Historisch Archief 1877-1940
No. 1436
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Il
Gijsbrecht van Amstel i Januari 1905.
GIJSBRECUT VAN AFSTEL, uit de beiirsnis (tot Vondel): Onsterrlik
hebt ge mij gemaakt... ik kom van avond voor u spelen."
VONDEL : O, Jezus, sta mij bij, dit is een mislijk teeken... i"
BeroepsiJver. (LuMge Blatter.)
Verdeeling van arbeid. (Punch.)
In de kroeg De Schaho". (Jugend.)
REPORTER (lol een Ifrcnsi'-iUe die zich wil ophangen):
Als je je wat haast, kom je nog in 't avondblad"
(lïritsehe Mariiiebegrootiug voor
Australië£ 200,000; van Canada n'i'l
Bijdragen : van
JAPAXXKK: Kom eens hier, als je durft!"
Kis: .,Begiu jij maar, als je courage hebt!"
trantlllltllUllllimiMIMIIIimlHUIIIimil
(Vervolg run png. S )
Als over .1: jaren de thans ontworpen uit
breiding eens volbouwd is, kan men men er
ook ten zuiden weder eenige stukken
probeeren aan te lappen. Het ensemble wordt
Jan hoe langer hoe meer brokkenwerk, hoe
langer boe minder een organisch geheel. Ik
lasch hier nog deze vraag in: In wel gedacht
aan"*;'de toekomstige uitbreidingen? Aan de
zuidzijde der nu ontworpen uitbreiding im
mers, blijft tusschen de parken slechts een
.zeer kiein aanbechtiiigsvlak voor eene
volgenlltllllllllllllllllll IIIMUMI Itl mllllllllllMIIIIIIIIUI Illlllllll
de vergrooting over, naar welk vlak boven
dien geene radiale hoofdwegen gericht zijn.
Ke,ne aaneenschakeling van frag.uenten, hoe
fraai deze op zich zelf beschouwd mogelijk
zijn, leidt evenwel nog niet noodzakelijk tot
een goed geheel. Up deze wijze ia evenmin
een stadsplan --aam te stellen als een
tegel! vloer door het aan elkaar plakken van de
figuren eoner monsterkollektie. Onze steden
ontytuan niet meer uit eau s inien voeging van in
zich reeds afgeronde voorsteden en afzonder
lijke buurtjes. Dit dient ook in de struktuur
van haar plattegrond tot uiting te komeii.
Deze moet door jnonumentalen ojizet een
symbool wezen van het machtig organisme,
van de eenheid en grootheid der moderne stad.
Nadat in ecne voorgaande periode, elke
provineicplaats ongemotiveerde
wereldstadallures wilde aannemen, ziet men nu het
omgekeerde gebeuren.
Nu weet ik zeer wel dat een
uithreidingsplan van dezen omvang niet tot in de laatste
bijzonderheid onherroepelijk wordt vastge
steld, maar in ca-m zal de aanvang van het
werk geschieden door kostbare werken, die
voorgoed het type van de uitbreiding
beheerschen. Later, bij de herzieningen, door de
gewijzigde omstandigheden noodzakelijk ge
maakt of door de \Voniiig\vet voorgeschreven,
kunnen in het gunstigste geval dus slechts
op ondergeschikte punten verbeteringen wor
den aangebracht. Juist door die omstandig
heid is bij dit plan de grondslag van zoo
overwegend belang. Terecht schreef de lieer
l'. L. Tak in De AVf/i</W: van L'4 December
dat het bij de vaststelling van het plan op
de groote trekken aankomt. Edoch, zijne
meening dat deze volkomen aannemelijk"
zijn kan ik niet onderschrijven.
Het moderne leven in zijn geheel staat in
het teekeii van het verkeer. < 'ok de steden
bouw wordt voor een groot deel daardoor
b.-heerscht. In dit opzicht zal de grillige.
onnatuurlijke straatverdeeling echter nood
zakelijk tot moeilijkheden leiden. Belangrijker
is evenwel de opmerking dat bij het opmaken
van het uitbreidiugsprojekt geen rekening
schijnt gehouden met deiningen Ie spoorweg
plannen. Dat echter gewoonweg r,>r:/i'lt'>i. /on
zijn een plaats in gedachten te re.-erveeren
voor een niemv eentraal-station, klinkt schier
ongeloofelijk. Jntusseheii, op het ontwerp
is er niets van te zien. De veranderingen
welke de bouw der spoorbanen en do aanleg
van een station in het projekt in elk geval !
zullen veroorzaken, zullen vermoedelijk zeer
ingrijpend blijken. De vaststelling van een
uitbieidingsplan. waarin i.iet van den aanvang \
eene oplossing der spooi wegplaniu'n voorzien
en geregeld is zou Amsterdam met Abdeniot, 'i
ei n lijn stellen en slechts
leidep. liet bewuste een'
behoort te zijn een 'lei l
ale straten beheei s 'heii'ii
k m ui"1, ergens, waar in,
Plan tot uitbreiding van het zuidelijk deel der gemeente Amsterdam, ontworpen door II. l'. UMI,AI.r Nzn.
Li den aanhef der uivhi'eotonisehe toe
lichting van den hand van den heer Berlage
welke de voordracht vergezelt, heet liet : ,,liet
is hier niet de plaats beschouwingen te geven
over de aesthetische oischeu van stedenbouw,
maar wel kan even worden 'gezegd, dat een
stadsgezicht een gesloten beeld moet vormen
en dit kan alleen worden verkregen, wan
neer btraten of grachten, hetzij rechte of
kromme, niet te lang zijn en wat bijna van
zelf spreekt eene groote afwisseling bieden
en dat wel te meer, nu van zelf dj wij,ze
van bebouwing aan veel strengere bepalin
gen dan vroeger, men denke slechts aali
rooilijnen, is gebonden."
liet gronddenkbeeld dezer beschouwing,
dat een stadsgezicht een gesloten beeld moet
vormen is ongetwijfeld juist. Edoch, bet U
niet uitsluitend de vraag óf een stadsgezicht
is afgesloten, maar zoo al niet van meer,
dan toch ook in geen geval van minder
beteekeuis is, hoe en iwiurilooi' dit geschiedt.
Bovendien, de vorm waarin de toelichting
den grondslag omschrijft, komt mij te doc
trinair voor.
Het onbevredigende van dit uitbreidings
plan schuilt evenwel niet alleen in de te enge
opdracht. Berlage is, laat ons gemakshalve
aannemen door zijn optimisme en idealisme,
waarvan zijn ontwerp volgens velen in te ruime
mate getuigt, verleid tot het volgen van
een stelsel, dat in het gunstigste geval mis
schien over zeer langen tijd, maar m. i. zeker
ni"t binnen het tijdsbestek, waarin zijn
ontiverp moet zijn volgebouwd, zou kunnen
leiden een resultaat.
Ik wees in mijn voordracht er uitvoerig
op dat bij dit plan geen voldoende rekening
is gehouden met bet verband tusscheu den
aanleg en te verwachten bebouwing wat haar
arehitektonisch peil betreft. Kon ook in
ae-thetisc!ien zin wel doordacht stadsplan
volstaat nu evenwel niet om aan het stadsge
lte in ijuestie een schoon efl'ekt te waarbor
. iVaar nu. gegeven de bestaande omstandig
en dji d,- medewerking van de bebouwing
weinig te rekenen ruit en daarop juist
liet ontworpen stadsplan blijkbaar zoo zeer
gen-kond 'm, sprak ik de vrees uit dat liet
voorgespiegelde artistieke etl'ekt van het en
semble op zeer losse schroeven staat.
J. 11. W. LEIIMAX,
Architect-J ngenicur.