en sprekende verspreekt men zich licht, wat kwaad bloed kan zetten. Voorgewend echter werd, dat het program niet klaar was. Eindelijk dan waren de sprekers er. Hoe nu gehoor voor hen te vinden ? want we weten, dat het voor-zaken-van-algemeen belang-zieh-interseerend publiek October en November te vroeg acht voor vergaderen; December, Januari en Februari te koud, en Maart en April te laat. Er moest dus nog iets anders gedaan worden, clan de dagbladen in den arm nemen door middel van adver tenties, of er bestond groote kans, dat de zaal leeg bleef. Al kan het denkbeeld niet op nieuwheid bogen, besloten werd een circulaire de wereld in te zenden, een die in zoo ruim mogelijken kring te verspreiden. Bij schralen stand van kas en daarin doet die van de Vereeniging haast voor de armste niet onder is 't ge makkelijker tot ruime verspreiding te beslui ten, dan haar uit te voeren; 1500 2000 adressen van alle mogelijke corporatieleden en van particulieren zijn maar niet in een paar uur opgezocht en geschreven. Toch is dit werk door enkelen volbracht; zelfs be wust, dat een zeer groot deel ongelezen in de papiermand zou verdwijnen. Gelukkig lyden nog niet alle menschen aan die slechte gewoonte, en met het oog op dezen werd inhoud en vorm een onderwerp van ernstige bespreking, hoewel lachen en schertsen daarbij niet uitbleef, want ziet, het kan niet anders dan op de lachspieren werken van personen, die veel tijd enkelen zelfs al haar werkkracht in dienst stellen van dat vraagstuk, neer te schrijven: Nu komen wij u over iets heel vreemds spreken," gelijk de aanhef van de circulaire luidt. Het schriftuur blijkt aan zijn doel te heb ben beantwoord het heeft gepakt; getuige de inschrijvingen voor het lidmaatschap bij de secretaresse ingekomen, waaronder die van personen, welke door hun maatschappe lijke positie of titel, dubbel worden gewaar deerd. Hierbij een woord van dank aan de redacties van liet Vaderland en Vooruit, die in haar kolommen plaats hebben weten te vinden voor de geheele circulaire. Ook in het andere opzicht slaagde de zaak: er was publiek ; de groote zaal liep vol niet een gehoor, dat bleek gekomen te zijn om aandachtig te luisteren: geen kwinkslag of geestige zet bleef onopgemerkt. Na het openingswoord, waaruit minister Kuyper, indien hij aanwezig ware geweest, zou geleerd hebben, dat de tegenwoordige feministen onbegiijpelijker wijze reeds ver nuftig genoeg zijn, om acht te slaan op zijn woorden als op zijn weiken, begon de ver gadering. Van het gesprokene zal ik slechts twee punten releveeren. De heer S. van Houten ving aan met er op te wijzen, dat ten onrechte zijn naam in de circulaire ontbrak, want reeds in '84 had hij een poging gedaan om de vrouw het kiesbiljet in de hand te stoppen. Met uiter lijke schijn van leedwezen, verheugde het bestuur zich innerlijk niet weinig over de omissie, wijl daardoor zonneklaar aan 't licht kwam, reeds in zake vrouwenkiesrecht ver genoeg te zijn gevorderd, dat een man van naam openlijk erkent er prijs op te stellen, door de vrouwen niet te worden voorbijge zien kan het vleiender voor haar ? En nu iets naar aanleiding van het gespro kene door Mr. H. Verkouteren Zijn christe lijke beginselen maken hem tegenstander van vrouwenkiesrecht, wel te verstaan: van politiek-vrouwenkiesrecht en van verkiesbaar heid voor staatscolleges ; dat haar plaats inge ruimd worde in de kerk, armenzorg en schoolbestuur, daartegen koestert hij geen bezwaar. De heer V. erkent geen individueele rechten; volgens hem mag nooit anders dan het algemeen belang den doorslag geven en op dien grond was hij een verklaard tegen stander van vrouwenkiesrecht, want al ge loofde hij niet, dat door het mede-regeeren der vrouwen de zaken slechter zouden gaan, hij had nooit een argument aangetroffen, bewijzende, dat het algemeen belang er door zou worden gebaat. Op dat moment lag de vraag voor de hand, of de heer V. ooit iets leest van tegenstanders en ooit spreekt met anderen dan pai tijgenoot en. Vast staat, dat nimmer heeft kennisgenomen van hetgeen door op-den-voorgrond-tredende vrouwen is gezegd of geschreven ; anders toch zou die naïve verklaring geweigerd hebben hem over de lippen te komen. Xooit zeggen de vrouwen: wij vragen rechtvaardigheid van wet in het belang van A. of B. en van deze of gene klasse; maar zij stellen den eisch, overtuigd als ze zijn, dat het algemeen belang er door zal worden gebaat, terwijl ze het bewijs niet schuldig blijven. Had trouwens de heer Verkouteren de rede van den heer Brinkhuis aandachtig genoeg gevolgd, hij zou een bewijs hebben gehoord. Zoodra een vrouw burgemeeesler ?van Wyoming was geworden, werd drankmisbruik krachtiger dan ooit te vo'ien bestreden. Was dat een daad in het algemeen belang, ja dan neen, mijnheer Verkouteren ? hoezeer de lijst der gevangenisbevolking, van de prostitueerenden en geprostitueerden, als der geslachtszieken, wordt verlengd door drankmisbruik, kan toch ook u niet onbekend wezen. En nog heel wat kwaad zou door de vrouwen ernstiger worden aangegrepen, dan tot heden door de mannen is gedaan; niet omdat de vrouwen en bloc in voortreffelijkheid boven de mannen staan, maar omdat zij anders zijn dan dezen en zij elkaar dus aanvullen. Den Haag, 29 Oct. '04. ELISE A. HAIGHTON. Lady Ciiarles Me. f Groot was de verslagenheid in de Engelsche vrouwenbeweging en vooruitstrevende kringen, veroorzaakt door den dood van bovengenoemde edele vrouw, wier stoffelijk overschot Zateidag werd verbrand in het Cre matorium van Golder's liill, na een lijkdienst bijgewoond door ettelijke treurende belang stellenden uit alle deelen vim het land, waaronder vele leiders van vakvereenigingen. Het heengaan van deze lieve, hartelijke, veelbegaafde, kloekmoedige en volijverige medewerkster aan de vrouwen emancipatie, wordt nog smartelijker gemaakt door het bewustzijn, dat zulke sublieme vrouwen, evenals de mannen van verheven geest, fteeds een zeldzaamheid blijven, waardoor haar ver scheiden een leegte achter laat die niet, of uiterst moeilijk, te vullen is. En de taak der vrouwen emancipeerden is nog zoo zwaar en moeilijk dat, ach, dergelijke genooten zoo noode kunnen worden gemist. Maar de natuur is onverbiddelijk, de diepste droefheid ver murwt haar niet. Zonder waarschuwing rukt zij vaak de edelsten van ons weg. Zondag 23 October besprak Lady Charles Dilke nog met haar echtgenoot in hunne woning te Woking allerlei suciale en politieke proble men, zonder eenig teeken van ongesteldheid te toonen. Den volgenden morgen stierf zij plotseling door het springen van een slagader. Emilia Frances Strong, werd iu 1840 te Ilfracombe geboren. Haar vader, uit Amerika afkomstig, was oors;>ronkelijk officier in dienst der_Engelsch Oost-Indische Compagnie. Zij werd thuis in Oxford opgevoed onder toezicht van een miss Bowditch. In 18(52 huwde zij een beroemd aeworden predikant van die universiteitfstad, den heer Mark Pattison. Van hem ontving zij veel van haar groote wetenschappelijke kennis. Doch haar smaak bepaalde zich ten slotte voornamelijk tot de artistieke zijde der menschelijke beschaving. En weldra maakte zij naam als een der xakenkundigen over de Fransche kunst der 18de eeuw. Vele jaren was zij de voornaamste criticus der Academy, terwijl zij ijverig schreef voor de Fransche kunsttijdschriften L'Art en Gazetle, dfs Beaux Arts, Fransch even vlot en correct als de Engelsche taal sprekende en schrijvende. In 1879 verscheen in twee deelen een werk van haar hand over de Renaissance der kunst in Frankrijk. Haar leven met den predikant l'attison was echter niet zonder verdriet. Ondanks zijne geleerdheid, bezat hij een ontzettend humeur, waarvan zij veel te lijden had, zoodat zij in de laatste jaren voor zijn dood (in 1884) gescheiden van hem leefde. Een jaar na den dood van haar eersten echtgenoot, huwde zij het bekende parlements lid Sir Charles Dilke, onder omstandigheden die destijds veel opzien baarden en die haar tweede huwelijk stempelden tot een moedige en nobele daad. Sir Charles, die van kinds been af bevriend met haar was geweest, werd in 3885, na elf jaren als een weduwnaar te hebben geleefd, betrokken in een echtschei dingsproces, dat zijne politieke reputatie in verdenking bracht en voor een tijd zijn par lementaire loopbaan onderbrak. Koningin Vicloria eisehte van Gladstone zijn onmid dellijk ontslag als minister. De upper ten banden hem uit haar midden. Het publiek wees hem met den vinger na. Ieder waande hem schuldig. Een jury oordeelde tweemaal zoodanig. Alleen mrs. Pattison geloofde in zijn onschuld. En om zijne reputatie te red den, liet zij van uit Egypte, waar zij voor herstel hart r gezondheid toefde, per telegraaf hare verloving met hem en hun aanstaand huwelijk bekend te maken. Dat verwekte groote verbazing, doch het overtuigde velen van Sir Charles' onschuld. Zij vertrok, na zijne verüordeeling als echtbreker, onmiddelijk uit Egypte en huwde den zwaar be proefden baronet dadelijk na hare aankomst in Londen. Zij had met den verdachten man een veel gelukkiger leven dan met haar eersten echtgenoot. Op hen kon het woord toegepast worden: Zwei Seelen und ein Gedanke", Zwei Herzen und ein Schlag". IIuu beider denken en werken liep in dezelfde richting. Zij steunde Sir Charles' radikale politiek, hij moedigde haar streven tot verheffing der vrouw aan. En de vrouwen beweging van dit land had geen hartelijker en welsprekender, geen ijveriger en bezielender kampioen dan de dame wier dood ons zoo innig smart. Nog hoor ik de klanken harer welluidende stem, die ik zoo vaak der vrouwen recht of de gelijkwaardigheid van haj-en arbeid met dien van den man hoorde bepleiten. In de laatste jaren ijverde zij in het bi zonder voor de vakorganisatie onder de werksters. Zij was een der eersten die mrs. Paterson bijstond in de oprichting van den Wonnen'» Trade Union League", welke sedert een kleine twietig jaar de vereeniging van loonwerkende vrouwen bevordert, en kort geleden er in slaagde, betere arbeidsvoorwaarden te verkrijgen voor de stakende telephoonmeisjes. De jonge secretaresse van dien League, Miss Mae. Arthur, zal na Sir Charles Dilke het gemis van Lady Dilke's zacht maar schrander oor deel wel het meest gevoelen. Doch allen die het wel en wee der verdrukten en lijden den ter harte nemen, zullen haar woord in het openbare leven missen. Want ook in werkzaamheid overtrof de 04-jarige jonghartige vrouw alle vrouwelijke leiders die ik hier ken. Haar arbeidzaam leven logenstraft Herbert's Spencer's bewering, dat de intellectueele activiteit der vrouw na haar huwe lijk vermindeit", even beslist als de stelling, dat geen vrouw vermag te stijgen tot 'den trap der verstandelijke ontwikkeling, die de superioriteit van den man heet te kenmerken. Londen. J. K. v. D. V. Nationaal Bureau van Vrouwenarbeid. Het Xationaal Bureau van Vrouwenarbeid deelt mede, dat het, in het voorjaar door het Bureau ingestelde onderzoeknaar uitbesteding van weezen thans verschenen is bij W. Versluys te Amsterdam en als Xo. 7 van de goedkoope werkjes van het bureau, onder den titel : Uitbesteding van Weezen door Burgerlijke en Kerkelijke Armbesturen", in eiken boekhandel verkrijgbaar. Schoolboomg aarden. Maria de las Mercedes prinses van Aslurif. Floralia maakt melding van een navolgenswaardig voorbeeld, door de Duitsche regee ring gegeven. In Duitschlani is men'op het denkbeeld gekomen, aan districts-schoolopzieners gelden uit te reiken voor den aankoop van fruitboomen, om die te planten in daartoe geschikte tuinen van volksscholen. De onderwijxers der school zijn belast met het onder houd der ooftboomen. De aanplanting, het onderhoud en de ontwikkeling der hoornen moeten zij met de leerlingen der school bespreken en gadeslaan, ten einde bij de kinderen zooveel mogelijk liefde en belangstelling te wekken voor het kweeken van vruchten In Wurtemberg beeit een fruitkweekers-vereeniging g>atis een boomgaard aangelegd in den tuin van een volksschool te Rieten.au. Het is te wenschen, dat ook wij spoedig onze gchoolboomgaarden zullen zien bloeien en groeien. Aan vrucaten is altijd gebrek; hoe grooterhet-aantal fruitk weekers en kweeksters wordt, des te beter. Beter in alle opzichten. De vruchten zullen mooier, goedkooper en meer onder het bereik van iedereen komen. Ook aan onze arme achterbuurt-kindertjes zal men vruchten als voedsel en als versnapering kunnen voorzet ten. Zuiverder zal daardoor hun bloed wor den; en, het blosje van perzik en appel zal dan misschien hun vaalbeeke wangetjes kleu ren. Talloos veel kinderen onzer volksklasse, jongens zoowel als meisjes, zijn door hun gezondheid, die helaas dikwijls veel te wen schen laat, totaal ongeschikt oen werk zaam te zijn, in benauwde, stoffige werkplaat sen en fabrieken. Konden zij toch meer werken in de open lucht; zich wijden aan land- en tuinbouw, reeds als schoolkind zich toeleggen op het kweeken van vruchten. Heerlijk, rijp, sappig, smakelijk ooft moet niet langer een weelde artikel blijven. Gemeen-goed moet het worden, en als de aardappel verstrekt aan hen, aan wie het reeds veel te lang onthou den werd. Van harte hoop ik, dat er binnen kort geldon zullen verzameld worden tot het aanleggen van schoolboomgaarden. Zonder geld vermag men niets. Welke vrouw, zou niet grif haar penninkske offeren in het vooruitzicht, dat ook onze arme kinderen, eindelijk ds weelde zullen genieten vruchten te eten. * * # Lief, jong moedertje, opeens door den dood ontnomen aan haar echtgenoot en haar heel jonge kindertjes. De infante Maria de las Mercedes, prinses van Asturië, was de oudste dochter van koning Alfonsus de Xlle en Maria Christina van Oostenrijk. Zij werd den 14den September 1880 geboren en huwde den Uden Februari van het jaar 1901, prins Char les de Bourbon, zoon . van den graaf van Caserte. Charles de Bourbon werd genatu raliseerd Spanjaard, en door zijn jeugdigen zwager, Alfonsus XIII, regeerend vorst van Spanje, als generaal aan het Spaansche leger toegevoegd. De echtverbintenis van deze twee jonge menschen was zeer gelukkig. Twee zoons waren hun reeds geboren, waarvan het oudste prinsje nog geen drie jaar telt, Den Uden October j.l. schonk het jonge moe lertje ontijdig het leven aan een dochtertje. Drie dagen na de geboorte van dit kindje, bezweek Maria de las Mercedes', diep betreurd door haar echtgenoot, haar moeder, zuster en broer. Heel de Spaansche natie is onder den indruk van dit smartelijk verlies. De prinses4an Asturiëwas is veel opzichten het evenbeeld harer moeder. Als zij, was zij ernstig, gods dienstig, liefdadig, ontwikkeld. Zij sprak do iransche, duitsche en engelsche talen even vlot als haar Spaansch. Zij hield veel van lichaamsbewegingen was een onverschrokken amazone. Wanneer zij op haar met vier muil dieren bespannen phaëton door de straten van Madrid reed, werd zij door de menigte steeds blijmoedig gegroet en toegejuicht. Xu is er zware rouw in haar groot paleis, dat zij door haar liefdevolle zorgen en persoon lijke bemoeiingen tot een gezellig huis ha weten in te richten. CAi'itiCE.d

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl