De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 13 november pagina 5

13 november 1904 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1429 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR N EDE R L AND. De avonturen van Tijl Uilenspiegel". Naar de Duitsche uitgave van JOHANNES NICKOL, versierd met lustige prenten van GEORG BAELÖSIÜS, bewerkt onder toezicht van C. JOH. KIEVIET. Uitgave Van Holkema & "VVarendorf, Amsterdam. Wie kent niet de levensgeschiedenis van Tijl Uilenspiegel, den snaak aller snaken, wiens lust en leven het was, zijn Tijl-uil-en-spiegelt e voorstelling nam een aanvang. Vlug en los gleed Tijl heen en weer. Alle kunsten gingen hem gemakkelijk af. Nu nog n toer", riep hij den verzamelden toe, maar daarvoor moet ik van elk van jelui den linkerschoen hebben". medemensehen voor den gek te houden. Sedert eeuwen reeds werden zijn guitïgheden door dichters bezongen, door kunstenaars in beeld gebracht, en door eens werden er 'een aantal streken uit weg gelaten die minder salonfahig" waren cf andere er aan toegevoegd, die toespelingen op de geestelijkheid bevatNa een kwartiertje slak Tijl de handen eens uit en trok den voorman aan de haren. Zeg eens," riep deze, je moest die flauwe grappen laten. Trek je soort aan 't haar." Neen, maar die is fijn!" zei de ander, ik sjouw, dat ik- er haast onder bezwijk en dan zal ik nog grappen maken." Grommend en kijvend ging 't tweetal verder. Maar nu duwde Tijl den achtersten met zijn neus tegen den korf. Verschrikkelijk, wat werd die kwaad. Hij liet de draagbaar los en pakte zijn kameraad bij den nek, om[hem[een paar ferme opstoppers te geven' Wat er soms in een bijenkorf kan zitten. uitgevers onder den volke verspreid, wien het een schat van volgeestigheid, een huispostil, een nooit verdroogde bron van scherts en vroolijkheid werd." Nu ten, waardoor men in een voorrede van een katholieke uitgave omstreeks 1(J0 de waarschuwing vindt tegen den schandaleuzen druk, den welken tot Amster1 maar verder reisde Tijl, en van Maagdenburg ging onze vriend naar Brunswijk. Uilenspiegel built meel in den maneschijn. ijHH¥HnTTnniiinnnHi¥«nniniiinnniBi'*' Waardoor het Einbecker bier zoo krachtig was. van Wonderbaarlijke en zeldzame Historie van Thyl Uilenspiegel, van zijn schalke, listige potsen en boeverijen, die hij in zijn leven als ook in zijn dood bedreven heeft; een der oudste drukken, bij Hillen van Hoochstraten te Antwerpen dagteekent reeds van 1512. Zoo ziet men hoe de schimpelijcke werkêen wöderlijcke auontueren" reeds langen tijd oud en jong vermaakt hebben, wat wel een bewijs voor oorspronkelijkheid van het.werk is, dat vooral ten platten lande in de bij zondere gunst der bewoners stond, en Een groote tasch en nog geen geld. De nijdige melkvrouwen [te Bremen, Uilenspiegel laat zijn schoenen in het vet zetten. lam, bij Broer Jansz. op de niéuwe-zij de achter den Burgwal in de zilveren ikan gedrukt is, die dient tot verergenisse en schandaal van de goede Catholyken, over zulks men dien niet kan lesen zonder /.ijne ziele te bezwaeren." Men had dan ook toendertijd een speciale protestant.?iche en katholieke Uilenspiegel, naast de overigen die u verhalen : De Historie van Thijl Ulenspieghel van zijn schalke Boeverijen, die im bedreven heeft, seer ijenoechlijc met schoone figuren, of de Wonderlycke Levensgeschiedenis van Thyl Uilenspiegel, behelzende zijn schalkachtig en avontuurlijk leven. Op nieuw verbeterd i n vermeerderd, met zcldzaamheden ivelke nog nimmer bekend zijn geweest, of zelfs op de scholen als spel- en leesboek'ge| bruikt werd. Zij zijn dan ook voor kin deren, al heel vermakelijk die verhaleni hoe Uilenspiegel zijn schoenen in het vet laat zetten, of hoe hij uilen en stekel varkentjes bakt, zich in een bijenkorf verstopt, koorddanser wordt enz., enz., en we twijfelen dan ook niet of de nieuwste uitgave, van Tijl's avonturen, bewerkt onder toezicht van den als schrij ver van kinder- en jongensboeken wel bekenden C. Joh. Kieviet, dezer dagen bij de firma Van Holkema & Warendorf verschenen, zal zijn weg wel weer vinden. De loffelijke en boertighe daden van Tjjl, Zijn wel van ouden herkomst en stijl, Doch wel begrepen vol wijsheijt en lof, Al zijn ze voor den kitteloor wat bij ster grof. Wie kent ze niet van den snaak aller snaken, Zij kunnen den huis- en den edelman ver(maken. En de lustige prentjes van Georg Barlösius, die ons als in den tijd van Uilenspiegel zelf verplaatsen, zij zullen eeds in Hildesheim waren de kippetjes gekloven en stond Magerman weer om den hoek te gluren. er] in 'niet geringe mate toe bijdragen de aantrekkelijkheid van deze uitgave te verhoogen, en haar te maken tot een genot voor de jeugd. Zoo veroorzaakte ijl nog twist na zijn dood. R. W. P. Jr.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl