Historisch Archief 1877-1940
No. 1435
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Hwcbien orer jaren, soms binnen kort is
bet nutteloos geworden, verdwijnt het
schoonheid van vroeger is schoonheid voor
?o en gehint bet anderen dingen eigen
verouderend element te missen. Uitgaand
van deze stelling die ruim genoeg werd ge
houden om niet als een stijf corset een meening
het adem halen te beletten hóe is dan
het werk van de Bock ?
Ge merkt in zjjn werk zeer duidelijk, welke
-invloeden bem bevingen. Ge merkt er den
invloed van Koussean, van Jacob Maria en
zeer duidely k den Corot-invlotd die aan(no.
30) vjjvertje Bosch Fontainebleau een niet
onhekoorlijke fijnheid gaf. Toch dunkt mij
dit werkje hoewel evenmin eigen, qiet bet
beste van deze tentoonstelling. 52 stelt voor
een stuk zeestrand met zeehoofden
waartusfichen bet water, als baai na baai, bet
land indringt. De lucht doet denken aan
Jacob Maris, het landschap niet alleen aan
dezen maar aan vele franschen, de grijsheid
van de zee is misschien nog bet meest de
Bock-achtige, dat bier aan is het is dus
niet erg eigen maar 200 ex. voor een
museum, gekocht moeslen worden wat moet
ge koopen: het schoonste of het meest
typieehe: mij dunkt al Lijd en altijd het
schoonste, dit is het voornaamste en ik
mocht dan ook liever dan het korenveld
dit schilderijtje hebben zien hangen in het
museum in den Haag.
De algemeene kleur van een de Bock is
een grijaheid die soms atmosfeer-vol is, maar
niet altijd dit heef£, (zie het groute landschap
met de koeien); soms hangt een zon vlak
Achter de boomen, soms wijkt bij hem da
lacht vrij goed, maar ze mist altyd het zuivere,
uitdrukkende wat een lucht van fabriek zoo
ruim en licht en zuiver doet staan over een
landschap. Is de Bock, wat hem meer over
kwam, met zijn fabriek-talent dan immer
te wenschen was, niet ontroerd,dan ontstaan de
den menschen soms zeer lieve schilderijen
die eigentlij k meer als decor op te vatten
ZÖn, als decoratieve versiering (niet natuurlijk
met de vaste overtuiging van een der kinderen
opgevat) dan als een goed schilderij. Dan
komt typisch uit de niet-strafheid van zijn
lijn die de vorm moest uitdrukken; dan
komt duidelijk en klaar den meesten voor
oogen, wat bij de charme voor hen, de te
korten zijn van het werk door de Bock, wat
later meer dan nu nog wegen zal in de groote
schifting. Bij de beschouwing van deze
tentoonstelling blijkt op den duur, dat de
beteekenis van de Bock in dit oogenblik
onmiddellijk ua zijn dood nog overschat wordt,
te hoog gesteld; dat de tekortkomingen in
zijn werk zijn;
lo niet eigen zijn
2o niet een vaste bouw, noch een door
leefde kleur, die als het ware rilt door de
ontroering van den maker, en dat zijn
verdiensten zijn.
lo een zekere decoratieve werking, die
aangenaam aan den muur aandoet;
2o een soort natuur-zien en schoonheid
van het buitenlandschap ondervinden, die
hem in het bereik zet van velen en die
daardoor in bepaalde groepen hem altijd
een stellig welslagen zullen waarborgen.
* *
#
De schilderijen etc. die mij het belangrijkat
dochten zijn: bij verre 52 het strandgezicht,
dan komen, niet in volgorde ze neerschrij
vend o.a. 32 stulie van een huisje met kool
er voor; no. 6 Veenpolder, een landschap
vol plassen (met uitstekende koeien;; het
groepje aan den Rijn, een dorp aan het water
tusschon boomen ; no. 14 een boschrand bij
Renkum; het fluweelen Diepenveen" ; no.
24 een duinlandschap; no. 26 eerïGeldersch
landschap; Geldersch landschap (no. 26);
het no. 29 een landschap met bruinende
boomen links; no. 30 het fijne vijvertje; no.
43 Laan en no. 52, no. 54 Bosch weg; no.
62 Weg waar het atmosferische en luchtvolle
werd uitgedrukt; no. 65 Avondstemming.
Ik herhaal dus dat mij dunkt dat de Bock
niet een wondertalent was integendeel,
maar* in zijn gelukkigst oogenblik een hoewel
niet eigen, dan te waardeeren werker.
PLASSCHAHRT.
Das goldene Bw-li vom Kignem Heim. Eine
Hauskunde für Jedermann.
Herausgegeben unter Mitwirkung von Felix
Becker, Adolf Brüning. Gaston Graul,
Eichard Graul, Ph. W. Halm, Erich
Haenel,Friedrich H. Hofmann, Albrecht
DE ROODE PUNT.
VAN
ISRAËL ZANGWILL.
(Slot).
De Londensche lucht was loodgrijs, en de
Londensche straten waren een en al modder,
maar haar hartje klopte vol hoop. Toen zij
de bekende straat bereikte, bemerkte zij er
dadelijk iets vreemds aan. De menschen
stonden opgewonden voor hun deuren te
praten, alsof er geen Sabbath-potjes gekookt
behoefden te worden ; overal stonden midden
op straat groepjes mensehen, die haar den
doorgang belemmerden, en hoe dichter zij
bij de school kwam, hoe dichter de menigte
werd ; er was geen doorkomen aan, de
gesticuleei ende menschenmassa versperde den ingang
naar liet ijzeren hek.
De arme Bloomah bleef s!aan, buiten adem
van het harde loopen en op het punt in tra
nen uit te barsten om het nijdige noodlot,
dat haar overal in den weg stond ; voor het
eerst gunde zij zich nu den tijd na te gaan
wat er aan de hand was. Nu eerst werd zij
zich bewust van al het weenen, kermen en
klagen en handenwringen om haar heen.
De menigte bestond voornamelijk uit
U3rische en Roemeensche vrouwen van de laatste
emigratie, zooals zij kon zien aan de pruiken,
die hun haren bedekten. De voorsten stonden
tegen de staven van het hek aangedrukt,
schreeuwden er doorheen en rukten aan het
ijzer uit al hun macht.
Ofschoon Bloomah's kennis van het Joodsch
maar zeer gering was zooals het een telg
van een oude, Engelse hèfamilie betaamt
kon zij toch hun eenvoudige uitroepen wel
verstaan.
Moordenaars !"
Geef mij mijn Rachel terug !"
Zij vernietigen onze dochters, zooals
Pharaoh onze zonen vernietigd heeft."
Kurzwelly, Lambert und Stahl, Alfred
Gotthold Meyer, Erich Pernice, Wilhelm
Schölermann, Fritz Schumacher, Ernst
Schwedeler- Meyer, Wilhelm Freiherr
von Tettau u. A. Berlin und
Stuttgart Verlag von W. Spemann 1905.
De te Berlijn en Stuttgart gevestigde uit
gever W. Spetaann deed eene serie Gouden
Boeken" het licht zien waarin op eene, voor
het groote lezende publiek berekende wijze
achtereenvolgens de muziek de kunst, de
wereld-literatuur, de gebruiken, het theater
en de gezondheid werden behandeld. Als
zevende deel is thans aan de reeks toege
voegd: Das goldene Buch vom, EignemHeim".
Het doel dezer uitgave wordt in het voor
woord in de volgende zinsneden uiteengezet.
Het Goldene Buch vom Eignem Heini" is
bestemd hen, die omgaan met het plan een
huis te bouwen of wien in het algemeen de
inwendige inrichting van een huis belang
inboezemt, eene eerste hulp en algemeene
handleiding voor den bouw en de inrichting
te geven. Juist in onzen tijd van onrustigen
strijd over den kunstvorm van het woon
huis kan zulk een boek van nut zijn, indien
het behalve de praktische, tevens de
testhetische vraagstukken op eene populaire wijze
behandelt. Het heldere inzicht in de «econo
mische, technische en artistieke voorwaar
den, waaronder een huis ontstaat, zal aan
de wenschen van den bouwheer tot een hech
ten grondslag dienen en het hem mogelijk
maken zijn eigen wil en persoonlijken smaak
veel sterker en beter op den voorgrond te
plaatsen dan wanneer hij zonder voorafgaand
overleg tot den huisbouw overging.
In het eerste deel van het boek wor len
allereerst de praktische vragen van den
huisbouw en der woningsinrichting bespro
ken; in een ander gedeelte behandelen met
ruimen blik bevoegde schrijvers de tradilies
waaruit de moderne bouwkunst zich ont
wikkeld heeft, worden inlichtingen gegeven
over stijl- en vormenleer en wordt, aan de
hand van talrijke afbeeldingen opgewekt tot
vergelijkende studie van bouwkunst en deko
ratie. Aan de keuze der figuren is de grootste
zorg gewijd en in hare veelzijdigheid zullen zij
de fantasie prikkelen en bet begeleidend
woord toelichten.
Als derde deel van de huiskunst hebben
wij de levensbeschrijvingen van onze
vaderlandsche architekten, meestal volgens authen
tieke gegevens bijeengebracht, en zoo ieder
een in staat gesteld zich over onze bouw
meesters te oriënteeren."
lu deze bewoordingen omschrijft de uit
gever de strekking van dit boek en ik meen
tot juist begrip deze woorden hier te moeten
overnemen. Trouwens soberder en juister
zou de hoofdinhoud van het boek, dat ik
nader wensch aan te kondigen, door mij toch
niet zijn aan te duiden.
Eeue publikatie als deze kan in ruimen
kring van nut zijn. Want al i", blijkens den
titel en het aan eene oude Tiroolsche
huisinsciiptie ontleende motto, waaronder zij
verscheen:
Ein Mann, der musz wohnen in ander Leut'
IJaufer,
Der ut armer als ein Karthauser,
al is deze uitgave ook bes'emd voor hen die
ren eigen huis bezitten of willen stichten, de
i inhoud is zoo veelzijdig dat hij ook meer
deren een bron van leering kan wezen.
Bovendien, in ons land is het zij hier
ingelascht het percentage huisbezitters in
verhouding tot de bevolking, relatief hoog.
Het had misschien aanbeveling verdiend,
en was ook wel te plaatsen geweest, wanneer
een hoofdstukje gewijd was aan de vraag
met wt-lke middelen de in eene gekochte of
gehuurde woning bestaande toestanden zonder
groote kosten of timrnerages te wijzigen zijn,
met name in dekoratief opzicht in verband
tot het meubilair van een bewoner. Er zijn
immers in den laatsten tijd zoo vele nieuwe
materialen bijgekomen, die in oedoe'd op
zicht van dienst kunnen zijn.
Niet dat de aanschaffing van dit boekje
van luttele guldens iemand die van plan is
een huis te laten bouwen, het honorarium
van den bouwmeester zou kunnen uitsparen!
De architekten hebben in Spemann's uit
gave geene deloyale konkurente te vreezen.
Integendeel. Het begrip en de waardeering
voor hun arbeid zullen bij den leek door de
lezing van dit gouden boek" eerder worden
vergroot en ook het aanschouwen der af
beeldingen van met zorg geko/.en
voorbeelGeef mij mijn kinderen en ik ga weer
terug naar Rusland !"
Zij zijn nog erger dan de Russen, zij ver
giftigen onze kinderen l"
O, God van Abraham, hoe kan ik zonder
mijn Leah leven ?"
Aan de andere zij van het hek maakten
de kinderen, die wij hadden voor het mid
dagmaal, evenveel leven; zij schreeuwden,
schreiden en trachtten bij haar moeder-i te
komen. Sommigen brulden met opgestroopte
mouwen, om den bovenarm te laten zien.
Kijk !" riepen de vrouwen. Zie die roode
punten eens.' Zij vergiftigen onze kinderen !"
Eensklaps ging Bloomah een licht op.
De schoolcommissie had blijkbaar den
vaccine-dwang ingevoerd.
Ik wil niet sterven !" kermde een
dikkertje met goudblond haar. Ik ben nog te
jong om nu al te sterven."
Mijn arm schaapjo zal sterven !" Een
vrouw naast Bloomah met kastanje-bruine
haren, die onder baar zwarte pruik uitkwa
men, wrong haar handen.
Ik hoor haar maar aldoor praten over
roode punten en nu hebbon ze ze haar gege
ven. Zij is vergiftigd, mijn schattebout!"
Uw schaap is zoo goed a's het maar kan,"
zei Bloonjah, geprikkeld. Zij is alleen maar
gevaccineerd."
De vrouw herhaalde hot eenige woord dat
zij begreep : Gevaccineerd ! gevaccineerd !"
Toen verviel zij weer in haar jargon, hief
haar handen ten hemel en riep: J.k wou,
dat ze allemaal dood vielen !"
Bloomah zocht wanhopig naar een vrouw
zonder pruik. Er stond er een vlak naast haar.
Kunt u baar niet uitleggen, dat de dok
toren geen kwaad doen V" vroeg zij.
Zoo, doen zij geen kwaad ? Lees dit dan
eens!'' De vrouw waaide met eenstroobillet,
dat aan den ecnen kant in het Engelse!), aan
den anderen in het Joodsch bedrukt was.
Bloomah las den Engelschen tekst niet
zonder eenige onrust.
Moeders, let op uw kleintjes ! De
schooltyrannen hebben eon complot gesmeed om
vuile vaccinestof in hun onschuldige aderen
te spuiten. Houd ze liever bij u dan ze te
den zal onwillekeurig de eischen en ver
langens van den bouwheer doen rijzen. Mis
schien echter zijn over het algemeen wel te
fra?.ie voorbeelden gekozen en zijn te vele niet
voor een normale-portemonnaie bereikbaar.
Dit kan, hoe aangenaam ook bij de beschou wing
echter een schaduwzijde worden als ten on
zent het Gouden boek" opgang eens maakte.
Hoevelen immers verlangen niet EU reeds
van hun architekt, op straffe van ongena Ie der
geheele korperatie, dat hij de kunst verstaat
schapen met vijf pojten te leveren. Een
mooi, groot, soliede eu fijn afgewerkt huis
in korten tijd en voor weinig geld te bouwen,
dit is nu eenmaal het hoofdpunt van het,
meerendeel der hederidaagsche particuliere
bouwprogramma's. Wie kans ziet zoo tegen
strijdige eischen te bsvredigen, heeft zijn
naatn slechts te noemen en hij is de groote
man der toekomst. Dergelijke beschouwin
gen, overwegingen of bespiegelingen van
meer finantieelen aard hadden in het gouden
Boek, dat zich immers tot de leeken in het
bijzonder richt, niet mogen ontbreken. Of dach
ten de auteurs soms slechts voor verstandige
menschen te schrijven en beerscht in
Duitschland bij bouwheeren het juiste inzicht dat
alle waar nood'.akelijk naar zijn geld is?
Voorwaar, dan zou ginds het
architektenparadijs op aarde te zoeken zijn.
Eene uitvoerige bespreking van den
veelzijdigen inhoud zou te ver voeren.
De beste aanbeveling, welke dit boek ten
volle verdient, was wellicht eene simpele
overname van de titels der hoofdstukken
alsmede van de namen hunner in de
vakwereld deels welbekende auteurs.
1. Burgerlijke bouwwijze door prof. Fritz
Schumacher.
2. De moderne huisbouw door Lambert
en Stahl.
3. De inwendige inrichting van het huis
(woon-, ontvang- en dienstruimten) door dr.
Richard Grax en Lambert en Stahl.
4. De aesthetica der woning door dr. Ernst
Schwedeler-Meyer.
5. Ruimte-werking en ruimte-stemming.
Dekoratie van wand, vloer en zolJering
door dr. Erich Haenel.
G. Het huisraad door prof. dr. Alfred
Gotthold Meyer.
7. Toestellen voor verwarming en ver
lichting door dr. Adolf Brüning.
8. Ziekten in het huis en hunne bestrijding
door dr. Gaston Graul.
9. De ziekenkamer door dr. Gaston Graul.
10. uinarchitektuur door Lambert eu
Stahl.
Deze tien hoofdstukken vormen te zamen
het eerste, laat mij zeggen praktische deel,
van het boek, in het voorwoord vermeld.
Het tweede deel is meer van
kunst-historischen aard en in 11 hoofdstukken gesplitst.
1. De ontwikkeling der bouwvormen en
van het ornament door dr. Friedrich II.
Hofmann.
2. Geschiedenis der bouwstijlen, door dr.
Friedrich H. Hofmann.
3. Het antieke woonhuis door dr. Erich
Pernice.
4. Het middelceuwsche huis door prof.
dr. Alfred Gotthold Meyer.
' 5. Het huis der renaissance door prof.
dr. Alfred Gotthold Meyer.
. Kas'eel en hóte) in Frankrijk door dr.
Richard Graul.
7. Koopinanshms on winkel door dr,
Albrecht Kurzwelly.
8. De grondvormen van het boerenhuis
door dr. Albrecht Kurzwelly.
9. Het boerenhuis in Beieren door dr.
Ph. M. Halm.
10. Het boerenhuis in Sleeswijk-IIoIstein
door Wilhelm Schölermann.
11. Het Engelsche familiehuis door Wil
helm Freiherr von Tettau.
Deze onderwerpen worden alle op welis
waar populaire maar zóó praktische, leer
zame en onderhoudende wij/.e behandeld,
dat ook menig vakman ze vaak tot zijn
voordeel zal .raadplegen. Enkele gedeelten,
speciaal voor duitsche toestanden geschre
ven, zijn natuurlijk niet oordeel des
onderS-:heids te lezen.
Dat bij zoo gedetailleerde en omvangrijke
stof niet althans enkele blad/.ijden een
geheel hoofdstuk zou gewettigd zijngewcest!
gewijd werden aan eene verhandeling over
liet Hollandsche familiehuis is zeer beslist
een groote en onverklaarbare leemte. Want
onze vaderlandsche architektuur, die zich
juist in den burgerhuisbouw van ouds, en
llfHIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIMIIIMIIUlllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllMllllinHI
laten vergiftigen om de doktoren te verrijken."
Toen volgden er sta'istieken, die zelfs
Bloomah versteld dedtn staan. Was hot
wonder, dat de uitgewekenen uit een land,
waar zij voortdurend vervolgd werden, waar
alles mogelijk was, dachten, dat zij van den
regen in den drup waren geraakt ? dat het
gerucht, dat beulen met instrumenten de
schoollokalen bezet hielden, als een loopend
vuurtje door de geheele wijk ging en do
oostersche verbeelding tot een soort van
halve krankzinnigheid opzweepte?
Terwijl Bloomah las, viel een vrouw met
oen hoofddoek flauw, on daardoor nam liet
lawaai en de razernij nog toe.
Maar ik ben ook ingeënt, toen ik klein
was, e n ik mankeer toch niets," mompelde
Bloomah als om zichzelf geni<t te stellen.
Mijn arm! Ik ben vergiftigd!" en een andere
leerling vloog als een dolle naar het hek.
De vrouwen buiten het hek antwoordden
met een doffen kreet van woodo en drukten
als razenden togen hot slot.
Iv-n venster dat op de speelplaats uitzag,
werd ratelend open gegooid on de
hoofdomlenvijzei'es verscheen on schreeuwde beur
telings tegen de ouders en kinderen, maar
haar stem werd niet eens gehoord of ver
staan ; eon oude Poolsche vrouw balde slechts
haar vuist ten antwoord.
Oude vrijster kinderloos, zonder
rnededoogen !"
Een schel gefluit weerklonk aan alle kanten
en kort daarna worstelde een afdeeling van
acht agenten met de vrouwen, die hot hok
belegerden, en trachtte zich tusschon hen en
het hok te dringen. Een dikke, vriendelijke
agent drong Bloomah voorbij, gereed om or
met zijn stok op los te sla m.
Doe do arme vrouwen geen pijn,"smeekte
Bloomah. Zij denken dat hunkinderen
vergifiigd worden."
..Dat weet ik, jullie. Wat kan je met zulke
onnoozelen beginnen? Waarom blij von zij
niet in hun eigen land? Ik ben net zelf
ingeënt on het is geen pretje dat er zoo van
alle kanton, togen mijn arm wordt gestooten."
Laat hen die roode punten dan zien, dat
zal hen wel tot bedaren brengen."
nog heden ten dage is dit het geval, van
hare beste zijde doet kennen, had menig
leerzaam, even fraai als karakteristiek voor
beeld van smakelijke, degelijke eenvoud
aan de hand kuunen doen. Het hoofdstuk
Het Nederlandsche familiehuis" zou m.i. met
voordeel bijv. dat over de
Sleeswijk-Holsteinsche boerderij hebben kunnen vervangen.
De uitermate moeilijke taak een werk
saam te stellen dat voor het groote publiek
inderdaad nut kan hebben, is in dit Gouden
Boek met succes opgelost. Eendjdige
kunsttheoiiën en strenge beginselverkondigingen,
wekken bij een ondeskundige meestentijds
een onbehaaglijk gevoel van dwang op;
vaak vervelen of' vermoeien zij hem. Hier
echter wordt de zoo noodige belangstelling
in de bouwkunst in het algemeen gewekt.
Zulks vooral door de honderde af beeldingen,
welke den tekst vergezellen, zonder partijdig
heid van richting gekozen werden en bij elk
der behandelde onderwerpen een rij k
studieen vergelijkingsmateriaal geven.
Het is te wenschen dat dit Goldene Buch
vom I.iguen Heiin" in recht veler handen
komt en profijt afwerpt, vooral indenentijd,
die met ongekende snelheid villaparken en
geheele stadswijken als uit den grond ziet
verrij/.en. In zulk een tijd kan van een boek
als het hier aangekondigde een invloed ten
goede op het artistieke gehalte uitgaan.
L.
Daglaml.
BJÖR.VSTJEJÏXE BJÖJWSO.Y, Dctffland,
Scbanspiel. Munchen, Allart Langen, 1905.
De werklust en werkkracht van Björnson
blijken onvurzwakt. Geregeld volgen de laat
ste jaren zijn drama's elkaar op, even gere
geld als vroeger die van den helaas tot mach
teloosheid geslagen Ibsen. Het veel te weinig
bekende misschien't meest interessante
Paul Lange en Tora Parsberg, het algemeen
bekende Boren onze kracht even gevolgd door
Laboremm, laatstelijk door Op Storhove.
Er ia in zijn drama's der laatste jaren iets
veel diepers, veel algemeenera merkbaar. Als
moralist hield hij zich vroeger byv. in De
Handschoen en Een Faillissement te veel met
een bepaald onderwerp bezig, dat hij be
handelde, waarvan zijn werk een illustra
tie werd. Het gebeurde kwam daarbij niet
ver boven het geval. \Ve voelde niet achter
de ons getoonde werkelijkheid die andere,
zoo geheimzinnige, waaraan we bij Ibsen's
stukken zoo voortduren! herinnerd worden.
In zijn dialoog was minder wenschelijkheid
en tevens minder diepte, minder algemeene
wijsgeerigheid
Want hoe meer een schijver die waarlijk
't vermag tot de gronden van 't mensch-zijn
te naderen de natuurlijk-eenvoudige vertol
king daarvan weet te geven in de woorden
zijner schepselen, hoe suggestiever hij werkt.
Er zijn bij Ibsen, gelijk b.j Shakespeare, van
dir zinnen, zóó geboren uiteen
menschenziel in zekere gevo^isfeer die opeens uit
zichten openen ver over den horizon heen
van de realileit der handeling.
Ook hiervan vindt men meer in Björnson's
later werk. In zijn jongste drama zijn er
brokjes dialoog, die door Ibsen konden ge
schreven zijn; korte sjezegden en replieken,
droog, eenvoudig, maar als tot berstens ge
spannen van motie.
De dramatis personale in Dagland zijn:
Dag, een oud grondbezitter, wiens aamborstig
heid hem een plaats in de hoogte de voorkeur
doet geven. Hij woont daar alteen, zijn vrouw
en dochter Berthe bleven beiden iii het huis
beneden aan de ku-t. Ze hebben nog twee
kinderen, die beiden jaren lang in den vreemde
zwierven, en op liet oogenblik der hande
ling pas zijn teruggekomen,
Steuer, de zoon, is ingenieur, heeft veel
gereisd, tot in Australiëtoe, en is met groote
plannen huiswaarts gekeerd. Daarboven, op
het vaderlijke goed, is een waterval. Als
knaap heeft hij er dikwijls naar staan kijken
en toen is in heni de gedachte gerijpt, die
hij nu met veel kennis ea ervaringpractiseh
wil uitwerken: het exploiteeren van dien
waterval als drijfkracht.
Maar hij weet welke tegenstand hem wacht.
Zijn vader is nooit over dat plan te spreken
geweest, zal z ch ook nu wel blijven ver
zetten. Toch dient een uiterste poginggewaagd.
Steuer een heeft doorzettende natuur; die
minimin iiiiiiiMiiimiiiii i iiiiiiillMiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiMHiiiiiifii
De agent lachte. Een agent met opgestroopte
mouwen ! Daarmee zou hij al de waardigheid
eu het prestige van de politiemacht te grab
bel gooien.
Dan zal ik ze de mijne laten zien," zei
Blooinah vastbesloten. Ze zijn wel oud en
misschien niet goed meer te zien maar
misschien is het wel voldoende. Wilt u me
even optillen op den arm die niet is ingeënt?"
Getroffen door haar ernst zette de agent
haar op zijn krachtigen schouder. Het was
alsof zij werd opgepakt en dat leidde voor
eeii oogenblik de aandacht af; aller oogen
vestigden zich op haar.
Narrounin (dwazen)!" riep zij, met een
wanhopige poging om het weiuigje Joodsch,
dat ze kende, bij elkaar te halen. Jelui
kinderen zijn veilig! Ich bin ingeënt. Kijk
maar!;' Zij stroopte haar mouw op. Der
agent ist ook ingeënt. Zie als ik hem op zijn
arm tik, doet het pijn Kijk maar !''
Houd op julh'e!" Het gelaat van den
agent vertrok.
De koning ist ingeënt," ging Bloomah
voort, en de koningin, en de prins van
Wales en de on lerwijzers zelf ook. Het zijn
geen duivels daarbinnen. Op dit papier
zij hield het strooibiüet in de hoogte
staan niets dan leugens."
Zij scheurde het aan stukken.
Neen, het is zoo waar als de Mozaïsche wet/'
antwoordde een man uit de menigte.
Als de Mozaïsche wet !" herhaalde de
vrouwen schor.
Ineens kreeg Bloomah een ingeving.
De Mozaïsche wet ? Ba ? Weten jelui dan
niet, dat dit geschreven is door de
Meshumadin ?"
De menschenmassa keek, alsof zij het in
Keulen hoorden donderen en zwegen. Als
hut strooibillet werkelijk door afvallig? ge
schreven was, wat kon het dan anders bevatten
dan leugens door satan ingegeven?
Bloomah maakte van dat oogenblik van
triomf gebruik. Ga naar huis, inarronins !"
riep zij medelijdend vanaf haar hooge zit
plaats. Toen keerde zij zich om naar de
kinderen achter het hek eu riep uit: Houdt
je toch stil, jelui schreeuwende, onnoozele
door den tegenstand van .zjjn vader
geprikke.'d wordt.
Even energiek is zijn zuster Ragna.
Deze heeft al een heel leven achter zich.
Maar alvorens daarvan te reppen, eerst
iets o 'er de moeder.
Dag is getrouwd met een fransche vrouw.
De inrichting van het huis aan de kust ge
tuigt er van. Boven het ouwerwetsche
benedenhuis blijkt de inrichting iets heel
bizonders. Alles is smaakvol in Louis
seizestijl gemeubeld. Dat zijn de vertrekken van
mevrouw Dag.
Zij heeft altijd heel wat met den stellen
Noor te stellen gehad Tegenover zijn opvat
ting van opvoeden door strengheid, tucht,
onverbiddelijke gehoorzaamheid eischen,
stond de hare van opvoeden in vrijheid door
takt en liefde. De kinderen, die bang waren
voor den vader, wiens straffende hand vaak
zeer onzacht op hen neerkwam, hechtte zich
aan de moeder, eerden in haar ook de meer
dere verfijning. Een zoon, de oudste, heeft
de strengheid van den vader tot een wan
hoopsdaad gevoerd, die als een donkere her
innering blijft zwerven over het interieur,
Als nu Steuer's wensch om den waterval te
exploiteeren, weer dreigt af te stuiten op
Dag's onwil, hebben uian en vrouw een ge
sprek. Dag is in groote ontroering naar
beneden gekomen, waar hij dadelijk last heeft
van kortademigheid, iets wat zijn stemming
niet verbeterd.
De echtgenooten zijn het weer niet eens.
Als dat in vroeger jaren het geval was en
Dag liet het zich tot onbetamelijke ruwheid
veroveren door zijn drift, dan wendde zijn
vrouw zich af, ging fier en voornaam naar
haar eigen vertrekken boven en kwam niet
naar beneden vóór hij boven was geweest
en het haar gevraag l had. Al duurde het
ook vijf dagen l Ik faut garder sadiguité."
In het boven bedoeld gesprek zegt Dag
waarschuwend:
De waterval zal de oorzaak worden, dat
Steuer opnieuw van ons weggaat.
DAG. (in radeloosheid voor zich heen) Ja, daar
hebben we het ongeluk !
Mevr. DAG. Welk ongeluk?
DAG. Dat jij altijd de kinderen bijvalt!
Daarom hebben ze alles anders leeren inzien,
andere verlangens gekregen... altijd, altijd
iets anders.
Mevr. DAG. Mais que faire?
DAG. (trotsch) Que fa:re? De kinderen god
vruchtigheid leeren. Gehoorzaamheid, Tucht.
Dat is het goddelijke gebod der opvoeding.
Mevr. DAG, (staat op.jCouutre ma consieuce?
Jamais!
DAG. Voila votre faute il vous! Qui dans
ses conséquences a détruit ma vie !
Mevr. DAG. Voila encore une fois des
accusations, indignes de vous et de moi. Je
m'en vais (yaat heen.)
DAG, (springt op, rolgt haar; keert z'ch om,
zegt voor zich :) O God, nu oogsten wij wat we
gezaaid hebben. Nu komen de gevolgen van
onze eeuwige oneenigheidheid over ons. Wjj
moeten alles overlaten.
Mevr. DAG, (wendt zich om, ziet hem aan.)
DAG, (rer verwijtend.) Telkens als ik ze op
heeterdaad betrapte op kwaad doen, en ze
tuchtigen wilde, nam jij ze in bescherming.
Mevr. DAG. Oui!
DAG. Jij hield ze bij je verborgeu, zoo dik
wijls ze ondeugen l geweest waren.
Mevr. DAG. Oui!
DAG. Zooals 't hier gesteld is bj' die
aanlegplaatsen en booten en visschers in den
tijd van de drukte, en aldoor hebben ze al
lerlei verkeerde dingen geleerd, die ze na
wilde doen. . . Ik heb je gesrneek-.-gesmeekt-,
om met een krachtigen wil en een streng
opletten daartegen in te gaan. Maar al wat
ik wilde, stuur ie je in de war! Omdat je
zelf niet weet wat het is: godvruchtigheid,
gehoorzaamheid, tucht, wat dat beteekent
voor ons leven. Zij komt uit het land van
de revolutie.
Mevr. DAG, (trotsch.) Oui!
DAG, (geprikkeld.) Kinderen, zoo onstuimig
als de onze, midden in zoo gevaarlijke om
standigheden, moeten leeren wat vrees is.
Mevr. DAG. Jamais!
DMS. O, mija God, mijn God, had Frederik
die gekend, nog was hij bij on*.
Mevr. DAG (nadrukkelijk) Frederik was vél
te bevreesd. Dat werd zijn ongeluk.
We zien hier twee opvattingen inet elkaar
in conflict.
De strijd over de opvoeding heeft vroeger
voortdurend de stemming verstoord in het
MMnimijmimiiiiiiiiiiniiiiiiiiHiiiiiiiHllMiuiiiuiiiiiitliiiimiiiiHtiiiMll
wichten! En jij, Golda Benjamin, ik zou me
schamen; een mei-y'e van jouw leeftijd! Doe je
mouw naar beneden, klein kindje!"
Bloomah zou overwonnen hebben, als haar
toespraak de aandacht der politie niet aan
een anderen troep muitelin» n had afgewend
? vrouwen, bijgestaan door haar mannen,
die in allerijl uit hun stalletjes of van achter
den kruiwagen waren gehaald, en die nu een
zijingang rammelden. Op dat oogenblik vloog
het hek jui>t open en onder een luid ge
schreeuw vlogen zij de speelplaats op, roepend
om en zoekend naar hun kinderen.
De politie begaf zich zoo snel zij kon naar
het nieuwe oologsterrein, daar zij een aanval
op deuren en ramen verwachtte en Bloomah
werd haastig neergezet in de woelige
nieiischenrnenigte en door hen meegesleurd ach
ter de politie aan, die het volk niet beletten
kon door het gebroken zij hek naar binnen te
dringen.
De speelplaats vertoonde een verwarde
massa van ouders, kinderen agenten, onder
wijzers, allen schreeuwend eu druk
gesticuleereud. Maar er werd niet gevochten. De
wet kan vaders en moeders niet beletten hun
kinderen aan het hart te drukken en hen, dol
van vreugde, mee naar huis te nemen. De
kinderen, die niet het geluk hadden opge
nomen te worden, liepen uit zichzelf weg,
sommigen in doodsangst, anderen alleen uit
ondeugendheid, en binnen een paar minuten
was de school leeg.
De schoolcommissie hield een ofiicieele
vergadering om dit voorval, dat zijns gelijke
niet had, nader te bespreken. Er weid be
sloten de absenties van dien dag niet te reke
nen. Roode punten, zwarte punten, zij waren
alle gelijk ; alle nulletjes werden tot hun
feitelijke waarde teruggebracht. Er weid be
sloten die schoolweek op Donderdag te duen
eindigen.
Den volgenden Maandag zat Bioomah op
haar plaats, de gelukkigste van al haar op
getogen klasgenootjes.
Aan den muur schitterde het vaandel.