Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
No. 1439
en ver<'e% waar macht is, daar is kracht.
Zoowel van het niet-persoonlijke als van het
persoonlijke kan kracht uitgaan. In de kracht,
die van de persoonlijkheid uitgaat, is dus een
phy-isch element aanwezig. Zonder dit zou de
persoonlijkheid zich niet als kracht kunnen
openbaren. Doch als de kracht uitgaat van
een persoonlijkheid, van een denkend wezen,
wordt zij dienstbaar gemaakt aan de berei
king van een doel. Dan is zij macht gewor
den, een kracht van hoogere orde en hare
openbaring noemen wij gezag.
Gezag onderstelt een betrekking van
per»opn tot persoon, van hem, die de zeggen
schap Iveft tot hem, van wien de erkenning
der zeggenschap wordt verwacht en de uit
deze erkenning voortvloeiende gehoorzaam
heid. Het gezag wordt erkend door hem, die
de noodzakelijkheid der gehoorzaamheid in
liet aan eens andei s bevelen,omdat hij zelf niet
weet uit te maken, hoe hij in een bepaald
geval zich moet gedragen. Wie een ge/:ag
zal erkennen, moet zich dus hulpbehoevend
gevoelen en overtuigd zijn van eigen
intellectueele of zedelijke tekortkomingen. Zoo
iemand kan niet verstandig handelen en is
zedelijk onvrij. Om vrij te worden behoeft
hij den steun en de leiding van het ge:ag.
Het gebcorteuur der v'ijheid slaat, als het
gezag wordt erkend en gehuldigd. Doch er is
geen grooter vijand van de vrij hèd dan de
schijn van het gezag, die iets voor het ge :ag
in de plaats stelt, wat geen gezag is. Wie
gezag uitoefent, mag geen ander motief
lebben, dm dat hij zich geroepen acht, om
Toor de vrijheid den weg te banen.
Welken dienst vervult nu het gezag bij de
taak der opvoeding? Deze taak gelijkt weinig
?p- het werk van den bouwmeester, die uit
gegeven elementen naar een vast plan een
gebouw construeert.Zij komt meer overeen met
den arbjid van den gaardenier, die er naar
streeft de voorwaarden zoo gunstig mogelijk te
maken, waaronderzijn planten moet en gedijen.
In 't begin der opvoedingstaak kan van gezag
geen sprake zijn. Naarmate echter het bewuste
lever, de individualiteit, ontwaakt en het kind
komt tot het besef, hoe onbekwaam eu hulpe
loos het is, nair die mate begint zich liet
gezag te doen gelden, soms geleidelijk, soms
met schokken. Het gezag in de opvoeding
heeft geen andere roeping dan liet kind
in?erlijk vrij te maken en zijn individualiteit
te ontwikkelen tot een krachtige persoon
lijkheid.
Vele ouders en opvoeders handelen echter
als de bouwmeester en nit t als Je gaardenier.
JSij meanen, dat zij menschen moeten maken
naar hun beeld en naar hun gelijkenis en
willen in het kind niets anders dulden en
tot ontwikkeling brengen, dan wat zij in
zichiclf aantreffen. Zij hebben geen oog en geen
waardeering voor het oorspronkelijke, dat in
het kind tot openbaring komt en dut juist
ite grootste schat van zijn persoonlijkheid
uitmaakt. Zulke ouders en opvoeders maken
misbruik van het gezag. Men heeft het Ellen
Key kwalijk genomen, dat zij zulk een hooge
waarde toekent aan de individualiteit van het
kind, doch ten onrechte- Niet alleen zij trou
wens heeft gesproken van de majesteit van
het kind". Een Duitsch paedagoog heeft reeds
in de 18e eeuw gezegd, dat kinderen louter
majesteiten zijn. De klacht van Von Lichten
berg over het opvoedingssysteem, uitgedrukt
in de woorden : Originale werden wir ge
boren unj als Copien sterben wir', bevat
«eer veel waarheid. Deze waarheid is, dat
Ue opvoeding onzer dagen zich veel te veel
Terzet tegen het nieuwe,- het oorspronkelijke
in het kind. Men vergeet, dat elk kind een
nieuwe schepping is, die dus ook op nieuwe
wijze zich ontwikkelen moet. Het gezag, dat
lich aan vaste regels houdt, verandert vaak
in tirannie en dwang en wordt in plaats van
een zegen een vloek voor het kind. Het huidig
opvoedingssysteem is mede oorzaak van de
fcarakterschaarschte onzer dagen. Als de
opToeding de iudividual.teit van den jongen
mensch niet ontziet, kan haar resultaat zelfs
noodlottig zijn.
Niet alleen in d-e huiselijke, ook in de
schoolopvoeding treffen wij aan een miskenning van
het individueele. In de scholen, waar tal van
kinderen tegelijk worden onderwezen, kan niet
altijd op de individualiteit worden gelet, doch
er kau veel meer rekening mee worden gehou
den dan gewoonlijk geschiedt. Elk goed opvoe
der dient voorde persoonlijkheid des kinds uit
den weg te gaan; doch er behoort veel studie
«?n .een fijn bewerktuigd oor toe om de stem
?der individualiteit te verstaan. Ze wordt al
te vaak misverstaan en opgevat als verzet
en onbuigzaamheid, die gestraft en gebroken
dient te worden.
Moet men bij het opvoeden en het onder
wijzen dan eiken regel schuwen? Neen, want
dat zou handelen zijn naar de ingeving en
den luim van het oogenblik. De toepassing
?an elk stelsel en van eiken regel moet den
stempel der persoonlijkheid dragen, van wie
die toepassing uitgaat. Alles wat de opvoeder
of de onder wij/.er d iet, moet hij doen omdat
hij vast overtuigd i*, dat het zoo goed is en
niet anders en niet enkel, omdat het tot het
systeem behoort. Hit systeem moet van den
persoon dés opvoeders uitgaan. Bij ons lager
onderwijs word; volstrekt niet altijd aldus
gehandeld. Het kind wordt er al te vaak
opgeofferd aan het stelsel, aan de methode.
Er wordt door tle onderwijzers y.eel te hooge
waarde toegekend aan bepaalde methoden;
ons onderwijs is vermethodiekt. Ook de
eenlijdige kennis der zielkunde bij vele onder
wijzers werkt het kwaad in de hand. Men
meent in het kind een zielsmechanisme voor
xich te hebben en 't spreekt dus van zelf dat
men er toe komt tot mechanieke opvoe
lingspraktijken zijn toevlucht te nemen.
De nadeelen van het klassikaal onderwijs
lijn zeer groot. Do voordeden er van zijn
vele, doch zij worden door de nadeelen over
schaduwd. Als de klasse vrij talrijk is. wordt
het voor den onderwijzer-opvoeder bijna on
mogelijk op den enkeling te letten. Het
systeem, «ie methode beheerscht dan het
geheele onderwijs, het leerplan schijnt dan
een machinaal toestel, dat door den onder
wijzer-machinist slechts in beweging behoeft
te worden gebracht om het begeerde resul
taat op te leveren. Alleen de middel
matiglieden, varen .daarbij wel, wie uitsteekt boven
het gros of met den grooten hoop niet mee
kan, draagt den last. Onze schoolopvocding
gelijkt op een Frocrustusbed; wat te lang is,
wordt afgesneden, wat te kort schijnt, zoolang
niigerekt, totdat de thans gewenschte middel
matigheid bereikt is. De oude onderwijs
methode had ook vele gebreken, doch zij \vas
natuurlijk, zij maakte een zelfstandige ont
wikkeling mogelijk.
liet onderwijs hoeft allereerst behoefte aan
persoonlijkheden en daarom is de opvoeding
on. opleiding van de opvoeders zelf zulk een
gewichtige aangelegenheid. Om te kunnen
geven, moet men zelf bezitten; om een
heilzaraen invloed op anderen te kunnen uit
oefenen, moet men zelf iets beteekenen.
Niemands gezag wordt erkend, dan wiens
meerderheid duidelijk blijkt. Deze meerder
heid moet niet alleen bestaan in de hoeveelheid
kennis, die de opvoeder be/.it. Vooral de
zedelijke meerderheid legt gewicht in de
schaal. Daarom moet hij uil munten in wijs
heid, menschenkennis, kinderk.'nnis en bo
venal in zelfkennis. Die niet ei nstig gearbeid
heeft aan de vorming van eigen persoonlijk
heid, onder toepassing van strenge zelftucbt,
van hem kan niet uitgaan een m:ic it.
diedoor anderen als heilzaam gezag wordt ei keiid
en aanvaard.
Tot zoover de heer Jansen. Zijn rede werd
niet groote aandacht gevolgd en aan het
einde warm toegejuicht. Van de discussie,
die er op volgde, willen wij nu nog het
b.langrijkste uiededeelen.
Door meer dan een der aanwezigen werd
de meening verdeditrd, dat de inleider te
weinig in het oog had gehouden, het groote
verschil tusschen de huiselijke en de
schoolopvoeding. De school is niet meer dan een
hulp-instituut voor de opvoeding hoofdzake
lijk bestemd om kennis aan te brengen. Aan
die kennis moet ook niet zulk een geringe
waarde worden toegekend. De school kan
ook niet veel anders doen dan zich richten
naar de middel unatigheden, doch dat is vol
strekt niet zoo erg, daar toch de
middelmaügen de overgroote meerderheid vormen.
Jammer is het, dat men de eigenaardige
taak van de school meestal niet begrijpt;
daardoor komt het, dat men dikwijls van de
school te veel verwacht en teleurgesteld is
over haar resultaten. De hoogste opvoeding
behoort bij het gezin en al zijn de meeste
gezinnen niet voor de tnak berekend, zoodat
er van de opvoeding van zoo ontzaglijk veel
kinderen, niet veel terecht komt. men mag
daar geen verwijt van maken aan de school.
De ouders zijn de natuurlijke opvoeders, de
ware dragers van het gezag over hun kinderen.
Oek werd betoogd, dat de opvoeding voor
een goed gedeelte werd geleid d >or hei leven
in de maatschappij uu de kinderjaren Als
het kind de samenleving binnentreedt, komt
het onder den invloed van tal van omstandig
heden, die al het goede, door huis en school
zorgvuldig gekweekt, weer vernietigen kunnen.
Het leed, de onderdrukking en het mae:its
misbruik in onze maatschappij, doen. groote
schade aan het toekomstig geslacht.
II. DjCKl.JlAN'.
Brieven uit Hieuw Nederland.
O u d - N i e u w A m s t e r <1 a m ,
den Bin van Wintermaand, l'.HH.
Pri'.ftJeiif ('«.".'/v/s (Kttninttiiji'Hi/
o/>fre.tlen teijei:oDti' </<' N«le>'liindtic!ie
rnjvi'i'infj. iiw ('uxtrn t'enrrzijdx voordrel
trek't uit l'ri'xidi'.nt /i'oo-vt<v//'.s
<,/n-.i/tincj ra» tic Monroi'-li"T KII iindi'rïijd*
uit dicn.t Hf.itji.inj, IH ijcwel'/dailuj
oiitredvii zooiecl tt/ojr/!//,1 f?
i-t/'ititjde». - ('(tstro'.f lii'in/tr/iliijinij der
(ixi>lialtlacjen; SIJIIK iittzi-tti.mj run i/e/i
retlacteiir Junreif en ontdinlïlnij <ler
verschuldigde nitkeennijen aan de
inoijendhe'len, de /loo/dijr/'i-n-// vtm
Pri'.iident. liuom-celt. AJ.PHU> York
een ri'i'zunii'l))ltititx run
Vt-tirzolitanx<:lte iiitijeicekeiien. <>/ie/i/>urii/ijeit
niii Jj/inrte Li'cel urer lief. luren der
jiolitieke iieriinijeiie.il hl tic CKsti.ng iïit/t
Carloft. Een staalf/e. run Ci.is/rn'ti
u'i'eed/tei'l.
In de Xederlandselie on West-Indische
pers heeft een ongehoord staaltje van aan
matiging de ronde gedaan en aangooien
het van bevoegde zijde onweersproken is
gebleven mag liet ais een vaststaand feit
worden aangemerkt, ['resident Castro van
Venezuela heeft y.ich namelijk onderstaan,
bij de Xederlandsche regeei-ing aan te
dnngen O]) het ontslag van den (iouverneur
van Curaeao en onderhooriglieden, terwijl
hiertoe geene andere drijfveer kan bestaan
dan dat de/e kolonie gastvrijheid verleent
aan zoovelen, welke, be.lucht voorde wreed
heid van den wraakzuchtige!] despoot, het
\ cnezolaansche vaderland hebben verlaten.
Niet alleen, dut Cipriiuio (Jasfro reeds
geiuimen tijd binnen eigen gebied een
schrik bewind doet liecrsehen, zooals men
in 'de 20ste eeuw eene mogelijkheid zoude
achten, maar hij durft zich inderdaad ver
meten zijne tirannieke maatregelen te wil
len zien uitgestrekt tot onder Nederlaml's
vrije vlag. Aan eene regeering, waarmede
hij door zijn eigen willekeur herhaaldelijk
op gespannen voet verkeerde, waagt hij het
een alleszins ongewettigd verzoek te rich
ten, welks indiening alleen reeds eene
ongepasthoid mag heeten. Hot is te verwon
deren, dat hierover nog geen storm van
verontwaardiging is opgegaan zoowel in
Nederland als in NYost-lndië. Is men alreeds
vergeten, wat het Kamerlid \ au Kol heeft
geschreven over dezen iniddeloeuwschen
geweldenaar !'
Terwijl er in Venezuela zelf gccnerlei
georganiseerde oppositie meer schijnt te
bestaan, 'sedert de jongste opstand onder
Matos' leiding in bloed werd gesmoord, kan
de dwingeland alleen worden weerstreefd
door invloeden van buiten. Nadat president
Roosevelt vóór den laatsten
verkiezingsveldtocht bij verschillende gelegenheden do
zusterrepublieken der Nieuwe Wereld had
aangemaand orde en rust inwendig te
handhaven on verdichtingen tegenover het
buitenland behoorlijk te vervullen, indien
zij wen-tenten door L'ncle Sam met vree
te worden gelaten, heeft hij wegens
politieke overwegingen water in zijn wijn
gedaan. Zijn laatste boodschap aan het
Congres bevatte zelfs de overweging : er
zijn zooveel eigen zonden in de (ïroote
..Republiek zelf te bestrijden, dat er onder
i/eiroHf. ontstiindi-cihe.li'H voor het algemeen
..welzijn der inenscliheiil meer goeds valt
te doen door liet tegengaan der politieke
corruptie, der wettelooze lyncbings en
..hevige rasvooroor looien te on/ent dan
door besluiten uit te vaardigen omtrent
elders plaats hebbendee verkeerdheden.''
Deze uiting schijnt vooral het gevolg te
zijn geweekt, volgens veder meeiiing, van
de felle aanvullen van de zijde der
deinokraten op Hoosevelt's big stick"
ihouwdegen l- politiële en zijne oen/ij lige uitleg
ging dei' Monroe-leor. alsof deze strekte,
j om rjiiropeescho mogendheden te beletien
tegen hun aangedane rerhtsverkni'ditingen
in het Westelijk halfrond persoonlijk op te
komen. Evenwel zullen wij ons niet behoe
ven te verwonderen, indien het tegenwoor
dige hoofd der grooto republiek tegenover
Venezuela eerstdaags besluit van boven
bedoelde gewone omstandigheden" te willen
afwijken en wel om verschillende redenen.
President Jtoosevelt's temperament komt
in opstand tegen de langgerektheid der
vaste Venezolaansclie gere.-htshoven in het
beslechten der kwestie omtrent de
NewYork & Bermudez Asphalt Company.
Terj wijl deze maatschappij bankroet is verklaard,
is Castro er op ges:eld haar zaak zoolang
mogelijk te verschuiven, omdat hij eigen
machtig beslag heeft gelegd op hare
be/.ittingeu en, steunende op de uitspraak van
een door hemzelf aangestelde speciaal hof,
de inkomsten der asplialtlagen willekeurig
aan zich trekt. Hoewel eerst de uitspraak
der vaste hoven was bepaald voor Novem
ber I.I., wordt er blijkbaar in deze zaak
niets verricht.
Voorts is Jauretr, een dagbladredacteur
te Caraeas, welke Amerikaansch burger is,
door Castro uit Venezuela verbannen, ouder
voorge\eu, dat hij de belangen dezer repu
bliek benadeelde. Op aandringen van de
autoriteiten te W a diington, om eene ver
klaring voor deze handelwijze te geven,
beeft Castro een nietszeggende nota inge
zonden, zoodat de Amerikaanselie gezant,
Bowen, hem heeft doen weten, dat men
hiermede te Washington geen vrede kou
nemen.
Bovendien tracht Castro door allerlei uit
vluchten zich te onttrekken aan het
uitkeeren van 30 pCt. der inkomsten van de
havens La Uuayra en Puerto Cabello aan
Duitsehland, Engeland en Italië, wier blok
kade destij Is is beëindigd door de bemid
deling van den gezant Bowen. Castro wil
o.a. alleen 30 pCt. der invoerrechten welke
deze havens opleveren aan de mogendheden
afdragen, terwijl dezen 3J pCt. van alle
haveniukomsteu toekomt.
A'u heeft Amerika zich steeds aan den
regel gebonden, dat in kwesties tusschen
Huropeesehe mogendheden en
LatijnschA merjkaansclie republieken de integriteit
en eindbesl ssiiigen der hooggerechtshoven
dezer republieken moeten worde,i geëer
biedigd, in spijt van het feit, dat vaak de
justitie erkend corrupt was en de uitspraak
somtijds veel geleek op rechtsverkracliting.
Castro bouwt hierop, doch president
Koosevelt schijnt niet van zins to wezen, om
zich tegenover de meer dan verdachte prak
tijken van den dwingeland gebonden te
achten.
In verband met een en ander zal Castro
zich nog hoogstens eenige weken kunnen
bedenken, wil hij zich niet blootstellen aan
eene demonstratie der Amerikaanscho \ loot,
die1 in de \\est-Indische wateren een kruis
tocht verricht. In het uiterste geval zul
beslag gelegd worden op de tolkantoren
der Yenezolaanselie havens, totdat presi
dent Castro waarborgen voor eene schik
king za.l hebben gegeven.
Do >r op deze wijze te werk te gaan stelt
president Itoosevelt zich er aan bloot door
de Kuropoes:die mogendheden te worden
beticht van zichzelf niet te houden aan de
regels voor hen gesteld, wat betreft de uit
spraken \nn gerechtshoven in
LutijnschAmerikaansche republieken. Doch is hij
gebonden te, achten tegenover et n dictator
als Castro?
# *
*
Do groote republiek en in hc-t bijzonder
de stad Nieuw Vork wordt meer en meer
een toevluchtsoord voor Venezolaansclie
uitgewekenen. Op den duur 01 fcnen dezen
ongetwijfeld zulk een invloed uit op het
Amerikaanselie volk en indireciit o ik op
de rogoerinr-1. dat er evengoed een optreden
van L'ncle Sam is te verwachten in Vene
zuela als vroeger op Cuba en op de
iandengte van Panama. Indien Castro niet bij
tijds tot andere gedachten komt is president
lioosevelt voornemens hem een les te geven, >
waaraan alle Xuid- en
Middel-Amerikaansehe republieken een voorbeeld zullen
kunnen nemen.
De Neir )'ork Her/t/d geeft een vraag
gesprek weer, gehouden met kolonel Duarte
Level, die tot het leger van Oastro's
tegenstander M a tos heeft behoord. Hij is
thans eindelijk verlost uit de kerkers van
de vesting San Carlos, waarin hij tien jaar
geleden, bij liet einde van den laatsten
burgeroorlog, werd opgesloten 011 heeft mi
eene betrekking to New York, waar hij
vroeger eenige jaren lang sclioolonderricht
genoot. Terwijl zijn sedert lang uitgeweken
vader viee-president was onder (fiizman
Blanco, was het den ouden heer Duarto
t Level na lang aanhouden mogen gelukken j
door invloedrijke vrienden zijn zoon bevrijd
j te zien. De beschrijving, die de kolonel
j geeft omtrent het verblijf in San Carlos
j doof iemand de haren te berge rijzen.
liuini 1500 politieke gevangenen zijn daar
bijcongepakt in een ruimte, welke nauwe
lijks ruimte biejt voor een derde van dat
getal. In de kazomatten van de vesting,
welke bij vloed onderloopon, bevinden zich
do cellen, metende 25 X <s X (' voet, elk
gevuld mot II- tot l S gevangenen. De
ongolukkigen zijn met scliakolboeien twee
i aan rweo vastgeklonken en slepen kogels l
voort, die '2'.) tot 25 kilogram wegen. Wan
hopend door mishandeling, uithongering en
gedwongen werkeloosheid, terwijl zij bloot
gesteld zijn aan ontzettende hitte, gedu
rende de levenslange gevangenschap, waar
toe allen zijn veroordeeld, begroeten zij don
dood als oen welkome uitro Iding. \ elen
worden krankzinnig door hot doorstaan van
zooveel ellende. Hoewel de kolonel veel
geleden had dooi' ziekte tijdens yajii gevan
genschap, zoodat h ij zelfs geruimen tijd
alleen zich had kunnen bewegen, geholpen
door don gevangene, waaraan hij was vast
geklonken, had zijn jeugdige levenskracht
hom van don dood gered.
Door de autoriteiten wordt geen onder- j
houd aan de gevangenen verstrekt, zij heb- j
ben zelf het voedsel te bekostigen, dat |
echter alles to wenschou overlaat. Xij, die
geen geld ontvangen, moeten maar leven j
van den afval der anderen. Hor gidd aan
de ongelnkkigen toegezonden we>rdt echter
slechts vaar ecu klein ^eiioelte te. bunnen
behoeve besteed, maar verdwijnt in de eerste
plaats in de zakken der beambten. Aan
drinkwater is er, hoewel er een minimum
temperatuur lieerseht \au 105 , voortdurend
gebrek, zoowel in do cellen, ais op de pat io
(plü'it's) waar zij 13 uur van don dan1 steeds
werkeloos moeten doorbrengen, onder be
waking van soldaten.
l Yau hygiënische zorg is --"en sprake, lüj j
zulk een hitte en vocht vervuilen onbe
dekte uitwerpselen en onvoldoend op het
ttrand begraven lijken van gestorven ge
vangenen de benauwde atmosfeer iiog
zooveel meer.
Bij de koppeling der gevangenen zijn de
bewakers er op uit, zooveel mogelijk uiter
sten bijeen te voegen, hoewel er aan
ontvluchting in het minst niet te denken
valt; dus alleen om de marteling te ver
meerderen. Bij een zieke voegen zij een
gezonde; bij een jonge een oude; bij een
lange een korte. Wanneer men zijn maat
verliest, heeft men verder den kogel alleen
voort te slepen.
Nadat Leve! krijgsgevangen was gemaakt,
werd hij met eenige anderen eerst;er dood
veroordeeld, welke straf daarop in
levens1 usge gevangeiizetting werd veranderd.
Omdat hij weigerde op te geven waar de
munitie zijner troepen was geborgen werd
hij aan de armen opgehangen met gewich
ten aan de voeten, totdat Castro's volge
lingen de bergplaats opspoorden.
Met alle overige aanvoerders van Matos'
regimenten, onder welke vele generaals, die
evenals Leve! tot de eerste familiën des
lands behoorden, werd hij daarop
ingekerkoril in de vnnze gewelven van San (Jarlos.
Hunne bovenkleederen werden hun afge
nomen en zij moesten vooitaan steeds in
hun ondergoed rondloopen tot deze in vol
den verkeerden, welke telkens weer werden
bijeengelapt.
Togen 1). 7,50 per twee weken, ontvingen
de gevangenen gedroogd vleesch of versche
runderharten of ander minderwaardig
vleesch, dat zij zelf in do patio moesten
koken. Koffie, welke die naam niet in 't
minst verdiende, kostte D. 0.50 per twee
weken. Somtij Is konden zij soep bereiden
van de ergste soort, die men denken kan.
Kort vóór Level door den invloed der
generaals .Mondo/a en Yelutini werd be
vrijd en verbannen, bezocht Castro de ves
ting San Carlos. Op onverklaarbare wijze
werd toon op den dictator een schot gelost,
zonder hom te treffen. Hierop ontvingen
vijftig gevangenen, hoewel het schot ver
moedelijk door een soldaat was afgegeven,
zulk een dracht zweepslagen, dat drie der
ongelukkigen bt/weken en de anderen het
bloed langs den rug gudste, zonder dat zij
conige opheldeiing konden geven duur wien
liet schot was gelost.
Kolonel Level is evenals vide zijner
vroegere landgenooten besloten het
Amei'ikaar.sche burg ruchaj) te verwerven, steeds
levende op hoop zich later op den
gruwzamen tiran te kunnen wreken.
Verleden week nam do AVir- Yorl; IFcrnld
een brief op van eene Amerikuansche moe
der, welke een hartstochtelijk beroep de3d
op president Itoosevelt, om haar te hulp te
komen, ter bevrijding van haar zoon, d e
reeds geruime-n tijd in San Carlos weder
rechtelijk was ingekorkerd. Kolonel Level
kende dien man en getuigde, dat alle ellende,
in dien brief beschreven, naar waarheid
was weergegeven.
Is liet wonler, dat van vele zijden bij
president liijsevelt wordt aangedrongen
om voor Castro geen toegevendheid'te ge
bruiken:' A. K. M. S. T K LAKÜ.
iiiiiiiiiniiiiiitiiimiiiiiiiiiiiiiiitiiiiMM
Sociale
ititttiiiiititttitiitnnnimimtninintnnntntimiitittnittHHttmnttnutn
Vaa etn mi naar Ce cras.
Ik beb de ovens bezocht en ik !;eb sla
vinnen gezien geen blanke maar door de
zon brumgebiande.
Al wat in het dorp voor slechts gebeurt,
dat komt ..van die lui van de ovens, de
kroegen worden door ben gevuld zij zijn bet,
die .straat en buis onveilig maken."
Werkt het arbeiden iu de open lucht zoo
slecht oji de menschelijke natinr ?
Of is bet het afbeulen, bet uitbuiten, bet
barder moeten we rken dan dieren'.' Want de
paarden, die gebruikt worden, zij zien er
glaiueiid en stevig uit. zij worden u >ed gevoed
en verzorgd, bun sterven zou i/i-n lm'r'' op
zooveel verlies komen te statu....
.Langs domiuée's lieven rozentuin en weli
ge n vruclilen.Liaanl, loopt een zwart ijTüispaJ,
liet leidt voorbij weiden en. moerassen naar
de rivier, waaraan de ovens liggen.
Links staan nog oude ovenmuren, welke nu
wel vestingruïnes gelijken, rechts wijst een
weg tus.schen hooge vierkante bergen van
turven een doorgang uaar de bnni'ii. waar
vrouwen, mannen en kinderen <"(/< ]<.! r«i^'it
zijn, of waar kinderen bezig zijn met
"fixitijdm, (bet zetten van de s:eenen op een
smallen kant).
Op bloote voeten en blootshoofds loopen
de vrouwen been en weer, telkens zes
steenen van twee kilogram eik opbeurend, daar
van gooien zij er vijf in den linkerarm, n
houden zij in de rechterhand, dien leggen
zij bet eerst op de rijzende rijen.
Cervantes spreekt van een ..volkske, die
ven in bun moi-der's lijf." ik vrees d it men
ook zelfs alle aanstaande opsnijdertjes en
snijsterljes tot bei/elfile volkske rekent; boe
dit zij, arme stakkertjes zijn bet zeker: nou
niet eens geboren hebben zij al van de
steenfabrikatie te lijden.
Als we verder gaan een hoek dm
stooten we op eenige kinderwagen>, in eiken
wagon ligt een pakje vrouwenkleeren. boven
e>p bet... cornet; in sc.houwlmr_'en en con
certzalen beb ik me vaak verbaasd over de
gebrekkigheid der kleed^elegenbeden, zoowel
vóór als achter de coulissen, maar deze kleed
kamer, op zij van een stapel >teenen, over
treft al wat ik gezien heb in o/i</r:/r nt'i-rd/ifiil.
I!ij de macliine wriemelt het van
menscbeiï: jongens rijden op met bitten bespan
nen wagentjes voortdurend bouten vormen
aan, een man. werpt; de vormen, den een
voor den ander na vóór de machine, deze
vult de zes vierkante gaten met m>i>H< ? en
de man gooit den uevuUlen vorm?na eerst
met een sink ^'ereedseb;ï)> er tle overtollige
klei afge-itreken te bebb -n, op een ander
wagentje, dat al staat te wachten. Kik
wa'.rentjc is iu een nugenblik van
viei'-eutvvinlig gevulde vormen voor/.ien.
Vooruit! niai' de met tij n zand in-strooide
bani n, waar de steenei: uit d:j vormen te
drogen worden gelegd, en met
tii-schenruimten van tijd worden opgesneden.
Dan worden ze door de vrouwen onder
een afdak geplaatst, om ten slotle 1:1 den
oven gebracht te worden.
De lucht trilde van de hitte, do!' 'feimde
de machine, stom stampte ze voort, en allen
moesten ze even hard voort; altijd wacht
de een al op den ander.. ..
"Uit een oven werden d ^ klaargebakken
steenen juist weggenomen, ffoog op de wat
verzakte massa's stonden de mannen, zij
wierpen elkaar de vrachten toe.
Ik herinner me in Duitscbland in een
steengroef te zijn.geweest en 't is me altijd
of ik een blik in de hel van Dan t e heb ge
slagen: d;i;ir waar de gierigen en de ver
kwisters n en dezelfde straf ondergaan, en
in bun hopeloozen cirkelgang telkens tegen
elkaar amibouzeii.
O, die inenschen in hun vernedering te
staan aanschouwen, hen daar te zien met bun
magere gezichten en in hun dunne kleeding,
nat van zweet, door elkaar, naar- en van
j elkaar dravend: mannen, vrouwen en kin
deren, aüen zware vrachten torsend en bijna
allen met dien trek van ver waarloozing, welke
hen onmiddellijk onderscheidt van den rustig-en,
ambachtsman niet zijn gevoel van eigen
waarde, van de huixrrouw, die Zaterdags het
door haar man verdiende loon out vangt, den
baas" zijn zakgeld geeft en 't overige in buis
beheert, van de kinderen, door hun ouders
goed voorgegaan en trouw verzorgd.
Aan de ovens gaat bijna alles bij stukwerk,
hier geldt het: elk voor zichzelf; maarniet
de steenen werpen zij de ruwste woorden
elkaar toe. Wat nergens gehoord *ordt, boort
men aan de ovens, en ook dat is van die
gezichten te lezen.
Een lang wezen, de tronie -begoeid, het
lichaam alleen bedekt met een openhangende
blouse en korte wijde broek, de bloote beenen
tot hoog met modder bespat, stuwde tegen
den berg op, naar de machine, een K waren
kruiwagen met modder, en als hij stond, hoog
in de lucht, den kruiwagen om keerend, was
hij het beeld van den werkslaat'.
De opzichter floot, hij kwam de hoog'e
af en ging langs ons heen niet schichtigen,
groet; zijn boenen vol slijk, schenen
bokkcpooten. zijn ribben waren te tellen, hij was
mager als een hongerlijder uit Engelsen. Indië.
Onder de vrouwen herkende ik er ne:
vrouw Pieterse, baar huishouden stond slecht
bekend, haar kinderen liepen met gescheurde
kleereu en bet liefst hield zij baar man ge
zelschap in 't café, zoo werd gezegd.
Mijn aandacht werd onmiddellijk getrokken
door het haar van baar opgeschoten doch
tertje, dit zou de i leur geluid hebben van
st;oo, doch het was gevlamd en gevlekt, en
door de zon zóó geschroeid, dat bet in korte
vlokken om. haar hoofd stak, het gezicht wa3
rood en zat vol uitslag, het zweet liep haar
langs de slapen, kleeren bad zij bijna niet aan.
,.Sie gingen nackt und n urden sehrgestocheii
Yo:i Fliegen und von Wespen groszer Art,
Die ibnen das (lesicht mit Blut beflci k i n,
Das, Tbriinen beigemiscbt, zu ihren Fus/.en
Van eklen Würmern aufgesogen Ward."
Deze regelen uit het derde Heigezang
schoten mij in de gedachte.
De zon schrijnde beet op de gebogen ruggen,
het roo Ie steenstof deed de tong aan bet
gehemelte drogen, vermengde zich met bet
zweet. . . .
Jannetje Pieterse kwam naar mij toe, de
hanl uitgestoken als om wat te vragen, do
ontvangen kleinigheid liet zij ras in haar zak
glijden, maar de anderen hadden het toch
ge<ien en wierpen afgunstige blikken op baar
en bedelzuehtige op mij. liet was nu schaft!ij 1.
Kenige kinderen zongen en andere schreeuw
den ; de vrouwen in'lompen en grotl'e buizen
gebuid, dreigden de blagen met ransel, als
ze d'r moei niet hielden," enkelen werd liet
vooruitzicht geopend op kapotte beenen of
omgedraaide nekken."
Waar is de moeder schoener dan bij haar
kind?'
Ik keerde me af, vlak bij gLuHerde de Rijn :
En 't landvolk, spelende aan zijn voet,
Brengt vader Rijn tien lentegroet."
Van al die poëzie op papier vond ik hier
in de werkelijkheid weinig terug.
Vrouw Pieterse kermde temerig
..'t Is niks gedaan in.-t die ovenlui, schelden
i en den boel opmaken, dat kenne ze, gadamme
j nog is toe, :t is schande. As kind van zes
jaar ston ik met de anderen 's nachts om
vijf uur al op de pont te wachten en nou
da'* grootmoeder bin, mo'k nog even bard
voort..."
..Is.... dat kindje (een zuigeling) je
kleinkind?"
...Vee, d'is nog m'u eigen, och Heere, 't is
wat te zeggen, want ach weet u met <iróé>4
weer is er in de zomermaanden soms een
mooie cent te halen, zoo beet bet, en dat is
ook zoo, maar 't geeft je dikwijls niet veel
meer dan vijftig gulden iu het jaar en daar
sop je niet vet van."
Ik dacht, dat er wel eens honderd gulden
in een week door sommige huishoudens ge
beurd werd ?''
..(.) ja, als ze met z'n zessen uit n
buisbouen werken en dan om maar is wat te
zeggen van vier uur 's nachts tot acht uur
s'avonds, dan gebeurt bet wel ij. . .'
Ik wilde weggaan, maar ze hield mij tegen,
en wees ruij op een andere zuigeling' Dis
van mijn dochter, van de oudste, die van
zeiiventien, 't is nou drie maanden, maar ach
daar is 't ook zoo'n annoei ; m'n schoonzoon
was ook n o ar geen achttien, maar bij zeit
tegen m'n man, as dat /ij xich non zoo lang
bad len goed gebouen en as dat ze bet nou
iiie meer deeën, als m'n man geen toestem
ming gaf, toen zijn ze getrouwd, zonder stoel
of tafel, maar ze hadden een bed en een
paar pakkisten, maar nou is tie te zwak
voor den oven, wat nou?
En m'n eigen man lijdt zoo uu de
remetiek, van 't staan bier aan den oven in bet
water, hij zeit: Ze hebben an den oven nou
m'n vleesch on nou zouen ze er m'n botte
óók nog wille hebben, maar die krijge ze
niet. Maar och Jezus, nou most ik er wel
weer been, nou er weer een op de komst
is as u is wat kleertjes hebt of een
dekeutje, of een rok voor mij - ik blijf u
eeuwig dankbaar."
Toen ik s'morgens aan een meisje, dat bij
een w a-chvronw in de buurt werkte, den
kortsten weg naar de ovens bad gevraagd,
had ze mij dien zwijgend aangewezen, .'veu
bad ze mij van ter zijde aangezien en mij
toen opeens, met een ho:>ge kleur gevraagd :
.,/,ul je m'n moeder niet uitlachen ? /.ij
werkt d'r ook."
l'itla 'ben, iemand die ... werkt ?"
l-achen'.' boe kwam het kind er a:in. Js
er iets trenrigers te zien dan een huisvrouw,
moeder van elf en grootmoeder van twee
kinderen, die in een soort mannenbuis en in
l blijde verwachting, zich verbeurt aan zes
zw'aie baksteenen ?
We!, ik bad niet vermoed iets zoo treurigs