De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 22 januari pagina 1

22 januari 1905 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

F. 1439 DE AMSTERDAMMER A°. 1905. WEEKBLAD VOOK NEDEELAND O n. cL e r 2? e cL a. c t i e Dit nummer bevat een bijvoegsel. a. n_ J". 3DE IC O O. Uiteevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhcud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1681 (Staatsblad JVo. 124). Abonnement per 3 maanden / l.50, fr. p post f 1.65 Voor Indiëper j;iar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar U.12'/2 Dit blad is verkrijgbaar kiosk 10 Boulevard des Cajjucined tegenover het G rand Café, te Parijs. Zondag 22 Januari, Advertonticn van 1?5 regels / 1.10, elke regel meer f 0.20 Reclames per regel » O.iO Anncmi-i-s uit Duitscliland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de fiima KUDOLF MOSbE te Keulen en duor alle filialen deier firma. Be prijs per regel 35 Pfenuig. INHOUD: VAN VERRE EN VAX NABIJ : Na twee jaar, door X. Gemeente-finantiën, II, door Keyne. Het gezag in de opvoeding, door H. Deelman. Brieven uit Nieuw-Nederland, door A. E. M. S. te Laer. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Van een gang naar de ovens, door Daisy K. A. Junius. KUNST EX LETTEREN : Muziek in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp. Kalverstraat, door Bernard Canter, beoordeeld door Jan Feith. Dichters van den Ouden Tijd, door dr. J. L. C. A. Meijer. FEUILLETON : Tusschen avond en morgen, III slot, vertelling van Louise Westkircb. Aan den heer Borel, door G. van Hulzen. Een schooljongen ontdekker, door dr. Ch. M. van Deventer. VOOR DAMES: Bericht van het Pers-comitévan den Inter nationalen Vrouwenraad, door Johanna W. A. Naber. Een kostelijk boekje, met af b., door Tr. Kruyt-Hogerzeil. Allerlei, door Caprice. Tentoonstelling van werken van ?Théophile de Bock in Arti, met afb., door J. W. N. De Belgische schilders in 't Stedelijk Museum, W. Steenhoff?Dr. Gerrit van Gorkom, f, met portret, door P. H. Hugenholtz Jr. Prof. dr. H. Behrens, f, met portret. Prof. dr. A. A. G, Guye, t» portret. UIT DK NATUUR, door E. Heimanf. FINANCIEELE EX OECONOMISCHE KRONIEK, door D. Sngter. INGEZONDEN DAMRUBRIEK SCHAAKSPEL. ADVERTENTIEN. 4IMIIIIIIIIIIIII1IIHIIIIIMIII Na twee jaar. ? Op 30 November 1902 verkondigden de nieuwsbladen ons de benoeming van den heer Pop tot plaatsvervangend DirecteurGeneraal der Posterijen en Telegraphie. De indruk, dien deze benoeming op de hoogere en lagere ambtenaren van beide dienstvak ken maakte, was zeer verschillend, wat duidelijk gebleken was uit de vele stukken, zoowel in vak- als andere bladen ten beste gegeven. , Was men van postale zijde er ten zeerste door teleurgesteld, van telegrafische zijde scheen men er vrij wel mede in te stemmen. Althans eenige heeren, die wij dien ochtend spraken, waren tamelijk eenparig in hunne meening, dat het eene gelukkige keuze was. Zij toch meenden dat een energiek man buiten het vak beter kon optreden, dan een, uit een der beide dienstvakken gekozer-, bekwaam ambtenaar. En geenszins konden zij instemmen met den Postdirecteur", die eenige. dagen vroeger in het maandblad van Posterijen en Telegraphie had geschre ven : Als Pop benoemd wordt, dan zul je de poppen eerst recht aan't dansen hebben." Nu, van die dansende poppen is nog weinig te zien geweest, doch aan den anderen kant is de hoop, die men op hem vestigde, voor een groot deel vervlogen. Laat ons even nagaan wat er gedurende het ruim tweejarig bestuur van den heer Pop is tot stand gekomen, en wat er ge worden is van de goede voornemens van '/Ed. om rechf te doen en een tevreden corps te scheppen, zooals hij in een inter view aan den heer Netscher meedeelde. In Februari 1903 werd den kantoren eene missive toegezonden, den ambtenaren verzoekende, hunne grieven aan ZBd. ken baar te maken. Hieraan werd in ruime mate voldaan. Niet minder dan 1500 brieven werden hem toegezonden. In hoeverre deze grieven meer of minder recht van bestaan hadden, valt natuurlijk niet te constateeren, maar zeker is, dat na maanden wachtens de antwoorden op de verzoeken der schrij vers achtereenvolgens inkwamen en bijna steeds luidden: Gezien uw schrijven van gelet op hebben geen termen gevonden om enz." Intusschen hadden de ambtenaren bij Posterijen en Telegraphie nog eene vriendelijke aanmaning gekregen om gedurende de spoorwegstaking stipt de hun opgedragen werkzaamheden te verrich ten, daar zij anders beter deden hun ontslag aan te vragen, om erger te voorkomen. Het ?was alsof die ambtenaren zóó gereed stonden om er ook het bijltje bij neer te leggen. Dat dit zeer grievend voor hen was, zal ieder begrijpen, te meer daar dit corps van hunne vorige chefs meermalen een pluimpje hadden gehad voor 't harde werken, voor 'i; dag en nacht zonder morren in touw zijn, om aan eene overstelpende drukte het hoofd te bieden. Ook de dagbladen hadden meer malen een woord van lof voor dat corps over. Nergens was uit gebleken, dat dit thans niet het geval zou zijn en toch, toch moesten zij deze beleediging slikken. In Juni 1903, dus nadat de nieuwe Direc teur-Generaal zich wat in het vak had kunnen inwerken, kwam de groote promotie, leder dacht, dat er nu eens recht zou geschieden en dat vele van de in die 1500 brieven ge opperde grieven zouden weggenomen worden. Zoo hoopten de commiezen bij de Rijkstelegraaf, dat de door den Directeur-Generaal Havelaar in 1891 beloofde gelijkstelling met de commiezen der Posterijen zou plaats vin den. Ja, ZBd. zou zeker voltooien, datgene waarin de heer Havelaar helaas was blijven steken. Maar, O wreede teleurstelling! Het verschil in plaats van vereffend, was ver groot. Wat toch zag men gebeuren 'i Bij de Rijkstelegraaf werden de commiezen met 30 en meer jaren dienst tot hoofdcommies bevorderd, terwijl bij do Posterijen hoofd commies werden zij, die 23 a 24 dienstjaren hadden. Ook bij de benoeming tot commies eerste en tweede klasse viel een verschil van minstens zes jaar te constateeren, terwijl thans in die randen alle promotie zoo goed als stilstaat. Ook de opengekomen plaatsen voor hoofd-commies worden bij de Kijkstelegraaf niet meer aangevuld. Dat dit corps tevreden is. zal dus wel niemand willen aannemen. Doch ook de commiezen bij de Posterijen zullen wel niet bogen op ridderlijke behan deling. Waren zij voor een groot deel van het beheerderschap der bij-kantoren in de groote plaatsen verstoken, thans worden die vacatures bezet door heeren directeuren van kleine plaatsen, zoodat ook in hunne ran<zen geen opschuiving plaats vindt. Zeven Augustus daaraanvolgende zal velen nog lang heugen. De groote volksverhuizing werd den ambtenaren tegen zeven September aangekondigd. Niet minder dan 150 k 160 commiezen uit verschillende rangen moesten dien datum van standplaats verwisselen. Volgens welken regel of welk systeem die verwisseling plaats vond, zal wel niemand ooit begrepen hebben. Het scheen wel of men hier en daar slechts eene greep had gedaan en zeer zeker is, dat het vak er slecht mee gebaat was en het rijk een be drag van ongeveer /' 35.000 voor gemaakte onkosten kon vergoeden. De commiezen zelf waren bijna allen ontevreden, wijl zij zoo totaal noodeloos uit hunnen kring van fami lie en kennissen werden weggerukt en zocwel financieel als zedelijk (we hebben hier het oog op hen, die schoolgaande kinderen hadden, die door de verhuizing gemiddeld een jaar in hunne studiën achteruit gingen) zeer worden benadeeld. Een der redenen, die in die dagen vaak voor eene verplaat sing werd genoemd, was, dat de werkzaam heden, die de commies verrichtte door een hoogere of oudere in rang moet worden waargenomen. Hij kon nu in dezelfde plaats, geen mindere werkzaamhe len verrichten en moest die dus elders uitoefenen. Niets is echter consequenter dan de inconsequen tie, want thans heet het weer: Iemand die bijzondere werkzaamheden verricht, kan die blijven waarnemen, doch die werkzaam heden geven geen aanspraak op snellere bevordering. Dit is intusscheri alweer eene reden om de ontevredenheid bij het corps te vergrooten, want zoo'n ambtenaar staat daardoor de promotie van anderen in den weg, terwijl hij zolf er niet mede vooruit komt. Ook schijnt bij de Posterijen en Telegrafie de ontwikkeling der ambtenaren niet vol doende te zijn, om de vacatures in de hoo gere rangen ontstaan, door vakmannen te laten innemen. 1904 althans mocht weer twee hoogere betrekkingen zien innemen n door een gemeente-secretaris n door een genie-officier. Deze laatste (zoo werd be weerd) was een bij uitstek bekwaam tech nisch ambtenaar. Waarlijk niet zeer vlijend voor de heeren ingenieurs der Telegrafie ; ook daar zal de tevredenheid spoedig ver te zoeken zijn. De poging, die do Directeur-Generaal in Februari 1904 in 't werk stelde om don ambtenaar meer recht van verdediging aan de hand te doen is eene jammerlijke mis lukking, die 7Ed. vooraf had kunnen over zien, omdat, zoolang de rechtstoestand van den ambtenaar niet is geregeld, deze nooit voldoende zelfstandig zal kunnen optreden uit vrees dat hij later eens de bij uitstekgeschikte ambtenaar zou zijn voor eene, door hem in 't geheel niet begeerde, stand plaats. Dat den heeren klerken op enkele punten, na een langdurig vragen, hier en daar recht is gedaan, valt niet te ontkennen; doch tevreden zijn zij al evenmin, en met recht, want wat zij tot nu toe verkregen, is slechts een veordeel voor zeer enkelen. De weg om commies der Posterijen en Telegrafie te worden, staat thans beter en gemakkelijker open dan eertijds, doch gaat men te wei-k zooals de laatste maal, n.l. door eene maand vóór het examen het programma zoodanig uit te breiden, dat men zelfs zeer opper vlakkig het meerdere niet kan bij studeeren, dan zal ook daar de ontevredenheid hand over hand toenemen. Dit jaar gaf ons ook nog een staaltje of wat van zuinigheid. Zoo zullen voortaan, evenals in sommige andere rijken, de tele grammen worden besteld, door jongens van 16 tot 20 jaar op een weekloon van 5 a 6 gulden. Dit is ontegenzeggelijk voordeeliger, dan het werk te laten verrichten door be stellers met eene jaarwedde van 600, 700 a 800 gulden. Na hun 20ste jaar mogen die jongens niet meer in de bestelling blijven, doch komen bij vacature in aanmerking voor postbesteller. Dat drievierde van die jongens na hun 20ste jaar weer zonder ver dienste zullen zijn, en in geen jaren voor postbesteller in aanmerking zullen komen, door het steeds aangroeiend aantal sollici tanten, schijnt geen bezwaar te zijn. De jongens hebbon hunnen besten tijd, dien ze voor het aanleeron van een vak noodig hadden, verloopen, om lat ze meer konden verdienen, do'ih nu zij 20 jaar zijn, is het te laat en zijn zij zonder verdienste. Zij missen alle wapenen om ( en zoo zwaren strijd om het bestaan met succes vol te houden, en velen hunner zullen gedoemd zijn paria's der maatschappij te worden. Aan wie de schuld:' Aan de Regeering of beter aan hem die dezen maatregel nam, n.l. de Directeur-Generaal. Ook de nieuwe wijze van telegrammen overbrengen, hoewel van den aanvang af reeds veroordeeld, wordt nog steeds voort gezet. Daardoor zou immers snellere ffang der telegrammen, voordeoliger exploitatie, minder personeel en meer ruimte op de kan toren verkregen worden. Wat de versnelling in overbrenging betreft, die is weinig merk baar, of beter niet bereikt. Zeker weegt de verbetering niet op tegen de kosten daaraan verbonden. Duizenden en duizenden guldens toch waren noodig voor het aanleggen van draden en het plaatsen van nieuwe toestel len. Ook de vermeerdering van personeel op do verschillende kantoren had natuurlijk vermeerdering van uitgaven tengevolge. Alleen een paar vierkante meters ruimte kan er op groote kantoren door gewonnen zijn. Om dit voordeel te bereiken is er dus meer dan honderdduizend gulden aan exploi tatiekosten uitgegeven. Dat het stelsel niet zoo geheel voldoet, blijkt wel het duidelijkst uit de genomen maatregelen. Werd onder den heer Havelaar het premiënstelsel als verouderd en zedekwetsend afgeschaft, thans ziet men zo iu eenen nieuwen, nog meer afkeurenswaardige!! vorm, wederinvoeren. Zij toch, die in de concentratie gedurende oene maand 30 maal IS berichten in een uur hebben behandeld, krijgen n dag vrij. /ij dus, die allén met den morsetoestel werken zullen veel grootere kans op eenen vrijen da»' hebben, dan zij, die zich ook in Hughes en Baudot seinen hebben bekwaamd. Alzoo eene premie op mindere bekwaam heid en alweer eene aanwakkering der steeds klimmende ontevredenheid. Kn om de geldverspilling nog te vergroo ten heeft men, nu een anderhalf jaar ge leden, na de verbouwing van het kantoor 's Gravenhage, aldaar een zaalpost inge richt om de telenrammen van het aanneemkantoor naar de seinzaal te brengen. Deze methode, in Nederland nieuw doch in Duitschland afgedankt als onbruikbaar, heeft nog ^een veertien dagen achtereen hare diensten zonder ongelukken bewezen. Bijna nooit kan men daar in het aanneemkantoor komen, of men ziet telegrammen, rustig tusschen hemel en aarde aan een draad bengelen, die niet vorder komen, omdat de boel stuk is. De gelden, daaraan verknoeid zonder 't minste resultaat, zullen zonder twijfel de ?10.000 naderen. Dachten de ambtenaren bij de Posterijen en Telegraphie in 1902, dat er een Hercules was opgestaan, die den Augiasstal 7011 rei nigen, thans zullen zij wel tot de conclusie gekomen zijn, dat zij zich in den heer Pop bedrogen hebben. Dat hij een uitstekend militair was, werd algemeen erkend, doch zeker is, dat hij zich zal moeten haasten om dien goeden naam als plaatsvervangend Directeur-Generaal niet geheel te verliezen. X. Gemeente-finantiën. ii. Naast de (verleden week besproken) uitgaven-groepen met een voor Amsterdam relatief laag cijfer, staat ook een 4-tal rubrie ken met hooger rekening-posten. Omge slagen naar denzelfden maatstaf, namelijk berekend por hoofd der bevolking, bedroe gen de uitgaven volgens de "omeentelijke en provinciale verslagen van 1903: I. Kosten der Politie. Amsterdam f 2.18' Rotterdam 2.11 Den Haag Haarlem Utrecht Leiden Arnhem Dordrecht Groningen Nijmc gen Maastricht 's-Hertogeribotch Leeuwarden Zwolle 1.813 1.64 1.49' 1.35:' 1.26 1.24 1.23' 1. 6 1.01 1.01 1. -.94 Behoudens enkele kleine afwijkingen stij gen dus klaarblijkelijk in deze groep de kosten, overal niet alleen absoluut, maar ook relatiën met het inwonersaantal. Naar dien maatstaf is 't dus niet meer dan natuur lijk, dat de grootste stad tevens heeft de grootste uitgaven voor het bewaren van rust en veiligheid. En hoewel dus Amster dam bovenaan staat, is deze plaats een geheel natuurlijke. Er schuilt daarin niets abnormaals, niets dat ook maar uit de verte zou wijzen op spilzucht. Evenmin de nu volgende groep. JI. Kosten der Brandweer. Amsterdam /' .61 's-Gravenhage --.28 Rotterdam .22 Utrecht --.20'' Groningen ??.16 Leiden r .l.V Arnhem .13 Dordrecht .13 Haarlem r .12 Nijmegen .08"' Vilertogenboseh .06 Maastricht .053 Zwolle .<>'?> In deze rubriek ontbreekt het vrij hoog cijfer voor Leeuwarden, waar door aankoop van materiaal de rekening voor 1903 on evenredig zwaar is belast geworden. Overigens zal vermoedelijk geen enkel Amsterdammer zich er over beklagen, dat in deze uitgaven-groep zijn stad bovenaan is geplaatst. Veeleer is die klacht te ver wachten uit de meer onderaan geplaatste genieenten, welke weliswaar kunnen wijzen op een geringer kostenomslag, maar dan ook een brandweer hebben, welke bezwaar lijk een verweermiddel tegen brand heeten kan. Ook hier kan dus weer elk verwijt van geldverspilling worden afgewezen. Geheel 't zelfde geldt voor III. Armwezen Amsterdam /' 2.94 Groningen 2.77 Utrecht 2.1:5 Uotterdam 2.095 Dordrecht 2.06 's-Gravenhage 2.02 Leeuwarden 1.77 Haarlem 1.75? Nijmegen ,, 1.33:' Arnhem 1.215 Leiden 1.21 Zwolle 1.06 Maastricht ,5<s 's-Hertogenbosch .25 Voor 't maken van gevolgtrekkingen is deze rubriek absoluut ongeschikt, 't Gaat natuurlijk niet aan om uit deze cijfers af te leiden grooter armoede voor de eerstvermelde steden, evenmin als grooter schriel heid voor de laatstgenoemde. De rekening wordt voor een zeer aanzienlijk deel bepaald door den omvang der particuliere welda digheid en der kerkelijke armenzorg. Daarnaast oefent do trek naar de steden een in elk geval voor Amsterdam ongunstigeu invloed, het aantal paupers steeds weer vermeerderend en dwingend tot het beschikbaar stellen van steeds grooter som men voor de openbare armenzorg. Ten laatste volgt dan nog de uitgavengroep die zeker op de meeste gemeente rekeningen wel de hoogste is, n.l.: IV. Onderwijs. Amsterdam /' 8.67 Leiden 793 Groningen 7.48"' Leeuwarden 7.38 Dordrecht 7.34"' lrtrecht r 7.23 Rotterdam 7.09 Arnhem 6.!)75 Haarlem ,,' 6.40 's-Gravenhage (i.l:i Zwolle 4.68 Maastricht 4.24 Nijmegen 2.50' 's-llertogenbosch 2.64 De meerendeels hopge cijfers omvatten behalve het Onderwijs in al zijn vertak kingen (Hooger-, Middelbaar-, Lager On derwijs, Vakonderricht) ook de bevordering van Kunsten en Wetenschappen. Laar in elk geval: Amsterdam staat hier boven aan, wat dan berust op de relatief hooge uitgaven voor het Lager Onderwijs. Ha! dat is nu eens een kalfje naar de hand van de belagers der stad ! Hier hebben ze dan nu eens een houvast ('t allereerste J) voor hunne spilzucht-beschuldiging. Edoch, laten zij zich vooralsnog wat intoomeri, want 't is ook hier wederom gemakkelijk uitwijsbaar, dat er niets abnormaals schuilt in 't hoogo cijfer van Amsterdam. . Voor de goede beoordeeling der kosten van het onderwijs is't n.l. noodzakelijk, ook de kosten der inkomsten op te maken. Alle gemeenten toch ontvangen van het Rijk een vergoeding, krachtens artikel 45 d'er wet van 8 December l.ss;)." Enkele ge meenten ook een Rijksbijdrage krachtens artikel 49 der wet óp hét L. O." Andere weer een Bijdrage van andere gemeenten" of een kosten vergoeding voor de opheffing van voormalig rfjksonderwijs. Dat alles met elkaar (in de groote steden bepaalt zich dit vrijwel tot de eerstgenoemde Ver goeding") vormt een belangrijke som op de creditzijde der onderwijzersrekening, met welke som, evenals met de gebeurde school gelden, hot kostoncijfer moet worden ver minderd. Op die wijze verkrijgen we dan: a. Amsterdam. Gezamenlijke kosten L. O. /' 3.653.047.13' Inkomsten : Schoolgeld f 384.279.81 Vergoed, (art. 45) 709.387.205 f 1.093.667.0!"' 7^59738012 = per hoofd der bevolk, ?4.75 l. Rotterdam. Gezamenlijke kosten L. O. f 1.969.668.683 Inkomsten : Schoolgeld f 243.204.44 Vergoed, (art. 45) 384.911.32 f 628.115.76 7T.34L5527921 /' 955.682.43:l ? 296.873.19"' per hoofd der bevolk, ?3.58 c. 'sGravcnhaye. Gezamenlijke kosten L. O. Inkomsten: Schoolgeld ? 119.600. Vergoed, (art. 45) 177.273.19-"' = per hoofd der bevolk, ? 2.96 Schijnbaar zijn in vergelijking met Den Haag, de uitgaven in Amsterdam en ook in Rotterdam abnormaal hoog. Evenwel, meer dan schijn is 't nief, want bij de be oordeeling dier cijfers dient men rekening te houden met twee omstandigheden. In de eerste plaats toch oponbaait zich hier 't verschil, of een gemeentebestuur al dan niet gehaast is eenig werk als buiten gewoon werk" te betitelen. In Den Haag pleegt men dit ras te doen en op die wijze wordt de rubriek onderwijs ontlast ten kosten der rubrieken. Onderhoud van gemeentceigendommon" en Buitengewone werken". Amsterdam daarentegen bracht op de Onderwijs-rekening ook een post van ? 565.000 voor scholenbouw, een uitgaaf die omgaat buiten de dagelijksche kosten van het onder wijs. Hiermede het eindcijfer verminderend. dalen de kosten per hoofd der bevolking reeds tot ? 3*fO. Voorts oefent ook de omvang van het bijzonder onderwijs een grooten invloed op het kostencijfor van do openbare scholen. die veel moor bevolkt worden naar gelang een minder groot aantal van dat bijzonder onderwijs gebruik maken. Een vergelijking van Amsterdam met de beide andere groote steden is ook al weer in dit opzicht leerzaam. Volgens de ver slapen der onderscheiden schoolcommissies bedroog het aantal ingeschreven leerlingen : Amsterdam : Openbare scholen 67436. Bijzondere 23387. Rotterdam: Openbare 31.084. Bijzondere ,. 13099. 's Gravenhage: Openbare 19601. Bijzondere 12724. Van het geheel aantal schoolgaande kin deren werden de openbare onderwijsinrich tingen dus bezocht: in Amsterdam 74.5, in Rotterdam door 70.4, in's-Gravenhage door 60.7 procent. In de eerste twee steden blijkt derhalve het openbaar onderwijs meer omvangrijk to zijn. Niet alleen absoluut. ook in verhouding tot het inwoners-aantal. 't Wordt zoo alleszins verklaarbaar, dat ook per hoofd der bevolking gerekend de uit gaven er hooger zijn. In elk geval wordt de gebruikelijke aantijging van geldvermorsing bij het onderwijs voldoende w.eersproken door de nadere beschouwing der cijfers. Laat ik nu trachten te resumeeren. De uitgaven voor de gemeentelijke huis houding werden onderscheiden in 8 groepen. Bij vier dezer was het uitgaven-totaal om geslagen per hoofd der bevolking, kleiner dan in verschillende andere steden van lageren rang. Bij de vier andere groepen neemt Amsterdam wel is waar de eerste plaats in, maar blijken die uitgaven te zijn slechts een weerspiegeling van de onmi'dlijke behoeften. Waarmee dan het spilzucht-fabelrje af doend, als kletspraat wordt geteekend. REYNE. Het gezag in de opvoeding. Er bestaat in ons land een Vereeniging voor Paedagogiek, d'e telken jare in de Kerstvacantie eene algemeene vergadering houdt te Utrecht ter bespreking van belang rijke opvoedkundige onderwerpen. Eengroot getal uitgelezen mannen en vrouwen van allerlei richting, zoowel van het bijzonder als van het openbaar onderwijs, allen leden der Vereeniging, kwam Dinsdag 27 Dec, jl. daar weer samen om. van gedachten te wis selen over een paar gewichtige vraagstukken. Een dezer vraagstukken was bijzonder inte ressant en rnoet ook buiten de onderwijs wereld levendige belangstelling wekken. Ik meen dus een goed werk te (fo>n door den lezers van' dit Weekblad het een en ander van het besprokene mee te deelen. Aan de orde was: Het geza// in de opvoeding. welk onderwerp werd ingeleid doe r den heer W. Jansen te Utrecht. Elk gezag, zei de spreker, moet beschouwd worden als de machtsopenbaring eener per soonlijkheid. Waar gezag is, daar is macht

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl