Historisch Archief 1877-1940
No. 1440
DE AMSTERDAMMER ^TEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
waarvan de rook heel de kleine woning door
trekt en er straks een erg armoedig luchtje
aan geeft.
Ook zijn er die de kunst van fügelflappen"
('t vangen van vogels in slagnetten) verstaan.
maar wijl daarvoor netten, opgestopte vogels
en wat dies meer zij, noodwendig dienen aan
geschaft is het betrekkelijk slechts een enkele,
die liet bedrijf naar eisch kan uitoefenen.
De vogelvanger wordt even goed op de klei
als op het zand aangetroffen. Hij heeft het
op den goudplevier voorzien, in Friesland
wilster" geheeten, een vogel die 's winters
op den doortocht vaak in groote vluchten
over de lage kustlanden zijn weg vervolgt.
Is hij een man volleerd in het bedrijf, met
de leefwijze en gewoonten de'.er vogels ver
trouwd, weet hij, oen noodzakelijke vereischte,
op zijn lluitjen het smachtend, lokkend ge
roep bedrieg'lijk na te bootsen, is hij een
man van wien reeds Jacob Cats getuigt:
de voghlaer op bedrieghen uyt
den voghel lockt met soet gerluyt,
4»
dan gebeurt het af en toe, dat ruime
verdiensle dagen achtereen koude lijden rijkelijk
vergoedt. Deze kleine vogels hebben eene
marktwaarde welke wisselt tusschen 40 en 50
cent en nie", zelden geschiedt het, dat de
man er 50, 60, ja, somwijlen 100 in n dag
onder zijn net buit maakt. Dan, slechts en
kelen houden er zich mee bezig en tevens
zijn het niet de meest behoeftigen. Op het
xand worden in het laatst van December of
in het begin van Januari geregeld elk jaar
terugkeerende, houtverkoopingen gehouden.
Op deze verkoopingen nu kan men steevast
den lossen arbeider aantreffen, vaak reeds
een uur vóór de veiling een aanvang neemt.
Een enkele maal was ik van wat er bij der
gelijke gelegenheden omgaat getuige. Even
als bij 't huren van losse landerijen door
kleine boeren en koemelkers wordt ook hier
door arme arbeiders tegen elkander
opgeboden, dat het een aard heeft. De een gunt
den ander niet, zoo hij het althans beletten
kan, 't voordeel vnn eenig klein gewin. Zoo'n
perceeltjen hout is voor den kooper af en
toe een redmiddel om niet al te ra-! in on
gelegenheid te komen. Hij heeft een jaar
crediet en zoo hij slechts zorg draagt, dat
het verschuldigde vóór de volgende veiling
is aangezuiverd zal geen enkele notaris het
hetn lustig maken, (jelukt het hem na loven
en bieden vooraf heeft hij nauwgezet
taxatie gehouden kooper te worden dan
legt bij spoedig, soms reeds den volgenden
dag, de bijl aan den wortel. Want, zooals ik
zei, niet zelden moet het gekochte aan werk
en verdienste helpen. De tijd toch aan vellen,
kappen en hakken besteed, 't aantal uren
met breken en binden van takkebossen door
gebracht wordt beschouwd als
loontrekkenden arbeid en de som, de geheele
arbeid-sprijs, omgeslagen over en opgeteld bij het
bedrag dat men particulieren, als koopers
van eene kleinere of grootere hoeveelheid
blokken, in rekening pleegt te brengen.
Valt de winter vroegtijdig in, ik herinnerde
er reeds aan, dan is de nood veelal rogiiiet
dadelijk aan den man. Wie niet tijdelijk als
houthakker dienst kan doen wordt door het
burgerlijk armbestuur, doorgaans uit ruime
keuze, tot baan veger aangesteld. Dat geeft
wel niet eene schitterende belooning, ?0.40
per dag is niet veel, men heeft dan echter
ook kans op de baancenten der
schaatsenrijders, gaven die wel niet altijd even mild
vloeien, maar toch op drukke dagen
(weekmarkt of hardrijder-ij te Leeuwarden) een
niet te versmaden voordeel opleveren Weet
men het niet tot baanveger te brengen dan
is er bij gesloten water, wanneer aile goe
derenvervoer per as of slede geschiedt, nog
wel eens gelegenheid de behulpzame hand
oF&uiii&ton.
HUWELIJKSREIS.
DOOK
J. S T E Y N K N.
'n Stille, 'n beef-stille zomernaeht.
'n Diep-donkero hemel, zwarte, wijde fuin
van geheimenis, dicht, oerdicht begroeid met
sterren, scbijnstille nachtbloemen van licht,
voldragene en knoppen, wijd-weg glimmende
lichtknoppen. En groot de maaniiloem daar
middenin, de vrome maan-bloem,
phosphorblauw van kroon en van hart, den glazenen
kartel-stengel drijvend op het w ij e, water, 'n
kom, reuzen kom van donkere woeling : de
nacht-zee. De kimmenlooze, du spokige, de
vreemd-stille nacht-7.ee.
Door de klakkende golven, wereld van
grimmelenden water-chaos, schuif', stampend
de mail boot. In den druipenden
mnanlichtvloed gaan sta'ig de vojrtgedragen masten
door den hemel; als koningen gaan ze, wijzen
uit liet. oosten, gericht in de wenkende sterren
als-gidsen. Als 'n hoogbepakte kameel loopt
het schip door de melkig-groene zee-woestijn,
gedwee met z'n enormen rug onder balen en
kisten gespannen. Door den \vijd-raggen
nevelrook glijden ver-weg roode en groene en
gele lichten, robijn-rood en glas groen, en fel
geel, spuiten riggelendo stralen over het
water, in 'n huivering zwenken de nabije
lichten nader, worden vuren op grauwe
sehepeurompen, doornen voorbij dan in
schimmige ontastbaarheid.
Stampend schuift de mailboot, grijpt stang
het water aan met 'r
schepraderen-als-vlerken, zwiept liet ver-onder weg, dat luiende
schuimbloesems groeien. Als
plomp-aange^ette schouders bonken de raderkasten erom
heen. In den hoogsten mast, heel hoog, zit
de wiud te zingen, 'n Mal-droeve wijs.
Vol huivering is de zee, stollende huive
ring van ruimte, eindelooze spanning van
duizelend-omstaande hoogte der luchten, van
vreemd-eentonigen waterduun. deuipig
geklok, donderdof, 'n ver orkest, 'n groote
troep kerels, die zingen.
Stampend schuift de intiilboot, torst 'r
vracht van kisten en balen en mensclien,
mèiischen ook, elkaar-vreomden, bijeen nu
op het schip midden in den hevig-wijden
nacht, den vaal-hollen nacht van lacht en
zee, lucht en zee.
Ernstig-beweegloos op de brug staat de
roerganger, den romp wat naar voren, de
armen geplant op het stuurrad. Zoo lijkt
z'n spokigo silhouet, 'n in-schouders ge ioken
vecht-kerel, mikkend met z'n kop. die in
den wind is gericht (iroepjes mensclien
gaan pratend over het dek, Kijven wel
stilstaan om even te kijken, even muur,
naar de vreeselijke schoonheid om hen henen.
te bieden, wat altijd iets geeft. En op
Oudejaarsdag wordt, in vele dorpen omdeeling"
gehouden. Burgerlijke en kerkelijke armbe
sturen, ook de kerkvoogdijen hier en daar,
reiken op dien dag liefdegaven uit, doorgaans
in natura, in de eerste plaats aan hen die
geen ondt-rstami genieten of slechts tijdelijk
daarvoor in aanmerking komen.
Anders en meer bedenkelijk wordt de
toestand wanneer eerst in den na A-inter vaart
en plas stremt. Dan komen reeds vroeg in
den morgen de arme bewoners der
heidestreken opdagen. Vaak alleen, maar ook wel
bij tweeën en drieën tegelijk trekken zij het
dorp binnen, kwansuis eenige geringe koop
waar, schrobbers en heiiiebezems. met zich
mee zeulend, den bedelzak op den rug, een
stevige esoh toornstok in de hand. De achter
hoede wordt gevormd door schooiende vrou
wen en kin leren. En allen, jongen en ouden,
krachtigen en zwakken, vragen om een aal
moes. Zij hebben hunne vaste huizen waar
ze nimmer ongetroost worden wegge/.onden,
zij het ook, dat de gift niet groot is, waar
de vragers vele zijn. n of ze 't elkaar kond
doen, weet ik niet maar een feit is het, dat
enkele dorpelingen geregeld worden over
geslagen, anderen daarentegen zoo veel te
beter in de gunst staan. Heel den kouden
winterdag dolen zij rond, soms tot laat in
den avond en hagelbui en sneeuwjacht houdt
hen evenmin van het pad als stormgeloei
en ruwe windvlagen. Deze invasie blijft voort
duren tot veld en akker allengs den arbeid
van veler hand eischen, maar nog lang daa'na
houden enkele leden van het gild hun ge
regelden ommegang. En dichterbij in eigen
omgeving? Ook daar niet zelden armoede
en gebrek. De kassen vnn armvoogdij en
diaconie hebben het in dergelijke tijden
/.waar te verantwoorden. Vooral de burger
lijke armbesturen doorleven dikwijls menig
onaangenaam uur Immers, de bedeeling
geschiedt uit, den aard der zaak met niet te
ruime bami. gebonden als men is aan regel
en voorschrift. Wie op de begrooting der
Friesche gemeenten 't inderdaad hoogst aan
zienlijk bedrag nagaat, dat elk jaar tot leni
ging der armoede wordt uitgetrokken begrijpt
lichtelijk, dat zuinigheid elke uitgave als vnn
zelf noodzakelijk voorschrijft.
Als het in Friesland wintert.... wordt er
gebrek geleden, hoofdzakelijk door den ..los
sen" arbeider en zijn gezin. Zal het ooit
anders worden? Wie zal het zeggen.' Dan,
ook ten dezen mag ik op een bemoedigend
feit ten slotte gerustelijk de aandacht vesti
gen. De fabriekmatige zuiveljiroduetie heeft
vooral in mijne provincie in de laatste jaren
een ongekende vlucht genomen. Zij heeft
niet alleen de linancieele draagkracht der
landbouwers versterkt, maar ook het weer
standsvermogen der arbeiders beduidend doen
toenemen. Vele losse werkkrachten zijn uit
die gelederen verd.venen en opgenomen in
den kring van hen, d,e op vast loon gesta
dig kunnen rekenen. Dit te constateeren geeft
hoop voor de toekomst, l Let terrein der
zuivelbereiding is nog voor groote uitbreiding
vatbaar, wat ten goede komt aan den eco
nomisch zwakkeren broeder. Daarnaast is
ook op ander gebied uitzetting der
.nijverheidsgrenzen zeer goed mogelijk, (.ielnkkig
alweer, dat ook dit meer en meer wordt in
gezien. En zij de tijd ook wellicht nog verre,
dat overal in de Friesche gouwen de winter
onbezorgd en onbekommerd kan worden af
gewacht, waar velen van goeden wilie den
weg ell'enen die leidt naar betere levens
voorwaarden, daar mag naar mijne beschei
den meening ook te dezen opzichte de toe
komst, met neiging tot kentering ten goede,
hoopvol en vertrouwend verbeid!
.1. Hl'.ltMAN' RlK.MKHSMA.
(riek e r k, l Jan. iiloö.
boven hen, overal. Dan loopen ze
slof-stappend verder.
'n Wolk schuift nu als 'n reusachtig
brandscherm voor de maan, en helsch donker is
opeens de zee En meer brokkelen aan, stollen
langzaam tot nen zwart-kolkendeii bajert
van duisternis. Nu en dan gaat 'n
kajuitdeur open, slaat 'n okergoel gat in den
zwarten nacht op het schip. Dalen Ie en
klimmende rompen bewegen in het gloeiige
licht-vierkant, doen nis grillige beelden op
'n doek van bioscoop.
Allengs leeger wordt het dek, gaan meer
mensclien 'ie lichte trappen af, zoeken hun
bedden, of wel drinken wilt aai) het biiilet.
liggen op de trijpen banken in de rookkamor
te soezen. Ook zijn er, die, bevangen van
het stage hotsen van het schip, onwel zich
voelen, geeuweiig rillen van onpasselijkheid.
(leen lichtllimmer breekt meer duor h"t
ommespoelentle hiohtzwart, iele doom ligt.
over het water. Op de voorplecht, leunend
in den hoek der verschansing, 'n matroos.
die koppig z'n oogen den nacht inboort, nu
en dan z'n horen naar den mond rukt, waar
dan 'n kreun-klagend sein uit. opbibbert. Dan
antwoorden stooten van toeters op andere
schepen, gaan kermend van rekkimr door
den oindeloozeii neveldaaip ; dwaze schimmen
vnn geluiden, die over de nacht-zee dwalen.
Mal-klein op het verlaten dek van de
mailboot staan tegen den wand van de
aehterknjuit twee menschen. 'n nr.m en 'n vrouw.
De vrouw heeft haar gelaat en gebaren naar
den man gewend, de man hangt
dof-denkloos tegen bet houten beschot met z'n rug.
Namv-merkbaar dringt ze, haarlichaam v
1schuivend langs de koperen bar, naar hem
toe. Fieeniend doet baar stem dan door Je
manestille zee-nacht: Wim.''
,,llè?'' doet hij kort, grauwig.
Zeg, Wim, late we na binue gaan, toe."
..Mn je moest na de zee kijke."
Nou ja ."
Dat zei je toch daarnet."
Ja. maar et wordt nu te koud."
Koud, koud. luidde in de zomer. Koud."
...Ia, maar op zee is et altijd kouer. .Ie
voelt et ook wel. niet'.'"
Ik voel niets."
D.it zegje maar om me te plage. Kom nou."
..Nee. ik blijf nou' wal hier."
Nee. dat doe je niet."
,.lk doe c! wel'."
..Toe, wees nu niet zoo llauw.''
In 'n sehoudorrnkken v.ui verveling richt
de man zich op. Norveiis-koppig brom! ie
woorden van verzet, onverstaanbaar.
..Kom non
Mr is weifeling in z'n houding, zooals ie
nu staat zonder haar aan te zien, liet hoofd
wat naar von-n. het lanue lijf weg.!e; !""i i in
de wijd'" iMirian. loomzwau1 z'n handen
geduwd in 'ie zakki n op '.(\.
.1
in de Hoofdstai
Het is reeds meer gebleken, dat concerten,
waarop peen solisten optreden, niet de minst
belangrijke zijn; vooral a's de heer
Mengelberg zooveel noviteiten doet uitvoeren als
Donderdag l 'J dezer.
Xu waren het wel niet alle noviteiten, die
op het programma voorkwamen, maar toch
het voornaamste we» k was gedurende een
tiental jaren niet uitgevoerd ; daarom mankte
bet ongeveer den indruk van een noviteit.
| Ik heb bier op het oog de syrnphonie No. ,'!
in c kl. terts, opus 7S van Saint-Saëns. voor
orchest, orgel en piano.
Bij vroeger uilgevoeide werken van dezen
franschen componist, heb ik er al op ge
wezen, dat zijn compositiën zich meer onder
scheiden door een gladde factuur, een han
dige constructie en een vloeiende melodiek,
dan door diepte van inhoud. Bij weinig wer
ken is dit zóó het geval als bij deze
symphonie. Toen ik haar l 1. Donderdag hoorde,
ksvam mij gaandeweg de herinnering aan de
uitvoering vóór tien jaren weder te binnen.
Ook mijn impressie van toen kon ik mij
weder goei herinneren. Ditmaal nu gevoeld.!
ik nog meer de ontzettende leegte van het
werk d.in toen.
In die tien juren toch is ons muzikaal be
wustzijn sterker geworden. De inhoudrijke
werken der klassieke meesters on. de gecom
pliceerde compositiën on/er moderne en
al l er modernst e kunstenaars h ebben ons geleerd
andere ei>ehen te stellen als waaraan
SaintSaëns' tymphonie kan voldoen.
Het is mij onbekend of de componist
met dit werk beeft willen trachten een con
creet begrip uit te drukken ; ik weet ook
niet, of hij programmamuziek beeft willen
leveren, of dat hij mot voordacht gebruik
beeft gemaakt van bekende motieven.
De zinspelingen die men op de
(iregoriannsc.be ])'?s irae en lltti-riu nml'i'ren boort,
kunnen ook wel van toevn'ligcn aaixl zijn.
Wanneer een componist prefereert de weet
gierigheid van zijn auditorium onbevredigd
te laten, heeft dit auditorium zich slechts
hierbij neer te leggen.
liet tweede, gedeelte. Ailau'io mot de lang
uitgesponnen melodie, die herhaaldelijk met
govar, eerde begeleiding voorkomt, en ook
niet een eenigszins kalme, strakke schoon
heid ontbeert, maakte op het publiek «e'.o >f
ik, veel indruk. J Ier, orgel deed hier zijn
plicht; een instium uitat e met gebruik
making der bUa^instruinenten. welke uit
den aard der znnk een rijker coloriet aan
bet geheel zouden verschaft hebben, ware
mij liever geweest.
In het derde deel giijpt Saint Saens ook
naar de piano, zonder daarmede nu do nood
wendigheid aangetoond te hebben, lletell'ect
tenminste pleitte niet voor het gebruik daar
van. liet fugato. alleen met zijn inzetten
vnn het thema in il" diverse si
rijkin<trumenten, maakte zonder verdere d., oi werking
nog nl een oiinoozeien indruk.
liet Finale pakt. Impos.tnto ortrelklanken
pakken altijd en zoo is het eii de dan met
geraffineerde berekening uiterst pompeus
j ingericht.
Van geheel anderen aard is do Suite die
door I'anrégecomponeerd i- bij Maoterlinck's
..l'elléas et Mélissande." -Men weet dat o >k
oen ander componist, ('la nd e Debu^sv. dit zelfde
den geel-lichten trap-kuil dalen ze, rustig
van doen voor de menschen, maar zijn
ioegebeten mond vervreet de woede om haar
gedwing. haar oogen winrneren van komend
loei: ze beeft daareven in z'n gebaren en
gelaat iets vreemds gezien, iet.- -clirikkelijk
vrecnids. ... /e wist niet wat. Ja, het was
afkeer geweest, afkeer van baar .
Tegen den c ll'on-rooden behanir-ul wand op
'n vouwstoeltje gaat ie zitten, wijdbeens. Z'n
jas beeft ie losgeknoopt. I-ijzig baalt ie z'n
si_'an-tter,ko'ier uit z'n binnen/ik. neemt er
'il si ga re l uil. iiiiüig doend mot lij).o blecke
vingeis. vreemd-viiorzichtig, met 'n rukje op
hot laai-t, ol' ie 'n bloem plukt. Dan roept.
ie den hofmeester.
..Stoward."
...Ia, meneer." Mn tartend beleefd sfnpt de
man naar 'm toe mot stijve lakeipa-<cn. Voor
hem -Inand, strijkt ie handig 'n lueitër aan
houdt dien togen do sigaivl, die nu nnuvonkt.
l 'au. t u---'hen t wee dikke l', iok pa M e n, hautain,
/onder den man aan te /.ion.
..Uren": mij 'n whi-kv-soda, In''."
...Ia. m,'lieer."
Mof kille oo.ren van verveling kijkt ie den
stoward na. nu deze druk-bedrij vig naar hel
bull'et tript.
In 't fauteuil vlak iuui-1 lu-m is/'n vrouw
gaan zitten. Nerveus spelen 'r handen mot 'r
ringen. Men vonkt 'n gloeiend '_'lan-ur''t iniel
uit, 'n robijn in hot folio lamplicht. < logroofd
i- 'r schorp-wit '.relaat, hockig-ova.il om den
s] 'ielil i gen nous. en 'r m.'iidseliokt ihmwtjes
van zenuwaehMu'lieid ; 'n nieuwe beleedi^ing.
hij had 'r niet gevraagd of zo óók iets hebben
wilde, -t onip-egoïst iseh alleen voor ziehzc! ven
Op 'n dof tinnen blad Ic'en.'l d.' stoward
liet ".'la- no't d ? wbi-kv. Mandiu' werkt ie
h"! 'le-ebje sodawater open. -ciienkt bij,
dal J/e! L'i.-ts schuimend ovet brui-'!.
Sehij[i-ti! zit ze alle- aan te /ion. traebt
zich t'1 .-lissen, poogt 'n komende beklemming
var. /ich te zotten. De <pokig-vrecmd-;
/eëegehrden verhevigen den angst om 'r
Lrn; ,\ i'! ij k vennoe h'ii. Ze overweegt liet ge
beurde, iraelit rii-iig na te gniui. boe alles
over haar irokomen is, de volgorde van de
dingen va-t te stellen. Wie \\ a- er be:r>innen,
Wim of -,:ij',' Wie bad aanleiding "'"geven'.'
Mij. .'lij. liii. Waarom hoofde hij 'r zon te
L'riev-n V Wat mi-Jood ze dan l och V l .n
onderwerp muzikaal behandeld heeft en wel
als opera. Daar z*l dus bet orchest moeten
dienen om de psychologische beteekenis der
woorden te schilderen. Bij Eauréwo dt het
orchest uitsluitend aangewend om de ziele
toestanden van het drama weer te geven.
Deze taak is voor den componist veel moei
lijker. Vraagt, men zich nu af of Fauréer
in geslaag?! is zijn onderwerp op juiste wijze
te illustroeren, dan is mijn antwoord, dat
men zich deze muziek als voortretlelijk passend
bij bet onderworp kan denken, maar tevens
dat er honderd onderwerpen zijn, waarbij zij
eveneens zal passen. Men moet de compositie
dus rangschikken onder d e rubriek stemmings
kunst. De componist heeft wonderwel den
fijnen, wazigen toon getroffen, die
inMneterlinck's schepping do ovorheerschende is. Het
meest wel slaand.1 hij bij liet tweede nummer
mot zijn Had'lerende tignren voor gedempte
strijkinstrumenten en zijn dialoog tusschen
hobo (n hoorn; maar ook van de Fileuse
en hot Adagio ging een groote bekoring uit.
Men kent het bekende sprookje: Es waren
zwei Koningskindor"; of het Duitsch is
of Hollandsch, zullen wij in het midden
laten. 13 ide le/ingon stemmen met elkaar
overeen. Ik kan het mij best begrijpen, dat
E/iti Volbach zich tot de compo-itie van
dit sprookje heeft aangetrokken gevoeld.
Het is ook meermalen gecomponeerd; maar
Jnn meestal voor n of meer zangstemmen,
dus a's ba'lade.. Volbach heeft echter naar
aanleiding van het gedicht een
symphonische Dichtiuig" gecomponeerd, dus e.eu werk
waarin hij hei orchest laat mode-leeleu welke
muzikale gewaarwordingen er in zijn ziel
omgingen, bij bet lezen en lierdichten van het
vers. Het begin, met de sprookjesachtige
melodie van de hobo in (l S maat past
voortroll'elijk bij don naïven toon van bet gedicht.
Als de componist, dan echter later met zwaar
geschut, trompetten, ba/.ninen en tuba voor
den das; komt, dan zoekt men verwonderd
naar hot voorval, waarop zi:lk oen
instrumenta'ie betrekking heeft. Men vindt echter
nergens aanleiding daartoe. Van deze com
positie zou men dus kunnen zoggen (lat zij
bij honderd andere onderworpen past. alleen
nijt bij het bedoelde, ten minste niet in
ha ir geheel.
Het is jammer dat de componist, zich in
zijne phantasie niet wat beteugeld beeft, want
men kan aan alles bemerken dat hij een man
is van talent die trots een zekere
breedsprakiuheid. toch weet te boeien omdat bij
het tonenmatoriaal 7.00 goed beheerscht.
liet slot van den avond bestond uit de
romantische- ouverture van Tlmille, een werk
dat ik reeds vroeger boorde on dat. hoewel
goed geschreven, toch geen bijzonder tref
fende eigenschappen bezit.
Over ('lierubiiii's A n acreon-ouverture,
waarmede bot ooiicert begon, behoeft natuur
lijk niets nieuws medegedeeld te worden.
Al deze werken genoten zoowel van don
hoor Mengel borg als van hel orchest een
bijzonder verzorgde uitvoering.
De tweede viool-avond van den heer Mlescb
vond L'4 dezer plaats. Ooïditmaal had de
concertgever historische aantookeningen ge
voegd bij de nummers van zijn programma.
Daaruit, kon men ontwaren dat hot thans
door hem behandelde tijdpetk liep van
l ?.">:; l Sliö.
Do eerste meester, d:e aan de beurt kwam.
was Violti mot een geheel cone.'rt ; daarna
volgden Mozart met het Adagio uit zijn
dorde viooi-conceit on Beethoven met zijn
Koaianze in (i.
\iotti is ontegen/OLï'jelijk oen componist
van groote beteekenis voor zijn instrument:
maar toch is /.ijn concert, behalve bot Adagio.
van een zuiver muzikaal standpunt uit be
schouwd, al een weinig verbleekt. Liever
ne n-'
Ve-t ',-?! van !-aar ,\,\\\ n -! -"e!',;:re:
-reen-.?:. ki-..-nd - oor d,-n do|..-,,., b'i; v, ;'.; 1. zilten
L wee i: ? T; . !>e bo-fd-i.. i!.;:;r ?,-?!'. :: ?-> .-r
angels de sigaretten sprieten. De lampeschijn
griliigt h-'lie reflexen over bun glad^eplakte
| haren, door 'n scheidinkje verdoold tot in
j hun nok. De lange blanke, banden koeren
on leggen en rapen de kaarten, reiken soms
j naar de monden met do glazen, die zoo, {re
lieven in d"ii licbtscliijn. glansbevon als «'op
bellen, iriseerend. Moer lui ziin er niet in
hot zaaltje op hot late uur. 'n Dame is
zooeven heengegaan, is in stijf gek reuk van
'r zijden japon weageritseld in 'n wee-zoet
gowasem van ohorry-blossuui.
Voor don sehittorplckkendon butl'etspiegel,
waar de iroslepen kratlon en glazen op
woeitinteleji van glinstert' facetten staat
beweegloos-correel de hofmeester mot d"
han| den beide op de zinken toonbank geleund.
? als 'n predikant in 'n metalen kan-o', (leen
geluid leeft er in liet za.iitje; alleen'u enkele
mail 'n woord, k u't-dempig uit de monden
der spelers 'n neerzetten van 'n glas. dof
[ bontje op hout met de iiarikkoling van wie
belend lepeltje erin.
Buiten mompelt de zee-verte, bonst dof
l de golvenval, noerspettond bij hot breken
op de sehoopboordon. Honepon van wijo
? damp-atmosfoor, kreunen de sirenen over de
onmeetbare water-woestenij.
...\anneine."
in 'n schokje komt de stoward te lood.
' dwaalt slaperig hol builot uit.
..Meneer'.'"
..Nou' 'n wbisky-s.ida."
Do magere, biee'.ce da'ti" beeft 'n rillotje,
zoekt schuw van oogen don buk van'r man
te \indeii. Dit was z'n der U; glas al. on hij
kon er zoo slecht tegen, 'r Stil gomok is
weg van 'r. p'ots nu, in 'r groote bezorgd
heid oiu bom, en, 'm vergevend al biina in
V weten van te moeten waken voor dat
:' grot,te kind. buigt zo naai' bom toe, (leemt
mot 'n stem vreomd-klankig van 'r voorbije
i boosheid: ,,/eir. Wim, drink nu maar niet
moor; «a! heb je da ir nu au V"
n Uood vlekje van toorn even bc/liegl
z'n jukken, /'n bijtende tanden rukken 'n
pro: ij e tabak uit z'n sigaret, on alles verge
tend, de twee lui aan hot spe"!ta!el'je, den
nu -loerende!! hofmeester, zegt ie
doordringond-luid :
.. Ve! voel mo nu niet, hè. jij."
Star van schrik zit ze. 'n Seconde van
ontroeriio.;, dat ze kromp van beschamine; onder
het glimlachend oogenL'ekijk van de l wee
sp"!er-, het hondseje brute gelaat van den
stoward, da' baar verholen uitgrinnikt in 'n
naar beleefd -n mondtrek. Mot ooiren van
ontzetting bestaart zo haar nein. die
dofoiivorschillig z'n sigaret, bokluift. 'n slokje
uit z'n glas nipt. Mn xooal- ze 'm nu ziet
na de atsei i u we! ij ke beleediuiiiLr. 'renteenen
MIJ u w al- van 'n hiiurkoct-uor. z, 'on!« ze 'm
uu ziet m 't Ie" bleek-llet-e perverse hoof'!
-':;;, i:.iar \ "i'en hangend, deukend hei
\\iit'l -1.;-t! ? 'l, : in"! (l" be\ end-tril !/,i-/e
\m'j.e;'had ik daarvoor geboord het geheele concert
van Mozart; ten minste het Adagio daaruit
deed wel naar de kennismaking met het
geheel verlangen. Beethoven's (jr-dur
Komanze, lang niet zooveel gespeeld als die in
E, spande ecriter de kroon. Na Beethoven
kwam Spohr en na dezen was de
virtuozenmu/.iek aan het woord. Zij was
vertegenwooidigd door Ernst en l'ainnini.
Ernst't Elegie werd vroeger herhaaldelijk
gespeeld. Met de Cavatine van Rail'behoorde
het tot het vaste repertoire van ieder eenigszins
ervaren dilettant violist. De pjyaphrase op
Schubert's Erlkónig echter had ik nog nooit
gehoord. Flesch noemt haar een belang
wekkend proefstuk, dat men echter niet als
volkomen geslaagd mag be-chouwen; een
werk waarin de uiterste grenzen der viool
techniek bereikt zijn ... en misschien hier
en daar overschreden". Wanneer Flesch er
zóó over oordeelt behoef ik slechts te er
kennen, dat ik, na dit stuk gehoord te heb
ben, zijn oordeel onderschrijf, zelfs met. weg
lating van het woordje misschien. Ik ben
er van overtuigd, dat de concerigever het
stuk alleen op het piograuima gezet heeft
om aan te tooneu tot, welk verval de muzi
kale kunst had kunnen komen, als de vir
tuozen van de eerste helft der vorige eeuw
uitsluitend invloed haddon uitgeoefend op
de ontwikkeling der muziek.
Faganini's muziek is oneindig dankbaarder
voor liet instrument. Wat Flesch hierbij aan
ilngeolets, octaven, dubbelgrepen en',, enz.
gepresteerd heeft, is ongeloofelijk. Maar
toch bij een edele cantilene is het spel van
den voortreffelijke!! kunstenaar mij hot liefst.
Dan weet hij te zingen en een zuiverheid van
stijl te leggen in zijn voordracht, die het hart
verkwikt. En wat wordt dan alles, zelfs de
geringste passages on de onbeteokenondste
figuurtjes en versierinkjes, met een
gekuisehton smaak weergegeven!
Hoogst belangwekkend was ook de tweede
soiree van Flesch.
Ik zou echter onoprecht zijn als ik
verzwi eg dat ons de eerste soiree een dankbaarder
programma hoeft gebodjn.
Tha-,s waren do eerste nummers van het
programma allen oorspronkelijk met orchest
gecomponeerd, zoodat zij met begeleiding
j van piano ontegenzeggelijk moesten \oiliozon;
en die van het tweede Jeel louter
virtuozenstukken.
Op de eerste soiree, a'lou nummers uit
bet blooitijdjierk der ita'.'aansehe
'vioollilteratuur!
Maar het was Flesch er om te doen oen
beeld te geven van d"ii tijdgee-t.
De boer Wijsman bcgelyidde wel discreet,
maar niet steeds elastisch genoeg; en die ver
ouderde begeleidingen vorderen juist zoo'n
subtiele behandeling, wil men er wat van
maken. A.vr. AVJ;I;K.-UÜ'.
IcmiiinnmiUMMi
M NijliM Oiteeel, Rotkflani,
Hoewel gewoonlijk mot stillevens een
scbililersle--on beginnen wordt, schijnt het
mij toe, dat. niet voor do rijpheid van don
geest deze eenvoudige gegevens van «aarde
worden, liet komt bij deze dingen vóór
alles da-ir op aan, dat het. zoogenaamd ge
ringe voo-werp met allen hartstocht en met
volle liefde aangegrepen word r, wil bet eenige
bcduidiiia hebben. Do macht waarmee zoo
iets gezien wordt moet groot zijn wil hot
werk belangrijk lijn. Hij bot schilderen van
veldslagen en dergelijke gebeur l enisson. uiterst
belangrijk als oen aantal gemoedstoestanden.
werkend en sjericlit naar een enkel doel, kan
in sommige opzichten te weinig gep ra est oord
worden en kan er nog iots belangrijks
blijopsprietendon knevel, waar droppels whisky
uit noersijpelen op de satijnen shawl van z'n
smoking; met do diep-zwurte oogengaten in
blauwe randen weggedrnild, zooals ze 'm
nu ziet, zoo hooft ze hem nooit geweten, zoo
zal ie nu altijd voor 'r blijven leven, zoo,
mot hot vorslon<t-gelo gezicht, als 'n chry-anth,
z'n ploertig gezit daar bij hot ballet in den
wrangen adem van sterken drank als 'n
plebejer. E u in 'r hoofd als 'n laaiende
droefenis brandt do herinnering uit aan wat
een < hot mooiste geweest was van haar jonge
leven: 'r huwelijk met hem. do eerste dagen
met hom samen, nu ruim 'n week geloden,
'r gaan on rijden en zitten naast'm. altijd bij
'm in do groote stad, waar zo voor plezier waren
heengegaan, hun huwelijksreis, 'n Week bad
'r gebak geduurd! .Nog niet eens, want de
laatste dagen waren vol geweest van 'n nade
rend hegrijpen. Wat allo mensclien, die 'in
ken Ion, baar voorzegd hadden, en wat, ze
nooit had aanvaard in 'r doof vertrouwen
op z'n liefde, nu «as het gekomen. Nu, 'n
jiaar dagen na hun trouwen, was do kracht
tol veinzen al gebroken in don jong-otidoii,
uitgeleefde)! man, en suf-onverseliillig bij de
ver .voost i uu van dit teoro, mooie
vrouweleven, dat in vertrouwen bom aanhing als
'n jonge wingerd ilen sterken muur.
stomvorveeld. meedoogenloo- bij de schreiende.
droefenis in die rijke vroiiwoz.iol, za! ie neer,
rookte sigaretten en dronk whisky-soda's. ...
'n Klokkende snik springt irt'r keel, maar
7,0 herstelt zich. tracht kuchend den
mensebeii-rondom den indruk te geven, dat zo
maar even uehoest heeft. Siatig met bere
kende passen van dame, do rokken wat
L'eretrou-seerd met 'r bevende handen, trnat
zj do trap op naar het dek. Maar boven
in den wijden hui ver-nacht, waar do blo 'ke
doode maan begraven ligt in de rouw-don
kere hemel-bal. daar valt zo hulpeloos tegen
de verso h au si H traan, stuip t 'r ge Jol t ei d lichaam
van sebrei-ini-baar. Want nu wist ze het,
wi-,1 zo bot, was bot niet moer uit 'r WOL' Ie
rul;ken. dat ie slecht was, dat ie niet van
'r hield, nio's. niets, dat ie haar genomen
had om 'r gold . . .
Stil. boef-stil is do nacht, diep-doiikor do
hemel, 'n \\ijdo. zwarte tuin va'i gcheimeiiN.
Dool' de klukkende golven schuift stampend
de boot, on togen de versehan-iiiir han'_'er:d.
'n klein mon-chjo. 'n nietsje. te loor in do
duizelende xocëi'uimto. onder de schrikHiko
spanning der holle luchten, 'n klein meu-vhje.
da! wat stond te schreien.
Door de eindeloosheid rokken spokig
misiliorons hun smartgekreun, a!o:u, aio n, in
verre verte. En in de hui ver-wijde nacht-L'r-ot
met 'r immen-e wanden van d" hori'.oifen.
i- 'n men-rh met. 'n gebroken loven.
S: 01 el oo- zin g.'il de golven hu :> dof Yi'-emde
u'.;-, 'n d .vaa-', 'n eeuwig lied. hoi li'-d d--r
' en/aamhei'l.