Historisch Archief 1877-1940
Ko. 1434
DE AMIÏ1EDAMM1R *IEKBLAB TOOR HIPERLAM».
DE FIJNSTE BOUILLON
bereidt men slechts met kokend water, zonder verdere toevoegingen,
met
MAGGI'8 ConsomméCapsules.
Een Capsule bevat 2 Tubes.
Een tube voor een groote kop a X Liter kost 6 ets.
H aggi'S Bouillon Capsules houden in het allerbeste Vleeschextrakt, waaraan een aftreksel van de fijnste
soepgroenten en het noodige keukenzout is toegevoegd. T« Yerkrjjgwi kg kr«We«l«rs «B onestiklnkufoluri.
Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het Generaal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HOEN, Amsterdam.
iiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiniiiliiiiiiiiiiinii
DAMEjS.
(Mevrouw MESDAG?VAX HOUTEN.)
In antwoord op uw schrijven, deel ik u
mede, dat ik u gaarne morgen ontvangen zal."
Alzoo luidde 't beantwoordingsbriefje op mijn
verzoek, om een onderhoud met deze kranige
artiste, de, daarbij toch. zoo echt-vrouwelijke
vrouw-geblevene Mevrouw Mesdag?van
Houten, .een verzoek, gedaan met 't doel,
om haar 70-jariggeboortefeest op 23 December
a.s. ook in dit blad te gedenken.
Van een interview had 't niets, dit gesprek
in de zoo gezellige woonkamer van het huis
in de Laan^van-Meerdervoort, dat als 't ware
n geheel maakt met 't door 't echtpaar
Mesdag kortelings der natie geschonken
-wonderschoon museum.
Neen, niets had 't van een interview,
de interviewster zoo min als haar slacht
offer" hadden voor die taak eenigen aanleg.
Een gezellig praatje over alles en nóg wat,
zóó kon onze kout genoemd worden, 'n ge
zellig praatje onder 'n kopje thee, bij aan
genaam warmenden haard.
We hadden 't over 't voorrecht, wat de
schilder heeft, boven den muzikus (executant)
die altijd door, dag in dag uit, z'n techniek
vaardig moet houden, voor wien eiken dag
rust achteruitgang is, terwijl de schilder
maanden en maanden indrukken kan ver
zamelen, ja zelfs absolute rust nemen kan,
zonder dat zijn kunst daaronder lijdt. We
hadden 't over de heerlijke kracht, die
uit»gaat van uit elke kunst, de kracht van jong
te houden, jong van hart, jong van ziel, ook
al grijzen de haren, ook al stijgt tot respec
tabele hoogte 't cijfer der levensjaren. We
hadden 't over... Maar dan werd dit praatje
te lang, vél te lang, wilde ik meerdere
détails geven van ons onderhoud, niet
rechtstreeks verband houdend met wat hier
behandeld moet worden. Laat mij dus nu
mevrouw Mesdag's vriendelijke inlichtingen
omtrent haar knnstenaarsloopbaan woordelijk
volgen:
't Is moeielijk veel over mijzelve te ver
tellen," aldus nüjn zegsvrouw. wijl ik geen
academische opleiding heb genoten, en er, van
wat men. gewoonlijk verstaat onder een
artistieke loopbaan", bij mij geen sprake
ie geweest.
Behalve eenige teekenlessen van d'Arnaud
Gerkes, heb ik geen eigenlijke meesters
gehad. Maar hard gewerkt heb ik, vél heb
ik naar de natuur gestudeerd. Op lateren
leeftijd ik was al verscheidene jaren ge
trouwd op lateren leeftijd dus, begonnen,
moest ik door vél studie, den verloren tijd
herwinnen. Wat echter den grootsten invloed
op mij gehad heeft, dat is geweest de om
gangmet zoovele uitstekende
kunstenaars,zoowel later hier, als vóór dien tijd te Brussel,waar
we driejaar hebben doorgebracht en waar wij,
mijn man en ik, steeds samen studeerden. Maar
óók meen ik, dat 't zien van, 't leven rondom
Kunstwerken van groote meesters, zeer veel
tot onze ontwikkeling heeft bijgedragen. Ik
heb veel groote en kleine stillevens, doch
ook landschappen en soms portretten ge
maakt. Populair ik weet dat populair
is mijn werk niet, maar ook weet ik: 't wordt
door velen op prijs gesteld."
Aldus mevrouw Mesdag. Wat haar stille
vens veelal fruit of bloemstukken betreft,
bij 'n bezoek aan 't Mesdag-museum, vindt
men in dit genre vijf uitgelezen kunstwerkjes.
Vooral No. 246 van den catalogus, een
aquarel, moet ieders bewondering wekken;
die druiventros is een meesterstukje. Ook
de meloen van No. 248 getuigt heerlijk van
mevrouw Mesdag's kunnen op dit gebied.
Maar bij 't betreden van 't vertrek, waarin
No. 237 Op de veluwe", zal wel een ieder
door den eenvoud en de schoonheid van
deze schilderij getroffen worden.
De beide portretten, dat van den heer
Tonkens en, bovenal, dat van den kolonel
Del Campo gen. Camp, zijn 't die getuigen
hoe flink meviouw Mesdag zich1] ook op [dit
gebied kan staande houden, ook dóór, waar
in de onmiddellijke nabijheid van haar werk,
de zelfportretten van een Courbet, enj van
de la Croix hangen.
Behalve deze beide portretten kan men
in een andere zaal van 't museum, dat van
den heer Mesdag blijkbaar eerst voor
weinig jaren gemaakt, vinden, alsook een
portret van mevV. Bisdom-Croiset van der
Kop. Maar naar mijn bescheiden
leekengevoel, behalen de eerstgenoemden den voor
rang boven de beide laatsten.
In andere bladen zullen vakmannen, en
vrouwen in details treden over der
jubilaresse's oeuvre, mij bluft nu *nog over een en
ander mede te deelen omtrent de jeugd van
mevrouw Mesdag-van Houten. De groote
bereidwilligheid van mevrouw M.'s broeder,
den staatsman, gewezen minister Van Houten,
heb ik deze gegevens te danken.
Zoowel van vader's als van moeder's zijde
waren de voorouders der Van Houten's
industrieëlen en van beide zijden behoor
den zij op godsdienstig terrein tot de
Mennisten". Zelfs is de stamvader van moe
derszijde een in 1714 wegens geloofsvervol
ging uit Zwitserland (Gontenschwyl, destijds
kanton Bern) uitgeweken wederdooper ge
weest, die met nog vele anderen in
NoordNederland zich vestigde, en 't ia voor geen
gering aandeel, dat Groningen zijn materia
listisch en zijn vrijzinnige ontwikkeling aan
déze Zwitsers", zooals ze van ouder op
ouder genoemd bleven, te danken heeft.
Vrouw Zorg is geen vreemde gebleven voor
de oudste dochter van het gezin Van Hou
ten, zij heeft haar van vroeg af gekend, ook
al had de grauwe vrouw zich in dit geval
niet gehuld in 't linnen van den leêgen
geldbuidel. Vele kinderen heeft mevrouw
Van Houten 't leven gegeven en... daar
voor waren haar physieke krachten niet
YO!doende. Een minder gunstige ligging van
het woonhuis buiten een der Groninger
poorten, in den z.g.n. verboden kring 1)
oefende op de moeder, en óók op verschei
dene der kinderen o.a. op den tóén twaalf
jarigen staatsman-in-den-dop, een hoogst
nadeeligen invloed uit, en zoo was ziekte een
nooit te verdrijven gast in den huize van
den industrieel (houthandelaar) den heer Van
Houten Sr., en... zoo óók, kwam de zorg
voor 't physieke wel en óók die, voor de
huishouding al hél vroeg op de schouders
van de tegenwoordige mevrouw Mesdag; dit
laatste vooral, na haar moeders vroegen dood.
En ... dat huismoederlijke, dat zorgen 't
is haar bijgebleven. Ook als is zij later den
kunstenaars weg gaan betreden, nooit heeft
zij opgehouden te zijn: de ware, de
liefdebrengende, de warmte-verspreidende vrouw
en dat is, naar mijn meening, haar aller
grootste verdienste. Getoond toch, heeft
mevr. Mesdag, dat 't volstrekt niet noodig
is, de goede, echt-vrouwelijke kwaliteiten te
missen, om zich op een of ander gebied
van kunst of wetenschap met succes te
kunnen bewegen. Bij de fijn-voelende,
ernstigwerkende artiste is deze zeventig-jarige nu
nóg 't zonnetje der geheele familie, de
raadgeefster, de helpster, die vreugde en
leed deelt... óók met hen, die buiten haar
familiekring staan.
Vél invloed ten goede heeft in haar jeugd
de omgang gehad met den te Groningen
zijn ambt waarnemenden hoogst-liberalen
dominéJ. W. Straatman, op 57-jarigen leef
tijd als predikant-in-ruste te Bijswijk ge
storven. Als vriend van den huize, later als
speciale vriend van mr. S. van Houten, was
ds. S. een vaste gast van den huize, en zoo
ontwikkelde zich mejuffrouw van Houten
onder den invloed, dien de zoo zuiver
humane, eerlijke man onwillekeurig uit
oefende. Zeer zeker heeft hij haar blik ver
ruimd, haar wars gemaakt van alle
geloofsen rassenhaat, heeft deze overledene mee
geholpen, om haar te vormen tot hoogstaande
vrouw.
Als ik nu ten slotte nog aanstip, dat
mevr. Mesdag mij met nadruk betuigde, dat
zij den nu komenden dag liever als ver
geten burgeres" had laten voorbijgaan, doch
dat 't schier onmogelijke van deze
wenschvoldoening haar op allerlei wijze ter over
tuiging is voorgelegd, dan meen ik met
't oog op de mij toegestane ruimte hiermede
te moeten volstaan. Alleen zij nog aangestipt,
dat mevr. Mesdag mümet nadruk verzekerde,
dat zij voor haar en ook voor des heeren
Mesdags' artistieken loopbaan, Alma Tadema
als haar Mentor voor 't eerste, 't zwaarste
deel van den tocht, volgaarne erkent, hoe
zeer ook de overigen tot de
BrusselschHollandsche schildersbent behoorenden, hun
goeden invloed op 't kunstenaarsechtpaar niet
gemist hebben.
Deze vluchtige schets zij geëindigd met
den hartgrondigen wensch, dat mevr Mesdag
van Houten nog vele jaren voor de haren
en óók voor de Hollandsche kunst gespaard
blijve, opgewekt van geest, gezond van
lichaam, zooals zij tot heden is. J
VEOUWKE.
1) Groningen was toen nog tot veler erger
nis een vesting met wallen, verboden kring
ter verdere bebouwing, n... met poorten,
die 's avonds gesloten en 's morgens geopend
werden.
2) Zijn overtuiging deed hem 't ambt
van dominéneerleggen. Wie omtrent Ds.
Straatman meer wil weten, leze Mr. S. van
Houten's: In memoriam in de Vragen des Tijds.
Mm en Kinderen.
Welke vader en welke moeder kent wel
niet met ons de uren, waarin de verzuchting
wordt geslaakt: Wat is 't toch ontzaglijk
moeilijk een kind op te voeden! Hoe zullen
wij 't nog zóó ver brengen, dat onze zoon
en onze dochter opgroeien tot het geluk,
waartoe wij hun zoo gaarne het pad zouden
willen bereiden." Inderdaad, wie zich mag
verheugen in het bezit van kinderen en wie
zich bewust is van de verantwoordelijkheid,
welke dit bezit met zich meebrengt, hij ziet
zich zoo nu en dan geplaatst tegenover moeilijk
heden, die stemmen tot veel nadenken, dat
nog lang niet altijd de gewenschte oplossing
verschaft.
Ervaring, ten deze door anderen opgedaan,
kan slechts tot zekere ioogte hulp bieden.
Elk kind toch is een individu, waarvoor het
heil niet is te vinden in een
opvoedingsschablone, bij een ander kind verkregen.
Men moet zeer nauwkeurig kennen het karak
ter van. het kind om met-eenig vertrouwen
te kunnen voorspellen, welke uitwerking een
opvoedingsmiddel zal hebben: wat zachtheid
zal teweeg brengen bij den een is bij den
ander slechts te verkrijgen door krachtig op
treden, wat men bij den een slechts gedaan
kan krijgen door dwang, vereischt bij den
ander tactvolle meegaandheid.
Dit sta op den voorgrond. Maar tegelijker
tijd gelooven wij, dat er wel enkele algemeene
opmerkingen te maken zijn, die aan ouders,
wanneer ze deze hebben vernomen, aanleiding
kunnen geven tot het stellen van de vraag,
of ze ook op hen van toepassing zijn, of ze
daarmee geen leering kunnen doen. Op
merkingen, die niet zijn ontstaan in het
studeervertrek, niet rusten op den bodem
der theorie, maar die voortspruiten uit het
doorleefde, die zijn geboren na het blikken
in de ziel van zoo menig kind.
Schrijver dezes is door bijzondere om
standigheden in de gelegenheid geweest een
kostbaar materiaal te verzamelen, waardoor
't hem mogelijk was dieper dan de opper
vlakte in het kinderleven door te dringen.
Bijkans twee-en-een-half jaar heeft hij bladen
geredigeerd, voor de jeugd bestemd. In dien
tijd heeft menig kind ons mildelijk vriend
schap geschonken, die voortduurt ook nu wij
in anderen werkkring zijn geplaatst.
De band tusschen de jeugd en ons is voor
namelijk gekomen door de correspondentie.
Tot amuaementder kinderen gaven wij raadsels
op; sommigen gevoelden zich opgewekt bij de
inzending der antwoorden briefjes in te sluiten,
waarin zij van allerlei vertelden; wij wilden
doen blijken, dat wij ze hadden gelezen en
ruimden eenige regels in voor een Brieven
bus" ; dat viel in den smaak, de brieven der
kinderen werden veelvuldiger en onze ant
woorden werden langer; binnen korten tijd
was 't zóó, dat wij elke week honderden uit
voerige kinderbrieven ontvingen en evenveel
kolommen als in den beginne regels noodig
hadden om althans het grootste deel der
jeugdige schrijvers en schrijfsters niet tever
geefs naar eenig antwoord te doen uitzien.
Voor ons was die correspondentie in menig
opzicht een leerzame arbeid. Wat ons daaruit
wel zeer duidelijk is geworden, is dit: wat
zijn er veel ouders, die achteloos voorbijgaan
aan den schat van liefde, dien het kind hun
wil geven; wat zijn er veel ouders, die maar
al zoeken in de verte, terwijl wat nabij en
voor het grijpen ligt, over het hoofd wordt
gezien.
Wij kennen geen mooiere vergelijking van
het kind dan .met een klimop-rank in het
bosch. Als deze heeft verloren den tak, waar
langs zij verder klom, dan zwiept de wind
haar heen en weder; wél blijft zij leven,
maar de rank buigt zich naar omlaag en de
blaadjes, die zich daaruit ontplooien, zijn
klein en kwijnend. Totdat diezelfde rank
weer houvast krijgt aan een boom of aan
een anderen tak dan klemt zij zich daar
aan en haar verdere groei is een vreugde
voor de oogen der menschen.
Er zijn ouders, die kinderen grootbrengen,
welke doen denken aan de zwiepende rank.
Zij houden werkelijk veel van hun kleinen,
maar zij hebben er zich niet genoeg reken
schap van gegeven, wat deze noodig hebben
voor hun geluk. Zij zorgen nauwgezet voor
hunne voeding, zij achtervolgen hen met
melk en versterkende middelen, zij geven
hun op verjaardagen en bij andere feestelijke
gelegenheden mooie geschenken, zij zijn ook
wel bereid nu en dan eens een avond met
hen uit te gaan, opdat het kind zich zal
ontspannen. Maar zij vergeten, dat het kind
niet alleen een lichaam, maar ook een ziel
heeft, dat het kinderhart dorst naar liefde,
dat zij degenen zijn, aan wie het kind zich
liefst geheel zou geven.
Vóór ons ligt een brief vaneen meisje van
veertien jaar. Van dezelfde strekking hebben
wij ze bij tientallen ontvangen, maar wij
nemen juist dezen, omdat hier de omstan
digheden al bijzonder sprekend zijn. Het
meisje laten wij haar Anna noemen is
een eenig kind. Zij is de oogappel van hare
ouders, die zich voor haar wel elke opoffering
zouden willen getroosten. Die ouders zijn
bovendien zeer gefortuneerd, kortom, naar
het uiterlijk is Anna een kind om door velen
benijd te worden. Uit haar langen brief zullen
wij een paar zinnetjes citeeren :
Mijn werk voor school is gelukkig af, ik
heb mijn Zondagmorgen gebruikt voor het
lezen van het Jeugd-blad en straks moet ik
met Pa en Ma een visite maken. Nu heb ik
nog een paar uurtjes tijd en die wil ik be
steden voor mijn lievelingswerk: een praatje
met u.
Ik zou u zoo graag eens wat willen vragen.
't Is tegenwoordig zoo'n zenuwachtige tijd.
Wij hebben op school bijna dag aan dag
proefwerk gehad, omdat wij de volgende week
ons rapport meekrijgen. Mijn beste Papaatje
is toch zoo erg bang, dat ik niet meer no. 2
zal blijven, U weet, Papa heeft 't heel druk,
zoodat ik in de week Papa alleen maar
's middags aan het diner zie. Dan is altijd
de vaste vraag: En hoe is 't vandaag op
school gegaan?" 't Is dan zoo heerlijk, als
ik kan zeggen, dat ik niets anders dan negens
en tienen heb gekregen. Je kunt zien, dat
Papa met veel meer smaak eet, 't is alles zoo
heel anders dan wanneer ik moet zeggen, dat
ik sommige dingen niet begrepen heb of dat
ik enkele vragen niet kon beantwoorden.
Niet dat Papa dan onvriendelijk tegen mij
is, o neen, maar hij kan dan zoo diep zuchten
en dan is 't altijd weer: Denk er om,
Anneke, dat je mij geen grooter verdriet
kunt aandoen dan wanneer je op school je
uiterste best niet zou doen. Ik zou 't gewoon
verschrikkelijk vinden, wanneer je een lager
rangnummer kreeg. Werd je no. l, dan zou
ik natuurlijk overgelukkig zijn, maar dat hoeft
niet, ik zal al heel blij wezen, wanneer je
no. 2 blijft." Na het diner zou ik dan heel
graag wat met mijn kleine Dolly, ons snoe
zige hondje, spelen óf wat muziek maken of
naar een kennisje gaan, dat een paar huizen
verder woont, maar Mama komt dan al heel
spoedig van boven, zegt dat mijn kachel
lekker brandt en het gag is aangestoken, dus
dan ga ik maar weer aan 't werk totdat 't
bedtijd is. U doet zeker wel net zoo met uw
eigen kinderen. Natuurlijk doen mijn goede
Pa en Ma dat voor mijn eigen bestwil en ik
denk ook wel, dat ik er later heel dankbaar
voor zal zijn, maar nu kan ik dat nog niet
zoo goed begrijpen en nu kan ik er soms zoo
erg naar verlangen, dat als Papa 's avonds
op mijn kamertje komt, voordat hij uitgaat,
hij mij eens een nachtzoen geeft, zonder er
bij te zeggen : Zorg vooral, dat je je huis
werk goed maakt."
Ik zei, dat ik u wat wilde vragen.
Ziet-u, beste meneertje, ik heb werkelijk
heel hard gewerkt, maar ik ben toch bang,
dat ik niet zulke goede cijfers zal hebben
als den vorigen keer. Ik durf dat niet goed
aan Mama te zeggen en nog minder aan
Papa. Eigenlijk -weet ik wel heel zeker, dat
ik no. 4 zal worden. Mijn wiskunde-repetitie
was niet zoo goed, maar dat kwam omdat
ik in die dagen zulke vreeselijke hoofdpijnen
heb gehad. Nu moet u mij 't eens eerlijk
ze,ggen, ook al zal uw antwoord mij verdriet
doen: Als ik eens no. 4 word, zal u dan
nog wel evenveel van uw vriendinnetje
kunnen houden als nu? Als Papa en Mama
daarom boos zijn, dan zou 't voor mij zoo
verschrikkelijk wezen, wanneer ik moest
denken, dat u ook zoudt meenen, dat ik
mijn best niet had gedaan, wat toch heusch
wel zoo is.
Wilt u daarop zóó in de Brievenbus ant
woorden, dat mijn vriendinnetjes op school
niet zullen begrijpen, wat ik n heb ge
vraagd?"
Gelukkig werden wij van het beantwoorden
der vraag ontheven, doordien twee dagen
later het jubel-bericht kwam, dat het rapport
erg was meegevallen en Anna opnieuw rang
nummer 2 had gekregen. Wij feliciteerden
daarmee in de eerste plaats het meisje, maar
bovendien ons-zelf, want wij zouden anders
onze toevlucht moeten nemen tot een praatje,
dat niet recht op het doel afging, wij zouden
niet hebben kunnen zeggen, hoezeer wij dit
schijnbaar zoo door Fortuna begunstigde kind
beklaagden.
Kort daarna ontmoetten wij toevallig den
vader van Anna en toen was ons de verlei
ding te sterk om niet een pleidooi voor de
14-jarige te wagen. Deze vader was een
verstandig man .. . laten wij hieraan alleen
nog toevoegen, dat Anna thans niet meer
in naam, doch ook in de werkelijkheid is de
oogappel" van hare ouders, dat zij nu niet
meer een brief zou hebben te schrijven als
dien, waarvan wij een gedeelte aanhaalden.
En dat de vader ons dringend heeft gevraagd:
Als u ooit schrijft over uwe ervaringen van
de kinderwereld, noem dan mijn geval, opdat
daardoor ook de oogen van andere ouders,
even blind als wij, ziende worden gemaakt."
Een volgende maal zullen wij een andere
greep doen in onze leerrijke brieven-ver
zameling.
W. F. ANDRIESSEN.
Kant. Handschoenen. Marinezin
Hayaschi Gravin Hanna Aoki
Caul.
De hedendaagsche kant-mode kweekt steeds
meer voorkeur onder aanzienlijke dames,
om een verzameling aan te leggen van echte
kant. Markiezin Granby, heeft neigingen zoo
wel voor het oude als voor het nieuwe. Haar
edelgesteenten zijn in ouden, stijl gezet, in
dat opzicht wil zij van het nieuwe niets weten.
De markiezin is een beschermster der lersche
kant-industrie, waarvan de schoonste patro
nen in guipure, in haar bezit zijn. Tusschen
haar, Lady Warwick, Lady Waterford en
prinses Henri van Battenberg, wordt het een
ware wedstrijd in het verzamelen van lersch,
Brusselsch en Venetiaansch kantwerk. De
prinses heeft de volledigste collectie, omdat
zij voor een groot deel de kanten erfde,
verzameld door wijlen koningin Victoria van
Engeland.
* *
*?
Het naderend gure jaargetij, zal wel een
eind maken aan dat modetje, dat in schouw
burg- en concertzaal zijn oorsprong vond en
langs 's heeren wegen werd gehuldigd : het
geen handschoenen dragen. In den
afgeloopen, beerlijken, warmen zomer werden bij
dunne, lichte japonnen mitaines gedragen,
en die staan, mits er mooie, goed-verzorgde
handen doorschemeren, niet leelijk.
Beslist leelijk is het, met hoed en mantel
op en aan, bloote handen te vertoonen. Een
vrouw met een muts op, gedekt door een
omslagdoek, een karabies in de bloote hand
gekneld, is geheel in stijl.
Jonge en oudere dames, keurig gekleed
zich door de straten bewegend met
teekenof muziek-pörtefeuille, of studieboek door
bloote handen omvat, zijn stijlloos, omdat er
iets aan haar uiterlijk hapert. Het dragen van
nette handschoenen geeft aan de vrouw een
stempel van gepaste zorg voor haar uiterlyk.
Waarlijk niet van ijdelheid. Een vronwehand
moet zacht en goed verzorgd zijn, want iederen
dag van haar leven, staat een vrouw voor
de mogelijkheid, een zieke in haar omgeving
te moeten verplegen. Handen, gezwollen door
kou, handen, waarvan de huid gebersten en
ruw is door scherpen wind, zijn onredzaam
in het ziekenvertrek.
* *
*
Markiezin Hayaschi, echtgenoote van den
Japanschen gezant te Londen, is om gezond
heidsredenen verplicht haar aangenomeu
vaderland tijdelijk te verlaten, om terug te
keeren naar haar geboorteland Japan. Het
mooie, beminnelijke* en ontwikkelde
Japansche vrouwtje was zeer gevierd in de kringen
der Engelsche aristocratie. Maar, al de blijken
van warme sympathie haar betoond, ver
goeden haar niet het gemis aan vroolijken,
koesterenden zonneschijn, en de geuren en
kleuren der welriekende bloemen, uit haar
geliefd Japan.
Markiezin Hayaschi, gekapt met den dia
deem en blanken sluier der Engelsche
peeress ziet er allerliefst uit. Tegen Albion's
mist is zij echter niet bestand, met Geibel's
Zigeunerbube klaagt zy : Dieser Nebel drückt
mich nieder, der die Sonne mir entfernt".
De dochter van den Japanschen gezant te
Berlijn, gravin Hanna Aoki, is verloofd met
den Dmtschen graaf Alexander von Hatzfeldt.
Hanna te oordeelen naar haar doopnaam,
zou men zeggen, dat Duitschland. haar ge
boorteland is, kleedt zich met veel smaak.
In haar tailor-made costuum van witte serge,
met boa van witte struisveeren, op haar
donker kopje, het coquette ronde hoedje met
wit-en-zwart garneerfng, ziet zij er uit als
een snoezig modeplaatje. Haar neus en lich
telijk opgetrokken oogen verraden
eenigermate haar Japanschen oorsprong, doch slechts
heel lichtelijk, juist voldoende, om aan het
Europeesch gekleede gravinnetje,iets piquants
te verleenen.
* *
*
Binnenkort zal Ethel Mc Caul haar indruk
ken openbaar maken over het werk van het
Roode Kruis, in Japan. Ethel Mc. Caul, is een
ziekenverpleegster, zooals er weinigen zijn,
De Engelschen noemen haar een waardige
opvolgster, van de door hen zoo
hoogvereerde Florence Nightingale, wier gansche
leven, evenals dit van Ethel Mc. Caul, was:
toewijding, barmhartigheid, moed, zelfopof
fering. Tijdens het beleg van Ladysmith was
Ethel Mc. Caul werkzaam bij het Eoode Kruis.
Zij was moedig en onvermoeid, zooals slechts
die liefdevolle vrouwen zijn, wier nig stre
ven is: leven voor anderen.
Op uitdrukkelijk verlangen van koningin
Alexandra van Engeland, ging Ethel Mc. Caul
naar Japan, om tijdens den oorlog, het be
drijf en de bemoeiingen van het Eoode
Kruis gade-te-slaan. De Mikado, onderricht
van haar tegenwoordigheid in zijn gebied,
heeft alles gedaan wat in zijn vermogen was,
om de edele, werkzame vrouw te steunen in
de taak, die zij op zich genomen had. Ethel
Mc. Caul is n-en-al bewondering voor het
werk van het Eoode Kruis in Japan, en zij
zegt, dat de inrichting der militaire hospita
len in het rijk van den Mikado, tot voorbeeld
kan strekken van de heele wereld. Te oor
deelen naar haar portret, acht ik Ethel Mc.
Caul een veertigjarige vrouw. Zij heeft een
zeer sympathiek gezicht. Wat moeten haar
oogen veel menschelijke ellende aanschouwd
hebben, om te verkrijgen die uitdrukking
van diepen ernst! En om haar mond zou
niet gegroefd zijn die trek van aangrijpenden
weemoed, indien haar lippen niet gestaag
beefden in troostwoord of gebed.
GAPHICE.