Historisch Archief 1877-1940
DEAMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1440
in een der laatste nos. van het Weekblad
van hft.ftecht alle aanleiding seeft.
Wat $oeh is het geval ? Wanneer een
arbeidei* meent, dat hem van wege het
Bestuur der Rijksverzekeringsbank niet ot'
niet ten volle recht wordt gedaan, hij meent
hoogere of langere uitkeering te moeten
hebben, of iets dergelijks, dan gaat hij in
beroep. Al is zijn briefje aan den Raad van
Beroep nog zoo informeel, de President helpt
hem gewoonlijk wel terecht. En de, in het
laatste jaar allerwege opgerichte Bureau's
voor Arbeidersrecht, met een geroutineerd
ontwikkeld arbeider als ambtenaar, of an
der? de Plaatselijke Commissie, staan hem
bij wat bij de eenvoudige procedure zeer
wél mogelijk is om zijn rechten te ver
dedigen.
En meermalen met succes! Doordat aldus
de arbeider of zijn vertegenwoordiger in
de gelegenheid is, al de omstandigheden en
bijzonderheden te zijnen gunste vóór te
brengen, wint hij meermalen zijn proces,
wat voor hem niet zelden een geldelijk
voordcel van langen duur. soms voor zijn
geheele leven, beteekent.
Maar er staat hooger beroep open voor
beide partijen bij deu Centralen Raat van
Beroep, die te Utrecht zetelt, en de Rijks
verzekeringsbank maakt bijna in al do ge
vallen, die nogal iets beteekenen, van dat
recht gebruik. En veelal niet op nieuwe
gronden, maar op dezelfde gronden, die
retds in 't eerste geding zijn aangevoerd.
En dat niet zonder succes: het aantal
gevallen, waarin de Centrale Raad de uit
spraak van een Raad van Beroep vernietigt
en de beslissing der Bank bevestigt, is
enorm groot!
Van de, over het jaar 1903, door het
Bei-tuur der Rijksverzekeringsbank inge
stelde beroepen bij den Centralen Raad,
werden (>(> pï't. lesïist ten gunste der liunk!
Van alle beroepen werden 50 pCt. gegrond
verklaard!
Dit ten betooge, van hoe enorm veel be
lang voor de arbeiders de behandeling
deizaken voor den Centralen Raad is!
En nu is de nadeelige positie voor de
arbeiders deze, dat ze veelal in de onmoge
lijkheid zijn, zich voor den Ceutrulen Raad
te doen vertegenwoordigen! Zeker, elke
arbeider, die een beroep instelt, of tegen
wien door het Bankbestuur beroep is inge
steld, kan naar Utrecht komen, om zijn
belangen voor te dragen. Maar uit den aard
der zaak bopt het geschil in den regel
'over wetsinterprelatie,ol'in elk geval moeten
argumenten aangevoerd worden, waarmee
de gemiddelde arbeider, tegenover een
college van uitsluitend juristen, niet ver
trouwd is. Hij staat er, als hij 't al de
moeite van de reiskosten waard vindt en
als hij de reiskosten bij elkaar kan brengen,
met den mond vol tanden." Een gewoon
verschijnsel is dan ook, dat de werkman
in den regel niet naar Utrecht gaat!
De werkman mag iemand naar Utrecht
afvaardigen, maar rechtsgeleerden zijn daar
voor in-den regel niet te vinden, omdat de
arbeilers daarvoor geen cent honorarium
kunnen betalen, en de ambtenaren der Bu
reau's voor Arbeidsrecht moeten toch ook
eenige vergoeding hebben, of minstens
reisen verzuimkosten. En welke arl ei Ier die
in zulke omstandigheden verkeert, en dus
reeds armoede heeft, kan zooict-; betalen:"
Zóó blijft in dm reijel de, arl/eider root'
den Cetih'a'.en Rand, H'ttur omjere.er l de
zaken r-um eeniije beteekenis dienen, zonder
eenlt'ditjiny.'
De Rijksverzekeringsbank echter niet: een
harer hoofdcommiezen, een rechtsgeleerde, is
bij elke zitting van den Centr.Raad aanwezig,
en in hem, die bovendien door zijn voort
durende bezigheid op dit gebied een buiten
gewone routine verkrijgt, heeft het Bank
bestuur een bekwamen verdediger, de
arbeiders een gevaarlijke tegenpartij!
Uit deze, voor de arbeiders zoo volkomen
onbillijke verhouding, is het m.i. a Heen te ver
klaren, dat zulk een groot aantal processen
die voor de Raden van Beroep gewonnen
zijn, voor den Centralen Raad weer verloren
gaan, en zij dan ook, nu dit feit meer en
meer blijkt, met schrik en beven", de
mededeeling ontvangen, dat er door het
Bankbestuur hooger beroep is ingesteld!
* *
*
Nu zou men kunnen zeggen: maar de
arbeiders kunnen gerust en mot volle ver
trouwen afgaan op het oordeel dier rechters !
En ik wil gaarne verzekeren, dat ik niet
den geririgston twijfel koester aan den
rechtvaardigheidszin van dat hoogc colloge. Maar
?wanneer men 7.00 geheel daarop vertrouwen
kan, zonder mér, waarom bestemt dan het
Bankbestuur n zijner ambtenaren geheel
.allén voor dat werk ': En wanneer het voor
de Bank van belang is, zich aldus, en nog
wel door een geroutineerden rechtsgeleerde,
te doen vertegen wo >rdigen, is het dit dan
niet voor den arbeiders:1
Zelfs de president van den Centralen Raad
heeft blijkbaar reeds lang deze onbillijkheid
voor de arbeiders gevoeld, en een poging
willen doen, daarin te voorzien, blijkens
onderstaand stukje in het laatste no. van
het Weeklilwl t:«i< het, Ji'rr/if, wat mij aan
leiding gaf, do welwillende redactie om
plaatsruimte te verzoeken voor dit artikel:
In hare vergadering van '23 September liMK>
besloot de Orde van Advocaten te Utrecht
niet over 1e gaan tot regeling van kosttloozen
rechtsbijstand voor onvermogenden bij de
behandeling van gedingen voorden Centralen
Raad, uit overweging, dat ook dat deel der
armenverzorging behoort tot de zorg van den
Staat en de regeling daarvan derhalve is de
taak der regeeriug. Naar wij vernamen richtte
nu de griffier van den Centralen llaad van
Beroep met machtiging van ilen voorzitter
van dien Raad de vorige maand een schrijven
tot de individueele leden der Utrechtsche
balie, het verzoek inhoudende oni mededee
ling te willen doen, of zij bereid waren aan
onvermogenden, door of namens wie dit ver
zocht werd, kosteloos rechtsbijstand bij de
behandeling hunner zaak voor den Centralen
Raad te verkenen. Het voornemen was dan
de leden der balie, die zich bereid verklaard
hadden, beurtelings naar gelang de aan
vragen zouden worden gedaan tot de ver
leening van bun bijstand uit te noodigen.
Dit schrijven heeft een onderwerp van be
spreking uitgemaakt in eene vergadering van
de Orde. liet besluit, daar genomen, was,
dat het wenschelijk zou zijn, indien ieder,
die de bedoelde missive had ontvangen, daarop
in gelijken zin zou antwoorden en wel, dat
hij zich aan het vroegere besluit der < >rde
wenschte te gedragen. Zijn wij goed ingelicht,
dan is ook inderdaad in dien zin geantwoord
en dus de poging van den griffier zonder
gevolg gebleven."
Aldus is de poging van den presi
dent, om aan déze onbillijkheid voor de
arbeiders langs particulieren weg tegemoet
te komen, afgestuit op... Ja, waarop:1 Dat
weten we thans nog niet! Waarschijnlijk
gevoelen de Utrechtsche advocaten geen
lust om pro deo soms zeer belangrijke ge
dingen, waarmee maanden en maanden soms
verloopen en veel onderzoek, ook in loco,
gemoeid kan zijn, op zich te nemen. En
zoo eenigszins laat zich dat begrijpen.
Dat de Utreehtsche Orde het wil zien
gerubriceerd onder Staats-Annenzorg", is
een misschien goede bedoeling met een heel
leelijk woord, Met hetzelfde re,:ht als waar
toe zij do armen, die rechtsbijstand nooJig
hebben, verwijzen naar de Staats-Armen
zorg", zou men ook de opleiding van de
rechtsgeleerden kunnen noemen ten deele
Staats-Armenzorg", indien men in aanmer
king neemt, hoeveel elke student aan den
Staat kost. Maar inderdaad heeft toch hun
verwijzing naar den Staat een precedent: De
missive van de Pruissische Ministers van
Binnenl. Zaken en Handel aan de civiele
ambtenaren, om op 't Gemeentehuis door
bepaalde ambtenaren de gelegenheid te ver
schaffen, om aan onbeuiiddelden alle moge
lijke inlichtingen en hulp te verschaffen
over aangelegenheden, de Verzekerings
wetten betreffende.
De Duitsche arbeiders hebben echter deze
Staatshulp niet van noode : hun
vakvereenigingen en Arbeidssecretariaten hebben te
Berlijn een Centraal Arbeids-Secretariaat
gesticht, waarin eenige personen zijn ver
bonden, goed gesalarieerd, die voor de ar
beiders in zaken voor de hoogste instanties
optreden.
Maar kier is het zoover nog niet, en het
naakte feit is, dat de arbeiders, die in naam
door de Beroepswet hun volle rechten zien
gewaarborgd, inderdaad voor dit hoogste
colleges tegenover do tegenpartij in den
regel weer loon staan.'
Het is een belangrijke zaak, want wanneer
deze toestand blijft voortduren, zal ook /*/>/?
weer wantrouwen ontstaan in de
arbeiderskringen, wat voor den goeden invloed der
Ongevallenwet zér nadeelig kan zijn, en
door niemand gewenscht kan worden. Hu
liet zal de bedoeling der Beroepswet, met haar
sterk en uitnemend sociaal element, ten deele
illusoir maken, tot onbillijke schade voor
de arbeidersklasse! liet zal een nieuw voor
recht scheppen voor wie ije.ld hebben, waar
voor ik nu reeds tal van voorbeelden uit
eigen ondervinding weet aan te halen!
Rotterdam. l!. SIMF.K.MAX.
Emigratie en Kolonisatie.
Emigratie van ,/arti's Oin'/n ca/kiut/ en
Aolonti>(t,fi<j (fct' Jïnid"»[tt'zitlhi</i'it. door
11. C. KKKKKAMI-. Amersfoort, liriiia
A. H. van CleeJÏ11)04.
Laat in den avond ontving ik het hier
boven aangeduid boekje, waarin de schrijver
daarin geheel buiten zijn militair beroep
gaande ? aantoont, dat we ruim '.'M) milliot-n
galden moeten zien bijeen te brengen voor
liet dubbele doel : Java van zijn overbevolking
blijvend te ontlasten en met dat surplus van
Javanen de Bnitenbezittingen te kolonixeeren.
Het is kwaad voor een goed vaderlander
mot zulke zware Indische nooden den nacht
in te gaan.
Op mijn legerstede kon ik dan ook den
slaap niet vatten ; de berekeningen van de/en
cijferaar, verbonden aan die van andere, die
voor bovenaangedu.il doel nog veel meer
geld verlangen van Nederland, ze bielden
mijn brein werkzaam en in angst voor de
toekomst van ons noodlijdend Jndië, kreeg
ik akelige visioenen. Ik zag ze voor mij
heengaan in levenden lijve, fjeduidetide man
nen uit onze Indische geschiedenis. Coen,
van l ui hou', Maetsayker en van Jiiebeek
hoorde ik zelfs spreken over kolonisatie;
weer andere kolonisatie dan wij willen.
Xa die statige, krachtige figuren in fluweel
en met kanten lubben en jabots, sommige
met lauwerkransen om de, slapen, enkele
riekende naar zwavel, kwamen gerokte man
nen, uit hun holle ooggaten sprak nog de
bestuursernst en in het voorbijgaan klap
perden ze met hun gebeente. Toen kwamen
zwakkere wezens in gekleede jas en met heel
andere gezichten dan de stoere, die nu, reeds
ver van mij, langzaam en ordelijk liepen, als
in een lijkstoet. Soms verbeeldde ik mij, Jat
ik het kleppen van de doodsklok hoorde,
maar een lijk zag ik niet dragen daar voor
de voorsten uit, toen ik in mijn ijselijken
angst het even waagde den kant uit te kijken
waar aan den spits van den stoet Houtman
ging naast de ijzeren vlootvoogden, die de
eerste banden mei Indiëknoopten. Ik vond bet
zoo akelig om op al die gezichten en
doodsj hoofden zoo duidelijk du ontstemming te
zien afgeteeken l over het feit, dat het uit
zijn aard zoo rijke Indië. schier hopeloos in
nood zijnde, veid geM en veel hulp moet
vragen aan Nederland. Half verstijfd van
angst, dacht ik «lat die spoukgostalten kwamen
om al die. huidige geschriften, waarvan er
o schrik ! zooveel op mijn tafel lagen:
Kerkkamps boekje bovenop.
Ik vloog uit mijn bed en nam alles waar
hooge reddingscijfers in voorkwamen en borg
Je boel onder de dekens en wachtte daar bet
einde van het spookuur. Goddank, daar gingen
de twee laateten voorbij. Achter uit de jas
panden van een hunner... doch wat kon 't
mij schelen; ze waren al weg; alles was
voorbij; 't was uit!
Het mocht wat ! O mij, rampzalige ; daar
kwam rne de heele bende terug. Ze dansten
en sprongen om mijn bed. Een hunner, dor
en droog van gelaat, die bij zijn leven prin
cipes had omtrent arbeid en zaligheid voor
den Javaan en kennis van koilie, danste
vooraan, daarbij telkens groot er en grooter
aantallen millioenen noemende: hij sloeg
kuiteiitlikkers dat de panden van zijn rok
lustig opzwierden, dat de hooge zijden hoed
hem in den nek schooi' en met zijn
ouderwetsche parapluie sloeg hij de maat, als het
koor van historische personen, die ecu wilden
ronde lans om mijn leger uitvoerden, telkens
bet refrein zong, dat mij zoo gruwzaam en
ijselijk toeklonk in dien nacht:
AVie zal dat betalen
Zoete liuve Gferretje.
Dat referein der gelukzaligen en der demo
nen, die bij hun It-veii koloniale specialiteiten
waren, weerklinkt thans bij dag nu ik
alleen ben met de onzen tijd teekeneii Ie
boekjes en geschriften in mijn geert en
nieuwe vrees vervuit mij als ik denk, dat al
dat geld, eonmial gevonden, kwaad geld zal
kunnen worden,
Het werkje van den heer Kerkkamp, zeer
bescheiden van omvang, maakt een gunstigen
indruk. Duidelijk is het deu lezer, dat het
de vrucht is van ernstig denken over het
onderwerp, ook over de bezwaren en
inoeielijkheden, die zich bij de uitvoering van deze
hoogstbtóduidende nieuwigheid kunnen voor
doen. Nu en dan geeft de schrijver
behartigingswaardige wenken en wijst hij
opgrondwaarheden. die gelden bij zulk een emigratie
en immigratie.
In verschillende Europeesche talen is veel
geschreven over emigratie en kolonisatie;
over uitwijking en nederzetting onder de
bizondere omstandigheden ald wij die voor
hebben, nog betrekkelijk weinig en natuur
lijk alleen door Nederlanders. Over dit on
derwerp zal dus nog veel moeten geschreven
worden, zeer veel geschreven; eene aange
legenheid, zoo hoogst gewichtig als deze,
eischt, dat ze van allerlei standpunt van alle
kanten beschouwd wordt. Op het belang er
van behoeft men dan niet meer te wijzen,
wel op de gevaren van niet-slagen, die er
zijn als zoovele klippen, waarop het te bou
wen sjhip de reddingsboot?kan stooten
en te gronde gaan.
Wat enkele zeer voorna"ne hoofdzaken aan
gaat zijn de kansen op welslagen ztker zeer
gunstig. Terreinen, daar aan Java's overwal
heeft men inaar voor het kiezen ; aan vrucht
baarheid van die tliaus nog altijd
oeconomische woestenijen ontbreekt het niet en in de
landschappen, waar geïmmigreerd zal worJen
vindt de Javaan behalve het klimaat vee!
Jat hem het verblijf daar vrijwel gelijk kan
maken aan de beleving, die liij op Java bad.
Javanen om te emigreeren zijn er ook in over
vloed en wel als opluchting van het met sterke
overbevolking bedreig Ie vaderland, maar de
geldkwestie en de nog grooter maar" of het
wel kunstmatig zou kunnen geschieden, wat
naar mijn oordeel op zulk een wij/.e nioeielijk
zal gaan, dat zijn dingt n, waarover het goed
zelfs zeer noodig zal zijn, dat nog velen
hun licht doen schijnen, alvorens de koorden
van de beurs kunnen wordin losgemaakt
voor datgene wat zoo licht zal kunnen zijn
een fa.ilure" ; dan een failure van belang.
Inmiddels, de heer Kerkkamp beeft al vast
zijn contingent geleverd. Niet alleen theore
tische beschouwingen en praetische wenken
geeft hij, maar ook globale berekeningen van
kosten, een voorloopig reglement op het be
heer der op de 13. B. op te richten landbouw
kolonies en diverse plannen, o. a. voor een
leening en een voor de schnltldelging.
Millüaire otlicieren hebben op civiel terrein
in ons Indiëdikwijls verdienstelijken arbeid
verricht; de hoofdman over honderd," die
bet bier be.fprokt-n werkje samenstelde, beeft
[ zich bij het groote publiek verdienstelijk ge
maakt door het op dui lelijke en klare wijze
eenig denkbeeld te geven, van wat men ten
de/a: wil en hoe niun dat zou kunnen uit
voeren. Nuiir mijn oordeel is liet boekje van
den heer K. zeer lezenswaard, ook voor hen,
die studie hebben gemaakt van het nieuwe
grootsche idee, maar vooral voor de groote
massa leekeu, die hier in een klein bestek
zullen kunnen kennis maken dus oji een
voor hen zeer gemakkelijke wijze meteen
zaak der toekom.-t, die hidie kan redden
uit den nood en Nederland als koloniale
mogendheid beduidend opbeli'ni, maar die
Ook voor beide een teleurstelling kan worden
bij de gedachte waaraan men reeds zou kunnen
huiveren.
liet denkbeeld om Java van zijn overtollige
bevolking te ontlasten en daardoor de
Buitenbe/.ittiugen lot welvaart en ontwikkeling te
brengen, het is een prachtig idee. G >ed
aitgevoerd kan het zijn een reddingsmiddel
u doubléusage., kun het ons in handen geven
een mes dat atn beide kanten hout snijdt.
Ik vrees echter dat we al begonnen zijn het
schip De Hoop" van meet af aan in ver
keerde richting te sturen, liet al te veel
kunstmatig te werk gaan, waar een duw den
goeden kant uit den loop der zaken een
natuurlijk spoor zou kunnen doen volgen, sluit
in een zaak als deze allicht de mislukking
in. De tegenwoordige Indische liegeeriiig
is verstandig en voorzichtig .Mogen deze
kalme deugden in deze aangelegenheid wer
ken als een palliatief tegen al te boete idealen.
aan de schepping waarvan de schrijver van
ons boekdeel zich trouwens niet al te veel
bezondigd heeft.
's-G r a v e n h a g e, '2',} December 1004.
H. R. KOOKMAAKEI:.
Alleeiilieerschcr y.
(icon bitterder ironie, d;in die be
sloten ligt in dit woord, tooge'nist op
den czaar van Rusland.
Alleenheerschor, juister 2<"//'hecrseh,er,
autocraat, wie is liet ooit geweest'?
\Vic is machtiüen sterk, en aanmatigend
genoeg geweest, om steeds /jjii eigen wil
i niet slechts als wet te, stellen, maar ook
als wet te doen eerbiedigen en
gehoory.'imcn ? Men moet waarlijk teruggaan
tot den -sprookjo.stijd 0711 te kennen tot
de consequente doorvoering van de alleen
heerschappij, die slechts in h;i;ir patriar
chaten vorm en op /eer kleine schaal
toegepast ecnig recht van bestaan, of
liever eene verontschuldiging voor haar
bestaan kon hebben.
.Rusland is in vele opzichten nog een
sprookjesland, maar het sprookje is niet
liefelijk en niet schoon. I u de verhouding
tiisschon liet dom gehouden en als onmon
dig behandelde volk en den onbeperkten,
door gcencrlci eonstitutioneele
voorsehriften gebonden boerseher ligt iets ubjects.
iets terugstootoiids, iets dat ons
\VestKuropcancn met medelijden en afkeer
vervult, lloo kunnen 'm onzen tijd zulke
toestanden nog bestaan r1 vragen wij ons af.
Mier lieefr het geloof langen tijd won
deren gedaan. Het eenvoudige, onont
wikkelde Russische volk gelooft in veler
lei dingen, maar bovenal in den czur,
die traditie en dogma tegelijk in zich
veroenigt en die met den
kinderlijkvertrouwenden naam van vadertje'1
wordt aangesproken. Wat eertijds van
een machtiger dan de e/ar werd getuigd :
..\Acrp n w bekommernis op Hem, en
Hij zal hot goed maken", is de gedachte.
die den lïiissischcn moedjik bemoedigde,
als hij in zijn kommorlijk bestaan telkens
voor nieuwe en pijnlijke raadselen stond:
ons vadertje, de groote cza.r, weet wat
goed voor ons is en zal het voor ons
goed maken.
En nu is dit vertrouwen geschokt,
niet voor de eerste maal, maar ernstiger
dan ooit.
* *
De oorlog met Japan heeft ook den
minst ontwikkelden in Rusland de oogen
geopend. Op de jammerlijksto wijze is
aan de dwaze eu roekolooze
voorspiegelingeu eener gemakkelijke rrverwinning
de bodem ingeslagen. Do Russische vloot
in de Oost-Aziatische wateren is vernield;
het [{iirisisehe leger, na nederlaag tip neder
laag, tot Moekden teruggedrongen; ten
slotte is Port Arthur, liet onneembare,
gevallen. Hot Oostzee-eskadcr, tot ontzet
van l'ort Arthur uitgezonden, zwa.lkt doel
loos rond. En die slagen zijn aan Riishind's
prestige toegebracht niet door eene coalitie
van Europcesche groote mogendheden,
zooals in den Krim-oorlog, maar door
hot geminachte Japan.
Dat gaf te denken, l.'it alle doelen des .
lands gingen stemmen op tegen een
régime, dat op zoo roekeloozo en onver
antwoordelijke wijz.c van Rusland zware
offers eischte in geld en bloed, en op
geen enkel succes kon wij/.en, dat die
offers, al was het maar ton dee e, recht
vaardigde. Eerst kwamen de
iiitelloctueelen" aan het woord. Maar de stu
denten, die hervormingen eisehren, joeg
men met den knoet uiteen ; de Zemstwo's,
die het kleine vonkjo zelfstandig politiek
leven in Rusland tot een bescheiden
vlammetje trachtten aan te blazen, werden
afgescheept met eene barsehe weigering,
om hunne weinschen zelfs iu overweging
te nemen.
Toen kwam er beweging in de volks
massa's. Een werkstaking in enkele
fabrieken te St. Petersburg gaf de aan
leiding. Onder den loodzwaren drukvan
een despotisch absolutisme dit is geen
ploonasmo, want een verlicht absolutisme
is denkbaar en, voor korten tijd,
bestaanbaar formuleerden de arbeiders eischen,
die veeleer van politieken dau van
economisehen aard waren. ,. W ij zijn ellendige,
gesmade slaven," - -- zoo werd in hun
verzoekschrift aan den c/.ar gezegd.
verstikt door despotisme on willekeur.
Toen de grenzen van ons geduld bereikt
waren, staakten wij deu arbeid en ver
zochten onzen meesters, ons datgene te
govcn, zonder hetwelk het leven eene
kwelling is. Maar alles, wat wij vroegen,
werd geweigerd; dat alles was, volgens
de meening der fabrikanten, onwettig."
liet was van algcmcone bekendheid,
dat de arbeiders voornemens waren, den
ezar hun ver/, lekschrift persoonlijk in het
"Winterpaleis te St. Petersburg te
overI hundigen. En zoo weinig hadden z:j aan
geweld gedacht, dat /.ij op deu tocht uit
de arbeiderswijken naar do residentie
va.n hun vadertje" vrouwen en kinderen
medenamen.
Het antwoord der rcgeering was een
moorddadig geweervuur, dat duizenden
slachtoffers maakte.
Korst daarna zijn de arbeiders ook
hunnerzijds overgegaan tot daden van
i geweld, gelijk die aan den vooravond
van elke revolutie voorkomen. Maar de
uitdaging wasonmensehelijkeii gruwelijk.
* *
*,
< )p den bloedigcn /omlag was de ezar
niet iu het winterpaleis te St. Peters
burg. Hoogst waarschijnlijk is do
alleonI heerscber de eenige geweest, die van de
| vreedzame bedoelingen der
pentionneo| rende arbeiders niets beeft geweten.
Mi-a zegt den ezar slechts wat men noodig
vindt bom te vertellen. en dit is
slechts bij uitzondering de waarheid.
M i-n heeft hem beduid, dat hij de span
ning slechts zou vorgrooton, door per
soonlijk met do manifestanten in aanra
king te komen. En do alleenlieerscher
heeft toegegeven, en is naar het slot
van Tsjarskoje-/elo getrokken. Kn reeds
wordt, gemompeld van ecu vertrek naar
(iatscliinn, van waar het keizerlijk jacht
den alloeulieoi'scher zou kunnen overbren
gen naar het veilige hof' van deu ouden
koning Uhristuwn te Kopenhagen.
Jntusschon zijn uit Tsjnrskojo-/elo
reeds eetiige keizerlijke besluiten afge
zonden, (ïrootvorst Wladimir, de leider
van de familie-regeeriug der grootvorston,
die den ozar feitelijk onder voogdij houdt,
is tot militair gouverneur van do hoofd
stad benoemd, en daarmede is de reactie
| in haar allerscherpsteu vorm gesanctio
neerd, (ieneraal Trepow, de beruchte
directeur van politie uit Moskou, kreeg
tegelijkertijd zijn benoeming tot., burger
lijk" gouverneur van St. l'etersburg. De
alleenheersehor" mag toezien, en dank
baar zijn, dat men zoo goed op hem past.
(feen haar van zijn hoofd zal worden
gekrenkt. Wat wil hij meer:' Regiment
op regiment wordt naar St. Petersburg
ontboden. Talrijke arrcstatiën hebben
plaats, zoowel van intelleetueeleii" als
van arbeiders. Het schrikbewind, van
bovenaf, is in volle kracht, /al het
moeten wijken voor een schrikbewind
van onderen fif?
Do oz;)f wordt door lieden, die hem
sints langen tijd en van nabij kennen,
afgeschilderd als een beminnelijk en wel
willend man, maar van nature eenigsziiis
schuw en verlegen. Als eenzaam burger
kan men hot met die eigenschappen wel
doen; maar den autocraat, den
oubeperkten heerschor over vele millioenen,
moeten andere eischen worden gesteld.
Toch zou de ozar, met zijn vele goede
eigenschappen van hoofd eu hart. een
goed vorst kunnen zijn, wanneer hem
een bekwaam, eerlijk en vooral belange
loos raadsman ter zijde stond. Maar de
overheerschende invloed van de
IWaiiliecliek der grootvorsteri, die bij het behoud
van het absolutisme het grootste belang;
hebben, en van de keizerin-moeder, dio
een steunpilaar is van de reactie en de
vriendelijke en verlichte czarina geheel
naar den achtergrond dringt, hebben de:i
goedgezinden maar zwakken
alleenheerselier" gemaakt tot den meest
afdankelijken va.n alle Russen.
Waarlijk, deze alleenhecrschor" is
een beklagenswaardig man en verdient
medelijden meer mogelijk dan c!o>
dooden, die het slachtoffer werden van
zijn zwakheid. Onmacht bij zoo groot-j
schijnmacht is een vloek.
ijmitiiiiiiiMiiiiMMiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiMiiitiiiiiiiiiimmimiitiiiimiiiiiiilNI
'> aanac
De ariërs in Friesland als bet wintert!
Dichters en prozaschrijvers hebben irumer
getracht het wintergetij van den KOunigen
kant te bezien, /ij /ijn verrukt over de
schoonheid van het landschap, wanneer maag
delijke sueeuwv.okken stil en zacht huis en
hof en wei en akker met stnetteloes wit
bekleeden en roemen boog de versterkende
inademing van frisse'ie lucht in bosch eii
beemd, als de thermometer eenige graden
beneden het vriespunt is gedaald. Strengt d<>
winter, zwieren over vaart en plas, in eenj
spanne tijds afleggend den langen weg, welk
een genot! Kn als de gelegenheid gunstig .a
een sledetocht iu lichtglijdende ar, getrokken
door het vlugge ros dat met klingelende
bellen reeds van verre du dorpsjeugd be
wonderend doet samenscholen, is l et ni-, t
aangenaam en bekoorlijk ganscii zeer?
Xekerlijk is het dat. Wie in duü'el en bont
sneeuwbui en hageljacht kan tarten, wie
niet bezorgd behoeft te zijn voer diii dag
van morgen, voor hen zeg ik is i ok de
winter een welaangename tijd en rijmelaars als
lirester, de winter vergoder bij uitnemend
heid, vinden onder hen allicht bewonderaars.
Maar er zijn ook anderen, minder bevoor
rechten, helaas, nog wel het overgroote deel,
die eiken komenden winter met angst ver
beiden, omdat hij voor hen is altijd en w e er
aan het schrikbeeld van kommer en ellende,
van ontbering en nijpend gebrek. Als het
iu Friesland begint te winteren hangt-het
van den tijd waarop de vorst invalt groi tei>
deels af of werkeloosheid met den aankleve
van dien enkele weinige weken het hoof!
kan worden geboden. Immers, in den
voorwinter is bij vele arbeiders de kelder nog,
min of meer gevuld met aardappelen, die z!.j
op kleinen huurakker na langiuige dagtaak
zelf gepoot eu geteeld hebben. Ook l>lijkt
dan nog wel bij de meeden eene kleine
spaarpenning aanwezig, weggelegd voor den
kwaden dag, die geregeld terugkeert, Maar
anders wordt het wanneer in het laatst van
Januari of begin van Februaii de aardklnit
hard wordt en stroom en meer \eilige ver
keerswegen aanbieden. Dan is de winter in
talrijke gezinnen een koning der
verschrikkinge, die met ijzeren hand oumeedoogeii'l
zijne slachtojlers uitkiest. \Vant de kelder
is leeg en lang rj;eds uitgegeven aan bakker
en winkelman wat restte van de spaarzame
verdienste in betere dagen. Inderdaad, in
die stonden is het leven dubbel hard t n
wordt er armoede, geleden, ixnuoi.de waarvan
velen deu omvang slechts bij benadering
kunnen aanduiden.
De losse" arbeider, want hem heb ik op
het oog, biedt zijiie diensten heel het jaar
door aan bij hen, die van zijn werkkracht
gebruik wenschen te maken. Zijn vaste"
kamer -.ad is er in zooverre beter aan toe,
dat hij twee-en-vijftig weken ook
tweeenvijftig w^ken mag wei-ken in dienst van don
boer die hem exploiteert, werken, vaak niet
den halven Zondag er bij. Ja, en 's winteis
nooit later dan 's morgens klokke vijf, 's
zomers altijd aanmerkelijk vroeger. Daarvoor
ontvangt bij een loon, dat vtrieert tusschen
."> en (j gulden 's weeks, 't laatste bedrag
! echter bij uitzon lering. Deze meii.-'chen krij
gen natuurlijk geene bedeeling, alleen bij
l ziekte en tijdelijke invaliditeit, waardoor het
gezin de wekelijksche verdienste mist, wordt
daarvan afgeweken. Dit slavenle.'cn, door
gebracht in zwaren, vennoeienden arbeid,
van iiii-uwjaarsnior^ou tot oudejaarsavond,
l biedt zoo weinig aanlokkelijks, zelfs in het
j ooi.' van den behoeftige, dat men er noode
l toe o/ergaat. ,,'n Hoppeslaoh" (buitenkans)
i met eenigszins ruimere verdienste, de vaste
| arbeider behoeft er niet op te rekenen; hem
| bindt een vast accoord, waarvan zelden wordt
afgeweken. Is het vreemd, dat velen dan
maar liever los" blijven? ,,'n Fèst arbeider
bat 'n houiielibben ' zeegen zij en dccbs
bliuwt 'r altiid bij de a''. Ei, daar schni t
j veel waars in dat gezeg Ie en hoe deze lieden,
vaak gezegend met een talrijk kroost, rond
komen is een vraagstuk, dat de oude Bartjes,
hij mojte nog zoo'n bolleboos in het rekenen
geweest zijn, bezwaarlijk had kunnen oplossen.
In de laatste jaren is de loon.-tandaard
gerezen, dat feit kan niet geloochend worden.
i Moge zij ook den vasten arbeider min i/f
? meer ten goede zijn gekomen, den lossen
; werkman om voor de bami liggende redenen
i nalKurlijk nog meer. Met dat al is de
uiti keering nog steeds verre van evenredig aan
| den arbeid die verricht wordt, al geef ik
i gaarne toe, dat tal van werkgevers vaak be
zwaarlijk hooier kunnen gaan, gedrust a!s
zij worden door de van jaar tot jaar stijgende
huurprijzen der wei- en bouwlanden. Hou
dit evenwel ook zij, een goed deel van het
jaar beeft de losse ar beider een groot er week
loon bij eenigszins mildere levensvoorwaarden.
's Zondags is hij in elk geval een vrij man,
een dag dien l.ij desverkiezende slapende iu
huis of kerk rnag doorbrengen en dat is al
veel. Kn in de week weet hij allicht een
paar uren af te zonderen om zijn kleinen
j akker te verzorgen, /oo gaan voorjaar, zomer
en heifst heen en als hij geregeld werk heeft
gevonden wordt niet zelden een luttel bedrag
weggelegd voor den winter. Veldarbeid is in
dat getij van weinig beteekenis; er dient
dus naar andere bezigheden rondgezicn Iu
de kleistreken vinden velen in het bewerken
i van vlas dan nog een sober bestaan, dat l en,
i zij het ook half en half hongerlijden 1. door
j den donkeren tijd heen helpt. Kn zij doelen
in het voorrecht, dat ze af en toe een zak vol
..sjudden" (gebroken vlu'stenge'.s) mee naar
huis mogen nemen, een equivalent voer turf,