De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 22 januari pagina 2

22 januari 1905 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. No. 1439 en ver<'e% waar macht is, daar is kracht. Zoowel van het niet-persoonlijke als van het persoonlijke kan kracht uitgaan. In de kracht, die van de persoonlijkheid uitgaat, is dus een phy-isch element aanwezig. Zonder dit zou de persoonlijkheid zich niet als kracht kunnen openbaren. Doch als de kracht uitgaat van een persoonlijkheid, van een denkend wezen, wordt zij dienstbaar gemaakt aan de berei king van een doel. Dan is zij macht gewor den, een kracht van hoogere orde en hare openbaring noemen wij gezag. Gezag onderstelt een betrekking van per»opn tot persoon, van hem, die de zeggen schap Iveft tot hem, van wien de erkenning der zeggenschap wordt verwacht en de uit deze erkenning voortvloeiende gehoorzaam heid. Het gezag wordt erkend door hem, die de noodzakelijkheid der gehoorzaamheid in liet aan eens andei s bevelen,omdat hij zelf niet weet uit te maken, hoe hij in een bepaald geval zich moet gedragen. Wie een ge/:ag zal erkennen, moet zich dus hulpbehoevend gevoelen en overtuigd zijn van eigen intellectueele of zedelijke tekortkomingen. Zoo iemand kan niet verstandig handelen en is zedelijk onvrij. Om vrij te worden behoeft hij den steun en de leiding van het ge:ag. Het gebcorteuur der v'ijheid slaat, als het gezag wordt erkend en gehuldigd. Doch er is geen grooter vijand van de vrij hèd dan de schijn van het gezag, die iets voor het ge :ag in de plaats stelt, wat geen gezag is. Wie gezag uitoefent, mag geen ander motief lebben, dm dat hij zich geroepen acht, om Toor de vrijheid den weg te banen. Welken dienst vervult nu het gezag bij de taak der opvoeding? Deze taak gelijkt weinig ?p- het werk van den bouwmeester, die uit gegeven elementen naar een vast plan een gebouw construeert.Zij komt meer overeen met den arbjid van den gaardenier, die er naar streeft de voorwaarden zoo gunstig mogelijk te maken, waaronderzijn planten moet en gedijen. In 't begin der opvoedingstaak kan van gezag geen sprake zijn. Naarmate echter het bewuste lever, de individualiteit, ontwaakt en het kind komt tot het besef, hoe onbekwaam eu hulpe loos het is, nair die mate begint zich liet gezag te doen gelden, soms geleidelijk, soms met schokken. Het gezag in de opvoeding heeft geen andere roeping dan liet kind in?erlijk vrij te maken en zijn individualiteit te ontwikkelen tot een krachtige persoon lijkheid. Vele ouders en opvoeders handelen echter als de bouwmeester en nit t als Je gaardenier. JSij meanen, dat zij menschen moeten maken naar hun beeld en naar hun gelijkenis en willen in het kind niets anders dulden en tot ontwikkeling brengen, dan wat zij in zichiclf aantreffen. Zij hebben geen oog en geen waardeering voor het oorspronkelijke, dat in het kind tot openbaring komt en dut juist ite grootste schat van zijn persoonlijkheid uitmaakt. Zulke ouders en opvoeders maken misbruik van het gezag. Men heeft het Ellen Key kwalijk genomen, dat zij zulk een hooge waarde toekent aan de individualiteit van het kind, doch ten onrechte- Niet alleen zij trou wens heeft gesproken van de majesteit van het kind". Een Duitsch paedagoog heeft reeds in de 18e eeuw gezegd, dat kinderen louter majesteiten zijn. De klacht van Von Lichten berg over het opvoedingssysteem, uitgedrukt in de woorden : Originale werden wir ge boren unj als Copien sterben wir', bevat «eer veel waarheid. Deze waarheid is, dat Ue opvoeding onzer dagen zich veel te veel Terzet tegen het nieuwe,- het oorspronkelijke in het kind. Men vergeet, dat elk kind een nieuwe schepping is, die dus ook op nieuwe wijze zich ontwikkelen moet. Het gezag, dat lich aan vaste regels houdt, verandert vaak in tirannie en dwang en wordt in plaats van een zegen een vloek voor het kind. Het huidig opvoedingssysteem is mede oorzaak van de fcarakterschaarschte onzer dagen. Als de opToeding de iudividual.teit van den jongen mensch niet ontziet, kan haar resultaat zelfs noodlottig zijn. Niet alleen in d-e huiselijke, ook in de schoolopvoeding treffen wij aan een miskenning van het individueele. In de scholen, waar tal van kinderen tegelijk worden onderwezen, kan niet altijd op de individualiteit worden gelet, doch er kau veel meer rekening mee worden gehou den dan gewoonlijk geschiedt. Elk goed opvoe der dient voorde persoonlijkheid des kinds uit den weg te gaan; doch er behoort veel studie «?n .een fijn bewerktuigd oor toe om de stem ?der individualiteit te verstaan. Ze wordt al te vaak misverstaan en opgevat als verzet en onbuigzaamheid, die gestraft en gebroken dient te worden. Moet men bij het opvoeden en het onder wijzen dan eiken regel schuwen? Neen, want dat zou handelen zijn naar de ingeving en den luim van het oogenblik. De toepassing ?an elk stelsel en van eiken regel moet den stempel der persoonlijkheid dragen, van wie die toepassing uitgaat. Alles wat de opvoeder of de onder wij/.er d iet, moet hij doen omdat hij vast overtuigd i*, dat het zoo goed is en niet anders en niet enkel, omdat het tot het systeem behoort. Hit systeem moet van den persoon dés opvoeders uitgaan. Bij ons lager onderwijs word; volstrekt niet altijd aldus gehandeld. Het kind wordt er al te vaak opgeofferd aan het stelsel, aan de methode. Er wordt door tle onderwijzers y.eel te hooge waarde toegekend aan bepaalde methoden; ons onderwijs is vermethodiekt. Ook de eenlijdige kennis der zielkunde bij vele onder wijzers werkt het kwaad in de hand. Men meent in het kind een zielsmechanisme voor xich te hebben en 't spreekt dus van zelf dat men er toe komt tot mechanieke opvoe lingspraktijken zijn toevlucht te nemen. De nadeelen van het klassikaal onderwijs lijn zeer groot. Do voordeden er van zijn vele, doch zij worden door de nadeelen over schaduwd. Als de klasse vrij talrijk is. wordt het voor den onderwijzer-opvoeder bijna on mogelijk op den enkeling te letten. Het systeem, «ie methode beheerscht dan het geheele onderwijs, het leerplan schijnt dan een machinaal toestel, dat door den onder wijzer-machinist slechts in beweging behoeft te worden gebracht om het begeerde resul taat op te leveren. Alleen de middel matiglieden, varen .daarbij wel, wie uitsteekt boven het gros of met den grooten hoop niet mee kan, draagt den last. Onze schoolopvocding gelijkt op een Frocrustusbed; wat te lang is, wordt afgesneden, wat te kort schijnt, zoolang niigerekt, totdat de thans gewenschte middel matigheid bereikt is. De oude onderwijs methode had ook vele gebreken, doch zij \vas natuurlijk, zij maakte een zelfstandige ont wikkeling mogelijk. liet onderwijs hoeft allereerst behoefte aan persoonlijkheden en daarom is de opvoeding on. opleiding van de opvoeders zelf zulk een gewichtige aangelegenheid. Om te kunnen geven, moet men zelf bezitten; om een heilzaraen invloed op anderen te kunnen uit oefenen, moet men zelf iets beteekenen. Niemands gezag wordt erkend, dan wiens meerderheid duidelijk blijkt. Deze meerder heid moet niet alleen bestaan in de hoeveelheid kennis, die de opvoeder be/.it. Vooral de zedelijke meerderheid legt gewicht in de schaal. Daarom moet hij uil munten in wijs heid, menschenkennis, kinderk.'nnis en bo venal in zelfkennis. Die niet ei nstig gearbeid heeft aan de vorming van eigen persoonlijk heid, onder toepassing van strenge zelftucbt, van hem kan niet uitgaan een m:ic it. diedoor anderen als heilzaam gezag wordt ei keiid en aanvaard. Tot zoover de heer Jansen. Zijn rede werd niet groote aandacht gevolgd en aan het einde warm toegejuicht. Van de discussie, die er op volgde, willen wij nu nog het b.langrijkste uiededeelen. Door meer dan een der aanwezigen werd de meening verdeditrd, dat de inleider te weinig in het oog had gehouden, het groote verschil tusschen de huiselijke en de schoolopvoeding. De school is niet meer dan een hulp-instituut voor de opvoeding hoofdzake lijk bestemd om kennis aan te brengen. Aan die kennis moet ook niet zulk een geringe waarde worden toegekend. De school kan ook niet veel anders doen dan zich richten naar de middel unatigheden, doch dat is vol strekt niet zoo erg, daar toch de middelmaügen de overgroote meerderheid vormen. Jammer is het, dat men de eigenaardige taak van de school meestal niet begrijpt; daardoor komt het, dat men dikwijls van de school te veel verwacht en teleurgesteld is over haar resultaten. De hoogste opvoeding behoort bij het gezin en al zijn de meeste gezinnen niet voor de tnak berekend, zoodat er van de opvoeding van zoo ontzaglijk veel kinderen, niet veel terecht komt. men mag daar geen verwijt van maken aan de school. De ouders zijn de natuurlijke opvoeders, de ware dragers van het gezag over hun kinderen. Oek werd betoogd, dat de opvoeding voor een goed gedeelte werd geleid d >or hei leven in de maatschappij uu de kinderjaren Als het kind de samenleving binnentreedt, komt het onder den invloed van tal van omstandig heden, die al het goede, door huis en school zorgvuldig gekweekt, weer vernietigen kunnen. Het leed, de onderdrukking en het mae:its misbruik in onze maatschappij, doen. groote schade aan het toekomstig geslacht. II. DjCKl.JlAN'. Brieven uit Hieuw Nederland. O u d - N i e u w A m s t e r <1 a m , den Bin van Wintermaand, l'.HH. Pri'.ftJeiif ('«.".'/v/s (Kttninttiiji'Hi/ o/>fre.tlen teijei:oDti' </<' N«le>'liindtic!ie rnjvi'i'infj. iiw ('uxtrn t'enrrzijdx voordrel trek't uit l'ri'xidi'.nt /i'oo-vt<v//'.s <,/n-.i/tincj ra» tic Monroi'-li"T KII iindi'rïijd* uit dicn.t Hf.itji.inj, IH ijcwel'/dailuj oiitredvii zooiecl tt/ojr/!//,1 f? i-t/'ititjde». - ('(tstro'.f lii'in/tr/iliijinij der (ixi>lialtlacjen; SIJIIK iittzi-tti.mj run i/e/i retlacteiir Junreif en ontdinlïlnij <ler verschuldigde nitkeennijen aan de inoijendhe'len, de /loo/dijr/'i-n-// vtm Pri'.iident. liuom-celt. AJ.PHU> York een ri'i'zunii'l))ltititx run Vt-tirzolitanx<:lte iiitijeicekeiien. <>/ie/i/>urii/ijeit niii Jj/inrte Li'cel urer lief. luren der jiolitieke iieriinijeiie.il hl tic CKsti.ng iïit/t Carloft. Een staalf/e. run Ci.is/rn'ti u'i'eed/tei'l. In de Xederlandselie on West-Indische pers heeft een ongehoord staaltje van aan matiging de ronde gedaan en aangooien het van bevoegde zijde onweersproken is gebleven mag liet ais een vaststaand feit worden aangemerkt, ['resident Castro van Venezuela heeft y.ich namelijk onderstaan, bij de Xederlandsche regeei-ing aan te dnngen O]) het ontslag van den (iouverneur van Curaeao en onderhooriglieden, terwijl hiertoe geene andere drijfveer kan bestaan dan dat de/e kolonie gastvrijheid verleent aan zoovelen, welke, be.lucht voorde wreed heid van den wraakzuchtige!] despoot, het \ cnezolaansche vaderland hebben verlaten. Niet alleen, dut Cipriiuio (Jasfro reeds geiuimen tijd binnen eigen gebied een schrik bewind doet liecrsehen, zooals men in 'de 20ste eeuw eene mogelijkheid zoude achten, maar hij durft zich inderdaad ver meten zijne tirannieke maatregelen te wil len zien uitgestrekt tot onder Nederlaml's vrije vlag. Aan eene regeering, waarmede hij door zijn eigen willekeur herhaaldelijk op gespannen voet verkeerde, waagt hij het een alleszins ongewettigd verzoek te rich ten, welks indiening alleen reeds eene ongepasthoid mag heeten. Hot is te verwon deren, dat hierover nog geen storm van verontwaardiging is opgegaan zoowel in Nederland als in NYost-lndië. Is men alreeds vergeten, wat het Kamerlid \ au Kol heeft geschreven over dezen iniddeloeuwschen geweldenaar !' Terwijl er in Venezuela zelf gccnerlei georganiseerde oppositie meer schijnt te bestaan, 'sedert de jongste opstand onder Matos' leiding in bloed werd gesmoord, kan de dwingeland alleen worden weerstreefd door invloeden van buiten. Nadat president Roosevelt vóór den laatsten verkiezingsveldtocht bij verschillende gelegenheden do zusterrepublieken der Nieuwe Wereld had aangemaand orde en rust inwendig te handhaven on verdichtingen tegenover het buitenland behoorlijk te vervullen, indien zij wen-tenten door L'ncle Sam met vree te worden gelaten, heeft hij wegens politieke overwegingen water in zijn wijn gedaan. Zijn laatste boodschap aan het Congres bevatte zelfs de overweging : er zijn zooveel eigen zonden in de (ïroote ..Republiek zelf te bestrijden, dat er onder i/eiroHf. ontstiindi-cihe.li'H voor het algemeen ..welzijn der inenscliheiil meer goeds valt te doen door liet tegengaan der politieke corruptie, der wettelooze lyncbings en ..hevige rasvooroor looien te on/ent dan door besluiten uit te vaardigen omtrent elders plaats hebbendee verkeerdheden.'' Deze uiting schijnt vooral het gevolg te zijn geweekt, volgens veder meeiiing, van de felle aanvullen van de zijde der deinokraten op Hoosevelt's big stick" ihouwdegen l- politiële en zijne oen/ij lige uitleg ging dei' Monroe-leor. alsof deze strekte, j om rjiiropeescho mogendheden te beletien tegen hun aangedane rerhtsverkni'ditingen in het Westelijk halfrond persoonlijk op te komen. Evenwel zullen wij ons niet behoe ven te verwonderen, indien het tegenwoor dige hoofd der grooto republiek tegenover Venezuela eerstdaags besluit van boven bedoelde gewone omstandigheden" te willen afwijken en wel om verschillende redenen. President Jtoosevelt's temperament komt in opstand tegen de langgerektheid der vaste Venezolaansclie gere.-htshoven in het beslechten der kwestie omtrent de NewYork & Bermudez Asphalt Company. Terj wijl deze maatschappij bankroet is verklaard, is Castro er op ges:eld haar zaak zoolang mogelijk te verschuiven, omdat hij eigen machtig beslag heeft gelegd op hare be/.ittingeu en, steunende op de uitspraak van een door hemzelf aangestelde speciaal hof, de inkomsten der asplialtlagen willekeurig aan zich trekt. Hoewel eerst de uitspraak der vaste hoven was bepaald voor Novem ber I.I., wordt er blijkbaar in deze zaak niets verricht. Voorts is Jauretr, een dagbladredacteur te Caraeas, welke Amerikaansch burger is, door Castro uit Venezuela verbannen, ouder voorge\eu, dat hij de belangen dezer repu bliek benadeelde. Op aandringen van de autoriteiten te W a diington, om eene ver klaring voor deze handelwijze te geven, beeft Castro een nietszeggende nota inge zonden, zoodat de Amerikaanselie gezant, Bowen, hem heeft doen weten, dat men hiermede te Washington geen vrede kou nemen. Bovendien tracht Castro door allerlei uit vluchten zich te onttrekken aan het uitkeeren van 30 pCt. der inkomsten van de havens La Uuayra en Puerto Cabello aan Duitsehland, Engeland en Italië, wier blok kade destij Is is beëindigd door de bemid deling van den gezant Bowen. Castro wil o.a. alleen 30 pCt. der invoerrechten welke deze havens opleveren aan de mogendheden afdragen, terwijl dezen 3J pCt. van alle haveniukomsteu toekomt. A'u heeft Amerika zich steeds aan den regel gebonden, dat in kwesties tusschen Huropeesehe mogendheden en LatijnschA merjkaansclie republieken de integriteit en eindbesl ssiiigen der hooggerechtshoven dezer republieken moeten worde,i geëer biedigd, in spijt van het feit, dat vaak de justitie erkend corrupt was en de uitspraak somtijds veel geleek op rechtsverkracliting. Castro bouwt hierop, doch president Koosevelt schijnt niet van zins to wezen, om zich tegenover de meer dan verdachte prak tijken van den dwingeland gebonden te achten. In verband met een en ander zal Castro zich nog hoogstens eenige weken kunnen bedenken, wil hij zich niet blootstellen aan eene demonstratie der Amerikaanscho \ loot, die1 in de \\est-Indische wateren een kruis tocht verricht. In het uiterste geval zul beslag gelegd worden op de tolkantoren der Yenezolaanselie havens, totdat presi dent Castro waarborgen voor eene schik king za.l hebben gegeven. Do >r op deze wijze te werk te gaan stelt president Itoosevelt zich er aan bloot door de Kuropoes:die mogendheden te worden beticht van zichzelf niet te houden aan de regels voor hen gesteld, wat betreft de uit spraken \nn gerechtshoven in LutijnschAmerikaansche republieken. Doch is hij gebonden te, achten tegenover et n dictator als Castro? # * * Do groote republiek en in hc-t bijzonder de stad Nieuw Vork wordt meer en meer een toevluchtsoord voor Venezolaansclie uitgewekenen. Op den duur 01 fcnen dezen ongetwijfeld zulk een invloed uit op het Amerikaanselie volk en indireciit o ik op de rogoerinr-1. dat er evengoed een optreden van L'ncle Sam is te verwachten in Vene zuela als vroeger op Cuba en op de iandengte van Panama. Indien Castro niet bij tijds tot andere gedachten komt is president lioosevelt voornemens hem een les te geven, > waaraan alle Xuid- en Middel-Amerikaansehe republieken een voorbeeld zullen kunnen nemen. De Neir )'ork Her/t/d geeft een vraag gesprek weer, gehouden met kolonel Duarte Level, die tot het leger van Oastro's tegenstander M a tos heeft behoord. Hij is thans eindelijk verlost uit de kerkers van de vesting San Carlos, waarin hij tien jaar geleden, bij liet einde van den laatsten burgeroorlog, werd opgesloten 011 heeft mi eene betrekking to New York, waar hij vroeger eenige jaren lang sclioolonderricht genoot. Terwijl zijn sedert lang uitgeweken vader viee-president was onder (fiizman Blanco, was het den ouden heer Duarto t Level na lang aanhouden mogen gelukken j door invloedrijke vrienden zijn zoon bevrijd j te zien. De beschrijving, die de kolonel j geeft omtrent het verblijf in San Carlos j doof iemand de haren te berge rijzen. liuini 1500 politieke gevangenen zijn daar bijcongepakt in een ruimte, welke nauwe lijks ruimte biejt voor een derde van dat getal. In de kazomatten van de vesting, welke bij vloed onderloopon, bevinden zich do cellen, metende 25 X <s X (' voet, elk gevuld mot II- tot l S gevangenen. De ongolukkigen zijn met scliakolboeien twee i aan rweo vastgeklonken en slepen kogels l voort, die '2'.) tot 25 kilogram wegen. Wan hopend door mishandeling, uithongering en gedwongen werkeloosheid, terwijl zij bloot gesteld zijn aan ontzettende hitte, gedu rende de levenslange gevangenschap, waar toe allen zijn veroordeeld, begroeten zij don dood als oen welkome uitro Iding. \ elen worden krankzinnig door hot doorstaan van zooveel ellende. Hoewel de kolonel veel geleden had dooi' ziekte tijdens yajii gevan genschap, zoodat h ij zelfs geruimen tijd alleen zich had kunnen bewegen, geholpen door don gevangene, waaraan hij was vast geklonken, had zijn jeugdige levenskracht hom van don dood gered. Door de autoriteiten wordt geen onder- j houd aan de gevangenen verstrekt, zij heb- j ben zelf het voedsel te bekostigen, dat | echter alles to wenschou overlaat. Xij, die geen geld ontvangen, moeten maar leven j van den afval der anderen. Hor gidd aan de ongelnkkigen toegezonden we>rdt echter slechts vaar ecu klein ^eiioelte te. bunnen behoeve besteed, maar verdwijnt in de eerste plaats in de zakken der beambten. Aan drinkwater is er, hoewel er een minimum temperatuur lieerseht \au 105 , voortdurend gebrek, zoowel in do cellen, ais op de pat io (plü'it's) waar zij 13 uur van don dan1 steeds werkeloos moeten doorbrengen, onder be waking van soldaten. l Yau hygiënische zorg is --"en sprake, lüj j zulk een hitte en vocht vervuilen onbe dekte uitwerpselen en onvoldoend op het ttrand begraven lijken van gestorven ge vangenen de benauwde atmosfeer iiog zooveel meer. Bij de koppeling der gevangenen zijn de bewakers er op uit, zooveel mogelijk uiter sten bijeen te voegen, hoewel er aan ontvluchting in het minst niet te denken valt; dus alleen om de marteling te ver meerderen. Bij een zieke voegen zij een gezonde; bij een jonge een oude; bij een lange een korte. Wanneer men zijn maat verliest, heeft men verder den kogel alleen voort te slepen. Nadat Leve! krijgsgevangen was gemaakt, werd hij met eenige anderen eerst;er dood veroordeeld, welke straf daarop in levens1 usge gevangeiizetting werd veranderd. Omdat hij weigerde op te geven waar de munitie zijner troepen was geborgen werd hij aan de armen opgehangen met gewich ten aan de voeten, totdat Castro's volge lingen de bergplaats opspoorden. Met alle overige aanvoerders van Matos' regimenten, onder welke vele generaals, die evenals Leve! tot de eerste familiën des lands behoorden, werd hij daarop ingekerkoril in de vnnze gewelven van San (Jarlos. Hunne bovenkleederen werden hun afge nomen en zij moesten vooitaan steeds in hun ondergoed rondloopen tot deze in vol den verkeerden, welke telkens weer werden bijeengelapt. Togen 1). 7,50 per twee weken, ontvingen de gevangenen gedroogd vleesch of versche runderharten of ander minderwaardig vleesch, dat zij zelf in do patio moesten koken. Koffie, welke die naam niet in 't minst verdiende, kostte D. 0.50 per twee weken. Somtij Is konden zij soep bereiden van de ergste soort, die men denken kan. Kort vóór Level door den invloed der generaals .Mondo/a en Yelutini werd be vrijd en verbannen, bezocht Castro de ves ting San Carlos. Op onverklaarbare wijze werd toon op den dictator een schot gelost, zonder hom te treffen. Hierop ontvingen vijftig gevangenen, hoewel het schot ver moedelijk door een soldaat was afgegeven, zulk een dracht zweepslagen, dat drie der ongelukkigen bt/weken en de anderen het bloed langs den rug gudste, zonder dat zij conige opheldeiing konden geven duur wien liet schot was gelost. Kolonel Level is evenals vide zijner vroegere landgenooten besloten het Amei'ikaar.sche burg ruchaj) te verwerven, steeds levende op hoop zich later op den gruwzamen tiran te kunnen wreken. Verleden week nam do AVir- Yorl; IFcrnld een brief op van eene Amerikuansche moe der, welke een hartstochtelijk beroep de3d op president Itoosevelt, om haar te hulp te komen, ter bevrijding van haar zoon, d e reeds geruime-n tijd in San Carlos weder rechtelijk was ingekorkerd. Kolonel Level kende dien man en getuigde, dat alle ellende, in dien brief beschreven, naar waarheid was weergegeven. Is liet wonler, dat van vele zijden bij president liijsevelt wordt aangedrongen om voor Castro geen toegevendheid'te ge bruiken:' A. K. M. S. T K LAKÜ. iiiiiiiiiniiiiiitiiimiiiiiiiiiiiiiiitiiiiMM Sociale ititttiiiiititttitiitnnnimimtninintnnntntimiitittnittHHttmnttnutn Vaa etn mi naar Ce cras. Ik beb de ovens bezocht en ik !;eb sla vinnen gezien geen blanke maar door de zon brumgebiande. Al wat in het dorp voor slechts gebeurt, dat komt ..van die lui van de ovens, de kroegen worden door ben gevuld zij zijn bet, die .straat en buis onveilig maken." Werkt het arbeiden iu de open lucht zoo slecht oji de menschelijke natinr ? Of is bet het afbeulen, bet uitbuiten, bet barder moeten we rken dan dieren'.' Want de paarden, die gebruikt worden, zij zien er glaiueiid en stevig uit. zij worden u >ed gevoed en verzorgd, bun sterven zou i/i-n lm'r'' op zooveel verlies komen te statu.... .Langs domiuée's lieven rozentuin en weli ge n vruclilen.Liaanl, loopt een zwart ijTüispaJ, liet leidt voorbij weiden en. moerassen naar de rivier, waaraan de ovens liggen. Links staan nog oude ovenmuren, welke nu wel vestingruïnes gelijken, rechts wijst een weg tus.schen hooge vierkante bergen van turven een doorgang uaar de bnni'ii. waar vrouwen, mannen en kinderen <"(/< ]<.! r«i^'it zijn, of waar kinderen bezig zijn met "fixitijdm, (bet zetten van de s:eenen op een smallen kant). Op bloote voeten en blootshoofds loopen de vrouwen been en weer, telkens zes steenen van twee kilogram eik opbeurend, daar van gooien zij er vijf in den linkerarm, n houden zij in de rechterhand, dien leggen zij bet eerst op de rijzende rijen. Cervantes spreekt van een ..volkske, die ven in bun moi-der's lijf." ik vrees d it men ook zelfs alle aanstaande opsnijdertjes en snijsterljes tot bei/elfile volkske rekent; boe dit zij, arme stakkertjes zijn bet zeker: nou niet eens geboren hebben zij al van de steenfabrikatie te lijden. Als we verder gaan een hoek dm stooten we op eenige kinderwagen>, in eiken wagon ligt een pakje vrouwenkleeren. boven e>p bet... cornet; in sc.houwlmr_'en en con certzalen beb ik me vaak verbaasd over de gebrekkigheid der kleed^elegenbeden, zoowel vóór als achter de coulissen, maar deze kleed kamer, op zij van een stapel >teenen, over treft al wat ik gezien heb in o/i</r:/r nt'i-rd/ifiil. I!ij de macliine wriemelt het van menscbeiï: jongens rijden op met bitten bespan nen wagentjes voortdurend bouten vormen aan, een man. werpt; de vormen, den een voor den ander na vóór de machine, deze vult de zes vierkante gaten met m>i>H< ? en de man gooit den uevuUlen vorm?na eerst met een sink ^'ereedseb;ï)> er tle overtollige klei afge-itreken te bebb -n, op een ander wagentje, dat al staat te wachten. Kik wa'.rentjc is iu een nugenblik van viei'-eutvvinlig gevulde vormen voor/.ien. Vooruit! niai' de met tij n zand in-strooide bani n, waar de steenei: uit d:j vormen te drogen worden gelegd, en met tii-schenruimten van tijd worden opgesneden. Dan worden ze door de vrouwen onder een afdak geplaatst, om ten slotle 1:1 den oven gebracht te worden. De lucht trilde van de hitte, do!' 'feimde de machine, stom stampte ze voort, en allen moesten ze even hard voort; altijd wacht de een al op den ander.. .. "Uit een oven werden d ^ klaargebakken steenen juist weggenomen, ffoog op de wat verzakte massa's stonden de mannen, zij wierpen elkaar de vrachten toe. Ik herinner me in Duitscbland in een steengroef te zijn.geweest en 't is me altijd of ik een blik in de hel van Dan t e heb ge slagen: d;i;ir waar de gierigen en de ver kwisters n en dezelfde straf ondergaan, en in bun hopeloozen cirkelgang telkens tegen elkaar amibouzeii. O, die inenschen in hun vernedering te staan aanschouwen, hen daar te zien met bun magere gezichten en in hun dunne kleeding, nat van zweet, door elkaar, naar- en van j elkaar dravend: mannen, vrouwen en kin deren, aüen zware vrachten torsend en bijna allen met dien trek van ver waarloozing, welke hen onmiddellijk onderscheidt van den rustig-en, ambachtsman niet zijn gevoel van eigen waarde, van de huixrrouw, die Zaterdags het door haar man verdiende loon out vangt, den baas" zijn zakgeld geeft en 't overige in buis beheert, van de kinderen, door hun ouders goed voorgegaan en trouw verzorgd. Aan de ovens gaat bijna alles bij stukwerk, hier geldt het: elk voor zichzelf; maarniet de steenen werpen zij de ruwste woorden elkaar toe. Wat nergens gehoord *ordt, boort men aan de ovens, en ook dat is van die gezichten te lezen. Een lang wezen, de tronie -begoeid, het lichaam alleen bedekt met een openhangende blouse en korte wijde broek, de bloote beenen tot hoog met modder bespat, stuwde tegen den berg op, naar de machine, een K waren kruiwagen met modder, en als hij stond, hoog in de lucht, den kruiwagen om keerend, was hij het beeld van den werkslaat'. De opzichter floot, hij kwam de hoog'e af en ging langs ons heen niet schichtigen, groet; zijn boenen vol slijk, schenen bokkcpooten. zijn ribben waren te tellen, hij was mager als een hongerlijder uit Engelsen. Indië. Onder de vrouwen herkende ik er ne: vrouw Pieterse, baar huishouden stond slecht bekend, haar kinderen liepen met gescheurde kleereu en bet liefst hield zij baar man ge zelschap in 't café, zoo werd gezegd. Mijn aandacht werd onmiddellijk getrokken door het haar van baar opgeschoten doch tertje, dit zou de i leur geluid hebben van st;oo, doch het was gevlamd en gevlekt, en door de zon zóó geschroeid, dat bet in korte vlokken om. haar hoofd stak, het gezicht wa3 rood en zat vol uitslag, het zweet liep haar langs de slapen, kleeren bad zij bijna niet aan. ,.Sie gingen nackt und n urden sehrgestocheii Yo:i Fliegen und von Wespen groszer Art, Die ibnen das (lesicht mit Blut beflci k i n, Das, Tbriinen beigemiscbt, zu ihren Fus/.en Van eklen Würmern aufgesogen Ward." Deze regelen uit het derde Heigezang schoten mij in de gedachte. De zon schrijnde beet op de gebogen ruggen, het roo Ie steenstof deed de tong aan bet gehemelte drogen, vermengde zich met bet zweet. . . . Jannetje Pieterse kwam naar mij toe, de hanl uitgestoken als om wat te vragen, do ontvangen kleinigheid liet zij ras in haar zak glijden, maar de anderen hadden het toch ge<ien en wierpen afgunstige blikken op baar en bedelzuehtige op mij. liet was nu schaft!ij 1. Kenige kinderen zongen en andere schreeuw den ; de vrouwen in'lompen en grotl'e buizen gebuid, dreigden de blagen met ransel, als ze d'r moei niet hielden," enkelen werd liet vooruitzicht geopend op kapotte beenen of omgedraaide nekken." Waar is de moeder schoener dan bij haar kind?' Ik keerde me af, vlak bij gLuHerde de Rijn : En 't landvolk, spelende aan zijn voet, Brengt vader Rijn tien lentegroet." Van al die poëzie op papier vond ik hier in de werkelijkheid weinig terug. Vrouw Pieterse kermde temerig ..'t Is niks gedaan in.-t die ovenlui, schelden i en den boel opmaken, dat kenne ze, gadamme j nog is toe, :t is schande. As kind van zes jaar ston ik met de anderen 's nachts om vijf uur al op de pont te wachten en nou da'* grootmoeder bin, mo'k nog even bard voort..." ..Is.... dat kindje (een zuigeling) je kleinkind?" ...Vee, d'is nog m'u eigen, och Heere, 't is wat te zeggen, want ach weet u met <iróé>4 weer is er in de zomermaanden soms een mooie cent te halen, zoo beet bet, en dat is ook zoo, maar 't geeft je dikwijls niet veel meer dan vijftig gulden iu het jaar en daar sop je niet vet van." Ik dacht, dat er wel eens honderd gulden in een week door sommige huishoudens ge beurd werd ?'' ..(.) ja, als ze met z'n zessen uit n buisbouen werken en dan om maar is wat te zeggen van vier uur 's nachts tot acht uur s'avonds, dan gebeurt bet wel ij. . .' Ik wilde weggaan, maar ze hield mij tegen, en wees ruij op een andere zuigeling' Dis van mijn dochter, van de oudste, die van zeiiventien, 't is nou drie maanden, maar ach daar is 't ook zoo'n annoei ; m'n schoonzoon was ook n o ar geen achttien, maar bij zeit tegen m'n man, as dat /ij xich non zoo lang bad len goed gebouen en as dat ze bet nou iiie meer deeën, als m'n man geen toestem ming gaf, toen zijn ze getrouwd, zonder stoel of tafel, maar ze hadden een bed en een paar pakkisten, maar nou is tie te zwak voor den oven, wat nou? En m'n eigen man lijdt zoo uu de remetiek, van 't staan bier aan den oven in bet water, hij zeit: Ze hebben an den oven nou m'n vleesch on nou zouen ze er m'n botte óók nog wille hebben, maar die krijge ze niet. Maar och Jezus, nou most ik er wel weer been, nou er weer een op de komst is as u is wat kleertjes hebt of een dekeutje, of een rok voor mij - ik blijf u eeuwig dankbaar." Toen ik s'morgens aan een meisje, dat bij een w a-chvronw in de buurt werkte, den kortsten weg naar de ovens bad gevraagd, had ze mij dien zwijgend aangewezen, .'veu bad ze mij van ter zijde aangezien en mij toen opeens, met een ho:>ge kleur gevraagd : .,/,ul je m'n moeder niet uitlachen ? /.ij werkt d'r ook." l'itla 'ben, iemand die ... werkt ?" l-achen'.' boe kwam het kind er a:in. Js er iets trenrigers te zien dan een huisvrouw, moeder van elf en grootmoeder van twee kinderen, die in een soort mannenbuis en in l blijde verwachting, zich verbeurt aan zes zw'aie baksteenen ? We!, ik bad niet vermoed iets zoo treurigs

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl