Historisch Archief 1877-1940
1444
WEEK
DE AMSTERDAMMER
i
VOOft
A°. 1905.
EBLAND
On.c3.ei1 redactie
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
a. m. OT. ID IE IKIOO.
Uitgevers: VAN HOLEEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12'/2
Dit blad U verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capuciues tegenover het Grand Café, te Parijs.
Zondag 26 Februari,
Adverteritiën van l?5 regels ? 1.10, elke regel meer ? 0.20
Reclames per regel 0.10
Annonces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma
RUDOLF A1OSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma. De prijs per regel ia 35 Ptonuig.
INHOUD:
VAN VERRE EN VAN NABIJ: Een cor
respondentie. Rechtspraak in arbeidsge
schillen, door mr. E. van Ketwich Ver
schuur. Het Recht van vereeniging voor
de ambtenaren bij de Posterijen, door C.
Mr. v. Diggelen; mr. Roosenburg. Een
opgewonden kwant. KUNST EX
LETTEKEN: Muziek in de Hoofdstad, door Ant.
Averkamp. Rotterdam, Wassenaar
(Oldeuzeel), door Pla^schaert. Onze Taal in
ZuidNederland II (Slot), door R. A. Kollewijn.
Les Deux Forces, roman van Virgile R'issel,
beoordeeld door Arman l Sunier. FEUIL
LETON : De ziel van Nicolaas Snijders of de
vrek van Zaandam, I, naar het Engelsen
van Jerome K. Jerorne. De heer Borel
als journalist. Een vergeten dichter, door
B. Tideman J.Hz.,?VOOR DAMES: De
Nederl. Collectieve Pensioen-Vereeniging,
door Caroline Flöcker. Een nieuwe schrijf
ster voor meisje?, door N. J. Beversen.
Allerlei, door Caprice. UIT DE NATUUR,
door E. Heimans. Praatjes over Bouw
kunst, I, met af b., door A. W. Weissman.
Een praatje aan het huis Ter Heide, I, door
S. Muller Fz. Tentoonstellingbezpek voor
M. A. R., door Nicolaas van Middelhoven.
Julius de Geyter. door J. H. R.
FINANCIEELE EN OECONOMESCHE KRONIEK,
door D. Stigter. Lezing Lemonnier. Ver
zen lezen, door Plasfchaert. Gitano's, I,
door dr. N. J. Singels. INGEZONDEN.
DAMRUBRJEK. SCHAAKSPEL.
ADVERTEN TIEN.
Eeu Correspondentie.
In No. 4 van De Vrijzinnig Demo
craat, officieel orgaan van den Vrijz.
Dem. Bond, onder redactie van Mr. Mar
chant en Dr. van Embden, lezen wij eene
Correspondentie, welke luidt als volgt:
Een abonnéverwondert zich ,dat wij
geen. bestrijding gaven van den aanval,
door den Groenen Amsterdammer op de
coalitie gedaan. Wij lieten dit na: lo.
omdat genoemd blad, dat van critiek
moet leven, nimmer iets naar den zin
is; 2o. omdat de beantwoording van aan
vallen van elders op ons gericht, ook
geldt voor genoemd blad."
Deze proeve van in 't oogloopende
journalistieke bekwaamheid zouden wij
niet gaarne onzen lezers onthouden.
Gelukkig dat er nu toch n abonn
is geweest, die zich verwonderd heeft;
zonder dezen waren wij nog niet te weten
gekomen, dat deze Vrijzinnige Demo
craten minder vragen of een aanval op
hun staatkunde beteekenis heeft, dan wel
of zij geschiedde door. iemand, wien het
naar den zin" is te maken. Alleen in
't laatste geval verweren zij zich. Daar
om strijden zij wél tegen Het Volk, Het
Handelsblad, de N. Kott. Ct?de Stan
daard en dergelijken, allen bladen
welken het naar den zin is te maken"
maar niet tegen den dromen Amster
dammer . . . want bij dezen en diens
lezers is het boter aan den galg gesmeerd.
En hoe komt dat nu'? Eenvoudig,
omdat de droene Ainstenlammer van
kritiek moet leven". Nu bestaat er in
dit opzicht zeker eenig verschil tusschen
ons en de Vrijzinnig-Democraten. Wij
beiden oefenen kritiek op alle partijen
en richtingen, die het niet met ons in
beginselen eens zijn; maar waar de
Vrijzinnig-Democraten hun kritiek ein
digen, zetten wij de onze voort, en
meenen, in 't belang des lands, met het oog
op de ontwikkeling eener ethische demo
cratische politiek, ook de Vrijz. Demo
craten te moeten wijzen op hun gebreken.
Natuurlijk, dit mag niej: bij eene partij
welke, als een rersla.]>te radicale partij,
onmogelijk geestkrachtig kan zijn, en het
zoo noodig heeft gespaard te worden.
Maar daarnaar hebben wij niet ge
vraagd, en zullen wij niet vragen. Wij
durven verklaren, langer dan een kwart
eeuw, de beginselen te hebben hoogge
houden, ons keerend zoowel tegen vriend
als vijand, die hen in de praktijk ge
ringschatting betoonden; zonder dat wij
daarbij letten op ons eigenbelang steeds
onwrikbaar er van overtuigd, dat trots
alle tactische handigheden, een overwin
ning, die de moeite waard is niet
voor zekere, personen, maar Koor het alge
meen ook in de politiek alleen behaald
kan worden door een streven onder de
drijfkracht van zedelijke motieven. En
daar komen de heeren Marchant en Van
Embden ons de- beschuldiging naar het
hoofd werpen, dat we leven moeten van
kritiek. Zoo iets heeft geen betoog noo
dig, och neen, hun namen wel niet
al te beroemd en indrukwekkend zijn
er borg voor; het kattebelletje, waarin
iemand wordt beleedigd, gaat zoo maar in
de brievenbus.
Dit mag ons te eer verwonderen, daar
we toch zeker mede den stoot hebben
gegeven aan de vorming van een radi
cale partij; bevorderd hebben de daden,
waardoor die radicale partij zich heeft
doen kennen ; en de richting, waarin de
vrijzinnig-democraten naar hun program
hebben te handelen aangewezen ligt in
wat wij gedurende een kwart eeuw
hebben geschreven, 't Is waar, wij heb
ben daarbij zelden of ooit van de heeren
Marchant of Van Embden gehoord....
die thans zoo zeker weten .dat wij leven
moeten van kritiek Indien nu d-e
heeren eens hadden aangetoond, dat wij
gewoon waren kritiek te leveren in
negatieven zin, d. i. zonder ook aan te
bevelen, wat o. i. in de plaats van het
afgekeurde behoorde te worden gesteld,
dan zouden wij nog geneigd kunnen zijn,
deze onze tegenwoordige perscollegaas
als een paar degelijke zedenmeesters te
erkennen; maar wij zijn ons bewust
steeds met onze kritiek gestreden te
hebben voor iets wat, naar onze meening,
beter was dan het besproken plan of
voorstel. En zulle een kritiek in plicht
van ieder man van overtuiyiny. Zoo,
om een der laatste gevallen te noe
men, hebben wij vóór de behandeling
der H. O. W. reeds er op gewezen dat
de invoering van Staats-examens in den
een of anderen vorm, de eenige weg kon
zijn om aan de onbillijkheid, waarover
de mannen der Vrije Universiteit zich
beklaagden, een eind te maken. Her
haaldelijk hebben wij de houding
deiliberalen en vrijzinnig-democraten afge
keurd, die zich ten opzichte van de
billijkheidsquaestie van den domme hielden,
en weigerden in dien geest het wetsont
werp te amendeeren ; zoodat zij Kuyper
tot zijn Kamerontbinding hebben gedre
ven. En wie nu de discussie volgt,
thans in de Kamer gevoerd, kan zich
er van overtuigen, hoe groot de fout is
destijds door de linkerzijde begaan. Koe
jammer ook voor den heer Marchant, die
niet wijzer dan vele anderen, zoozeer
van onze kritiek had kunnen
profiteeren !! Hoe had hij nu niet kunnen blinken
onder zijn clubgcnooten, als hij, toen het
nog tijd was, het initiatief had genomen
om den tegenstanders recht te doen,
zoodat hij zijn eigen houding en die
zijner medepartijders tot een onberispelijke
zou hebben gemaakt, ook al ware zijn
pogen om de H. O. W. aannemelijk te
doen zijn niet geslaagd. En wat had Van
Embden niet, op het gevaar af van zich
te verhoovaardigen, met een soort van
zielsverrukking tot zijn mede-redacteur
kunnen opzien, zichzelf gevoelend de
rechterhand te mogen zijn van een prin
cipieel Vrijzinnig-Democraat, die in een
streven onder de drijfkracht van ethische
beginselen zijn politiek heeft willen voeren!
Wij weten niet, hoe de heeren nu elkander
aanzien, maar als zij, wat zou kunnen
voorkomen, onder vier oogen, zoodat
niemand het hoort, het over du droene'
Amsterdammer mochten hebben, welke
het nooit naar den zin" is te maken,
wijl hij leven moot van kritiek", d;m
vragen wij onzen hoogen rechters nederig
elkaar te willen bekennen, dat onze
kritiek van het begin tot het einde den
loop dezer treurige historie heeft aange
duid. Ook do laatste phase teekenden
wij o.a. in deze woorden:
Ware er niet zooveel aan voorafgegaan,
hoe gemakkelijk zou het Kuyper villen
zijn effectus civilis weer op te bergen.
Maar nu kan liet niet; want het gaat
niet om dien effectus maar om J\ u y por
zelf en zijn vrienden geen al te gek figuur
te doen slaan met hun te late Eerste
Kamer ontbinding. Wat zou hij niet
moeten hooren, als hij eens deed, wat
de logica hem voorschrijft! Daarom,hoe
dwaas en onredelijk het ook zij, het
moet zijn doel zijn op dit moment nog
het geheele wetje er door te halen.
l>e liberalen kunnen zich ye rust van
allerlei poyinye» onthoudt'» om hem
tot andere yedachten te hrenr/rn, trant
het zit 'm niet i» K-ui/pers yedachteii,
maar in den noodlottitjf» diranij, dien
hij zichzelf door zijn politiek ra» liet
ItiuMe jaar heeft opyeleijd. Een
formuletje voor de toekomst kunt ge natuurlijk
wel van hem krijgen, maar... den effectus
civilis geeft hij voor het heden niet prijs,
al zou dit heden ook heelemaal geen
toekomst hebben.
En wat moeten de liberalen nu wel
denken van hun eigen politiek of taktiek,
waar Kuyper z,elf als nam hij een
loopje met hen zich presenteert als
de voorstander van het amendement, dat
zij onder professoren-leiding, geweigerd
hebben voor te stellen ten tijde dat hij
nor/ niet door zijn kamerontbinditnj zijn
nijheid had rerlore» '??
Welnu, nietwaar, de linkerzijde is nu
toch voor haar fatsoen met staatsexamens
voor den dag moeten komen en het
formuletje" van Kuyper of' Lohman is er:
een wet is te dienen binnen vijfjaar;
vijfjaar, een zoo langen tijd; natuurlijk,
anders zou de eisch van den effectus
civilis op dit oogenblik, in verband met
de Kamerontbinding geen zin hebben!
Wij noemen onze kritiek op de houding
der vrijzinnigen en van Kuyper c.s.,
bij de eerste behandeling der H. O. W.,
als ? een laatste voorbeeld hoe wij maar
schrijven, omdat -wij van kritiek moeten
leven! Maar als wij daar staan naast
een jonge partij, die een voortzetting
der radicale partij wil zijn, en wier leden
zoo cynisch hebben medegedaan aan de
miskenning van het beginsel der billijk
heid, dat ook jegens tegenstanders be
hoort betracht worden, terwijl er door
niet n hunner tegen de schending van
dat hoogste aller beginselen is opge
komen welnu, dan laten wij het a in
onpartijdiger personen, dan de schrijvers
van een propagandablaadje, over, te
zeggen waar de eer, en waar de schande
ligt. * * *
Nu hebben de heeren nog een tweede
reden, waarom zij onze beschouwingen
onbeantwoord laten. De eerste zou reeds
afdoende zijn, mocht men meenen, maar
neen, daar schijnt toch nog iets aan te
ontbreken, en zoo beantwoorden zij rws
niet omdat de beantwoording van aan
vallen, van elders op (Vrijz. Dem.) ge
richt, ook geldt voor genoemd blad."
Niet dat het hun wat moeilijk zou zijn
den droene Amsterdammer naar eisch te
weerleggen; dat zij het debat niet aan
durven neen, zij hebbon zonder dat
blad te noemen, het reeds voldoende
bescheid gegeven, en 't is eigenlijk het
noemen niet waard, want onder hetgeen
het schrijft, komt niets voor, wat andere
bladen niet reeds geschreven hebben;
wezenlijk, zoo bedoelen zij te zeggen,
daar ontbreekt allo oorsponkelijkheid aan.
Ook dit wordt ons door deze persgoden
in het woord aan den abonnébericht.
Wij dienen ons in dit vonnis te schikken,
immers het komt uit zóó bevoegden mond.
Toch meenen wij dat de hoeren nog
altijd verzuimd hebben bij het afweren
van aanvallen van elders" het
allernoodigste in hot licht te stellen. De coalitie
heette een middel om door eendracht de
kerkelijke meerderheid bij de verkiezingen
te verslaan. Welnu do minderheid van
hedon, die dat doen zal bestaat uit rier
groepen: Socialen, oud-liberalen,
uniemannen en vrijz.-democraten. Als nu
tiree dier groepen zich vereenigen om
don tirei' anderen zetels te ontrooven, ont
staat er dan eendracht onder de rier...
of tireedracht ?
Noodig is eendracht om de kerkelijken
te overwinnen, eendracht van de der.
En nu reeds is hot bewijs geleverd, ge
lijk wij het voorspeld hebben, dat de
coalitie spanning, wantrouwen, verbitte
ring zou we'cken. De Socialisten be
grepen natuurlijk dadelijk, dat deze ver
eeniging van twee vrijzinnige groepen
tegen hen was gericht. Het heeft dan
ook te Brielle, volgens de dagblad-berich
ten, maar weinig gescheeld, of de Soci
alisten hadden zich bij de herstemming
onthouden ... Eén of t vee dagen vóór
de verkiezingen had do Sociale federatie
in 't district nog onthouding aangekon
digd, eerst ter elfder ure is zij bezwe
ken voor den aandrang uit het hoofd
kwartier. En de oud-liberalen r1 De
coalitie heeft hen gedwongen zich te
organisecren; on al is die organisatie
thans nog zwak, zij is toch ecu krachtig
getuigenis van hetgeen er onder dit, geens
zins weinig talrijk deel dor liberalen om
gaat: trouwens men lette slechts op het oor
deel hunner pers. Welnu, maak dan eens
duidelijk, dat de coaliseorende twoo niefhet
groote dool y.in de/e verkiezingen beneden
hun politiekerij hebben gesteld; do een
dracht dor rier groepen, zoo onmisbaar
om Kuyper te doen vallen, niet aan
hun partij bolangctjes hebben gewaagd.
M. a. w. dat de leus: Eendracht door ver
eeniging van Druckerianen on
Borgesianen niet tweedracht, wrijving-, spanning
onder do der beteekent'r1
Nu behoeven do hoeren volstrekt niet
dit betoog te leveren aan ons adres.
Wc kunnen begrijpen, dat zij na hun
v('orrespondi'ntie'" oen ietwat onfrisch
gevoel moeten hebbon, wanneer zij onzen
naam uitspreken als van een, die waardig
zou zijn, van hen een antwoord te ont
vangen ! Neon, laten zij het richten tot
Fockor, Treub, Drucker of Borgesius,
die aan de handeling hebben meegedaan,
en ook voor hun eigen geweten wel
een kleine geruststelling behoeven, mis
schien. Hoc dit zij, het zou dunkt
ons, zulk een opluchting voor ITarchant
en Van Euibdeu zelf wezen, als zij deze
netelige quacstie eens tot klaarheid brach
ten, buiten ons om.
Rechtspraak in arbeids
geschillen.
3tot ontwerp-arbeidscontract zal spoedig
in openbare behandeling komen en waar
schijnlijk /onder ingrijpende wijziging tot
wet worden verheven. De rechterzijde zal
het der Regeering niet lastig maken; en
noch uit gematigd-, nooh uit
geavanceerdliberale of vrijzinnig-democratische kringen
zijn stemmen tot belangrijke verandering
van het ontwerp gerezen. Verwonderd heeft
ons dit, omdat in dit ontwerp gemist wordt
een instelling, die in bijna alle beschaafde
Staten reeds sinds tal van jaren werkt tot
groote voldoening van wie daarbij betrokken
zijn, en over welker zegenrijken in vloed bij
alle sociaal-voelende groepen van de
meestuiteenlüopende richting in die landen vol
maakte eenstemmigheid heerscht; wij be
doelen het instituut van speciale rechterlijke
colleges, ter berechting van die geschillen,
die tusschen werkgever en arbeider ontstaan,
en in het arbeidscontract hun oorsprong
vinden. Dat in ons land alleen de
sociaaldemocraten met nadruk de invoering van
eene dergelijke speciale rechtspraak hebben
bepleit, is een verschijnsel dat weinig
blijmoedig stemt, en ons de woorden voor
den geest bracht, waarmede nu twee jaren
geleden een Duitsch schrijver zijn werk
over de Nederlandsche Kamers van Arbeid
eindigde: Es dürften noch Jahrzehnte
vergehen, bevor die Niederlande sich von
den Folgen ihrer Manchesterperiode befreit
haben werden.". En werkelijk, moet men
niet vreezen, deze uitspraak bevestigd te
zullen zien, wanneer men bijna alle par
tijen in Nederland, met de schitterende
resultaten der arbeidsrechtspraak over tien
tallen van jaren voor oogen, nog steeds
voor den stap op deze toch heusch niet
meer nieuwe banen in angstig doctrinarisme
terugdeinzen ziet?
In Frankrijk werd reeds in 1.800 de eerste
arbeidsrechtbank (conseil de prud'hommes)
opgericht: naar Fransch model richtten de
Zwitsersche kantons Genève en Vaud resp.
in 1882 en 1888 hunne colleges in; Belgi
organiseerde de conseils, gedurende de
Fransche overhecrsching ingevoerd, in 1842;
Oostenrijk, dat in 18G9 eveneens op Fransche
leest geschoeide colleges in het leven riep,
reorganiseerde deze in 1896 in den geest
der nieuwe Duitsche wetgeving.
In Duitschland zelf' waren reeds in 1846 de
Königliche Gewerbegorichte" in het leven
geroepen. Eene uniforme regeling bracht het
Gewerbegerichtsgesetz van 1890, aangevuld
door de novelle van 11)01. De uitnemende
resultaten der Gewerbegerichte leidden in
1904 tot de invoering van
Kaufraannsgerichte" ter bei echting der geschillen van
kooplieden met hunne handeisbedienden.
De Duitsche Gewerbegerichte vonden, be
halve in Oostenrijk, navolging in de
Zwitsersche kantons Luzern (1892), Bern (1894),
St. Gallen (1897), en Neuchatel (1899); en
Basel-Stadt (1889), Zürich (1895), Solothurn
(1.899) en Freiburg (1899) hebben dergelijke
colleges in het leven geroepen, met rfeze
bijzonderheid dat daar de gewone rechter als
voorzitter van het Gewerbegericht fungeert.
De wet van 1867, die voor Engeland de
oprichting van speciale arbeidsrechtbanken
mogelijk maakte, schijnt nooit eigenlijk; in
werking getreden te zijn.
Deze verschillende wetgevingen alle te
bespreken zou ons veel te ver voeren.
Mutatis mutandis komt bij alle de regeling
in hoofdzaak neer op het volgende:
De colleges bestaan uit een even aantal
leden, waarvan de helft door de werkgevers,
de helft door de arbeiders uit hun midden
wordt gekozen. Voorzitter en plaatsvervan
gend voorzitter worden in Duitschland door
het gemeentebestuur benoemd en mogen
daar^ noch werkgever noch arbeider zijn;
in Frankrijk kiezen de rechtbanken zeil'
een voorzitter en plaatsvervangend voor
zitter uit de leden, met dien verstande dat
een van beiden werkgever, de ander arbeider
moet zijn. De competentie der colleges, in
de verschillende landen verschillend gere
geld, kan gezegd worden z:ch uit te strekken
over alle geschillen, uit het arbeidscontract
gerezen: zij sluit de competentie van den
gewonen rechter uit. Alle geschillen komen
eerst vooreen verzoeningsraad, in Frankrijk
uit twee leden, een patroon en een arbeid'er
bestaande; in Duitschland is het de
voorzitteralleeiijWion deze functie is opgedragen.
Deze eerste instantie heeft uitsluitend ten
doel, eene minnelijke schikking der aan
hangige kwestie te bevorderen; gelukt het
niet, een vergelijk tot stand te brengen,
dan komt het geschil voor het scheidsge
recht, bestaande uit den voorzitter met een
gelijk aantal werkgevers en arbeiders als
bijzitters. Nogmaals wordt, ook voor het
sclieidsgerecht, een oplossing in verzoenen
den geest beproefd; mislukt verzoening pok
hier, dan geeft het college eone rechterlijke
uitspraak met bindende kracht. De proce
dure wijkt in menig opzicht van de gewone
burgerlijke af: met het beginsel van de
lijdelijkheid des rechters is gebroken; ver
tegenwoordiging door advocaten is niet toe
gelaten; partijen kunnen in persoon worden
opgeroepen en bij niet-verschijning worden
gestraft; de omslachtige en onnoodige om
haal van formaliteiten en schrifturen is bij
deze rechtspraak een onbekende zaak.
Ziedaar zeer in het kort de samenstelling
en werkkring van die speciale arbeidsrecht
banken.
(iroote verwachtingen heeft men van deze
rechtspraak gekoesterd, en alom zijn deze
door de ervaring schitterend bevestigd.
Voor goedkoope, snelle en deskundige recht
spraak hebben zich deze colleges bij uitstek
geëigend betoond, en hun verzoenende
invloed heeft de stoutste verwachtingen
overtroffen.
De weinig kostbare procedure vindt
natuurlijk voor oen groot deel in do afwe
zigheid van alle onnoodige formaliteiten
haar oorzaak. Deurwaarders-exploiten b.v.
kent deze procedure niet. En n
deurwaarders-exploit voor den gewonen rechter
kost evenveel of meer dan voor deze colleges
een gansche procedure. In Duitschland b.v.
regelen zich de proceskosten naar het be
drag waarover het geschil loopt en bedragen:
l Mark bij een bedrag tot 20 Mark; 1.50
M. bij een'bedrag van 20?50 M.; 3 M. bij
een bedrag van 50?100 M.; voor olke 100
M. daarboven o M. tot een maximum van
30 M. Deze kosten draagt de verliezende
partij; bij een verstek vonnis bedragen de
kosten slechts de helft; komt een vergelijk
tot stand, dan behoeven in het geheel geen
proceskosten te worden betaald. In Itali
zijn de kosten nog aanzienlijk lager. Zij
bedragen: 50 centimes bij een bedrag tot 50
fr.; l franc bij een bedrag van 50?100 fr.;
2 fr. bij een bedrag van 100?200 fr.; bij
verzoening of verstekvonnis de helft. Finan
cieel is ook de snelle procedure voor partijen
vaak van het grootste belang; zoo voor den
arbeider die aanspraak maakt op uitbetaling
van loon, voor den ondernemer, door zijne
arbeiders verlaten in den druksten tijd van
het jaar; lang uitstel kan voor bciden
financieele ondergang beteekenen. De snelle
rechtspraak der speciale rechtbanken vindt
in verschillende omstandigheden haar oor
zaak. Ten eerste in de concentratie bij n
college van alle arbeidsgeschillen binnen
een bepaald gebied: dit maakt de rechters
met alle, voor hunne beslissing belangrijke
gegevens vertrouwd; de feitelijke verhou
dingen in de verschillende takken van be
drijf binnen het ressort van het college zijn
den leden van dat college volkomen bekend,
en maken eene spoedige beslissing mogelijk.
Het hooren van deskundigen, zoo tijdroovend
en gevaarlijk voor des rechters onafhanke
lijkheid, zal zelden noodig zijn; zeer dikwijls
zal op grond van bekendheid met de toe
standenzonder nader onderzoek een uitspraak
kunnen volgen, nadat partijen zijn gehoord.
Ook dat hooren van partijen zelf, welker
persoonlijk verschijnen kan worden gelast,
bevordert eene snelle procedure, daar het
herhaalde uitstel voor besprekingen de
vertegenwoordigers met hunne lastgevers
vervalt. En ook hier komt weder het ge
mis van formaliteiten in aanmerking, dieJ
immers meestentijds evenzeer tijdroovend
als kostbaar zijn. Wijzen wij nog op de
groote routine, ^velke zich een college eigen
maakt, dat steeds gelijksoortige zaken ter
behandeling krijgt, dan meenen wij veilig
te kunnen besluiten, dat voor snelle afdoening
van zaken hier alle voorwaarden aanwezig
zijn. Onderstaande cijfers bewijzen, dat deze
theoretische beschouwingen door de ervaring
worden bevestigd. Van alle aangebrachte
geschillen beslechtten in 1902 de volgende
vier groote Oostenrijksche Gewerbegerichte:
Prag .
Pilsen .
Brünn .
Krakau
Prag
Pilsen .
Brünn .
Krakau
in
in l dag
21 pCt.
54.9
53.4
51.9
4?7 dagen
18.3 pCt.
6.2
9.8
13.8
in 2?3 dagen
58 pCt.
38
35.9
32.6
in meer dan
7 dagen
2.7 pCt.
09
0.9
1.7
Gemiddeld werden door alle (vijftien)
Oostenrijksche Gewerbegerichte tezamen
70 pCt. van alle geschillen binnen de drie
dagen beslecht.
Voor Duitschland zijn de cijfers iets
minder gunstig. Toch werden in 1900 binnen
een week van de 81,931 zaken 46,401 be
slecht, een percentage dus van 59 pCt.
En deze snelle rechtspleging is niet ten
koste gekomen van eene nauwgezette be
handeling der geschillen; immers juist het
uiterst moeilijke en delicate werk der ver
zoening is door de arbeidsrechtbanken uit
geoefend met ongekend succes. Ten bewijze
daarvan volgen hier weder eenige cijfers:
DUITSCHLAND.
In 1900 werden aangebracht 81,951 zaken;
hiervan werden door werkelijke verzoening
beëindigd 36,265 of 44..'i p(,'f. Het aantal
verzoeningen is echter feitelijk veel grooter.
Immers van de resteerende 55.7 pCt. werden
beëindigd door afstand van de instantie
0.6 pCt., door terugnemen van den eisch
27.3 pCt., door uitdrukkelijke erkenning
van den eisch 11.3 pCt., door verzuim 7.7 pCt.
En nu is het buiten twijfel, dat bij een zeer
groot gedeelte van de op deze wijze be
indigde geschillen de afstand of erkenning
van den eisch enz. moeten worden toe
geschreven aan den invloed van den voor
zitter, die in eerste instantie met de partijen
gesproken heeft. Hoe dit zij, voor het aantal
zaken dat door eene eigenlijke rechterlijke
uitspraak is ten einde gebracht, blijft slechts
over een percentage van 18.8 put. .
BELGIË.
In 1901 werden aangebracht 8523 zaken,
waarvan door den verzoeningsraad werden
bijgelegd 5213 of 61 pCt. Van de overige
3310 zaken werden er slechts 1187 door
partijen voor het scheidsgerecht aanhangig
gemaakt; hiervan werden alsnog 457 zaken
(38.5 put.) door het scheidsgerecht in der
minne bijgelegd.
Het totaal percentage der verzoeningen
bedroeg dus 66 pCt. van alle aangebrachte
zaken.
FRANKRIJK.
T n het tienjarig tijdperk van l-7j -1888
werden voor de verzoeningsraden bijgelegd
66 pCt. van alle aangebrachte zaken," terwijl