De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 22 januari pagina 8

22 januari 1905 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND No, 1439 opnieuw in te dienen, te trachten het ver langde te bereiken. Toch moet van den invloed, die van hem uitging en van zjjn onderwas met lof gewaagd worden, al waren beide dan ook slechts op een gering aantal leerlingen geconcentreerd. Voor die weinigen, -was Behrens een uitmun tende leermeester, ook op zijne excursies en vooral gedurende de practische oefeningen. Twee van zijne vroegere leerlingen werden later zyne collega's en verscheidene bekwame, thans in Oost- en West-Indiëwerkzame, mijn ingenieurs zijn door hem gevormd. Doch niet uitsluitend aan het onderwas wydde hij zijne krachten. Elk uur, waarover hij kon beschikken, naast den voor het onder wijs noodigen t\jd werd voor eigene onder zoekingen gebruikt. Wat is er in de snel elkaar opvolgende jaren door hem gewerkt, niet het minst op zijn studeerkamer, die als eenvoudig laboratorium was ingericht." Door de oprichting van den leerstoel voor microchemie was aan Behrens de ofiicieele plaats gegeven waarop hij, ab stichter van dezen tak van wetenschap, aanspraak had en die hem door de wetenschappelijke we reld reeds, lang was toegewezen. Reeds in 1881 kon hij aan de Akademie van Wetenschappen eene verhandeling voor leggen, waarin hij, voortbouwende op de door Harting voor enkele metalen gegeven microchemische reacties, de beginselen der microchemische analyse kon uiteenzetten en microchemische reacties mededeelen voor de opsporing van de meeste in mineralen voor komende grondstoffen. i,Na dien, dus sedert bijna 25 jaren, heeft Behrens aan dit onderwerp en de toepassing der microchemische analyse, ook op het ge bied der organische scheikunde en op de techniek der metalen, z\jn beste krachten gewijd en is de naam der Delftsche School door hem, 'gesteund door enkele zijner leer lingen, op dat gebied ook in het buitenland met eere en als baanbceekster bekend. Daartoe hebben in de hooge mate bijge dragen zijne handleidingen voor het microchemisch onderzoek." Die boeken van Behrens" zoo schreef Prof. Hoogewerff ons zijn de standaardwer ken voor het microchemisch onderzoek. Hij geeft ons daarin, naast een sy itematischen gang, een zeer groot aantal nieuwe, door hem met zorg gekozen en in al hare efgenaardigheden bestudeerde reacties, tengevolge waarvan het microchemisch onderzoek voor den mineraloog en den petrograaf, voor den chemicus en den pharmaceut, zoowel bij wetenschappe lijk als bij technisch onderzoek een hulp middel is geworden, geschikt en onontbeer lijk voor de snelle en nauwkeurige oplossing van tal van vraagstukken." Prof. Dr. A. A. G. GUYE fUIT DB NATUUR. XCI. Gallen. 't Moet een heel lastige studie geweest zijn, om na te gaan welk verband er be staat tusschen d vorming van een gal en het leggen van een ei door de gal wesp. Zoo oppervlakkig be schouwd, schijnt het, of het voldoende is, dat een galinsect, wesp, mug of een bladluis of welk ander diertje ook, een eitje legt op of in een plantendeel, om het ontstaan een gal te veroorzaken; en dat werd vroeger ook als algemeene regel aan genomen. Dit bleek echter lang niet altijd het geval te zijn. Bij een geheele groep van De ontwikkeling van een gal met n larvenkamer. gallen, door dieren veroorzaakt, begint de galvorming eerst, wanneer de larve uit het ei is gekomen; dit diertje scheidt dan een stof af. een vocht waarschijnlijk, die werkt als een prikkel, die althans de naaste oorzaak schijnt van het ontstaan van nieuwe cellen. Deze deelen zich en vormen een weefsel, dat de larve geheel of bijna geheel insluit. Onze professor Beyerink is alom bekend geworden door zijn merkwaardige studiën op dit gebied. In verreweg de meeste gevallen heeft de plant geen voordeel van zijn gastvrijheid ten opzichte van het galdiertje. Toch verschaft de plant het niet alleen huisvesting, door een taaie laag te doen groeien rondom de kamer van het dier, een stevige wand dus, die het tegen vijanden en wind en weer beschermt, maar bovendien geeft de plant het dier den kost; want aan de binnenzijde van de larvenkamer vormt de plant een laag voedsel, die voldoende is, om het diertje te doen groeien tot het als volwassen dier de woning verlaat. Wie een galappel van het eikeblad om maar bij eerste voorbeeld te blijven door snijdt, als hij nog jong is, kan de voedingslaag wel vinden; de beschuttingslaag is zoo dik, dat ze vaak meer dan de halve doorsnede in beslag neemt, de buitenste huid of schil daarvan is dun en taai, dan volgt een meersponsachtige massa van cellen, daarop meestal nog weer een hardere holle bol op de doorsnede dus een cirkel die de binnenste beschuttingswand zou kunnen heeten. Dan komt weer een duidelijk afgescheiden kring en dat is de provisiekamer, in dien zin, dat ze kamer en provisie gelijk is. De larve vindt er zij opengebleven, waarin zich de steel van 't ei voortbeweegt, als maar eerst de mijn is geboord. 't Eierleggen is het tweede bedrijf, waaraan een pauze voorafgaat waarin het wespje doodstil blijft liggen ; de sprieten, zooeven vol leven en beweging, nu dicht tegen <ien kop aangedrukt. Buitengewoon merkwaardig is de wijze waarop het ei, dat spoedig onder aan de legboor hangt, wordt voortbewogen; de beide zooevengenoemden haren met de haakjes of tandjes pakken bij het vooruit schuiven den eisteel; maar, daar de tandjes naar voren zijn gericht, glijden ze bij de achterwaarsche beweging er langs. Zoo wordt door die afwisselende bewegingen van de boor, het ei langzaam voortgeschoven in de mijn, tot juist op de plek waar moeder wesp het heb ben wil, en waar zij weet dat haar kind de meeste kans heeft van aan den kost te komen. Nog iets wonderlijk gebeurt hierbij. Hoe blijft de wesp voortdurend op de hoogte van Verschillende galvormingen. (Uit Riedel). 1. Mytengal op een lindeblad. 2. Gal van een aaltje op een kiemplant van een ui. 4. Wortelgal van een snuitkever op kool zaad. 4. Stengelgal van een boktor op populier. 5. Spiraalvormige gal van bladluizen in stengel van een populierblad. 6. Ananasgal. Op spar, door bladluizen veroorzaakt. 7. Kegelvormige steenharde bladgallen op beuk, 8. Bladgallen op linde door een mug. Met aan zij de potjes met eten klaar staan. Een wonderlijke geschiedenis, als men 't goed nagaat; we hebben hier een beestje, dat, door een geheimzinnige stof af te scheiden, aan de plant bevel geeft, hem een sterke veilige woning te bouwen en die zoo in te richten, dat 't zelfde huisje tegelijk ook voedsel voor hem zijn zal. 't Lijkt het koekhuis van Hans en Grietje wel. Van de stof, die als prikkel moet dienen, is verder weinig bekend. Pogingen, om door scheikundig bereide stoffen galontwikkeling te doen ontstaan, zijn wel beproefd, maar tot nu toe zonder succes, voor zoover ik weet. Wel moet die stof voor elke soort van dier weer anders werken; de bouw van de gal hangt niet alleen van de plant af; op n en 't zelfde eikeblad immers komen vaak zeer verschillende gallen voor; ook kan een en 't zelfde dier in den regel alleen een gal doen ontstaan op een bepaalde plant en meestal nog alleen op een bepaald orgaan van die plant, b. v. op een blad en niet op een knop, of omgekeerd. Ook weet u al uit mijn vorig opstel, dat sorns het zelfde dier in twee vormen voorkomt en dan ook weer twee verschillende gallen op dezelfde planten soort doet ontstaan. De zelfde dr. Adler, die dat het eerst ont dekte, heeft ook met verbazend veel geduld het eierleggeii van zoo'n galwesp bestudeerd. Het gemakkelijkst gaat dit bij een soort die het ei in een nog gesloten knop legt; daar duurt het inboren en leggen het langst en ia er dus tijd en gelegenheid om alles nauwkeurig waar te nemen. Eerst duurt het een poos voor de wesp een knop naar haar zin heeft gevon den. Dan. steekt ze haar fijne legboor uit en brengt die onder een schub van de knop. Dat kost het dier heel wat moeite, soms lukt het'heelemaal niet en moet ze maar een andere knop uitzoeken, waar de schubben niet zoo vast aaneen sluiten. Gelukt het eindelijk, dan moet de boor daar binnen nog door een paar dekschuuben heen en komt nu in 't hart van de knop, waar de blaadjes, die later den tak zullen sieren, al gereed liggen. Die boor is lang en elastisch; dat moet wel, anders kon de wesp er de noodige bochten niet mee maken ; bovendien i^ de spits van onder een beetje omhoog gekromd. Dit werk is lang niet gemakkelijk,'t is het kleine diertje aan te zien, zegt Adler, dat het al zijn krachten inspant om door die harde taaie muren heen te boren; het lichaam rijst en daalt voortdurend tusschen de stevig vastgezette poolen. Het eigenlijke boor of zaagwerk doen een paar vooruitgeschoven stijve haren met haakjes, die over een soort van rail loopen; daaronder is een holle ruimte in de legboor een binnen') en buitenste deel vergroot er naast geteekend, 9. a en 6. Wespengallen op wilg. 10. Zakvormige gallen op olm. 11. Eierstok, eileiders en legboor met de aanhangsels: zaad-olie- en lijmhouders. 12. Dwarse doorsnede van de legbuis. II is de holle ruimte waardoor de eisteel voortglijdt. (Zie tekst). 13. De boor met het ei, halfweg gevorderd. 14. De kaakhaken teruggetrokken op de rail. 15. Bochten van het eind van de legbuis, die in een eikenknóp is gestoken. MEUBELEN T A P IJ T E N-B METAALWAREN AARDEWERK T L ANDRÉ-AMSTERDAM REGULIERSGRACHT-48 KUNSTNIJVERHEID KEIZERSGRACHT 304 STATIONSTR. 15A TE HILVERSUM. de plaats waar zich haar ei tijdens het trans port door den kronkeligen mijngang be vindt? Daarvoor is ook gezorgd. In de geul waardoor zich de steel van het ei voortbe weegt staan op regelmatige afstanden haartjes, die bij 't voorbijglijden van het ei aange raakt moeten worden. Die haartjes staan door fijne zenuwtakjes in verband met de grootere zenuwen; zoo kan de wesp de bewe ging van de lange beweeglijke legbuis rege len naar omstandigheden, zonder dat ze er iets van ziet; want de haren in de buis geven voortdurend seinen. Deze enkele nog veel vereenvoudigde voor beelden toonen u voldoende, hoe buitenge woon belangwekkend de studie van de gallen kan zijn. Alleen het oppervlakkig waarne men 's zomers buiten geeft al genot. Wie er iets meer van weten wil, en de ver schillende veel voorkomende soorten en vor men eeuigszins leeren onderscheiden, kan met een paar kleine goedkoope boekjes, die inden zak te steken zijn, al een heel eind ver komen. Er staan talrijke afbeeldingen in, die op weg helpen, en voor verdere studie is de litteratuur er in aangegeven. Het zijn: Die Gallenbildungen der Pflanzen" van dr. H. Ross 1904 ? 1.30. Gallen und Gall wespen", van Max Riedel, 't kost ook zoo ongeveer; 't is van ouderen datum en in '96 ge drukt in Aus der Heimat, Organ des Deutschen Lehrervereins". De beide figuren uit 't vorige opstel heb ik nageteekend uit het eerste, de afbeelding in dit nummer is uit Kiedel. Voor 't determineeren wordt Schleohtendal Die Gallbildungen" het .meest ge schikt geacht. De mij, door twee verschillende lezers toe gezonden teeSeningen (de aanleiding tot het schrijven over dit onderwerp) waren onge twijfeld naar ananasgallen gemaakt. Zie fig. No. G. E. HEIMANS. iiitiiiiiiiiiiliiimiiiiiillinHiMiiiMiiiiiiiiittiiiiMiiiiiiiiiiiililliiililililiiiiii c/n cj&zon b&n llliliiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiliiiimmiiiJiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiitiiiiiMiii 0?er Hoytema. Aan den heer A. G. C. tan Duyl. U hebt het over wonderkinderen ik had het over gewone kinderen, voor wie het boekje van v. Hoytema, een prenteboek voor de lieve jeugd" verscheen. Uw kindertjes van 5 jaar, ;aan wie zich Rembrandt's machtige geest openbaarde, zóó dat ze na 40 jaar nog een onversneden relaas konden geven van de ondervonden gewaar wordingen gelijk van Deyssel in zijn Adriaantjes ze zijn excepties en worden ook officieel als zoodanig betchouwd; anders toch zou men ze nu niet tot hun 8ste jaar doen wachten vóór ze, en dan nog onder behoorlijk geleide, het. Rijksmuseum mogen bezoeken. Ook zou menig vader van thans zich wel tweemaal bedenken, voor hij twee dreumesjes van vijf jaar bij de Nachtwacht" alleen liet. U betrekt ook de ,;kinderlijke zielen" der volwassenen in de quaestie en betoogt dat de Zondagsche Parijzenaars in het Louvre de beste kunst er bij intuitie uitpikken. Helaas, zoo ver zijn we hier nog niet! Het Zondagspubliek in het Rijksmusenm vindt nog altijd Eerelman's Intocht van H. M." het mooiste, en dan de slag van Waterloo" en dan .. de Nachtwacht" (deze geenszins wegens de reclame); maar voor v. Goyen, de Hooch of v. Beyeren ziet men zelden gedrang. En ach, ook uw kleintjes, die de voorstel ling van v. H.'s platen zoo vol van ware, volkomen juiste beweging" vinden, het zijn evenzeer phenomenale kindertjes en ze staan ver boven het gemiddelde gehalte, waarvan mijn ervaring sprak. In uw boosheid beticht u mij en voor 't gemak meteen maar alle critici van tegen woordig van slechte manieren. Waarom ? Omdat we niet door dik en dun bewonderen alles wat een kunstenaar van goeden naam en daad ons geeft ? Verscheidene litho's in Vogelenvieugd" blijven beneden hetgeen v. Hoyieina izewend is te geven. Mag daar niet op gewezen ? En dat zijn kunst me ongeschikt lijkt voor kinderen vermindert dat mijn appreciatie ? Kan ook ieder auteur voor kinderen schrijven? Jan v. Oort zou, dunkt me, een kostelijk prentenboek kunnen maken. Hij zou minder kunst" geven, maar zou grappiger en vooral duidelijker en positiever zijn en ook gewone kinderen zouden hem begrijpen. Dit, omdat het hoffelijk (?) slot van uw schrijven tot andere gevolgtrekkingen aan leiding zou kunnen geven. J. W. N. J. J. BI KSING, H itmtlliati ttel» 's-GRA.VENHA.GE, Moleostet 05.65*61167. floderne Schilderijen, Aquarellen en Gravures. Laat Uwe woning inrichten door Nieuwe ontwerpen. Smaakvolle ensembles. Zeer billijke noteering. Foto's en Prijscouranten en Begrootingen gratis. Plaatsing door eigen personeel onder volledige garantie. Vele attesten. Fanon ma-Gebouw. Amsterdam, Plantage. Xntieke Meubelen, Porcelainen, Schil derijen, perzisch« Tapijten. Vtutte ftr^fsfn. Ttuff/ang AmsTERDArn AARDEWERK EU TEGELS -ju 'IBINNENHUIS ROKIN 120 AMSTERDAM. ? MEUBELEN-EN-HUISRAAD ? NA A R - O X T W KRPK X - VA N , BEKKXDK- AMBACHTS-KN '.- SIKRKUNSTENAARS. '.- KKXVOl)l)KiK-/OOWKLALS KOSTBAR K I=^= -.-COMP LKTK- 'WONING - 1NRICHT1NCKX. i l eubileer inrichting £igen " j L' === Salons-, Eet-, Zit- en. e ? Aanbevelingen van eerste Pamiliën ? ? ? M*rii.rfout-ant njt aant-raf/e. Plaatsing F f a n c n Spuistraat 171, hoek Paleisstraat. Telephoon 614O. J

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl