Historisch Archief 1877-1940
F. 1439
DE AMSTERDAMMER
A°. 1905.
WEEKBLAD VOOK NEDEELAND
O n. cL e r 2? e cL a. c t i e
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
a. n_ J". 3DE IC O O.
Uiteevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhcud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1681 (Staatsblad JVo. 124).
Abonnement per 3 maanden / l.50, fr. p post f 1.65
Voor Indiëper j;iar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar U.12'/2
Dit blad is verkrijgbaar kiosk 10 Boulevard des Cajjucined tegenover het G rand Café, te Parijs.
Zondag 22 Januari,
Advertonticn van 1?5 regels / 1.10, elke regel meer f 0.20
Reclames per regel » O.iO
Anncmi-i-s uit Duitscliland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de fiima
KUDOLF MOSbE te Keulen en duor alle filialen deier firma. Be prijs per regel 35 Pfenuig.
INHOUD:
VAN VERRE EN VAX NABIJ : Na twee
jaar, door X. Gemeente-finantiën, II, door
Keyne. Het gezag in de opvoeding, door
H. Deelman. Brieven uit Nieuw-Nederland,
door A. E. M. S. te Laer. SOCIALE
AANGELEGENHEDEN: Van een gang naar
de ovens, door Daisy K. A. Junius. KUNST
EX LETTEREN : Muziek in de Hoofdstad,
door Ant. Averkamp. Kalverstraat, door
Bernard Canter, beoordeeld door Jan Feith.
Dichters van den Ouden Tijd, door dr. J. L. C.
A. Meijer. FEUILLETON : Tusschen avond
en morgen, III slot, vertelling van Louise
Westkircb. Aan den heer Borel, door G. van
Hulzen. Een schooljongen ontdekker, door
dr. Ch. M. van Deventer. VOOR DAMES:
Bericht van het Pers-comitévan den Inter
nationalen Vrouwenraad, door Johanna W.
A. Naber. Een kostelijk boekje, met af b.,
door Tr. Kruyt-Hogerzeil. Allerlei, door
Caprice. Tentoonstelling van werken van
?Théophile de Bock in Arti, met afb., door
J. W. N. De Belgische schilders in 't
Stedelijk Museum, W. Steenhoff?Dr. Gerrit
van Gorkom, f, met portret, door P. H.
Hugenholtz Jr. Prof. dr. H. Behrens, f,
met portret. Prof. dr. A. A. G, Guye, t»
portret. UIT DK NATUUR, door E.
Heimanf. FINANCIEELE EX
OECONOMISCHE KRONIEK, door D. Sngter.
INGEZONDEN DAMRUBRIEK
SCHAAKSPEL. ADVERTENTIEN.
4IMIIIIIIIIIIIII1IIHIIIIIMIII
Na twee jaar.
? Op 30 November 1902 verkondigden de
nieuwsbladen ons de benoeming van den
heer Pop tot plaatsvervangend
DirecteurGeneraal der Posterijen en Telegraphie. De
indruk, dien deze benoeming op de hoogere
en lagere ambtenaren van beide dienstvak
ken maakte, was zeer verschillend, wat
duidelijk gebleken was uit de vele stukken,
zoowel in vak- als andere bladen ten beste
gegeven.
, Was men van postale zijde er ten zeerste
door teleurgesteld, van telegrafische zijde
scheen men er vrij wel mede in te stemmen.
Althans eenige heeren, die wij dien ochtend
spraken, waren tamelijk eenparig in hunne
meening, dat het eene gelukkige keuze was.
Zij toch meenden dat een energiek man
buiten het vak beter kon optreden, dan een,
uit een der beide dienstvakken gekozer-,
bekwaam ambtenaar. En geenszins konden
zij instemmen met den Postdirecteur", die
eenige. dagen vroeger in het maandblad
van Posterijen en Telegraphie had geschre
ven : Als Pop benoemd wordt, dan zul je
de poppen eerst recht aan't dansen hebben."
Nu, van die dansende poppen is nog weinig
te zien geweest, doch aan den anderen kant
is de hoop, die men op hem vestigde, voor
een groot deel vervlogen.
Laat ons even nagaan wat er gedurende
het ruim tweejarig bestuur van den heer
Pop is tot stand gekomen, en wat er ge
worden is van de goede voornemens van
'/Ed. om rechf te doen en een tevreden
corps te scheppen, zooals hij in een inter
view aan den heer Netscher meedeelde.
In Februari 1903 werd den kantoren
eene missive toegezonden, den ambtenaren
verzoekende, hunne grieven aan ZBd. ken
baar te maken. Hieraan werd in ruime
mate voldaan. Niet minder dan 1500 brieven
werden hem toegezonden. In hoeverre deze
grieven meer of minder recht van bestaan
hadden, valt natuurlijk niet te constateeren,
maar zeker is, dat na maanden wachtens
de antwoorden op de verzoeken der schrij
vers achtereenvolgens inkwamen en bijna
steeds luidden:
Gezien uw schrijven van gelet
op hebben geen termen gevonden
om enz." Intusschen hadden de
ambtenaren bij Posterijen en Telegraphie
nog eene vriendelijke aanmaning gekregen
om gedurende de spoorwegstaking stipt de
hun opgedragen werkzaamheden te verrich
ten, daar zij anders beter deden hun ontslag
aan te vragen, om erger te voorkomen. Het
?was alsof die ambtenaren zóó gereed stonden
om er ook het bijltje bij neer te leggen.
Dat dit zeer grievend voor hen was, zal
ieder begrijpen, te meer daar dit corps van
hunne vorige chefs meermalen een pluimpje
hadden gehad voor 't harde werken, voor
'i; dag en nacht zonder morren in touw zijn,
om aan eene overstelpende drukte het hoofd
te bieden. Ook de dagbladen hadden meer
malen een woord van lof voor dat corps over.
Nergens was uit gebleken, dat dit thans
niet het geval zou zijn en toch, toch moesten
zij deze beleediging slikken.
In Juni 1903, dus nadat de nieuwe Direc
teur-Generaal zich wat in het vak had kunnen
inwerken, kwam de groote promotie, leder
dacht, dat er nu eens recht zou geschieden
en dat vele van de in die 1500 brieven ge
opperde grieven zouden weggenomen worden.
Zoo hoopten de commiezen bij de
Rijkstelegraaf, dat de door den Directeur-Generaal
Havelaar in 1891 beloofde gelijkstelling met
de commiezen der Posterijen zou plaats vin
den. Ja, ZBd. zou zeker voltooien, datgene
waarin de heer Havelaar helaas was blijven
steken. Maar, O wreede teleurstelling! Het
verschil in plaats van vereffend, was ver
groot. Wat toch zag men gebeuren 'i Bij
de Rijkstelegraaf werden de commiezen met
30 en meer jaren dienst tot hoofdcommies
bevorderd, terwijl bij do Posterijen hoofd
commies werden zij, die 23 a 24 dienstjaren
hadden. Ook bij de benoeming tot commies
eerste en tweede klasse viel een verschil
van minstens zes jaar te constateeren, terwijl
thans in die randen alle promotie zoo goed als
stilstaat. Ook de opengekomen plaatsen voor
hoofd-commies worden bij de Kijkstelegraaf
niet meer aangevuld. Dat dit corps tevreden
is. zal dus wel niemand willen aannemen.
Doch ook de commiezen bij de Posterijen
zullen wel niet bogen op ridderlijke behan
deling. Waren zij voor een groot deel van
het beheerderschap der bij-kantoren in de
groote plaatsen verstoken, thans worden die
vacatures bezet door heeren directeuren
van kleine plaatsen, zoodat ook in hunne
ran<zen geen opschuiving plaats vindt.
Zeven Augustus daaraanvolgende zal velen
nog lang heugen. De groote volksverhuizing
werd den ambtenaren tegen zeven September
aangekondigd. Niet minder dan 150 k 160
commiezen uit verschillende rangen moesten
dien datum van standplaats verwisselen.
Volgens welken regel of welk systeem die
verwisseling plaats vond, zal wel niemand
ooit begrepen hebben. Het scheen wel of
men hier en daar slechts eene greep had
gedaan en zeer zeker is, dat het vak er
slecht mee gebaat was en het rijk een be
drag van ongeveer /' 35.000 voor gemaakte
onkosten kon vergoeden. De commiezen zelf
waren bijna allen ontevreden, wijl zij zoo
totaal noodeloos uit hunnen kring van fami
lie en kennissen werden weggerukt en
zocwel financieel als zedelijk (we hebben hier
het oog op hen, die schoolgaande kinderen
hadden, die door de verhuizing gemiddeld
een jaar in hunne studiën achteruit gingen)
zeer worden benadeeld. Een der redenen,
die in die dagen vaak voor eene verplaat
sing werd genoemd, was, dat de werkzaam
heden, die de commies verrichtte door een
hoogere of oudere in rang moet worden
waargenomen. Hij kon nu in dezelfde plaats,
geen mindere werkzaamhe len verrichten
en moest die dus elders uitoefenen. Niets
is echter consequenter dan de inconsequen
tie, want thans heet het weer: Iemand die
bijzondere werkzaamheden verricht, kan die
blijven waarnemen, doch die werkzaam
heden geven geen aanspraak op snellere
bevordering. Dit is intusscheri alweer eene
reden om de ontevredenheid bij het corps
te vergrooten, want zoo'n ambtenaar staat
daardoor de promotie van anderen in den weg,
terwijl hij zolf er niet mede vooruit komt.
Ook schijnt bij de Posterijen en Telegrafie
de ontwikkeling der ambtenaren niet vol
doende te zijn, om de vacatures in de hoo
gere rangen ontstaan, door vakmannen te
laten innemen. 1904 althans mocht weer
twee hoogere betrekkingen zien innemen
n door een gemeente-secretaris n door
een genie-officier. Deze laatste (zoo werd be
weerd) was een bij uitstek bekwaam tech
nisch ambtenaar. Waarlijk niet zeer vlijend
voor de heeren ingenieurs der Telegrafie ;
ook daar zal de tevredenheid spoedig ver
te zoeken zijn.
De poging, die do Directeur-Generaal in
Februari 1904 in 't werk stelde om don
ambtenaar meer recht van verdediging aan
de hand te doen is eene jammerlijke mis
lukking, die 7Ed. vooraf had kunnen over
zien, omdat, zoolang de rechtstoestand van
den ambtenaar niet is geregeld, deze nooit
voldoende zelfstandig zal kunnen optreden
uit vrees dat hij later eens de bij
uitstekgeschikte ambtenaar zou zijn voor eene,
door hem in 't geheel niet begeerde, stand
plaats.
Dat den heeren klerken op enkele punten,
na een langdurig vragen, hier en daar recht
is gedaan, valt niet te ontkennen; doch
tevreden zijn zij al evenmin, en met recht,
want wat zij tot nu toe verkregen, is slechts
een veordeel voor zeer enkelen. De weg om
commies der Posterijen en Telegrafie te
worden, staat thans beter en gemakkelijker
open dan eertijds, doch gaat men te wei-k
zooals de laatste maal, n.l. door eene maand
vóór het examen het programma zoodanig
uit te breiden, dat men zelfs zeer opper
vlakkig het meerdere niet kan bij studeeren,
dan zal ook daar de ontevredenheid hand
over hand toenemen.
Dit jaar gaf ons ook nog een staaltje of
wat van zuinigheid. Zoo zullen voortaan,
evenals in sommige andere rijken, de tele
grammen worden besteld, door jongens van
16 tot 20 jaar op een weekloon van 5 a 6
gulden. Dit is ontegenzeggelijk voordeeliger,
dan het werk te laten verrichten door be
stellers met eene jaarwedde van 600, 700
a 800 gulden. Na hun 20ste jaar mogen die
jongens niet meer in de bestelling blijven,
doch komen bij vacature in aanmerking
voor postbesteller. Dat drievierde van die
jongens na hun 20ste jaar weer zonder ver
dienste zullen zijn, en in geen jaren voor
postbesteller in aanmerking zullen komen,
door het steeds aangroeiend aantal sollici
tanten, schijnt geen bezwaar te zijn. De
jongens hebbon hunnen besten tijd, dien
ze voor het aanleeron van een vak noodig
hadden, verloopen, om lat ze meer konden
verdienen, do'ih nu zij 20 jaar zijn, is het
te laat en zijn zij zonder verdienste. Zij
missen alle wapenen om ( en zoo zwaren
strijd om het bestaan met succes vol te
houden, en velen hunner zullen gedoemd
zijn paria's der maatschappij te worden.
Aan wie de schuld:' Aan de Regeering of
beter aan hem die dezen maatregel nam,
n.l. de Directeur-Generaal.
Ook de nieuwe wijze van telegrammen
overbrengen, hoewel van den aanvang af
reeds veroordeeld, wordt nog steeds voort
gezet. Daardoor zou immers snellere ffang
der telegrammen, voordeoliger exploitatie,
minder personeel en meer ruimte op de kan
toren verkregen worden. Wat de versnelling
in overbrenging betreft, die is weinig merk
baar, of beter niet bereikt. Zeker weegt de
verbetering niet op tegen de kosten daaraan
verbonden. Duizenden en duizenden guldens
toch waren noodig voor het aanleggen van
draden en het plaatsen van nieuwe toestel
len. Ook de vermeerdering van personeel
op do verschillende kantoren had natuurlijk
vermeerdering van uitgaven tengevolge.
Alleen een paar vierkante meters ruimte
kan er op groote kantoren door gewonnen
zijn. Om dit voordeel te bereiken is er dus
meer dan honderdduizend gulden aan exploi
tatiekosten uitgegeven. Dat het stelsel niet
zoo geheel voldoet, blijkt wel het duidelijkst
uit de genomen maatregelen. Werd onder
den heer Havelaar het premiënstelsel als
verouderd en zedekwetsend afgeschaft, thans
ziet men zo iu eenen nieuwen, nog meer
afkeurenswaardige!! vorm, wederinvoeren.
Zij toch, die in de concentratie gedurende
oene maand 30 maal IS berichten in een
uur hebben behandeld, krijgen n dag vrij.
/ij dus, die allén met den morsetoestel
werken zullen veel grootere kans op eenen
vrijen da»' hebben, dan zij, die zich ook in
Hughes en Baudot seinen hebben bekwaamd.
Alzoo eene premie op mindere bekwaam
heid en alweer eene aanwakkering der
steeds klimmende ontevredenheid.
Kn om de geldverspilling nog te vergroo
ten heeft men, nu een anderhalf jaar ge
leden, na de verbouwing van het kantoor
's Gravenhage, aldaar een zaalpost inge
richt om de telenrammen van het
aanneemkantoor naar de seinzaal te brengen. Deze
methode, in Nederland nieuw doch in
Duitschland afgedankt als onbruikbaar, heeft
nog ^een veertien dagen achtereen hare
diensten zonder ongelukken bewezen. Bijna
nooit kan men daar in het aanneemkantoor
komen, of men ziet telegrammen, rustig
tusschen hemel en aarde aan een draad
bengelen, die niet vorder komen, omdat de
boel stuk is. De gelden, daaraan verknoeid
zonder 't minste resultaat, zullen zonder
twijfel de ?10.000 naderen.
Dachten de ambtenaren bij de Posterijen
en Telegraphie in 1902, dat er een Hercules
was opgestaan, die den Augiasstal 7011 rei
nigen, thans zullen zij wel tot de conclusie
gekomen zijn, dat zij zich in den heer Pop
bedrogen hebben. Dat hij een uitstekend
militair was, werd algemeen erkend, doch
zeker is, dat hij zich zal moeten haasten
om dien goeden naam als plaatsvervangend
Directeur-Generaal niet geheel te verliezen.
X.
Gemeente-finantiën.
ii.
Naast de (verleden week besproken)
uitgaven-groepen met een voor Amsterdam
relatief laag cijfer, staat ook een 4-tal rubrie
ken met hooger rekening-posten. Omge
slagen naar denzelfden maatstaf, namelijk
berekend por hoofd der bevolking, bedroe
gen de uitgaven volgens de "omeentelijke
en provinciale verslagen van 1903:
I. Kosten der Politie.
Amsterdam f 2.18'
Rotterdam 2.11
Den Haag
Haarlem
Utrecht
Leiden
Arnhem
Dordrecht
Groningen
Nijmc gen
Maastricht
's-Hertogeribotch
Leeuwarden
Zwolle
1.813
1.64
1.49'
1.35:'
1.26
1.24
1.23'
1. 6
1.01
1.01
1.
-.94
Behoudens enkele kleine afwijkingen stij
gen dus klaarblijkelijk in deze groep de
kosten, overal niet alleen absoluut, maar
ook relatiën met het inwonersaantal. Naar
dien maatstaf is 't dus niet meer dan natuur
lijk, dat de grootste stad tevens heeft de
grootste uitgaven voor het bewaren van
rust en veiligheid. En hoewel dus Amster
dam bovenaan staat, is deze plaats een
geheel natuurlijke. Er schuilt daarin niets
abnormaals, niets dat ook maar uit de verte
zou wijzen op spilzucht.
Evenmin de nu volgende groep.
JI. Kosten der Brandweer.
Amsterdam /' .61
's-Gravenhage --.28
Rotterdam .22
Utrecht --.20''
Groningen ??.16
Leiden r .l.V
Arnhem .13
Dordrecht .13
Haarlem r .12
Nijmegen .08"'
Vilertogenboseh .06
Maastricht .053
Zwolle .<>'?>
In deze rubriek ontbreekt het vrij hoog
cijfer voor Leeuwarden, waar door aankoop
van materiaal de rekening voor 1903 on
evenredig zwaar is belast geworden.
Overigens zal vermoedelijk geen enkel
Amsterdammer zich er over beklagen, dat
in deze uitgaven-groep zijn stad bovenaan
is geplaatst. Veeleer is die klacht te ver
wachten uit de meer onderaan geplaatste
genieenten, welke weliswaar kunnen wijzen
op een geringer kostenomslag, maar dan
ook een brandweer hebben, welke bezwaar
lijk een verweermiddel tegen brand heeten
kan. Ook hier kan dus weer elk verwijt
van geldverspilling worden afgewezen.
Geheel 't zelfde geldt voor
III. Armwezen
Amsterdam /' 2.94
Groningen 2.77
Utrecht 2.1:5
Uotterdam 2.095
Dordrecht 2.06
's-Gravenhage 2.02
Leeuwarden 1.77
Haarlem 1.75?
Nijmegen ,, 1.33:'
Arnhem 1.215
Leiden 1.21
Zwolle 1.06
Maastricht ,5<s
's-Hertogenbosch .25
Voor 't maken van gevolgtrekkingen is
deze rubriek absoluut ongeschikt, 't Gaat
natuurlijk niet aan om uit deze cijfers af
te leiden grooter armoede voor de
eerstvermelde steden, evenmin als grooter schriel
heid voor de laatstgenoemde. De rekening
wordt voor een zeer aanzienlijk deel bepaald
door den omvang der particuliere welda
digheid en der kerkelijke armenzorg.
Daarnaast oefent do trek naar de steden
een in elk geval voor Amsterdam
ongunstigeu invloed, het aantal paupers steeds
weer vermeerderend en dwingend tot het
beschikbaar stellen van steeds grooter som
men voor de openbare armenzorg.
Ten laatste volgt dan nog de
uitgavengroep die zeker op de meeste gemeente
rekeningen wel de hoogste is, n.l.:
IV. Onderwijs.
Amsterdam /' 8.67
Leiden 793
Groningen 7.48"'
Leeuwarden 7.38
Dordrecht 7.34"'
lrtrecht r 7.23
Rotterdam 7.09
Arnhem 6.!)75
Haarlem ,,' 6.40
's-Gravenhage (i.l:i
Zwolle 4.68
Maastricht 4.24
Nijmegen 2.50'
's-llertogenbosch 2.64
De meerendeels hopge cijfers omvatten
behalve het Onderwijs in al zijn vertak
kingen (Hooger-, Middelbaar-, Lager On
derwijs, Vakonderricht) ook de bevordering
van Kunsten en Wetenschappen. Laar in
elk geval: Amsterdam staat hier boven
aan, wat dan berust op de relatief hooge
uitgaven voor het Lager Onderwijs.
Ha! dat is nu eens een kalfje naar de
hand van de belagers der stad ! Hier hebben
ze dan nu eens een houvast ('t allereerste J)
voor hunne spilzucht-beschuldiging. Edoch,
laten zij zich vooralsnog wat intoomeri, want
't is ook hier wederom gemakkelijk
uitwijsbaar, dat er niets abnormaals schuilt in 't
hoogo cijfer van Amsterdam.
. Voor de goede beoordeeling der kosten
van het onderwijs is't n.l. noodzakelijk, ook
de kosten der inkomsten op te maken. Alle
gemeenten toch ontvangen van het Rijk
een vergoeding, krachtens artikel 45 d'er
wet van 8 December l.ss;)." Enkele ge
meenten ook een Rijksbijdrage krachtens
artikel 49 der wet óp hét L. O." Andere
weer een Bijdrage van andere gemeenten"
of een kosten vergoeding voor de opheffing
van voormalig rfjksonderwijs. Dat alles met
elkaar (in de groote steden bepaalt zich
dit vrijwel tot de eerstgenoemde Ver
goeding") vormt een belangrijke som op de
creditzijde der onderwijzersrekening, met
welke som, evenals met de gebeurde school
gelden, hot kostoncijfer moet worden ver
minderd.
Op die wijze verkrijgen we dan:
a. Amsterdam.
Gezamenlijke kosten L. O. /' 3.653.047.13'
Inkomsten :
Schoolgeld f 384.279.81
Vergoed, (art. 45) 709.387.205
f 1.093.667.0!"'
7^59738012
= per hoofd der bevolk, ?4.75
l. Rotterdam.
Gezamenlijke kosten L. O. f 1.969.668.683
Inkomsten :
Schoolgeld f 243.204.44
Vergoed, (art. 45) 384.911.32
f 628.115.76
7T.34L5527921
/' 955.682.43:l
? 296.873.19"'
per hoofd der bevolk, ?3.58
c. 'sGravcnhaye.
Gezamenlijke kosten L. O.
Inkomsten:
Schoolgeld ? 119.600.
Vergoed, (art. 45) 177.273.19-"'
= per hoofd der bevolk, ? 2.96
Schijnbaar zijn in vergelijking met Den
Haag, de uitgaven in Amsterdam en ook
in Rotterdam abnormaal hoog. Evenwel,
meer dan schijn is 't nief, want bij de be
oordeeling dier cijfers dient men rekening
te houden met twee omstandigheden.
In de eerste plaats toch oponbaait zich
hier 't verschil, of een gemeentebestuur al
dan niet gehaast is eenig werk als buiten
gewoon werk" te betitelen. In Den Haag
pleegt men dit ras te doen en op die wijze
wordt de rubriek onderwijs ontlast ten kosten
der rubrieken. Onderhoud van
gemeentceigendommon" en Buitengewone werken".
Amsterdam daarentegen bracht op de
Onderwijs-rekening ook een post van ? 565.000
voor scholenbouw, een uitgaaf die omgaat
buiten de dagelijksche kosten van het onder
wijs. Hiermede het eindcijfer verminderend.
dalen de kosten per hoofd der bevolking
reeds tot ? 3*fO.
Voorts oefent ook de omvang van het
bijzonder onderwijs een grooten invloed op
het kostencijfor van do openbare scholen.
die veel moor bevolkt worden naar gelang
een minder groot aantal van dat bijzonder
onderwijs gebruik maken.
Een vergelijking van Amsterdam met de
beide andere groote steden is ook al weer
in dit opzicht leerzaam. Volgens de ver
slapen der onderscheiden schoolcommissies
bedroog het aantal ingeschreven leerlingen :
Amsterdam : Openbare scholen 67436.
Bijzondere 23387.
Rotterdam: Openbare 31.084.
Bijzondere ,. 13099.
's Gravenhage: Openbare 19601.
Bijzondere 12724.
Van het geheel aantal schoolgaande kin
deren werden de openbare onderwijsinrich
tingen dus bezocht: in Amsterdam 74.5, in
Rotterdam door 70.4, in's-Gravenhage door
60.7 procent. In de eerste twee steden
blijkt derhalve het openbaar onderwijs meer
omvangrijk to zijn. Niet alleen absoluut.
ook in verhouding tot het inwoners-aantal.
't Wordt zoo alleszins verklaarbaar, dat ook
per hoofd der bevolking gerekend de uit
gaven er hooger zijn. In elk geval wordt
de gebruikelijke aantijging van
geldvermorsing bij het onderwijs voldoende
w.eersproken door de nadere beschouwing der
cijfers.
Laat ik nu trachten te resumeeren.
De uitgaven voor de gemeentelijke huis
houding werden onderscheiden in 8 groepen.
Bij vier dezer was het uitgaven-totaal om
geslagen per hoofd der bevolking, kleiner
dan in verschillende andere steden van
lageren rang. Bij de vier andere groepen
neemt Amsterdam wel is waar de eerste
plaats in, maar blijken die uitgaven te zijn
slechts een weerspiegeling van de
onmi'dlijke behoeften.
Waarmee dan het spilzucht-fabelrje af
doend, als kletspraat wordt geteekend.
REYNE.
Het gezag in de opvoeding.
Er bestaat in ons land een Vereeniging
voor Paedagogiek, d'e telken jare in de
Kerstvacantie eene algemeene vergadering
houdt te Utrecht ter bespreking van belang
rijke opvoedkundige onderwerpen. Eengroot
getal uitgelezen mannen en vrouwen van
allerlei richting, zoowel van het bijzonder
als van het openbaar onderwijs, allen leden
der Vereeniging, kwam Dinsdag 27 Dec, jl.
daar weer samen om. van gedachten te wis
selen over een paar gewichtige vraagstukken.
Een dezer vraagstukken was bijzonder inte
ressant en rnoet ook buiten de onderwijs
wereld levendige belangstelling wekken. Ik
meen dus een goed werk te (fo>n door den
lezers van' dit Weekblad het een en ander
van het besprokene mee te deelen.
Aan de orde was: Het geza// in de opvoeding.
welk onderwerp werd ingeleid doe r den heer
W. Jansen te Utrecht.
Elk gezag, zei de spreker, moet beschouwd
worden als de machtsopenbaring eener per
soonlijkheid. Waar gezag is, daar is macht