De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 20 november pagina 5

20 november 1904 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1430 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOB NEDERLAND. MAGGr AROMA OIH t6 krUld.611 is een eenig beproefd middel om gerechten, groenten, vleezen, soepen, sausen, ragouts, oogenblikkelijk een krachtigen aangenamen geur en smaak te geven. Een kleine hoeveelheid is voldoende. Verkrijgbaar bij alle soliede kruideniers en comestibleshandelaren. MAGGI's onderscheidingen: 5 groote Prijzen, 30 Gouden Medailles, 6 Eere-Diploma's, 7 Eere-Prijzen, zesmaal buiten mededinging, o. a. 1899 en 1900 Wereldtentoonstelling Parijs. Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het Generaal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HOEN, Amsterdam. ?iiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiHimiitimiiiimmiiiiiMniiiiimiiiiimiui iiiiiiiiiiiiiiiirtiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiittiiiiiiitiiiiiiiiiMiiiiiiiniiiiiHiiiiiiMiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiii Loüise Micbel. Loüise Michel op het tooneeltje. Schets van C. Scharten. In de straat, die naar den woesten Danton heet, dreigend staat zijn bronzen stand beeld aan het eind, op den Boulevard St.-Germain in die straat is het gebouw der Sociétés Savantes". Ben vredes-meeting, een feestbanket ter eere van Verhaeren woonden wij er een bij ze zijn er niet uitgesloten, maar toch, thuis zjjn er eerst de felle politieke vergade ringen, die de agenten voor de deur bren gen, de belendende straten doen afzetten met gehelmd n geharnast paardevolk, om by het ? uitgaan opstootjes te voorkomen; want de tegenstanders, in schreeuwende en partjj-liederen joelende troepen, wachten drommend op den woeligen nacht-boulevard. Voor eenige maanden trad er op, verwonderhjk-snel hersteld van een zóó ernstige ziekte, dat reeds haar doodsbericht de ronde deed, de revolutionnaire, wier wassen-beeld ik als kind eens zag in de gruwelkamer van een Panopticum, de Pétroleuse", de Vierge Rouge", Loüise Michel. Dien lauwen, neveligen zomeravond, in het late schemergrijs, waarin de rosse geel heid der lantarens als zieke plekken weekte, was het voor de halfduistere poort van het vergadergebouw 't doffe rumoer van enkel publiek te voet, en daar door heen het gedempte venten van brochures: tusschen de don kere, schuifelende menschen het flappen van een wit blad, Le Libertaire, het vlekken van dun-bladige, roode boekjes, bij 't eentonig afraffelen van: Travailleur tu ne voteras point! Soldat, tu ne tireras pas! dix cen times I * # * Een holle zaal met schaarsche menschen; een klein galerijtje, goedkoop, al stampvol. Maar langzaam vullen zich de stoelenrijen. Achter en opzy schikken zich: een socialis tisch student met zijn meisje, een blank en teringroze gezichtje zonder trekken, en waarin alleen de ree-ronde, vochte fonkels der dweepoogen; een oud heertje, die over zijn brilletje in zjjn Petit Journal leest, en die zich dit sensationeele'nu eens betalen wil: Loüise Michel, in een lezing: Aux Portes de la Mort"; een leelijke, bejaarde juffrouw met hardblonden, gefriseerden krullebol, een karmijn-roze blouse en rood-beveerden gelen stroohoed; en zoo komen er meer geëmancipeerde" dames, Parijs-modezuchtig en ijdel gebleven, van de wjjs door verkeerd-begrepen tractaatjes-lectuur, en ook vooral burgermadammen, met moderne, nobele en muurvaste overtuigin gen. Een eindje weg in de volstroomende zaal zit, bleek, met kortgeknipt haar om een jongensgezicht, een Russische studente; zoo een moderne Russin vindt het noodig, raad selachtig te hjken; vreemd en stug sluit ze zich in het somber masker van haar ge zichtje ; ze lacht even opgewonden, k\jkt dan verbitterd; ze zou zóó gek kunnen worden. Op 't tooneeltje is ook leven gekomen. Langs den zolder zjjn drie rijen gasvlammetjes aangesprongen, en er komen te zitten in 't helle licht: vrije vrouwen ook, maar vrijer nog en ingewijder; de welige, gulle madame Savary, zangeres, componiste, fameuse feministe; madame Huy, een wonderlijk oud dametje, die zeer vrij en modern meent te zijn met altijd te durven dragen een middeleeuwsch costuum van zwarte zijde en kant, twee grijze krullen uit een zwart zij kapje; een kordate juffrouw zonder oogharen, een naakt matelootje op, een kouden neus voor uit; een vrouw in wier kleurige opdirking de schorre en hettige geluiden te snorken schijnen van het draaiorgel, waarnaast ze wel gaan moet, maar niet gaat: de oude vriendin van Loüise Michel.... Huiverig is 't, al die vreemde, besloten individualiteiten om zich heen, bizonder alle, en zoo dof toch en onharmonisch de meeste. En nu ineens een stokoud zieltje, de kern der aandacht; ze is er voor je 't weet; dat is ze nu, Louise Michel; de overgang is erg, een groote persoonlijkheid niet te kennen, en dan ineens ze te zien, vlak b\j. Duizelt ze van het volk, haar liefde, daar weer vóór haar na doodelijke krankte? Ze struikelt.... God! ze breekt haar been! 't is een verschrikkelijk en onnoozel oogenblik; ze krabbelt weer op; Ce nèriên l" snauwt ze de zaal in; en ze staat achter de tafel, bibberend op de beenen in 'r sluike rokken; te rammelen lijkt het mager lijf binnen het wollen doekje; het hoofd schokt aan de slappe strot-vellen er uit op, het smalle ge deukte hoofd met den langen neus, den mummelmond, het haar in plukken naast de ingeputte, strakke slapen en kort neerpiekend om het groezelig halsje; een zwarte strooien hoed staat, ver vooruit, hard en los op 't skelettig hoofd; 't lijkt eerst ordinair, schaapachtig-valsch, dat gezicht; doch zie het oogje; naakt ondereen haarloos, hooggetrokken wenkbrauw-streepje van rood vleesch, is 't als van een varken; maar zie het zélf! zie, het is een warm-glanzend oogje, 't zwak oogje van oud menschje, 't vurig diep-in gloeiende oogje van een mooie, hoog wil lende ziel. Een vent, die haar op tournee begeleidt, een schreeuwerige meneer, heeft Louise" het woord gegeven, en een neuzige, scherpe stem klinkt beverig: Citoyins ! citoyinnes!"... de lippen smakken, ze schijnt even na te denken; dan uit het sidderende lichaam trilt weer de stem, als met vlagen schraal en doordrin gend, of hokkerig, zwak en wankelend. Er is iets hards in haar toon, en iets onverschilligs; maar die onverschilligheid is haar wijze van te ontloopen allen schijn van persoonlijk effectbejag; die hardheid, het is of ze er mee wil doödbijten eerst de weeke vereeringen, de oppervlakkige aandoenlijkheden, waarvan ze weet, wat ze waard zijn. Dan, als ze meent zuiverheid te hebben in de atmosfeer, eenvoud, waarheid, dan, lang zamerhand, gaat in de scherpte van het ge luid een felle warmte blaken. Simpel is het verhaal van haar ziekte. Te dun gekleed had ze gewaadeld uren lang door een woud bij sneeuw ? c'était fort beau I" ? maar ze had kou gevat en de ziekte streed in haar. Eerst had zij zich niet gewonnen gegeven, lezingen gehouden tegen de koorts in, gedacht door wil de krankte te bezweren; maar het kwaad had haar verslagen in het end, en ze was aan den rand van het sterven geweest. Het sterven... wat een schoonheid ook dat weer voor de volksprofetes met haar dichterlijken geest, diep-in mystiek, al zou ze het zelf niet willen bekennen, en als mystiek gevoeld ook door haar materialistische medestanders, die haar soms wantrouwen daarom.... Het sterven! En mourant, tout doucement, on se sent devenir de plus en plus simple et toutes les choses apparaissent comme d'une grande simplicité...." En men voelt zich wegslinken, men voelt zijn ik verzwinden in de algemeenheid, in een wijd en teer aarde-gevoel. Het heerly ke sterven! Voor het eerst en voor het laatst voelt men niet meer dat ellendige individu, hebzuchtig en verraderlijk, voor het eerst en voor het laatst wordt men los, heerlijk los en vrij en zonder zorg! Vereenvoudigt het veel-werktuigig organisme niet zóó, dat de zintuigen te vervloeien schijnen ? dat de brieven en telegrammen, die mijn oogen niet meer konden zien, ik meende te lezen met mijn voelende handen ? Die brieven en telegrammen, ziyn zij niet tot inij gekomen als wils-stroomingen, die mij terugtrokken tot het leven. Tot het leven ... waartoe ? Omdat die brieven en telegrammen aan een oud wijf (une vieille loque) dat krepeerde en nooit meer wat terug zou kunnen geven, mij hebben gebracht de nieuwe, en zoo oude, waarheid, welke ik u nu terug wil brengen van de Portes de la Mort"! Den dwazen waan van de liefde hebben zij voor het eerst tot een nooit vermoede, tot een tastbare werkelijkheid voor mij [gemaakt. Ik weet nu, dat er is de zuivere en niets terug begeerende liefde. Ga ik nu dood, peu m'importe ik heb het geleerd: de menschheid is niet slecht; ze is niet zoo slecht, dat ze alleen maar waard is het dynamiet. Ze heeft de liefde; slecht is ze niet in haar aard I maar opgevoed is zij slecht, opgevoed is zij... misdadig l" Zoo, in rauwe, maar bezielde taal, sprak en zong het oude wjjf en de dichteres Louise Michel. . Het was een fel-gestookt leven, dat zijn denkingen gloeiend goot om de grijze stervens-herinneringen. Gloeide nu ook niet dat leelijk gelaat diep van binnen uit, bij het verloren-er-in-op-staren ? Tot ineens wij het zagen: was er niet iets in dat gezicht, dat aan de gelaatstrekken herinnerde van haar versten antagonist? leek niet een ander zeer-levend gelaat vaag op dit bleek oud-vrouwehoofd? leefde er niet iets in dat oog, in dien mond, die in het geluk van de vaste en schoone wijsheid, ge vonden aan de poorten des doods, wijd en zalig te glimlachen begon iets van Leo den dertiende ? Het was minder edel, het was minder fijnverstandig, maar het was dichterlijker. Waar gene, uit zijn scherp intellect, ge dachten kristallizeerde en afmat in de strakke maten zijner Latijnsche verzen, vloot uit deze, na de vroegere, wilde stroomen van hartstoch telijke willingen, de golvende, levende ge dachte, als een wijde zee, waar diep-in de klaarheden blonken als groote volumen van vloeibaren edelsteen. Kinderen van eenzelfde eeuwigheid geleken ze, elkaar gelijkend, maar de vertegenwoor digers van tegenovergestelde machten, gene het gave en schoone, bealepene dogma, deze het bewogene, ongebreidelde leven! En voor het vervagend en verstervend beeld van Leo den dertiende, leefde het ge havend hoofd van Louise Michel, min heilig, maar menschelijker. M. SCHAHTEN?ANTINK. Parijs, 20 October 1904. Modes. Chrysanthen. Egyptische prin sessen te Biarritz. Wie zullen de meerderheid vormen ? De modellen van de grands couturiers" der rue de la Paix, of die der mode-koningen van den Boulevard Haussmann ? De toiletten door de eerste vervaardigd, kenmerken zich door wijde bo venmouwen ; en, o schrikbeeld ! om de mouwen toch vooral forsch en breed te laten uitstaan, met baleinen geschoven tus schen voering en bovenstof. Helaas! nu zullen wij niet meer vlug en lenig, zonder hulp, in onze mantels kunnen glijden. Wij zullen moe ten uitkijken naar een welwillende hand, die de wijde, boelige mouwen omzichtig neerdrukt, om ze zoo min mogelijk onder den druk der mantelmouwen te kneuteren. De confectiemagazijnen van den Boulevard Haussmann huldigen nog de slooping shoulder" uit het Victoria-tijdperk; zij vertoonen den langen op den bovenarm afdalenden schoudernaad en... zér nauwe mouwen. Dus, zoowel met het een, als met het ander, is men gekleed naar de allerlaatste mode. De costuumrokken zijn zér wijd; óók wijd en woelig om de heupen. Het gemouleerde, het weinig of in 't geheel geen heupen, is ouderwetsch. Een voorrecht voor de dikkertjes! Wat moeder natuur in haar wijsheid ons onthield, kan door slim overleg worden aan gevuld. Verhullen wat zij schonk, kan óók, maar is vél moeilijker. De onderrok moet zér wijd en geknipt zijn, naar het model van den costunmrok. De Parijzenaars richten aan alle schouwburg-bezoeksters de dringende bede, niet in de komedie te verschijnen met reusachtige win^rhoeden. Zeer begrijpelijk. Iedereen, die naar een theater gaat, wil niet alleen hooren, maar ook zien. De echtgenoote van een bekenden Parijschen tooneelkriticus geeft tegenwoordig een goed en sierlijk voor beeld. Op haar weelderige, zwarte lokken draagt zij een touffe licht-getinte bloemen, die het effect maken van een snoezig hoedje, dat door bescheiden omvang aan niemand het uitzicht verspert. Het tout blanc" is op 't oogenblik voor theater-bezoek minder in zwang. Rose, mauve en vieux rouge wordt meer algsmeen in schouwburgen gezien. Het dragen van veel ringen met groote, in kleuren-wiegelende steenen blijft door de mode voorgeschreven. Zij verlangt verder van ons, dat wij ons tooien met armbanden en halsketting. Madame Mode lacht in haar beminnelijk vuistje, om al die druk-doende vrouwtjes, steeds luider en scheller roepend om haar lang vertreden rechten en gefnuikte vrijheid. Vrije vrouwen I zegt zij, ik verlang, dat gij u zult sieren met de symbolen der onder werping! Doucet lanceert voor dezen winter bezoektoiletten en robes d'intérieur" van zacht getint laken, gegarneerd met mousseline-desoie. Heel, heel mooi, dat teere, ijle, luchtige mousseline-de-soie, sierlijk uitkomend tegen de correcte strengheid van het fijne laken, maar zeer onpraktisch om bij winter-tem peratuur en vochtige lucht buitenshuis te worden gedragen. Dezelfde Fransche firm* verwerkt ook beeldige Engelsche kostuums, het strenge tailor-made, versierd met veel kleurig borduursel en application. De taf-zij-garneering is geheel vervangen door zijden galon, tres en fluweel. De bonten cape, zoo als die voor eenige jaren werd gedragen, glad om de schouders en tot aan het middel reikend, duikt weer op. Onprak tische kleedingstukken, die den hals boven matig broeien en de armen laten verkleumen. De modieuze wijziging aan deze cape, is de lange stola, reikend tot onder aan den rok. Fransch avondtoilet, model van gezuster» Hoegelin: Robe van zwarte mousseline-de-soie, op licht- blauw taf-zij de onderkleed. Garneering van chantilly kant, zwart op wit. Rok van zwarte mousseline-de-soie bovenaan, rondom gefronst; op kniehoogte zeer wijde volant, met twee boven elkaar geplaatste schuine strookjes onder aan den volant. Rondom is de volant versierd met kant-incrustaties; wit fond met zwarte motieven doorwerkt. Corsage schuin gedrapeerd, ingesloten door zeer hoog, puntig corselet met kant garneering: zwarte entre-deux. Schouderstuk van witte kant, doorwerkt met zwarte motieven. Wijd gedofte bovenmouw; ondermouw van witte kant, met vijf oploopende schuingeplaatste zwarte entre-deux. De ondermouw van elleboog tot aan pols, den arm strak omspannend. November is de maand der chrysanthen, die praeht-bloemen waaraan men nimmer is uitgekeken. Chrysanthen-tentoonstellingen allerwege. Achter de vensters der bloemen winkels glanzen de hel-witte, hard- en zachtgeele, lila, mauve, rose, bruin-geele en rossige touffes der onvolprezen Japansche bloemsoort. Evenals de roos in de chrysanth oneindig in variëteiten. Deze coquette, grillige, v l-geliefde modebloem werd tot dusverre nog niet zooveel door dichters en dichteressen bezon gen als de roos, het viooltje, de vergeet-mijniet en de trotsche orchydee. Blijft de hulde van het rhythmische woord nog te veel aan de chrysanth onthouden, schilders en voor namelijk schilderessen reproduceeren de eigenaardige bloem, losjes wiegelend aan hoogen stengel in olie- en waterverf. In No vember versieren schilderessen haar ateliers met chrysanthen, bestudeeren haar vorm, haar grootte en tint en wat zij met gretigen blik en bewonderend oog in zich opnemen, moet de geoefende hand op 't doek flxeeren. De Fransche bloemenschilderes mevrouw Faux Froidure (afschuwelijke naam voor een kunstenares) geeft in dezen tijd een cursus uitsluitend gewijd aan het chrysanthe-schilderen. De dochter van den bloemenschilder Eugene Carrière, mevrouw Devolvé-Carrière heeft zich in korten tijd naam gemaakt als talentvol bloemenschilderes. Van haar, even als van Louise Abbéma en Madeleine Lemaire zijn de geschilderde chrysanthen her haaldelijk op tentoonstellingen bewonderd en bekroond. Ook onze Nederlandsche bloemenschil deres, mevrouw Marie Barchman-Wuytiers, vatte groote liefde op voor chrysanthen. De aquarellen die zij maakte, van deze bloemen harer speciale belangstelling en bewondering waren zóó echt van vorm, zoo warm van tint zoo sprekend als de natuur zelve. Haar werk werd herhaaldelijk in 't buitenland met goud gekroond. Ook dezen zomer werden de drie beeldschoone Egyptische prinsesjes Semika, Kadria en Bediha zeer bewonderd door logeergasten en reizigers langerenof korteren tijd toevend, in het heerlijke zeeplaatsje Biarritz. De drie zusjes, wier leeftijd wisselt tusschen twintig en vijftien lentes, zijn dochters van prins Hussein en kleindochters van Ismaïl, khedive van Egypte. De prinsesjes zijn naar Europeeschen trant opgevoed; zij spreken vlot eenige moderne talen, musiceeren, schilde ren, doen aan sport en aan handwerken, precies als onze jonge meisjes van goeden huize. De zusjes wekken waar zij zich vertoonen sensatie, door haar klassieke schoon heid, beminnelijkheid en eenvoud. De vrij heid die zij te Biarritz genieten, wordt door het bekoorlijke drietal op hoogen prijs ge steld. In Egypte gaan zij nooit anders uit, dan per rijtuig, de lieve gezichtjes gedekt door den yasmah, niet anders vertoonend dan de geheimzinnige diepte en den glans harer donkere oogen. Voor haar karos r\jdt de in bonte kleederdracht gestoken koerier Sai's. CAPKICE. ^Macarons. Benoodigdheden: 250 gram sui ker, 280 gram zoete amandelen, de geraspte schil van een citroen, het wit van 4 eieren, of l dL. eiwit. 4 bladen ouwel. Bereiding: De amandelen in kokend water zetten, van de schil ontdoen, fijn malen en vermen gen met de suiker, de geraspte citroenschil, het laatst met het zér stijf geklopte eiwit. Van deze massa een theelepel vol plaatsen op vierkante stukjes ouwel, die op een bakblik leggen en de macarons lichtbruin laten bakken in den oven. iiiiiiiiniiiiiiiiiiiiHiHiiiriiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiilillliiiiiiiiiiiiiiiiiiiifiitllli Vrouwenkiesrecht. In het nummer der vorige week doet mevr. Haighton een beroep op Wyoming, om te bewijzen, hoe door vrouwenkiesrecht (actief en passief) het algemeen belang kan worden gebaat. Het zij mij dus vergund, uit een pas ver schenen artikel in de Nineteenth Century ~:f) over het vrouwenkiesrecht in Amerika, te citeeren, wat daarin over den Staat van dien naam met betrekking tot het vrouwenkies recht wordt gezegd. Wyoming, for example, after thirty years of woman suffrage, kept on its statute books, until recently, a law licensing gambling houses and collecting a revenue from them for the public treasury". Uit datzelfde artikel blijkt ook, dat de vrouwenkiezers in Utah meer dan eens bekende Polygamisten tot afgevaardigden hielpen kiezen, ofschoon de veel weverij in Utah reeds lang wettelijk verboden is en dat de gekozenen, onder den invloed der nationale verontwaardiging, door het congres zelf werden uitgestooten. Waar blijft dus nu de goede invloed van het vrouwenkiesrecht op het zedelijk gehalte der wetten ? En toch is die invloed het grootste argument. Amerika in 't algemeen is, wat het vrou wenkiesrecht betreft, een leerzaam voorbeeld. Want nergens heeft de vrouw zulk eene bevoorrechte positie. Volledig kiesrecht hebben de Amerikaansche vrouwen slechts in 4 Staten van de 45 : Wyoming, Colorado, Idaho en Utah, maar de geheele bevolking dier 4 Staten te zamen is nauwelijks een derde van de bevolking van New-York alleen. Twintig andere Staten sluiten de vrouwen van elk kiesrecht uit. Weer 20 andere geven haar slechts kiesrecht in schoolzaken en ook voor het geval de belastingbetalers, door een soort referendum, worden geraadpleegd, en n Staat (Kansas) geeft alleen kiesrecht voor gemeentezaken. Sedert lang bovendien is de beweging voor vrouwenkiesrecht in Amerika tot staan gekomen, omdat het overtuigend is gebleken, dat de vrouwen, die het vragen, slechts eene zeer kleine minderheid vormen. De overgroote massa is onverschillig of beslist vijandig en in meer dan n Staat heeft men vrouwenverenigingen met duizenden en tienduizenden leden, om de verdere uit breiding van het vrouwenkiesrecht tegen te werken. Zij gaan daarbij van het standpunt uit, dat de vrouw aan het intieme familie leven en niet aan het openbare staatsleven behoort en dat vrouwenkiesrecht dus aller minst aan de vrouwen zelf voordeel bren gen kan. In Massachusets is in 1895 een referendum over vrouwenkiesrecht, voorloopig alleen in gemeenteraadszaken, gehouden, waaraan men ook de vrouwen heeft laten deelnemen, maar van de 575.010 vrouwen, die stemmen mochten, namen er slechts 22.000 aan de stemming deel en daaronder waren nog bijna 900 besliste tegenstemsters. In 47 steden gaf niet ne vrouw zich de moeite om op te komen. Terecht hebben de Amerikanen sedert begrepen, dat vrouwenkiesrecht geen reden van bestaan heeft. Sedert 1896 heeft de zaak van het vrouwenkiesrecht in Amerika dan ook niet ne overwinning van belang meer behaald en nog in 1903 hebben de wetgevende lichamen van 13 Staten het stemrecht in eiken vorm aan de vrouwen geweigerd. Nu is het mogelijk, dat de toestand in Nederland anders is, dan in Amerika, maar waarschijnlijk is dat niet en het wil er bij mij niet in, dat het gros der vrouwen in Nederland minder gezond verstand en inzicht heeft, dan het gros der vrouwen in Amerika. Aan verbetering haier rechtspositie op het gebied van het burgerlijk recht, heeft de vrouw hier zeer zeker behoefte en steeds ben ik bereid geweest op dat punt, naar vermogen, mee te werken, maar met een stembiljet zal, noch de vrouw, noch de gemeenschap zijn gebaat. Waar juist eene nieuwe drankwet is aan genomen, die zoo scherp ^ogelijk is en er van de zijde der voorstandsters van vrouwen kiesrecht geen stap is gedaan, om de aan neming dier wet te bevorderen, is vrouwen kiesrecht, om tot een nog strengere wet te komen, niet meer noodig en vermoedelijk ook niet het ware middel. Wil de vrouw aan de drankbestrijding meedoen, dan kan zij dat ook wel, zonder stembiljet en in de eerste plaats door te te zorgen, dat de man niet uit wanhoop naar de kroeg loopt, omdat zijn huishouden niet in orde is. Ik meen dus tegenover mevr. Haighton mijn standpunt te mogen handhaven, maar tevens, bij veel verschil van meening, n groot punt van overeenkomst te mogen vast stellen. Wij schijnen het eens te zijn, dat vrouwenkiesrecht niet is een kwestie van recht, maar van belang. Van belang niet voor de vrouw, maar voor de gemeenschap. Wie voor vrouwenkiesrecht ijvert, zal het aannemelijk moeten maken, dat niet de vrouw, maar de gemeenschap daar beter bij varen zal en waar tot nu toe bijna altijd het belang der vrouw op den voorgrond is gebracht, verheug ik mij, dat het vraagstuk thans eindelijk zuiver is gesteld. Mr. H. VERKOUTEREN. ?14 November 1904. *) De volledige titel is: The check to woman suffrage in the United States. 19th Century van November 1904, p. 833 vlg.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl