De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 27 november pagina 4

27 november 1904 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V00E NEDERLANB. No. 1431 t' IK Van Maurik drukte mühartelijk de hand. Kom je gauw? vroeg hij, wacht je nu niet Jmeer dat je een briefkaart van mij krygt P Je weet nu toch wel, dat je altijd welkom bent, ..Ik beloofde het. En nu moet ik je nog wat zeggen, ?veegde hy er lachend by, je had hél goed met de boot kunnen gaan, o hél goed l Het ia my' alleen om je gezelschap te doen geweest, maar ik heb meer gekregen dan ik zocht. Kom j e gauw Van de week nog ? Van dat «ogenblik zy'n we vrienden ge weest. We hebben elkanders lief en leed gedeeld, meer dan twintig jaren lang. We hebben samen gejuicht en genoten van wat goed en schoon ie, wij hebben ook wel hand in hand gezeten met een traan in het oog en weedom in het hart En thans? Büeen bezoek in zijn stille ziekenkamer bracht ik hem ook de groeten v» i mijn 83-jarige moeder. 1 Er stond een bouquet op tafel dicht bij zijn ledikant. Toen hu wegging, zei hij: Neem een bloem mede, neem de mooiste en geef die aan je moeder. Zeg haar van mij goeden dag, Het zal zoo lang niet meer duren. Gisteren heb ik hem met tal van vrien den en vereerders naar zyn laatste rustplaats gebracht. Zjjn graf werd een heuvel van bloemen! O krancke troost! Wat baet De groene en goude lover! En toen wy weer stadwaarts gingen 'en een _ geweldige sneeuwbui een wit laken spreidde over de geurige bloemen en de kleurige linten, toen dacht ik: Ja, Vondel had geluk: Die staetsie gaet haest over, maar de herinnering aan wat Justus van Maurik voor mij geweest is, zal blijven tot m\jn oog verduistert. Am s t. 23 No v. 1904. WILLEM OTTO. Eenige mededeelingen uit Van Manrik's jeugd. Een vriend zijner jeugd, de heer G. Porti el j e, is op ons verzoek zoo vriendelijk geweest, uit zyn herinneringen iets mede te deelen over v. Maurik in zijn jongelingstijd. Op ongeveer 14-jarigen leeftijd leerde ik van Maurik kennen, het was in het jaar 1861, op de teekenschool der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, waar wij onderwijs ont vingen van J. B. Tétar van Elven. Onze kennismaking werd al spoedig zeer ver trouwelijk. Hij was een recht opgewekte, ooly'ke knaap, reeds toen vol grappen en menigmaal wekte hij bij de jongens den lachlust op door zijn geestige caricaturen die hij met groote handigheid toekende. Juist had hy', even als ik een poppenkast gemaakt waarvoor hy zelf de. poppen teekende, kleurde, op bordpapier plakte en van be weegbare armen en beenen voorzag. Zoo had ik toevallig eenige poppen in mijn teekenportefeuille medegebracht en vertoonden we die, als onze leeraar uit de buurt bleef. WH vulden elkaar om zoo te zeggen aan in net maken van die benoodigdheden voor bet kleine tooneel en vertoonden om beurten in onzen familiekring de vruchten van onzen arbeid. Ouder geworden, werd de vertooning al meer en meer volmaakt en toen we van de poppenkast genoeg hadden, schilderden we een bosch- en kamerdeco ratie met H j m ver f, die dienen moesten om op familiefeestjes vertooningen te geven waarbij wij zelf en eenige neefjes en nichtjes de acteurs waren. Zijn eerste tooneelstukje genaamd: Het Gelegenheidsgedicht" of Veel hoofden veel zinnen", blijspel met zang in n bedrijf, schreef hij bij gelegenheid eener zilveren bruiloft van een oom en tante van mij. Niet lang daarna werden we aangezocht om lid te worden van een Rederijkerskamer -Rhetorica et Amicitia" geheeten. Om als lid te worden toegelaten werd eenige ge schiktheid vereischt iets behoorlijk te kunnen voordragen. Dat hiervoor nog al eens hoogdravende verzen, althans veel te hoog voor de krachten van zoo jeugdige knapen, gekozen werden, laat zich denken. Het genre dat Justus en mij het meest bekoorde, was het komische. We zouden met ons drieën vrienden, tot die yereeniging toetreden: Van Maurik zei: jongens ik zal een kluchtspel schrijven, waarmee wij tegelijk onze proef zullen doen. Toen schreef hij het stukje Tooneelstudiën." Dit blijspelletje was geschreven voor 3 personen, de directeur, de figurant (die 3 karakters moest vervullen) en de tooneelknecht. Later, toen dat stukje op eene uitvoering veel bijval vond, schreef hij de rol van Eosalie, dochter van den directeur, er bij en voegde er nog eenige coupletten aan toe. In een der rederijkersjaarboekjes werd dat stukje het eerst ge drukt met de bij voeging: Blijspel met zang in n bedrijf. In dien tijd werkten we samen, nadat onze bezigheden waren afgeloopen, soms avond aan avond aan goochelstukken. Was er een goochelaar te zien, wij gingen er heen, evenzoo gingen we samen naar de Salon des Variétés in de Nes bij Duport of in de Amstelstraat bij Boas & Judels. Ook bij Van Lier gingen we menig Duitsch tooneelstuk en operette zien. Nog wil ik even vermelden hoe wij de houten Volksschouwburg van Nieuwenhuis, gelegen aan de Schans" bij de Wetering barrière, in vereeniging met eenige vrien den bezochten. De directeur had ons na eenige bezoeken al spoedig herkend en voelde zich blijkbaar vereerd door het be zoek der jongeheeren, hetgeen wij onder vonden door de bereidwilligheid waarmede hij ons goede plaatsen verzekerde. Wij zagen daar o. a. De Schipbreuk der Medusa", Medea" enz. Nog hoor ik de zuivere uit spraak Onzer moedertaal van de in Medea" door twee bloedjes" van kinderen tot hunne moeder gerichte vraag: Au moeder, hipt gaai ons dan niet meir li-ef? En in een ander stuk waar een graaf gekleed in zwarten rok, grijze pantalon, wit vest en lichtgroenen das, een baron met polkahaar en even deftig gekleed, om de hand zijner scheel ziende dochter vragend, van dezen tot antwoord kreeg: Meheer de graaf, nu heb ik gansch geen tait om in dit gewichtig geval main besluit u kenbaar te make, want een belangerijke zaak roepfcmai herrewaars! De goocheltoeren werden voor familie en vrienden op een door ons gemaakt tooneel, ten huize zijner ouders opgesteld, vertoond. Zijn ouderlijk huis was daarvoor bijzonder goed ingericht. Het was gelegen op het Damrak, op de plaats waar thans is ge vestigd het magazijn van Gasmotoren van J. C. Harten. Daar waren beneden drie groote kamers achter elkaar. In die kamers hebben heel wat gezellige avonden door onze vertooningen plaats gehad, niet alleen jongelui waren er toeschouwers, maar ook ouders van hen en wederzijdsche familieleden. De goochelséances waren toen daar aan de orde, terwijl het comediespelen in onze vereeniging werd beoefend. We hebben in Amsterdam met alle gelegen heden waar een tooneel was kennis ge maakt. De eerste zaal waar ons clubje Ehetorica et Amicitia" ten tooneele kwam, was Diligentia," toen gelegen in de Kalverstraat, aan de zijde en niet ver van de Eozenboomsteeg, later verbouwd als café. Van Maurik had weinig aanleg voor acteur, hij voelde dat zelf. Om een rol met ernst te leeren, daarvoor had hij geen geduld. Het liefste koos hij de bijrolletjes van knecht, kruier of politieagent en maakte daarvan altijd een potsierlijke figuur, met een tronie die by zijn eerste verschijning een uit bundig gelach opwekte. Een jeneverneus was daarbij No. l, een paar geplakte lokken tegen de slapen en een goed zichtbare sik aan de kin bevestigd, behoorde er steeds bij. Een andermaal had hij den tooneelkapper stil in den arm genomen om hem een kalen kop te maken met slechts een klein randje haar, zoodat men die kaalkop niet bemerkte als hij zijn hoed, pet of wat ook, ophad. Hij zorgde er dan wel voor dat hij op 't tooneel zijnde, zijn hoofddeksel afstootte of zoogenaamd bij toeval verloor, opdat de toeschouwers zijn gladden schedel zagen. Guitenstreken uit te halen tusschen de coulissen, wanneer anderen op't tooneel waren, mankeerden nooit. Hierdoor hadden de spelers dan dikwijls de grootste moeite om in hun rol te blijven. In datzelfde tijdperk hielden wij ons ook bezig met natuurkunde, voornamelijk op het gebied der electriciteit. Hij kocht bij Bom op de jaarlijksche veiling eene electriseermachine en een leidsche flesch. Wij maakten naar de gekochte, een geheele batterij van leidsche flesschen. Elk jaar' kocht hij voor een koopje het een en ander bij Bom, om zijne collectie uit te breiden, maar veel maakten we zelf als: flikkerbuis, kanon dat met eigen gemaakt waterstofgas werd gevuld en dan door de electrische vonk uit een geladen leidsche flesch ontbrandde, isoleerbankje enz. Ook had hij een fraai microscoop en prepareerde tal van voorwerpen. Voorts maakten we een groote tooverlantaarn. De lenzen wer den natuurlijk gekocht, eveneens de photographiën op glas, voorstellende fraaie stads gezichten, landschappenen beeldengroepen; komische voorstellingen waren weer eigen fabrikaat. IIIMIMIIIIIIMIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIHMIIIIIIIllllllllHllinilllllllllllllllllltllll Wie ich Amsterdam kennen lernte. Wie viele Gedanken und Erinnerungen drangen sich jetzt an den Namen Justus van Maurik Jr.! So manche unter uns hatten das Glück, den Mann i m Leben kennen zu lernen und ihra naher treteri zu dürfen. Beides war auch mir vergönnt. Als ich vor ca. 10 Jahren vollstandig fremd nach Amsterdam kam, lernte ich durch die Art meiner hiesigen Stellung auch baldigst meinen spateren Freund Bij het toenemen der jaren verminderde ook deze liefhebberij gaandeweg. Nulegde hy zich meer toe op het schrijven van tooneelstukjes totdat de tijd kwam dat hij voor een prijskamp te Brussel Een bittere Pil" schreef, welk blijspel bekroond werd. Dit succes gaf hem lust en moed om te volharden en zoo schreef hij de reeks die algemeen bekend is. Als knaap was hij lang niet sterk van gestel, waarschijnlijk een gevolg van te sterken groei en ik herinner mij dat hij kort na onze kennismaking zeer ziek werd en van tijd tot tijd bloed opgaf. Door een geheel jaar thuis te blijven en door lang durig gebruik van levertraan en verster kende middelen, is hij die gevaarlijke periode te boven gekomen. Het daarop volgende jaar mocht hij alleen des daags met mooi weer uitgaan, doch nimmer des avonds. Gedurende dat tijdperk las hij reeds veel en knutselde het noodige voor poppenkast en later tooneeltje, waarvoor zijne moeder de poppen aankleedde, die daarvoor veel handigheid bezat. Zij was eene verstandige en zeer begaafde vrouw. Zij kon van alles maken, schilderde op satijn en fluweel zeer verdienstelijk bloemen en hield veel van lectuur. Zijne vorming heeft hij voor een groot deel aan haar te danken. Toen de lust tot schrijven bij hem ont waakte, was zijne moeder het die zijn werk beoordeelde en eritiseerde. Hierdoor was onze Justus reeds vroeg een jongen die in huis zijn genoegens vond en er niet naar taalde ze buitenshuis te zoeken. Toen hij op een leeftijd kwam dat hij naar schouwburg of variétékon gaan, waren dit voor hem de plaatsen waar hij zich na afloop der werkzaamheden vermaakte. Het bezoek van koffiehuizen stond hem niet aan. Daarentegen was hij een van de eersten wanneer hier of daar een goochelaar, zoo genaamde professeur, prestidigitateur zijn komst had aangekondigd, om er heen te gaan. Later woonde hij de séanses bij van prof. Donato, een van de eersten die in Diligentia de kracht der hypnose te aan schouwen gaf. Ook Van Maurik was daarin zeer bedreven en toonde dit op een soiree die hij in Odéon gaf, waar behalve familie en vrienden ook verscheidene doctoren en studenten genoodigd waren. Ik herinner mij al hetgeen hij daar te zien gaf en waarbij hij de meest uiteenloopende voor beelden van het overbrengen van zijn wil op anderen aantoonde, zeer goed. k zou te wijdloopig worden wanneer ik dat alles uitvoeriger omschreef. Uit alles wat hij verrichtte sprak de hem eigen humoristi sche geest Van knaap tot man bleef hij in dat op zicht dezelfde. Menig staaltje van echte jongensstreken zou ik nog kunnen me deelen, waarbij hij een eerste guit toonde te zijn en menigmaal hebben we bij onze wederzijdsche herinneringen uit vroegeren tijd nog hartelijk gelachen over die dolle streken. Van Maurik bezat een goed hart, steeds was hij hulpvaardig en mededeelzaam voor zijne medemensehen, erkentelijk voor de kleinste attentie die men hem bewees. Velen zullen dat beamen. De Schrijver. Als men mag aannemen dat men de meening van tijdgenooten niet als eind oordeel kan laten gelden, zoo is dit in dezelfde mate van toepassing op een voor afgaande generatie, vooral als de geslachten in kunstopvatting tegenover elkander staan. Men kan zijn oordeel zeggen n men moet het doen, maar de eindbeslissing berust bij scheidsrechters die later komen. Van Maurik behoort tot een andere ge neratie dan ik. Toen hij op zijn hoogste roem stond, moest ik nog beginnen, en zijn wijze en opvatting van schrijven botst op tegen de mijne, terwijl mijn manier hem vermoedelijk evenmin kon behagen. Dat hij als mede-redakteur van dit Week blad zich er nooit tegen verzet heeft dat aan mij en aam zooveel anderen, staande tegenover hem en hem weinig of niets ont ziende, toch gelegenheid werd gegeven ons te uiten, pleit voor een breedheid van inzicht, niet genoeg te loven. En 't wordt nu een genoegen op zichzelf hem naar diezelfde maatstaf te toetsen. Van Maurik is niet wat wij noemen een letterkundige, is geen lettre. Hij stond niet op met zijn geschrijf en ging er niet mee naar bed. De letteren waren hem veel, maar niet alles. Hij had drukke zaken, bestuurde een groote fabriek, zat mede in de redaktie van dit Weekblad en tusschen al dat werk door schreef hij zijn verhalen, gaf hij foto- en fonografisch weer zijn Amsterdamsche typen. Over welk een veelomvattende werk kracht en groot assimilatievermogen moet deze man hebben beschikt, want van Mauriks letterkundige bagage is niet zoo geheel gering en van uiteenloopende mer ken. Dat 't meeste geen kunst werd en veel ervan oppervlakkig bleef, hoe zou dat anders kunnen? Talent-hebben is bij literatuur-scheppen nog niet voldoende. Daar hoort wel degelijk bij een onafge broken werken aan zichzelf, een dagelijks voortgezette studie, een voortdurende kui tuur, kontrole en vergelijking, en als men andere bezigheden heeft, ontbreekt daarvoor den tijd, zeker^ als men zoo veel als van Maurik wil produceeren. Ik zeg niet, dat literatuur-scheppen en andere funkties erbij niet samen gaan, maar de enkelen aan wie dit gelukt blijven maar uitzonderingen, en de vraag rijst telkens of uit een Potgieter of uit een Beets als die zich volledig hadden kunnen of willen wijden, geen grooter kunstenaars zouden zijn voortgekomen. Maatschappe lijke beslommeringen verbreken de intuïtie, of dwingen tot vluchtig werken, vermin deren in elk geval de intense kracht. Of Wie freute ich mich auf den darauf folgenden Sonntag! Zur festgesetzten Zeit und Stunde wurde ich erwartet, nun sollte ich zum ersten male die Stadt" besehen! Und nun gingen wir; die Hauptstrassen alle seitwarts liegen lassend, suchten wir nur Wegjes'1 und Steegjes" auf, an die so viele Menschen ahnungslos vorbeigehen, nicht wissend, dass so viel des Interessantesten um sie ist. Ja sehen Sie, lieber Freund, da laufen die Menschen Kalverstraat, Leidschestraat .und vielleicht noch Utrechtschestraat und diger Führer alle Mühe, mich auf jede Kleinigkeit aufmerksam zu machen, wie konnte er von jedem Steeg, ja beinahe von jedem Hause, ineist etwas selbst erlebtes. mir mitteilen und wie schnell wurde ich dadureh mit all' den Buurtjes" bekannt! Unsere gemeinschaftlichen Wanderungen die wir von dieser Zeit so oft als möglich nun unternahmen, waren für mich die lehrreichsten und zugleich amusantesten die ich in Amsterdam hatte. Es ist mir leider nicht möglich, hier darüber Ausf hrlicheres mitteilen zu können, doch kann und werde ich nie unsere Wandlungen vergessen im Kattegat", besonders im Zwarte Bijlsteeg", 't Hol", mit seinen vielen Nebengasschen, dem Eattennest", den Duvelshoek" und Anderes mehr, sowie unsere Besuche bei Lammetje Zondag", 't waakzame Haantje", das 10-cent Fr hstück bei der Fischfrau in der Jodenbuurt" u. s. w.! Und was sollte ich noch alles sehen, was für Plane hatte Justus van Maurik mir noch vor kurtzem auseinandergesetzt, wie freudig erregt war ich ber seine ErzahHet lange Hol. und Gönner Justus van Maurik kennen, j So, also sterreicher sind Sie und wollen nun hier bleiben? Wie gefallt Ihnen unser Amsterdam ? Noch nichts gesehen ? Na da wollen wir zusammen gleich mal Sonntags die Strassen langs wandeln, damit Sie die richtige Idee von unserer Stadt bekommen. Er wird Sie sicherlich interessieren und wenn Sie als richtiger Amateur" Ihren Kasten" (Kamera) auch mitnehmen, dann können Sie so manches Kijkje" für Ihre Sarnmlung mit nach Hause bringen." sagen sie haben Amsterdam gesefien und kennen gelernt! Ich will Ihnen aber das Herz" sehen lassen, etwas von dem alten Amsterdam, wo das Moderne noch keinen Einzug gehalten, wo noch alles so zie'nlich steht wie es in meiner Kindheit war, wo ich so manches aueh noch in in meinen Jünglings- und spateren Jahren erlebte und wo ich noch heute mir den Stoff zu meinen Schreibereien hole." Was ;aber alles sah, erlebte und lernte ich nun in den folgenden Stunden und an den Orten; wie gab sich mein liebensw rDe Betlehernsgang. lungen von seinem neuen Buche dass er schreiben will und wozu ich ihm wieder so manches ,Kijkje," machen sollte! Und jetzt? In aufrichtigster Dankbarkeit wird in mir die Erinnerung weiter leben an dem Manne, der mir als Freradling, so viele Beweise seiner Freundschaft gegeben und durch dem ich im vollsten Sinne des Wortes Amsterdam wirklich kennen und auch lieben lernte! Dr. EDUARD NEUHAUSER. van Maurik, indien hij zich geheel aan ' schrijven had gegeven, hoogcr vlucht zou hebben genomen, blyft, zijn aard en gesteld heid, toch twijfelachtig. H\j leefde daarvoor ook niet in een gunstigen tijd en zijn oplei ding was niet van dien aard om zichzelf dat eigen tijdperk te kunnen scheppen. Talent had van Maurik in elk geval, al werd 't weieens wat drabbig en te gauw sentimen teel. Een groote verdienste van hem is, dat hij 't leven zag met liefde, met een soort plezier, weieens grof maar altijd echt, en 't even onopgesmukt weergaf) een en kele keer misschien wat aangedikt, maar zelden opgedirkt; dat hij 't leven weergaf, om anderen ervan te laten genieten, erin te laten meeleven zooals hij 't zelf zag. In dat opzicht vooral was hij geen letterkundige, geen lettre, maareen gewoon Amsterdammer, die zijn medeburgers scherp bezag en ze raak opnam, zonder verder op hun diepere wezen in te dringen. Dat diepere voelde hy wel, maar hij miste de fijne gave dat weer te geven, zóó dat het volle kunst werd en hij miste eveneens de kuituur om zich die gave eigen te maken. Toch was hij echt, echter bijvoorbeeld dan Beets, echter dan Falkland, al is hij minder literair. Hier is ineens de lijn getrokken. Beets of laat ik liever zeggen Hildebrand, van Maurik, Falkland, (Falkland niet te ver warren met Heyermans). Om nu aan te toonen 't verschil tusschen deze drie humoristen, moet ik denkbeeldig een geval oproepen dat door deze schrijvers zou kunnen worden waargenomen. Gesteld, een of ander tooneeltje, laat ons zeggen, tusschen een opgeschoten jongen en een dienstmeid of tusschen een paar bedistelende oude dames; als Hildebrand, van Msuriken Falkland, het tegelijker tijd zien, aoo zal de wijze van bekijken al dadelijk het kenmer kend onderscheid naar voren brengen. De glimlach van Hildebrand is een gemoedelykvoorname, de toon, indien hij er zich in 't gesprek voegde een afdalend-vriendelijke; hij blijft in alles zichzelf, iemand van beter gehalte, en stevig sta vast, die zelf nooit een onvertpgen woord zegt, en op die wijze onberispelijk het tafereeltje op 't papier zet. Zijn sujetten worden mensehen van geringere orde, van mindere waarde, waarover hij vaderlijk-beschermend of edelaardig-afkeurend spreekt. Of ge nu neemt uit de Camera de mijnheer met de stroogele handschoenen, de door hem getypeerde meisjesyerleider of wel de schuchtere jon gen, die niet de kamer durft inkomen, de diligence of 't diakenmannetje zoo hoogelijk geroemd, door alles heen en over alles heen blinkt het gelaat van den edelen schrijver, die u Iaat zien, hoe slecht, hoe onhandig, hoe armzalig de menschen zijn, die hij u laat zien. Bij elk tafereeltje voelt 40 ??nti per r«f«L TRADBMARK. MARTELL's COGNAC, Dit beroemde merk is verkrijg» baar bfi alle Wgnhandelaars en bg de vertegenwoordigers KOOPMANS de BRUINIER, Wjjnhandelaars te Amsterdam. Prijzeflvaflaf/2,5öper!lescli. Het beste voedsel voor zuige lingen is koemelk, die naar den leeftijd van het kind, eerst met water vordund en daarna met KUFEKE's Kindermeel aangemengd wordt. Kufeke's Kindermeel bij koemelk gevoegd, doet deze in de maag van het kind tot fijnere vlekken stremmen, zoodat ze gemakkelijker verteert; het verhindert de sterke gisting van de koemelk in de ingewanden van het kind en behoedt het voor maag- en ingewandsziekten. Bovendien wordt door de bij weging van Kufeke's Kin dermeel het gehalte der melk aan voedings stoffen beduidend hooger. J. H. DE WIT, Aigemeene Boemiidei. Iftrechtschestr. 54, Amsterdam. Telephoon No. 3947. ECHT VICTORIAWATER. Oberlahnstein. Fournisseurs de la Cour. Chocolat VEEN CHOCOLAT LE PLUS D LICIEÜX POUR CROQUER. *r ''.es a Sneek (üoüande).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl