De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 5 februari pagina 3

5 februari 1905 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1441 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. onzer kennisse gebracht. Bij hunne sekties vonden Burkhardt in Uresden: 38 pCt,; Niigeli in Xüricb, 50 pCt. van alle lijken van 14 tot 18 jaren door een progressieve tuberculose aangetast; van de lijken boven de 18 jaren, vond Burkhardt: 53.5 pCt.; Nageli zelfs 73 pCt. Meer als een derde (37 pCt.) van de door Burkhardt ontleed den was feitelijk aan tuberculose to gronde gegaan ; lti.5 pCt. was door daartusschen loopende akute ziekten gedood geworden, alvorens de tuberculose ze had kunnen ?vernietigen. Bij 37.5 pCt. van de lijken van Burckhardt en bij 2S pCt. van de lijken van A'ügeli, waren overblijfselen van naar verhouding weinig uitgebreide vroegere ziekteaanvullen aanwezig die door gene zing, minstens tot stilstand zouden kunnen zij u gebracht. riet is de groote roem van Bremer nit Görbersdorf, te hebben kunnen aantooneu dat een zorgvuldig afgedeelde, geduldige, hygicnisch-diëtetisohe behandeling: zuivere lucht, krachtige voeding, sparing van krachten, verharding door het oponthoud in de vrije natuur en door water, zelfs zeer vergevorderde gevallen van tuberculose nog wist te redden en duurzaam wist te ge nezen. Met de koenste verwachtingen heeft men den dubbelen veldtocht tegen de tuberculose aangevat; zoowel de sanatoria- alsdehuisverpleging, zijn van het begin van den goeden weg in dezen ; en als de stemmen die hieromtrent van verschillende kanten komen, eenig vertrouwen verdienen, dan kan men zengen dat althans de eerste schreden zijn gedaan om den versehrikkelijken vijand het hoofd te bieden. Immers in de laatste vijf jaren stierven er 13'JU op iedere inillioen raeuschen min/Ier aan tuber culose als vóór twintig jaren! Wat evenwel niet wegneemt dat bijv. in h- t Duitsohe rijk, jaarlijks l(X),(KJt> menscheii telken male opnieuw door de tuberculose aangetast worden. Jlet is een telkens dringender wordende noodzakelijkheid dat de bestrijding van de tuberculose overheidszorg worde. Oprich ting van volkssanatoria en verspreiding van meerdere kennis onder het volk zijn noodig, maar zijn geenszins afdoende. Men moet zich verder geen bcdriegelijke voorstellingen maken ovt-r het succes dat men bij het volk heeft, door middel van vlugschriften en voordrachten. Als dit goed gaat, dan bereikt men daarmede nog maar de beschaafden en welvarenden. Ove rigens ! hoe gering zijn niet de begrip pon over huiselijke orde, over reinheid, bereiding van het eten, de verpleging eu de bewaking van een zieke in don regel onder de arbeidersiamilies, daar waar de vrouw van de schoolbanken in de fabriek en van de fabriek tot het gezin is geko men en nooit van huishouding, kostbeieiding, kinderverzorging etc. Mn gehoord of gezien heeft! Kn daar waar het verstand en den goeden wil nog aanwezig zijn, hoe ontbreekt het daar niet aan de noodige hulpmiddelen ! Aan de huidverpleging worden enge, onoverkomelijke grenzen gestoken, door de woningsverhoudingeii waaronder breede lagen van het volk leven. J n de verbetering dier toestanden ligt namelijk geenszins het kleinste deel van den grooteu zegen, die bij voorkeur de huisverpleging brengen kan. IV u heeft een omvangrijk onderzoek, dat over een l I-tal groote Duitscho steden: over Berlijn, iireslau, Dresden, Hamburg, Alt- en iNeu-Leipzig, Königsborg, Maag denburg, Lübeck, Jlalle a d. S., Górlitz liep, aangetoond, dat daar op iedere woning met n stookgeiegenhoiu in IW/0 gemid deld i n Berlijn, Broslau, Hamburg, Leipzig en Miinchen ongev. ,'!?") personen kwamen. Hierbij moet men in aanmerking nemen, dat bij de woning-enquête, in IDIKi te Miinchen gehouden gebleken is dat de oppervlakte LA FRANCE ROZEN, DOOR X. ABBIN'G?VAX 1IOKWKNIXGK. 1. Kee, geef nog eens een beetje bloem," vroeg Suze aan <le oude keukenmeid, terwijl ze niet vlugge schok-beweginkjes de rol over liet blanke deeg bewoog en van tijd tot tijd voorzichtig <le boterHontjes verwijderde. Dan klapte ze bet lang-uitgerekte «leeg, nu op een zeemleeren lap gelijkend, dicht, plantte er hier en daar boter-kloiitjes op, be strooide 't losjes met bloem en begon opnieuw te -rollen. Eindelijk was 't klaar. Met haar witte nicelbandjes legde ze 't deeg op 't bakblik, opende den oven en schoof 't voorzichtig naar binnen . . . Kee, kijk eens even, wie er roept!" En, wel gevoelend den lust van de jullrouwiu-de-keuken, maar gewillig als een oude getrouwe, ging Kee . . . Ik geloot', dat meheer Bo-sers er is, juf frouw," bracht ze fluisterend liet antwoord. ,,/al ik gaan zeggen, dat u hier bent...?'' en voor dat S.uze kon antwoorden, vervolgde ze weinig respectvol: O! bij komt de trap al af!" Goeie hemel, Sutis, \vat doe je nu nog in de keuken? 't Is bijna tijd, om kom'o (e drinken. YMO kun je toch niet aan tafel komen," en ontevreden keek hij naar de groote, witte schort en de heel even opge stroopte mouwen; de blanke polsjes vroegen te vergeefs verontschuldiging voor de ge poeierde ban ijes. Is dat een manier, om je toekomstige huis vrouw tot de orde te roepen, mijnheer? daar! daar! daar!"... en vlug tikte ze hem met haar bemeelde handjes op wangen, neus en handen, tot hij meer op een grutter dan op een deftigen rijks-ontvanger geleek. Boos weerde hij baar af: Wees toch niet zoo dwaas, kijk ik er nu eens uitzien," en bij deed al zijn best liet meel van zich at' te slaan. Knap je wat op en ga mee naar boven. . . ." Maar Saus, verdrietig over die onvriende lijke bejegening, antwoordde driftig: Daar ben ik 1111 bezig ecu lekkere taart voor je je te bakken eu je apprecieert 't niet eens on geeft me nog een standje, omdat ik wat later klaar ben..." en tranen kwamen in de dezer een-vertrekswoningen gemiddeld niet meer dan ].(! vierk. meter bedraagt. En waar dat elders wel niet veel beter zal zijn, blijft er dientengevolge voor ie.lere bewoner gemiddeld slechts weinig meer dan 4 vierk. meters over. 1597 van deze woningen te Munchen herbergden evenwel in de/.e ruimte vier en meer bewoners; 405 werden door vijf, 194 door zes, 80 door zeven, 31 door acl t, (i door negen, 8 door tien en 2 zelfs door elf personen bewoond. 7(>07 mens lijn woonden dus op deze wijze:en I4,7M woonden in woningen van twee vertrekken, met zeven en meer bewoners per ruimte. In Berlijn hadden in 191)0 12 pCt. van de een-vertrekswoningen elk zes en moor bewoners; oudLeipzig 13.(i, Breslau telde er 148 p(Jt. en Dresden tot L5 p(Jt, toe. Dr. Marcuse onderzocht in Mannheirn waar hij dokter dor Artskrankeukasse is, do womiigsverhoudingen van 329 tot wer ken ongeschikte, arme lij Iers aan tuber culose. Hierbij bleek dat in 21. gevallen de gansche familie maar n vertrek bo woonde; in 121 andere gevallen een vertrek met nog een klein vertrek er bij. 7 lijders sliepen met nog 2 andere perso nen in n bel; 49 met 3, 28 met 4, 14 met 5, l met 8 en 2 zelfs met zeven personen in een bed: 30.7 pCt. van de aan tubereu1 >se lijdenden, had niet eens een bed voor zich alleen. Dergelijke resultaten leverden ook onderzoekingen te Berlijn, l'forzheim e. a. plaatsen op. Men moet in 't oig vatten dat een be hoorlijk groot bed voor een volwassen mens'-'h een ruimte van ongeveer 1.7 vierk. M. grondoppervlakte noodig heeft; zouden er dus in deze woningen der arrnsten zoo vele bedden gezet moeten worden ais er volwassen personen woonden, dan zou er geen ruimte om te loopen en om een ander meubelstuk te zetten overblijven. Door de onderzoekingen van Biggs in New-Y«>rk, \Vernicke in l'osi'ii, Homberg en Hadicke in Marburg en uit de erva ringen door jivof. (iriiber als arts /elven opgedaan, is het zelfs gebleken, dat de tuberculose in bepaalde s/rut-rit een vaste schuilplaats zich had gekozen; straten waarin dan ook bepaalde woningen waren aan te wij/een, die als de kazernes van tnbe:celbacillon schenen d i -nst te doen. l'rof. (Jruber constateerde te Graz in 2t> buurhuizen binnen den tij l van vijf jaren, 131) sterfgevallen aan tuberculose. In oen van die bui/en, die niet zoo groot waren, violen er (i, in oon 7, in oen 10 on in oen zelfs 13 sterfgevallen aan tuberculose achter elkander voor. Nooit, zeido prof. (iriiber, zal hot ons gelukken alle tuborcelbaecillon. verstrooid al s zij overal hoon raken, op te Mingen, maar is do woning ruim genoeg, dun zul len do iji'toinli'ii ten minste, de nabijheid van de zieken voldoende kunnen mijden. Is de woning zóó ingericht dat /.ij rein kan worden gehouden, dan zullen do ont snapte ziektekiemen zich daarin niet zoo gemakkelijk kunnen opeenhopon. Is zij ge noeg door hot daglicht beschenen d;in zul len zij daar, waar dit kan binnendringen, wel te gronde gaan, terwijl zij in een don kere ruimte lang kunnen blijven leven. (>ndcr hot onmiddellijk zonlicht, sterven zij binnen weinige uren: in het holle, ongetemperdo daglicht gaan de inge.lroogde kiemen, volgons do waarneming van Kirstoin binnon vier <l.:gon te gronde: in liet halfduister van CPU kolder leefden zij daar entegen nog .'2 dagen ! Dit alles gaf prof. Grubor de gelegen heid om te wij7,0n op do nationale wel daad die oen grondige hervorming van het woningwozen met zich mede zon brengen. -J. L. Mnziek in de HoelMail. Voor een vijf-en-twintig of een dortig-tal jaren, zou een violoncel spelendejonge dame een bijzonderheid geweest zijn in onze con certzalen. Viool dat was wat anders, maar ccllj paste meer bij mannenaard, meende men. In onzen tijd laat men zich niet meer door dergelijke vooroordeelen indnenceeren i en wanneer een vrouwenhand als van G lilhermina riu^giti het instrument bespeelt, dun zal men zijn eventnee, e bezwaren wel r.eheel zien verdwijnen, want inderdaad, de/e jeug dige Portngeescbe isdooren door kunstenares. Ik hoorde van haar bet concert vanjnlius Klengel, op Don lerdagavond. Mocht m-ii misschien tegen haar voordracht van Pvorak's concert, dat zij Woensdagavond speelde, het bezwaar gevoeld hebben, dat haar t >t>n niet sterk «enoeg is tegenover de zwara in strumentatie, wiens toon is dit eigenlijk wel? bet concert van Klungel, van dezen componist-cellovirtuoos, is zóó piaotisch en doorzichtig geïnstrumenteerd en alles is zoo uiterst doel-matig voor het instrument ge schreven, dat men bet in dil op'.icbl als voorbeel l zou kunnen stellen, liet is niet een concert, dat de beteekenis van een standaard werk in de cello litteratuur inneemt, gelijk Beethoven's vierde en vijfde pianoconcert, zijn vioolconcert en die van Mendelssuhn en Bruch in de desbetrellende litteratuur, maar j bet is oen compositie, die de eigenschap j be/.it alle qualitcilen van de violonce! in bet | volle licht te plaatsen en daarbij muzikaal genoeg i< om niet als leeg virtuozen wei k te worden beschouw 1. Mejullrou'.v SugL'ia speelde bet concert mot oen Volkomen bchoer-ching der mu'.ikaleen technische eiscben. Haar cantilene i.s m >oi en smaakvol; haar voordracht kenmerkt zich niet door o\ e'dreven pathos, maar wel door een warme kleur, die getuigenis aflegt van de fijne distinctie in mej. -Miggia's muzikale ontwikkeling. Ook hel Cantabile vanCiii.de Romance van Sveii'lsen en de twee nrtuozonstukjos die zij buitendien nog spoelde, genoten een innige veitolking. Mejuffrouw Suggia ging in eerstgenoemde si ukken guj heel en al op. Zij was blijkbaar zelf ont roerd. Mocht dat toch bij iedereen zoo zijn. Wat zou er dan meer waarheid en oprecht heid, minder aan-telU rij en tr:i-'S zijn in de beoefening der instrumentale muziek. Ik hoop in b-der geval dut het bij mej. Suggia zóó moge blijven. De jonge virtuoze had oen zeer groot .-acces. Twee bisnummers g«en klei nigheid ; zelfs niet voor <\<: applausgrage bezoekers van ons Concertgebouw. i J)e oiehestnummeis vun dienzelf Ion avond ! bestonden uit Mozart's ouverture .. Ie Nozze di i Figaro", uit d" sfukje-i van Famv voor Mueterlinck's l'elléas et Mélissando", verleden week d >or mij besproken, (-n uit Boelhoven's rastoraahsymphoiiio. Mozart's ouverture Wt.-rd eenvnu hgor, min der gekunsteld uitgevoerd dan ik haar vroe ger wol eens in het Concertgebouw heb «?'boord en de stukjes van Faurémaakten ditmaal nog meer indruk op n ij dan bij de j eerste uitvoering. Xij werden echter thans ook onbosobrijllijk mooi gespeeld. Beethoven's svinphonio hoon!-' ik niet meer. Het waren meerendeeU goede bekenden die Messehaert /.ich bad uitgezocht voor zijn tweede seance. F.en zestal uit ..Schu!>ert's Srh.vanongesang" een Vjflal van Jiraluns uit verschillende opera saamgelezen en drie ballades van Lowe. Het mag wel onmogelijk genoemd wor den, thans wederom uien .vo termen uit te denken om de voortreffelijkheid van Mesillliimimmifi anders zoo vrojlijk-lachende oogen. Er is nog geen eens gedekt," waagde oude Kee te zeggen, die niet goed kon zien, dat die lieve juffrouw zoo onhousch werd behandeld en, terwijl ze de keuken uitging, keek ze alles behalve vriendelijk naar mijnlieer Bossers Toen ze weg was en Kees 't bedroefde ge zicht van Suus zaü-, had hij spijt en wilde haar afzoem-n, om den vrede te herstellen. /e pasten in 't geheel niet bij elkaar. Suze, even goedig als luchthartig, was 't vorige jaar van kostschool gekomen. Do twee jaren, die ze in Brussel had doorgebracht, hadden baar van Jjackfisch tot jongedame | gepromoveerd, /'e had zich illusies gemaakt l van ecu vroolijk jongt' meisjes-leventje met i bals en tenni-club-, doch in 't kleine dorpje j was er van zoo iets ??'een sprake. j Jn de verveling van het dorpsloven was ! ze al spoedig een gemakkelijke overwinning geworden voor den ccnigen jongen man, die er op dat oogenblik was. Mijnheer en mevrouw Landsberg waren i erg gelukkig, dat Suze in veilige haven was aangeland, /elf laat getrouwd, al op leeftijd, waren zo niet opgewassen tegen hun vroolijk zorgeloos kil,d en konden haar niet het leven ! geven, dat zij zich wen-elite, /o vonden 't zóó maar heel rnsug. Toen ze weer verzoend, gearmd do eelkamor binnen kwaim'ii. was Kee bezin de 1 laatslo hand aan de koiiietafel te loggen. De ' oude heer Landsberg, geho 'l veidiept in de l courant, bomeikte hen niet, voor dat Suze haar vader in 't oor fluisterde: ..Is 't cru' l belangrijk, vadertje "." ? .);>, sAoutevt; en uu kom ik een boterhammetje eten. ik heb waarlijk honger ge kregen." Kn ik weet iets nieuws," zei Suus. terwijl ! ze Kees op zijde duwde, «al hij mot een brommig: ..hei! hè;.'" beantwoordde. Als ik eerst oen glas melk krijg, zal ik mijn verbaal doen : 't is heel ineoro«sant." zei ze plagend met een oo_'je naar Kees. ..Wat ben je weer druk," zei mevrouw Laiidsh rg. terwijl zo langzaam koiiie inschonk. ..Moeder, n krijgt ren logóe. maak de logeerkamer maar eerst in orde. U ie er komt, weet ik no.'niet, maar natuurlijk komt er iom.md. L hebt toch zeker gehoord . . . van de . . .." ..Inkwartiering''' viel l\"es in. ..Daarom ben jo dus /oo opgewonden. Nu. je moeder zal wel zoo vol s;:,ii'i!^ zijn voor die hoeren geen dn.ikte te mai-:-. n en ze hoe! netjes in 't hotel nithesd-d.m. /e zetten 'i hè,.je buis op stelten: en wie weet. w ion men Krijgt..." ..'l /"U .;u.-! /'". ,e:;:< zijii.': /:; i >;iü- ,11 scbaort's kunst naar waarde te schatten. Er zijn wel zangera die beschikken over mach tiger en krachtiger stommen, maar er is er geen die Messchaert nabijkomt in opvatting, voordracht en uitspraak ; kortom in het piritueele gedeelte der wedergave. /ie toch eens die liederen van Scbubert. leder dilettant zingt ze. Afge/.aagd. hoor ik al zeggen door sommigen. Jawel, maar toch weet Messchaert ze zóó te zingen dat men er nog nuances in ontdekt, die men er niet in vermoc Me. Bijvoorbeeld Liebesbotschaft" w;\t werd die laatste stropte Neigt sich die Sonno mit rothliehem Scboin" niet prachtig gezongen ; een weinig teruggehouden en bijna geheel /</'. Hoe klonk der Atlas" niet waarli_k grootscb in opvatting, om van de zoo zeer bekend'! llir lïiid''en ..Standcben' niet te gewagen. liet klavierspel van Röntgen stond geheel op de hoogte van Mess.maert's zang. Ik behoef slechts te wijzr-n op de begeleidingen van Liebesbotschaft" en SUindchen.'' Onder de liederen van Brahms kunnen wij Die, Kraiue' on Unüberwindlich" als tot de minder bekende, (Teheimiiiss", S,> willst du des Armen en der Gang zum Liebchen" als tot do meer bekende rekenen. Naast het veel gezongen Kleiner Hansbali" zooals .Messchaert hot voordroeg, oen echt virtuozonstukje vond men noj; op het programma ,.dar seltne Beter" en dor Todtentan/," van Lowe. In al deze stukken liet Messcbaort zijn groot meesterschap bewonderen ; maar vooral met der seltne Heter" bracht hij zijn publiek onder oon diepen indruk. Köiitgen gat' ons een beerlijken Mozart te genieten de Fantasia" in c-mol. Voorts drie l'raelndien van een hier totaal oiV>ekenden componist, Tborvald Otterström en Chopüi's As-dur-l!allade. De eoiste dor drie l'ra eind ie'n op een ..Basso ostinato" heeft mij zeer gelrolfen door baar rijkdom van bewerking, zoowel melodisch als barmoni-ch. (i-oen oogenblik krijgt men den indruk, lat die bas opdringerig klinkt, duik i'.ij de grootst denkbare verscheiden heid, die do componist in bet stuk weet to legden. Hoewel de beide andere praelndiön minder belangrijk van inhoud zijn, mag men Röntgen toch dankbaar zijn voor do kennis making. In de opvatting van de As-ilur- Bailadj van Chopiii verschil ik in zooverre met Ki'mtgen, d.it ik mij enkele noten van hot hooMihema minder geaccentueerd on dus het thema in zijn gctieel vloeiender donk. O erigens ontlokio Hi'intgen mot de schitte rende voordracht van dit stuk een storm van toejuichingen aan de talrijke aanwezigen. liet «as weder Oen heerlijke avond, waarop ons het voort rellolijk knnstenaarspaar ont haald beefl. A NT. AVKHKAMi'. pruilend vervolgde ze: ..bovendien zou 't toch ook verre van beloofd zijn, iemand zoo maar zouder vorm van proces buiten do deur te zetten..." ..Hoor eens, kinljo, als ik eens even ie!s in 't midden mag brengen," zei haar vader, in de eerste plaats is 'l nog lang niet zeker... of er iemand bij ons ingekwartierd zal worden ja... of noen; en dan, wanneer 't zoover komt, spreekt, ''t van zelf, dat we de beleefd heid in acht nemen, on de persjon in iiuostie onze eenvoudige logoerkamer zullen aan bieden . . ." Suus wipte jolig mot haar schoentje op haar boen onder de tafel, om zóó onopge merkt baar goedkeiiriüg te lucliton en knikto even haar vader toe. Kr word vorder niet meer over gesproken. maar Suus verheugde zich in Miltc en maakte zich illusies van do komende drukte. '/A' ver Iroeg Koos' lastig hum--ur mot onverstüoróaro kalmte on was vrooüjk ais altijd. l>o morgen van do inkwartiering brak aan. 't (lehoolo dorp was in rep en roer. De dorpsjeugd hield op -cho"l do klompjes aan do voeten, om er gauwer uit te zijn; moester zag alles door de vingers, zelf' er maar half b:j, oogend over 't hoogo raam naar eiken voorbijganger. Suus st( n l voor den spiegel, 't dunne, witneteldoeksehe jap-innctjo met zoiv plooiend om 't slanke lig -tje, wegstrijkend de blon lu krulletjes hing; haar voorhoofd... Kn ossei-s op zijn kanto u\ mopperend en brommend op de slordige kierken, die algeloid wer Ion door de ongewone drukte... hen steeds aanmanend tot doorwerken; op zich zelf ontevreden, omdat ook hij onwil lekeurig moest luistoien naar 't voetgeschiiife! op straat. Do melkboer on de slager waren er vol van; do groenteboer rood een Uoeljo banier dan gewoonlijk, om zijn klanten nog voor twaalf n ir te kunnen afdoen, want ..om twailf uur," riep Loontje tegen Koe. die do koperen huis'iel nog even oppoetste, om twaalf tu:r komen zo!' en Loontje wist hol. want ze bad er oen neef bj, die korporaal bij d>' veld was. lüm, bain. bim, ham... iieunde 't van den toren on 't wa- of de groote klok met iorscho slagen bromde: ..Daar komen ze!"... Do k:iii|eren wureii niet m -er te houden... s'.eïmdi'ii de deur uit. /onder meester u. Ion d.ig te zeg"."n. sloegen eikaar in dolle uitge latenheid de potten on imiix-n \ an 'l hoofd of 11,11111 u hun klom:,en in do h.iiH. om har der te- ki::in,.n ],?,,?';;. r!u voort Lring ' . , v.,ort. \o,,rt naar 't -'ai ion. \ ;iii waar :v iie-osu \\ ki ,i,en. Boven orde hc-erscbt hoogere orde, en bot noodlot van goden en menschen, breidt zijn kring (muit wij 1\baar. l>'iiiii/:nx, door Loi'i- i 'oucr:iu's. L. J. Veen, Amsterdam. Hij beeft Diouysos in< lovend voor oogen gesteld, Dioiiv.-o-", don wonderbaren god, dien do oU'l.ieid zelve o;n eigenlijk vorhjrgon houdt. ' Want in de wereld van Homerus, daar hoort hij n >g niet llriis. al oi.twnart men ! hem er nmaal, weg".- l >ken in do golven ! van Tnetis. en don schender, die hem en i zijne voodster-nimfen verjoeg, getr.'tfon door /ons met onverbiddelijke wraak. | Kn in de Tragedie, zij immers looft van Dionysos, zij immers «'as de groote viering van den god, toen het volk van het wijnbouwend Attica zijne landelijke feesten tot den svod-kamp der dichtende geesten had gemankt komt hij zelf toch maarnatiwe1 k , nmaal ia de Bakchen van Euripides, ton tooneele, openbaart hij zich slechts in gelijkenissen, in de helden en halfgoden, wier lijden en strij Ion opflakkert in een glorieus vergaan, vertoonende denzelfden lijdens- en liefdes-drang als de ongeziene god. tot wiens eer hun lot wordt afgespeeld in gesproken wisselrede on gezongen lied. Maar Couperus, hij laat hem- zei ven ver schijnen, oen levenden jongen, een aankomenden man, on bij heeft aldus een wonder gedaan, een wonder van liefde on poëzie. Kn hij kón dit; immers hij wist hoe hij geboren was en opgegroeid tot oen knaap on op eon morgen in de lente- beemdon van Xysa wakker word met het plan, met den innorlijken drang om de weield te veroveren; hoe li.i, volgende de stem van onzichtbrtj Pans-ll uitjes Ampelos vond, den Faun, die hem h-it wijnstokje gaf; hoe hij dat plantte op do gunsti s"o plek; hoe daaruit het won der gebeurde der opwingerende wijnranken langs kalen rots-wan l en van boomen tot boomon; boe de blauwe vvijntrossen, in zijn liefde- verlangende armen geperst, denuuwe verrukking brachten aan den dorsteuden knaap, die baar zocht, aan de dervende wereld, die haar van noodo bad. Kr ligt in het verbaal van het gebeuren van dit eenvoudige wonder zulk oen open en tot allen uit-gaando monschen-min, dat ik, toen ik dat had gelozen, mij bekoord voelde tot een nieuiv geloof, eene nieuwe hoop in de men^chheid en de wereld; L dat niet do aloude wijding tot bet mysterie van Dionysos on Deruoler, bier hernieuwd? Ja, Couperus, gij weet het: wat wordt er niet afgestudeerd in die oude wereld: in do letterkunde gezift on gepluisd, in do historie en mythen-kennis gewikt on gewogen, aan de beeldtu- eu gebouwon-resion gegraven en gemeten, gelijmd on gebikt voor wat...? ja, voor de wetenschap, dat ideale gebouw, dat telkens verrezen, weer telkens in duigen stort. Maar gij, Couperus, gij hebt de verscho zeem on morgen-dauw, die nog ligt eiken goestes- morgen op de altijd frissche bladeren van het loi'ond woud der oude sprook- en godvin-leer, ingezogen, echte honigbh-. en zo gepuurd tot dien lavondori en voed enden honig, die hongerende goosten kan sterken i tot nieuwen levens-strijd. j Laat ik nog eens oven in gedachten d >orj maken, dien wercld-vorovoreiidon tocht, dien j tocht van den god aan bet hoofd van den | in n geestdrift moe li> kken Ion stoet van j Faunen en Saters, _N"ympfc.n on l'ans-zonon, i wilde dieren en men-chen; boe hij kwam in i hot ellendig Ikaria en zijn verarmde bewoners | in gelukzaligheid deed opleven; hoe bij kwam in het weerbarstig Orchomenes on daar zij hot ook na verandering van koning on konings-docbteren in wijnstok en vleermuizen, daar zij niet de vreugde aanvaardden. vele. tot sterven bereiden, redde tot nieuw levens geluk; hoe bij den Weemoed vertroostte, dio wegdook als Hormaphroditos in schaduw van 't zwarte cypres-en-loof ; hoe hij al ster ker stuwen hem driften en neigingen en al verder reikt zijn verlangen om te geven ge luk zich af.'.oiiilereiid van al zijn dienaren, te midden dor stormende Kentauren. ifior dcm stiel-ten van dazen tot voor de koperen poorten van Tartoros wo'di. govoer l : en ook daar binnen verschijnt hij, van (-iiron licht bhuiw-schem-'rend. den tro.'steloozen voor oenen nacht kpreiikelend de vergetelheid ge vende vreugde; hoe hij dan. d >or Hennes opgetogen, den Olymp is verdedigt tegen h'-t aanjoelend beir der Giganten; dan, na dag orgie in dolziimigslon aai;s van volkomens'.e vreugde, na rei '.o over zot -rij k van zilv( r-voetige Thelis : het eiland: waaróm weid Ooit luchtiger rei-dans uitgevoerd van schi'.im-gobiii'on gestalten, lieht-w iegeud on zwevend als het wezen zelve dor bewege lijke zee? opstegen de Neroiden o:n te zien, slapend in den nac at. do smarten- vrouw; die lag in vergetelheid van zaligste min, in onwetendheid van schoonste vertivosling; Daar stond 't al zwart van menschen ; jon gens op hokken en in lantaarnpalen, om boter te kunnen zien. Daar komt de trein binnon, snuivend en dam [.end, maar heel langzaam on weifelen l, voor do ongewone lengte dor wagenrij aan hot kleine sta'ion oen geschikte plaats zoe kend, om ontladen te worden. Knarsend en piepend gaat het a! langzamer en langzamer, tot men er eindelijk is; dan schuift alles nog eens heen en weer en een gebonk en gestomp klinkt op uit d' paardenwagen-!, Ion bewijze, dat do levende inhoud zich te nauiverm-od op de been kan houden. Hier en daar steekt nieuwsgierig oen paanloneus door do oponin^ van de schuifdeur, verlan gend naar verlossing uit het on va-t on be nauwd verblijf, Lang behoeven zij niet moer to wacb'on. Geregeld fn vlug begint het uitladen. Xog n moeilijk oogenblik. Struikelend on strom pelend zotten 7.i' n voor t'én do hoeven op de laailplank on als bang om te vallen, ver laten ze half springend en bijna vallend de «'agens. Dan schuilden zeden met zware tuigen behangen romp on staan god wee en nieuws gierig opeen gehoopt te wachten op hetgeen hun ilagelijksch wvrk is. Rammelend worden de kanonnen met hun voorwagons over do planken goredon tot op do laadplaats on n voor n aangespannen. In korten lijd schaart zich die groote ver warde ma-sa van monschen, paarden on kanonnon tot een ordelijk geheel. Nogeenigo boa-Ion, aanmaningen tot spoed on bet kluwen ontwart zich tot een langen slinger, zich buigen l langs don dorpsweg, aangegaapt door de n:emv.-gierige menigte. Blijde klinken do tonen der muziek door het dorp. Huis aan huis staan do bowom-rs voor 't raam to kijken, naar die monschon mot hun mutsen en blinkend, ratelend oor logstuig. Nieuwsgierig, hoc mijnheer Van Moeteren. die bij do fimilio Landsborg ingekwartierd was. er wel zou uit zien. was Suus naar 't raam ge!o:ipen on gluurde nu voorzichtig door de. dunne vitrages. Vlug sprong een jong officier uit don zadel, Schoofde stijgbeugels omhoog on icikteden toti-'el aan don te paard volgenden oppasser. drukte bom op 't hart. goed voor (lo-on te zorgen, en stapte toon 't tuintje door. Koe dood hom (-enigszins verlegen open. ..Of mijnheer maar binm-n \\il koMien. ' Ga-tvrij werd bij ontvangen. Suus best.inuilo bom me', vragen, hoeve1'! officieren er waren, of ai dl-- -"idateii nu iMlliimiimimMMiiiiMiiiiiillmiiMiilllliHliitijimmimiHiumijlMlililii logies hadden gevonden, hoe zijn paard boette eu of' 't zijn eigen paard was. /e had er pleizier in, dat alles to «'eten: ze vond 't interessant. Kn Hans vond haar interessant, omdat ze zoo eenvoudig en doodgewoon was. heel ! anders dan de meeste meisjes, die hij gewoon was te ontmoeten. Hij vond 't jammer, dat zo in zoo'n afge legen oord woomle. K wilt u zeker nog wol verfrisscbeti voor wo koffiednrk -n." vroeg mevrouw Landsberg en zo belde Kee om hem den «'eg naar de logeerkamer te «ijzen. 't Was een ruime kamer mot uitzicht op een weide mot koeion on een molentje op den achtergrond, heerlijk rustig. .Maar hij zon er boel weinig van kunnen genieten-; zulke manoeuvre-dagen gaan gewoonlijk als in een roes voorbij [?'ven zat hij in do vensterbank, toon stond hij op, baalde oen schoon paar rijlaarzen voor den dag on. toon hij zich wilde bukken, viel zijn oog op oen klein, oud portretje aan don muur; eon oud verschoten portretje van i Suus, op een stoel gezeten met haar pop in u- n arm. Haar gezichtje was toen voller dan nu. /e keek heel boos. onte'.Todon. dat ze lang ; moest stil zitten;' maar 't «'aren dezelfde oogen. die hom zoo even in schalksche vrooI l ij k beid hadden toegelachen. Toen Hans binnen kwam, ging men aan tafel. Suus schonk kollie en hij bewonderde de gratie van haar bewegingen. Telkens werd gesproken over Kees, maar hij w-as er nog niet achter, wie Koos was. . . on toon iiij eindelijk boorde, dat Suus met dien Koes geëngageerd was, was hij heel nieuwsgierig niet hom kennis te maken, met d( n man, die dat lieve meisje had veroverd. 'l 's Middags kwam bij, om mot ben naar de sociëteit te gaan. waar ter cere van do ink ivartiornig muziek zou zijn.... Hoc wus 't l mogelijk! Was dat do aanstaande man van Suze. dat onhandige linksehe mannetje? Hij moest wol buitengewone, innerlijke qualiteiton be zitten, want. noch zijn uiterlijk, noch zijn i manieren «'aren er naar. om verliefd o') to w-orden. Maar, odi, meisjes hebben il k«i.ils zoo'n vreemden smaak! Bovendien .. wat kon 't hom scholen ! Over drie dagen ging bij weg on over eon half jaar zou bij het dorp en zijn bewoners vergeten zijn. Kn toch... 't hinderde hom, dat nu juist dit nuisje mot dien man geëngageerd \vas

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl