De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 29 januari pagina 1

29 januari 1905 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

F. 1440 WEEK DE AMSTERDAMMER .t A°. 1905. VOOS NEDERLAND O :n. cL e r r e cL a. c t i Dit nummer bevat een bijvoegsel. CT. 3D IE S: O O. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracbt 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden / 1.50, ('r. p. post. f 1.63 Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/2 Dit blaJ is verkrijgbaar kiosk 10 BuulevarJ des Cajmuiues tegenover liet G rand Café, te Parijs. Zondag 29 Januari, Advertentiën van 1?5 regels / 1.10, elke regel meer f 0.20 Reclames per regel 0.40 AnmmiTS uit Duitsdiland, Oostenrijk en Zwitserland «orden uits'uitruil aangenomen door de firma RUUOLF ilOSSE te Keulen en duor alle filialen Je^er firtiia. l)e prijs per regel is 35 Pieunig. INHOUD: VAX VERRE EN VAX NABIJ : Eendracht. Kostelooze rechtsbijstand bij den Centralen Raad van Beroep, door H. Spiekman. Emigratie en Kolonisatie, door j-J. K. Rookmaaker. Atleenbeerscher ? SOCIALE AANGELEGENHEDEN: De arbeiders in Friesland als het wintert, door J. Herman Riemersrna. FEUILLETON: Huwelijksreis, door J. Steyen. KUNST EN LETTEREN: Muziek in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp. Dirk Nijland Oldenieel, Rotterdam, door Plasscliaert. Gabriël. Teekeningen, eenige aquarellen, door Plasschaert. De JJoolaar en de Weidschs Stad, door Lode Baekelmans, beoordeeld door W. Graadt van Roggen. Zwarvers-Verzen, door C. S. Adama van Scheltema, beoordeeld door Van Meerkerken. Repliek, ingez., door Henri Borel. VOOR DAMES: Mevrouw v. Gogh?Kaulbach, portret. Plichtgevoel, door Vera.?Dienstplicht en Vrouwen kiesrecht, ingz., door Jul. Ktizer.?Allerlei, door Caprice. UIT DE NATUUR, door E. Heimans. Hoe kan de Dam goed worden ? met af b., door P. Vorkink en Jac. Ph. Worrnger. G. van Gorkom, door C. F. v. d. Horst, FI^ANCIEELE EN O ECO NOMISCHE KROX1EK, door D. Stigter. Amsterdam vóór honderd jaar, I, door A. W. .Weissman. DAMRUBRIEK. INGEZON-DEN SCHAAKSPEL.?ADVERTENTIES. nitiiimitmi Eendracht. De macht-makende eendracht is dan verkregen. De politici van Unie en Bond zullen onder n vaandel hun gelederen aan voeren ; een vaandel, dat, dewijl het zoo betooverend aantrekt en medesleept, tot op het laatste oogenblik geheim had moeten worden gehouden, opdat er geen ongelukken zouden gebeuren! Een vaandel, waarop nu letterlijk geen woordje voorkomt, dat niet ieder der volgelingen met liefde en lust naspelt, gevoelende hoe zijn politieke ziel daar van geniet. Daarom klonk dan ook uit Drucker's mond: geen wijziging, geen aanvulling in 's hemels naam, want elke wijziging of aanvulling ? hoe ver dienstelijk ook op zichzelf zou alles weder op losse schroeven stellen Ah, welk een geestvervoering, en dat zes maanden vóór de verkiezingen! Niet waar, hoe luisterrijk van verdienste moet dit vaandel zelf niet wezen, als ook de verdienstelijkste aanvulling zóó veel vrees verwekt! Toch op de vergadering van de Vrij zinnig-Democraten bevonden zich en kelen, die nog iets te vragen hadden. Zoo wilde de heer Gerritsen voor zijn afdeeling nader nog ingelicht worden, omtrent de financieele paragraaf en de verkiezings-paragraaf. Nu, de heer Drucker was gul genoeg: Wat de belastingparagraaf betreft, zegt spr., dat ook in deze paragraaf iets van een compromis ligt. Daarin staat echter uitge sproken, dat wenschelijk is een meer rationeele regeling van de bedrijfs- en vermogens belastingen met uitbreiding van de progressie. Wij behouden ons de vrijheid voor te blijven zeggen wat wij houden voor het meest rationeele. Van de kiesrechtparagraaf geldt hetzelfde : een ieder zou haar op zijn wijze hebben geredigeerd. Maar spr. neemt de volkomen verantwoording op zich voor alles wat daarin staat. Wij zijn daarmede, vergeleken bij het jaar 1901, heel wat verder gekomen. De grondwetsherziening heeft nu haar intrede gedaan op het gemeenschappelijk program van actie en als gelijkwaardig punt met de andere punten, ja, treedt zelfs bij deze op den voorgrond. Bovendien is daarin uitge sproken dat de grondsvelsherziening haar beslag moet krijgen binnen vier jaren. Dat dit geschiedt in een blanco artikel, is geen vraag van beginsel maar van taktiek en wij houden ons de volkomen vrijheid voor om onze denkbeelden over het kiesrecht te blijven propageeren. Het woord vertrou wen" in de laatste paragraaf heeft een zeer verstandigen zin. Men kan toch niet aan de Ministers, die zullen komen, voorschrijven in welke volg orde, op welken dag zij elk onderdeel van dit program zullen uitvoeren, maar men kan wel uitspreken dat hoe ook het werkprogram moet zijn; men vertrouwt dat in elk program binnen 4 jaar de grondwetsherziening een feit zal zijn geworden. Men spreekt dit vertrouwen in de komende Ministers van den eersten dag dat ze zitting nemen en spreker noemt dit woord vertrou wen een gelukkiger uitdrukking voor den term urgentie'' in 1901 gekozen." En de heer Gerritsen, vloeide, gelijk behoorlijk was, dan ook over van ge moedelijke dankbaarheid. De heer Gerritsen zegt dat na de verkla-. ring omtrent de verkiezingsparagraaf de af deeling Amsterdam meer dan tevreden kan zijn en brengt hulde aan hen, die de paragraaf aldus hebben opgesteld. Spr.'s verwachtingen zijn verre overtroffen door de beantwoording door den heer Drucker en het bestuur, en is overtuigd dat omtrent de bedoeling van deze paragraaf geen schijn van onzekerheid meer kan bestaan en maakt uit het gehoorde op, dat de Liberale L'nie na vier jaar geen kans zal hebben om met den Vryz.-Dem. Bond een compromis te sluiten, wanneer zij niet in haar program schrijft: urgentie van kiesrechtuitbreiding." (Applaus) De heer Gerritsen had blijkbaar er aan getwijfeld, of de afspraak tusschen Unie en Bond hem nu nog wel de vrijheid overliet, zijn liefde tot het algemeen stemrecht voor den volke te belijden; ook of de Ministers (vertegenwoordigende op zijn best een derde deel van do poli tieke partijen) wel binnen vier jaren de Grondwetsherziening tot een voldongen feit zouden maken; en dan ook nog, of die goede ministers wel te vertrouwen zouden zijn. Maar neen, alle bezwaren zijn opge heven; hij weet nu van Drucker, dat hij zijn stemrecht rnag blijven propa geeren; dat de bedoeling is, in vier jaar tijds de Grondwetsherziening (met welke Ministers ?!) tot een feit te maken, en dat van den eersten dag af een toekom stig minister, die uit dit mooi milieu van eendracht zal zijn voortgekomen, ver trouwd moet worden. Waarlijk, dit alles overtreft zijn stoutste verwachtingen, hij vindt het nu niets onwaarschijnlijk, dat de broeders-liberalen over vier jaar het algemeen steinreelit urgent zullen achten, en dat zonder die verwachte bekeering de vrijzinnig-democraten niets meer met hen te maken zullen willen hebben! En met zooveel zekerheid in het heden, en met zooveel vreugde in het verschiet, is hij zoo goed, ter irille ran liet algemeen stemrecht zichzelf en zijn partij te ver plichten op een blanco-artikelinan, die op het algemeen kiesrecht spuwt, zijn stern uit te brengen; ook bij een herstemming, waar het staat tusschen zulk een politiek wangedrocht en een sociaal-democraat. 't Moge den rad kaal wel bekomen! En nog schoouer dan deze kiesrecht paragraaf is die betreffende de hervor ming der directe belastingen. De heer Drucker gaf de verzekering: al is er maar sprake van een meer rationeele regeling van de bedrijf's- en vermogens-belasting, wij behouden ons de vrijheid voor, te blijven zeggen wat wij houden voor het meest rationeele" !! Inderdaad, die vrijheid van te blijven zeggen'1 is kostelijk. Maar wat nu te denken van mannen, die zich voor ern stige politici uitgeven, en in een verkiezings- en ministrieel program met op zet een woord bezigen, dat altijd waar blijft, omdat het niets, volstrekt niets zegty De heer v. Gilse gaf o. a. te verstaan, dat hij de coalitie oen droeve noodzake lijkheid vond, maar hij wilde ten minste ten opzichte harer beteekenis geen dub belzinnigheid overlaten: nogal een eisch bij een program, dat in dubbelzin nigheid van het begin tot het eind uit blinkt! Welnu, dtit er na zulk een voorbereiding van de coalitie, waartoe de voormannen en kamerleden hadden meegewerkt, nog twaalf van de /estig stemgerechtigden der Vrijz. Dem., onder leiding van den heer Netseher, zich niet gewonnen verklaar den voor de coalitie: het is begrijpelijk genoeg. Even als dat de lieeren nogal instantelijk hebben gevraagd of de oude juffrouw'' met wie men thans zou afspre ken, wel te vertrouwen" was. De heer Drucker heeft nuar aanleiding daarvan den heer Xetschcr verzekerd, dat de Liberale Unie een fatsoenlijke partij" is, met welke men ook zonder waarborg van contract gerust zaken kun doen. En Trenb ook, vertrouwt haar thans volkomen ; maar mocht ze nog eens de oude kuren krijgen, dan brak hij op staanden voet weer alle relatie mot haar af. En nu begrijpt men, in dit vertrouwen en na die bedreiging valt er op de Libe rale Unie voor algemeen stemrecht te steunen als op een rots. Als de schrik er nu nog niet inzat....! * Er is in deze geheele geschiedenis iets kinderachtigs en hichvvekkends. Dat maken van een ministerieel program op een tijdstip, dat men zeker weet, niet minister te zullen worden, tenzij en dan nog bij den hoogst denkbaren voor spoed in een ministerie van gemengd allooi; een imnderhcids-ministorie afhan kelijk van andere partijen en dit program als sTiu.m-program te geven. Dat een der aanleggers dit werk als iets ernstigs opvat, gelooven wij niet wél te verstaan, als een ernstig middel, niet om in 't bijzonder de club waartoe men be hoort, te begunstigen maar om de linkerzijde de overirinniny te bezorgen op de regeeringsmeerderhci l. Toch wordt het als verkiezingsprogram aangeboden. Men neemt den schijn aan, alsof de verkiezingen voor de linkerzijde alleen kunnen slagen, als Unie en Bond het eens zijn. De heer Schim v. d. Loeff bracht hulde aan het hoofdbestuur omdat het toonde te begrijpen, dat van alle kanten de krachten moeten verzameld worden om in Juni met succes te kunnen strijden." En Borgesius: Dat ten slotle die overeenstemming werd verkregen, is eensdeels te danken aan het bij allen, die aan de overleggingen deelnamen, levendig besef, dat eendracht sterk maakt en dat tegenover het thans zoo mach! ig blok van katholieken en anti-revolutionairen een drachtige samenwerking van vrijzinnige groe pen dubbel noodig is." en aan het eind der vergadering: Wij gaan naar huis om te trachten de overwinning te verkrijgen, en als men allen eensgezind is kan men die overwinning in Nederland krijgen. En mocht men niet slagen, ? dan kan men ten minste zeggen zijn plicht te hebben gedaan." Terwijl de heer v. Buuren, uit Brou wershaven, er aan herinnerde, dat Xierikzee steeds een liberaal district was, toen de heer van Kerkwijk er zitting had. Helaas, sedert is het ook tot de kerke lijke zijde overgegaan, spr. hoopt dat de entente, nu verkregen, zal maken, dat Zierikzee weder wordt het liberale district." Nu spreekt het toch van zelf, dat, waar de linkerzijde uit vie.r groepen be staat: uit Unie-liberalen, uit Vrijz. demo craten, uit Oud-liberalen en uit Socialisten er het tegendeel van nheid, of ndracht wordt te voorschijn geroepen, als tir-ee van de rier zich vereenigen 0711 de twee anderen bij de verkiezingen te kun nen deuken. Want geen schepsel bij de tegenpartij is zóó dom, dat het niet zou weten, hoe deze vork aan den steel zit. In stede van een po_-ing om de rier groepen tot gemeenschappelijk strijden te brengen, is deze coalitie de oorzaak van een verlevendiging der verdeeld heid onder de groepen links. De oud liberalen gevoelen zich daardoor ten zeerste bedreigd. Wat anders wil die coalitie tot hen zeggen, dan: wij zullen u bij deze gelegenheid wel klein krijgen, vriendjes! Dit zou niet onbehoorlijk zijn, als we met een politieken strijd te doen hadden, onder gewone omstandigheden. Maar thans is dat geenszins het geval. liet doel van alle inspanning moet zijn de theologische regeering te vervangen door een, die aan de Rede het hoogste gezag toekent; dat kan alleen gelukken wanneer de rier groepen eendrachtig werken, en wat zal er van dat een drachtig en geestdriftig samen optrekken terecht komen, als gelijk nu, oud-liberalen en socialisten, ten gevolge van het stichten der veel besproken coalitie, tegen de andere groepen in 't harnas worden ge jaagd ?> Door deze coalitie met dit programmetje wordt bovendien de aandacht van de hoofdzaak afgeleid. Men heeft het aan gedurfd, het clubbelang te stellen boven het algemeen belang, dat in de eerste, ja in de eenige plaats, alle kracht moest vor deren. Men heeft gedacht, wij kunnen het nu wel wagen, onzon slag te slaan ; de kiezersleiders durven zich toch niet aan de samenwerking ten slotte te onttrekken, a.ls het tenen de theologische regeej ring gaat. L-iten wij, Vrij/nmig-Dcmoj eraren en Liberale Unie-mannen, die beiden op eigen boenen zoo zwak staan, van de omstandigheden protiteeren. Een coalitie met een schijn-progrnm, geeft ons meer kans zonder verlies uit den strijd te keeren, en komt er misschien iets dat l op een meerderheid links gelijkt, dan ! hebben wij alvast ons zelf aange'.vezen als ministers prima qualiteit. .Xiet de eendracht, die kracht geeft, met het | oog op de groote vcrkiczingsdagen ?- j neen, de eendracht van eenige belang hebbenden bij de portefeuille-verdeeling ntt den strijd - is het duidelijk doel van de misselijke comedic. Ah, /egt Borgesius, wij gaan nu naar huis -?en als men allen eensgezind is, kan men de overwinning in Nederland krijgen." NYio zijn die allen ? Borgesius c.s. en Drucker c.s. die eenvoudig voor twee groepen der linkerzijde bij voorbaat den strijd trachten te bederven?... oliën eengezind! Wat een mooie /in om moe te sluiten! Maar dan komt er nog: ., Kn mocht men niet slagen, dan kan men ten minste zeggen zijn plicht tehebbengedaan." Wel,wel, zijn j ]ilielit...\ een aardige plicht om het hoofd doel, dat (jiliei'l ile linki'rsijde aangaat, j te verduisteren, voor de belangen van een klein groepje personen, wat van de toe komst hoopt gebruik te maken. Toch heeft IJorgcsius zelf gevoeld, dat i er waren, die hem in de kaait konden kijken, en nu achtte hij het noodig een soort verdediging te schrijven, of uit te spreken in zijn inleidende rede. Daar uit vernemen wij dan, dat de Liberale Unie haar verleden! ontrouw zou worden, indien zij niet voor den dag kwam met een ophoutrend program; terwijl de eisch, waarover de geheele linkerzijde het eens is: een politiek door de, liede beheerscftt, niet meer is dan een negatieve l'iis! En wij dienen deze verklaring met allen eerbied te betrachten, want niet minder dan 51 liberale hoorders hebben haar toegejuicht en door hun stem be krachtigd ! Alzoo een der politieke hoofdleiders denigreert de verkiezingsleus, waaronder, hij weet het evengoed als wij, alleen niet hoop op eenu succes gestreden kan wor den en zeer zeker door allen ook ge streden zal worden; en hij doet aldus eenvoudig om zijn partijspelletje, dat in vergelijking met het hooge doel zooveel als niets beteekent met een glimp van verhevenheid te bedoelen; en het middel, dat hij, als p>litiek wijsgeer daartoe bezigt, is niets anders dan het gebruikmaken van het woordje niet. In een andoren vorm, heeft hij het nooit ver nomen, die leus klinkt voor hem als «(VMvuyper," dat is negatief dus, meer weet hij er niet van. Ja, toch, zoo dom kon hij zich ook weer niet houden, en daarom vervolgde hij: 7eker wij vergeten het niet en wij willen het niet vergeten, dat in een tijd als wij thans beleven vóór alles het streven moet gericht zijn op handhaving van de vrijzinnige beginselen tegenover de reactionaire maat regelen dezer regeering tegenover het mis bruiken van den godsdienst tot staatkundige doeleinden, dat vóór alles de strijd moet gevoerd worden tegen hen die willen afbreken wat met zooveel moeite ten bate van het land door de vrijzinnigen is veroverd. Maar toch naast de negatieve leus moet stuan een positief werkprogram." Men zou zoo zeggen dat handhaven" nog al iets positiefs was; dat streven" naar behoud van vrijzinnigheid, aller minst een negatief werk behoeft te zijn; dat men het opkomen voor vrijheid en recht, in alle tijden en in alle landen als een daad hoeft beschouwd den vollen mensch, geheel zijn kracht, ja zelfs zijn leven waardig; en ook dat de strijd voor een beginsel, hetwelk in schier ieder opzicht de geheele politiek beheerscht, nog wel iets meer beteekent dan het samenknutselen van een in vaagheid onovertrefbaar zoogenaamd irerki>ro<jrani'';?maar,neen, de heer Borgesius heeft het niet beneden zich geacht, de meest positieve van alle leuzen, de leus der leuzen, waaronder trots alles de strijd gevoerd zal worden, als minderwaardig te kwalificeeren, om een program aan te bevelen, dat op zijn beurt de coalitie een schijn van bestaans recht geven moest. Leest men nu, na dat alles overwogen te hebben,hoe een der l "nio-at'ge vaardigden de hoop uitsprak, dat door dr ze entenfe /ierikzee weer een liberaal district zal worden, dan is men geneigd te vragen, waar op zulk een vergadering iemands verstand toch blijft. Wij althans durven dien heer gerust verzekeren, dat /ierikzee, met en zonder entente, alleen herover I zal kunnen worden door geestdrift te wekken onder, wat Borgesins noemt, de nrrja/iere leus. * * * Xaar het ons voorkomt zijn de liberalen bezig den verkiezingsstrijd nu reeds te bederven, door de verdeeldheid ter linker zijde een scherper karakter te geven dan noodig is, door de waarachtige ver kiezingsleus te verzwakken, en partij bedoelingen voor het groote gemeen schappelijke doel in de plaats te schuiven. Eigenlijk bevinden zij zich nu al weder op den weg, langs welken zij Ku\ [ter reeds eenmaal tot zijn zege hebben geleid. Bij de behandeling der tlooger Onderwijswet h uiden zij het ook gebracht tot de eenheid, waarin geen spleetje of scheurtje te brengen was. Heel de linkerzijde deed mee. /ij hadden uitgerekend, dat als zij maar n waren... de Eerste Kamer gerust de wet kon verwerpen, trant... Kuyper zou niet durven ontbinden. In die onderstelling handelden zij, als wisten zij niet, dat het hun plicht was ... althans de billijkheid tegenover het bijzonder II. (). te betrachten en de instelling van staatsexamens aan te bieden. ... /oo dreven zij Kuyper voort in zijn eigen richting, tot dat hem, na verwerping van zijn ontwerp in de Eerste Kamer niets anders overschoot, dan die Kamer te ontbinden. KHI/IHT dnrst trrl... en daarom zitten zij nu met een kerkelijke Eerste Kamer, zonder zelfs bij dit voor hen zoo smartelijk schouwspel zich te kunnen troosten met de gedachte: maar wij hebben dan toch gedaan wat wij konden om het te voorkomen... Ach neen, daar leefden belanghebbende professoren, die van de controle door Staats-examens niet gediend waren; onder hunnen invloed, waren de heeren aan het rekenen gegaan maar, helaas, zooals later bleek, do som kwam niet uit. En zoo zijn nu de liberale en de vrijz'nnige democraten samen ook eens aan 't rekenen geweest. Wat zouden we de cahiers gaarne zien, waarin de cijfers gegroepeerd staan. Zeker viel er wat uit te leereu! Natuurlijk heeft men ze genoteerd, de voordeelen... dit en dat; hoeveel zetels en welke porte feuilles. Ook nu is er een vaste stelling, nl. wat wij mogen wroeten, de anderen durven ten slotte toch niet voor de kerkelijke stemmen of zich onthou den ... enz. enz. Maar ook deze bere kening kan missen... en als zij nu nog eens speelden in des tegenstanders kuurt, gelijk zij 't bij de II. O.-wet hebben gedaan! Edoch het cijferen zit de heeren in 't bloed. Och, het zijn zulke rekenmeesters zoolang reeds geweest. En dat is te be grijpen, want van beginselen hebben zij bijna nooit lust of last. Nietwaar, wat zou het, bij de behan deling van de H. O.-wet, voor de liberale minderheid een verlichting hebben kunnen zijn, nu eens haar beginsel van recht vaardige, moreelo politiek in 't licht te stellen en toe te passen in een streven, om ook kerkelijken, die overvroegen, recht te doen; zoo zou men nieenen, maar neen, zij kenden geen enkel ethisch motief; zij rekenden slechts uit; en of het nu een professor, een advocaat, een meester of een dominéwas, ze waren allen even beginselvrij en even wijs. /oo heeft men nu het algemeen stem recht, voor de vrijzinnig-democraten een beginsel-quaestie van de hoogste orde. Men denkt hen dus te zien in hun kracht. Het gaat, in hun oogen, om het eerste staatsburgerlijk recht van den misdeelde. Om recht en ook, het is hun zoo vaak uitgesproken Overtuiging, dat de sociale wetgeving niet behoorlijk gedijen kan zonder dat recht. Ah, nu zult gij de/te jonge partij, bij het naderen der verkie zingen, waarschijnlijk wat zenuwachtig, maar in volle actie aanschouwen. De propaganda geen oogenblik in rust. Ge vreest hen tot matigheid en bezadigdheid te zullen moeten aan sporen. Van hun vrienden, déeenige betrouwbare, die met hen ijveren, de socialisten, zullen zij niet af te houden zijn... Neen, wees gerust! De heeren hebben een koel hoofd, /e maken zich niet druk. Zij rekenen... en ze zijn tot de slotsom gekomen, dat het toch heelemaal niet onmogelijk is, met onwillige honden den haas te vermeesteren; en mocht dit nu ook eens mislukken welnu dan is er nog altijd de koe, die ook weieens meester Lumpe vangt. l Iet opmerkelijkst echter is, dat er onder j deze rekenmeesters zelfs zijn, die het bej heerschend beginsel hunner politiek nu zij allen, figuurlijk gesproken, daarvoor zouden moeten leven en sterven zóó ontwend zijn, dat zij voor het beste wat zij bezitten zich haast schamen, er ver legen tegenover staan .en het als iets negatiefs ternauwernood hun eere waardig keuren.. .. Maar dat zijn dan ook de leiders van de liberale partij, die een zoo afmattende berekening achter den rug hadden, dat het hun een weinig te schemeren begon. Is 't wonder, dat menigeen, wetende hoe dikwijls de taktiek, waarin de poli tiek zonder beginselliefde verkeert, op een misrekening uitloopt, vreest, dat der liberalen open-deur"'-bewe:ring, ons opnieuw vier jaar zal doen zitten in den Calvinistischer! tocht? Kostelooze rechtsbijstand bij den Centralen Raad van Beroep. Dat er in de Ongevallenwet en in de Beroepswet, de twee belangrijkste onzer sociale wetten wier goede werking dan ook door heel de arbeidersklasse gevoeld en gewaardeerd wordt, gedurende de eenige jaren van practijk nog leemten en gebreken zijn gebleken te bestaan, behoeft niet zoo erg te verwonderen. Do Beroepswet vooral, d. i. de toepassing der leekcnrechtspraak in geschillen die uit de Ongevallenwet voortvloeien, was een novum, waarvan men de resultaten had af' te wachten. En nu is er in de behandeling der ge schillen krachtens de Beroepswet, waarin toch over 't algemeen door de arbeiders veel vertrouwen wordt gesteld, een leemte gebleken waarin reeds in hot laatste verslag van het Rureau voor Arbeidsrecht te Rotter dam niet nadruk gewezen werd, en waarop thans nog eens te wijzen, een inededeeliiig

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl