Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No, 1439
opnieuw in te dienen, te trachten het ver
langde te bereiken.
Toch moet van den invloed, die van hem
uitging en van zjjn onderwas met lof gewaagd
worden, al waren beide dan ook slechts op
een gering aantal leerlingen geconcentreerd.
Voor die weinigen, -was Behrens een uitmun
tende leermeester, ook op zijne excursies en
vooral gedurende de practische oefeningen.
Twee van zijne vroegere leerlingen werden
later zyne collega's en verscheidene bekwame,
thans in Oost- en West-Indiëwerkzame, mijn
ingenieurs zijn door hem gevormd.
Doch niet uitsluitend aan het onderwas
wydde hij zijne krachten. Elk uur, waarover
hij kon beschikken, naast den voor het onder
wijs noodigen t\jd werd voor eigene onder
zoekingen gebruikt. Wat is er in de snel elkaar
opvolgende jaren door hem gewerkt, niet het
minst op zijn studeerkamer, die als eenvoudig
laboratorium was ingericht."
Door de oprichting van den leerstoel voor
microchemie was aan Behrens de ofiicieele
plaats gegeven waarop hij, ab stichter van
dezen tak van wetenschap, aanspraak had
en die hem door de wetenschappelijke we
reld reeds, lang was toegewezen.
Reeds in 1881 kon hij aan de Akademie
van Wetenschappen eene verhandeling voor
leggen, waarin hij, voortbouwende op de
door Harting voor enkele metalen gegeven
microchemische reacties, de beginselen der
microchemische analyse kon uiteenzetten en
microchemische reacties mededeelen voor de
opsporing van de meeste in mineralen voor
komende grondstoffen.
i,Na dien, dus sedert bijna 25 jaren, heeft
Behrens aan dit onderwerp en de toepassing
der microchemische analyse, ook op het ge
bied der organische scheikunde en op de
techniek der metalen, z\jn beste krachten
gewijd en is de naam der Delftsche School
door hem, 'gesteund door enkele zijner leer
lingen, op dat gebied ook in het buitenland
met eere en als baanbceekster bekend.
Daartoe hebben in de hooge mate bijge
dragen zijne handleidingen voor het
microchemisch onderzoek."
Die boeken van Behrens" zoo schreef
Prof. Hoogewerff ons zijn de standaardwer
ken voor het microchemisch onderzoek. Hij
geeft ons daarin, naast een sy itematischen
gang, een zeer groot aantal nieuwe, door hem
met zorg gekozen en in al hare
efgenaardigheden bestudeerde reacties, tengevolge waarvan
het microchemisch onderzoek voor den
mineraloog en den petrograaf, voor den chemicus
en den pharmaceut, zoowel bij wetenschappe
lijk als bij technisch onderzoek een hulp
middel is geworden, geschikt en onontbeer
lijk voor de snelle en nauwkeurige oplossing
van tal van vraagstukken."
Prof. Dr. A. A. G. GUYE
fUIT DB NATUUR.
XCI. Gallen.
't Moet een heel
lastige studie geweest
zijn, om na te gaan
welk verband er be
staat tusschen d
vorming van een gal
en het leggen van een
ei door de gal wesp.
Zoo oppervlakkig be
schouwd, schijnt het,
of het voldoende is,
dat een galinsect,
wesp, mug of een
bladluis of welk ander
diertje ook, een eitje
legt op of in een
plantendeel, om het
ontstaan een gal te
veroorzaken; en dat
werd vroeger ook als
algemeene regel aan
genomen.
Dit bleek echter
lang niet altijd het
geval te zijn. Bij een
geheele groep van
De ontwikkeling van
een gal met n
larvenkamer.
gallen, door dieren veroorzaakt, begint de
galvorming eerst, wanneer de larve uit het ei is
gekomen; dit diertje scheidt dan een stof af.
een vocht waarschijnlijk, die werkt als een
prikkel, die althans de naaste oorzaak schijnt
van het ontstaan van nieuwe cellen. Deze
deelen zich en vormen een weefsel, dat de
larve geheel of bijna geheel insluit. Onze
professor Beyerink is alom bekend geworden
door zijn merkwaardige studiën op dit gebied.
In verreweg de meeste gevallen heeft de
plant geen voordeel van zijn gastvrijheid ten
opzichte van het galdiertje. Toch verschaft
de plant het niet alleen huisvesting, door een
taaie laag te doen groeien rondom de kamer van
het dier, een stevige wand dus, die het tegen
vijanden en wind en weer beschermt, maar
bovendien geeft de plant het dier den
kost; want aan de binnenzijde van de
larvenkamer vormt de plant een laag voedsel, die
voldoende is, om het diertje te doen groeien
tot het als volwassen dier de woning verlaat.
Wie een galappel van het eikeblad om
maar bij eerste voorbeeld te blijven door
snijdt, als hij nog jong is, kan de voedingslaag
wel vinden; de beschuttingslaag is zoo dik, dat
ze vaak meer dan de halve doorsnede in beslag
neemt, de buitenste huid of schil daarvan
is dun en taai, dan volgt een meersponsachtige
massa van cellen, daarop meestal nog weer
een hardere holle bol op de doorsnede
dus een cirkel die de binnenste
beschuttingswand zou kunnen heeten. Dan komt
weer een duidelijk afgescheiden kring en dat
is de provisiekamer, in dien zin, dat ze kamer
en provisie gelijk is. De larve vindt er zij
opengebleven, waarin zich de steel van 't ei
voortbeweegt, als maar eerst de mijn is geboord.
't Eierleggen is het tweede bedrijf, waaraan
een pauze voorafgaat waarin het wespje
doodstil blijft liggen ; de sprieten, zooeven
vol leven en beweging, nu dicht tegen <ien
kop aangedrukt. Buitengewoon merkwaardig
is de wijze waarop het ei, dat spoedig onder
aan de legboor hangt, wordt voortbewogen;
de beide zooevengenoemden haren met de
haakjes of tandjes pakken bij het vooruit
schuiven den eisteel; maar, daar de tandjes
naar voren zijn gericht, glijden ze bij de
achterwaarsche beweging er langs. Zoo wordt
door die afwisselende bewegingen van de boor,
het ei langzaam voortgeschoven in de mijn, tot
juist op de plek waar moeder wesp het heb
ben wil, en waar zij weet dat haar kind de
meeste kans heeft van aan den kost te komen.
Nog iets wonderlijk gebeurt hierbij. Hoe
blijft de wesp voortdurend op de hoogte van
Verschillende galvormingen. (Uit Riedel).
1. Mytengal op een lindeblad.
2. Gal van een aaltje op een kiemplant
van een ui.
4. Wortelgal van een snuitkever op kool
zaad.
4. Stengelgal van een boktor op populier.
5. Spiraalvormige gal van bladluizen in
stengel van een populierblad.
6. Ananasgal. Op spar, door bladluizen
veroorzaakt.
7. Kegelvormige steenharde bladgallen op
beuk,
8. Bladgallen op linde door een mug. Met
aan zij de potjes met eten klaar staan.
Een wonderlijke geschiedenis, als men 't
goed nagaat; we hebben hier een beestje, dat,
door een geheimzinnige stof af te scheiden,
aan de plant bevel geeft, hem een sterke
veilige woning te bouwen en die zoo in te
richten, dat 't zelfde huisje tegelijk ook
voedsel voor hem zijn zal. 't Lijkt het
koekhuis van Hans en Grietje wel.
Van de stof, die als prikkel moet dienen,
is verder weinig bekend. Pogingen, om door
scheikundig bereide stoffen galontwikkeling
te doen ontstaan, zijn wel beproefd, maar
tot nu toe zonder succes, voor zoover ik weet.
Wel moet die stof voor elke soort van dier
weer anders werken; de bouw van de gal
hangt niet alleen van de plant af; op n
en 't zelfde eikeblad immers komen vaak
zeer verschillende gallen voor; ook kan
een en 't zelfde dier in den regel alleen een
gal doen ontstaan op een bepaalde plant en
meestal nog alleen op een bepaald orgaan van
die plant, b. v. op een blad en niet op een
knop, of omgekeerd. Ook weet u al uit mijn
vorig opstel, dat sorns het zelfde dier in
twee vormen voorkomt en dan ook weer
twee verschillende gallen op dezelfde planten
soort doet ontstaan.
De zelfde dr. Adler, die dat het eerst ont
dekte, heeft ook met verbazend veel geduld
het eierleggeii van zoo'n galwesp bestudeerd.
Het gemakkelijkst gaat dit bij een soort
die het ei in een nog gesloten knop legt;
daar duurt het inboren en leggen het langst
en ia er dus tijd en gelegenheid om alles
nauwkeurig waar te nemen.
Eerst duurt het een poos voor de wesp
een knop naar haar zin heeft gevon
den. Dan. steekt ze haar fijne legboor
uit en brengt die onder een schub van de
knop. Dat kost het dier heel wat moeite,
soms lukt het'heelemaal niet en moet ze
maar een andere knop uitzoeken, waar de
schubben niet zoo vast aaneen sluiten. Gelukt
het eindelijk, dan moet de boor daar binnen
nog door een paar dekschuuben heen en komt
nu in 't hart van de knop, waar de blaadjes,
die later den tak zullen sieren, al gereed
liggen. Die boor is lang en elastisch; dat
moet wel, anders kon de wesp er de noodige
bochten niet mee maken ; bovendien i^ de
spits van onder een beetje omhoog gekromd.
Dit werk is lang niet gemakkelijk,'t is het
kleine diertje aan te zien, zegt Adler, dat
het al zijn krachten inspant om door die
harde taaie muren heen te boren; het lichaam
rijst en daalt voortdurend tusschen de stevig
vastgezette poolen.
Het eigenlijke boor of zaagwerk doen een
paar vooruitgeschoven stijve haren met
haakjes, die over een soort van rail loopen;
daaronder is een holle ruimte in de legboor
een binnen') en buitenste deel vergroot
er naast geteekend,
9. a en 6. Wespengallen op wilg.
10. Zakvormige gallen op olm.
11. Eierstok, eileiders en legboor met de
aanhangsels: zaad-olie- en lijmhouders.
12. Dwarse doorsnede van de legbuis. II is
de holle ruimte waardoor de eisteel
voortglijdt. (Zie tekst).
13. De boor met het ei, halfweg gevorderd.
14. De kaakhaken teruggetrokken op de rail.
15. Bochten van het eind van de legbuis,
die in een eikenknóp is gestoken.
MEUBELEN
T A P IJ T E N-B
METAALWAREN
AARDEWERK
T L ANDRÉ-AMSTERDAM
REGULIERSGRACHT-48
KUNSTNIJVERHEID
KEIZERSGRACHT 304
STATIONSTR. 15A
TE HILVERSUM.
de plaats waar zich haar ei tijdens het trans
port door den kronkeligen mijngang be
vindt? Daarvoor is ook gezorgd. In de geul
waardoor zich de steel van het ei voortbe
weegt staan op regelmatige afstanden haartjes,
die bij 't voorbijglijden van het ei aange
raakt moeten worden. Die haartjes staan
door fijne zenuwtakjes in verband met de
grootere zenuwen; zoo kan de wesp de bewe
ging van de lange beweeglijke legbuis rege
len naar omstandigheden, zonder dat ze er
iets van ziet; want de haren in de buis
geven voortdurend seinen.
Deze enkele nog veel vereenvoudigde voor
beelden toonen u voldoende, hoe buitenge
woon belangwekkend de studie van de gallen
kan zijn. Alleen het oppervlakkig waarne
men 's zomers buiten geeft al genot. Wie
er iets meer van weten wil, en de ver
schillende veel voorkomende soorten en vor
men eeuigszins leeren onderscheiden, kan met
een paar kleine goedkoope boekjes, die inden
zak te steken zijn, al een heel eind ver
komen. Er staan talrijke afbeeldingen in,
die op weg helpen, en voor verdere studie
is de litteratuur er in aangegeven.
Het zijn: Die Gallenbildungen der
Pflanzen" van dr. H. Ross 1904 ? 1.30. Gallen und
Gall wespen", van Max Riedel, 't kost ook zoo
ongeveer; 't is van ouderen datum en in '96 ge
drukt in Aus der Heimat, Organ des
Deutschen Lehrervereins". De beide figuren uit
't vorige opstel heb ik nageteekend uit het
eerste, de afbeelding in dit nummer is uit
Kiedel. Voor 't determineeren wordt
Schleohtendal Die Gallbildungen" het .meest ge
schikt geacht.
De mij, door twee verschillende lezers toe
gezonden teeSeningen (de aanleiding tot het
schrijven over dit onderwerp) waren onge
twijfeld naar ananasgallen gemaakt. Zie
fig. No. G.
E. HEIMANS.
iiitiiiiiiiiiiliiimiiiiiillinHiMiiiMiiiiiiiiittiiiiMiiiiiiiiiiiililliiililililiiiiii
c/n
cj&zon
b&n
llliliiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiliiiimmiiiJiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiitiiiiiMiii
0?er Hoytema.
Aan den heer A. G. C. tan Duyl.
U hebt het over wonderkinderen ik had
het over gewone kinderen, voor wie het
boekje van v. Hoytema, een prenteboek
voor de lieve jeugd" verscheen.
Uw kindertjes van 5 jaar, ;aan wie zich
Rembrandt's machtige geest openbaarde, zóó
dat ze na 40 jaar nog een onversneden relaas
konden geven van de ondervonden gewaar
wordingen gelijk van Deyssel in zijn
Adriaantjes ze zijn excepties en worden
ook officieel als zoodanig betchouwd; anders
toch zou men ze nu niet tot hun 8ste jaar
doen wachten vóór ze, en dan nog onder
behoorlijk geleide, het. Rijksmuseum mogen
bezoeken. Ook zou menig vader van thans
zich wel tweemaal bedenken, voor hij twee
dreumesjes van vijf jaar bij de Nachtwacht"
alleen liet.
U betrekt ook de ,;kinderlijke zielen" der
volwassenen in de quaestie en betoogt dat
de Zondagsche Parijzenaars in het Louvre
de beste kunst er bij intuitie uitpikken.
Helaas, zoo ver zijn we hier nog niet! Het
Zondagspubliek in het Rijksmusenm vindt
nog altijd Eerelman's Intocht van H. M."
het mooiste, en dan de slag van Waterloo"
en dan .. de Nachtwacht" (deze geenszins
wegens de reclame); maar voor v. Goyen, de
Hooch of v. Beyeren ziet men zelden gedrang.
En ach, ook uw kleintjes, die de voorstel
ling van v. H.'s platen zoo vol van ware,
volkomen juiste beweging" vinden, het zijn
evenzeer phenomenale kindertjes en ze staan
ver boven het gemiddelde gehalte, waarvan
mijn ervaring sprak.
In uw boosheid beticht u mij en voor
't gemak meteen maar alle critici van tegen
woordig van slechte manieren. Waarom ?
Omdat we niet door dik en dun bewonderen
alles wat een kunstenaar van goeden naam
en daad ons geeft ? Verscheidene litho's in
Vogelenvieugd" blijven beneden hetgeen v.
Hoyieina izewend is te geven. Mag daar niet
op gewezen ? En dat zijn kunst me ongeschikt
lijkt voor kinderen vermindert dat mijn
appreciatie ? Kan ook ieder auteur voor
kinderen schrijven? Jan v. Oort zou, dunkt
me, een kostelijk prentenboek kunnen maken.
Hij zou minder kunst" geven, maar zou
grappiger en vooral duidelijker en positiever
zijn en ook gewone kinderen zouden hem
begrijpen.
Dit, omdat het hoffelijk (?) slot van uw
schrijven tot andere gevolgtrekkingen aan
leiding zou kunnen geven.
J. W. N.
J. J. BI KSING,
H itmtlliati ttel»
's-GRA.VENHA.GE,
Moleostet 05.65*61167.
floderne Schilderijen,
Aquarellen en Gravures.
Laat Uwe woning inrichten
door
Nieuwe ontwerpen. Smaakvolle ensembles.
Zeer billijke noteering. Foto's en Prijscouranten en
Begrootingen gratis. Plaatsing door eigen personeel
onder volledige garantie. Vele attesten.
Fanon ma-Gebouw.
Amsterdam, Plantage.
Xntieke Meubelen, Porcelainen, Schil
derijen, perzisch« Tapijten.
Vtutte ftr^fsfn. Ttuff/ang
AmsTERDArn
AARDEWERK
EU TEGELS
-ju
'IBINNENHUIS
ROKIN 120 AMSTERDAM.
? MEUBELEN-EN-HUISRAAD ?
NA A R - O X T W KRPK X - VA N
, BEKKXDK- AMBACHTS-KN
'.- SIKRKUNSTENAARS.
'.-
KKXVOl)l)KiK-/OOWKLALS KOSTBAR K I=^=
-.-COMP
LKTK- 'WONING
- 1NRICHT1NCKX.
i
l
eubileer inrichting £igen
" j
L'
=== Salons-, Eet-, Zit- en.
e ? Aanbevelingen van eerste Pamiliën ? ? ?
M*rii.rfout-ant njt aant-raf/e. Plaatsing F f a n c n
Spuistraat 171, hoek Paleisstraat. Telephoon 614O.
J