Historisch Archief 1877-1940
E5Ï.
DE AMSTERDAMMER -WEEKBLAD VOO R NEDERLAND.
No. 1429
m Zwitserse ml,
Te Lauf anne was er een nationale tentoon
stelling van schilderyen, aquarellen en
teekeningen. Al zyn 't uitsluitend inzendingen van
Zwitsers, was het totaal, omonderscheidenheid
van karakter, in drieën te verdeelen. De
belangwekkendste groep is die in Zwitserland
zelf werkt, de beide anderen in Parijs en
München b«-zig, zijn daar ginds geheel inge
leefd. Btf de eerste vatt op te merken een
trachten tot penetreeren den geest van hun
eigen land bjj 't streven naar keering van
buitenlandsche invloeden. Al is het over
't algemeen middelmatig werk, en
vertoonen zich b\j verschillende opvattingen weinig
sterke persoonlijkheden, toch ia de
tentoonjBteiling in zooverre belangwekkend, daar er
aanwijzingen te vinden z\jn waarheen de
Zwitsersche kunst zuiver uitgroeien kan, 't zoeken
?waarnaar, b\j de meesten, het min of meer
bewuste leitmotiv was. Bij de
landgchapschilders is het vechten om zelfstandigheid 't
duidelykst waar te nemen, naast een meerderheid
van dilettanten-werk. Dit land, waar de natuur
haar pracht uitstalt Q lijnenspel, dwingt bijna
daardoor al tot een systeem, wqst naar een eigene
richting. Vanzelf speurt de geest eerst naar
indeeling van de reeksen machtige bergketens,
verbazing Trekken de tallooze verschillende
vorm-combinaties, ontzetting de dreigende
kloven en spleten, wonderlijke lichteffecten
prikkelen den lust tot nauwlettend verklaren.
Eer wenscht onze bevatting naar geologische
kennis, dan dat onze geheele ziel ontroerd
wordt door machtige harmonie tusschen hemel
en aarde. De meeste schilders brengen het
door vaste teekening, veelzijdige constructie,
daarna met invulling van smaakvolle, goed
samenklinkende kleurvakjes, als steentjes in
een mozaïek gepast, tot een aangenaam geheel.
Onze aandoening blijft daarbij gewoonlijk
gelijk aan die, welke 't zien van een har
monieus, weipassend damestoillet geeft. Werk
uit pure auhilderslusf gedaan, als uit de spon
tane verrukking bij 't zien van den kleurigen
lap om den kop van een Jordaaumeid gebon
den, staat daar pal tegenover. De kleur steunt
hier niet de lijn, is niet onafscheidelijk van
den tijdelijken toestand van het wezen, maar
afhankelijk van den eens voor goed geweten
stand van het vlak. Een onophoudelijk ver
anderende alles omhullende vibreerende at
mosfeer ontbreekt; daardoor zijn er niet genoeg
voortdurend vergelijkingen te maken, waar
door alleen kan ontwaken het vermoeden van
het onvatbare, en gevoed worden de groeien
de lust tot doorgronden. Vlak schuift achter
vlak in positieve omlyning. Zóó is er vaak
een wanhopig trachten naar nauwkeurigheid,
waarbij alle warmte verloren is gegaan, daar
de sterkste spanning bleef binnen de-grenzen
van wijdste uitzetting van verstandelijke
vermogens. Waar b\j enkelen drang naar
dieper peilen, naar 't geven van iets eigens
bestaat, reflot 't vermogen niet verder dan
tot het vertolken van een geliefd mo
ment, een '?bekend" sentiment, waarvan
als bij bepaalde punten in de natuur, ge
weten wordt dat het mooi is. Een schil
deren zonder vreugd, zonder wortels in
't aardsche levensbewegen, waarin aan
dachtig lezen, alleen maar waarachtig schoon
heidsbegrip kan doen opwellen, 't Is hier een
opgevoerde vakgeleerdheid, die verdrogen en
vergaan moet, tot reactie zal leiden, zooals
ook weer een ingesnoerd vrouwenlichaam
niet meer om 't zuivere Ievensschoon bewon
derd wordt, maar tot karikatuur overgaat.
In geen geen enkel systeem is het menschelijk
voelen te knellen, ieder moet zelf zijn gedachte
tot wezen maken, alleen daar waar dat streven
het meest oprecht is, kan kunst opbloeien.
Het werk van Burnand o.a., bestaande
zoowel uit figuurstukken als uit land
schappen, is een met smaak verhalen van
zekere conventionneele gevoelens geworden,
waarbij toevallig verf is te pas gekomen;
eigenlijk goedkoop propagandawerk. Dergelijk
gedoe moet vergaan daar het buiten 't genot
van gestadig vergeleken, rusteloos omwerpen
en levensvol doen staat. In 't berglandschap
hier1 ligt wel een aanleiding tot constructie en
stijleering. Dat er weinig in 't Zwitsersche
natuurkarakter is wat op eenmystieken aanleg
kan inwerken, zou men vermoeden daaruit, dat
er geen enkele poging tot uitbeelding van
sprookjes of legenden, van Zwitserschen
grondaard, op de tentoonstelling te vinden was.
Zwitsersche eigenschappen, die voor mij naar
een uit zichzelf groeikrachtige kunst kunnen
leiden, zijn wel 't meest essentieel te vinden
in 't werk van Hodler. Er zijn drie schilderijen
van hem: oen landschap en twee symbolieke
voorstellingen. Zijn landschap is straf en
opgewekt gedaan. Zonder hinderlijk uitgezocht
te zijn, toch een geval waar het land op zijn
best uitkomt. Een kalm meer, koud star
watervlak, slechts korten tijd bevrijd ge
durende de zomermaanden van de dwingende
ijskorst. Er dalen naar af veel bewogen profie
len van bergketens, die almaar van weerszij
naar elkaar inschuiven, als couliessen, de een
van achter d' ander, tot dat ze in de verte
aaneensluiten achter 'n nevelwand, diep in
't dal. 't Schilderij is koelkrachtig van kleur
en de voelbaar nabije lucht, door kleur en
lijn, in strakken samenhang met de
gemouvementeerde teekening van de aarde. De
beide andere werken zyn: Teil en Jeune
homme admirépar la femme, 't Lijkt me,
dat de behoefte aan voorstellingen van 't
abstracte, op den dnur in Zwitserland ge
noegdoening kan vinden in werk, bedoeld
als Teil. Teil nuchter-bevattelijke persoon
lijkheid, typeering van de Zwitsersche eigen
schappen : krachtige doortastendheid in
weioverdacht handelen, onverschrokkenheid en
warme vaderlandsliefde en in de geïdeali
seerde herinnering het beeld, van waartoe
die leiden kunnen in druk en nood. In dien
geest is er prachtige samenhang te vinden
tusschen natuur en volksaard, en ook blijk
baar zoo bedoeld in Hodler'« schilderij; 't is
heel decoratief gehouden en de kleuren zijn
wel wat hinderlijk ruw. Overdreven dat is
altijd een kwade aanmerking bij een schilderij
en, die viel hier toch nog wel te maken.
Jeune homme admirépar la femme, is meer
een gestyleerde opvatting van een karakter
trek door n mensch.
De twee groepen uit Parijs en München
zijn alleen maar even aardig om in't groot te
vergelijken. Er is meer middelmatig goed
werk, dan bij de eigenlijke Zwitsers, maar de
geest is aan beide zijden van de tweede hand
en bij de meesten naar 't uiterlijk, alleen
overgenomen.
Vooral bij de Duitschers, die onaangenaam
zyn van sentimentaliteit en zich verwringen
tot allerlei bizarre gedachten-poses, met 't
blijkbare doel nu eens heel oorspronkelijk
nai'ef, grappig of eng te wezen, 't Eenvoudig
zuivere sprookje b.v. wordt ziekelijk opge
blazen, wanstallig verminkt, ook weer mei
de bedoeling 't geënerveerde publiek te prik
kelen. Er is ook wat trouwhartig, burgerlijk
werk. De Franschen zijn dadelijk al oneindig
dragelijker om het onverhulde van hun
gevoelens, die sterk socialistisch getint zijn.
Jammer is het, dat zy in 't melodramatische
vervallen en in opzettelijk, rauwe kleuren
wreedheid etc. willen leggen.
, M. G.
OosUe tapijten en weefsels.
Ik ben zwart, maar schoon. Uwe dochters
van Jerusalem, zooals de wachter van Cedars,
zooals de tapijten van Salomon!
Hooglied van de bruid van Salomon.
Caj). I. vers 4.
Mijnheer de Redacteur!
Het doel van mijn schrijven is de aan
dacht te. vestigen op de belangrijkheid der
oude Oostersche tapijten en weefsels, vooral
de eerste. Wellicht zijn er hier te vinden,
die door kennis op dit gebied, of door exem
plaren in hun bezit, een nauwkeurige be
schrijving of photografie mij toe te zenden.
Als kunstschilder heeft müsteeds het
schoone getroffen, wat démenschen in vroe
gere tijden gemaakt hebben. De oud-Oos
tersche tapijten waren 't vooral, die door
hunne zinnebeeldige teekeningen, kleuren en
indeelingen mij hebben doen verwonderd
staan wegens'hun schoonheid en pracht.
Sinds enkele jaren is dan ook myn ge
liefde studie de karakters daarvan te ontle
den, in groepen te verdeelen, het maaksel
na te gaan, b. v. de wijze van knoopen, enz.
de toepassing der zinnebeeldige en symboli
sche plant- en diervormen (vobrabde laatste,
de nomaden en Perzische tapijten), in het
gewyde en profane.
Oostenrijk, Duitschland, Engeland (deze
laatste vooral de Indische voorbrengselen)
hebben zich verdienstelijk gemaakt door schrift
en beeld voor die hoogst interessante kunst
voortbrengselenIk heb in de eerste plaats op het oog de
middeleeuwsche exemplaren, en die, welke
vaak op oude schilderstukken voorkomen,
zooals b.v. in de voorhalle van het gemeente
huis te Nijmegen en elders, om alzoo in
groepen te verdeelen, na te gaan den in vloed
van verschillende Oostersche volkstammen
in die kunst wederzijds en de grondstoffen,
ja in sommige gevallen het schilderen met
de naald (zie Die Persische Nadelmalerei",
Susandschird van Karabacek).
Het verband van die kunst met dat der
bouw en versiering, de voorlooper der schil
derkunst, is zeer nauw; voor de bouwkunst
b.v. het gebedtapijt Jai-Namas", oord des
gebeds, waarop in de meeste gevallen de
Mirhab voorkomt, het is bestemd in de
woestijn de moskee te vervangen. De ver
siering en toepassing zijn onovertroffen, men
zocht meer de bekoring der zinnen dan de
bevrediging van het verstand.
De Pers b.v. als Oosterling met dichter
lijke natuur kan den geheelen dag de schoon
heid van een bloem beschouwen of zijn
gebedtapijt,
Drinkt! mijne oogen drinkt dat heerlijk
geschetner der kleuren in grootsche en rijkste
harmonie."
Zuza", melkwitte lelie (naam der oude
stad Suzian) op blauwe velden, beteekenis:
reinheid, zelfbeheersching, doodsverachting
aan den Hoogste God gewijd.
Purper, violen, wat beteekende verlangen,
eenvoudigheid: op groene velden, te saam
gevat met het woord E", God, in vurig rood
vurige aanbidding, of wel J;i nebi"! o pro
feet ! in de prachtige karaktervolle Arabische
en Kufflsche letterteek enen, Asja gods
dienstige of mysthische spreuken, maar die
uit de Koran genomen zijn.
Anemonen",goddelijke liefde, in bloedrood,
Lotos", in gesloten knop, geluk, menschelijke
ziel. Geel-rooden ran onkelknoppen-lief heb
ben ; daarvoor ook de anjelieren, beide ge
hecht en verspreid aan den Levensboom"
heiligen boom van het Paradijs, die streng
gestyleerd in de Mirhab" d. i. heilige plaats
van overweging dikwijls of meest voorkomt.
De zoom of omlijsting van de tapijten,
thiraz" genaamd, moet alles omvatten wat
den Schepper moet prijzen.
De koninklijke safraankleur, edele metalen
verweven met glinsterende zijden beteekende:
tranen voor den grootsten God.
Op de tapijten van Nivive waren acht
hoekige sterren, meetkunstige figuren, ver
spreid als de vlakken op het lenig luipaard
of het vlugge hert (kracht, vlugge gehoor
zaamheid,).
Daar het in den koran verboden was mensch
n dier natuurlijk uit te beelden, komen op
de Perzische tapijten veelvuldig voor streng
gestyleerde diervormen voor, b.v. luipaard',
iert, de eerste vaak met een band om den
tials en naar achter ziende kop.
Den gestyleerde draak Khilin, griffioen, als
verschillende onderscheidingsteekenen der
oude dynastièn der Chineezen, vind men op
de tapijten der Tartaren, Mongolen.
Dat zijn de tapijten door den Oosterling
als droomer en dichter in vroegere tijden ge
maakt, voortgebracht hier op aarde, maar met
godsdienstig gevoel voor den hamel bestemd.
De tapijten verborgen den ingang der
Tioskeeën of tempels, smoorden de voetstap
pen daar, omhingen en overschaduwden de
*raven en tranen.
Het kleinere gebedtapijt, berekend voor
den last der kameelen in de steppen of
Woestijn, moest den tempel vervangen voor
ien die aldaar hunne gebeden en over
wegingen wilden verrichten.
Die tapijten waren : oogenrust voor dien
mensch die zijn God wil dienen iu strengen
gedachten en begeerten ; zielegaven aan Hem
die de ziel gaf.
De tijd en plaats beletten mij bij deze een
uitvoerigen en vergelijkende studie te geven
over de Christelijke kunst; ik zou ook kunnen
aantoonen de voortbrengselen der
OudSfoorsche, der Oud-Italiaansche (Abas tapijten)
m die der Spaansche, onder invloed der
Arabieren en Mooren.
Ik hoop door dit schrijven enkele te hebben
opgewekt,meer nauwkeurig deOud-Oostersche
apijten te gaan zien en te vergelijken, het
;enie der ontwerpers na te gaan onder den
nvloed van klimaat en omgeving, hun zeden
m denken; dan zal meh door de groote
verscheidenheid en persoonlijk karakter ver
baasd staan, dat er betrekkelijk weinig hier
;e lande gevonden worden, die voor de rijke
edachten van Oosterling op dat gebied in de
midden eeuwen daarvoor iets voelen en be
grijpen.
Breda. GÉKAKD VAN DEK HEIJDEN.
UIT DB NATUUR.
Nog eens over paddestoelen.
Om paddestoelen ? te gaan determineeren
had ik in de laatste weken niet noodig naai
buiten te gaan. Van alle zyden van 't lanc
heb ik doosjes en pakjes en blikjes vol thuis
gekregen naar aanleiding van myn opstelletj e
van voor-verleden week.
De meeste inzenders wilden weten of da;
nu vergiftige of eetbare soorten waren:
en naar mjjn beste weten heb ik geantwoord
Wel wat laat naar den zin der schry vers wel
licht.
Dat is evenwel opzet geweest, maar geen
boos opzet. Immers, al is de mij toege
zonden soort algemeen toekend en erkend als
eetbaar en smakelijk, wie waarborgt mij
dat bij 't inzamelen er geen andere tusschen
geraken welke voor iemand, die niet aan
plantenbepalen heeft gedaan, sprekend op de
goede soorten geleken.
Ik heb daarom wat getalmd met antwoor
den, tot de koude dagen van verleden week
deden vermoeden, dat het uit zou zijn met
dezen mooten langen zomer en herfst, en
daarmee met het leven der paddestoelen.
Maar nu is 't zoowaar ook 's nachts weer
lauw warm gaan worden en de thermometer
wees van morgen in de vroegte boven de
50 gr. De paddestoelen schoten verleden week
weer op, alsof het nog eens weer September
zou worden.
Laat ik nu nog eens duidelijk herhalen:
wie niet zelf paddestoelen met een der ge
noemde boekjes kan determineeren moet geen
proefnemingen gaan doen; -tenzij een des
kundige bvj 't inzamelen tegenwoordig is.
Begin dan met de buiszwammen, die ken
merken hebben waarop beter te vertrouwen
valt, voor een beginner althans, dan bij de
plaatz wammen het geval is.
In 't schetsje dat ik bij 't tweede opstel
heb geteekend, dacht ik voldoende duidelijk
de verschillen tusschen de gewone of echte
champignons (rechts) en de giftige Amanita's
(links) te hebben aangegeven ; toch werd mij
een pakket bezorgd met amanita's (dezelfde
soort die ik geteekend heb) en 't briefje be
helsde het verzoek eens te willen zeggen of
tusschen deze champignons zich ook giftige
soorten bevonden.
Er was maar n champignon bij; de rest
was gevaarlijk of ten minste oneetbaar. Toen
ik dat zag, kreeg ik even spijt dat ik over
't paddestoelen-eten begonnen was. Wat de
menschen toch slecht lezen kunnen, en
prentjes kijken in 't geheel niet.
Maar gisteren schrikte ik werkelijk. Daar
komt me een dame aanzetten met een padde
stoel netjes in vloeipapier verpakt, die nïets
meer of minder bleek te zijn dan de
vliegenzwam, die groote plaatzwam met den
vlamrooden hoed bestrooid met witte roomplekjes.
Die was zoo mooi, die zou wel goed zijn om
te eten, niet waar?"
Eerst dacht ik voor den gek gehouden te
worden, daarna dat zij mij op een delicate
manier onder 't oog wilde brengen hoe onver
antwoordelijk ik had gehandeld met bij leeken
het gebruik van paddestoelen aan te prijzen.
Maar neen, het was heusch ernstig en op
recht bedoeld. : ?
Nu dacht ik in löjjn ohnoozelheid, dat elk
kind die vlregenzw*ttu,-dat duivelsbrood zoo
als wij jongens het noemden, wel kende en
voor de giftigste onder de gifiigsten zou hou
den. Ik dacht dat het algemeen bekend was,
dat vroeger en nu nog wel, deze prachtige
paddestoel gebruikt werd om kamervliegen
te dooden. Gedroogd, tot poeder gemalen en
met melk of brandewijn vermengd is het een
oud middel om de vliegen, onze lastigste
tafelgenooten, 's zomers uit de wereld te
helpen ; maar waar snoepzieke kinderen uiee
aan tafel zitten, is 't middel zoo gevaarlijk
als rattekruid. En dan de eerlijk gemeende
vraag of het unheimlich ding eetbaar is.ïerwijl
ik toch tot driemaal toe gezegd heb, dat juist
al de plaatzwammen met een knolvormig
verdikten voet n een ring n witte sporen
als gevaarlijk moeten worden beschouwd.
Ook ontving ik van verschillende kanten
de opmerking dat ik de allereenvoudigste en
beproefde huismiddeltjes om de giftige van
de goede soorten te onderscheiden had ver
zwegen, en het lastige determineeren met
boek of afbeelding als voorwaarde voor het
gebruik had gesteld.
Zoo heb je 't koksmiddeltje met de zilveren
lepel, die zwart wordt als er giftige padde
stoelen onder de champignons zijn geraakt;
n met de witte ui, die als hij met de cham
pignons mee wordt gekookt, een loodkleur
aanneemt, indien er gif schuilt in het gerecht
inet champignons bereid. Ook het keukenzout
dat geel wordt als 't op een giftige paddestoel
wordt gestrooid.
Ik geloof nu eenmaal niet aan dergelijke
tooverachtige huismiddeltjes, en als leek
zou ik er het zwijgen toe doen; doch op
jezag van dr. ined. chünemann, SaaitiUsrat
;e Brunswijk *) durf ik wel zeggen, dat al de
genoemde middeltjes hoegenaamd geen
zekeraeid geven, dat er giftige paddestoelen onder
de goede zijn geraakt; en dat het zich verla
ten op dergelijke verkleurmiddeltjes al heel
wat vergiltingen heeft veroorzaakt en dat ze
omgekeerd vele eetbare soorten een kwaden
naam hebben bezord.
Wat toch is het geval? W\j Amsterdam
mers weten wel, bij monde van onze huis
vrouwen en dienstmeisjes, dat al 't schuren
van 't zilveren of roodkoperen keukengerei
,00 weinig helpt, het slaat toch dadelijk weer
aan. Welnu dat aanslaan van den lepel in
hampignoiis heeft niets te maken met het
al of niet aanwezig zijn van vergif in het
ien, miiar komt overeen met het aanslaan
van het gepoetste zilver en koper in de
keueiis, die heel dicht bij Amsterdamse h
rachten zijn gelegen; er ontstaat een
dof en donker gekleurd laagje op, een
zwavelwaferstofverbinding. In paddestoelen,
iie veel eiwitstof bevatten, ontstaat daar
door bij de goede, zoowel als bij de
verMEUBELEN
T A P U T E
NMETAALWAREN
AARDEWERK
T LANDRÉ-AMSTERDAM
REGULIERSGRACHT-48
giftige soorten, zwavelwaterstof, zoodra er
ontbinding plaats heeft. Op zgn hoogst kan
de zilveren lepel of de ui of het zout aan
duiden, dat de champignons of andere
paddesoorten al wat te oud zijn, om ze nog als
smakelijk en ongevaarlijk te kunnen gebrui
ken. Giftige van niet giftige soorten kunnen
er niet door onderscheiden worden.
En zooals ik al gezegd, oude bedorven
paddestoelen, ook de stellig eetbare, zijn even
schadelijk als bedorven eieren of rottend
vleesch.
Dan is mij ook gevraagd: welke zijn de
syraptenen der vergiftiging en welke tegen
giften bestaan er?
Voor zoover ik door lectuur en navraag bij
deskundigen te weten ben gekomen, werkt
het paddestoelen-vergif bijna altijd reeds
wanneer het nog in de maag aanwezig is en
veroorzaakt dan dikwijls een brandend gevoel
in de keel, maagpynen, hevige dorst en bra
kingen. Komen deze laatste niet spoedig dan
moet een middel toegediend worden. Ik vind
vermeld, behalve de bekende mechanische
middelen (vinger of veer in de keel en
maagpomp) braakwijn, lauw water, daarna ijs in
Vliegenzwam of Duivelsbrood,
(even voor het uittrekken van den hoed
vuurrood met roomwitte wratjes, de resten
van omhullend vlies.) Uit Hei en Dennen".
den mond-, en wonderolie toedienen of
klysteeren. Als het gif al langer gewerkt heeft,
krijgt de patiënt darmkrampen en flauwten.
Dan wordt looizuur (2 gr. op l L. water) toe
gediend, ook warme baden en bij hevige pijnen
morphine. Het spreekt wel vanzelf dat alleen
op aanwijzing van een arts de laatstgenoemde
geneesmiddelen aangewend mogen worden.
Wanneer die dadelijk te hulp geroepen wordt,
is er hoogst zelden levensgevaar. In de zeld
zame ernstige gevallen, als de arts eerst laat
aanwezig kan zijn, wordt er ook wel een inspui
ting met strychnine toegediend. Gevallen met
doodelijken afloop blij ven buitendien zeld
zaam.
Ten slotte het verloop van een geval van
vergiftiging aan een arts zelf overkomen en
door hem beschreven. De keukenmeid had
op de markt paddestoelen gekocht, die door
den marktmeester waren nagezien en goed
gekeurd ; maar die, zooals later bleek, de zeer
giftige Russuia emetica zijn geweest.
Ze werden zooals gewoonlijk niet olie, zout,
peterselie en peper en met de tradionneele
ui gekookt. De dokter zelf at er het meeste
van, de overige huisgenooten weinig. Hij
alleen kreeg spoedig er na maagpijn, werd
duizelig, daarop overviel hem een gevoel van
zwakte, zoodat hy te bed moest gelegd wor
den. Daarna begon het overgeven. De flauw
ten herhaalden zich met korte
tusschenpoozen, waarin de dokter-patiënt groot verlangen
voelde, ijskoud water te drinken. Hoe meer
hij dronk hoe korter de flauwten duurden.
Het braken hield spoedig op, ook de andere
wijze van afvoeren. Hij viel in slaap en
voelde zich daarop veel aangesterkt. Nog een
week lang gevoelde luj, vooral bij hoesten
of bij aanraking, hevige pijnen in de inge
wanden. Warme omslagen en
brandewijncompressen hielpen; hij had nog eenige dagen
een viezen smaak in den mond; wijn en
vleesch stonden hem tegen. Daarna was hij
geheel hersteld. El HEIMA^S.
*) Die Pflanzen-vergiftungen. Ihre
Erscheinungen und Heilverfahren, 1.30 Mark.
Tekst bij de dierhinde-platen van Ad.
Lehmann, door /E. HEIMANS. Deel I,
Afrika. Gebr. Ebert, Amst. 60 blz. f 0.75.
Het zal den onderwijzers, die Lehmann's
platen op school gebruiken, zeker1 genoegen
doen, dat er een Nederlandsche tekst bij
verschijnt en dat deze uit de pen van een
zoo bevoegd auteur zal vloeien. Dit eerste
deeltje behandelt alleen de dieren uit Afrika
(mensch-apen, leemv, kameel, olifant, wever
vogel, struisvogel, pelikaan, Nijl-krokodil,
giraffe, treksprinkhaan, neushoorn, hyena,
papagaai, zebra) en Heimans' grootste talen-'
ten, nauwkeurig opmerken in de natuur en
er daarna prettig over vertellen, komen dus
hier niet tot hun recht, maar zijn vermogen
om verstandig uit een overvloedig rijke litte
ratuur te kiezen en het gekozene op ge
schikte wijze aan de onderwijzers ten
gebruike aan te bieden, valt hier wel in hooge
mate in waardeeren.
De onderwijzers zullen in dit boekje juist
vinden, wat z\j bij het gebruik der wand
platen moeten weten en zelfs in dikkere boe
ken vaak te vergeefs zoeken, en als zij een
goed gebruik ervan maken in de klasse, kan
de schooljeugd ervan genieten. Hier en
daar heeft de schrijver, door waarnemingen
uit Artis mede te deelen, toch iets van de
levendigheid aan de schetsjes geschonken, die
anders bij het behandelen van zulke ver van
huis levende dieren moest ontbreken.
Het werkje is netjes uitgevoerd en al de
behandelde wandplaten zijn op verkleinde
schaal in het zwart er in afgedrukt.
Dr. V. B.
J. J. BIESING,
Kunsthandel.
'S-GRA.VENHAGE,
-Molenstraat^* en 67.
Moderne Schilderijen,
Aquarellen en Gravures.
Panorama-Getouw.
Amsterdam, Plantage.
Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil
derijen, Perzische Tapijten.
Vwtle prijzen. Toegang vrij.
Laat Uwe woning inrichten
Nieuwe ontwerpen. Smaakvolle ensembles.
Zeer billyke noteering. Foto's en Prijscouranten en
Begrootingen gratis. Plaatsing door eigen personeel
onder volledige garantie. Vele attesten.
AmSTERDAQ]
AARDEWERK
EH TEGELS
ROKIN120, AMSTERDAM
KACHELS-HAARDENHAARDGARNITUREN
===ENLAMPEN.===