Historisch Archief 1877-1940
F. 1440
WEEK
DE AMSTERDAMMER
.t
A°. 1905.
VOOS NEDERLAND
O :n. cL e r r e cL a. c t i
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
CT. 3D IE S: O O.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracbt 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden / 1.50, ('r. p. post. f 1.63
Voor Indiëper jaar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/2
Dit blaJ is verkrijgbaar kiosk 10 BuulevarJ des Cajmuiues tegenover liet G rand Café, te Parijs.
Zondag 29 Januari,
Advertentiën van 1?5 regels / 1.10, elke regel meer f 0.20
Reclames per regel 0.40
AnmmiTS uit Duitsdiland, Oostenrijk en Zwitserland «orden uits'uitruil aangenomen door de firma
RUUOLF ilOSSE te Keulen en duor alle filialen Je^er firtiia. l)e prijs per regel is 35 Pieunig.
INHOUD:
VAX VERRE EN VAX NABIJ : Eendracht.
Kostelooze rechtsbijstand bij den Centralen
Raad van Beroep, door H. Spiekman.
Emigratie en Kolonisatie, door j-J. K.
Rookmaaker. Atleenbeerscher ? SOCIALE
AANGELEGENHEDEN: De arbeiders in
Friesland als het wintert, door J. Herman
Riemersrna. FEUILLETON: Huwelijksreis,
door J. Steyen. KUNST EN LETTEREN:
Muziek in de Hoofdstad, door Ant.
Averkamp. Dirk Nijland Oldenieel, Rotterdam,
door Plasscliaert. Gabriël. Teekeningen,
eenige aquarellen, door Plasschaert. De
JJoolaar en de Weidschs Stad, door Lode
Baekelmans, beoordeeld door W. Graadt van
Roggen. Zwarvers-Verzen, door C. S.
Adama van Scheltema, beoordeeld door
Van Meerkerken. Repliek, ingez., door
Henri Borel. VOOR DAMES: Mevrouw
v. Gogh?Kaulbach, portret.
Plichtgevoel, door Vera.?Dienstplicht en Vrouwen
kiesrecht, ingz., door Jul. Ktizer.?Allerlei,
door Caprice. UIT DE NATUUR,
door E. Heimans. Hoe kan de Dam goed
worden ? met af b., door P. Vorkink en Jac.
Ph. Worrnger. G. van Gorkom, door C. F.
v. d. Horst, FI^ANCIEELE EN O ECO
NOMISCHE KROX1EK, door D. Stigter.
Amsterdam vóór honderd jaar, I, door A. W.
.Weissman. DAMRUBRIEK.
INGEZON-DEN SCHAAKSPEL.?ADVERTENTIES.
nitiiimitmi
Eendracht.
De macht-makende eendracht is dan
verkregen.
De politici van Unie en Bond zullen
onder n vaandel hun gelederen aan
voeren ; een vaandel, dat, dewijl het
zoo betooverend aantrekt en medesleept,
tot op het laatste oogenblik geheim
had moeten worden gehouden, opdat er
geen ongelukken zouden gebeuren! Een
vaandel, waarop nu letterlijk geen
woordje voorkomt, dat niet ieder der
volgelingen met liefde en lust naspelt,
gevoelende hoe zijn politieke ziel daar
van geniet. Daarom klonk dan ook uit
Drucker's mond: geen wijziging, geen
aanvulling in 's hemels naam, want
elke wijziging of aanvulling ? hoe ver
dienstelijk ook op zichzelf zou alles
weder op losse schroeven stellen
Ah, welk een geestvervoering, en dat
zes maanden vóór de verkiezingen! Niet
waar, hoe luisterrijk van verdienste moet
dit vaandel zelf niet wezen, als ook de
verdienstelijkste aanvulling zóó veel vrees
verwekt!
Toch op de vergadering van de Vrij
zinnig-Democraten bevonden zich en
kelen, die nog iets te vragen hadden.
Zoo wilde de heer Gerritsen voor zijn
afdeeling nader nog ingelicht worden,
omtrent de financieele paragraaf en de
verkiezings-paragraaf.
Nu, de heer Drucker was gul genoeg:
Wat de belastingparagraaf betreft, zegt
spr., dat ook in deze paragraaf iets van een
compromis ligt. Daarin staat echter uitge
sproken, dat wenschelijk is een meer
rationeele regeling van de bedrijfs- en vermogens
belastingen met uitbreiding van de progressie.
Wij behouden ons de vrijheid voor te blijven
zeggen wat wij houden voor het meest
rationeele.
Van de kiesrechtparagraaf geldt hetzelfde :
een ieder zou haar op zijn wijze hebben
geredigeerd. Maar spr. neemt de volkomen
verantwoording op zich voor alles wat daarin
staat. Wij zijn daarmede, vergeleken bij het
jaar 1901, heel wat verder gekomen. De
grondwetsherziening heeft nu haar intrede
gedaan op het gemeenschappelijk program
van actie en als gelijkwaardig punt met de
andere punten, ja, treedt zelfs bij deze op
den voorgrond. Bovendien is daarin uitge
sproken dat de grondsvelsherziening haar
beslag moet krijgen binnen vier jaren. Dat
dit geschiedt in een blanco artikel, is geen
vraag van beginsel maar van taktiek en wij
houden ons de volkomen vrijheid voor om
onze denkbeelden over het kiesrecht te blijven
propageeren.
Het woord vertrou wen" in de laatste
paragraaf heeft een zeer verstandigen zin.
Men kan toch niet aan de Ministers, die
zullen komen, voorschrijven in welke volg
orde, op welken dag zij elk onderdeel van
dit program zullen uitvoeren, maar men kan
wel uitspreken dat hoe ook het werkprogram
moet zijn; men vertrouwt dat in elk program
binnen 4 jaar de grondwetsherziening een
feit zal zijn geworden.
Men spreekt dit vertrouwen in de komende
Ministers van den eersten dag dat ze zitting
nemen en spreker noemt dit woord vertrou
wen een gelukkiger uitdrukking voor den
term urgentie'' in 1901 gekozen."
En de heer Gerritsen, vloeide, gelijk
behoorlijk was, dan ook over van ge
moedelijke dankbaarheid.
De heer Gerritsen zegt dat na de verkla-.
ring omtrent de verkiezingsparagraaf de af
deeling Amsterdam meer dan tevreden kan
zijn en brengt hulde aan hen, die de paragraaf
aldus hebben opgesteld. Spr.'s verwachtingen
zijn verre overtroffen door de beantwoording
door den heer Drucker en het bestuur, en
is overtuigd dat omtrent de bedoeling van
deze paragraaf geen schijn van onzekerheid
meer kan bestaan en maakt uit het gehoorde
op, dat de Liberale L'nie na vier jaar geen
kans zal hebben om met den Vryz.-Dem.
Bond een compromis te sluiten, wanneer zij
niet in haar program schrijft: urgentie van
kiesrechtuitbreiding." (Applaus)
De heer Gerritsen had blijkbaar er aan
getwijfeld, of de afspraak tusschen Unie
en Bond hem nu nog wel de vrijheid
overliet, zijn liefde tot het algemeen
stemrecht voor den volke te belijden;
ook of de Ministers (vertegenwoordigende
op zijn best een derde deel van do poli
tieke partijen) wel binnen vier jaren de
Grondwetsherziening tot een voldongen
feit zouden maken; en dan ook nog, of
die goede ministers wel te vertrouwen
zouden zijn.
Maar neen, alle bezwaren zijn opge
heven; hij weet nu van Drucker, dat
hij zijn stemrecht rnag blijven propa
geeren; dat de bedoeling is, in vier jaar
tijds de Grondwetsherziening (met welke
Ministers ?!) tot een feit te maken, en
dat van den eersten dag af een toekom
stig minister, die uit dit mooi milieu van
eendracht zal zijn voortgekomen, ver
trouwd moet worden. Waarlijk, dit alles
overtreft zijn stoutste verwachtingen, hij
vindt het nu niets onwaarschijnlijk, dat
de broeders-liberalen over vier jaar het
algemeen steinreelit urgent zullen achten,
en dat zonder die verwachte bekeering
de vrijzinnig-democraten niets meer met
hen te maken zullen willen hebben! En
met zooveel zekerheid in het heden, en
met zooveel vreugde in het verschiet, is
hij zoo goed, ter irille ran liet algemeen
stemrecht zichzelf en zijn partij te ver
plichten op een blanco-artikelinan, die op
het algemeen kiesrecht spuwt, zijn stern
uit te brengen; ook bij een herstemming,
waar het staat tusschen zulk een politiek
wangedrocht en een sociaal-democraat.
't Moge den rad kaal wel bekomen!
En nog schoouer dan deze kiesrecht
paragraaf is die betreffende de hervor
ming der directe belastingen.
De heer Drucker gaf de verzekering:
al is er maar sprake van een meer
rationeele regeling van de bedrijf's- en
vermogens-belasting, wij behouden ons
de vrijheid voor, te blijven zeggen wat
wij houden voor het meest rationeele" !!
Inderdaad, die vrijheid van te blijven
zeggen'1 is kostelijk. Maar wat nu te
denken van mannen, die zich voor ern
stige politici uitgeven, en in een
verkiezings- en ministrieel program met op
zet een woord bezigen, dat altijd waar
blijft, omdat het niets, volstrekt niets zegty
De heer v. Gilse gaf o. a. te verstaan,
dat hij de coalitie oen droeve noodzake
lijkheid vond, maar hij wilde ten minste
ten opzichte harer beteekenis geen dub
belzinnigheid overlaten: nogal een
eisch bij een program, dat in dubbelzin
nigheid van het begin tot het eind uit
blinkt!
Welnu, dtit er na zulk een voorbereiding
van de coalitie, waartoe de voormannen
en kamerleden hadden meegewerkt, nog
twaalf van de /estig stemgerechtigden der
Vrijz. Dem., onder leiding van den heer
Netseher, zich niet gewonnen verklaar
den voor de coalitie: het is begrijpelijk
genoeg. Even als dat de lieeren nogal
instantelijk hebben gevraagd of de oude
juffrouw'' met wie men thans zou afspre
ken, wel te vertrouwen" was. De heer
Drucker heeft nuar aanleiding daarvan
den heer Xetschcr verzekerd, dat de
Liberale Unie een fatsoenlijke partij"
is, met welke men ook zonder waarborg
van contract gerust zaken kun doen.
En Trenb ook, vertrouwt haar thans
volkomen ; maar mocht ze nog eens
de oude kuren krijgen, dan brak hij op
staanden voet weer alle relatie mot haar
af. En nu begrijpt men, in dit vertrouwen
en na die bedreiging valt er op de Libe
rale Unie voor algemeen stemrecht te
steunen als op een rots. Als de schrik
er nu nog niet inzat....!
*
Er is in deze geheele geschiedenis iets
kinderachtigs en hichvvekkends.
Dat maken van een ministerieel program
op een tijdstip, dat men zeker weet, niet
minister te zullen worden, tenzij en
dan nog bij den hoogst denkbaren voor
spoed in een ministerie van gemengd
allooi; een imnderhcids-ministorie afhan
kelijk van andere partijen en dit
program als sTiu.m-program te geven.
Dat een der aanleggers dit werk als
iets ernstigs opvat, gelooven wij niet wél
te verstaan, als een ernstig middel, niet
om in 't bijzonder de club waartoe men be
hoort, te begunstigen maar om de
linkerzijde de overirinniny te bezorgen op
de regeeringsmeerderhci l.
Toch wordt het als verkiezingsprogram
aangeboden.
Men neemt den schijn aan, alsof de
verkiezingen voor de linkerzijde alleen
kunnen slagen, als Unie en Bond het
eens zijn. De heer Schim v. d. Loeff
bracht hulde aan het hoofdbestuur omdat
het toonde te begrijpen, dat van alle
kanten de krachten moeten verzameld
worden om in Juni met succes te kunnen
strijden." En Borgesius:
Dat ten slotle die overeenstemming werd
verkregen, is eensdeels te danken aan het bij
allen, die aan de overleggingen deelnamen,
levendig besef, dat eendracht sterk maakt
en dat tegenover het thans zoo mach! ig blok
van katholieken en anti-revolutionairen een
drachtige samenwerking van vrijzinnige groe
pen dubbel noodig is."
en aan het eind der vergadering:
Wij gaan naar huis om te trachten de
overwinning te verkrijgen, en als men allen
eensgezind is kan men die overwinning in
Nederland krijgen. En mocht men niet slagen, ?
dan kan men ten minste zeggen zijn plicht
te hebben gedaan."
Terwijl de heer v. Buuren, uit Brou
wershaven, er aan herinnerde,
dat Xierikzee steeds een liberaal district
was, toen de heer van Kerkwijk er zitting
had. Helaas, sedert is het ook tot de kerke
lijke zijde overgegaan, spr. hoopt dat de
entente, nu verkregen, zal maken, dat
Zierikzee weder wordt het liberale district."
Nu spreekt het toch van zelf, dat,
waar de linkerzijde uit vie.r groepen be
staat: uit Unie-liberalen, uit Vrijz. demo
craten, uit Oud-liberalen en uit Socialisten
er het tegendeel van nheid, of
ndracht wordt te voorschijn geroepen, als
tir-ee van de rier zich vereenigen 0711 de
twee anderen bij de verkiezingen te kun
nen deuken. Want geen schepsel bij de
tegenpartij is zóó dom, dat het niet zou
weten, hoe deze vork aan den steel zit.
In stede van een po_-ing om de rier
groepen tot gemeenschappelijk strijden
te brengen, is deze coalitie de oorzaak
van een verlevendiging der verdeeld
heid onder de groepen links. De oud
liberalen gevoelen zich daardoor ten
zeerste bedreigd. Wat anders wil die
coalitie tot hen zeggen, dan: wij zullen
u bij deze gelegenheid wel klein krijgen,
vriendjes! Dit zou niet onbehoorlijk zijn,
als we met een politieken strijd te doen
hadden, onder gewone omstandigheden.
Maar thans is dat geenszins het geval.
liet doel van alle inspanning moet zijn
de theologische regeering te vervangen
door een, die aan de Rede het hoogste
gezag toekent; dat kan alleen gelukken
wanneer de rier groepen eendrachtig
werken, en wat zal er van dat een
drachtig en geestdriftig samen optrekken
terecht komen, als gelijk nu, oud-liberalen
en socialisten, ten gevolge van het stichten
der veel besproken coalitie, tegen de
andere groepen in 't harnas worden ge
jaagd ?>
Door deze coalitie met dit programmetje
wordt bovendien de aandacht van de
hoofdzaak afgeleid. Men heeft het aan
gedurfd, het clubbelang te stellen boven
het algemeen belang, dat in de eerste, ja
in de eenige plaats, alle kracht moest vor
deren. Men heeft gedacht, wij kunnen het
nu wel wagen, onzon slag te slaan ; de
kiezersleiders durven zich toch niet aan de
samenwerking ten slotte te onttrekken,
a.ls het tenen de theologische
regeej ring gaat. L-iten wij,
Vrij/nmig-Dcmoj eraren en Liberale Unie-mannen, die
beiden op eigen boenen zoo zwak staan,
van de omstandigheden protiteeren. Een
coalitie met een schijn-progrnm, geeft ons
meer kans zonder verlies uit den strijd
te keeren, en komt er misschien iets dat
l op een meerderheid links gelijkt, dan
! hebben wij alvast ons zelf aange'.vezen
als ministers prima qualiteit. .Xiet de
eendracht, die kracht geeft, met het
| oog op de groote vcrkiczingsdagen ?- j
neen, de eendracht van eenige belang
hebbenden bij de portefeuille-verdeeling
ntt den strijd - is het duidelijk doel van
de misselijke comedic. Ah, /egt Borgesius,
wij gaan nu naar huis -?en als men allen
eensgezind is, kan men de overwinning
in Nederland krijgen." NYio zijn die
allen ? Borgesius c.s. en Drucker c.s.
die eenvoudig voor twee groepen der
linkerzijde bij voorbaat den strijd trachten
te bederven?... oliën eengezind! Wat
een mooie /in om moe te sluiten! Maar
dan komt er nog: ., Kn mocht men niet
slagen, dan kan men ten minste zeggen
zijn plicht tehebbengedaan." Wel,wel, zijn j
]ilielit...\ een aardige plicht om het hoofd
doel, dat (jiliei'l ile linki'rsijde aangaat, j
te verduisteren, voor de belangen van een
klein groepje personen, wat van de toe
komst hoopt gebruik te maken.
Toch heeft IJorgcsius zelf gevoeld, dat
i er waren, die hem in de kaait konden
kijken, en nu achtte hij het noodig een
soort verdediging te schrijven, of uit
te spreken in zijn inleidende rede. Daar
uit vernemen wij dan, dat de Liberale
Unie haar verleden! ontrouw zou worden,
indien zij niet voor den dag kwam met
een ophoutrend program; terwijl de
eisch, waarover de geheele linkerzijde het
eens is: een politiek door de, liede
beheerscftt, niet meer is dan een negatieve
l'iis! En wij dienen deze verklaring
met allen eerbied te betrachten, want niet
minder dan 51 liberale hoorders hebben
haar toegejuicht en door hun stem be
krachtigd !
Alzoo een der politieke hoofdleiders
denigreert de verkiezingsleus, waaronder,
hij weet het evengoed als wij, alleen niet
hoop op eenu succes gestreden kan wor
den en zeer zeker door allen ook ge
streden zal worden; en hij doet aldus
eenvoudig om zijn partijspelletje, dat in
vergelijking met het hooge doel zooveel
als niets beteekent met een glimp
van verhevenheid te bedoelen; en het
middel, dat hij, als p>litiek wijsgeer
daartoe bezigt, is niets anders dan het
gebruikmaken van het woordje niet. In
een andoren vorm, heeft hij het nooit ver
nomen, die leus klinkt voor hem als
«(VMvuyper," dat is negatief dus, meer
weet hij er niet van. Ja, toch, zoo
dom kon hij zich ook weer niet houden,
en daarom vervolgde hij:
7eker wij vergeten het niet en wij willen
het niet vergeten, dat in een tijd als wij
thans beleven vóór alles het streven moet
gericht zijn op handhaving van de vrijzinnige
beginselen tegenover de reactionaire maat
regelen dezer regeering tegenover het mis
bruiken van den godsdienst tot staatkundige
doeleinden, dat vóór alles de strijd moet
gevoerd worden tegen hen die willen afbreken
wat met zooveel moeite ten bate van het
land door de vrijzinnigen is veroverd. Maar
toch naast de negatieve leus moet stuan
een positief werkprogram."
Men zou zoo zeggen dat handhaven"
nog al iets positiefs was; dat streven"
naar behoud van vrijzinnigheid, aller
minst een negatief werk behoeft te zijn;
dat men het opkomen voor vrijheid en
recht, in alle tijden en in alle landen als
een daad hoeft beschouwd den vollen
mensch, geheel zijn kracht, ja zelfs zijn
leven waardig; en ook dat de strijd voor
een beginsel, hetwelk in schier ieder opzicht
de geheele politiek beheerscht, nog wel iets
meer beteekent dan het samenknutselen
van een in vaagheid onovertrefbaar
zoogenaamd irerki>ro<jrani'';?maar,neen,
de heer Borgesius heeft het niet beneden
zich geacht, de meest positieve van alle
leuzen, de leus der leuzen, waaronder
trots alles de strijd gevoerd zal worden,
als minderwaardig te kwalificeeren, om
een program aan te bevelen, dat op zijn
beurt de coalitie een schijn van bestaans
recht geven moest.
Leest men nu, na dat alles overwogen
te hebben,hoe een der l "nio-at'ge vaardigden
de hoop uitsprak, dat door dr ze entenfe
/ierikzee weer een liberaal district zal
worden, dan is men geneigd te vragen,
waar op zulk een vergadering iemands
verstand toch blijft. Wij althans durven
dien heer gerust verzekeren, dat /ierikzee,
met en zonder entente, alleen herover I
zal kunnen worden door geestdrift te
wekken onder, wat Borgesins noemt, de
nrrja/iere leus.
* *
*
Xaar het ons voorkomt zijn de liberalen
bezig den verkiezingsstrijd nu reeds te
bederven, door de verdeeldheid ter linker
zijde een scherper karakter te geven dan
noodig is, door de waarachtige ver
kiezingsleus te verzwakken, en partij
bedoelingen voor het groote gemeen
schappelijke doel in de plaats te schuiven.
Eigenlijk bevinden zij zich nu al weder op
den weg, langs welken zij Ku\ [ter reeds
eenmaal tot zijn zege hebben geleid. Bij de
behandeling der tlooger Onderwijswet
h uiden zij het ook gebracht tot de eenheid,
waarin geen spleetje of scheurtje te brengen
was. Heel de linkerzijde deed mee. /ij
hadden uitgerekend, dat als zij maar n
waren... de Eerste Kamer gerust de wet
kon verwerpen, trant... Kuyper zou niet
durven ontbinden. In die onderstelling
handelden zij, als wisten zij niet, dat het
hun plicht was ... althans de billijkheid
tegenover het bijzonder II. (). te betrachten
en de instelling van staatsexamens aan
te bieden. ... /oo dreven zij Kuyper
voort in zijn eigen richting, tot dat hem,
na verwerping van zijn ontwerp in de
Eerste Kamer niets anders overschoot,
dan die Kamer te ontbinden. KHI/IHT
dnrst trrl... en daarom zitten zij nu met
een kerkelijke Eerste Kamer, zonder
zelfs bij dit voor hen zoo smartelijk
schouwspel zich te kunnen troosten met
de gedachte: maar wij hebben dan toch
gedaan wat wij konden om het te
voorkomen... Ach neen, daar leefden
belanghebbende professoren, die van de
controle door Staats-examens niet gediend
waren; onder hunnen invloed, waren
de heeren aan het rekenen gegaan
maar, helaas, zooals later bleek, do
som kwam niet uit.
En zoo zijn nu de liberale en de
vrijz'nnige democraten samen ook eens aan
't rekenen geweest. Wat zouden we de
cahiers gaarne zien, waarin de cijfers
gegroepeerd staan. Zeker viel er wat
uit te leereu! Natuurlijk heeft men
ze genoteerd, de voordeelen... dit en
dat; hoeveel zetels en welke porte
feuilles. Ook nu is er een vaste
stelling, nl. wat wij mogen wroeten, de
anderen durven ten slotte toch niet voor
de kerkelijke stemmen of zich onthou
den ... enz. enz. Maar ook deze bere
kening kan missen... en als zij nu nog
eens speelden in des tegenstanders kuurt,
gelijk zij 't bij de II. O.-wet hebben
gedaan!
Edoch het cijferen zit de heeren in
't bloed. Och, het zijn zulke rekenmeesters
zoolang reeds geweest. En dat is te be
grijpen, want van beginselen hebben zij
bijna nooit lust of last.
Nietwaar, wat zou het, bij de behan
deling van de H. O.-wet, voor de liberale
minderheid een verlichting hebben kunnen
zijn, nu eens haar beginsel van recht
vaardige, moreelo politiek in 't licht te
stellen en toe te passen in een streven,
om ook kerkelijken, die overvroegen,
recht te doen; zoo zou men nieenen,
maar neen, zij kenden geen enkel ethisch
motief; zij rekenden slechts uit; en of
het nu een professor, een advocaat, een
meester of een dominéwas, ze waren allen
even beginselvrij en even wijs.
/oo heeft men nu het algemeen stem
recht, voor de vrijzinnig-democraten een
beginsel-quaestie van de hoogste orde.
Men denkt hen dus te zien in hun kracht.
Het gaat, in hun oogen, om het eerste
staatsburgerlijk recht van den misdeelde.
Om recht en ook, het is hun zoo vaak
uitgesproken Overtuiging, dat de sociale
wetgeving niet behoorlijk gedijen kan
zonder dat recht. Ah, nu zult gij de/te
jonge partij, bij het naderen der verkie
zingen, waarschijnlijk wat zenuwachtig,
maar in volle actie aanschouwen. De
propaganda geen oogenblik in rust.
Ge vreest hen tot matigheid en
bezadigdheid te zullen moeten aan
sporen. Van hun vrienden, déeenige
betrouwbare, die met hen ijveren, de
socialisten, zullen zij niet af te houden
zijn... Neen, wees gerust! De heeren
hebben een koel hoofd, /e maken zich
niet druk. Zij rekenen... en ze zijn tot
de slotsom gekomen, dat het toch
heelemaal niet onmogelijk is, met onwillige
honden den haas te vermeesteren; en
mocht dit nu ook eens mislukken
welnu dan is er nog altijd de koe, die
ook weieens meester Lumpe vangt.
l Iet opmerkelijkst echter is, dat er onder
j deze rekenmeesters zelfs zijn, die het
bej heerschend beginsel hunner politiek nu
zij allen, figuurlijk gesproken, daarvoor
zouden moeten leven en sterven zóó
ontwend zijn, dat zij voor het beste wat
zij bezitten zich haast schamen, er ver
legen tegenover staan .en het als
iets negatiefs ternauwernood hun eere
waardig keuren.. .. Maar dat zijn dan
ook de leiders van de liberale partij, die
een zoo afmattende berekening achter
den rug hadden, dat het hun een weinig
te schemeren begon.
Is 't wonder, dat menigeen, wetende
hoe dikwijls de taktiek, waarin de poli
tiek zonder beginselliefde verkeert, op
een misrekening uitloopt, vreest, dat
der liberalen open-deur"'-bewe:ring, ons
opnieuw vier jaar zal doen zitten in den
Calvinistischer! tocht?
Kostelooze rechtsbijstand bij den
Centralen Raad van Beroep.
Dat er in de Ongevallenwet en in de
Beroepswet, de twee belangrijkste onzer
sociale wetten wier goede werking dan ook
door heel de arbeidersklasse gevoeld en
gewaardeerd wordt, gedurende de eenige
jaren van practijk nog leemten en gebreken
zijn gebleken te bestaan, behoeft niet zoo erg
te verwonderen.
Do Beroepswet vooral, d. i. de toepassing
der leekcnrechtspraak in geschillen die uit
de Ongevallenwet voortvloeien, was een
novum, waarvan men de resultaten had af'
te wachten.
En nu is er in de behandeling der ge
schillen krachtens de Beroepswet, waarin
toch over 't algemeen door de arbeiders
veel vertrouwen wordt gesteld, een leemte
gebleken waarin reeds in hot laatste verslag
van het Rureau voor Arbeidsrecht te Rotter
dam niet nadruk gewezen werd, en waarop
thans nog eens te wijzen, een inededeeliiig