De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 13 november pagina 6

13 november 1904 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

E5Ï. DE AMSTERDAMMER -WEEKBLAD VOO R NEDERLAND. No. 1429 m Zwitserse ml, Te Lauf anne was er een nationale tentoon stelling van schilderyen, aquarellen en teekeningen. Al zyn 't uitsluitend inzendingen van Zwitsers, was het totaal, omonderscheidenheid van karakter, in drieën te verdeelen. De belangwekkendste groep is die in Zwitserland zelf werkt, de beide anderen in Parijs en München b«-zig, zijn daar ginds geheel inge leefd. Btf de eerste vatt op te merken een trachten tot penetreeren den geest van hun eigen land bjj 't streven naar keering van buitenlandsche invloeden. Al is het over 't algemeen middelmatig werk, en vertoonen zich b\j verschillende opvattingen weinig sterke persoonlijkheden, toch ia de tentoonjBteiling in zooverre belangwekkend, daar er aanwijzingen te vinden z\jn waarheen de Zwitsersche kunst zuiver uitgroeien kan, 't zoeken ?waarnaar, b\j de meesten, het min of meer bewuste leitmotiv was. Bij de landgchapschilders is het vechten om zelfstandigheid 't duidelykst waar te nemen, naast een meerderheid van dilettanten-werk. Dit land, waar de natuur haar pracht uitstalt Q lijnenspel, dwingt bijna daardoor al tot een systeem, wqst naar een eigene richting. Vanzelf speurt de geest eerst naar indeeling van de reeksen machtige bergketens, verbazing Trekken de tallooze verschillende vorm-combinaties, ontzetting de dreigende kloven en spleten, wonderlijke lichteffecten prikkelen den lust tot nauwlettend verklaren. Eer wenscht onze bevatting naar geologische kennis, dan dat onze geheele ziel ontroerd wordt door machtige harmonie tusschen hemel en aarde. De meeste schilders brengen het door vaste teekening, veelzijdige constructie, daarna met invulling van smaakvolle, goed samenklinkende kleurvakjes, als steentjes in een mozaïek gepast, tot een aangenaam geheel. Onze aandoening blijft daarbij gewoonlijk gelijk aan die, welke 't zien van een har monieus, weipassend damestoillet geeft. Werk uit pure auhilderslusf gedaan, als uit de spon tane verrukking bij 't zien van den kleurigen lap om den kop van een Jordaaumeid gebon den, staat daar pal tegenover. De kleur steunt hier niet de lijn, is niet onafscheidelijk van den tijdelijken toestand van het wezen, maar afhankelijk van den eens voor goed geweten stand van het vlak. Een onophoudelijk ver anderende alles omhullende vibreerende at mosfeer ontbreekt; daardoor zijn er niet genoeg voortdurend vergelijkingen te maken, waar door alleen kan ontwaken het vermoeden van het onvatbare, en gevoed worden de groeien de lust tot doorgronden. Vlak schuift achter vlak in positieve omlyning. Zóó is er vaak een wanhopig trachten naar nauwkeurigheid, waarbij alle warmte verloren is gegaan, daar de sterkste spanning bleef binnen de-grenzen van wijdste uitzetting van verstandelijke vermogens. Waar b\j enkelen drang naar dieper peilen, naar 't geven van iets eigens bestaat, reflot 't vermogen niet verder dan tot het vertolken van een geliefd mo ment, een '?bekend" sentiment, waarvan als bij bepaalde punten in de natuur, ge weten wordt dat het mooi is. Een schil deren zonder vreugd, zonder wortels in 't aardsche levensbewegen, waarin aan dachtig lezen, alleen maar waarachtig schoon heidsbegrip kan doen opwellen, 't Is hier een opgevoerde vakgeleerdheid, die verdrogen en vergaan moet, tot reactie zal leiden, zooals ook weer een ingesnoerd vrouwenlichaam niet meer om 't zuivere Ievensschoon bewon derd wordt, maar tot karikatuur overgaat. In geen geen enkel systeem is het menschelijk voelen te knellen, ieder moet zelf zijn gedachte tot wezen maken, alleen daar waar dat streven het meest oprecht is, kan kunst opbloeien. Het werk van Burnand o.a., bestaande zoowel uit figuurstukken als uit land schappen, is een met smaak verhalen van zekere conventionneele gevoelens geworden, waarbij toevallig verf is te pas gekomen; eigenlijk goedkoop propagandawerk. Dergelijk gedoe moet vergaan daar het buiten 't genot van gestadig vergeleken, rusteloos omwerpen en levensvol doen staat. In 't berglandschap hier1 ligt wel een aanleiding tot constructie en stijleering. Dat er weinig in 't Zwitsersche natuurkarakter is wat op eenmystieken aanleg kan inwerken, zou men vermoeden daaruit, dat er geen enkele poging tot uitbeelding van sprookjes of legenden, van Zwitserschen grondaard, op de tentoonstelling te vinden was. Zwitsersche eigenschappen, die voor mij naar een uit zichzelf groeikrachtige kunst kunnen leiden, zijn wel 't meest essentieel te vinden in 't werk van Hodler. Er zijn drie schilderijen van hem: oen landschap en twee symbolieke voorstellingen. Zijn landschap is straf en opgewekt gedaan. Zonder hinderlijk uitgezocht te zijn, toch een geval waar het land op zijn best uitkomt. Een kalm meer, koud star watervlak, slechts korten tijd bevrijd ge durende de zomermaanden van de dwingende ijskorst. Er dalen naar af veel bewogen profie len van bergketens, die almaar van weerszij naar elkaar inschuiven, als couliessen, de een van achter d' ander, tot dat ze in de verte aaneensluiten achter 'n nevelwand, diep in 't dal. 't Schilderij is koelkrachtig van kleur en de voelbaar nabije lucht, door kleur en lijn, in strakken samenhang met de gemouvementeerde teekening van de aarde. De beide andere werken zyn: Teil en Jeune homme admirépar la femme, 't Lijkt me, dat de behoefte aan voorstellingen van 't abstracte, op den dnur in Zwitserland ge noegdoening kan vinden in werk, bedoeld als Teil. Teil nuchter-bevattelijke persoon lijkheid, typeering van de Zwitsersche eigen schappen : krachtige doortastendheid in weioverdacht handelen, onverschrokkenheid en warme vaderlandsliefde en in de geïdeali seerde herinnering het beeld, van waartoe die leiden kunnen in druk en nood. In dien geest is er prachtige samenhang te vinden tusschen natuur en volksaard, en ook blijk baar zoo bedoeld in Hodler'« schilderij; 't is heel decoratief gehouden en de kleuren zijn wel wat hinderlijk ruw. Overdreven dat is altijd een kwade aanmerking bij een schilderij en, die viel hier toch nog wel te maken. Jeune homme admirépar la femme, is meer een gestyleerde opvatting van een karakter trek door n mensch. De twee groepen uit Parijs en München zijn alleen maar even aardig om in't groot te vergelijken. Er is meer middelmatig goed werk, dan bij de eigenlijke Zwitsers, maar de geest is aan beide zijden van de tweede hand en bij de meesten naar 't uiterlijk, alleen overgenomen. Vooral bij de Duitschers, die onaangenaam zyn van sentimentaliteit en zich verwringen tot allerlei bizarre gedachten-poses, met 't blijkbare doel nu eens heel oorspronkelijk nai'ef, grappig of eng te wezen, 't Eenvoudig zuivere sprookje b.v. wordt ziekelijk opge blazen, wanstallig verminkt, ook weer mei de bedoeling 't geënerveerde publiek te prik kelen. Er is ook wat trouwhartig, burgerlijk werk. De Franschen zijn dadelijk al oneindig dragelijker om het onverhulde van hun gevoelens, die sterk socialistisch getint zijn. Jammer is het, dat zy in 't melodramatische vervallen en in opzettelijk, rauwe kleuren wreedheid etc. willen leggen. , M. G. OosUe tapijten en weefsels. Ik ben zwart, maar schoon. Uwe dochters van Jerusalem, zooals de wachter van Cedars, zooals de tapijten van Salomon! Hooglied van de bruid van Salomon. Caj). I. vers 4. Mijnheer de Redacteur! Het doel van mijn schrijven is de aan dacht te. vestigen op de belangrijkheid der oude Oostersche tapijten en weefsels, vooral de eerste. Wellicht zijn er hier te vinden, die door kennis op dit gebied, of door exem plaren in hun bezit, een nauwkeurige be schrijving of photografie mij toe te zenden. Als kunstschilder heeft müsteeds het schoone getroffen, wat démenschen in vroe gere tijden gemaakt hebben. De oud-Oos tersche tapijten waren 't vooral, die door hunne zinnebeeldige teekeningen, kleuren en indeelingen mij hebben doen verwonderd staan wegens'hun schoonheid en pracht. Sinds enkele jaren is dan ook myn ge liefde studie de karakters daarvan te ontle den, in groepen te verdeelen, het maaksel na te gaan, b. v. de wijze van knoopen, enz. de toepassing der zinnebeeldige en symboli sche plant- en diervormen (vobrabde laatste, de nomaden en Perzische tapijten), in het gewyde en profane. Oostenrijk, Duitschland, Engeland (deze laatste vooral de Indische voorbrengselen) hebben zich verdienstelijk gemaakt door schrift en beeld voor die hoogst interessante kunst voortbrengselenIk heb in de eerste plaats op het oog de middeleeuwsche exemplaren, en die, welke vaak op oude schilderstukken voorkomen, zooals b.v. in de voorhalle van het gemeente huis te Nijmegen en elders, om alzoo in groepen te verdeelen, na te gaan den in vloed van verschillende Oostersche volkstammen in die kunst wederzijds en de grondstoffen, ja in sommige gevallen het schilderen met de naald (zie Die Persische Nadelmalerei", Susandschird van Karabacek). Het verband van die kunst met dat der bouw en versiering, de voorlooper der schil derkunst, is zeer nauw; voor de bouwkunst b.v. het gebedtapijt Jai-Namas", oord des gebeds, waarop in de meeste gevallen de Mirhab voorkomt, het is bestemd in de woestijn de moskee te vervangen. De ver siering en toepassing zijn onovertroffen, men zocht meer de bekoring der zinnen dan de bevrediging van het verstand. De Pers b.v. als Oosterling met dichter lijke natuur kan den geheelen dag de schoon heid van een bloem beschouwen of zijn gebedtapijt, Drinkt! mijne oogen drinkt dat heerlijk geschetner der kleuren in grootsche en rijkste harmonie." Zuza", melkwitte lelie (naam der oude stad Suzian) op blauwe velden, beteekenis: reinheid, zelfbeheersching, doodsverachting aan den Hoogste God gewijd. Purper, violen, wat beteekende verlangen, eenvoudigheid: op groene velden, te saam gevat met het woord E", God, in vurig rood vurige aanbidding, of wel J;i nebi"! o pro feet ! in de prachtige karaktervolle Arabische en Kufflsche letterteek enen, Asja gods dienstige of mysthische spreuken, maar die uit de Koran genomen zijn. Anemonen",goddelijke liefde, in bloedrood, Lotos", in gesloten knop, geluk, menschelijke ziel. Geel-rooden ran onkelknoppen-lief heb ben ; daarvoor ook de anjelieren, beide ge hecht en verspreid aan den Levensboom" heiligen boom van het Paradijs, die streng gestyleerd in de Mirhab" d. i. heilige plaats van overweging dikwijls of meest voorkomt. De zoom of omlijsting van de tapijten, thiraz" genaamd, moet alles omvatten wat den Schepper moet prijzen. De koninklijke safraankleur, edele metalen verweven met glinsterende zijden beteekende: tranen voor den grootsten God. Op de tapijten van Nivive waren acht hoekige sterren, meetkunstige figuren, ver spreid als de vlakken op het lenig luipaard of het vlugge hert (kracht, vlugge gehoor zaamheid,). Daar het in den koran verboden was mensch n dier natuurlijk uit te beelden, komen op de Perzische tapijten veelvuldig voor streng gestyleerde diervormen voor, b.v. luipaard', iert, de eerste vaak met een band om den tials en naar achter ziende kop. Den gestyleerde draak Khilin, griffioen, als verschillende onderscheidingsteekenen der oude dynastièn der Chineezen, vind men op de tapijten der Tartaren, Mongolen. Dat zijn de tapijten door den Oosterling als droomer en dichter in vroegere tijden ge maakt, voortgebracht hier op aarde, maar met godsdienstig gevoel voor den hamel bestemd. De tapijten verborgen den ingang der Tioskeeën of tempels, smoorden de voetstap pen daar, omhingen en overschaduwden de *raven en tranen. Het kleinere gebedtapijt, berekend voor den last der kameelen in de steppen of Woestijn, moest den tempel vervangen voor ien die aldaar hunne gebeden en over wegingen wilden verrichten. Die tapijten waren : oogenrust voor dien mensch die zijn God wil dienen iu strengen gedachten en begeerten ; zielegaven aan Hem die de ziel gaf. De tijd en plaats beletten mij bij deze een uitvoerigen en vergelijkende studie te geven over de Christelijke kunst; ik zou ook kunnen aantoonen de voortbrengselen der OudSfoorsche, der Oud-Italiaansche (Abas tapijten) m die der Spaansche, onder invloed der Arabieren en Mooren. Ik hoop door dit schrijven enkele te hebben opgewekt,meer nauwkeurig deOud-Oostersche apijten te gaan zien en te vergelijken, het ;enie der ontwerpers na te gaan onder den nvloed van klimaat en omgeving, hun zeden m denken; dan zal meh door de groote verscheidenheid en persoonlijk karakter ver baasd staan, dat er betrekkelijk weinig hier ;e lande gevonden worden, die voor de rijke edachten van Oosterling op dat gebied in de midden eeuwen daarvoor iets voelen en be grijpen. Breda. GÉKAKD VAN DEK HEIJDEN. UIT DB NATUUR. Nog eens over paddestoelen. Om paddestoelen ? te gaan determineeren had ik in de laatste weken niet noodig naai buiten te gaan. Van alle zyden van 't lanc heb ik doosjes en pakjes en blikjes vol thuis gekregen naar aanleiding van myn opstelletj e van voor-verleden week. De meeste inzenders wilden weten of da; nu vergiftige of eetbare soorten waren: en naar mjjn beste weten heb ik geantwoord Wel wat laat naar den zin der schry vers wel licht. Dat is evenwel opzet geweest, maar geen boos opzet. Immers, al is de mij toege zonden soort algemeen toekend en erkend als eetbaar en smakelijk, wie waarborgt mij dat bij 't inzamelen er geen andere tusschen geraken welke voor iemand, die niet aan plantenbepalen heeft gedaan, sprekend op de goede soorten geleken. Ik heb daarom wat getalmd met antwoor den, tot de koude dagen van verleden week deden vermoeden, dat het uit zou zijn met dezen mooten langen zomer en herfst, en daarmee met het leven der paddestoelen. Maar nu is 't zoowaar ook 's nachts weer lauw warm gaan worden en de thermometer wees van morgen in de vroegte boven de 50 gr. De paddestoelen schoten verleden week weer op, alsof het nog eens weer September zou worden. Laat ik nu nog eens duidelijk herhalen: wie niet zelf paddestoelen met een der ge noemde boekjes kan determineeren moet geen proefnemingen gaan doen; -tenzij een des kundige bvj 't inzamelen tegenwoordig is. Begin dan met de buiszwammen, die ken merken hebben waarop beter te vertrouwen valt, voor een beginner althans, dan bij de plaatz wammen het geval is. In 't schetsje dat ik bij 't tweede opstel heb geteekend, dacht ik voldoende duidelijk de verschillen tusschen de gewone of echte champignons (rechts) en de giftige Amanita's (links) te hebben aangegeven ; toch werd mij een pakket bezorgd met amanita's (dezelfde soort die ik geteekend heb) en 't briefje be helsde het verzoek eens te willen zeggen of tusschen deze champignons zich ook giftige soorten bevonden. Er was maar n champignon bij; de rest was gevaarlijk of ten minste oneetbaar. Toen ik dat zag, kreeg ik even spijt dat ik over 't paddestoelen-eten begonnen was. Wat de menschen toch slecht lezen kunnen, en prentjes kijken in 't geheel niet. Maar gisteren schrikte ik werkelijk. Daar komt me een dame aanzetten met een padde stoel netjes in vloeipapier verpakt, die nïets meer of minder bleek te zijn dan de vliegenzwam, die groote plaatzwam met den vlamrooden hoed bestrooid met witte roomplekjes. Die was zoo mooi, die zou wel goed zijn om te eten, niet waar?" Eerst dacht ik voor den gek gehouden te worden, daarna dat zij mij op een delicate manier onder 't oog wilde brengen hoe onver antwoordelijk ik had gehandeld met bij leeken het gebruik van paddestoelen aan te prijzen. Maar neen, het was heusch ernstig en op recht bedoeld. : ? Nu dacht ik in löjjn ohnoozelheid, dat elk kind die vlregenzw*ttu,-dat duivelsbrood zoo als wij jongens het noemden, wel kende en voor de giftigste onder de gifiigsten zou hou den. Ik dacht dat het algemeen bekend was, dat vroeger en nu nog wel, deze prachtige paddestoel gebruikt werd om kamervliegen te dooden. Gedroogd, tot poeder gemalen en met melk of brandewijn vermengd is het een oud middel om de vliegen, onze lastigste tafelgenooten, 's zomers uit de wereld te helpen ; maar waar snoepzieke kinderen uiee aan tafel zitten, is 't middel zoo gevaarlijk als rattekruid. En dan de eerlijk gemeende vraag of het unheimlich ding eetbaar is.ïerwijl ik toch tot driemaal toe gezegd heb, dat juist al de plaatzwammen met een knolvormig verdikten voet n een ring n witte sporen als gevaarlijk moeten worden beschouwd. Ook ontving ik van verschillende kanten de opmerking dat ik de allereenvoudigste en beproefde huismiddeltjes om de giftige van de goede soorten te onderscheiden had ver zwegen, en het lastige determineeren met boek of afbeelding als voorwaarde voor het gebruik had gesteld. Zoo heb je 't koksmiddeltje met de zilveren lepel, die zwart wordt als er giftige padde stoelen onder de champignons zijn geraakt; n met de witte ui, die als hij met de cham pignons mee wordt gekookt, een loodkleur aanneemt, indien er gif schuilt in het gerecht inet champignons bereid. Ook het keukenzout dat geel wordt als 't op een giftige paddestoel wordt gestrooid. Ik geloof nu eenmaal niet aan dergelijke tooverachtige huismiddeltjes, en als leek zou ik er het zwijgen toe doen; doch op jezag van dr. ined. chünemann, SaaitiUsrat ;e Brunswijk *) durf ik wel zeggen, dat al de genoemde middeltjes hoegenaamd geen zekeraeid geven, dat er giftige paddestoelen onder de goede zijn geraakt; en dat het zich verla ten op dergelijke verkleurmiddeltjes al heel wat vergiltingen heeft veroorzaakt en dat ze omgekeerd vele eetbare soorten een kwaden naam hebben bezord. Wat toch is het geval? W\j Amsterdam mers weten wel, bij monde van onze huis vrouwen en dienstmeisjes, dat al 't schuren van 't zilveren of roodkoperen keukengerei ,00 weinig helpt, het slaat toch dadelijk weer aan. Welnu dat aanslaan van den lepel in hampignoiis heeft niets te maken met het al of niet aanwezig zijn van vergif in het ien, miiar komt overeen met het aanslaan van het gepoetste zilver en koper in de keueiis, die heel dicht bij Amsterdamse h rachten zijn gelegen; er ontstaat een dof en donker gekleurd laagje op, een zwavelwaferstofverbinding. In paddestoelen, iie veel eiwitstof bevatten, ontstaat daar door bij de goede, zoowel als bij de verMEUBELEN T A P U T E NMETAALWAREN AARDEWERK T LANDRÉ-AMSTERDAM REGULIERSGRACHT-48 giftige soorten, zwavelwaterstof, zoodra er ontbinding plaats heeft. Op zgn hoogst kan de zilveren lepel of de ui of het zout aan duiden, dat de champignons of andere paddesoorten al wat te oud zijn, om ze nog als smakelijk en ongevaarlijk te kunnen gebrui ken. Giftige van niet giftige soorten kunnen er niet door onderscheiden worden. En zooals ik al gezegd, oude bedorven paddestoelen, ook de stellig eetbare, zijn even schadelijk als bedorven eieren of rottend vleesch. Dan is mij ook gevraagd: welke zijn de syraptenen der vergiftiging en welke tegen giften bestaan er? Voor zoover ik door lectuur en navraag bij deskundigen te weten ben gekomen, werkt het paddestoelen-vergif bijna altijd reeds wanneer het nog in de maag aanwezig is en veroorzaakt dan dikwijls een brandend gevoel in de keel, maagpynen, hevige dorst en bra kingen. Komen deze laatste niet spoedig dan moet een middel toegediend worden. Ik vind vermeld, behalve de bekende mechanische middelen (vinger of veer in de keel en maagpomp) braakwijn, lauw water, daarna ijs in Vliegenzwam of Duivelsbrood, (even voor het uittrekken van den hoed vuurrood met roomwitte wratjes, de resten van omhullend vlies.) Uit Hei en Dennen". den mond-, en wonderolie toedienen of klysteeren. Als het gif al langer gewerkt heeft, krijgt de patiënt darmkrampen en flauwten. Dan wordt looizuur (2 gr. op l L. water) toe gediend, ook warme baden en bij hevige pijnen morphine. Het spreekt wel vanzelf dat alleen op aanwijzing van een arts de laatstgenoemde geneesmiddelen aangewend mogen worden. Wanneer die dadelijk te hulp geroepen wordt, is er hoogst zelden levensgevaar. In de zeld zame ernstige gevallen, als de arts eerst laat aanwezig kan zijn, wordt er ook wel een inspui ting met strychnine toegediend. Gevallen met doodelijken afloop blij ven buitendien zeld zaam. Ten slotte het verloop van een geval van vergiftiging aan een arts zelf overkomen en door hem beschreven. De keukenmeid had op de markt paddestoelen gekocht, die door den marktmeester waren nagezien en goed gekeurd ; maar die, zooals later bleek, de zeer giftige Russuia emetica zijn geweest. Ze werden zooals gewoonlijk niet olie, zout, peterselie en peper en met de tradionneele ui gekookt. De dokter zelf at er het meeste van, de overige huisgenooten weinig. Hij alleen kreeg spoedig er na maagpijn, werd duizelig, daarop overviel hem een gevoel van zwakte, zoodat hy te bed moest gelegd wor den. Daarna begon het overgeven. De flauw ten herhaalden zich met korte tusschenpoozen, waarin de dokter-patiënt groot verlangen voelde, ijskoud water te drinken. Hoe meer hij dronk hoe korter de flauwten duurden. Het braken hield spoedig op, ook de andere wijze van afvoeren. Hij viel in slaap en voelde zich daarop veel aangesterkt. Nog een week lang gevoelde luj, vooral bij hoesten of bij aanraking, hevige pijnen in de inge wanden. Warme omslagen en brandewijncompressen hielpen; hij had nog eenige dagen een viezen smaak in den mond; wijn en vleesch stonden hem tegen. Daarna was hij geheel hersteld. El HEIMA^S. *) Die Pflanzen-vergiftungen. Ihre Erscheinungen und Heilverfahren, 1.30 Mark. Tekst bij de dierhinde-platen van Ad. Lehmann, door /E. HEIMANS. Deel I, Afrika. Gebr. Ebert, Amst. 60 blz. f 0.75. Het zal den onderwijzers, die Lehmann's platen op school gebruiken, zeker1 genoegen doen, dat er een Nederlandsche tekst bij verschijnt en dat deze uit de pen van een zoo bevoegd auteur zal vloeien. Dit eerste deeltje behandelt alleen de dieren uit Afrika (mensch-apen, leemv, kameel, olifant, wever vogel, struisvogel, pelikaan, Nijl-krokodil, giraffe, treksprinkhaan, neushoorn, hyena, papagaai, zebra) en Heimans' grootste talen-' ten, nauwkeurig opmerken in de natuur en er daarna prettig over vertellen, komen dus hier niet tot hun recht, maar zijn vermogen om verstandig uit een overvloedig rijke litte ratuur te kiezen en het gekozene op ge schikte wijze aan de onderwijzers ten gebruike aan te bieden, valt hier wel in hooge mate in waardeeren. De onderwijzers zullen in dit boekje juist vinden, wat z\j bij het gebruik der wand platen moeten weten en zelfs in dikkere boe ken vaak te vergeefs zoeken, en als zij een goed gebruik ervan maken in de klasse, kan de schooljeugd ervan genieten. Hier en daar heeft de schrijver, door waarnemingen uit Artis mede te deelen, toch iets van de levendigheid aan de schetsjes geschonken, die anders bij het behandelen van zulke ver van huis levende dieren moest ontbreken. Het werkje is netjes uitgevoerd en al de behandelde wandplaten zijn op verkleinde schaal in het zwart er in afgedrukt. Dr. V. B. J. J. BIESING, Kunsthandel. 'S-GRA.VENHAGE, -Molenstraat^* en 67. Moderne Schilderijen, Aquarellen en Gravures. Panorama-Getouw. Amsterdam, Plantage. Antieke Meubelen, Porceleinen, Schil derijen, Perzische Tapijten. Vwtle prijzen. Toegang vrij. Laat Uwe woning inrichten Nieuwe ontwerpen. Smaakvolle ensembles. Zeer billyke noteering. Foto's en Prijscouranten en Begrootingen gratis. Plaatsing door eigen personeel onder volledige garantie. Vele attesten. AmSTERDAQ] AARDEWERK EH TEGELS ROKIN120, AMSTERDAM KACHELS-HAARDENHAARDGARNITUREN ===ENLAMPEN.===

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl