De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 29 januari pagina 5

29 januari 1905 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1440 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD V OOR NEDERLAND. bereidt men slechts met kokend water, zonder verdere toevoegingen, met MAGGP ConsomméCapsules. Een Capsule bevat 2 Tubes. Een tube voor een groote kop a X Liter kost 6 ets. Maggi'S Bouillon Capsules houden in het allerbeste Vleeschextrakt, waaraan een aftreksel van de fijnste - soepgroenten en het noodige keukenzout is toegevoegd. Te erkrögen bfl kruideniers en «omestibleshandelaars. Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het Generaal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HORN, Amsterdam. DE FIJNSTE BOUILLON DAMBjS. *l Mevr. v. GOOH?KAULBACII. Plicltgevoel. Ik heb een vriend met ijzeren hand n koel gebiedend oog!" Zoo zong de Genestet. Hij noemt den plicht" een vriend, al moet hij erkennen dat die vriend niet met een glimlach en glacéhandschoenen aan, tot hem komt. Wie heeft niet in zijn leven meermalen die ijzeren hand gevoeld en dat koel gebie dend oog op zich zien rusten, als lust en plicht een zwaren strijd in zijn binnenste voerden ? Zeker is er niets wat ons mensehen zóó boven de dieren verheft, dan juist de aan drang tot het volbrengen van onzen plicht. Niemand kan zich straffeloos daaraan ont trekken, want het is zoo mooi en waar gezegd in het Duitsche gedichtje Die Uhr" : Ich trage wo ich gehe, Stets eine Uhr bei mir, Wie viel es geschlagen habe. Genau seh' ich an ihr. Es ist ein grosser Meister Der künstlich ihr Werk geführt "Wenn gleich ihr Gang nicht immer, Dein thörichtem Wünsche gentigt. We willen vaak zoo graag anders! Maar telkens en telkens worden we her innerd aan dat uurwerk daarbinnen. En toch!... Wat komt er van dat aange boren plichtgevoel terecht bij de meeste menschen ? Niet heel veel! Want dan zou de wereld er heel anders uitzien dan zij nu doet. Met den plicht wordt evenals met den godsdienst al heel wonderlijk omgesold. Vooral in de politiek en bij de diplomatie, maar ook in het dagelijksch leven houdt ieder er zoo'n plichtsgevoeltje op eigen hand op na. Vraag eens aan uw bekenden wat ze er onder verstaan. Het antwoord zal luiden: Och, een defi nitie daarvan is moeilijk te geven! Ieder moet dat voor zichzelf uitmaken!" En juist dit doet het geweten van zoevelen zoo erg rekbaar worden. Transigeeren met den plicht, dat is niet moeilijk ? als anderen het maar niet merken. Eens zeide een heer die heel veel geld noodig had, voor zijn menus-plaisirs en die van vrouw, dochters en niet te vergeten zoons, tot me: Als men niets aan de armen geeft en alle lijsten wegstuurt, dan spaart men jaarlijks een aardig sommetje uit en niemand merkt er iets van!" De man had juist een diner te zijnen huize, waar tal van kostbare spijzen en fijne wijnen door gegalloneerde bedienden werden rondgediend. Ik voelde mijn bloed kokenen dacht aan de gelijkenis van den rijken.man en den armen Lazarus. Ik trachtte het uurwerk in snellere be weging te brengen, dat toch ook in zijn borst moest zyn, maar met een cynisch lachje werd ik aangehoord. Nu staat dat uurwerk al sinds enkele jaren voor goed stil. Nooit wordt er zeker op dit gebied van den plicht mér gezondigd, als wanneer we onszelf een genoegen moeten ontzeggen om dit anderen te kunnen verschaffen. In Ame rika leeren reeds de kleine kinderen, dat de allmigtity dollar de wereld regeert. Men laakt de Amerikanen om hun cynisme op dat punt. Maar eilieve is het hier te lande anders? Wordt niet de nicht die met equipage een bezoek komt brengen, met vrij wat meer strijkages ontvangen, dan de bloedverwante, die op een hofje haar ouden dag slijt? Wordt niet voor een rijken neef het ge meste kalf geslacht al is die neef in het maatschappelijk leven geen knip voor den neus waard? Terwijl de arme neef het wel met kliekjes" kan doen ? Laat ieder de hand in eigen boezem ste ken wij allen knielen voor het gouden kalf! Het plichtsgevoel wordt er door verkracht en een uitvloeisel daarvan is, het minder luide tikken van het uurwerk daarbinnen! Maar het hierboven genoemde beteekent nog niets bij het verzaken van het volgende: Het niet nakomen van onze verplichtingen tegen over onze leveranciers! Op geen enkel gebied wordt het plichts gevoel ??? ten minste in onze 'residentie zoo schandelijk verkracht, als juist in dat geval! Als men de leden der zoogenaamde be middelde klasse in twee deelen splitst en die beide op weegschalen zet, namelijk de genen, die hun leveranciers op geld laten wachten tot in het oneindige, en degenen die hun verplichtingen in dezen stipt na komen, dan wed ik, dat de schaal met de wanbetalers met een plof omlaag valt! Niet van hooren zeggen alleen, maar na grondig onderzoek durf ik die uitspraak doen! Men wordt werkelyk stom van verbazing en rood of bleek (wat het ergste is, weet ik niet) van woede, als men hoort vertellen van de gren zenloos onbeschaamde wijze, waarop de leve ranciers, die om hun geld durven komen, worden behandeld. Zoo is mij een familie bekend, wonend in een mooi, dubbel huis op een der eerste standen. De familie ver schijnt in het Kurhaus of Tent in de mooiste toiletten. Meneer draagt het hoofd hél hoog! Als nu de costumière de rekening presen teert, dan komt de huisknecht een zeer voornaam en deftig heer vertellen, dat meneer niet thuis is, en mevrouw zich nooit met geldzaken bemoeit. Tienmaal of mér wordt dezelfde bood schap gegeven, tot eindelijk de lastige loop jongen met een gesloten eouvert huiswaarts keert, waarin een bankje van vijf-en-twintig gulden op afbetaling". De bestellingen gaan steeds door, de stof moet ook door de costumière worden gele verd. Als haar de wissels van de verschotten worden gepresenteerd moet ze wel betalen. Ze durft niet aan de wanbetalers, uit vrees voor de gevolgen, zeggen dat ze niet meer voor hen kan werken. De familie heeft vele invloedrijke relaties !... Eén uit velen!" zou ik dit geval kunnen noemen l Eens toonde een dame mij een mooie, antieke kast, mij mededeelend, dat ze die had gekocht van de rente haar geworden, door het niet betalen van verschuldigde rekeningen gedurende de laatste twee jaren ! Ik vraag u: Is het spreekwoord: Kleine dieven gaat meu hangen, groote dieven laat men loopen !" in dit geval niet tot waarheid gemaakt ? Ik zou verder kunnen gaan met het op noemen van meerdere voorbeelden als de hierboven genoemde. Maar dan zou dit artikel te lang worden. Maar ik vraag u : Wat moet er al zijn om gegaan in de harten en hoofden van de gewetenlooze menschen als waarvan hierboven sprake is. Er komt een tijd voor ieder, waarop het met geweld tot stilstand gebrachte uurwerk gaat loopen, en dan worden zenuwartsen te hulp geroepen, om het verbroken evenwicht te herstellen. Paulua zuchtte : Och, gij arm en verdwaald geslacht! Als ge eens wist wat tot uwen vrede dient l" Een goedloopend uurwerk in zijn binnenste te hebben )s wel het grootste geluk, wat den sterveling kan te beurt vallen. En komt dan de ure, waarop het is afgeloopen, dan kunnen we met de hand op het hart zeggen : Dann geb ich sie zurücke, Mit dankbar, kindlichem Flehn, ieh, Herr, ich hab nichts verdorben, Sie blieb r on selber stehn !" VKKA. Dienstyliclit en yronwentaeclit. (Ingezonden). De jeugdjaren die o verdrijving zouden kunnen rechtvaardigen, althans voldoende verklaren, zijn voor de Vrouwenbeweging in Nederland voorbij. Toch blijven voorvechtsters in die beweging zich nog lustig schuldig maken aan overdrijving en zwaaien haar strijdwapenen rond met de onstuimigheid van de Amazone die voor den eersten male ten strijde optrekt. Elise A. Haighton is in Dienstplicht en vrouwen" (Groene Weekblad, Zaterdag 7 Jan. 11.) blijkbaar niet aan deze verkeerde gewoonte kunnen ontkomen. Hoe ervaren kampioene ook, zij heeft met schadelijken ijver vrouwenkiesrecht gaan bepleiten in verband met militieplicht. Door een debater uit de vergadering der Haagsche Jonge liberalen" van het eigenlijke gevechtsterrein gelokt, heeft zij het gevaarlijke gebied met hinderlagen betreden dat de behoedzame strijder voor vrouwenkiesrecht zorgzaam zal mijden. De samenkoppeling van Dienstplicht en Vrouwenkiesrecht brengt het groote ge vaar mee dat de verdediging van de staats rechtelijke bevoegdheid wordt verzwakt. Onder de Nederlanders, daartoe in staat," die verplicht zijn mede te werken tot hand having der onafhankelijkbe.i(J van het Rijk en tot verdediging van zijn grondgebied" (Gw. 180) 1) kan men zelfs met al het kunst en vliegwerk door Elise A. Haighton bijeengeknutseld, de vrouwen van Nederland niet met voeg brengen. Zij zijn gelukkig daartoe niet in staat" en zullen zoo verstandig blijken zich daartoe niet in staat te willen laten stellen. De Amazonen hooren thuis bij wilde volken niet in den twintig-eeuwschen cultuurstaat. Eenmaal den voet ge/.et op dit bedriegelijk terrein, moet de schrijfster vervallen tot het zoeken naar rechtvaardigingsgronden voor de kiesgerechtigheid der vrouw, en vervalt dan tot poovere argumentjes als: Doen de vrouwen eigenlijk al niet voldoende voor den staat door het vrijwilluj 2) ter wereld brengen van kinderen met in gevaarstelling van haar jong leven? Kan men met zulk een betoog het verwijt ontgaan dat de zaak die meu bepleit zwak staat? Moet die verderflijke zucht zoo veel, zooveel mogelijk bewijsmateriaal op te 1) Bij de grondwetsherziening van 1887 werd in het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer de vraag gedaan of onder alle Ne derlanders" (Gw. 180) ook de vrouwen waren begrepen. De Memorie van Antwoord zegt hierop: De regeering heeft het geheel over bodig geacht hier te spreken van mannelijki Nederlanders. Het geheel of gedeeltelijk uit strekken van der. militairen dienstplicht, ook over de vrouwelijke, zou zulk eene verstoring in alle maatschappelijke toestanden teweeg brengen dat daaraan nimmer zal kunnen worden gedacht." '2) (Jursiveering van mij. stapelen niet leiden tot niets bewijzen of minder dan men kon bewijzen? De bewijs gronden voor de rechtmatigheid van vrou wenkiesrecht hoeven niet te worden gezocht, ze liggen voor de hand. De rechtsgrond wor telt in de enkele eigenschap van staatsburger zijn, de toekenning wortelt in het staatsbelang. Zoodra het belang van den staat zich niet verzet tegen de invoering van vrouwenkies recht, moet dat recht den vrouwen worden toegekend. Dat recht moet echter van elke overweging van dienst-bewijs worden vry ge houden, evenmin als met belastingplicht gebracht worden in oorzakelijk verband met dienstplicht. De verdedigtters van vrouwenkiesrecht moeten blijven gedenken Cedant arma togae". Themis kan haar verder brengen dan Mars. Onredelijke verplichtingen hoeveu zij zich zelve niet op te leggen. Haar streven tot feminiseering" moet gaan in goede richting, niet tegen haar natuur en bestemming in In die goede richting ligt de feminiseering van het gulden gezegde van den Franschen koning: Surtout pas trop de zèle messieurs! (i.c. mesdames!) JUL. KEIZER. muiimiiHimmiiiimiiiiiiiiiimiti La Femme d'aujourd'hui'''. Marcello, Lancelot Croce. Miguel Cervantes en de Dulcinae-rol. Keizerlijke garderobe. La femme d'aujourd'hui" (est celle d'hier, et sera celle de demain, C) is de naam van een nieuw tijdschrift voor dames en jonge dames. La femme d'aujourd'hui" ziet er bekoorlijk uit en verschijnt in maandelijksche afleveringen te Parijs. Elk nummer bevat: Een compleete roman, een muziekstuk, een dames-handwerk, mo dellen van de nieuwste modes afkomstig uit de eerste ateliers, en, talrijk goed geïllu streerde artikelen, over merkwaardige per sonen en zaken: the upper ten en de mode. Het eerste nummer van dit gloednieuwe Journal, bevat twee belangwekkende artikelen. Een over het syndicaat der Parijsche danse ressen en een ander over de koningin van Portugal en de drijfjacht te harer eer gege ven door de hertogin d'Uzès. Het artikel over het syndicaat der Parijsche ballerina's gunt een blik in het leven van zwevende, gazen wolkjes, die dikwijls een somber bestaan voeren te midden van het electrische licht, waarin zij 's avonds drijven. De best betaalde danseressen, les pre mières danseuses uitgezonderd, verdienen 120 fr. rr ongeveer 60 gulden in de maand. Het minimum zou men zoo gaarne op 150 francs gebracht zien. De danseressen hebben al haar avonden bezet van 7 M?12 %; de Zondagvoormiddagen, (les matinees) vast en dikwijls ook de Donderdagvoormiddagen. Dus veertig uren per week. En dan de repe tities en de eindelooze uren daaraan besteed. Sommige balletten vorderen veel tijd, andere minder. Gemiddeld rekent men 3 uur voor een repetitie. Deze oefeningstijd wordt in 't geheel niet vergoed en de salarissen gaan eerst na de eerste opvoeringen in. Heeft een ballet een matig succes en blijft het maar korten tijd op het repertoire, dan hebben de meisjes voor al de repetities, haar avond- en voormiddag-werkuren 120 francs per maand verdiend en beginnen onverwijld de oefeningen voor een nieuw ballet. En zoo zelden wordt het volle bedrag uitbe taald. Regisseurs en balletmeesters leggen zware boeten op voor de kleinste tekort komingen. Vijf minuten te laat, een mispas op 't tooneel. voor ondenkbare nietigheden wor den wij beboet. Komt men bij de uitbeta lingen tegen de boeten op, korte wetten, de deur staat open, want theater-directeurs ont zien alleen die danseressen, die beschermd worden door aandeelhouders of invloedrijke personen. Die dames durven zich veel ver oorloven, want wat beteekent een boete van tien en twintig francs voor een vrouw,] die prachtig woont op het plein Monceau en zich naar den schouwburg laat brengen in een sierlijk rijtuigje met twee paarden of in een auto, nieuwste model." En de danseuse, die den reporter te woord had gestaan, voegde er aan toe : Wie van ons op fatsoenlijke wijze haar brood wil verdienen, heeft het zwaar te verantwoor den ... neem me niet niet kwalijk, meneer, ik heb geen minuut meer te verzuimen, over een paar uur moet ik op het tooneel als papegaai vliegen, fladderen en dansen..." Boete voor een mispas op 't tooneel..." de misstap op haar levensweg wordt in goud omgezet... Vóór wy een hard oordeel vellen, overdenken wij eerst in ootrnoedigen ernst de milde woorden van den grooten, beminnelijken Meester : Wie van u zonder zonde is, werpe den eersten steen op haar." *** Van alles heeft de parel van Savoye" de koningin-weduwe van Italiëbedacht, om uiting te geven aan haar blijdschap en dank baarheid over de geboorte van den kleinen Umberto, het Italiaansche kroonprinsje. Margareta schonk ruime giften aan de armen en aan de kerk; zij overlaadde het gelukkige moedertje Elena en haar zoontje met kostbare geschenken. De Italiaansche beeldhouwster, Marcella Lancelot Croce, kreeg van de koningin-weduwe de vereerende opdracht, een bas-relief te maken, als her innering aan Umberto's doop Marcella Croce's ontwerp viel zeer in den smaak der koningin. Het medaillon vertoont een kinderkopje, sluimerend op een kussen. Onder de konink lijke kroon de woorden : Umberto di Savoia. Aan de geheele hofhouding heeft Margareta gouden medailles doen uitreiken met repro ductie van den arbeid der beeldhouwster. Een gracieuse herinnering aan het schitterend doopfeest. * * * In verband met de aanstaande Cervantesfeesten in de Spaansch-sprekende wereld en daarbuiten, in het voorjaar te houden, het zal dan drie eeuwen geleden zijn dat Miguel de Cervantes het eerste deel van zijn Don Quixote uitgaf, worden in Parijs voorstellin gen beraamd, van een tooneelwerk van Jean Richepin. Hij is twee jaar bezig geweest met dien dramatischen arbeid. Belangstelling wekken bij la femme d'aujourdhui" voor dat, wat wegdoezelt in grauw verleden, is een lang niet makkelijke taak. Dit ondervond Richepin; een aantal actrices keken bedenkelijk en waren niet geestdriftig te maken voor Cervantes Dul cinea, de bescheiden vrouwenfiguur die niet op den voorgrond treedt. Het is nog een open vraag, wie ten slotte de Dulcinea zal vertoonen. Tijdens de season van 1895, toen Henry Irving in het Lyceum theater te Londen, Will's Don Quixote op voerde, gaf hij zulk een trefl'elijke uitbeelding van den Ridder met de droevige figuur, dat de koning van Engeland den beroemden tooneelspeler in den adelstand verhief. * Keizer Wilhelm heeft een garderobe, waar menige vrouw afgunstig op kan zijn. Meer dan honderd vijftig groot-tenue militaire costuums van land- en zeemacht, zijn het eigendom van den Duitschen monarch. In Potsdam en in Berlijn zijn een aantal in elkaar loopende vertrekken ingericht tot bewaarplaats van al die inooie spullen. Een kamerdienaar met een stoet mede helpers zijn steeds in de weer met oppoetsen. te voorschijn halen, wegbergen en verande ring der uniformen. De keizer, die zoo graag en zoo vlot spreekt, heeft nooit de welspre kendheid van een tailleur" kunnen genie ten. Die worden niet tot hem toegelaten. De heeren krijgen een maatcostuum mee en maken een nieuw uniform of civiel pak. De keizer steekt zich in 't nieuwe gewaad en laat zich onmiddellijk fotografeeren. De fotografie wordt aan den kleermaker gezon den. Hél practisch, want elke fotografie spreekt ten opzichte van 't toilet de zuivere waarheid. Het kleinste gebrek brengt zij meedoogenloos aan 't licht. De kleermaker bestudeert de fotografie in de fijne puntjes, verandert aan 's keizers kleeding wat er aan te veranderen valt en het portret wordt ver nietigd zoodra het nieuwste costuum bij de anderen is opgeborgen. CAPRICK. UIT D E_N_AT U U 3. XCII. Winterslaap. Het vroor dat het kraakte, de grond in mijn tuintje was zoo hard als een steen en ik moest noodzakelijk een aardworm hebben als voedsel vooreen vuursalamander, die mij van de week werd thuis gestuurd. Het zwarte beestje met zijn schitterend gele vlekken kwam klaar wakker uit het postpakket en vroeg duidelijk om eten. Het was bij het spitten uit de aarde van een Haarlemschen tuin opgedolven, en ik wist bij ervaring dat het den winter niet overleven zou, als het niet wat eten kreeg, alvorens opnieuw den langen slaap in te gaan. Leven opofferen, om leven in stand te hou den ! Het is nu eenmaal niet anders in de wereld; plant of dier moet er aan gelooven, zal een ander individu niet te gronde gaan. De salamander, uit meelij door kinderhand aan mijn zorgen toevertrouwd, kan geen planten eten en geen dieren, die al te voren gedood zijn; een levenden worm moet hij hebben, of langzaam doodhongeren. De grond was te hard om er de spade in te kunnen krijgen en de wormen zitten diep bij vriezend weer. Daarom haalde ik de dikke bladlaag om, die in een hoek van het tuintje dekking geeft aan mijn wilde varens en orchi deeën. De bovenste laag was aaneengevroren als een koek, maar vlak boven de slapende planten was het halfvergane blad vochtig en warm ; de damp sloeg er af. Er waren kleine holten tusschen waar, denk ik, het verrottingsproces, sedert October aan den gang, sneller vorderingen had gemaakt; misschien door de wormen en slakken geholpen, mis schien ook doordat de eene soort van blad zooveel gemakkelijker vergaat dan de andere. In die ruimten, gaten en gangen, gevuld, met humus zwart en kleverig, lagen veel wormen en naakte slakken dicht bijeen; de wormen opgerold als een scheepstouw, of 't lichaam als een spiraal gewonden om het kopeind. Net wilde ik, na een paar wormen en slak ken als otter voor mijn hongerigen kostgan ger gekozen te hebben, de massa half ver gaan blad met de spade weer over de planten schuiven, toen mijn oog viel op n enkel frisch blaadje; het was van een groen, zoo frisch, dat het mij verbaasde, hoe dat daar was blijven leven te midden van den dood, te midden van rotting en ontbinding; de aderen lagen er dik op en een lijn steekje, glom rood en bruin in 't winterzonnelicht. Het contrast trof mij des te sterker, nu ik het zag liggen, half omsloten door een dubbelgevouwen eschdoornblad, zwart, vol gaten blaadje was een citroenvlinder, dat is de be kende voormalige lentebode van de kranten, uit den tijd toen de menschen nog niet zoo veel deden aan natuurstudie als tegenwoordig. Dat had ik nog nooit gezien, gehoord of gelezen, dal een vlinder als een worm, slak of pad zijn winterslaap kon houden onder een bladerhoop, die tot humus vergaat. Meer i dan eens heb ik bij toeval een overwinterenden vlinder, atalanta of kleine vos, gevonden, aan de lijzij van een boomstam tusschen de schorsgroeven. Ook eens een zoo'n citroentje als dit; het was op een winterwandeling over de heide bij Laren, het diertje zat toen met de pootjes om een dor takje geklemd in de luwte van een greppelkant. Wat mij nu vuil er op te ontdekken. Het was op en top een blaadje, zoo van den wegedoorn geplukt. Het lag plat op mijn hand in 't volle licht; een nieuwsgierige buurman die van mimicry nooit had gehoord, vroeg over de schutting heen, wat ik daar weer had. Een vlinder ? Hij keek mij even aan of ik hem voor den gek hield. Nog nooit trouwens heeft mij de wonderlijke gelijkenis van een rustenden citroen vlinder met een bleek groen wegedoornblaadje zoo volkomen geschenen als dezen keer. Werkelijk, we behoeven niet naar Java te gaan om het beroemde Wandelend-Blad in leven te zien; ons Citroentje doet er niet vooronder. De beide sprieten samen tot een steeltje gelegd, de twee roest vlekjes op den vleugel, Vuursalamauder of Gevlekte landsalamander (glimmend zw~art met helgele vlekken) op 't oogenblik. dat hij zijn worm zal i pakken. en waarvan de kale nerven deden denken aan de beenderen van een geraamte. Ik ging het opnemen, verlangend om te weten, wat dat voor een zonderling blad was, dat eenzaam wilde blijven leven; maar schrikte terug toen ik het bijna had aangeraakt; ik had mij deerlijk vergist. Daar onder de bevroren bladermassa in de diepte tusschen vuil vocht, natte slijmerige humus, bij wormen en slak ken lag een vlinder te slapen. Het vermeende bijzonder trof en ook dadelijk de huisgenooten, die ik er bij riep, dat was de wonderlijke reinheid van den vlinder, die tamelijk vast aangedrukt toch onbezoedeid lag te midden van stollen, die ik liever nu-t aanraakte. Met liet verrotte blad, dat de hand vlekte. nam ik het diertje op. Geen vlek of i-metje ontsierde de lijne vleugels, die saumgeklapt j waren als gewoonlijk in den ruststand. Met i de loupe xelfs was geen korreltje aarde of de vleugeladeren die als de nerven van een blad verloopen, het is alles bedriegelijk ge lijkend. Het dier was natuurlijk niet dood, alleen verstijfd of verdoofd; een dood dier ziet er ze o frisch niet uit, als het tusschen rottend blad ligt. Bij de kachel zouden wij liet even doen ontwaken en opmonteren en liet dan weer in de koude brengen tot het vanzelf voorcoed wakker zou worden. Maar dat kwam heel anders uit, dan mijn wijsheid voorspelde. Onder de bladeren had liet tamelijk warm gelegen en was het ingeslapen, en hier in de open lucht bij eenige graden vorst werd het opeens wakker en zette zich op zijn pootjes; het had in 't eerst wat moeite zich overeind te houden en wankelde als slaap dronken ; maar dat duurde maar even, toen begonnen de sprieten ook al te leven en bogen uiteen. Wij brachten het over in een groote inmaakilesch. lu een kamer waar niet gestookt wordt, maar waar het ook niet vriest, gaven we het een takje tot steun ; het klauterde vlug omhoog, zette zich daar goed vast en ... sliep lekker weer in, zonder zich aan de hoogere temperatuur te storen.Nog slaapt het citroentje in de kamer op zijn takje als een vogel op zijn stokje; ondanks de vrij groote warmte, die er zoo nu en dan heerscht, als de tusschendeuren openstaan. Het heeft zich nu sedert acht dagen niet bewogen. Wat is het toch moeilijk verklaringen te geven van de verschijnselen in het dieren leven, Als je denkt voldoende gevallen te hebben waargenomen om een algemeenen regel te kunnen stellen, komen er van die eigenwijze beesten, die precies andersom doen. Misschien ook wel ligt de schuld dikwijls aan ons en schuilt er een fout in de waar neming ; maar dat maakt de zaak niet ge makkelijker, omdat het waarnemen van levende wezens met wie wij niet praten kunnen, uitteraard steeds gebrekkig zal zijn. Daar zit nu mijn vuursalamander in een bloempot in de koude, met alles wat hij noodig heeft om den winter te verdommelen en hij wil maar niet inslapen ; eiken avond krabbelt hij naar boven en vraagt om zijn worm; en de vlinder, die ik in de warmte op een bloeienden hyacinth heb gezet, valt in slaap, als hij net zijn tong half uit heeft gerold, om te gaan zuigen. E. HEIMANS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl