De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1904 25 december pagina 3

25 december 1904 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1435 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Hwcbien orer jaren, soms binnen kort is bet nutteloos geworden, verdwijnt het schoonheid van vroeger is schoonheid voor ?o en gehint bet anderen dingen eigen verouderend element te missen. Uitgaand van deze stelling die ruim genoeg werd ge houden om niet als een stijf corset een meening het adem halen te beletten hóe is dan het werk van de Bock ? Ge merkt in zjjn werk zeer duidelijk, welke -invloeden bem bevingen. Ge merkt er den invloed van Koussean, van Jacob Maria en zeer duidely k den Corot-invlotd die aan(no. 30) vjjvertje Bosch Fontainebleau een niet onhekoorlijke fijnheid gaf. Toch dunkt mij dit werkje hoewel evenmin eigen, qiet bet beste van deze tentoonstelling. 52 stelt voor een stuk zeestrand met zeehoofden waartusfichen bet water, als baai na baai, bet land indringt. De lucht doet denken aan Jacob Maris, het landschap niet alleen aan dezen maar aan vele franschen, de grijsheid van de zee is misschien nog bet meest de Bock-achtige, dat bier aan is het is dus niet erg eigen maar 200 ex. voor een museum, gekocht moeslen worden wat moet ge koopen: het schoonste of het meest typieehe: mij dunkt al Lijd en altijd het schoonste, dit is het voornaamste en ik mocht dan ook liever dan het korenveld dit schilderijtje hebben zien hangen in het museum in den Haag. De algemeene kleur van een de Bock is een grijaheid die soms atmosfeer-vol is, maar niet altijd dit heef£, (zie het groute landschap met de koeien); soms hangt een zon vlak Achter de boomen, soms wijkt bij hem da lacht vrij goed, maar ze mist altyd het zuivere, uitdrukkende wat een lucht van fabriek zoo ruim en licht en zuiver doet staan over een landschap. Is de Bock, wat hem meer over kwam, met zijn fabriek-talent dan immer te wenschen was, niet ontroerd,dan ontstaan de den menschen soms zeer lieve schilderijen die eigentlij k meer als decor op te vatten ZÖn, als decoratieve versiering (niet natuurlijk met de vaste overtuiging van een der kinderen opgevat) dan als een goed schilderij. Dan komt typisch uit de niet-strafheid van zijn lijn die de vorm moest uitdrukken; dan komt duidelijk en klaar den meesten voor oogen, wat bij de charme voor hen, de te korten zijn van het werk door de Bock, wat later meer dan nu nog wegen zal in de groote schifting. Bij de beschouwing van deze tentoonstelling blijkt op den duur, dat de beteekenis van de Bock in dit oogenblik onmiddellijk ua zijn dood nog overschat wordt, te hoog gesteld; dat de tekortkomingen in zijn werk zijn; lo niet eigen zijn 2o niet een vaste bouw, noch een door leefde kleur, die als het ware rilt door de ontroering van den maker, en dat zijn verdiensten zijn. lo een zekere decoratieve werking, die aangenaam aan den muur aandoet; 2o een soort natuur-zien en schoonheid van het buitenlandschap ondervinden, die hem in het bereik zet van velen en die daardoor in bepaalde groepen hem altijd een stellig welslagen zullen waarborgen. * * # De schilderijen etc. die mij het belangrijkat dochten zijn: bij verre 52 het strandgezicht, dan komen, niet in volgorde ze neerschrij vend o.a. 32 stulie van een huisje met kool er voor; no. 6 Veenpolder, een landschap vol plassen (met uitstekende koeien;; het groepje aan den Rijn, een dorp aan het water tusschon boomen ; no. 14 een boschrand bij Renkum; het fluweelen Diepenveen" ; no. 24 een duinlandschap; no. 26 eerïGeldersch landschap; Geldersch landschap (no. 26); het no. 29 een landschap met bruinende boomen links; no. 30 het fijne vijvertje; no. 43 Laan en no. 52, no. 54 Bosch weg; no. 62 Weg waar het atmosferische en luchtvolle werd uitgedrukt; no. 65 Avondstemming. Ik herhaal dus dat mij dunkt dat de Bock niet een wondertalent was integendeel, maar* in zijn gelukkigst oogenblik een hoewel niet eigen, dan te waardeeren werker. PLASSCHAHRT. Das goldene Bw-li vom Kignem Heim. Eine Hauskunde für Jedermann. Herausgegeben unter Mitwirkung von Felix Becker, Adolf Brüning. Gaston Graul, Eichard Graul, Ph. W. Halm, Erich Haenel,Friedrich H. Hofmann, Albrecht DE ROODE PUNT. VAN ISRAËL ZANGWILL. (Slot). De Londensche lucht was loodgrijs, en de Londensche straten waren een en al modder, maar haar hartje klopte vol hoop. Toen zij de bekende straat bereikte, bemerkte zij er dadelijk iets vreemds aan. De menschen stonden opgewonden voor hun deuren te praten, alsof er geen Sabbath-potjes gekookt behoefden te worden ; overal stonden midden op straat groepjes mensehen, die haar den doorgang belemmerden, en hoe dichter zij bij de school kwam, hoe dichter de menigte werd ; er was geen doorkomen aan, de gesticuleei ende menschenmassa versperde den ingang naar liet ijzeren hek. De arme Bloomah bleef s!aan, buiten adem van het harde loopen en op het punt in tra nen uit te barsten om het nijdige noodlot, dat haar overal in den weg stond ; voor het eerst gunde zij zich nu den tijd na te gaan wat er aan de hand was. Nu eerst werd zij zich bewust van al het weenen, kermen en klagen en handenwringen om haar heen. De menigte bestond voornamelijk uit U3rische en Roemeensche vrouwen van de laatste emigratie, zooals zij kon zien aan de pruiken, die hun haren bedekten. De voorsten stonden tegen de staven van het hek aangedrukt, schreeuwden er doorheen en rukten aan het ijzer uit al hun macht. Ofschoon Bloomah's kennis van het Joodsch maar zeer gering was zooals het een telg van een oude, Engelse hèfamilie betaamt kon zij toch hun eenvoudige uitroepen wel verstaan. Moordenaars !" Geef mij mijn Rachel terug !" Zij vernietigen onze dochters, zooals Pharaoh onze zonen vernietigd heeft." Kurzwelly, Lambert und Stahl, Alfred Gotthold Meyer, Erich Pernice, Wilhelm Schölermann, Fritz Schumacher, Ernst Schwedeler- Meyer, Wilhelm Freiherr von Tettau u. A. Berlin und Stuttgart Verlag von W. Spemann 1905. De te Berlijn en Stuttgart gevestigde uit gever W. Spetaann deed eene serie Gouden Boeken" het licht zien waarin op eene, voor het groote lezende publiek berekende wijze achtereenvolgens de muziek de kunst, de wereld-literatuur, de gebruiken, het theater en de gezondheid werden behandeld. Als zevende deel is thans aan de reeks toege voegd: Das goldene Buch vom, EignemHeim". Het doel dezer uitgave wordt in het voor woord in de volgende zinsneden uiteengezet. Het Goldene Buch vom Eignem Heini" is bestemd hen, die omgaan met het plan een huis te bouwen of wien in het algemeen de inwendige inrichting van een huis belang inboezemt, eene eerste hulp en algemeene handleiding voor den bouw en de inrichting te geven. Juist in onzen tijd van onrustigen strijd over den kunstvorm van het woon huis kan zulk een boek van nut zijn, indien het behalve de praktische, tevens de testhetische vraagstukken op eene populaire wijze behandelt. Het heldere inzicht in de «econo mische, technische en artistieke voorwaar den, waaronder een huis ontstaat, zal aan de wenschen van den bouwheer tot een hech ten grondslag dienen en het hem mogelijk maken zijn eigen wil en persoonlijken smaak veel sterker en beter op den voorgrond te plaatsen dan wanneer hij zonder voorafgaand overleg tot den huisbouw overging. In het eerste deel van het boek wor len allereerst de praktische vragen van den huisbouw en der woningsinrichting bespro ken; in een ander gedeelte behandelen met ruimen blik bevoegde schrijvers de tradilies waaruit de moderne bouwkunst zich ont wikkeld heeft, worden inlichtingen gegeven over stijl- en vormenleer en wordt, aan de hand van talrijke afbeeldingen opgewekt tot vergelijkende studie van bouwkunst en deko ratie. Aan de keuze der figuren is de grootste zorg gewijd en in hare veelzijdigheid zullen zij de fantasie prikkelen en bet begeleidend woord toelichten. Als derde deel van de huiskunst hebben wij de levensbeschrijvingen van onze vaderlandsche architekten, meestal volgens authen tieke gegevens bijeengebracht, en zoo ieder een in staat gesteld zich over onze bouw meesters te oriënteeren." lu deze bewoordingen omschrijft de uit gever de strekking van dit boek en ik meen tot juist begrip deze woorden hier te moeten overnemen. Trouwens soberder en juister zou de hoofdinhoud van het boek, dat ik nader wensch aan te kondigen, door mij toch niet zijn aan te duiden. Eeue publikatie als deze kan in ruimen kring van nut zijn. Want al i", blijkens den titel en het aan eene oude Tiroolsche huisinsciiptie ontleende motto, waaronder zij verscheen: Ein Mann, der musz wohnen in ander Leut' IJaufer, Der ut armer als ein Karthauser, al is deze uitgave ook bes'emd voor hen die ren eigen huis bezitten of willen stichten, de i inhoud is zoo veelzijdig dat hij ook meer deren een bron van leering kan wezen. Bovendien, in ons land is het zij hier ingelascht het percentage huisbezitters in verhouding tot de bevolking, relatief hoog. Het had misschien aanbeveling verdiend, en was ook wel te plaatsen geweest, wanneer een hoofdstukje gewijd was aan de vraag met wt-lke middelen de in eene gekochte of gehuurde woning bestaande toestanden zonder groote kosten of timrnerages te wijzigen zijn, met name in dekoratief opzicht in verband tot het meubilair van een bewoner. Er zijn immers in den laatsten tijd zoo vele nieuwe materialen bijgekomen, die in oedoe'd op zicht van dienst kunnen zijn. Niet dat de aanschaffing van dit boekje van luttele guldens iemand die van plan is een huis te laten bouwen, het honorarium van den bouwmeester zou kunnen uitsparen! De architekten hebben in Spemann's uit gave geene deloyale konkurente te vreezen. Integendeel. Het begrip en de waardeering voor hun arbeid zullen bij den leek door de lezing van dit gouden boek" eerder worden vergroot en ook het aanschouwen der af beeldingen van met zorg geko/.en voorbeelGeef mij mijn kinderen en ik ga weer terug naar Rusland !" Zij zijn nog erger dan de Russen, zij ver giftigen onze kinderen l" O, God van Abraham, hoe kan ik zonder mijn Leah leven ?" Aan de andere zij van het hek maakten de kinderen, die wij hadden voor het mid dagmaal, evenveel leven; zij schreeuwden, schreiden en trachtten bij haar moeder-i te komen. Sommigen brulden met opgestroopte mouwen, om den bovenarm te laten zien. Kijk !" riepen de vrouwen. Zie die roode punten eens.' Zij vergiftigen onze kinderen !" Eensklaps ging Bloomah een licht op. De schoolcommissie had blijkbaar den vaccine-dwang ingevoerd. Ik wil niet sterven !" kermde een dikkertje met goudblond haar. Ik ben nog te jong om nu al te sterven." Mijn arm schaapjo zal sterven !" Een vrouw naast Bloomah met kastanje-bruine haren, die onder baar zwarte pruik uitkwa men, wrong haar handen. Ik hoor haar maar aldoor praten over roode punten en nu hebbon ze ze haar gege ven. Zij is vergiftigd, mijn schattebout!" Uw schaap is zoo goed a's het maar kan," zei Bloonjah, geprikkeld. Zij is alleen maar gevaccineerd." De vrouw herhaalde hot eenige woord dat zij begreep : Gevaccineerd ! gevaccineerd !" Toen verviel zij weer in haar jargon, hief haar handen ten hemel en riep: J.k wou, dat ze allemaal dood vielen !" Bloomah zocht wanhopig naar een vrouw zonder pruik. Er stond er een vlak naast haar. Kunt u baar niet uitleggen, dat de dok toren geen kwaad doen V" vroeg zij. Zoo, doen zij geen kwaad ? Lees dit dan eens!'' De vrouw waaide met eenstroobillet, dat aan den ecnen kant in het Engelse!), aan den anderen in het Joodsch bedrukt was. Bloomah las den Engelschen tekst niet zonder eenige onrust. Moeders, let op uw kleintjes ! De schooltyrannen hebben eon complot gesmeed om vuile vaccinestof in hun onschuldige aderen te spuiten. Houd ze liever bij u dan ze te den zal onwillekeurig de eischen en ver langens van den bouwheer doen rijzen. Mis schien echter zijn over het algemeen wel te fra?.ie voorbeelden gekozen en zijn te vele niet voor een normale-portemonnaie bereikbaar. Dit kan, hoe aangenaam ook bij de beschou wing echter een schaduwzijde worden als ten on zent het Gouden boek" opgang eens maakte. Hoevelen immers verlangen niet EU reeds van hun architekt, op straffe van ongena Ie der geheele korperatie, dat hij de kunst verstaat schapen met vijf pojten te leveren. Een mooi, groot, soliede eu fijn afgewerkt huis in korten tijd en voor weinig geld te bouwen, dit is nu eenmaal het hoofdpunt van het, meerendeel der hederidaagsche particuliere bouwprogramma's. Wie kans ziet zoo tegen strijdige eischen te bsvredigen, heeft zijn naatn slechts te noemen en hij is de groote man der toekomst. Dergelijke beschouwin gen, overwegingen of bespiegelingen van meer finantieelen aard hadden in het gouden Boek, dat zich immers tot de leeken in het bijzonder richt, niet mogen ontbreken. Of dach ten de auteurs soms slechts voor verstandige menschen te schrijven en beerscht in Duitschland bij bouwheeren het juiste inzicht dat alle waar nood'.akelijk naar zijn geld is? Voorwaar, dan zou ginds het architektenparadijs op aarde te zoeken zijn. Eene uitvoerige bespreking van den veelzijdigen inhoud zou te ver voeren. De beste aanbeveling, welke dit boek ten volle verdient, was wellicht eene simpele overname van de titels der hoofdstukken alsmede van de namen hunner in de vakwereld deels welbekende auteurs. 1. Burgerlijke bouwwijze door prof. Fritz Schumacher. 2. De moderne huisbouw door Lambert en Stahl. 3. De inwendige inrichting van het huis (woon-, ontvang- en dienstruimten) door dr. Richard Grax en Lambert en Stahl. 4. De aesthetica der woning door dr. Ernst Schwedeler-Meyer. 5. Ruimte-werking en ruimte-stemming. Dekoratie van wand, vloer en zolJering door dr. Erich Haenel. G. Het huisraad door prof. dr. Alfred Gotthold Meyer. 7. Toestellen voor verwarming en ver lichting door dr. Adolf Brüning. 8. Ziekten in het huis en hunne bestrijding door dr. Gaston Graul. 9. De ziekenkamer door dr. Gaston Graul. 10. uinarchitektuur door Lambert eu Stahl. Deze tien hoofdstukken vormen te zamen het eerste, laat mij zeggen praktische deel, van het boek, in het voorwoord vermeld. Het tweede deel is meer van kunst-historischen aard en in 11 hoofdstukken gesplitst. 1. De ontwikkeling der bouwvormen en van het ornament door dr. Friedrich II. Hofmann. 2. Geschiedenis der bouwstijlen, door dr. Friedrich H. Hofmann. 3. Het antieke woonhuis door dr. Erich Pernice. 4. Het middelceuwsche huis door prof. dr. Alfred Gotthold Meyer. ' 5. Het huis der renaissance door prof. dr. Alfred Gotthold Meyer. . Kas'eel en hóte) in Frankrijk door dr. Richard Graul. 7. Koopinanshms on winkel door dr, Albrecht Kurzwelly. 8. De grondvormen van het boerenhuis door dr. Albrecht Kurzwelly. 9. Het boerenhuis in Beieren door dr. Ph. M. Halm. 10. Het boerenhuis in Sleeswijk-IIoIstein door Wilhelm Schölermann. 11. Het Engelsche familiehuis door Wil helm Freiherr von Tettau. Deze onderwerpen worden alle op welis waar populaire maar zóó praktische, leer zame en onderhoudende wij/.e behandeld, dat ook menig vakman ze vaak tot zijn voordeel zal .raadplegen. Enkele gedeelten, speciaal voor duitsche toestanden geschre ven, zijn natuurlijk niet oordeel des onderS-:heids te lezen. Dat bij zoo gedetailleerde en omvangrijke stof niet althans enkele blad/.ijden een geheel hoofdstuk zou gewettigd zijngewcest! gewijd werden aan eene verhandeling over liet Hollandsche familiehuis is zeer beslist een groote en onverklaarbare leemte. Want onze vaderlandsche architektuur, die zich juist in den burgerhuisbouw van ouds, en llfHIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIMIIIMIIUlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMllllinHI laten vergiftigen om de doktoren te verrijken." Toen volgden er sta'istieken, die zelfs Bloomah versteld dedtn staan. Was hot wonder, dat de uitgewekenen uit een land, waar zij voortdurend vervolgd werden, waar alles mogelijk was, dachten, dat zij van den regen in den drup waren geraakt ? dat het gerucht, dat beulen met instrumenten de schoollokalen bezet hielden, als een loopend vuurtje door de geheele wijk ging en do oostersche verbeelding tot een soort van halve krankzinnigheid opzweepte? Terwijl Bloomah las, viel een vrouw met oen hoofddoek flauw, on daardoor nam liet lawaai en de razernij nog toe. Maar ik ben ook ingeënt, toen ik klein was, e n ik mankeer toch niets," mompelde Bloomah als om zichzelf geni<t te stellen. Mijn arm! Ik ben vergiftigd!" en een andere leerling vloog als een dolle naar het hek. De vrouwen buiten het hek antwoordden met een doffen kreet van woodo en drukten als razenden togen hot slot. Iv-n venster dat op de speelplaats uitzag, werd ratelend open gegooid on de hoofdomlenvijzei'es verscheen on schreeuwde beur telings tegen de ouders en kinderen, maar haar stem werd niet eens gehoord of ver staan ; eon oude Poolsche vrouw balde slechts haar vuist ten antwoord. Oude vrijster kinderloos, zonder rnededoogen !" Een schel gefluit weerklonk aan alle kanten en kort daarna worstelde een afdeeling van acht agenten met de vrouwen, die hot hok belegerden, en trachtte zich tusschon hen en het hok te dringen. Een dikke, vriendelijke agent drong Bloomah voorbij, gereed om or met zijn stok op los te sla m. Doe do arme vrouwen geen pijn,"smeekte Bloomah. Zij denken dat hunkinderen vergifiigd worden." ..Dat weet ik, jullie. Wat kan je met zulke onnoozelen beginnen? Waarom blij von zij niet in hun eigen land? Ik ben net zelf ingeënt on het is geen pretje dat er zoo van alle kanton, togen mijn arm wordt gestooten." Laat hen die roode punten dan zien, dat zal hen wel tot bedaren brengen." nog heden ten dage is dit het geval, van hare beste zijde doet kennen, had menig leerzaam, even fraai als karakteristiek voor beeld van smakelijke, degelijke eenvoud aan de hand kuunen doen. Het hoofdstuk Het Nederlandsche familiehuis" zou m.i. met voordeel bijv. dat over de Sleeswijk-Holsteinsche boerderij hebben kunnen vervangen. De uitermate moeilijke taak een werk saam te stellen dat voor het groote publiek inderdaad nut kan hebben, is in dit Gouden Boek met succes opgelost. Eendjdige kunsttheoiiën en strenge beginselverkondigingen, wekken bij een ondeskundige meestentijds een onbehaaglijk gevoel van dwang op; vaak vervelen of' vermoeien zij hem. Hier echter wordt de zoo noodige belangstelling in de bouwkunst in het algemeen gewekt. Zulks vooral door de honderde af beeldingen, welke den tekst vergezellen, zonder partijdig heid van richting gekozen werden en bij elk der behandelde onderwerpen een rij k studieen vergelijkingsmateriaal geven. Het is te wenschen dat dit Goldene Buch vom I.iguen Heiin" in recht veler handen komt en profijt afwerpt, vooral indenentijd, die met ongekende snelheid villaparken en geheele stadswijken als uit den grond ziet verrij/.en. In zulk een tijd kan van een boek als het hier aangekondigde een invloed ten goede op het artistieke gehalte uitgaan. L. Daglaml. BJÖR.VSTJEJÏXE BJÖJWSO.Y, Dctffland, Scbanspiel. Munchen, Allart Langen, 1905. De werklust en werkkracht van Björnson blijken onvurzwakt. Geregeld volgen de laat ste jaren zijn drama's elkaar op, even gere geld als vroeger die van den helaas tot mach teloosheid geslagen Ibsen. Het veel te weinig bekende misschien't meest interessante Paul Lange en Tora Parsberg, het algemeen bekende Boren onze kracht even gevolgd door Laboremm, laatstelijk door Op Storhove. Er ia in zijn drama's der laatste jaren iets veel diepers, veel algemeenera merkbaar. Als moralist hield hij zich vroeger byv. in De Handschoen en Een Faillissement te veel met een bepaald onderwerp bezig, dat hij be handelde, waarvan zijn werk een illustra tie werd. Het gebeurde kwam daarbij niet ver boven het geval. \Ve voelde niet achter de ons getoonde werkelijkheid die andere, zoo geheimzinnige, waaraan we bij Ibsen's stukken zoo voortduren! herinnerd worden. In zijn dialoog was minder wenschelijkheid en tevens minder diepte, minder algemeene wijsgeerigheid Want hoe meer een schijver die waarlijk 't vermag tot de gronden van 't mensch-zijn te naderen de natuurlijk-eenvoudige vertol king daarvan weet te geven in de woorden zijner schepselen, hoe suggestiever hij werkt. Er zijn bij Ibsen, gelijk b.j Shakespeare, van dir zinnen, zóó geboren uiteen menschenziel in zekere gevo^isfeer die opeens uit zichten openen ver over den horizon heen van de realileit der handeling. Ook hiervan vindt men meer in Björnson's later werk. In zijn jongste drama zijn er brokjes dialoog, die door Ibsen konden ge schreven zijn; korte sjezegden en replieken, droog, eenvoudig, maar als tot berstens ge spannen van motie. De dramatis personale in Dagland zijn: Dag, een oud grondbezitter, wiens aamborstig heid hem een plaats in de hoogte de voorkeur doet geven. Hij woont daar alteen, zijn vrouw en dochter Berthe bleven beiden iii het huis beneden aan de ku-t. Ze hebben nog twee kinderen, die beiden jaren lang in den vreemde zwierven, en op liet oogenblik der hande ling pas zijn teruggekomen, Steuer, de zoon, is ingenieur, heeft veel gereisd, tot in Australiëtoe, en is met groote plannen huiswaarts gekeerd. Daarboven, op het vaderlijke goed, is een waterval. Als knaap heeft hij er dikwijls naar staan kijken en toen is in heni de gedachte gerijpt, die hij nu met veel kennis ea ervaringpractiseh wil uitwerken: het exploiteeren van dien waterval als drijfkracht. Maar hij weet welke tegenstand hem wacht. Zijn vader is nooit over dat plan te spreken geweest, zal z ch ook nu wel blijven ver zetten. Toch dient een uiterste poginggewaagd. Steuer een heeft doorzettende natuur; die minimin iiiiiiiMiiimiiiii i iiiiiiillMiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiMHiiiiiifii De agent lachte. Een agent met opgestroopte mouwen ! Daarmee zou hij al de waardigheid eu het prestige van de politiemacht te grab bel gooien. Dan zal ik ze de mijne laten zien," zei Blooinah vastbesloten. Ze zijn wel oud en misschien niet goed meer te zien maar misschien is het wel voldoende. Wilt u me even optillen op den arm die niet is ingeënt?" Getroffen door haar ernst zette de agent haar op zijn krachtigen schouder. Het was alsof zij werd opgepakt en dat leidde voor eeii oogenblik de aandacht af; aller oogen vestigden zich op haar. Narrounin (dwazen)!" riep zij, met een wanhopige poging om het weiuigje Joodsch, dat ze kende, bij elkaar te halen. Jelui kinderen zijn veilig! Ich bin ingeënt. Kijk maar!;' Zij stroopte haar mouw op. Der agent ist ook ingeënt. Zie als ik hem op zijn arm tik, doet het pijn Kijk maar !'' Houd op julh'e!" Het gelaat van den agent vertrok. De koning ist ingeënt," ging Bloomah voort, en de koningin, en de prins van Wales en de on lerwijzers zelf ook. Het zijn geen duivels daarbinnen. Op dit papier zij hield het strooibiüet in de hoogte staan niets dan leugens." Zij scheurde het aan stukken. Neen, het is zoo waar als de Mozaïsche wet/' antwoordde een man uit de menigte. Als de Mozaïsche wet !" herhaalde de vrouwen schor. Ineens kreeg Bloomah een ingeving. De Mozaïsche wet ? Ba ? Weten jelui dan niet, dat dit geschreven is door de Meshumadin ?" De menschenmassa keek, alsof zij het in Keulen hoorden donderen en zwegen. Als hut strooibillet werkelijk door afvallig? ge schreven was, wat kon het dan anders bevatten dan leugens door satan ingegeven? Bloomah maakte van dat oogenblik van triomf gebruik. Ga naar huis, inarronins !" riep zij medelijdend vanaf haar hooge zit plaats. Toen keerde zij zich om naar de kinderen achter het hek eu riep uit: Houdt je toch stil, jelui schreeuwende, onnoozele door den tegenstand van .zjjn vader geprikke.'d wordt. Even energiek is zijn zuster Ragna. Deze heeft al een heel leven achter zich. Maar alvorens daarvan te reppen, eerst iets o 'er de moeder. Dag is getrouwd met een fransche vrouw. De inrichting van het huis aan de kust ge tuigt er van. Boven het ouwerwetsche benedenhuis blijkt de inrichting iets heel bizonders. Alles is smaakvol in Louis seizestijl gemeubeld. Dat zijn de vertrekken van mevrouw Dag. Zij heeft altijd heel wat met den stellen Noor te stellen gehad Tegenover zijn opvat ting van opvoeden door strengheid, tucht, onverbiddelijke gehoorzaamheid eischen, stond de hare van opvoeden in vrijheid door takt en liefde. De kinderen, die bang waren voor den vader, wiens straffende hand vaak zeer onzacht op hen neerkwam, hechtte zich aan de moeder, eerden in haar ook de meer dere verfijning. Een zoon, de oudste, heeft de strengheid van den vader tot een wan hoopsdaad gevoerd, die als een donkere her innering blijft zwerven over het interieur, Als nu Steuer's wensch om den waterval te exploiteeren, weer dreigt af te stuiten op Dag's onwil, hebben uian en vrouw een ge sprek. Dag is in groote ontroering naar beneden gekomen, waar hij dadelijk last heeft van kortademigheid, iets wat zijn stemming niet verbeterd. De echtgenooten zijn het weer niet eens. Als dat in vroeger jaren het geval was en Dag liet het zich tot onbetamelijke ruwheid veroveren door zijn drift, dan wendde zijn vrouw zich af, ging fier en voornaam naar haar eigen vertrekken boven en kwam niet naar beneden vóór hij boven was geweest en het haar gevraag l had. Al duurde het ook vijf dagen l Ik faut garder sadiguité." In het boven bedoeld gesprek zegt Dag waarschuwend: De waterval zal de oorzaak worden, dat Steuer opnieuw van ons weggaat. DAG. (in radeloosheid voor zich heen) Ja, daar hebben we het ongeluk ! Mevr. DAG. Welk ongeluk? DAG. Dat jij altijd de kinderen bijvalt! Daarom hebben ze alles anders leeren inzien, andere verlangens gekregen... altijd, altijd iets anders. Mevr. DAG. Mais que faire? DAG. (trotsch) Que fa:re? De kinderen god vruchtigheid leeren. Gehoorzaamheid, Tucht. Dat is het goddelijke gebod der opvoeding. Mevr. DAG, (staat op.jCouutre ma consieuce? Jamais! DAG. Voila votre faute il vous! Qui dans ses conséquences a détruit ma vie ! Mevr. DAG. Voila encore une fois des accusations, indignes de vous et de moi. Je m'en vais (yaat heen.) DAG, (springt op, rolgt haar; keert z'ch om, zegt voor zich :) O God, nu oogsten wij wat we gezaaid hebben. Nu komen de gevolgen van onze eeuwige oneenigheidheid over ons. Wjj moeten alles overlaten. Mevr. DAG, (wendt zich om, ziet hem aan.) DAG, (rer verwijtend.) Telkens als ik ze op heeterdaad betrapte op kwaad doen, en ze tuchtigen wilde, nam jij ze in bescherming. Mevr. DAG. Oui! DAG. Jij hield ze bij je verborgeu, zoo dik wijls ze ondeugen l geweest waren. Mevr. DAG. Oui! DAG. Zooals 't hier gesteld is bj' die aanlegplaatsen en booten en visschers in den tijd van de drukte, en aldoor hebben ze al lerlei verkeerde dingen geleerd, die ze na wilde doen. . . Ik heb je gesrneek-.-gesmeekt-, om met een krachtigen wil en een streng opletten daartegen in te gaan. Maar al wat ik wilde, stuur ie je in de war! Omdat je zelf niet weet wat het is: godvruchtigheid, gehoorzaamheid, tucht, wat dat beteekent voor ons leven. Zij komt uit het land van de revolutie. Mevr. DAG, (trotsch.) Oui! DAG, (geprikkeld.) Kinderen, zoo onstuimig als de onze, midden in zoo gevaarlijke om standigheden, moeten leeren wat vrees is. Mevr. DAG. Jamais! DMS. O, mija God, mijn God, had Frederik die gekend, nog was hij bij on*. Mevr. DAG (nadrukkelijk) Frederik was vél te bevreesd. Dat werd zijn ongeluk. We zien hier twee opvattingen inet elkaar in conflict. De strijd over de opvoeding heeft vroeger voortdurend de stemming verstoord in het MMnimijmimiiiiiiiiiiniiiiiiiiHiiiiiiiHllMiuiiiuiiiiiitliiiimiiiiHtiiiMll wichten! En jij, Golda Benjamin, ik zou me schamen; een mei-y'e van jouw leeftijd! Doe je mouw naar beneden, klein kindje!" Bloomah zou overwonnen hebben, als haar toespraak de aandacht der politie niet aan een anderen troep muitelin» n had afgewend ? vrouwen, bijgestaan door haar mannen, die in allerijl uit hun stalletjes of van achter den kruiwagen waren gehaald, en die nu een zijingang rammelden. Op dat oogenblik vloog het hek jui>t open en onder een luid ge schreeuw vlogen zij de speelplaats op, roepend om en zoekend naar hun kinderen. De politie begaf zich zoo snel zij kon naar het nieuwe oologsterrein, daar zij een aanval op deuren en ramen verwachtte en Bloomah werd haastig neergezet in de woelige nieiischenrnenigte en door hen meegesleurd ach ter de politie aan, die het volk niet beletten kon door het gebroken zij hek naar binnen te dringen. De speelplaats vertoonde een verwarde massa van ouders, kinderen agenten, onder wijzers, allen schreeuwend eu druk gesticuleereud. Maar er werd niet gevochten. De wet kan vaders en moeders niet beletten hun kinderen aan het hart te drukken en hen, dol van vreugde, mee naar huis te nemen. De kinderen, die niet het geluk hadden opge nomen te worden, liepen uit zichzelf weg, sommigen in doodsangst, anderen alleen uit ondeugendheid, en binnen een paar minuten was de school leeg. De schoolcommissie hield een ofiicieele vergadering om dit voorval, dat zijns gelijke niet had, nader te bespreken. Er weid be sloten de absenties van dien dag niet te reke nen. Roode punten, zwarte punten, zij waren alle gelijk ; alle nulletjes werden tot hun feitelijke waarde teruggebracht. Er weid be sloten die schoolweek op Donderdag te duen eindigen. Den volgenden Maandag zat Bioomah op haar plaats, de gelukkigste van al haar op getogen klasgenootjes. Aan den muur schitterde het vaandel.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl