Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD TOOI NEDERLAND.
SOEP ROLLEN
in tabletten . 10 cents,
voor 2 borden voortreffelijke Soep,
geven in korten tgd allén met water smakelijke en gezonde
soepen. Meer dan 25 soorten bieden rijkelijk afwisseling.
Te verkrijgen bjj kruideniera en eomeatibleshandelaars.
Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot Tiet Oeneraal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HORN, Amsterdam.
IIIHIIIIIHIimilllllllllllllllllllinillmillllllllMMIWIIIIIIMIIIIIMIIIIIMMItlllllllMllllllmillllllim llUMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIMIMIIIIIIIIIMIIIIIIMinilllllllMIIIIIIIMinillllllllltllflflItllllllllltllllllll
VOOEt D.AMEjg.
Een tachtigjarige kunstenares.
Mejuffrouw MARIA Vos. 1824 21 Dec. 1904.
IIMMIHIIIIMIIMMIMIIIHIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIflIlflIIJIIIIIIrifJIIIIIIIIirriUltiriflIlllllllllfflIIIIIIIIMIHIIirilKIMIII
Manna Tas We, eene der Mussen.
Tragischer dan een aangrijpend drama,
aangrijpender dan de meest spannende roman
is h«t leven geweest van fohanna van Woude,
Sophia Margaretha Cornelia Junius. Zij was
de dochter eener predikantsfamilie te Tiel.
Haar vader, de geleerde Franciscus Johannes
Jacobus Albertus Junius, was een Evangelie
dienaar in den waren zin des woords. had
Brandt nog geleefd, wellicht had hy van deaen
Franciscus Junius hetzelfde gezegd als van
den 'Jveraar voor de Hervorming, den in
1645' geboren Franciscus Junius, dien hu
aldtu toesprak:
Beroemde Janius, rechtschapen Predikant,
Vierdubbel Edelman, van afkomst, door verstand!,
Boor Wetenschap, door deucht, gij pa»t op
't martelmoorden
Der Spaansche Wreedheit nfet. Het wapentuigh
van woorden,
De kracht der bijbelschrift, bet scherpe zwaard t
der geest,
De schildt van lijdtzaamheit, is uw geweer geweest.
Gq hebt het valseh door 't waar, den haat door
min bestreden.
Het harde Pansdom wijkt voov 't zacht geweldt
der Reden."
Wie zich in Tiel vestigt en eenigszins
verwant is aan Dominee Junius", heeft in
die verwantschap nog altijd de beste intro
ductie Dofcinée Junius" toch was het voor
beeld van een rechtschapen Predikant en nog
altijd zjjn over hem vriendelijke verhalen
in omloop.
Hu aanbad niet het gouden kalf, hij hechtte
niet aan geldbezit, hij had immers zijn weten
schap en «ijn roeping; hij vroei? niet naar
rpr of arm", hij vroeg alleen naar goed
heid; hij weigerde met de rijken wijn te
drinken, dat konden de armen hem niet
geven, daarom nam hu zoowel bij den een
als bij den ander hoogstens een kopje thee
of koffie.
Op zekeren dag kwam een schipper, die
in groote verlegenheid zat, büDominee Junius
om tegen rente een vrij aanzienlijke som
te leenen.
_Het viel dominee Junius op dat oogenblik
niet gemakkelijk, doch hij kende den schipper
als een oppassend man, die geholpen moest
worden.
Ik zal je helpen," was het antwoord, en
rente verlang ik niet, doch alleen, dat je je
houdt aan den datum, welke je opgeeft voor
de terugbetaling; weet je zeker dat je je
daaraan houden kunt f"
??Heel zeker, dominee," antwoordde de
schipper en op den bepaalden dag was hij
er met het geleende geld en duizend dank
betuigingen.
Je hebt mij niet te danken, beste man,"
zei dominee Junius eenvoudig, ik dank jou
integendeel, want je hebt mijn geloof in de
menschheid alweer versterkt."
Was dominee Junius wetenschappelijk zeer
ontwikkeld, zyne echtgenoote was buitenge
woon geestig, geen wonder dm dat Sophia
M. C. Junius, zoowel als hare zes jaar oudere
zuster Francisca J. J. A. Junius (Annie Foore)
al vroeg gingen schrijven, het zat in het
bloed" en de opvoeding droe'g het hare er
toe bij. Wel zjjn de andere drie zusters geen
schrijfsters geworden' en hebben dezen zich
uitsluitend gewijd aan man en kinderen,
niettemin weet zoowel de eene als de andere
uitstekend de pen te voeren.
Zoowel Franfoise als Sophie hadden on
middellijk veel succes, zij ontvingen de meest
vleiende brieven van de toenmalige tijdschrift
redacties en haar werk werd met graagte
gelezen. Hare roeping getrouw," Zyn ideaal"
van Johanna van Woude, werden niet minder
mooi gevonden dan Fforence's droom," De
koloniaal en zijn overste" van »4.nnie Foore.
Eigen Haard" beleefde gulden dagen, toen
daarin van de laatste verscheen: Bogoriana,"
een' Indische roman, gunstig afstekend bij
alle zoogenaamd Indische romans van den
laterea tijd, en nadat Hollandsen Binnenhuisje
van Johanna van Woude met een stroom
van toejuichingen was ontvangen, was zij de
voornaamste en meest beminde Hollandsche
schrijfster van den dag.
Het scheen of alle illusies van Johanna
van Woude, als vrouw en als schrijfster voor
verwezenlijking vatbaar waren.
Was zij geen gevierde schrijfster en scheen
zij geen gelukkige moeder en echtgenoote,
wier standvastigheid en onkreukbare trouw
op de beste wijze beloond werden?
Want zij had als jong meisje voor hare
liefde gestreden, en alle andere weigerend,
had zjühém, die eenmaal haar man zou
worden, trouw beloofd, en hij werkte hard
om harer meer waard te worden.
Het scheen wel een sprookje van liefde
en trouw, en toen zij eenmaal gehuwd waren,
stond zy 's morgens vroeg op om haar kunst
te dienen, zij werkte ernstig en met toewijding,
doch haar man en kinderen en huishouden
mochten er niet onder lijden. Baar man was
candidaat notaris en hun inkomen bescheiden,
doch later... later... zou zij wellicht hulp
kannen zoeken in een huishoudster. De illusies
over later" werden werkelijkheid. Johanna
van Woude had als schrijfster vele vrienden
en bewonderaars, haar echtgenoot werd tot
notaris benoemd, zij krenten zich een huis
en de huishoudster deed haar intrede.
Velen vóór Johanna van Woude hebben
reeds ondervonden, dat met de komst van
zoo'n huishoudster, of gezelschap- en kinder
juffrouw de rust verdween uit huis.
Haar man vpncl het bovendien nu niet
meer passend, dat zijn vrouw nog schreef,
waarschijnlijk was hij toen reeds een ernstig
zenuwlijder, hoe dit zy, voor Johanna van
Woude braken zeer moeilijke jaren aan.
Sedert eenige jaren was z\j redactrice van
de Holl. Lelie, als bij vele schrijvers maakte
het redactieschap vrij wel een eind aan haar
acteurschap, geen romans verschenen meer
van haar, wel schreef zij vele zeer mooie
hoofdartikels en deze droegen dan ook
eigenlijk het geheele blaadje, dat' onder de
redactie van Johanna van Woude voor
uitging. Maar de correspondentie wekte
ergenis, zij was toen vrij we^ i^8 nieuws en
iedereen sprak er zich over uit. Nu zien we
in deze richting de dwaasheid ten top ge
voerd en men" zwijgt vrijwel. Tijdschriften
of bladen houden er thans jeugdrubrieken
op na, waarin de redactie?tante" tot in het
oneindige correspondeert met de haar geheel
onbekende en natuurlijk geheel onverschillige
kudde van neefjes en nichtjes, als de uit
gever niet meer honoreert is het met de
correspondentie en vriendschap natuurlijk
uit. Hoe de ouders er in toestemmen hun
kinderen door zooveel malligheid in den
grond te laten bederven, mag een raadsel
heeten, is het alleen om die uitgeloofde
prentbriefkaarten en andere prijsjes ?
Voor redacties van dergelijke blaadjes als
de Holl, Lelie schijnt ijdelheid een der moeilijkst
te omzeilen klippen te zijn.
Zich vervelende heeren of dames, die het
erg interessant" vinden met de bekende
schrijfster als Johanna van Woude te
correspondeere" vullen hun brieven met bewon
dering" en vereering," anderen, beginners
of krukkebeenen, die hun stukjes niet elders
geplaatst kunnen krijgen, en het toch zoo
dol" zouden vinden en zoo gaarne eenig
honorarium zien, vleien de redactie voort
durend, deze neemt alles voor goede munt
op, koestert zich in den wierook en ziet niet
door de nevels heen.
Betere schrijvers plaatsen slechts hun
snippers" in dergelijke blaadjes, het publiek
krijgt dus voor zijn geld onbeduidende lectuur,
terwijl op die wijze steeds meer ongelukkige.
schryfstertjes en schrijvertjes gekweekt wor
den. Ook dit is een zeer groote grief tegen
die blaadjes, zoowel als tegen bedoelde kin
derrubrieken.
Johanna van Woude, die met haar boeken
zoo schoone verwachtingen had opgewekt,
kreeg de volle laag van de kritiek, ik wil
niet zeggen terecht of te onrecht, maar zeker
is, dat bij al haar ander verdriet, zij het zich
zeer heeft moeten aantrekken.
En wel werd zij als vrouw overstelpt van
leed. Hem, voor wien zij eens alles en alles
getrotseerd had, moest ze thans loslaten.
Reeds sedert lang toefde zij half gebroken
bühaar familie; zij en haar man scheidden
wettig, eene andere vrouw nam haar plaats in.
Ook ten opzichte van haar blad stond zij
in een scheeve verhouding, het was
langzamerhand een blad voor ouderen geworden,
doch hiermede was de nog al sentimenteele
titel in tweespraak. Eindeloos was dus de
begripsverwarring. Voor Johanna van Woude
als schrijfster, is het zeer te betreuren, dat
zij ooit de redactie van de Holl. Lelie aan
vaard heeft, zij had beter werk kunnen leveren.
Johanna van Woude is, na smartelijk
lijden, in bewusteloozen toestand heengegaan,
enkele dagen vóór- haar n en vijftigsten
verjaardag en kort vóórdat hij, voor wien
zij eenmaal gehoopt had, alles te zullen zijn,
zijn ambt en zijn tweede vrouw verliet.
Johanna van Woude was eene idealiste.
Dat klinkt sarcastiech. Van haar idealen is
zeker niet veel overgebleven, maar lang zal
nog blijven haar lieflijk rein Hollandsen
binnenhuisje", waarin zij haar ideaal van
trouw en liefde beschreven heeft.
Echt Hollandsen is dit boekje, ontroerend
door zijn eenvoudige bekoorlijkheid en op
rechtheid. Betere herinnering had Johanna
van Woude niet kunnen nalaten. Zij is er
door geëerd als vrouw en als schrijfster.
MEVR E. HULST.
Internationale Kinderlitterato,
Nog een nieuwe Australische
schrijfster.
LOUISE MACK: Lennie's Schoolleven. Een
vertelling uit het leven van een
Australisch meisje. Uit het Engelsch,
door Mevr. BEELAERTS VAN BLOKLAND,
geïllustreerd door Louis HAMAKERS.
Hollandia-drukkerij", Baarn.
Uit Australiëkomen tegenwoordig elk jaar
heerlijke, frissehe boeken tot ons boeken
voor de jeugd, juist zooals we ze zoo gaarne
hebben: vol originaliteit en humor, en toch
met een ernstigen ondergrond. Reeds heeft
Ethel Turner zich een blijvend plaatsje in
onze harten veroverd nu komt ook Louise
Mack daarom solliciteeren.
En niet dikwijls ontmoet ik een kinder
boek dat ik van 't begin tot 't eind met zóó»
veel belangstelling lees als Lennie's School
leven." Hoe eenvoudig is dit alles, hoe geheel
zonder eenig spoot van {^"«itdheid of bepaalde
bedoeling zien we de karaktertjes van twee
vriendinnetjes: Lennie en Mabel, zich ont
wikkeien. Het gebeurt zóó ongemerkt, dat het
is alsof de schrijfster het zelf niet eens be
speurt, alsof 't heelemaal niet in haar bedoe
ling ligt dit te constateeren. En toch voelen
we in deze lang niet zoete" en lang niet
ijverige schoolkinderen de kiem van een rijk
geestesleven in de toekomst. Hoe spontaan
ontwikkelt zich in Mabel b.v. het dichttalent!
Op een avond gebeurde er iets onver
wachts in het leven van Mabel en Lennie.
Mabel maakte een vers. Dat was het begin
van het onverwachte. Het gebeurde op een
Zaterdagavond, nadat ze bij Lennie op visite
geweest was...."
De droom van een Schoolmeisje" heette
het, en het zal in 't oorspronkelijke zeker
bepaald goed zijn, want de gedachten zijn zoo
frisch en origineel, maar me dunkt dat het
onder 'de vertaling (die overigens over 't alge
meen goed te noemen is) nog al geleden moet
hebben daarom geef ik 't hier maar niet.
Een poosje te voren, toen Lennie eens bij
Mabel op yisite was, vertelde deze haar van
haar gestorven moeder, o. a. dat die dichteres
was geweest haar verzen lagen nog in
gindsche schrijftafel....
Deed deed ze dat maar zoo uit haar
hoofd?" vroeg Lennie.
Ja zeker; er liggen daar stapels. Ik geloof
dat zij van plan was, ze nog eens uit te geven
in een boek."
Weer zweeg ze.
Heb je ze gelezen, Mabel ?" klonk het heel
zachtjes.
Een paar ik kan niet goed geschreven
schrift lezen."
Hoe echt voor een kind van 14 a 15 jaar,
niet waar?"
Maar nu een tijd later komt Mabel
waarlijk met een eigen gemaakt vers op
school, en daar, onder den vijgeboom waar
de meisjes altijd samen haar boterham eten,
laat ze 't Lennie lezen:
Het bloed steeg Lennie, die gauw blo osde
naar de wangen terwijl ze las, en toen ze 't
uit had, riep ze:
Maar dat heb jij toch niet gemaakt?"
Heusch waar."
Heelemaal alleen ?"
Ja, heusch."
Maar hoe kon je dat?"
Ik weet niet."
Ik vind het nee maar, zie je, prachtig
en prachtig!"
Werkelijk?"
Ja, werkelijk. Ik vind het eenvoudig
magnifiek. Hè, ik wou, dat ik ook wat kon
schrijven."
't Ging vanzelf, ik kon er niets aan doen.
Het was Zaterdagavond laat, ik zou naar
bed gaan. Ik geloof dat ik bezig was om
mijn laarzen uit te trekken, toen ik opeens
dezen regel in rnijn hoofd kreeg: Ze viel
in slaap en droomde een droom."
O ja?" fluisterde Lennie met ingehouden
adem.
Toen stond ik op en ging naar de schrijf
tafel. Het gas brandde hoog, de stoel stond
er voor en ik ging zitten. Inkt, papier en
alles lag voor me, en ik nam een pennehouder
en schreef den regel op, en toen keek ik er
eens naar, en schreef nog een regel, en keek
er weer eens naar, en toen ging het heel
gauw. En toen was het klaar."
Lieve hemel l" zei Lennie, ofschoon haar
moeder liever niet had, dat zij deze uit
drukking bezigde.
Ik wist heelemaal niet, dat ik verzen kon
maken, vóór ik het deed."
Ja, dat was een gewichtig oogenblik
voor het tweetal. Lennie, daartoe door Mabel
aangemoedigd, schreef nu een verhaal, waarbij
ze trouwens, zonder het zichzelf bewust
te zijn, plagiaat pleegde. De Zwitsersche
legende", die ze als haar werk aan enkele
schoolmeisjes voorlas, had ze vroeger eens
gelezen en 't verhaal was haar in nevel
achtige trekken bijaebleven, zonder dat ze
zich echter den oorsprong herinnerde.
De meisjes die in 't geheim werden ge
nomen, vonden zoowel 't vers als de legende
prachtig en, na Jang over en weer praten,
werd er besloten een schoolkrantje uit te
geven.
Maar o wee toen het tweede nummer
(in zeer bescheiden vorm gedrukt) uitkwam,
gebeurde er iets vreeselijks! De meisjes van
de hoogste klasse waren namelijk jaloersch
geworden op 't succes van die kleintjes",
en hadden eveneens een blad laten drukken:
De Korenbloem, heette het, en 't verscheen
prachtig gedrukt, op stevig papier, in een
blauwen omslag! En dan de inhoud! Nee,
maar, dat was andere kost! Daar stond van
allerlei in over de school en over alle
mogelijke partijtjes waar de schoolmeisjes
geweest waren. Ja zelfs de beschrijving van
haar eigen' bij die gelegenheid gedragen
toiletten vonden de kleine ijdeltuitjes er in
terug...
De Kroniek, 't blaadje -van Mabel en Lennie,
was daar niets bij en werd slecht verkocht!
Wat een zorgen voor de uitgevers" l
W&nt het drukloon kon op die manier
niet eens betaald worden!
En zoo worden ook deze twee speelsche,
vroolijke schoolkinderen door de omstandig
heden, door het leven zelf, wakker geschud uit
de droomerige onbewustheid, waarin ze haar
eerste jeugd doorbrachten, en dat heeft de
schrijfster heel mooi geschetst.
De opvoeding wordt in Australiëblijkbaar
zoo geheel anders opgevat dan bij ons. Veel
meer dan hier worden de kinderen, ook door
de verstandigste ouders en onderwijzers, aan
zichzelf overgelaten een methode, waarbij,
naar 't me toeschijnt, de sterke naturen veel
beter tot hun recht komen, maar die be
paald vele zwakkeren moet doen bezwijken
en hun in elk geval vél noodeloos leed doen
dragen!
Ook allerlei tooneeltjes in de klasse en
de typeering der andere meisjes alles
even frisch en natuurlijk! Louise Mack is
wel is waar niet zóó sterk in humoristische
effekten als Ethel Turner, maar toch is haar
boek zóó vroohjk en opgewekt, zóó rijk aan
echt- kinderlijke joligheid en prettigen onzin,
en daarnaast weet za haar karakters zóó uit
stekend te teekenen, dat ze m. i. gerust met
Ethel Turner in n adem genoemd mag
wo.iden.
Zooals ik zei, is de vertaling bijna overal,
behalve in 't MabePs versje, goed te noemen.
De plaat fes zijn goed, maar toch zie ik
niet in, dat ze de waarde van 't boek als
geheel verhoogen. Natuurlijk houdt zich ook
nog de Hollandia-drukkerij" aan de oude
gewoonte van gebonden" en ingenaaide"
exemplaren! Nogmaals vraag ik: waarom
niet liever n. eenvoudig, stevig, onkost
baar kartonnen bandje gegeven, in plaats
vau die slappe, ellendige ingenaaide" din
gen, die zoo gauw uit elkaar hangen, n
de meestal smakelooze banden met gouden
letters en randen en krullen, die nu toch
waarlijk uit den tijd beginnen te geraken I
Uitgevers, denkt eens over dit vraagstuk
na, en ziet naar vele uwer meer modern ge
zinde collega's, die 't reeds zoo praktisch
waten op te lossen!
N. VAN HICHTUM.
Mevrouw Stoessel. Rubens-salon in
Windsor Castle. Josephine Roeg. Zuster
Klementine van Wallmenich. Mevrouw
)fabaroff. Geschenken van 'koningin
Alexandra,.
Mevrouw Stoessel, is de echtgenoote van
den Eussischen generaal, den wakkeren ver
dediger van Port Arthur. Mevrouw Stoessel
is een buitengewoon moedige en nog jonge
vrouw. Sedert het uitbreken van den
noodlottigen Russisch?Japanschen oorlog, is zij
niet geweken van de zijde van haar echt
genoot. Mevrousv Stoessel belastte zich per
soonlijk met de directie der zieken verpleging
binnen de muren der belegerde stad. Een
maal werd zij gewond, door het springen
van een bom. Toen zij hersteld was, reed zij
te paard met den generaal Stoessel langs de
Russische troepen, die het dappere wijfje
een ongekend warme ovatie brachten.
* *
#
Koningin Amélie van Portugal moest, naar
men weet, haar uitstapje naar Engeland plot
seling onderbreken door de alarmeerende be
richten over de ziekte van haar zuster, de her
togin van Aosta. De koning en koningin van'
Engeland ontvingen hun Cousin" en
Cousine" uit Portugal, feestelijk en vorstelijk. Aan
koningin Amélie, was op Windsor Castle, de
prachtige Rubens-salon als zitkamer aangewe
zen. Het ruime vertrek waarvan de wanden
versierd zijn met doeken van Rubens, ziet uit
op het fraaie park in de richting van Eton.Een
groote antique klok die slechts nmaal in
't jaar wordt opgewonden, geeft met groote
nauwkeurigheid den tijd aan. Het electrische
licht, dat uit licht-groene keikjes straalt aan
ed imposante, kristallen kroon verbreekt het
ouderwetsch karakter, waarin men tot nu toe,
den Rubens-salon had gelaten.
* #
*
Josepbine Roeg, een meisje van zestien
jaar, wordt door kenners en jury's beschouwd
als een volmaakte zwemster. Met haar kloeke,
sierlijke evoluties te water, overtreft zij alle
zwemsters, die in watersport uitmuntten.
Zij is een bizonder mooi, kerngezond,
krachtig juffertje. Josephine Roeg is nu
reeds in 't bezit van verschillende medaJjes
en certificaten loonend en getuigend haar
zeldzame zwemkunst, Als lid vandeMermaid
Club, ontving zij verleden jaar vanwege de
Life-Saving-Society" een medalje, die haar
door den koning van Engeland overhandigd
werd. En nu weer heeft de waternimf de
medalje gekregen van de Duikers-Club.
* *
*
Klementine van Wallmenich stamt uit een
oud, aanzienlijk geslacht. Zij werd den 27sten
Februari, van het jaar 1852, te Bain berg
geboren. Gedurende vijf-en-twintig jaar heeft
zij onverpoosd haar krachten, al haar doen
en denken en liefde gewijd aan de werken
van het Roode Kruis. Zuster Klementine was
een ziekenverpleegster van buitengewone
gaven. Zij is een vrouw wier voorbeeld en
zedelijken invloed duizenden ten zegen is
geweest. Aan belangstelling en waardeering
heeft het haar bij het vervullen van haar
moeilijke, vrijwillig op zich genomen taak,
nimmer ontbroken. Talloos warön debljjken
van vereering en liefde, die zij b$ baar
vijfen-twintig jarig jubilee heeft ondervonden.
De laatste tien jaar stond tij ten het hoofd
der zieken-afdeeling van het Roode Kruis te
München. Prachtige souvenirs zijn aan zuster
Klementine aangeboden, nu zij zich om
gezondheids- of andere redenen, uit het open
bare leven terugtrekt. Haar mager, teer ge
zicht doet mij veronderstellen dat gemis aan
lichaamskracht haar noopte een postte
verlaten,dien zij anders wellicht had blijven bezetten.
Prinses Ludwig van Beieren, beschermvrouw
van het Roode kruis, zond aan zuster Kle
mentine van Wallmenich, een vleienden,
hartelüken, eigenhandig geschreven brief, haar
portret en een broche met bet in diamanten
gezette monogram der prinses, die als haar
uitdrukkelijk verlangen te kennen gaf, dat
in het ziekenhuis te München waar Klemen
tine werkzaam waa, een kamer de
Wallmenich-kamer" zou genoemd worden.
Benige jaren geleden ontving zij van den
Duitschen keizer, de medalje van het Roode
Kruis, en de regent van Beieren beschonk
haar met het Zilveren kruis van Verdien
sten". Verschillende brochures zijn van de
hand van Klementine van Wallmenich ver
schenen: Mannenverpleging door vrouwen".
De plaats der directrice in het moderne
ziekenhuis", Zedelijk-godsdiengtige beroeps
opvoeding voor zusters van het Roode Kruis"
en anderen.
* *
Onze Vrouwe van Cronstadt?' is de naam,
gegeven aam mevrouw Makaroff, de schoone,
nog jeugdige, Russische vrouw, weduwe van
den vice-admiraal Makaroff. slachtoffer van
den rampzaligen Russisch?Japanschen krijg.
Makaroff was aan boord van den Russisch en
oorlogsbodem Petropawlovsk, die de Japan
ners in de lucht deden springen.
Mevrouw Makaroff was in Cronstadt zeer
bemind, om baar liefdadigheid, gastvrijheid,
goeden smaak, ontwikkeling en buitengewone
voorkomenheid. Oog en hart had zij voor
armen en rijken. Iedereen achtte het een
voorrecht ontvangen te worden in de salons
van Onze Vrouwe van Cronstadt".
Engelsche zee-officieren zijn onuitputtelijk in lof
over de beminnelijkheid van den vice-admi
raal Makaroff en zijne echtgenoote. Mevrouw
Makaroff die zeer Engelschgezind is, was
diep getroffen door de tallooze bewijzen van
deelneming uit Engeland ontvangen, naar
aanleiding van den tragischen dood van haar
gemaal. Sedert diens dood zijn de weduwe
Makaroff met haar zoon en dochter de gasten
van het Russisch keizerspaar op Peterhof.
* *
Den eersten December heef t men weer met
groote opgewektheid en luister van voorname
gasten, op Sandringham, de geboortedag ge
vierd van Engeland's Souvereine, koningin
Alexandra, die zich kleedt en er uitziet met
haar mooi, slank figuur, als eene zeer jonge
vrouw. Consuélo, hertogin van Manchester,
die ieder jaar weer een uitnoodiging krijgt
voor de feestviering, schonk aan de koningin
een cigaretten-kistje van licht-rose en zacht
groen email, de randen van het kistje zijn
bezaaid met kleine kostbare steenen.
Gravtn Torby zond aan de koningin een
paar lange, leeren motor-handschoenen, spe
ciaal voor dit doel in Moscou gemaakt en
gevoerd met kostbaar, Russisch sabelbont.
Uit een gouden kistje, geheel met preciosa
ingelegd, kwam een gf schenk te voorschijn,
dat zeer in Alexandra's smaak viel. Een
miniatuur-klokje, gemaakt naar een model
uit de achttiende eeuw. Ieder uur springt
een zangvogeltje uit het kunstig vervaardigde
uurwerk en kweelt gedurende een minuut,
zijn zacht, melodieus liedeke.
CAPRICE.
* *
Spaansche vleeschpudding. Benoodigdheden:
1A kilo rauwe aardappelen, X kilo uien; }$
kilo mager ossenvleesch, zure room. Berei
ding : Men snijdt de geschilde aardappelen
in dunne schijfjes; wascht ze en spreidt ze
uit om te droogen. Het vleesch snijdt men
aan plakjes, die men besprenkelt met zout
en peper, daarna wentelt in tarwebloem, dan
in gesmolten boter, daarna in gestampt be
schuit en ten slotte in zure room.
Een pudding-vorm (timbaal-vorm) met
goed sluitenden deksel, wordt bevochtigd
met gesmolten boter en bestrooid met ge
stampt beschuit. Men legt er nu
laagjesgewijs in .- het gesneden vleesch, fijngesneden
uien, schijfjes aardappel, klontjes boter. Men
eindigt met een aardappellaag waarop weer
de boter. Deksel goed afsluiten met een rand
deeg. Puddingvorm in een pan met water
(vingerhoog) in den oven zetten en drie uur
laten bakken. Het verdampte water in de
pan moet voortdurend aangevuld worden om
steeds op dezelfde hoogte te blijven.
Men eet deze pudding met een gebonden
tomaten-saus.