De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 26 februari pagina 1

26 februari 1905 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

1444 WEEK DE AMSTERDAMMER i VOOft A°. 1905. EBLAND On.c3.ei1 redactie Dit nummer bevat een bijvoegsel. a. m. OT. ID IE IKIOO. Uitgevers: VAN HOLEEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/2 Dit blad U verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capuciues tegenover het Grand Café, te Parijs. Zondag 26 Februari, Adverteritiën van l?5 regels ? 1.10, elke regel meer ? 0.20 Reclames per regel 0.10 Annonces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma RUDOLF A1OSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma. De prijs per regel ia 35 Ptonuig. INHOUD: VAN VERRE EN VAN NABIJ: Een cor respondentie. Rechtspraak in arbeidsge schillen, door mr. E. van Ketwich Ver schuur. Het Recht van vereeniging voor de ambtenaren bij de Posterijen, door C. Mr. v. Diggelen; mr. Roosenburg. Een opgewonden kwant. KUNST EX LETTEKEN: Muziek in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp. Rotterdam, Wassenaar (Oldeuzeel), door Pla^schaert. Onze Taal in ZuidNederland II (Slot), door R. A. Kollewijn. Les Deux Forces, roman van Virgile R'issel, beoordeeld door Arman l Sunier. FEUIL LETON : De ziel van Nicolaas Snijders of de vrek van Zaandam, I, naar het Engelsen van Jerome K. Jerorne. De heer Borel als journalist. Een vergeten dichter, door B. Tideman J.Hz.,?VOOR DAMES: De Nederl. Collectieve Pensioen-Vereeniging, door Caroline Flöcker. Een nieuwe schrijf ster voor meisje?, door N. J. Beversen. Allerlei, door Caprice. UIT DE NATUUR, door E. Heimans. Praatjes over Bouw kunst, I, met af b., door A. W. Weissman. Een praatje aan het huis Ter Heide, I, door S. Muller Fz. Tentoonstellingbezpek voor M. A. R., door Nicolaas van Middelhoven. Julius de Geyter. door J. H. R. FINANCIEELE EN OECONOMESCHE KRONIEK, door D. Stigter. Lezing Lemonnier. Ver zen lezen, door Plasfchaert. Gitano's, I, door dr. N. J. Singels. INGEZONDEN. DAMRUBRJEK. SCHAAKSPEL. ADVERTEN TIEN. Eeu Correspondentie. In No. 4 van De Vrijzinnig Demo craat, officieel orgaan van den Vrijz. Dem. Bond, onder redactie van Mr. Mar chant en Dr. van Embden, lezen wij eene Correspondentie, welke luidt als volgt: Een abonnéverwondert zich ,dat wij geen. bestrijding gaven van den aanval, door den Groenen Amsterdammer op de coalitie gedaan. Wij lieten dit na: lo. omdat genoemd blad, dat van critiek moet leven, nimmer iets naar den zin is; 2o. omdat de beantwoording van aan vallen van elders op ons gericht, ook geldt voor genoemd blad." Deze proeve van in 't oogloopende journalistieke bekwaamheid zouden wij niet gaarne onzen lezers onthouden. Gelukkig dat er nu toch n abonn is geweest, die zich verwonderd heeft; zonder dezen waren wij nog niet te weten gekomen, dat deze Vrijzinnige Demo craten minder vragen of een aanval op hun staatkunde beteekenis heeft, dan wel of zij geschiedde door. iemand, wien het naar den zin" is te maken. Alleen in 't laatste geval verweren zij zich. Daar om strijden zij wél tegen Het Volk, Het Handelsblad, de N. Kott. Ct?de Stan daard en dergelijken, allen bladen welken het naar den zin is te maken" maar niet tegen den dromen Amster dammer . . . want bij dezen en diens lezers is het boter aan den galg gesmeerd. En hoe komt dat nu'? Eenvoudig, omdat de droene Ainstenlammer van kritiek moet leven". Nu bestaat er in dit opzicht zeker eenig verschil tusschen ons en de Vrijzinnig-Democraten. Wij beiden oefenen kritiek op alle partijen en richtingen, die het niet met ons in beginselen eens zijn; maar waar de Vrijzinnig-Democraten hun kritiek ein digen, zetten wij de onze voort, en meenen, in 't belang des lands, met het oog op de ontwikkeling eener ethische demo cratische politiek, ook de Vrijz. Demo craten te moeten wijzen op hun gebreken. Natuurlijk, dit mag niej: bij eene partij welke, als een rersla.]>te radicale partij, onmogelijk geestkrachtig kan zijn, en het zoo noodig heeft gespaard te worden. Maar daarnaar hebben wij niet ge vraagd, en zullen wij niet vragen. Wij durven verklaren, langer dan een kwart eeuw, de beginselen te hebben hoogge houden, ons keerend zoowel tegen vriend als vijand, die hen in de praktijk ge ringschatting betoonden; zonder dat wij daarbij letten op ons eigenbelang steeds onwrikbaar er van overtuigd, dat trots alle tactische handigheden, een overwin ning, die de moeite waard is niet voor zekere, personen, maar Koor het alge meen ook in de politiek alleen behaald kan worden door een streven onder de drijfkracht van zedelijke motieven. En daar komen de heeren Marchant en Van Embden ons de- beschuldiging naar het hoofd werpen, dat we leven moeten van kritiek. Zoo iets heeft geen betoog noo dig, och neen, hun namen wel niet al te beroemd en indrukwekkend zijn er borg voor; het kattebelletje, waarin iemand wordt beleedigd, gaat zoo maar in de brievenbus. Dit mag ons te eer verwonderen, daar we toch zeker mede den stoot hebben gegeven aan de vorming van een radi cale partij; bevorderd hebben de daden, waardoor die radicale partij zich heeft doen kennen ; en de richting, waarin de vrijzinnig-democraten naar hun program hebben te handelen aangewezen ligt in wat wij gedurende een kwart eeuw hebben geschreven, 't Is waar, wij heb ben daarbij zelden of ooit van de heeren Marchant of Van Embden gehoord.... die thans zoo zeker weten .dat wij leven moeten van kritiek Indien nu d-e heeren eens hadden aangetoond, dat wij gewoon waren kritiek te leveren in negatieven zin, d. i. zonder ook aan te bevelen, wat o. i. in de plaats van het afgekeurde behoorde te worden gesteld, dan zouden wij nog geneigd kunnen zijn, deze onze tegenwoordige perscollegaas als een paar degelijke zedenmeesters te erkennen; maar wij zijn ons bewust steeds met onze kritiek gestreden te hebben voor iets wat, naar onze meening, beter was dan het besproken plan of voorstel. En zulle een kritiek in plicht van ieder man van overtuiyiny. Zoo, om een der laatste gevallen te noe men, hebben wij vóór de behandeling der H. O. W. reeds er op gewezen dat de invoering van Staats-examens in den een of anderen vorm, de eenige weg kon zijn om aan de onbillijkheid, waarover de mannen der Vrije Universiteit zich beklaagden, een eind te maken. Her haaldelijk hebben wij de houding deiliberalen en vrijzinnig-democraten afge keurd, die zich ten opzichte van de billijkheidsquaestie van den domme hielden, en weigerden in dien geest het wetsont werp te amendeeren ; zoodat zij Kuyper tot zijn Kamerontbinding hebben gedre ven. En wie nu de discussie volgt, thans in de Kamer gevoerd, kan zich er van overtuigen, hoe groot de fout is destijds door de linkerzijde begaan. Koe jammer ook voor den heer Marchant, die niet wijzer dan vele anderen, zoozeer van onze kritiek had kunnen profiteeren !! Hoe had hij nu niet kunnen blinken onder zijn clubgcnooten, als hij, toen het nog tijd was, het initiatief had genomen om den tegenstanders recht te doen, zoodat hij zijn eigen houding en die zijner medepartijders tot een onberispelijke zou hebben gemaakt, ook al ware zijn pogen om de H. O. W. aannemelijk te doen zijn niet geslaagd. En wat had Van Embden niet, op het gevaar af van zich te verhoovaardigen, met een soort van zielsverrukking tot zijn mede-redacteur kunnen opzien, zichzelf gevoelend de rechterhand te mogen zijn van een prin cipieel Vrijzinnig-Democraat, die in een streven onder de drijfkracht van ethische beginselen zijn politiek heeft willen voeren! Wij weten niet, hoe de heeren nu elkander aanzien, maar als zij, wat zou kunnen voorkomen, onder vier oogen, zoodat niemand het hoort, het over du droene' Amsterdammer mochten hebben, welke het nooit naar den zin" is te maken, wijl hij leven moot van kritiek", d;m vragen wij onzen hoogen rechters nederig elkaar te willen bekennen, dat onze kritiek van het begin tot het einde den loop dezer treurige historie heeft aange duid. Ook do laatste phase teekenden wij o.a. in deze woorden: Ware er niet zooveel aan voorafgegaan, hoe gemakkelijk zou het Kuyper villen zijn effectus civilis weer op te bergen. Maar nu kan liet niet; want het gaat niet om dien effectus maar om J\ u y por zelf en zijn vrienden geen al te gek figuur te doen slaan met hun te late Eerste Kamer ontbinding. Wat zou hij niet moeten hooren, als hij eens deed, wat de logica hem voorschrijft! Daarom,hoe dwaas en onredelijk het ook zij, het moet zijn doel zijn op dit moment nog het geheele wetje er door te halen. l>e liberalen kunnen zich ye rust van allerlei poyinye» onthoudt'» om hem tot andere yedachten te hrenr/rn, trant het zit 'm niet i» K-ui/pers yedachteii, maar in den noodlottitjf» diranij, dien hij zichzelf door zijn politiek ra» liet ItiuMe jaar heeft opyeleijd. Een formuletje voor de toekomst kunt ge natuurlijk wel van hem krijgen, maar... den effectus civilis geeft hij voor het heden niet prijs, al zou dit heden ook heelemaal geen toekomst hebben. En wat moeten de liberalen nu wel denken van hun eigen politiek of taktiek, waar Kuyper z,elf als nam hij een loopje met hen zich presenteert als de voorstander van het amendement, dat zij onder professoren-leiding, geweigerd hebben voor te stellen ten tijde dat hij nor/ niet door zijn kamerontbinditnj zijn nijheid had rerlore» '?? Welnu, nietwaar, de linkerzijde is nu toch voor haar fatsoen met staatsexamens voor den dag moeten komen en het formuletje" van Kuyper of' Lohman is er: een wet is te dienen binnen vijfjaar; vijfjaar, een zoo langen tijd; natuurlijk, anders zou de eisch van den effectus civilis op dit oogenblik, in verband met de Kamerontbinding geen zin hebben! Wij noemen onze kritiek op de houding der vrijzinnigen en van Kuyper c.s., bij de eerste behandeling der H. O. W., als ? een laatste voorbeeld hoe wij maar schrijven, omdat -wij van kritiek moeten leven! Maar als wij daar staan naast een jonge partij, die een voortzetting der radicale partij wil zijn, en wier leden zoo cynisch hebben medegedaan aan de miskenning van het beginsel der billijk heid, dat ook jegens tegenstanders be hoort betracht worden, terwijl er door niet n hunner tegen de schending van dat hoogste aller beginselen is opge komen welnu, dan laten wij het a in onpartijdiger personen, dan de schrijvers van een propagandablaadje, over, te zeggen waar de eer, en waar de schande ligt. * * * Nu hebben de heeren nog een tweede reden, waarom zij onze beschouwingen onbeantwoord laten. De eerste zou reeds afdoende zijn, mocht men meenen, maar neen, daar schijnt toch nog iets aan te ontbreken, en zoo beantwoorden zij rws niet omdat de beantwoording van aan vallen, van elders op (Vrijz. Dem.) ge richt, ook geldt voor genoemd blad." Niet dat het hun wat moeilijk zou zijn den droene Amsterdammer naar eisch te weerleggen; dat zij het debat niet aan durven neen, zij hebbon zonder dat blad te noemen, het reeds voldoende bescheid gegeven, en 't is eigenlijk het noemen niet waard, want onder hetgeen het schrijft, komt niets voor, wat andere bladen niet reeds geschreven hebben; wezenlijk, zoo bedoelen zij te zeggen, daar ontbreekt allo oorsponkelijkheid aan. Ook dit wordt ons door deze persgoden in het woord aan den abonnébericht. Wij dienen ons in dit vonnis te schikken, immers het komt uit zóó bevoegden mond. Toch meenen wij dat de hoeren nog altijd verzuimd hebben bij het afweren van aanvallen van elders" het allernoodigste in hot licht te stellen. De coalitie heette een middel om door eendracht de kerkelijke meerderheid bij de verkiezingen te verslaan. Welnu do minderheid van hedon, die dat doen zal bestaat uit rier groepen: Socialen, oud-liberalen, uniemannen en vrijz.-democraten. Als nu tiree dier groepen zich vereenigen om don tirei' anderen zetels te ontrooven, ont staat er dan eendracht onder de rier... of tireedracht ? Noodig is eendracht om de kerkelijken te overwinnen, eendracht van de der. En nu reeds is hot bewijs geleverd, ge lijk wij het voorspeld hebben, dat de coalitie spanning, wantrouwen, verbitte ring zou we'cken. De Socialisten be grepen natuurlijk dadelijk, dat deze ver eeniging van twee vrijzinnige groepen tegen hen was gericht. Het heeft dan ook te Brielle, volgens de dagblad-berich ten, maar weinig gescheeld, of de Soci alisten hadden zich bij de herstemming onthouden ... Eén of t vee dagen vóór de verkiezingen had do Sociale federatie in 't district nog onthouding aangekon digd, eerst ter elfder ure is zij bezwe ken voor den aandrang uit het hoofd kwartier. En de oud-liberalen r1 De coalitie heeft hen gedwongen zich te organisecren; on al is die organisatie thans nog zwak, zij is toch ecu krachtig getuigenis van hetgeen er onder dit, geens zins weinig talrijk deel dor liberalen om gaat: trouwens men lette slechts op het oor deel hunner pers. Welnu, maak dan eens duidelijk, dat de coaliseorende twoo niefhet groote dool y.in de/e verkiezingen beneden hun politiekerij hebben gesteld; do een dracht dor rier groepen, zoo onmisbaar om Kuyper te doen vallen, niet aan hun partij bolangctjes hebben gewaagd. M. a. w. dat de leus: Eendracht door ver eeniging van Druckerianen on Borgesianen niet tweedracht, wrijving-, spanning onder do der beteekent'r1 Nu behoeven do hoeren volstrekt niet dit betoog te leveren aan ons adres. Wc kunnen begrijpen, dat zij na hun v('orrespondi'ntie'" oen ietwat onfrisch gevoel moeten hebbon, wanneer zij onzen naam uitspreken als van een, die waardig zou zijn, van hen een antwoord te ont vangen ! Neon, laten zij het richten tot Fockor, Treub, Drucker of Borgesius, die aan de handeling hebben meegedaan, en ook voor hun eigen geweten wel een kleine geruststelling behoeven, mis schien. Hoc dit zij, het zou dunkt ons, zulk een opluchting voor ITarchant en Van Euibdeu zelf wezen, als zij deze netelige quacstie eens tot klaarheid brach ten, buiten ons om. Rechtspraak in arbeids geschillen. 3tot ontwerp-arbeidscontract zal spoedig in openbare behandeling komen en waar schijnlijk /onder ingrijpende wijziging tot wet worden verheven. De rechterzijde zal het der Regeering niet lastig maken; en noch uit gematigd-, nooh uit geavanceerdliberale of vrijzinnig-democratische kringen zijn stemmen tot belangrijke verandering van het ontwerp gerezen. Verwonderd heeft ons dit, omdat in dit ontwerp gemist wordt een instelling, die in bijna alle beschaafde Staten reeds sinds tal van jaren werkt tot groote voldoening van wie daarbij betrokken zijn, en over welker zegenrijken in vloed bij alle sociaal-voelende groepen van de meestuiteenlüopende richting in die landen vol maakte eenstemmigheid heerscht; wij be doelen het instituut van speciale rechterlijke colleges, ter berechting van die geschillen, die tusschen werkgever en arbeider ontstaan, en in het arbeidscontract hun oorsprong vinden. Dat in ons land alleen de sociaaldemocraten met nadruk de invoering van eene dergelijke speciale rechtspraak hebben bepleit, is een verschijnsel dat weinig blijmoedig stemt, en ons de woorden voor den geest bracht, waarmede nu twee jaren geleden een Duitsch schrijver zijn werk over de Nederlandsche Kamers van Arbeid eindigde: Es dürften noch Jahrzehnte vergehen, bevor die Niederlande sich von den Folgen ihrer Manchesterperiode befreit haben werden.". En werkelijk, moet men niet vreezen, deze uitspraak bevestigd te zullen zien, wanneer men bijna alle par tijen in Nederland, met de schitterende resultaten der arbeidsrechtspraak over tien tallen van jaren voor oogen, nog steeds voor den stap op deze toch heusch niet meer nieuwe banen in angstig doctrinarisme terugdeinzen ziet? In Frankrijk werd reeds in 1.800 de eerste arbeidsrechtbank (conseil de prud'hommes) opgericht: naar Fransch model richtten de Zwitsersche kantons Genève en Vaud resp. in 1882 en 1888 hunne colleges in; Belgi organiseerde de conseils, gedurende de Fransche overhecrsching ingevoerd, in 1842; Oostenrijk, dat in 18G9 eveneens op Fransche leest geschoeide colleges in het leven riep, reorganiseerde deze in 1896 in den geest der nieuwe Duitsche wetgeving. In Duitschland zelf' waren reeds in 1846 de Königliche Gewerbegorichte" in het leven geroepen. Eene uniforme regeling bracht het Gewerbegerichtsgesetz van 1890, aangevuld door de novelle van 11)01. De uitnemende resultaten der Gewerbegerichte leidden in 1904 tot de invoering van Kaufraannsgerichte" ter bei echting der geschillen van kooplieden met hunne handeisbedienden. De Duitsche Gewerbegerichte vonden, be halve in Oostenrijk, navolging in de Zwitsersche kantons Luzern (1892), Bern (1894), St. Gallen (1897), en Neuchatel (1899); en Basel-Stadt (1889), Zürich (1895), Solothurn (1.899) en Freiburg (1899) hebben dergelijke colleges in het leven geroepen, met rfeze bijzonderheid dat daar de gewone rechter als voorzitter van het Gewerbegericht fungeert. De wet van 1867, die voor Engeland de oprichting van speciale arbeidsrechtbanken mogelijk maakte, schijnt nooit eigenlijk; in werking getreden te zijn. Deze verschillende wetgevingen alle te bespreken zou ons veel te ver voeren. Mutatis mutandis komt bij alle de regeling in hoofdzaak neer op het volgende: De colleges bestaan uit een even aantal leden, waarvan de helft door de werkgevers, de helft door de arbeiders uit hun midden wordt gekozen. Voorzitter en plaatsvervan gend voorzitter worden in Duitschland door het gemeentebestuur benoemd en mogen daar^ noch werkgever noch arbeider zijn; in Frankrijk kiezen de rechtbanken zeil' een voorzitter en plaatsvervangend voor zitter uit de leden, met dien verstande dat een van beiden werkgever, de ander arbeider moet zijn. De competentie der colleges, in de verschillende landen verschillend gere geld, kan gezegd worden z:ch uit te strekken over alle geschillen, uit het arbeidscontract gerezen: zij sluit de competentie van den gewonen rechter uit. Alle geschillen komen eerst vooreen verzoeningsraad, in Frankrijk uit twee leden, een patroon en een arbeid'er bestaande; in Duitschland is het de voorzitteralleeiijWion deze functie is opgedragen. Deze eerste instantie heeft uitsluitend ten doel, eene minnelijke schikking der aan hangige kwestie te bevorderen; gelukt het niet, een vergelijk tot stand te brengen, dan komt het geschil voor het scheidsge recht, bestaande uit den voorzitter met een gelijk aantal werkgevers en arbeiders als bijzitters. Nogmaals wordt, ook voor het sclieidsgerecht, een oplossing in verzoenen den geest beproefd; mislukt verzoening pok hier, dan geeft het college eone rechterlijke uitspraak met bindende kracht. De proce dure wijkt in menig opzicht van de gewone burgerlijke af: met het beginsel van de lijdelijkheid des rechters is gebroken; ver tegenwoordiging door advocaten is niet toe gelaten; partijen kunnen in persoon worden opgeroepen en bij niet-verschijning worden gestraft; de omslachtige en onnoodige om haal van formaliteiten en schrifturen is bij deze rechtspraak een onbekende zaak. Ziedaar zeer in het kort de samenstelling en werkkring van die speciale arbeidsrecht banken. (iroote verwachtingen heeft men van deze rechtspraak gekoesterd, en alom zijn deze door de ervaring schitterend bevestigd. Voor goedkoope, snelle en deskundige recht spraak hebben zich deze colleges bij uitstek geëigend betoond, en hun verzoenende invloed heeft de stoutste verwachtingen overtroffen. De weinig kostbare procedure vindt natuurlijk voor oen groot deel in do afwe zigheid van alle onnoodige formaliteiten haar oorzaak. Deurwaarders-exploiten b.v. kent deze procedure niet. En n deurwaarders-exploit voor den gewonen rechter kost evenveel of meer dan voor deze colleges een gansche procedure. In Duitschland b.v. regelen zich de proceskosten naar het be drag waarover het geschil loopt en bedragen: l Mark bij een bedrag tot 20 Mark; 1.50 M. bij een'bedrag van 20?50 M.; 3 M. bij een bedrag van 50?100 M.; voor olke 100 M. daarboven o M. tot een maximum van 30 M. Deze kosten draagt de verliezende partij; bij een verstek vonnis bedragen de kosten slechts de helft; komt een vergelijk tot stand, dan behoeven in het geheel geen proceskosten te worden betaald. In Itali zijn de kosten nog aanzienlijk lager. Zij bedragen: 50 centimes bij een bedrag tot 50 fr.; l franc bij een bedrag van 50?100 fr.; 2 fr. bij een bedrag van 100?200 fr.; bij verzoening of verstekvonnis de helft. Finan cieel is ook de snelle procedure voor partijen vaak van het grootste belang; zoo voor den arbeider die aanspraak maakt op uitbetaling van loon, voor den ondernemer, door zijne arbeiders verlaten in den druksten tijd van het jaar; lang uitstel kan voor bciden financieele ondergang beteekenen. De snelle rechtspraak der speciale rechtbanken vindt in verschillende omstandigheden haar oor zaak. Ten eerste in de concentratie bij n college van alle arbeidsgeschillen binnen een bepaald gebied: dit maakt de rechters met alle, voor hunne beslissing belangrijke gegevens vertrouwd; de feitelijke verhou dingen in de verschillende takken van be drijf binnen het ressort van het college zijn den leden van dat college volkomen bekend, en maken eene spoedige beslissing mogelijk. Het hooren van deskundigen, zoo tijdroovend en gevaarlijk voor des rechters onafhanke lijkheid, zal zelden noodig zijn; zeer dikwijls zal op grond van bekendheid met de toe standenzonder nader onderzoek een uitspraak kunnen volgen, nadat partijen zijn gehoord. Ook dat hooren van partijen zelf, welker persoonlijk verschijnen kan worden gelast, bevordert eene snelle procedure, daar het herhaalde uitstel voor besprekingen de vertegenwoordigers met hunne lastgevers vervalt. En ook hier komt weder het ge mis van formaliteiten in aanmerking, dieJ immers meestentijds evenzeer tijdroovend als kostbaar zijn. Wijzen wij nog op de groote routine, ^velke zich een college eigen maakt, dat steeds gelijksoortige zaken ter behandeling krijgt, dan meenen wij veilig te kunnen besluiten, dat voor snelle afdoening van zaken hier alle voorwaarden aanwezig zijn. Onderstaande cijfers bewijzen, dat deze theoretische beschouwingen door de ervaring worden bevestigd. Van alle aangebrachte geschillen beslechtten in 1902 de volgende vier groote Oostenrijksche Gewerbegerichte: Prag . Pilsen . Brünn . Krakau Prag Pilsen . Brünn . Krakau in in l dag 21 pCt. 54.9 53.4 51.9 4?7 dagen 18.3 pCt. 6.2 9.8 13.8 in 2?3 dagen 58 pCt. 38 35.9 32.6 in meer dan 7 dagen 2.7 pCt. 09 0.9 1.7 Gemiddeld werden door alle (vijftien) Oostenrijksche Gewerbegerichte tezamen 70 pCt. van alle geschillen binnen de drie dagen beslecht. Voor Duitschland zijn de cijfers iets minder gunstig. Toch werden in 1900 binnen een week van de 81,931 zaken 46,401 be slecht, een percentage dus van 59 pCt. En deze snelle rechtspleging is niet ten koste gekomen van eene nauwgezette be handeling der geschillen; immers juist het uiterst moeilijke en delicate werk der ver zoening is door de arbeidsrechtbanken uit geoefend met ongekend succes. Ten bewijze daarvan volgen hier weder eenige cijfers: DUITSCHLAND. In 1900 werden aangebracht 81,951 zaken; hiervan werden door werkelijke verzoening beëindigd 36,265 of 44..'i p(,'f. Het aantal verzoeningen is echter feitelijk veel grooter. Immers van de resteerende 55.7 pCt. werden beëindigd door afstand van de instantie 0.6 pCt., door terugnemen van den eisch 27.3 pCt., door uitdrukkelijke erkenning van den eisch 11.3 pCt., door verzuim 7.7 pCt. En nu is het buiten twijfel, dat bij een zeer groot gedeelte van de op deze wijze be indigde geschillen de afstand of erkenning van den eisch enz. moeten worden toe geschreven aan den invloed van den voor zitter, die in eerste instantie met de partijen gesproken heeft. Hoe dit zij, voor het aantal zaken dat door eene eigenlijke rechterlijke uitspraak is ten einde gebracht, blijft slechts over een percentage van 18.8 put. . BELGIË. In 1901 werden aangebracht 8523 zaken, waarvan door den verzoeningsraad werden bijgelegd 5213 of 61 pCt. Van de overige 3310 zaken werden er slechts 1187 door partijen voor het scheidsgerecht aanhangig gemaakt; hiervan werden alsnog 457 zaken (38.5 put.) door het scheidsgerecht in der minne bijgelegd. Het totaal percentage der verzoeningen bedroeg dus 66 pCt. van alle aangebrachte zaken. FRANKRIJK. T n het tienjarig tijdperk van l-7j -1888 werden voor de verzoeningsraden bijgelegd 66 pCt. van alle aangebrachte zaken," terwijl

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl