De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 29 januari pagina 2

29 januari 1905 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DEAMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1440 in een der laatste nos. van het Weekblad van hft.ftecht alle aanleiding seeft. Wat $oeh is het geval ? Wanneer een arbeidei* meent, dat hem van wege het Bestuur der Rijksverzekeringsbank niet ot' niet ten volle recht wordt gedaan, hij meent hoogere of langere uitkeering te moeten hebben, of iets dergelijks, dan gaat hij in beroep. Al is zijn briefje aan den Raad van Beroep nog zoo informeel, de President helpt hem gewoonlijk wel terecht. En de, in het laatste jaar allerwege opgerichte Bureau's voor Arbeidersrecht, met een geroutineerd ontwikkeld arbeider als ambtenaar, of an der? de Plaatselijke Commissie, staan hem bij wat bij de eenvoudige procedure zeer wél mogelijk is om zijn rechten te ver dedigen. En meermalen met succes! Doordat aldus de arbeider of zijn vertegenwoordiger in de gelegenheid is, al de omstandigheden en bijzonderheden te zijnen gunste vóór te brengen, wint hij meermalen zijn proces, wat voor hem niet zelden een geldelijk voordcel van langen duur. soms voor zijn geheele leven, beteekent. Maar er staat hooger beroep open voor beide partijen bij deu Centralen Raat van Beroep, die te Utrecht zetelt, en de Rijks verzekeringsbank maakt bijna in al do ge vallen, die nogal iets beteekenen, van dat recht gebruik. En veelal niet op nieuwe gronden, maar op dezelfde gronden, die retds in 't eerste geding zijn aangevoerd. En dat niet zonder succes: het aantal gevallen, waarin de Centrale Raad de uit spraak van een Raad van Beroep vernietigt en de beslissing der Bank bevestigt, is enorm groot! Van de, over het jaar 1903, door het Bei-tuur der Rijksverzekeringsbank inge stelde beroepen bij den Centralen Raad, werden (>(> pï't. lesïist ten gunste der liunk! Van alle beroepen werden 50 pCt. gegrond verklaard! Dit ten betooge, van hoe enorm veel be lang voor de arbeiders de behandeling deizaken voor den Centralen Raad is! En nu is de nadeelige positie voor de arbeiders deze, dat ze veelal in de onmoge lijkheid zijn, zich voor den Ceutrulen Raad te doen vertegenwoordigen! Zeker, elke arbeider, die een beroep instelt, of tegen wien door het Bankbestuur beroep is inge steld, kan naar Utrecht komen, om zijn belangen voor te dragen. Maar uit den aard der zaak bopt het geschil in den regel 'over wetsinterprelatie,ol'in elk geval moeten argumenten aangevoerd worden, waarmee de gemiddelde arbeider, tegenover een college van uitsluitend juristen, niet ver trouwd is. Hij staat er, als hij 't al de moeite van de reiskosten waard vindt en als hij de reiskosten bij elkaar kan brengen, met den mond vol tanden." Een gewoon verschijnsel is dan ook, dat de werkman in den regel niet naar Utrecht gaat! De werkman mag iemand naar Utrecht afvaardigen, maar rechtsgeleerden zijn daar voor in-den regel niet te vinden, omdat de arbeilers daarvoor geen cent honorarium kunnen betalen, en de ambtenaren der Bu reau's voor Arbeidsrecht moeten toch ook eenige vergoeding hebben, of minstens reisen verzuimkosten. En welke arl ei Ier die in zulke omstandigheden verkeert, en dus reeds armoede heeft, kan zooict-; betalen:" Zóó blijft in dm reijel de, arl/eider root' den Cetih'a'.en Rand, H'ttur omjere.er l de zaken r-um eeniije beteekenis dienen, zonder eenlt'ditjiny.' De Rijksverzekeringsbank echter niet: een harer hoofdcommiezen, een rechtsgeleerde, is bij elke zitting van den Centr.Raad aanwezig, en in hem, die bovendien door zijn voort durende bezigheid op dit gebied een buiten gewone routine verkrijgt, heeft het Bank bestuur een bekwamen verdediger, de arbeiders een gevaarlijke tegenpartij! Uit deze, voor de arbeiders zoo volkomen onbillijke verhouding, is het m.i. a Heen te ver klaren, dat zulk een groot aantal processen die voor de Raden van Beroep gewonnen zijn, voor den Centralen Raad weer verloren gaan, en zij dan ook, nu dit feit meer en meer blijkt, met schrik en beven", de mededeeling ontvangen, dat er door het Bankbestuur hooger beroep is ingesteld! * * * Nu zou men kunnen zeggen: maar de arbeiders kunnen gerust en mot volle ver trouwen afgaan op het oordeel dier rechters ! En ik wil gaarne verzekeren, dat ik niet den geririgston twijfel koester aan den rechtvaardigheidszin van dat hoogc colloge. Maar ?wanneer men 7.00 geheel daarop vertrouwen kan, zonder mér, waarom bestemt dan het Bankbestuur n zijner ambtenaren geheel .allén voor dat werk ': En wanneer het voor de Bank van belang is, zich aldus, en nog wel door een geroutineerden rechtsgeleerde, te doen vertegen wo >rdigen, is het dit dan niet voor den arbeiders:1 Zelfs de president van den Centralen Raad heeft blijkbaar reeds lang deze onbillijkheid voor de arbeiders gevoeld, en een poging willen doen, daarin te voorzien, blijkens onderstaand stukje in het laatste no. van het Weeklilwl t:«i< het, Ji'rr/if, wat mij aan leiding gaf, do welwillende redactie om plaatsruimte te verzoeken voor dit artikel: In hare vergadering van '23 September liMK> besloot de Orde van Advocaten te Utrecht niet over 1e gaan tot regeling van kosttloozen rechtsbijstand voor onvermogenden bij de behandeling van gedingen voorden Centralen Raad, uit overweging, dat ook dat deel der armenverzorging behoort tot de zorg van den Staat en de regeling daarvan derhalve is de taak der regeeriug. Naar wij vernamen richtte nu de griffier van den Centralen llaad van Beroep met machtiging van ilen voorzitter van dien Raad de vorige maand een schrijven tot de individueele leden der Utrechtsche balie, het verzoek inhoudende oni mededee ling te willen doen, of zij bereid waren aan onvermogenden, door of namens wie dit ver zocht werd, kosteloos rechtsbijstand bij de behandeling hunner zaak voor den Centralen Raad te verkenen. Het voornemen was dan de leden der balie, die zich bereid verklaard hadden, beurtelings naar gelang de aan vragen zouden worden gedaan tot de ver leening van bun bijstand uit te noodigen. Dit schrijven heeft een onderwerp van be spreking uitgemaakt in eene vergadering van de Orde. liet besluit, daar genomen, was, dat het wenschelijk zou zijn, indien ieder, die de bedoelde missive had ontvangen, daarop in gelijken zin zou antwoorden en wel, dat hij zich aan het vroegere besluit der < >rde wenschte te gedragen. Zijn wij goed ingelicht, dan is ook inderdaad in dien zin geantwoord en dus de poging van den griffier zonder gevolg gebleven." Aldus is de poging van den presi dent, om aan déze onbillijkheid voor de arbeiders langs particulieren weg tegemoet te komen, afgestuit op... Ja, waarop:1 Dat weten we thans nog niet! Waarschijnlijk gevoelen de Utrechtsche advocaten geen lust om pro deo soms zeer belangrijke ge dingen, waarmee maanden en maanden soms verloopen en veel onderzoek, ook in loco, gemoeid kan zijn, op zich te nemen. En zoo eenigszins laat zich dat begrijpen. Dat de Utreehtsche Orde het wil zien gerubriceerd onder Staats-Annenzorg", is een misschien goede bedoeling met een heel leelijk woord, Met hetzelfde re,:ht als waar toe zij do armen, die rechtsbijstand nooJig hebben, verwijzen naar de Staats-Armen zorg", zou men ook de opleiding van de rechtsgeleerden kunnen noemen ten deele Staats-Armenzorg", indien men in aanmer king neemt, hoeveel elke student aan den Staat kost. Maar inderdaad heeft toch hun verwijzing naar den Staat een precedent: De missive van de Pruissische Ministers van Binnenl. Zaken en Handel aan de civiele ambtenaren, om op 't Gemeentehuis door bepaalde ambtenaren de gelegenheid te ver schaffen, om aan onbeuiiddelden alle moge lijke inlichtingen en hulp te verschaffen over aangelegenheden, de Verzekerings wetten betreffende. De Duitsche arbeiders hebben echter deze Staatshulp niet van noode : hun vakvereenigingen en Arbeidssecretariaten hebben te Berlijn een Centraal Arbeids-Secretariaat gesticht, waarin eenige personen zijn ver bonden, goed gesalarieerd, die voor de ar beiders in zaken voor de hoogste instanties optreden. Maar kier is het zoover nog niet, en het naakte feit is, dat de arbeiders, die in naam door de Beroepswet hun volle rechten zien gewaarborgd, inderdaad voor dit hoogste colleges tegenover do tegenpartij in den regel weer loon staan.' Het is een belangrijke zaak, want wanneer deze toestand blijft voortduren, zal ook /*/>/? weer wantrouwen ontstaan in de arbeiderskringen, wat voor den goeden invloed der Ongevallenwet zér nadeelig kan zijn, en door niemand gewenscht kan worden. Hu liet zal de bedoeling der Beroepswet, met haar sterk en uitnemend sociaal element, ten deele illusoir maken, tot onbillijke schade voor de arbeidersklasse! liet zal een nieuw voor recht scheppen voor wie ije.ld hebben, waar voor ik nu reeds tal van voorbeelden uit eigen ondervinding weet aan te halen! Rotterdam. l!. SIMF.K.MAX. Emigratie en Kolonisatie. Emigratie van ,/arti's Oin'/n ca/kiut/ en Aolonti>(t,fi<j (fct' Jïnid"»[tt'zitlhi</i'it. door 11. C. KKKKKAMI-. Amersfoort, liriiia A. H. van CleeJÏ11)04. Laat in den avond ontving ik het hier boven aangeduid boekje, waarin de schrijver daarin geheel buiten zijn militair beroep gaande ? aantoont, dat we ruim '.'M) milliot-n galden moeten zien bijeen te brengen voor liet dubbele doel : Java van zijn overbevolking blijvend te ontlasten en met dat surplus van Javanen de Bnitenbezittingen te kolonixeeren. Het is kwaad voor een goed vaderlander mot zulke zware Indische nooden den nacht in te gaan. Op mijn legerstede kon ik dan ook den slaap niet vatten ; de berekeningen van de/en cijferaar, verbonden aan die van andere, die voor bovenaangedu.il doel nog veel meer geld verlangen van Nederland, ze bielden mijn brein werkzaam en in angst voor de toekomst van ons noodlijdend Jndië, kreeg ik akelige visioenen. Ik zag ze voor mij heengaan in levenden lijve, fjeduidetide man nen uit onze Indische geschiedenis. Coen, van l ui hou', Maetsayker en van Jiiebeek hoorde ik zelfs spreken over kolonisatie; weer andere kolonisatie dan wij willen. Xa die statige, krachtige figuren in fluweel en met kanten lubben en jabots, sommige met lauwerkransen om de, slapen, enkele riekende naar zwavel, kwamen gerokte man nen, uit hun holle ooggaten sprak nog de bestuursernst en in het voorbijgaan klap perden ze met hun gebeente. Toen kwamen zwakkere wezens in gekleede jas en met heel andere gezichten dan de stoere, die nu, reeds ver van mij, langzaam en ordelijk liepen, als in een lijkstoet. Soms verbeeldde ik mij, Jat ik het kleppen van de doodsklok hoorde, maar een lijk zag ik niet dragen daar voor de voorsten uit, toen ik in mijn ijselijken angst het even waagde den kant uit te kijken waar aan den spits van den stoet Houtman ging naast de ijzeren vlootvoogden, die de eerste banden mei Indiëknoopten. Ik vond bet zoo akelig om op al die gezichten en doodsj hoofden zoo duidelijk du ontstemming te zien afgeteeken l over het feit, dat het uit zijn aard zoo rijke Indië. schier hopeloos in nood zijnde, veid geM en veel hulp moet vragen aan Nederland. Half verstijfd van angst, dacht ik «lat die spoukgostalten kwamen om al die. huidige geschriften, waarvan er o schrik ! zooveel op mijn tafel lagen: Kerkkamps boekje bovenop. Ik vloog uit mijn bed en nam alles waar hooge reddingscijfers in voorkwamen en borg Je boel onder de dekens en wachtte daar bet einde van het spookuur. Goddank, daar gingen de twee laateten voorbij. Achter uit de jas panden van een hunner... doch wat kon 't mij schelen; ze waren al weg; alles was voorbij; 't was uit! Het mocht wat ! O mij, rampzalige ; daar kwam rne de heele bende terug. Ze dansten en sprongen om mijn bed. Een hunner, dor en droog van gelaat, die bij zijn leven prin cipes had omtrent arbeid en zaligheid voor den Javaan en kennis van koilie, danste vooraan, daarbij telkens groot er en grooter aantallen millioenen noemende: hij sloeg kuiteiitlikkers dat de panden van zijn rok lustig opzwierden, dat de hooge zijden hoed hem in den nek schooi' en met zijn ouderwetsche parapluie sloeg hij de maat, als het koor van historische personen, die ecu wilden ronde lans om mijn leger uitvoerden, telkens bet refrein zong, dat mij zoo gruwzaam en ijselijk toeklonk in dien nacht: AVie zal dat betalen Zoete liuve Gferretje. Dat referein der gelukzaligen en der demo nen, die bij hun It-veii koloniale specialiteiten waren, weerklinkt thans bij dag nu ik alleen ben met de onzen tijd teekeneii Ie boekjes en geschriften in mijn geert en nieuwe vrees vervuit mij als ik denk, dat al dat geld, eonmial gevonden, kwaad geld zal kunnen worden, Het werkje van den heer Kerkkamp, zeer bescheiden van omvang, maakt een gunstigen indruk. Duidelijk is het deu lezer, dat het de vrucht is van ernstig denken over het onderwerp, ook over de bezwaren en inoeielijkheden, die zich bij de uitvoering van deze hoogstbtóduidende nieuwigheid kunnen voor doen. Nu en dan geeft de schrijver behartigingswaardige wenken en wijst hij opgrondwaarheden. die gelden bij zulk een emigratie en immigratie. In verschillende Europeesche talen is veel geschreven over emigratie en kolonisatie; over uitwijking en nederzetting onder de bizondere omstandigheden ald wij die voor hebben, nog betrekkelijk weinig en natuur lijk alleen door Nederlanders. Over dit on derwerp zal dus nog veel moeten geschreven worden, zeer veel geschreven; eene aange legenheid, zoo hoogst gewichtig als deze, eischt, dat ze van allerlei standpunt van alle kanten beschouwd wordt. Op het belang er van behoeft men dan niet meer te wijzen, wel op de gevaren van niet-slagen, die er zijn als zoovele klippen, waarop het te bou wen sjhip de reddingsboot?kan stooten en te gronde gaan. Wat enkele zeer voorna"ne hoofdzaken aan gaat zijn de kansen op welslagen ztker zeer gunstig. Terreinen, daar aan Java's overwal heeft men inaar voor het kiezen ; aan vrucht baarheid van die tliaus nog altijd oeconomische woestenijen ontbreekt het niet en in de landschappen, waar geïmmigreerd zal worJen vindt de Javaan behalve het klimaat vee! Jat hem het verblijf daar vrijwel gelijk kan maken aan de beleving, die liij op Java bad. Javanen om te emigreeren zijn er ook in over vloed en wel als opluchting van het met sterke overbevolking bedreig Ie vaderland, maar de geldkwestie en de nog grooter maar" of het wel kunstmatig zou kunnen geschieden, wat naar mijn oordeel op zulk een wij/.e nioeielijk zal gaan, dat zijn dingt n, waarover het goed zelfs zeer noodig zal zijn, dat nog velen hun licht doen schijnen, alvorens de koorden van de beurs kunnen wordin losgemaakt voor datgene wat zoo licht zal kunnen zijn een fa.ilure" ; dan een failure van belang. Inmiddels, de heer Kerkkamp beeft al vast zijn contingent geleverd. Niet alleen theore tische beschouwingen en praetische wenken geeft hij, maar ook globale berekeningen van kosten, een voorloopig reglement op het be heer der op de 13. B. op te richten landbouw kolonies en diverse plannen, o. a. voor een leening en een voor de schnltldelging. Millüaire otlicieren hebben op civiel terrein in ons Indiëdikwijls verdienstelijken arbeid verricht; de hoofdman over honderd," die bet bier be.fprokt-n werkje samenstelde, beeft [ zich bij het groote publiek verdienstelijk ge maakt door het op dui lelijke en klare wijze eenig denkbeeld te geven, van wat men ten de/a: wil en hoe niun dat zou kunnen uit voeren. Nuiir mijn oordeel is liet boekje van den heer K. zeer lezenswaard, ook voor hen, die studie hebben gemaakt van het nieuwe grootsche idee, maar vooral voor de groote massa leekeu, die hier in een klein bestek zullen kunnen kennis maken dus oji een voor hen zeer gemakkelijke wijze meteen zaak der toekom.-t, die hidie kan redden uit den nood en Nederland als koloniale mogendheid beduidend opbeli'ni, maar die Ook voor beide een teleurstelling kan worden bij de gedachte waaraan men reeds zou kunnen huiveren. liet denkbeeld om Java van zijn overtollige bevolking te ontlasten en daardoor de Buitenbe/.ittiugen lot welvaart en ontwikkeling te brengen, het is een prachtig idee. G >ed aitgevoerd kan het zijn een reddingsmiddel u doubléusage., kun het ons in handen geven een mes dat atn beide kanten hout snijdt. Ik vrees echter dat we al begonnen zijn het schip De Hoop" van meet af aan in ver keerde richting te sturen, liet al te veel kunstmatig te werk gaan, waar een duw den goeden kant uit den loop der zaken een natuurlijk spoor zou kunnen doen volgen, sluit in een zaak als deze allicht de mislukking in. De tegenwoordige Indische liegeeriiig is verstandig en voorzichtig .Mogen deze kalme deugden in deze aangelegenheid wer ken als een palliatief tegen al te boete idealen. aan de schepping waarvan de schrijver van ons boekdeel zich trouwens niet al te veel bezondigd heeft. 's-G r a v e n h a g e, '2',} December 1004. H. R. KOOKMAAKEI:. Alleeiilieerschcr y. (icon bitterder ironie, d;in die be sloten ligt in dit woord, tooge'nist op den czaar van Rusland. Alleenheerschor, juister 2<"//'hecrseh,er, autocraat, wie is liet ooit geweest'? \Vic is machtiüen sterk, en aanmatigend genoeg geweest, om steeds /jjii eigen wil i niet slechts als wet te, stellen, maar ook als wet te doen eerbiedigen en gehoory.'imcn ? Men moet waarlijk teruggaan tot den -sprookjo.stijd 0711 te kennen tot de consequente doorvoering van de alleen heerschappij, die slechts in h;i;ir patriar chaten vorm en op /eer kleine schaal toegepast ecnig recht van bestaan, of liever eene verontschuldiging voor haar bestaan kon hebben. .Rusland is in vele opzichten nog een sprookjesland, maar het sprookje is niet liefelijk en niet schoon. I u de verhouding tiisschon liet dom gehouden en als onmon dig behandelde volk en den onbeperkten, door gcencrlci eonstitutioneele voorsehriften gebonden boerseher ligt iets ubjects. iets terugstootoiids, iets dat ons \VestKuropcancn met medelijden en afkeer vervult, lloo kunnen 'm onzen tijd zulke toestanden nog bestaan r1 vragen wij ons af. Mier lieefr het geloof langen tijd won deren gedaan. Het eenvoudige, onont wikkelde Russische volk gelooft in veler lei dingen, maar bovenal in den czur, die traditie en dogma tegelijk in zich veroenigt en die met den kinderlijkvertrouwenden naam van vadertje'1 wordt aangesproken. Wat eertijds van een machtiger dan de e/ar werd getuigd : ..\Acrp n w bekommernis op Hem, en Hij zal hot goed maken", is de gedachte. die den lïiissischcn moedjik bemoedigde, als hij in zijn kommorlijk bestaan telkens voor nieuwe en pijnlijke raadselen stond: ons vadertje, de groote cza.r, weet wat goed voor ons is en zal het voor ons goed maken. En nu is dit vertrouwen geschokt, niet voor de eerste maal, maar ernstiger dan ooit. * * De oorlog met Japan heeft ook den minst ontwikkelden in Rusland de oogen geopend. Op de jammerlijksto wijze is aan de dwaze eu roekolooze voorspiegelingeu eener gemakkelijke rrverwinning de bodem ingeslagen. Do Russische vloot in de Oost-Aziatische wateren is vernield; het [{iirisisehe leger, na nederlaag tip neder laag, tot Moekden teruggedrongen; ten slotte is Port Arthur, liet onneembare, gevallen. Hot Oostzee-eskadcr, tot ontzet van l'ort Arthur uitgezonden, zwa.lkt doel loos rond. En die slagen zijn aan Riishind's prestige toegebracht niet door eene coalitie van Europcesche groote mogendheden, zooals in den Krim-oorlog, maar door hot geminachte Japan. Dat gaf te denken, l.'it alle doelen des . lands gingen stemmen op tegen een régime, dat op zoo roekeloozo en onver antwoordelijke wijz.c van Rusland zware offers eischte in geld en bloed, en op geen enkel succes kon wij/.en, dat die offers, al was het maar ton dee e, recht vaardigde. Eerst kwamen de iiitelloctueelen" aan het woord. Maar de stu denten, die hervormingen eisehren, joeg men met den knoet uiteen ; de Zemstwo's, die het kleine vonkjo zelfstandig politiek leven in Rusland tot een bescheiden vlammetje trachtten aan te blazen, werden afgescheept met eene barsehe weigering, om hunne weinschen zelfs iu overweging te nemen. Toen kwam er beweging in de volks massa's. Een werkstaking in enkele fabrieken te St. Petersburg gaf de aan leiding. Onder den loodzwaren drukvan een despotisch absolutisme dit is geen ploonasmo, want een verlicht absolutisme is denkbaar en, voor korten tijd, bestaanbaar formuleerden de arbeiders eischen, die veeleer van politieken dau van economisehen aard waren. ,. W ij zijn ellendige, gesmade slaven," - -- zoo werd in hun verzoekschrift aan den c/.ar gezegd. verstikt door despotisme on willekeur. Toen de grenzen van ons geduld bereikt waren, staakten wij deu arbeid en ver zochten onzen meesters, ons datgene te govcn, zonder hetwelk het leven eene kwelling is. Maar alles, wat wij vroegen, werd geweigerd; dat alles was, volgens de meening der fabrikanten, onwettig." liet was van algcmcone bekendheid, dat de arbeiders voornemens waren, den ezar hun ver/, lekschrift persoonlijk in het "Winterpaleis te St. Petersburg te overI hundigen. En zoo weinig hadden z:j aan geweld gedacht, dat /.ij op deu tocht uit de arbeiderswijken naar do residentie va.n hun vadertje" vrouwen en kinderen medenamen. Het antwoord der rcgeering was een moorddadig geweervuur, dat duizenden slachtoffers maakte. Korst daarna zijn de arbeiders ook hunnerzijds overgegaan tot daden van i geweld, gelijk die aan den vooravond van elke revolutie voorkomen. Maar de uitdaging wasonmensehelijkeii gruwelijk. * * *, < )p den bloedigcn /omlag was de ezar niet iu het winterpaleis te St. Peters burg. Hoogst waarschijnlijk is do alleonI heerscber de eenige geweest, die van de | vreedzame bedoelingen der pentionneo| rende arbeiders niets beeft geweten. Mi-a zegt den ezar slechts wat men noodig vindt bom te vertellen. en dit is slechts bij uitzondering de waarheid. M i-n heeft hem beduid, dat hij de span ning slechts zou vorgrooton, door per soonlijk met do manifestanten in aanra king te komen. En do alleenlieerscher heeft toegegeven, en is naar het slot van Tsjarskoje-/elo getrokken. Kn reeds wordt, gemompeld van ecu vertrek naar (iatscliinn, van waar het keizerlijk jacht den alloeulieoi'scher zou kunnen overbren gen naar het veilige hof' van deu ouden koning Uhristuwn te Kopenhagen. Jntusschon zijn uit Tsjnrskojo-/elo reeds eetiige keizerlijke besluiten afge zonden, (ïrootvorst Wladimir, de leider van de familie-regeeriug der grootvorston, die den ozar feitelijk onder voogdij houdt, is tot militair gouverneur van do hoofd stad benoemd, en daarmede is de reactie | in haar allerscherpsteu vorm gesanctio neerd, (ieneraal Trepow, de beruchte directeur van politie uit Moskou, kreeg tegelijkertijd zijn benoeming tot., burger lijk" gouverneur van St. l'etersburg. De alleenheersehor" mag toezien, en dank baar zijn, dat men zoo goed op hem past. (feen haar van zijn hoofd zal worden gekrenkt. Wat wil hij meer:' Regiment op regiment wordt naar St. Petersburg ontboden. Talrijke arrcstatiën hebben plaats, zoowel van intelleetueeleii" als van arbeiders. Het schrikbewind, van bovenaf, is in volle kracht, /al het moeten wijken voor een schrikbewind van onderen fif? Do oz;)f wordt door lieden, die hem sints langen tijd en van nabij kennen, afgeschilderd als een beminnelijk en wel willend man, maar van nature eenigsziiis schuw en verlegen. Als eenzaam burger kan men hot met die eigenschappen wel doen; maar den autocraat, den oubeperkten heerschor over vele millioenen, moeten andere eischen worden gesteld. Toch zou de ozar, met zijn vele goede eigenschappen van hoofd eu hart. een goed vorst kunnen zijn, wanneer hem een bekwaam, eerlijk en vooral belange loos raadsman ter zijde stond. Maar de overheerschende invloed van de IWaiiliecliek der grootvorsteri, die bij het behoud van het absolutisme het grootste belang; hebben, en van de keizerin-moeder, dio een steunpilaar is van de reactie en de vriendelijke en verlichte czarina geheel naar den achtergrond dringt, hebben de:i goedgezinden maar zwakken alleenheerselier" gemaakt tot den meest afdankelijken va.n alle Russen. Waarlijk, deze alleenhecrschor" is een beklagenswaardig man en verdient medelijden meer mogelijk dan c!o> dooden, die het slachtoffer werden van zijn zwakheid. Onmacht bij zoo groot-j schijnmacht is een vloek. ijmitiiiiiiiMiiiiMMiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiMiiitiiiiiiiiiimmimiitiiiimiiiiiiilNI '> aanac De ariërs in Friesland als bet wintert! Dichters en prozaschrijvers hebben irumer getracht het wintergetij van den KOunigen kant te bezien, /ij /ijn verrukt over de schoonheid van het landschap, wanneer maag delijke sueeuwv.okken stil en zacht huis en hof en wei en akker met stnetteloes wit bekleeden en roemen boog de versterkende inademing van frisse'ie lucht in bosch eii beemd, als de thermometer eenige graden beneden het vriespunt is gedaald. Strengt d<> winter, zwieren over vaart en plas, in eenj spanne tijds afleggend den langen weg, welk een genot! Kn als de gelegenheid gunstig .a een sledetocht iu lichtglijdende ar, getrokken door het vlugge ros dat met klingelende bellen reeds van verre du dorpsjeugd be wonderend doet samenscholen, is l et ni-, t aangenaam en bekoorlijk ganscii zeer? Xekerlijk is het dat. Wie in duü'el en bont sneeuwbui en hageljacht kan tarten, wie niet bezorgd behoeft te zijn voer diii dag van morgen, voor hen zeg ik is i ok de winter een welaangename tijd en rijmelaars als lirester, de winter vergoder bij uitnemend heid, vinden onder hen allicht bewonderaars. Maar er zijn ook anderen, minder bevoor rechten, helaas, nog wel het overgroote deel, die eiken komenden winter met angst ver beiden, omdat hij voor hen is altijd en w e er aan het schrikbeeld van kommer en ellende, van ontbering en nijpend gebrek. Als het iu Friesland begint te winteren hangt-het van den tijd waarop de vorst invalt groi tei> deels af of werkeloosheid met den aankleve van dien enkele weinige weken het hoof! kan worden geboden. Immers, in den voorwinter is bij vele arbeiders de kelder nog, min of meer gevuld met aardappelen, die z!.j op kleinen huurakker na langiuige dagtaak zelf gepoot eu geteeld hebben. Ook l>lijkt dan nog wel bij de meeden eene kleine spaarpenning aanwezig, weggelegd voor den kwaden dag, die geregeld terugkeert, Maar anders wordt het wanneer in het laatst van Januari of begin van Februaii de aardklnit hard wordt en stroom en meer \eilige ver keerswegen aanbieden. Dan is de winter in talrijke gezinnen een koning der verschrikkinge, die met ijzeren hand oumeedoogeii'l zijne slachtojlers uitkiest. \Vant de kelder is leeg en lang rj;eds uitgegeven aan bakker en winkelman wat restte van de spaarzame verdienste in betere dagen. Inderdaad, in die stonden is het leven dubbel hard t n wordt er armoede, geleden, ixnuoi.de waarvan velen deu omvang slechts bij benadering kunnen aanduiden. De losse" arbeider, want hem heb ik op het oog, biedt zijiie diensten heel het jaar door aan bij hen, die van zijn werkkracht gebruik wenschen te maken. Zijn vaste" kamer -.ad is er in zooverre beter aan toe, dat hij twee-en-vijftig weken ook tweeenvijftig w^ken mag wei-ken in dienst van don boer die hem exploiteert, werken, vaak niet den halven Zondag er bij. Ja, en 's winteis nooit later dan 's morgens klokke vijf, 's zomers altijd aanmerkelijk vroeger. Daarvoor ontvangt bij een loon, dat vtrieert tusschen ."> en (j gulden 's weeks, 't laatste bedrag ! echter bij uitzon lering. Deze meii.-'chen krij gen natuurlijk geene bedeeling, alleen bij l ziekte en tijdelijke invaliditeit, waardoor het gezin de wekelijksche verdienste mist, wordt daarvan afgeweken. Dit slavenle.'cn, door gebracht in zwaren, vennoeienden arbeid, van iiii-uwjaarsnior^ou tot oudejaarsavond, l biedt zoo weinig aanlokkelijks, zelfs in het j ooi.' van den behoeftige, dat men er noode l toe o/ergaat. ,,'n Hoppeslaoh" (buitenkans) i met eenigszins ruimere verdienste, de vaste | arbeider behoeft er niet op te rekenen; hem | bindt een vast accoord, waarvan zelden wordt afgeweken. Is het vreemd, dat velen dan maar liever los" blijven? ,,'n Fèst arbeider bat 'n houiielibben ' zeegen zij en dccbs bliuwt 'r altiid bij de a''. Ei, daar schni t j veel waars in dat gezeg Ie en hoe deze lieden, vaak gezegend met een talrijk kroost, rond komen is een vraagstuk, dat de oude Bartjes, hij mojte nog zoo'n bolleboos in het rekenen geweest zijn, bezwaarlijk had kunnen oplossen. In de laatste jaren is de loon.-tandaard gerezen, dat feit kan niet geloochend worden. i Moge zij ook den vasten arbeider min i/f ? meer ten goede zijn gekomen, den lossen ; werkman om voor de bami liggende redenen i nalKurlijk nog meer. Met dat al is de uiti keering nog steeds verre van evenredig aan | den arbeid die verricht wordt, al geef ik i gaarne toe, dat tal van werkgevers vaak be zwaarlijk hooier kunnen gaan, gedrust a!s zij worden door de van jaar tot jaar stijgende huurprijzen der wei- en bouwlanden. Hou dit evenwel ook zij, een goed deel van het jaar beeft de losse ar beider een groot er week loon bij eenigszins mildere levensvoorwaarden. 's Zondags is hij in elk geval een vrij man, een dag dien l.ij desverkiezende slapende iu huis of kerk rnag doorbrengen en dat is al veel. Kn in de week weet hij allicht een paar uren af te zonderen om zijn kleinen j akker te verzorgen, /oo gaan voorjaar, zomer en heifst heen en als hij geregeld werk heeft gevonden wordt niet zelden een luttel bedrag weggelegd voor den winter. Veldarbeid is in dat getij van weinig beteekenis; er dient dus naar andere bezigheden rondgezicn Iu de kleistreken vinden velen in het bewerken i van vlas dan nog een sober bestaan, dat l en, i zij het ook half en half hongerlijden 1. door j den donkeren tijd heen helpt. Kn zij doelen in het voorrecht, dat ze af en toe een zak vol ..sjudden" (gebroken vlu'stenge'.s) mee naar huis mogen nemen, een equivalent voer turf,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl