De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 5 februari pagina 5

5 februari 1905 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1441 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. SOEPROLLEN in tabletten a 10 cents, voor 2 borden voortreffelijke Soep, geven in korten tijd allén met water smakelijke en gezonde soepen. Meer dan 25 soorten bieden rijkelijk afwisseling. Te verkrijgen bq kruideniers en comestibleshandelaars. Waar niet verkrijgbaar wende men zich tot het Oeneraal-Agentuur voor Nederland en Koloniën PAUL HORST, Amsterdam. itMiiimiiiiiiiiiiiiiiiiuMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMmiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiNiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiim VOOÏi Vrouw enorganisatirs in Amertta. In de huishoudelijke vergadering der Afd. Amsterdam van de Vereeniging voor Vrouwen kiesrecht op 31 Januari j.l. onder presidium van mevr. Van Loenen de Bordes gehouden, heeft mevrouw dr. Aletta H. Jacobs eene voordracht gehouden over Vrouwenorgani saties in Amerika". Deze spreekster deed daarbij vooral uitkomen het gelijkvormig karakter dezer organisaties in de verschillende Staten van Amerika, zoo verschillend van het ongelijksoortig karakter, dat de organi saties in de Staten van Europa door verschil van taal, wetgeving en zeden aan den dag leggen. Opmerkenswaardig is ook het feit, dat in Amerika alle vrouwen zonder onder scheid zijn georganiseerd; dat wil niet zeggen, dat alle vrouwen individueel bij eene vereeniging zijn aangesloten, maar dat vrouwen van alle rangen en standen der maatschappij hare bepaalde vereenigingen bezitten. Het eerst schetste spreekster ons het vereenigingsleven der vrouwen uit de allerhoogst e kringen, wier vaak uiterst weelderig ingerichte clubs meest een litterair, artistiek karakter dragen, maar waarin toch wordt gezorgd voor geregelde voordrachten over binnen-en buitenlandsche politiek, over de nieuwst verkregen uitkomsten op wetenschappelijk gebied. Al mogen deze clubs niet van oppervlakkigheid zijn vrij te pleiten, zij bieden voor de vrouwen beweging toch het groote voordeel, dat zij deze vrouwen met de voordeelen van organi satie bekend doen worden en tevens, dat zij de vrouwen uit deze kringen, bij wie de be geerte naar staatkundige vrijheid en rechten nog zwak is, maar in wier besturen veelal vooruitstrevende vrouwen zitting hebben. bereikbaar maken voor andere vrouwen, die hier een dankbaar terrein vinden voor hare propaganda; dikwijls ook krachtigen steun b\j hare plannen en ondernemingen, vooral den zoo noodigen finantieelen steun, die van dergelijke clubs allicht sneller en op meer afdoende wijze wordt verkregen, dan wanneer men deze trouwen uit de upper ten" ieder afzonderlijk moet gaan bewerken. Op deze clubs volgen dan de vereenigingen van wat spreekster meent best te kunnen aanduiden als die der bourgeois" vrouwen. Deze zijn werkzaam voor sociale hervormingen, voor vrouwenkiesrecht en andere vrouwenbelangen in de eerste plaats, (vakopleiding voor vrouwen, gelijkstelling van jongens en meisjes bij het onderwijs); maar daarnaast ijveren zij ook voor algemeen maatschappelijke belangen vooral op die punten, waar den mannea maar al te zeer den tijd tot geregeld toezicht ont breekt; bijv: straatreiniging, bepalingen op vervalsching van levensmiddelen, aanbouw van nieuwe scholen naar gelang der toene mende behoefie, oprichting van openbare bibho theeken. Waar de vrouw het kiesrecht reeds verkreeg zijn deze organisaties het krachtigst en het ijverigst, want daar weten zij, dat men naar haar luisteren moet; terwijl de vrouwen bij gemis van het kiesrecht haar doel steeds langs eenen omweg moeten bereiken. In Chicago en andere plaatsen, waar de vrouw het kiesrecht heeft, hebben deze organisaties sedert ook doorgezet de oprichting van zoo genaamde Juvenile Courts", waardoor aan kinderen beneden de 16 jaar eene afzonder lijke berechting wordt verzekerd. Op de organisaties der bourgeois trouwen volgen dan de eigenlijke vakvereenigingen. waarin alle denkbare vakken zijn vertegenwoordigd, al blijft daar het ledental evenals hier gering; terwijl ook deze vereenigingen eerst dan tot rechten bloei komen, als de vrouw het kiesrecht heeft. In de vierde plaats wees de spreekster op de zoogenaamde auxiliaries," bestaande uit de vrouwen en dochters der leden van mannenvakvereenigingen. Deze onderafdeelingen dier vereenigingen, die zelve alle weder zijn vereenigd in de groote Labour Union," zijn een niet te versmaden kracht bij het bevorderen der belangen dier bonden, bijv : door de weigering der leden om te koopen bij winkeliers, die niet aan door de Labour Union" gestolde eischen aangaande loon en arbeidsduur voldoen. Eene levendige gedachtenwisseling over het goede en kwade gebruik, dat door de vakvereenigingen van hare macht kan worden en wordt gemaakt, volgde op deze voordracht, die te boeiender was omdat de spreekster alles naar eigen ervaringen kon mededeelen. JOIIANSA W. A. NABKR. School Mi ns De predikers van nieuwigheden, bleken in de geschiedenis yaak de grootste weldoeners der menschheid te zijn. Maar wat een ondank baar werk is de verkondiging van dergelijke dingen! Het nobel motief, dat hen drijft, weerhoudt de sleurmenschen niet, hen om hunne denkbeelden uit te lachen, als ze zoo gelukkig zijn i.iet te worden beschimpt en gesmaad. De bekende woorden van Goethe herinneren ons, dat dit door alle tijden heen het lot van alle baanbrekers is geweest. Wij menschen mogen erkennen dat zekere toestanden niet deugen en dringend verandering behoeven, maar niet zoodra worden ernstige voorstellen daartoe aan de hand gedaan, of bergen bezwaren rijzen daar tegen in onze gedachten op. Het is zeker goed niet holderdebolder in te gaan op der gelijke voorstellen. Maar minder goed is het ze pardoes-weg te verwerpen, enkel omdat ze bestaande dingen, waarmede wij opgroeiden en die ons derhalve heilig" werden, zouden opheffen of veranderen. In onzen tijd zagen wij eenige dingen, die onze voorzaten voor onaantastbaar beschouwden, door de sociale evolutie ontheiligd". Ik wijs slechis op het eigendomsrecht. In Ierland zullen wij dra het particuliere eigendomsrecht van den grond zoo radicaal ten algemeene nutte zien aan gerand", dat de Staat de landlords wettelijk zal verplichten hun grond aan de pachters te verkoopen voor een prijs door landcommissies vastgesteld. Het ouderschap over de toekomstige staatsburgers is ook niet heilig" meer. De Staat heeft het noodig gevonden een woordje mee te spreken in, en een oogje te houden op, de verzorging van het jonge geslacht. En de beëedigde agenten der wet telijk erkende Vereeniging tot voorkoming van Kindermishandeling", hebben hier in Engeland recht iedere ouderlijke woning bin nen te dringen om een mishandeld kind aan het ouderlijk geza^ te onttrekken en de ont aarde ouders voor het gerecht te dagen. Het heeft lang geduurd, maar de meening heeft eindelijk vasten voet gekregen, dat de kinderen niet het eigendom der ouders zijn en dat de gemeenschap, in het belang van het ras, recht heeft voorschriften te maken voor der kin deren opvoeding. Dit recht wordt alleen nog door een minderheid betwist. Wij zullen ook nog beleven, dat dat als een plicht der ge meenschap wordt beschouwd. De nadering van dien tijd zien wij dagen met betrekking tot de schoolvoeding. Deze quaestie is hier in Engeland zeer ur gent geworden. Alleen in Londen zijn volgens berekening 120,000 kinderen die dagelijks in een meer of minder hongerigen staat de school bezoeken. De particuliere liefdadigheid blijkt ontoereikend om in dien nood te voorzien. De pas opgeheven Schoolraad (School Board), verschafte van liefdadige bijdragen in 19021903 aan 29,206 hongerige scholieren een of tweemaal per week een warm middagmaal. De on voldoend heid daarvan wordt hier algemeen gevoeld. Maanden lang is de zaak, in de Times zoowel als in andere bladen, besproken ge worden. De algemeene opinie is nog, dat de liefdadigheid verder dient te helpen en tot ruimere hulp zal overgaan als zij den omvang van den nood leert kennen. Doch niet weinige stemmen zijn er opgegaap, dat geen verder beroep op haar dient te worden gedaan, maar dat de gemeenschap zich het lot der honge rige stumpertjes behoort aan te trekken en ze op kosten der gemeenschap moet gaan voeden. Tot de invloedrijkste personen die zich hier frank en vrij voor uitspraken, hehooren de bekende gravin Lady Warwick, van wie ik eens een levensschets in dit weekblad gaf, de vroegere conservatieve minister van onderwijs Sir John Gorst, en de emeritus professor in de heelkunde Dr. Jonathan Ilutchinson, Alle drie verkla ren, dat de verplichting van de gemeenschap voor de opvoeding der jeugd te zorgen zich niet slechts tot der kinderen geestelijke uit rusting voor het leven behoort te bepalen, maar, gedrongen door de tijdsomstandigheden, zich ook dient uit te strekken tot de zorg voor hunne physieke uitrusting. En Dr. Ilut chinson heeft in de Timts van l October een daartoe strekkend plan ontwikkeld, dat ik belangrijk genoeg acht om in ons land nader bekend te maken. Het lijkt mij toe een plan te zijn, dat in de naaste toekomst overal, zij het ook in eenigszins gewijzigden vorm, zal worden toegepast. Ik kan het mis hebben, maar dat is mijn geloof. Het plan wordt door den beroemden medicus aldus beschreven: A.an elke openbare school zou een keuken en een eetzaal moeten worden verbonden. De laatste dient een ruim lokaal te zijn en wél verlicht, om niet alleen als eetzaal maar bij slecht weer tevens als een schoolmuseum en speelplaats te kunnen dienen. De muren zouden behangen moeten worden met af beeldingen (van tafereelen der geschiedenis, natuurlijke historie, etc.) die iedere maand worden veranderd. De tafels zouden moeten rusten op losse schragen die gemakkelijk kunnen worden verwijderd. Het zou noodig wezen aan het sehoolpersoneel een goedgeoefenden kok toe te voegen, die in staat en bereid is les in de kookkunst te geven, en tevens een speelmeester die in den tijd tusschen de schoollessen voor de orde zorgt. Aan elk kind, dat des morgens een kwar tier voor het schooluur verschijnt, zou aan geboden worden een kopje heele melk, slappe thee met voor de helft melk, of caféau luit, benevens een klein sneedje brood. Dit zou niet als een ontbijt worden beschouwd, maar als een kleine toevoeging aan het thuis ontvangen ontbijt, strekkende, om het kind op te wekken voor het morgen werk. Met betrekking tot het voorstel de kinderen thee of kollie te geven, merk ik op, dat ik dit opzettelijk doe. Op enkele uitzonderingen na, is er wellicht geen grondig bezwaar tegen hun gebruik op jeugdigen leeftijd (wat ver moedelijk velen niet met Dr. Ilutchinson eens zullen zijn. v. d. V.l Die dranken wekken suffe kinderen op.kalmeeren do opgewondenen, voorkomen hoofdpijn en maken de hersenen voor werken geschikt. De verbreiding der matigheid heeft het gebruik daarvan bevor derd, en geen beter middel om de matigheid te bevorderen dan de werkliedenklai-sun te bewegen kolfie te drinken. Daarvoor is het noodig de vrouwen te leeren hoe ze te maken. Door deze belangrijke artikelen van dieet te brandmerken als zenuwprikkels, verdraait men in.i. de waarheid, want zij hebben wellicht een recht als zenuwvoedingsmiddelen te wor den beschouwd. Er zou geen bezwaar bestaan om de kinderen gedurende de pauze tusschen de ochtendlessen, als zij het wenschen, een sneedje brood of een biscuit te geven, schoon het wellicht niet noodzakelijk is. De middagmaaltijd zou zoo spoedig mogelijk na den inorgendienst opgedischt moeten wor den, en een kwartier voordien een half dozijn knapen aangewezen worden kellnersjasjes aan te trekken en de tafels gereed te zetten. Zij zouden bij den maaltijd bedienen en daarna de tafels weer opruimen. Een zeker aantal van de oudste meisjes zouden om de beurt den ganschen tijd in de keuken dienst moeten doen. Na den middagmaaltijd zou gespeeld worden. De rusttijd tusschen de morgen- en middaglessen zou twee uren moeten zijn, althans dr s zomers. En voor den aanvang van den namiddagdienst, zou weer een kopje thee of koffie worden gegeven. Begunstig weer zou de gansche tijd der middagpauze buiten in de open lucht doorgebracht moeten worden, met uitzondering natuurlijk gedurende den middagmaaltijd. Wanneer het verblijf buiten onmogelijk is, zou de speelmeester eenige ontspanning in de eetzaal moeten uitdenken: een amusante voorlezing, voordrachten, een beetje tooneelspel of iets van dien aard. De museum-voorwerpen en de afbeeldingen aan de wanden geven hem voorts stof tot praten. De schoolkeukens zouden allicht de trots der gemeente worden, en rijkelijk bloemen en vruchten en vermoedelijk nog vele andere zaken ontvangen." Tot zoover het plan. Ik durf met dr. Hutchinson vragen: Is er iemand die twijfelt, dat de toepassing van zoo'n plan een grootere verbetering zou zijn in de zorg voor het welzijn der schooljeugd? Thans bestaat niet de miESte waarborg, dat zij naar de school komen in een lichamelijk geschikten staat om onderwezen te worden en ten volle te profiteeren van het onderwijs. De meerder heid moet des middags, dikwijls door regen en wind en vuile straten, naar huis strom pelen. En het middagmaal, dat de beste moeders voor ze gereed maken, is wellicht minder goed geschikt voor hen dan hetgeen de school hun goedkooper kan verschaffen. Terecht merkt Dr. Ilutchinson op: Het voorgestelde plan zou wellicht de werking der school verhoogen. Het zou de mogelijk heid bieden oin de kinderen zoowel te trainen als te onderrichten, het zou de gelegenheid tot vorming voor de onderwijzers vermeer deren en gunstiger relaties met hunne leer lingen iu de hand werken. Dat het in zekeren zin kostbaar voor de gemeenschap zou zijn mag vrijelijk toegestemd worden, maar het moet beslist ontkend worden dat het ver kwistend zou zijn. De kinderen moeten ergens gevoed worden. En de kosten hunner ge meenschappelijke voeding in de school zouden minder zijn dan hunne voeding thuis. Er zou voorts een voordeel voor dn industrieele gemeenschap in zijn. dat de moeders, door des middags niet voor de kinderen behoe vende te zorgen, den uitgespaarden tijd elders besteden of wel een driegend noodige rust genieten konden." De ouders zouden nog genoeg te doen heb ben om voor de verdere opvoeding te zorgen. De gemeenschap zou gewaarborgd zijn dat haar jong geslacht flink en krachtig opgroeit. En door de voeding ten koste van de ge meenschap te verschallen, zouden de kinderloozen en rijken een deel van den last der kinderopvoeding krijgen te dragen, die thans uitsluitend rust op de kindervoortbrengers en armen," een verdeeling die de auteur van het plan, bij de beantwoording van verschil lende bezwaren in de Times van 17 October billijk en recht noemt. Al de bezwaren die ik in de Times en andere Engelsche bladen tegen dit plan en de idee der schoolvoeding van staats- of ge meentewege zag geopperd, werden voorheen ook aangevoerd, en door Herbert Spencer tot kort voor zijn dood nog geuit, tegen de vrije en verplichte onderwijzing der jeugd. En dezelfde reden die de gemeenschap in haar eigen belang daartoe noopte, zal haar er ook toe leiden voor der kinderen voeding te zorgen. De conclusies die het bekende onderwijzersparlementslid, Dr. Macnamara, 20 April bij het debat over de schoolvoedingsquaestie in het Lagerhuis trok, zijn dunkt mij, niet te weerleggen. Hij verklaarde : Dat het een besliste wreedheid is te trachten een hongerig kind te onderwijlen; dat de poging daartoe geldvermorsing is; dat het uit een nationaal oogpunt een taktiek van roekelooze losbandigheid is de ongelukkige armenkinderen in den huldigen toestand te laten; dat wij een kind moeten voeden alvorens te trachten het te onderwijzen; en dat liefdadigheid ontoereikend is om voor die voeding te zorgen." L o n d e n. J. K, VAN' DKU V KI; u. Kleine l-tnndeloozen, door ERITZ LEOXIIAUD. Uitg. W. L. Brusse, Rotterdam. Of <le lueesten zich .,Kleine Bandeloozeri" zullen voorstellen, zooals de uutmr van boven genoemde schetsjes ze ons heeft geteekend '.' Ik meen dit te mogen betwijfelen, Baiideloozen" zouden we ons denken als ,.Boefje", als jonge wezens, omtrent wie 't wonder is, zoo zij niet 't grootste deel van hun leven doorbrengen in bordeel en gevangenis, in gevangenis en bordeel. Van het meereudeel der ons door den heer Leonbard voorgestelde proletariërtjes denkeu wij noch aan 't een, noch aan 't ander, als iets schier onvermijdeüjks. Zelfs niet bij de kleinen van den dronken meheer" in de tweede schets: Ondergang"! Zelfs die geven je geen indruk van ..bandeloosheid" met alle gevolgen van dien. Hoogstens bij de groo tere teekening. ,,Zoo de ouden zongen" gaat ge iets van galg en rad" door 't hoofd. Maar dit is een kwestie van titelkeuze, die inderdaad bij 't sleede sterker toenemend aantal werken of werkjes, waarin het proletariërskind, of wel de proletariërsfamtlle 't onderwerp vormt, moeielijk begint te worden, De hoofdvraag is : Heeft de schrijver gezond werk geleverd en dan zeg ik : In hoofdzaak ja. Maar hij hoede zich voor 't gevaar van te meenen, dat ie er al is .. . hij blijve overtuigd, van de noodzakelijkheid van twee dingen: Dat door hem veel, o! zooveel nog gelezen moet worden van 't goede werk van andereu en... dat veel, o ! zooveel moet worden nageplozen aan eigen, alvorens hij zijn geesteskind in de kerk der algemeene opinie" ten doop houdt. _ In bijna alle schetsjes toch, speur je iets van nog jong werk, ook al is er in allen 't genot te vinden, dat je even hardop doet zeegen : da's raak." Maar wat bijna nergens raak" is, dat is de spreektaal, de wijze waarop zich uiten n de ouders n de kleinen. Als je vaak met 't volk", in den zin van de bijaa,-a\\er-onderste-lagen onzer Hollandsche steden, bent in aanraking gekomen, vooral als je ze met open oor beluisterd hebt, dan hoor je, óók onder die kleinen, nooit't woord schik". Het woord Sakkerju" zoo vaak voorkomend in de gesprekken van de jongens en meisjes des heeren Leonhard... je hoort 't noch in Rotterdam, noch in Amsterdam, óók niet in den Haag, je hoort daarvoor heel andere knoopen vallen, ook uit monden, die nauw 't spreken hebben geleerd. In Nieuw Tnuis'' No. 5, komt't mij voor, dat Anna, Toon en Wim biezonder zich op hun gemak voelen, al heel weinig van dat beteuterd-zijn" weten, toch juist zulke kinderen eigen, die nooit anders zich bewegen, dan in eigen buurluidjes-milieu. En nu... de noodzakelijkheid voor den auteur om streng, zér streng te zijn ten opzichte van zijn uit te geven" kind. Op 't eerste blz. wordt gesproken van heloptaterend gelach". Maakt de schrijver zich hier niet ietwat met een Jantje van Leyden van 't zaakje af' Op blz. 6, 1) lees ik onder aan: Zich kleintjes verkneukelend, dat dat apie haar *) booslachend gezicht niet kon zien, trokken ze hem, toen hij opgekrabbeld was, joelend voort. Dat is positief fout. Hier wordtérst van 't zusje (enkelv. dus) 't zusje gesproken; van 't zusje zich verkneukelend" en in dien zelfden zin wordt voor trekken" den meervoudsvorm gebruikt, want nu trekken ze inderdaad allemaal. Op blz. 7 (feitelijk 3) onderaan : Een reep wit van opgetrokken jakje, de spannende rok niet twee bengelende bandjes waren zichtbaar, de hielen zivart hUiinrig gestopt, wipten <>/> in (Ie toffels "::"). Slordig alweer. Als van geen kousen is gerept, kan niet gezegd worden: de hielen zwart blauwig gestopt, wipten op" enz. Ik behoef na deze in detail-treding m. i. met aanhalingen niet voort te gaan. Slordig óók. is met punctuatie omgesprongen. Maar dat alles neemt niet weg, dat deze schetsen, voor zoover ze '< gedoe der kleinen weer moeten geven, waarachtig raak zijn. Al dadelijk, die kinderen, door buurvrouwnaar boven gehaald, (in No. l Groote ge beurtenis") omdat moeder bezig is met No. zoo-en-zoo veel de wereld en zich zei ven te verrijken. Dat ooievaars-gephilosofeer, bovenal echter, dat losmaken van 't in den knoop geraakte broeksbandje... dat is waarlijk een brokje leven. Goed óók. doet in heel den bundel de hulpvaardigheid, met daarnaast: 't domme, meestal op-niets-gegronde-geklets der buur vrouwen onderling. In elk der schetsjes valt op veel raaks" te v/ijzen ; zoo in Ondergang". Niet alleen is goed dat improviseeren van die heimachine uit wat, blokjes, draadjes en haarspelden door den oudste van den dronken meheer", met de deftige handen", rnaar vooral die ver huizing tnet al wat daar bijkomt, aan op-en aanmerkingen van heel de buurt. Schoon niet kwaad, is .,tvermisjool" toch 't minst-gelukte uit den bundel. Daarin komt dan ook m. i. 't sterkst uit, dat, SalonTirolcrschap" dat nog-te-fatsoenlijke-in-taal, dier rakkertjes. Na de begrafenis" is weer veel beter. Gewild of ongewild, is ook juist door den heer Leonhard aangegeven de ... afwezigheid van vrouw Zorg in al die armelui's gezin nen. Zorgeloosheid . . . gelukkig eigendom van bijna heel het proletariaat, in tegenstel ling met den middenstand, die de trieste gast", die zorg heet. maar al te vaak een plaats moet inruimen; zorgeloosheid, ze woont mee met de hokjesbewoners, die huurders van een week, en wij zien. dat zij woont in bijna elk dier kazernewoningen, opgetrokken rondom de hooge fabrieksmuren. ..Zoo de oude zongen" geeft minus dan, de onware taal, een uitstekende schets van 't Lenen undTreiben" der lieve jeugd, van werkelijk Handeloozen". Hél lie beschrijving van de troostelooze banlieue der groote stad, met dat paard, dat niet leeft noch dood is, en even als al wat dier heet, als mikpunt daar staat voor dien ruwen bent van geboren deugnieten, 't ware werkelijk meesterwerk, als 't iets bekort ons gegeven ware. Goed óók, prachtig, is dat cent-versnoepen in 't laatste der schetsjes in Indringers". .Ie ziet ze, de grootere en kleinere kleuters, j ieder hunkerend naar een scherfje van den ! door de ..bezittende' doorgebeten ..brok". Je ziet óók, het /ji-liik mu V bezit dat straalt uit Toos, dat heel eventjes roachtsgebruik inzake de vuile neus" die niets krijgt, alvorens die niet z'n mouw verwijderd is. ! ,1e ziet... enlin tint Ier ft; da.'s volkomen raak. \ Mij komt't voor. dat des heeren Leonhard's | talent voorloopig 't best zich zal uiten in l dergelijke losse pt.tloodsehrappen. Maar dan j beluistere hij beter de taal .. . 't doen ziet | hij best. j Den Haag, 12l)ec.'<I4. VIIOUWKE. j 1) feitelijk blz. '2. Dit óók is een kleine l onachtzaamheid. j *'i Ik cursiveer. In Dublin Castle is alles in rep en roer, om den vorstelijken gaat waarüglijk te ont vangen. Lady Dudley is bekend om den luister en den tact waarin zy haar feesten organiseert en haar gasten ontvangt. Ter eere van den Engelschen troonsopvolger zal op Dublin Castle plaats vinden : avond- en middag-recepties en een bal. Men" zegt, dat Lady Dudley haar gasten verzocht heeft, gecostumeerd op deze danspartij te verschij nen. De aanblik van de danszaal op Dublin Castle zal deze week zeker een kijkje waard zijn! * * * Wat zou het merkwaardig zijn voor ons vrouwen, om de hoogst ontwikkelde, om haar kernachtige en kristalheldere welspre kendheid bekende Lady Frances Balfcur schoonzuster van den Engelschen premier haar meening te hooren uiten over de woe lingen in Rusland. Lady Balfour, eene Schotsche, eene Campbell van geboorte is stipt rechtvaardig en oordeelt zonder aanzien des persoons. Zij schrijft dikwijls kordate, knapgestijlde, strijdlustige artikelen in de Times, Verschijnt zij op het podium, dan is zij zeker van de tegenwoordigheid van toe hoorders, die aandachtig haar woorden in zich opnemen. Lady Balfour stelt belang in alles, hetzij maatschappelijke, politieke, gods dienstige, of letterkundige kwesties. Kon zij maar iets doen voor haar zusteren in Rusland, voor beschaafde,. ontwikkelde., vooruitstre vende vrouwen, die zij in alle opzichten een goed hart toedraagt, en, die in 't geweldig Czarenrijk in 't holle van den nacht van haar bel worden gelicht en naar de gevangenis gevoerd. Schande! maar .. ." grattez Ie Kusse, vous trouvez Ie barbare .'" * Mevrouw Bullock?Workman, eene Amerikaansche, is te Parijs de heldin van den dag. De onverschrokken reizigster is zeer voldaan o?er de geestdriftige ontvangst van het publiek en over de buitengewone belang stelling, haar door de geleerde wereld be toond. De Club Alpin francais heeft aan mevrouw Bnllock zijn groote medaille vereerd, en de president van de Sociétéde Géographie heeft zich tot de fransche regeering gewend, met het verzoek, om aan de Amerikaansche exploratie-reizigster, larosette d' officier de l'instruc'.ion piiblique te schenken. Van den echtgenoot, van den heer Bullock, die alle levensgevaarlijke klim- en wandel tochten in onherbergzame bergstreken en ijsvlakten met zijn moedige wederhelfi medemaakte, hoort men weinig. Hij en het troepje mensehen dat mevrouw Bullock vergezelden, blijven op schemerigen achtergrond. De heer Bullocfc, die als levensgezellin zoo'n vrouwtje van-zessen-klaar veroverde, acht het allicht een voldoende onderschei ding om te zijn : Ie mari de sa femme ! Zelfs op de foto. staat zij allén op den voorgrond de heer Bullock achterwaarts, bijna ruggelings j naar het publiek, het hoofd heel flauwtjes en profl! naar de toe-chouwers gekeerd. Mevrouw Bullock is een klein, gezet vrouwtje met regelmatige trekken, forsche wenkbrau wen en koele oogen. Type leeuwentemster. Een dame, met wie men liever eet dan vecht. Zij is kort-gerokt, haar japon reikt amper tot de knieën; haar massieve kuiten zijn door slobkousen omspannen. Een leeren gordel om haar niet gesnoerd middel. In de rechterhand, in kloeken greep omvat, een puntige ber Jstok ; over den arm een knapzat, op het hoofd een heerenhoed, rno iel. dop". Mevrouw Bullock geniet een onver woestbare gezondheid, een onuitputtelijke kracht. Vermoeienissen en angst zijn voor haar onbekenden. Het gehuil van den wolf, het gebrom van den beer verscl,rikken haar niet. Tyrol en Zwitserland koos zij tot oefenings-terrein in 't kleuteren. Toen -zij in die landen de hoogste bergen en gletchers bestegen had, besloot zij kennis te gaan maken met den Uimalaya. Maanden lang heeft het Bullock-gezelsciiap op den Himalaya rondgedoold, waar zij den 12den Aug. 1904 het hoogste punt, ooit door menschenvoet betreden, bereikten. Felle koude; om beurten sliepen de leden van het gezelschap, echter nooit langer dan tien minuten achter een, anders was men onherroepelijk tot ijsklomp verstold. Om hen heen nevelen, wolken, sneeuw en ijs. Toen de reizigers eenmaal het hoogste punt bereikt hadden, voelden zij zich allemaal ziek en uitgeput. Behalve mevrouw Bullock die de laatste uren de leiding van het gezel schap op zich had genomen. Zij leed een beetje aan hoofdpijn, maar peuzelde met heel veel smaak haar beschuiten en chocolade op. CAPRICE. Spekknol (tot dusver niet gepubliceerd, oor spronkelijk recept van Adriane Friedrich.) Een groote savoyekool wordt in vieren ge sneden, en een half uur in water met een weinig zout gezet. Daarna neemt men de stukken kool uit het water en laat ze goed uitdruipen. Fijn spek snijdt men in dunne schijven en bedekt daarmee den bodem van een aarden kookpan. Op de spekschijven drukt men stevig neer een kwart van de kool. sprenkelt daarop een weinig zout en peper. Dan weer een laag spek, daarna kool. Vier lagen spek, vier koollagen. Eindigen met spek. Deksel stevig op de pan sluiten met een rand deeg er om heen, voor volle dige afsluiting. Twee uur in matig gewarmden oven zetten. Kool schikken op goed verwarmden schotel, met braadworstjes er om heen. N.B. Gerecht berekend voor volbloed-Germaansche magen. Dit als waarschuwing l ]~<irslelijk be.zne.k n p Dublin Castle. Lady /?'nti/irs llalfotir. Mevrouw BullockWorkmrtn. De prins van Wales wordt deze week in Ierland verwacht, waar hij de gast zal zijn van Lord en Ladv Dudlev.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl