De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 29 januari pagina 3

29 januari 1905 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1440 DE AMSTERDAMMER ^TEEKBLAD VOOR NEDERLAND. waarvan de rook heel de kleine woning door trekt en er straks een erg armoedig luchtje aan geeft. Ook zijn er die de kunst van fügelflappen" ('t vangen van vogels in slagnetten) verstaan. maar wijl daarvoor netten, opgestopte vogels en wat dies meer zij, noodwendig dienen aan geschaft is het betrekkelijk slechts een enkele, die liet bedrijf naar eisch kan uitoefenen. De vogelvanger wordt even goed op de klei als op het zand aangetroffen. Hij heeft het op den goudplevier voorzien, in Friesland wilster" geheeten, een vogel die 's winters op den doortocht vaak in groote vluchten over de lage kustlanden zijn weg vervolgt. Is hij een man volleerd in het bedrijf, met de leefwijze en gewoonten de'.er vogels ver trouwd, weet hij, oen noodzakelijke vereischte, op zijn lluitjen het smachtend, lokkend ge roep bedrieg'lijk na te bootsen, is hij een man van wien reeds Jacob Cats getuigt: de voghlaer op bedrieghen uyt den voghel lockt met soet gerluyt, 4» dan gebeurt het af en toe, dat ruime verdiensle dagen achtereen koude lijden rijkelijk vergoedt. Deze kleine vogels hebben eene marktwaarde welke wisselt tusschen 40 en 50 cent en nie", zelden geschiedt het, dat de man er 50, 60, ja, somwijlen 100 in n dag onder zijn net buit maakt. Dan, slechts en kelen houden er zich mee bezig en tevens zijn het niet de meest behoeftigen. Op het xand worden in het laatst van December of in het begin van Januari geregeld elk jaar terugkeerende, houtverkoopingen gehouden. Op deze verkoopingen nu kan men steevast den lossen arbeider aantreffen, vaak reeds een uur vóór de veiling een aanvang neemt. Een enkele maal was ik van wat er bij der gelijke gelegenheden omgaat getuige. Even als bij 't huren van losse landerijen door kleine boeren en koemelkers wordt ook hier door arme arbeiders tegen elkander opgeboden, dat het een aard heeft. De een gunt den ander niet, zoo hij het althans beletten kan, 't voordeel vnn eenig klein gewin. Zoo'n perceeltjen hout is voor den kooper af en toe een redmiddel om niet al te ra-! in on gelegenheid te komen. Hij heeft een jaar crediet en zoo hij slechts zorg draagt, dat het verschuldigde vóór de volgende veiling is aangezuiverd zal geen enkele notaris het hetn lustig maken, (jelukt het hem na loven en bieden vooraf heeft hij nauwgezet taxatie gehouden kooper te worden dan legt bij spoedig, soms reeds den volgenden dag, de bijl aan den wortel. Want, zooals ik zei, niet zelden moet het gekochte aan werk en verdienste helpen. De tijd toch aan vellen, kappen en hakken besteed, 't aantal uren met breken en binden van takkebossen door gebracht wordt beschouwd als loontrekkenden arbeid en de som, de geheele arbeid-sprijs, omgeslagen over en opgeteld bij het bedrag dat men particulieren, als koopers van eene kleinere of grootere hoeveelheid blokken, in rekening pleegt te brengen. Valt de winter vroegtijdig in, ik herinnerde er reeds aan, dan is de nood veelal rogiiiet dadelijk aan den man. Wie niet tijdelijk als houthakker dienst kan doen wordt door het burgerlijk armbestuur, doorgaans uit ruime keuze, tot baan veger aangesteld. Dat geeft wel niet eene schitterende belooning, ?0.40 per dag is niet veel, men heeft dan echter ook kans op de baancenten der schaatsenrijders, gaven die wel niet altijd even mild vloeien, maar toch op drukke dagen (weekmarkt of hardrijder-ij te Leeuwarden) een niet te versmaden voordeel opleveren Weet men het niet tot baanveger te brengen dan is er bij gesloten water, wanneer aile goe derenvervoer per as of slede geschiedt, nog wel eens gelegenheid de behulpzame hand oF&uiii&ton. HUWELIJKSREIS. DOOK J. S T E Y N K N. 'n Stille, 'n beef-stille zomernaeht. 'n Diep-donkero hemel, zwarte, wijde fuin van geheimenis, dicht, oerdicht begroeid met sterren, scbijnstille nachtbloemen van licht, voldragene en knoppen, wijd-weg glimmende lichtknoppen. En groot de maaniiloem daar middenin, de vrome maan-bloem, phosphorblauw van kroon en van hart, den glazenen kartel-stengel drijvend op het w ij e, water, 'n kom, reuzen kom van donkere woeling : de nacht-zee. De kimmenlooze, du spokige, de vreemd-stille nacht-7.ee. Door de klakkende golven, wereld van grimmelenden water-chaos, schuif', stampend de mail boot. In den druipenden mnanlichtvloed gaan sta'ig de vojrtgedragen masten door den hemel; als koningen gaan ze, wijzen uit liet. oosten, gericht in de wenkende sterren als-gidsen. Als 'n hoogbepakte kameel loopt het schip door de melkig-groene zee-woestijn, gedwee met z'n enormen rug onder balen en kisten gespannen. Door den \vijd-raggen nevelrook glijden ver-weg roode en groene en gele lichten, robijn-rood en glas groen, en fel geel, spuiten riggelendo stralen over het water, in 'n huivering zwenken de nabije lichten nader, worden vuren op grauwe sehepeurompen, doornen voorbij dan in schimmige ontastbaarheid. Stampend schuift de mailboot, grijpt stang het water aan met 'r schepraderen-als-vlerken, zwiept liet ver-onder weg, dat luiende schuimbloesems groeien. Als plomp-aange^ette schouders bonken de raderkasten erom heen. In den hoogsten mast, heel hoog, zit de wiud te zingen, 'n Mal-droeve wijs. Vol huivering is de zee, stollende huive ring van ruimte, eindelooze spanning van duizelend-omstaande hoogte der luchten, van vreemd-eentonigen waterduun. deuipig geklok, donderdof, 'n ver orkest, 'n groote troep kerels, die zingen. Stampend schuift de intiilboot, torst 'r vracht van kisten en balen en mensclien, mèiischen ook, elkaar-vreomden, bijeen nu op het schip midden in den hevig-wijden nacht, den vaal-hollen nacht van lacht en zee, lucht en zee. Ernstig-beweegloos op de brug staat de roerganger, den romp wat naar voren, de armen geplant op het stuurrad. Zoo lijkt z'n spokigo silhouet, 'n in-schouders ge ioken vecht-kerel, mikkend met z'n kop. die in den wind is gericht (iroepjes mensclien gaan pratend over het dek, Kijven wel stilstaan om even te kijken, even muur, naar de vreeselijke schoonheid om hen henen. te bieden, wat altijd iets geeft. En op Oudejaarsdag wordt, in vele dorpen omdeeling" gehouden. Burgerlijke en kerkelijke armbe sturen, ook de kerkvoogdijen hier en daar, reiken op dien dag liefdegaven uit, doorgaans in natura, in de eerste plaats aan hen die geen ondt-rstami genieten of slechts tijdelijk daarvoor in aanmerking komen. Anders en meer bedenkelijk wordt de toestand wanneer eerst in den na A-inter vaart en plas stremt. Dan komen reeds vroeg in den morgen de arme bewoners der heidestreken opdagen. Vaak alleen, maar ook wel bij tweeën en drieën tegelijk trekken zij het dorp binnen, kwansuis eenige geringe koop waar, schrobbers en heiiiebezems. met zich mee zeulend, den bedelzak op den rug, een stevige esoh toornstok in de hand. De achter hoede wordt gevormd door schooiende vrou wen en kin leren. En allen, jongen en ouden, krachtigen en zwakken, vragen om een aal moes. Zij hebben hunne vaste huizen waar ze nimmer ongetroost worden wegge/.onden, zij het ook, dat de gift niet groot is, waar de vragers vele zijn. n of ze 't elkaar kond doen, weet ik niet maar een feit is het, dat enkele dorpelingen geregeld worden over geslagen, anderen daarentegen zoo veel te beter in de gunst staan. Heel den kouden winterdag dolen zij rond, soms tot laat in den avond en hagelbui en sneeuwjacht houdt hen evenmin van het pad als stormgeloei en ruwe windvlagen. Deze invasie blijft voort duren tot veld en akker allengs den arbeid van veler hand eischen, maar nog lang daa'na houden enkele leden van het gild hun ge regelden ommegang. En dichterbij in eigen omgeving? Ook daar niet zelden armoede en gebrek. De kassen vnn armvoogdij en diaconie hebben het in dergelijke tijden /.waar te verantwoorden. Vooral de burger lijke armbesturen doorleven dikwijls menig onaangenaam uur Immers, de bedeeling geschiedt uit, den aard der zaak met niet te ruime bami. gebonden als men is aan regel en voorschrift. Wie op de begrooting der Friesche gemeenten 't inderdaad hoogst aan zienlijk bedrag nagaat, dat elk jaar tot leni ging der armoede wordt uitgetrokken begrijpt lichtelijk, dat zuinigheid elke uitgave als vnn zelf noodzakelijk voorschrijft. Als het in Friesland wintert.... wordt er gebrek geleden, hoofdzakelijk door den ..los sen" arbeider en zijn gezin. Zal het ooit anders worden? Wie zal het zeggen.' Dan, ook ten dezen mag ik op een bemoedigend feit ten slotte gerustelijk de aandacht vesti gen. De fabriekmatige zuiveljiroduetie heeft vooral in mijne provincie in de laatste jaren een ongekende vlucht genomen. Zij heeft niet alleen de linancieele draagkracht der landbouwers versterkt, maar ook het weer standsvermogen der arbeiders beduidend doen toenemen. Vele losse werkkrachten zijn uit die gelederen verd.venen en opgenomen in den kring van hen, d,e op vast loon gesta dig kunnen rekenen. Dit te constateeren geeft hoop voor de toekomst, l Let terrein der zuivelbereiding is nog voor groote uitbreiding vatbaar, wat ten goede komt aan den eco nomisch zwakkeren broeder. Daarnaast is ook op ander gebied uitzetting der .nijverheidsgrenzen zeer goed mogelijk, (.ielnkkig alweer, dat ook dit meer en meer wordt in gezien. En zij de tijd ook wellicht nog verre, dat overal in de Friesche gouwen de winter onbezorgd en onbekommerd kan worden af gewacht, waar velen van goeden wilie den weg ell'enen die leidt naar betere levens voorwaarden, daar mag naar mijne beschei den meening ook te dezen opzichte de toe komst, met neiging tot kentering ten goede, hoopvol en vertrouwend verbeid! .1. Hl'.ltMAN' RlK.MKHSMA. (riek e r k, l Jan. iiloö. boven hen, overal. Dan loopen ze slof-stappend verder. 'n Wolk schuift nu als 'n reusachtig brandscherm voor de maan, en helsch donker is opeens de zee En meer brokkelen aan, stollen langzaam tot nen zwart-kolkendeii bajert van duisternis. Nu en dan gaat 'n kajuitdeur open, slaat 'n okergoel gat in den zwarten nacht op het schip. Dalen Ie en klimmende rompen bewegen in het gloeiige licht-vierkant, doen nis grillige beelden op 'n doek van bioscoop. Allengs leeger wordt het dek, gaan meer mensclien 'ie lichte trappen af, zoeken hun bedden, of wel drinken wilt aai) het biiilet. liggen op de trijpen banken in de rookkamor te soezen. Ook zijn er, die, bevangen van het stage hotsen van het schip, onwel zich voelen, geeuweiig rillen van onpasselijkheid. (leen lichtllimmer breekt meer duor h"t ommespoelentle hiohtzwart, iele doom ligt. over het water. Op de voorplecht, leunend in den hoek der verschansing, 'n matroos. die koppig z'n oogen den nacht inboort, nu en dan z'n horen naar den mond rukt, waar dan 'n kreun-klagend sein uit. opbibbert. Dan antwoorden stooten van toeters op andere schepen, gaan kermend van rekkimr door den oindeloozeii neveldaaip ; dwaze schimmen vnn geluiden, die over de nacht-zee dwalen. Mal-klein op het verlaten dek van de mailboot staan tegen den wand van de aehterknjuit twee menschen. 'n nr.m en 'n vrouw. De vrouw heeft haar gelaat en gebaren naar den man gewend, de man hangt dof-denkloos tegen bet houten beschot met z'n rug. Namv-merkbaar dringt ze, haarlichaam v 1schuivend langs de koperen bar, naar hem toe. Fieeniend doet baar stem dan door Je manestille zee-nacht: Wim.'' ,,llè?'' doet hij kort, grauwig. Zeg, Wim, late we na binue gaan, toe." ..Mn je moest na de zee kijke." Nou ja ." Dat zei je toch daarnet." Ja. maar et wordt nu te koud." Koud, koud. luidde in de zomer. Koud." ...Ia, maar op zee is et altijd kouer. .Ie voelt et ook wel. niet'.'" Ik voel niets." D.it zegje maar om me te plage. Kom nou." ..Nee. ik blijf nou' wal hier." Nee. dat doe je niet." ,.lk doe c! wel'." ..Toe, wees nu niet zoo llauw.'' In 'n sehoudorrnkken v.ui verveling richt de man zich op. Norveiis-koppig brom! ie woorden van verzet, onverstaanbaar. ..Kom non Mr is weifeling in z'n houding, zooals ie nu staat zonder haar aan te zien, liet hoofd wat naar von-n. het lanue lijf weg.!e; !""i i in de wijd'" iMirian. loomzwau1 z'n handen geduwd in 'ie zakki n op '.(\. .1 in de Hoofdstai Het is reeds meer gebleken, dat concerten, waarop peen solisten optreden, niet de minst belangrijke zijn; vooral a's de heer Mengelberg zooveel noviteiten doet uitvoeren als Donderdag l 'J dezer. Xu waren het wel niet alle noviteiten, die op het programma voorkwamen, maar toch het voornaamste we» k was gedurende een tiental jaren niet uitgevoerd ; daarom mankte bet ongeveer den indruk van een noviteit. | Ik heb bier op het oog de syrnphonie No. ,'! in c kl. terts, opus 7S van Saint-Saëns. voor orchest, orgel en piano. Bij vroeger uilgevoeide werken van dezen franschen componist, heb ik er al op ge wezen, dat zijn compositiën zich meer onder scheiden door een gladde factuur, een han dige constructie en een vloeiende melodiek, dan door diepte van inhoud. Bij weinig wer ken is dit zóó het geval als bij deze symphonie. Toen ik haar l 1. Donderdag hoorde, ksvam mij gaandeweg de herinnering aan de uitvoering vóór tien jaren weder te binnen. Ook mijn impressie van toen kon ik mij weder goei herinneren. Ditmaal nu gevoeld.! ik nog meer de ontzettende leegte van het werk d.in toen. In die tien juren toch is ons muzikaal be wustzijn sterker geworden. De inhoudrijke werken der klassieke meesters on. de gecom pliceerde compositiën on/er moderne en al l er modernst e kunstenaars h ebben ons geleerd andere ei>ehen te stellen als waaraan SaintSaëns' tymphonie kan voldoen. Het is mij onbekend of de componist met dit werk beeft willen trachten een con creet begrip uit te drukken ; ik weet ook niet, of hij programmamuziek beeft willen leveren, of dat hij mot voordacht gebruik beeft gemaakt van bekende motieven. De zinspelingen die men op de (iregoriannsc.be ])'?s irae en lltti-riu nml'i'ren boort, kunnen ook wel van toevn'ligcn aaixl zijn. Wanneer een componist prefereert de weet gierigheid van zijn auditorium onbevredigd te laten, heeft dit auditorium zich slechts hierbij neer te leggen. liet tweede, gedeelte. Ailau'io mot de lang uitgesponnen melodie, die herhaaldelijk met govar, eerde begeleiding voorkomt, en ook niet een eenigszins kalme, strakke schoon heid ontbeert, maakte op het publiek «e'.o >f ik, veel indruk. J Ier, orgel deed hier zijn plicht; een instium uitat e met gebruik making der bUa^instruinenten. welke uit den aard der znnk een rijker coloriet aan bet geheel zouden verschaft hebben, ware mij liever geweest. In het derde deel giijpt Saint Saens ook naar de piano, zonder daarmede nu do nood wendigheid aangetoond te hebben, lletell'ect tenminste pleitte niet voor het gebruik daar van. liet fugato. alleen met zijn inzetten vnn het thema in il" diverse si rijkin<trumenten, maakte zonder verdere d., oi werking nog nl een oiinoozeien indruk. liet Finale pakt. Impos.tnto ortrelklanken pakken altijd en zoo is het eii de dan met geraffineerde berekening uiterst pompeus j ingericht. Van geheel anderen aard is do Suite die door I'anrégecomponeerd i- bij Maoterlinck's ..l'elléas et Mélissande." -Men weet dat o >k oen ander componist, ('la nd e Debu^sv. dit zelfde den geel-lichten trap-kuil dalen ze, rustig van doen voor de menschen, maar zijn ioegebeten mond vervreet de woede om haar gedwing. haar oogen winrneren van komend loei: ze beeft daareven in z'n gebaren en gelaat iets vreemds gezien, iet.- -clirikkelijk vrecnids. ... /e wist niet wat. Ja, het was afkeer geweest, afkeer van baar . Tegen den c ll'on-rooden behanir-ul wand op 'n vouwstoeltje gaat ie zitten, wijdbeens. Z'n jas beeft ie losgeknoopt. I-ijzig baalt ie z'n si_'an-tter,ko'ier uit z'n binnen/ik. neemt er 'il si ga re l uil. iiiiüig doend mot lij).o blecke vingeis. vreemd-viiorzichtig, met 'n rukje op hot laai-t, ol' ie 'n bloem plukt. Dan roept. ie den hofmeester. ..Stoward." ...Ia, meneer." Mn tartend beleefd sfnpt de man naar 'm toe mot stijve lakeipa-<cn. Voor hem -Inand, strijkt ie handig 'n lueitër aan houdt dien togen do sigaivl, die nu nnuvonkt. l 'au. t u---'hen t wee dikke l', iok pa M e n, hautain, /onder den man aan te /.ion. ..Uren": mij 'n whi-kv-soda, In''." ...Ia. m,'lieer." Mof kille oo.ren van verveling kijkt ie den stoward na. nu deze druk-bedrij vig naar hel bull'et tript. In 't fauteuil vlak iuui-1 lu-m is/'n vrouw gaan zitten. Nerveus spelen 'r handen mot 'r ringen. Men vonkt 'n gloeiend '_'lan-ur''t iniel uit, 'n robijn in hot folio lamplicht. < logroofd i- 'r schorp-wit '.relaat, hockig-ova.il om den s] 'ielil i gen nous. en 'r m.'iidseliokt ihmwtjes van zenuwaehMu'lieid ; 'n nieuwe beleedi^ing. hij had 'r niet gevraagd of zo óók iets hebben wilde, -t onip-egoïst iseh alleen voor ziehzc! ven Op 'n dof tinnen blad Ic'en.'l d.' stoward liet ".'la- no't d ? wbi-kv. Mandiu' werkt ie h"! 'le-ebje sodawater open. -ciienkt bij, dal J/e! L'i.-ts schuimend ovet brui-'!. Sehij[i-ti! zit ze alle- aan te /ion. traebt zich t'1 .-lissen, poogt 'n komende beklemming var. /ich te zotten. De <pokig-vrecmd-; /eëegehrden verhevigen den angst om 'r Lrn; ,\ i'! ij k vennoe h'ii. Ze overweegt liet ge beurde, iraelit rii-iig na te gniui. boe alles over haar irokomen is, de volgorde van de dingen va-t te stellen. Wie \\ a- er be:r>innen, Wim of -,:ij',' Wie bad aanleiding "'"geven'.' Mij. .'lij. liii. Waarom hoofde hij 'r zon te L'riev-n V Wat mi-Jood ze dan l och V l .n onderwerp muzikaal behandeld heeft en wel als opera. Daar z*l dus bet orchest moeten dienen om de psychologische beteekenis der woorden te schilderen. Bij Eauréwo dt het orchest uitsluitend aangewend om de ziele toestanden van het drama weer te geven. Deze taak is voor den componist veel moei lijker. Vraagt, men zich nu af of Fauréer in geslaag?! is zijn onderwerp op juiste wijze te illustroeren, dan is mijn antwoord, dat men zich deze muziek als voortretlelijk passend bij bet onderworp kan denken, maar tevens dat er honderd onderwerpen zijn, waarbij zij eveneens zal passen. Men moet de compositie dus rangschikken onder d e rubriek stemmings kunst. De componist heeft wonderwel den fijnen, wazigen toon getroffen, die inMneterlinck's schepping do ovorheerschende is. Het meest wel slaand.1 hij bij liet tweede nummer mot zijn Had'lerende tignren voor gedempte strijkinstrumenten en zijn dialoog tusschen hobo (n hoorn; maar ook van de Fileuse en hot Adagio ging een groote bekoring uit. Men kent het bekende sprookje: Es waren zwei Koningskindor"; of het Duitsch is of Hollandsch, zullen wij in het midden laten. 13 ide le/ingon stemmen met elkaar overeen. Ik kan het mij best begrijpen, dat E/iti Volbach zich tot de compo-itie van dit sprookje heeft aangetrokken gevoeld. Het is ook meermalen gecomponeerd; maar Jnn meestal voor n of meer zangstemmen, dus a's ba'lade.. Volbach heeft echter naar aanleiding van het gedicht een symphonische Dichtiuig" gecomponeerd, dus e.eu werk waarin hij hei orchest laat mode-leeleu welke muzikale gewaarwordingen er in zijn ziel omgingen, bij bet lezen en lierdichten van het vers. Het begin, met de sprookjesachtige melodie van de hobo in (l S maat past voortroll'elijk bij don naïven toon van bet gedicht. Als de componist, dan echter later met zwaar geschut, trompetten, ba/.ninen en tuba voor den das; komt, dan zoekt men verwonderd naar hot voorval, waarop zi:lk oen instrumenta'ie betrekking heeft. Men vindt echter nergens aanleiding daartoe. Van deze com positie zou men dus kunnen zoggen (lat zij bij honderd andere onderworpen past. alleen nijt bij het bedoelde, ten minste niet in ha ir geheel. Het is jammer dat de componist, zich in zijne phantasie niet wat beteugeld beeft, want men kan aan alles bemerken dat hij een man is van talent die trots een zekere breedsprakiuheid. toch weet te boeien omdat bij het tonenmatoriaal 7.00 goed beheerscht. liet slot van den avond bestond uit de romantische- ouverture van Tlmille, een werk dat ik reeds vroeger boorde on dat. hoewel goed geschreven, toch geen bijzonder tref fende eigenschappen bezit. Over ('lierubiiii's A n acreon-ouverture, waarmede bot ooiicert begon, behoeft natuur lijk niets nieuws medegedeeld te worden. Al deze werken genoten zoowel van don hoor Mengel borg als van hel orchest een bijzonder verzorgde uitvoering. De tweede viool-avond van den heer Mlescb vond L'4 dezer plaats. Ooïditmaal had de concertgever historische aantookeningen ge voegd bij de nummers van zijn programma. Daaruit, kon men ontwaren dat hot thans door hem behandelde tijdpetk liep van l ?.">:; l Sliö. Do eerste meester, d:e aan de beurt kwam. was Violti mot een geheel cone.'rt ; daarna volgden Mozart met het Adagio uit zijn dorde viooi-conceit on Beethoven met zijn Koaianze in (i. \iotti is ontegen/OLï'jelijk oen componist van groote beteekenis voor zijn instrument: maar toch is /.ijn concert, behalve bot Adagio. van een zuiver muzikaal standpunt uit be schouwd, al een weinig verbleekt. Liever ne n-' Ve-t ',-?! van !-aar ,\,\\\ n -! -"e!',;:re: -reen-.?:. ki-..-nd - oor d,-n do|..-,,., b'i; v, ;'.; 1. zilten L wee i: ? T; . !>e bo-fd-i.. i!.;:;r ?,-?!'. :: ?-> .-r angels de sigaretten sprieten. De lampeschijn griliigt h-'lie reflexen over bun glad^eplakte | haren, door 'n scheidinkje verdoold tot in j hun nok. De lange blanke, banden koeren on leggen en rapen de kaarten, reiken soms j naar de monden met do glazen, die zoo, {re lieven in d"ii licbtscliijn. glansbevon als «'op bellen, iriseerend. Moer lui ziin er niet in hot zaaltje op hot late uur. 'n Dame is zooeven heengegaan, is in stijf gek reuk van 'r zijden japon weageritseld in 'n wee-zoet gowasem van ohorry-blossuui. Voor don sehittorplckkendon butl'etspiegel, waar de iroslepen kratlon en glazen op woeitinteleji van glinstert' facetten staat beweegloos-correel de hofmeester mot d" han| den beide op de zinken toonbank geleund. ? als 'n predikant in 'n metalen kan-o', (leen geluid leeft er in liet za.iitje; alleen'u enkele mail 'n woord, k u't-dempig uit de monden der spelers 'n neerzetten van 'n glas. dof [ bontje op hout met de iiarikkoling van wie belend lepeltje erin. Buiten mompelt de zee-verte, bonst dof l de golvenval, noerspettond bij hot breken op de sehoopboordon. Honepon van wijo ? damp-atmosfoor, kreunen de sirenen over de onmeetbare water-woestenij. ...\anneine." in 'n schokje komt de stoward te lood. ' dwaalt slaperig hol builot uit. ..Meneer'.'" ..Nou' 'n wbisky-s.ida." Do magere, biee'.ce da'ti" beeft 'n rillotje, zoekt schuw van oogen don buk van'r man te \indeii. Dit was z'n der U; glas al. on hij kon er zoo slecht tegen, 'r Stil gomok is weg van 'r. p'ots nu, in 'r groote bezorgd heid oiu bom, en, 'm vergevend al biina in V weten van te moeten waken voor dat :' grot,te kind. buigt zo naai' bom toe, (leemt mot 'n stem vreomd-klankig van 'r voorbije i boosheid: ,,/eir. Wim, drink nu maar niet moor; «a! heb je da ir nu au V" n Uood vlekje van toorn even bc/liegl z'n jukken, /'n bijtende tanden rukken 'n pro: ij e tabak uit z'n sigaret, on alles verge tend, de twee lui aan hot spe"!ta!el'je, den nu -loerende!! hofmeester, zegt ie doordringond-luid : .. Ve! voel mo nu niet, hè. jij." Star van schrik zit ze. 'n Seconde van ontroeriio.;, dat ze kromp van beschamine; onder het glimlachend oogenL'ekijk van de l wee sp"!er-, het hondseje brute gelaat van den stoward, da' baar verholen uitgrinnikt in 'n naar beleefd -n mondtrek. Mot ooiren van ontzetting bestaart zo haar nein. die dofoiivorschillig z'n sigaret, bokluift. 'n slokje uit z'n glas nipt. Mn xooal- ze 'm nu ziet na de atsei i u we! ij ke beleediuiiiLr. 'renteenen MIJ u w al- van 'n hiiurkoct-uor. z, 'on!« ze 'm uu ziet m 't Ie" bleek-llet-e perverse hoof'! -':;;, i:.iar \ "i'en hangend, deukend hei \\iit'l -1.;-t! ? 'l, : in"! (l" be\ end-tril !/,i-/e \m'j.e;'had ik daarvoor geboord het geheele concert van Mozart; ten minste het Adagio daaruit deed wel naar de kennismaking met het geheel verlangen. Beethoven's (jr-dur Komanze, lang niet zooveel gespeeld als die in E, spande ecriter de kroon. Na Beethoven kwam Spohr en na dezen was de virtuozenmu/.iek aan het woord. Zij was vertegenwooidigd door Ernst en l'ainnini. Ernst't Elegie werd vroeger herhaaldelijk gespeeld. Met de Cavatine van Rail'behoorde het tot het vaste repertoire van ieder eenigszins ervaren dilettant violist. De pjyaphrase op Schubert's Erlkónig echter had ik nog nooit gehoord. Flesch noemt haar een belang wekkend proefstuk, dat men echter niet als volkomen geslaagd mag be-chouwen; een werk waarin de uiterste grenzen der viool techniek bereikt zijn ... en misschien hier en daar overschreden". Wanneer Flesch er zóó over oordeelt behoef ik slechts te er kennen, dat ik, na dit stuk gehoord te heb ben, zijn oordeel onderschrijf, zelfs met. weg lating van het woordje misschien. Ik ben er van overtuigd, dat de concerigever het stuk alleen op het piograuima gezet heeft om aan te tooneu tot, welk verval de muzi kale kunst had kunnen komen, als de vir tuozen van de eerste helft der vorige eeuw uitsluitend invloed haddon uitgeoefend op de ontwikkeling der muziek. Faganini's muziek is oneindig dankbaarder voor liet instrument. Wat Flesch hierbij aan ilngeolets, octaven, dubbelgrepen en',, enz. gepresteerd heeft, is ongeloofelijk. Maar toch bij een edele cantilene is het spel van den voortreffelijke!! kunstenaar mij hot liefst. Dan weet hij te zingen en een zuiverheid van stijl te leggen in zijn voordracht, die het hart verkwikt. En wat wordt dan alles, zelfs de geringste passages on de onbeteokenondste figuurtjes en versierinkjes, met een gekuisehton smaak weergegeven! Hoogst belangwekkend was ook de tweede soiree van Flesch. Ik zou echter onoprecht zijn als ik verzwi eg dat ons de eerste soiree een dankbaarder programma hoeft gebodjn. Tha-,s waren do eerste nummers van het programma allen oorspronkelijk met orchest gecomponeerd, zoodat zij met begeleiding j van piano ontegenzeggelijk moesten \oiliozon; en die van het tweede Jeel louter virtuozenstukken. Op de eerste soiree, a'lou nummers uit bet blooitijdjierk der ita'.'aansehe 'vioollilteratuur! Maar het was Flesch er om te doen oen beeld te geven van d"ii tijdgee-t. De boer Wijsman bcgelyidde wel discreet, maar niet steeds elastisch genoeg; en die ver ouderde begeleidingen vorderen juist zoo'n subtiele behandeling, wil men er wat van maken. A.vr. AVJ;I;K.-UÜ'. IcmiiinnmiUMMi M NijliM Oiteeel, Rotkflani, Hoewel gewoonlijk mot stillevens een scbililersle--on beginnen wordt, schijnt het mij toe, dat. niet voor do rijpheid van don geest deze eenvoudige gegevens van «aarde worden, liet komt bij deze dingen vóór alles da-ir op aan, dat het. zoogenaamd ge ringe voo-werp met allen hartstocht en met volle liefde aangegrepen word r, wil bet eenige bcduidiiia hebben. Do macht waarmee zoo iets gezien wordt moet groot zijn wil hot werk belangrijk lijn. Hij bot schilderen van veldslagen en dergelijke gebeur l enisson. uiterst belangrijk als oen aantal gemoedstoestanden. werkend en sjericlit naar een enkel doel, kan in sommige opzichten te weinig gep ra est oord worden en kan er nog iots belangrijks blijopsprietendon knevel, waar droppels whisky uit noersijpelen op de satijnen shawl van z'n smoking; met do diep-zwurte oogengaten in blauwe randen weggedrnild, zooals ze 'm nu ziet, zoo hooft ze hem nooit geweten, zoo zal ie nu altijd voor 'r blijven leven, zoo, mot hot vorslon<t-gelo gezicht, als 'n chry-anth, z'n ploertig gezit daar bij hot ballet in den wrangen adem van sterken drank als 'n plebejer. E u in 'r hoofd als 'n laaiende droefenis brandt do herinnering uit aan wat een < hot mooiste geweest was van haar jonge leven: 'r huwelijk met hem. do eerste dagen met hom samen, nu ruim 'n week geloden, 'r gaan on rijden en zitten naast'm. altijd bij 'm in do groote stad, waar zo voor plezier waren heengegaan, hun huwelijksreis, 'n Week bad 'r gebak geduurd! .Nog niet eens, want de laatste dagen waren vol geweest van 'n nade rend hegrijpen. Wat allo mensclien, die 'in ken Ion, baar voorzegd hadden, en wat, ze nooit had aanvaard in 'r doof vertrouwen op z'n liefde, nu «as het gekomen. Nu, 'n jiaar dagen na hun trouwen, was do kracht tol veinzen al gebroken in don jong-otidoii, uitgeleefde)! man, en suf-onverseliillig bij de ver .voost i uu van dit teoro, mooie vrouweleven, dat in vertrouwen bom aanhing als 'n jonge wingerd ilen sterken muur. stomvorveeld. meedoogenloo- bij de schreiende. droefenis in die rijke vroiiwoz.iol, za! ie neer, rookte sigaretten en dronk whisky-soda's. ... 'n Klokkende snik springt irt'r keel, maar 7,0 herstelt zich. tracht kuchend den mensebeii-rondom den indruk te geven, dat zo maar even uehoest heeft. Siatig met bere kende passen van dame, do rokken wat L'eretrou-seerd met 'r bevende handen, trnat zj do trap op naar het dek. Maar boven in den wijden hui ver-nacht, waar do blo 'ke doode maan begraven ligt in de rouw-don kere hemel-bal. daar valt zo hulpeloos tegen de verso h au si H traan, stuip t 'r ge Jol t ei d lichaam van sebrei-ini-baar. Want nu wist ze het, wi-,1 zo bot, was bot niet moer uit 'r WOL' Ie rul;ken. dat ie slecht was, dat ie niet van 'r hield, nio's. niets, dat ie haar genomen had om 'r gold . . . Stil. boef-stil is do nacht, diep-doiikor do hemel, 'n \\ijdo. zwarte tuin va'i gcheimeiiN. Dool' de klukkende golven schuift stampend de boot, on togen de versehan-iiiir han'_'er:d. 'n klein mon-chjo. 'n nietsje. te loor in do duizelende xocëi'uimto. onder de schrikHiko spanning der holle luchten, 'n klein meu-vhje. da! wat stond te schreien. Door de eindeloosheid rokken spokig misiliorons hun smartgekreun, a!o:u, aio n, in verre verte. En in de hui ver-wijde nacht-L'r-ot met 'r immen-e wanden van d" hori'.oifen. i- 'n men-rh met. 'n gebroken loven. S: 01 el oo- zin g.'il de golven hu :> dof Yi'-emde u'.;-, 'n d .vaa-', 'n eeuwig lied. hoi li'-d d--r ' en/aamhei'l.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl