Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1446
dien gescheiden staan, is alle gevaar geweke n
om ook hem recht te doen.
Oogstmaand 31. VAN ELRING.
NASCHRIFT.
Hierboven spreek ik over Kloos. Sinds
gaf de heer Boeken zijn mening over die
dichter in een bewonderend artikel, dat een
berg leek, die een muis baarde. Eerstens
voor Kloos' verhouding tot de natuur een
paar fantastiese woorden op een duiventil.
Doch daarna, wa^ voor voorbeelden op het
einde, die twee sonnetten, ik haal nu alleen
maar aan uit het eerste, wat zijn regels
als deze:
Ly ven zijn w\j, maar hebben w\j ook zielen ?
Als wij ten slotte weer in d'afgrond vielen?
Den afgrond des Doods, wie peilt hem?
[Onnoodig.
Waarlijk, dat maakt al gepeins overbodig.
Maar heerlijk bojft steeds toch de liefde
[en 't lied!
Houd dan maar over 't Mysterie den mond
\_dicht!
Waarlik, dit maakt ook alle gepeins over
bodig. Dit rijm naast Rembrandt, Dante en
Hoineros te moeten plaatsen is te veel van
ons gevergd. Gij dichters van '80 steldet
zulke ontzettend hooge eisen aan de kunst,
vergeeft dan, dan wij de allereenvoudigste
stellen. Wij delen de overtuiging van de
heer Boeken, dat Kloos fraaie verzen heeft
geschreven, maar die twee sonnetten behoren
daar niet toe. Wij verlangen betere voor
beelden.
Herfstmaand '04, 's H a g e. v. E.
Ooeerlift yertlaart.
Daar zijn wjj, zoowaar oneerlijk" verklaard
door... den heer Borel!
Wij kunnen dit niet andere dan als een
grapje beschouwen.
Vreesde hij de strafwet niet, hij zou het
nog iets pittiger hebben gezegd.
Nu, wat ons betreft, Borel behoeft die wet
niet in het oog te houden. Geeft het hem
eenige opluchting in zijn netelige positie
dat h\j gerust nog iets harder blaze. 't Geval
wordt er alleen nog komieker door.
Zeker, wij hebben uit zijn schrijven alleen
datgene opgenomen wat de zaak betrof, en
hem niet het genoegen gegund, de quaestie
te verduisteren door het bespreken van
punten, die gehee,! buiten het geschil liggen,
of door onbeschoftheden in ons blad te
schrijven aan ons eigen adres.
De quaestie is?jammer geifceg voor den
heer Borel zoo hopeloos eenvoudig!
Waarom liet hij ons naar aanleiding van
ZIJN vergissing drie weken lang een polemiek
voeren, NOTABENB MET ZIJN EIGEN" BLAD, De
Telegraaf? Waarom zweeg hij, toen in de vierde
week, door ZIJN redactie, ZI.IN vergissing als
een vergissing van ons, ah een die wu begaan
en nu teruggeroepen hadden, den lezers werd
voorgesteld?!
Iemand, die zoo iets heeft uitgehaald, zit
als een rat in den val. Het helpt hem geen
sier, hoeveel spectakel hij ook maakt.
Ware er een gaatje, waarom zou hij er niet
zijn uitgekropen? Hij had dan als eerlijk
man, zijn lezers immers het argument ge
noemd, dat wij verwaarloosd heeten te heb
ben indien het werkelijk een argument
is, en niet een poging om ons hatelijkheden
toe te voegen.
De zaak zou zeker onbelangrijk schijnen,
indien we hier spraken over gedragingen van
den heer Borel als mensch. Voor slechts
weini en zou dit beteekenis kunnen hebben.
Maar deze heer Borel schrijft, eedert enkele
maanden, als redacteur van De Telegraaf, voor
duizenden; houdt gericht over tooneel en
letteren; aan hem is velerlei oordeel toever
trouwd en wat heeft men in deze kwali
teit te verwachten van iemand, die handelt
gelijk hierboven nogmaals is gememoreerd?
Uitroeiing yan het wilde zwijn.
Een nieuw bevelschrift van den Pruisischen
Minister van Landbouw heeft de uitroeiing
van het wilde zwy'n tot onderwerp. De
plaatselijke besturen worden aangewezen met
al de hun ten dienste staande middelen
ingevolge \ 14 der Wet op schade, aange
richt door wild" mede te werken tot eene
vermindering Van de voor de j acht in perken
gehouden wilde zwijnen.
Voorts moet, door het organiseeren van
politie-jachten en andere passende maat
regelen, de vermindering der wilde zwijnen
worden bevorderd.
Als bizonder doeltreffend middel beveelt
de minister aan het vangen van wilde zwijnen
door wildezwijnen- vallen, met koren als lokaas.
Indien jachtgerechtigden niet vrijwillig
wildezwijnen-vallen op hunne jachtterreinen
willen maken, zullen de landraden het hun
gelasten te doen.
Om de grondeigenaars te bewegen het
maken van wildezwijnen-vallen op hun grond
en bodem toe te laten, kunnen aan hen de
in de vallen gevangen wilde zwijnen toege
wezen worden.
Voor de kosten tot het maken van wilde
zwijnen-vallen stelt de minister de bewilli
ging van staatshulp in uitzicht. Tot den Isten
Juni van ieder jaar wacht de minister be
richt in van de getroffen maatregelen.
Zoo heeft dan voor het adellijke wild"
van voorheen het stervensuur geslagen,
menigen jager ten spijt. De wildezwijnen-jacht
toch was, ondanks alle gevaar, zoo recht
naar het hart van den jager. Als in den
winter, bij friesche kou, het bosch weerklonk
van het schelle geluid der speur- en bulhonden,
verscherpt door den knal der buksen, als
wild zweepgeklap en verwoed gebrom wees
op het verrekken" van een groot wild zwijn,
of, wanneer een wanhopig geblaf voor een
kreupelbosch, een opgejaagd zwijn verried,
dat zich met de scherpe slagtanden de honden
zocht van het lijf te houden, dan klopte het
hart van den ouden jager sneller. Met de
zwijnspriet in de vuist en het uitstooten van
een Hussa! Sul" tergde hij den ouden beer
(mannetjes-^wildzwijn), en deze liet zich niet
lang onbetuigd. Had men niet reeds in lang
vervlogen dagen de waarheid ?an de oude
jachtspreuk leeren kennen, die zegt:
Bald das Schwein das Hu Su" hort,
alsz der Slimme nach es führt,
lieffert dem Jager eyne Schlacht,
der ihm nach dem Leben tracht."
Dat was in de tijden toen nog een man
in het harnas en in den man moed was."
Den triomf van zulk een moed kan men nog
in de slotpoort van het Aschaffenb urger slot
bewonderen. Daar hangt naast drie, nu juist
niet bizonder groote geweien, wier dragers
Koning Lodewijk I velde, een geweldige kop
van een beer (mannetjes-wildzwijn) wien
onder het linker oog de punt van een
zwijnsspriet zit. Een onderschrift zegt, dat de
grimme baas op den 12den December 1680
door den jachtarts van aartsbisschop Anselm
Franz Christoph Petrus von Hardenferd in
vollem Lauf mit dem Spiesz in freyer Faust
gefangen, und der Kopf mit diesern annoch
vorbedachten Eysen zuaa gedüchtnis
angehefftet worden." Een wilde zwijnskop is een hard
ding en gewoonlijk laat men zware zwijnen
niet met den kop op de spriet aanloopen.
De lijfarts moet dus een vasten arm en een
zekere vuist gehad hebben, welke beide zijn
huidige collega's hem wel benijden mogen.
Hoewel onder de weinige beren (mannetjes
wilde zwijnen), die thans nog in het
wild voorkomen, flinke knapen te vinden
zijn (op hun vierde jaar bedraagt hun gewicht
gemiddeld 100 tot 125 kilogram), zoo wijst
toch de Aschaffenburger kop er op, dat de
wilde zwijnen aan figuur" verloren hebben.
Nog in 1728 schoot de koning van Pruisen
een zwijn, dat 410 pond woog, en in het
register, dat in den bol van den weerhaan op
het jachtslot Grünewald bij Berlijn bewaard
wordt en over de wilde zwijnen, die in 1728
en 1729 gedood zijn, dikwijls exemplaren
van 290 tot 350 vermeld. In een zaal van
dit slot bevinden zich o. a. twee schilderijen,
Sanviehe" voorstellend, die zes centenaars
en verscheidene ponden aan gewicht hadden,
met slagtanden, waarvoor men respect krjjgt.
Een unicum zal echter geweest zijn het aan
den Tannenberg, in ambt Leisnig (koninkrijk
Saksen), in 1583, door den keurvorst August
gevelde hauende Schwein'' een Mutz"
wegende 737 pond.
Hoe vele bosschen zijn er, waar vroeger het
wilde zwijn in grooten getale voorkwam, en
waar thans als bij uitzondering een oud dier
langs een mijlenverren weg zijn tocht naar
uitstrekt.
In de laatste tientallen van jaren is echter
onder het adellijke wilde zwijn zulk een
slachting geweest, dat zelfs het drachtige
Bach", het moederzwijn en de jonkies, klein
als konijntjes, niet gespaard werden. Voor
het wilde zwijn kent men geen genade; met
alle ten dienste staande middelen gaat men
het te lijf. Waar het maar iets meer dan
normale schade veroorzaakt, wordt
dejachtgerechtigde gedwongen het te lijf te gaan,
en de politie-jachten, door den minister van
landbouw voorgeslagen, hebben hier en daar
reeds plaats gehad.
En de schade ?
Een jagersman, die vaak in de gelegenheid
was, de schade door het wilde zwijn aan
gericht, te taxeeren, schrijft het vol
gende: In 75 van de 100 gevallen was
het opgeven der schade schromelijk over
dreven en doorgaans werd door de erentfeste
Commissie van Onderzoek meer vertreden
dan de zwartjekkers" vernield hadden. In
de overige 25 gevallen was werkelijk een
schade van beteekenis te constateeren. In
het bijzonder in den half rijpen haver gaan
de wil Ie zwijnen barbaarsch te keer. Als een
rot van 25 a 20 wilde zwijnen zich een nacht
op een haverveld geamuseerd heeft, dan ziet
het er boos uit.
Ook op landen met winterkoren, op welke
in den vorigen herfst aardappelen stonden,
kan het wilde zwijn aroote schade aanrich
ten. Dan ploegt het met zijn snijtanden lange
voren, kris en kras, over het lang ge
rooide veld, en rukt het jonge groen met
den wortel en al uit, alleen om een paar ver
geten aardappelen te vinden.
Ondanks alle schade, die de wilde zwijnen
op de bouwlanden aanrichten, zijn zij voor
het woud de beste politie. Waar zij woelen,
zijn geen pijnboomspinnen en geen nonnen
en geen blad wespen en hoe dat goedje meer
mag heeten, dat de wouden verwoest. De
plaatsen, waar een rot wilde zwijnen den
nacht huishoudt, gelijkt een geploegden
akker. Lange voren gaan van boomstam tot
boomstam; het mosbed is opgeworpen, en de
aarde doorwoeld en doorzocht naar kevers
larven, poppen en wormen.
Eenige meters verder is het werk opnieuw
begonnen en de houtvester mag zich wel
geluk wenschen, als hij zulke werklui heeft,
want pijnboomspinnen en nonnenplaag zijn er
dan in zijn woud niet.
Maar de premie op het dooden van wilde
zwijnen lokt menigeen. En als de goedkoope
en ijverige woudarbeiders in den volgenden
nacht terugkomen om hun werk voort te
zetten, dan is hun ontfangst.. .. een
doodelijke groet!
Inhoud van Tijdschriften.
De Nieuwe Gids, afl. 7: Weggezakt, (slot),
door G. v. Hulzen. Verzen van Willem
Kloos. Ou l verhaal, door Reddingiu-s.
Geertje, door J. de Meester. Bruiloft, door
Reyneke van Stuwe. Verzen van Jules
Schürman en Literaire kroniek (Louise
Couperus, Dionysius. Mevr. Roland tlolst
in De Nieun-e Tijd), door Willem Kloos.
De Nieuwe Tijd, No. 3 : Het begin van het
einde, door H. Roland Holst. Iets over de
Burger-arristocratie, naar Johan E. Elias.
De vroedschap van Amsterdam 1578?1795,1,
door V. R. ? Revisionistische kritiek. Een
antwoord aan Vliegen, II, d>)or F. v. d. Goes.
De verkiezingen van 1905, III, door P. A.
Pijnappel Bernerconventie, door Herm.
Heyermans Jr. ? Een gebrekkig oudje, door
Mattheus. De minderwaardigheid der
meerwaarde-theorie, II, door J. Saks.
De Hollandsche Revue, No 2: A. Roodhuyzen
(nieuw gekozen lid der Tweede Kamer der
Staten-Generaal voor het distrikt Brielle).
Frontispiece. Wereldgeschiedenis. ? Be
langrijke onderwerpen. Karakterschets, H.
van Kol. Revue der Tijdschriften. Het
boek van de maand.
Vlaanderen, Maart ' 1905 : De thuiskomst,
door J. van Overloop. Verzen : De vloed;
de Schelde ; Herwording ; Constant Eeckels.
O, Vrouweleed, door Karel van de VVoestijne.
Letterkundige kroniek, door Victor de
Meijere. Vlaamsche Captains of industry.
Onze Kunst, Xo. 3. T e k s t: Victor de Meijere,
Richard Baseleer. B. W.v.IJ., Willy Sluyter.
Kunstberichten. Boeken en tijdschriften. ?
PI aten: Richard Baseleer : Halen"; Vóór de
haven; Oude booten ; Het kerkhof";
Visschers in den morgen : De Bui; Haven aan
de Beneden Schelde ; De wolk. Willy Sluy
ter : Jopie, 1902; Aaltje; Jopie, 1903; Jacob
Kulk ; Studiekop ; Langs het strand ; Winter
in Dordrecht; Souvenir de Nice. Delftsch
tegeltje met portret van Rob. Junius.?P.P.
Rubens : Nimfen met den Horen van over
vloed ; Amazonenslag; Landschap met het
kasteel het Steen; Jan Brant. Tekstver
siering van Ch. Doudelet. Omslag van H.
P. Berlage Nz.
Vrede Tijdschrift, No. 3 : Zieleklanken, door
Ernest Grosby, Liefde en huwelijk, door
Felix. Het nicotine-vraagstuk, door Lod.
van Mierop. Verwante bewegingen, door
Felix. De leer van Brahma en die van
Christus. Van de maand.
Maandblad van Ons Belang, No. 3 : Officieele
berichten. Wenken bij de opkomst van de
miliciens 1905. Reserve en land weer-wet
ten. Als het mooi weer is. De arbeid der
Vereeniging. Afdeelingsnieuws. Zaaien
en oogsten. Tucht. Mededeelingen.
Ingezonden stukken. Pensioen voor wedu
wen en weezen.
Wiskundig Tijdschrift, No. 2 : C. A. Cikot, De
vierhoek en het octaëder in hunne analogie.
N. L. W. A. Gravelaar, De leerwyze van Ferrari
voor de oplossing der vergelijkingen van den
4e graad. J. N. Visschers, 't Theorema van
Ptolemeus en de halve maantjes van
Hippokrates op den bol. O. Bening, Een bewijs
voor het theorema van Menelaüs, J. Z. van
Dijk, Eene ellipsconstructie. Dr. N. Quint,
Het zwaartepunt van een trapezium. F. J.
Vaes, Over zwaartepunten. F.J. Vaes, Een
niet contenu kromme lijn en een niet contenn
oppervlak. O. Bening, Een bewijs voor de
form ule cos A = cos B cos C -f- sin B sin C cos a.
O. Bening, Een bewijs voor de formule : cos
(a?b) cos a cos b f sin a sin b. W. Estor,
Een eenvoudige proef. Dr. N. Quint, Hef
gelijkzijdig viervlak. H. Gouwentak, Diffe
rentiaal kenmerk der Ontwikkelbare opper
vlakten. Boekbeoordeeling.
Ome Honden, (weekblad), No. 4 : Uitgevers
Koch en Knuttel, Gouda.
Het leren, Ie jaarg.. Maart 1905: Gracht bij
avond, door J. Steijnen. De aankomst te
Venetië, door Jan Apol. Een liefde, door S.
Goudsmit. Literatuur, door M. H. van
Campen. P. V. D. M., Schilderkunst. Boeken
lijst, door Jan van Overloop.
Eigen Haard, No. 10: Een Toevlucht, door
M. RedeléDe Negri. X. Schetsen van
Bali en Lombok, door W. O. J.
Nieuwenkamp, met af b. III. Dame in de keuken,
door Jer°. de Vries. Twijfelaar, Eene kleine
herinnering, door G. (Sjot). In eene
Hollaudsche keuken, gravure van R. Rong, naar
eene schilderij van Ferd. Wagner. Profes
sor II. Behrens f, door inej. AlideGrutterink,
met portr. en af b. De airdappel in de
Groninger Veenkoloniën, door R. tl. Herwig,
met af b. (Slot). Verscheidenheid.
Feuilleton.
NIEUWE UITGAVEN.
De frontieren over Holland m het jaar 1672,
door J. POSTUMUS, geïllustreerd door JOHAN
GEISIIARO. Amsterdam. Höveker & \Vorrnser.
PAUL KAMrKF.MEi.iKR, Veranderingen in de
theorie en de laktiek der sociaal-democratie. Rot
terdam, W. L '& J. Brusse.
Homoeopatkie in de praktijk, door dr. J.VOOR
HOEVE, 7e en 8e arl. Zwolle, La Rivière,
Voorhoeve.
De smalle weg naar het geluk. Roman van PAUL
ERNST, naar de tweede Duitsehe uitgave, be
werkt door H. KJPPENBERG. Amsterdam, E.
van der Vecht.
Rotterdamsche Kunstkring", Jaarverslag
over 1904'
Rapport der enquête, naar den toestand van
het onderwijs iu dévakken van art. 2 der
wet op het lager ondervvijs, ingesteld door
het Nederlandseh Onderwijzers-Genootschap.
De koemelk als r'iedinijsmiddel. De behandelii g
op de boerderij, b'j den, melkhandelaar en bij den
consument, door H. M. KKOOX. Deventer, A. E.
KI uwer.
De knappe r rouw. Blijspel in n bedrijf, door
FELIX HAUE.WAX. Amsterdam, Van Holkema
& Warendorf.
De Drank we.t in vragen en antwoorden m t
alphabetisch -eregister, door J. LAKEMAX. Heeren
veen, A. Binnert Overdiep.
De Rijksiverkinrichtingen Veenbuizen in hun
ooreprong en wettelijke organisatie, geschetst door
J. A. BIEXTJES en dr. H. R. OFFERHAUS. Assen,
L. Hansma.
Tuberculose. Uitgegeven door het bestuur
van het Nederl. centraal comitétot bestrijding
der tuberculose, onder redactie vanjhr. P. J.
H. Boëll eu J. A. Wijnhoff, Artsen, Maart 1905,
No. I.
Kritiek op de. proletarische moraal, van mevr.
ROLAND HOLST, door S. R. STEINMETX. Amster
dam, W. Versluijs.
Dr. P. PUJADE, De practische geneeswijze der
tuberculose, door dr. G. VAN BRAKEL. Haarlem,
H. D. Tjeenk Willink & Zoon.
De beroepskeuze in verband met de lichaams
gesteldheid, door prof. dr. M. HAIIN. Almelo,
W. Hilarius Wzn.
De behandeling der wasch, het wasschen en strij
ken, door J. W. LANDRÉ, leeraresaan de nieuwe
Amsterdamsche huishoudschool. Almelo, W.
Hilarius Wzn.
Berekende volbsmaaltijden, door MARTINE
WITTOP KOXIXG. Almelo, W. Hilarius Wzn.
J. RIXKES BoR(.i-:it, Ot'er koemelk als voedsel.
Bekroond antwoord op eene prijsvraag, uitge
schreven door de Noord-Hollandsche
Vereen!ging het Witte Kruis". Haarlem, de Erven
F. Bohn.
De Beurs te Amsterdam en de heer J. R. de
Kruijfl', door A. W. WEISSMAX. Amsterdam, B
Wolf'jzn.
Tarief rerceniging, No. l, (tweede druk). Het
Tarief-Ontwerp en Onze Scheepvaart. No. 2,
Onze Handelspolitiek, Onze Volkswelvaart en
Onze Rijkstinantiën. No. 3, Tariefherzieningen
Douane wetgeving.
Wijsgeerige bladen, door dr. H. W. Pir.C. VAN
DEX BERGH VAX EIJSIXUA, III, 5. Logica en
grammatica, in wederzijdsch verband over
dacht. Een proeve van studie door JEAXXETTE
ELIAS. Amsterdam, W. Versluijs.
Onwaar, boTenal onwaardig.
.V. de Redacteur f
Beleefd verzoek ik u het onderstaande in
uw blad op te nemen, allermeest in het belang
van de volkomen onschuldige kinderen, welke
het ergste lijden onder de on-dits", die
eerst aU zoodanig rondgaande, ook wel in
brieven geuit thans vasten vorm hebben
aangenomen in de voorrede van een
vlugsehrifije. Het is uitgegeven door Onze(n)
Tuin'' te Haarlem en getiteld 't Onechte
kind en 't Ontwerp LoerT'. Daarin lees ik
dat bij de Vereeniging Onderlinge Vrouwen
bescherming het Nieuw-Malthusianisme niet
veroordeeld wordt". Daarop nu stuitte af
n in Onze Tuin" n in de Vereeniging
tegen de Prostitutie, de door Onderlinge
Vrouwenbescherming en Middernachtzending
zoo zeer gewenschte samenwerking in het
belang van het buitenechtelijk kind. Thans
zal die actie tot ondersteuning van het wets
ontwerp Loeff slechts gevoerd worden door
partikulieren uit die en andere
vereenigingen.
Welnu M. de Redacteur, inderdaad bestre
den wordt het Neo-Malthusianisme door ons
niet omdat dit volkomen buiten
onze bevoegdheid ligt. Wij toch heb
ben te maken met ongehuwde moeders,
buitenechtelijke kinderen of zwangere onge
huwde vrouwen. Komt daar het Neo-Malthu
sianisme soms bij ie pas f In geenen deele.
Onze Statuten bevatten dan ook niets in dien
geest. De Ver. streeft er naar eenzelfde maat
staf van zedelijkheid voor mannen en vrouwen
te krijgen en tracht dit doel te bereiken op
de volgende wijze :
Art. 3. a. door zich over het geheele land
het lot der ongehuwde moeder, der verlaten
vrouw en van het buitenechtgeboren kind
aan te trekken; b. door het vormen van een
fonds waaruit de ongehuwde moeder, en de
verlaten vrouw tijdelijk kan worden gesteund,
en waaruit zij ook bijstand kan verkrijgen
voor de opvoeding van haar kind. ''Niemand
kan zich of een ander liet recht op een uitkeering
uil dit fonds van te voren verzekeren); c. door
het houden van openbare en besloten ver
gaderingen en het verspreiden van geschriften
om de denkbeelden der Vereeniging in ruimen
kring bekend te maken; d. door het indienen
van verzoekschriften bij de bevoegde macht,
ten doel hebbende de verantwoordelijkheid
van den vader van het buitenechtgeboren
kind bij de wet te doen vaststellen, en ge
lijkstelling te verkrijgen van buitenechtelijk.
kinderen met de in het huwelijk geborene
Nu kan men met volle recht opmerken :
er zijn toch leden van de N.M. Bond, die
tevens lid zijn van O V." Zeer zeker, maar
er zijn ook leden van dien bond die lid zijn
van den Vrouwenbond tot verhooging van
het zedelijk bewustzijn. Ook die bond heeft
geen bestrijding van het N.M. in hare Statu
ten, zoo min als ome Vereeniging. Gaat men
daarom beweren : dat de Vrouwenbond op
wiens weg dat nog altijd meer zou liggen
het N M. niet veroordeelt ? Immers neen !
En wij danken dan ook het kwaadspreken
over onze Vereeniging aan persoonlijke
i*ekrenkthei Ijes, aan misverstand enz. Maar
er is in uw hoofdbestuur toch een lid dat vóór
het N.M. is!" Volkomen juist. Er is er
ook een indiezeerbeslisttegen
alle N.M. i s.
Want onze vereeniging is neutraal en er
is plaats voor ieder, die hare of zijne krachten
aan de verwezenlijking van ons doel wijden wil.
Het is wel eens voorgekomen dat de NT.M.
Bond, die voorlichting geeft aan gehuwden,
waar het voorbehoedmiddelen tegen zwanger
schap betreft, wanneer een ongehuwde vrouw
komt vragen om abortieve middelen, die de
N.M. Bond in geen geval verstrekt, deze naar
Onderlinge Vrouwenbescherming" verwijst.
Niet omdat O.V. ze haar wél verstrekken zal,
zooals eens lasterlijk beweerd is, maar omdat
zij die ongelukkigen zoo goed mogelijk zal
helpen in den moeilijken tijd vóór de beval
ling en ze later moreel en financieel blijft
steunen, opdat ze voor zich en het kind
kunnen zorgen. Zoo het eenigzins mogelijk
is laten we moeder en kind samen blijven.
Ook worden, in geval huwelijk gewenseht
wordt door de ongetrouwde vader en moeder
of aanstaande ouders, voorschotten verstrekt
om dat mogelijk te maken.Voor de ongehuwde
moeders ontving O. V. dikwijls zeer gewaar
deerde hulp van de Vereeuiging aan wier
hoofd ds. Pierson staat, alsook van Katho
lieke gestichten.
Ziedaar, M. de Redacteur, de eenvoudige
waarheid, d:e ik niet met lange klaagliederen
weusch aan te d'kken. Dieptreurig intusschen
komt het mij voor dat een zich noemende
Christelijke vereeniging als Onze Tuin
van m indelingen laster door anderen nog ge
zwegen zulke alleszins onvriendelijke aan
tijgingen drukken laat over een vereeniging die
precies hetzelfde doet als zij : de buitenechtelijke
kinderen steunen. Jammer vooral omdat
deze hatelijkheid een plaats heeft kunnen
vinden in de voorrede van een boekje waar
van b.v. de geheele bl. 34 met volkomen
instemming door O.V. zal worden onderschre
ven. En op pag. 21) lezen we: Om verstoening
van art. 344a te voorkomen, worde de Burg.
Stand verplicht van alle onechtgeborenen
opgave te doen aan den voogdijraad opdat
deze bewerke, dat er rechtsvordering tot
onderhoud voor hen gedaan worde", welke
wensch eveneens voorkomt in het verzoek
schrift door O.V. aan den M'nister van Jus
titie aangeboden.
Waarom wordt dan op zoo'n on
waardige w ij ze door een godsdienstige
vereenijing bestreden een neutrale bond
als O.V. die zich bewust is altijd open en
onomwonden voor haar beginselen te zijn
uitgekomen, en die dus de beschuldiging dat
ze in het geheim nog andere zou belijden
met kracht van zich af moet wijzen.
Met dank voor de opname, hoogachtend
namens het Hoofdbestuur O.V.
W. WUNAENUTS FRANOKEX-DIJSEHINCK.
Den Haag, 4 Maart 1904 Presidente.
iE leven.
Een
Wij hebben voor ons de bekentenissen eener
gelukkige vrouw. Eene vrouw, volkomen
tevreden met hare plaats in het leven, met
het werk, dat ze te doen heeft in de wereld.
Dat dit nog niet zoo heel algemeen voorkomt,
is misschien meer te wijten aan de omstan
digheden, dan aan de vrouwen zelf. Hoeveel
er in den laatsten tijd ook veranderd is, nog
altijd is hare positie allesbehalve op vasten
grondslag gevestigd, zijn de gevoelens over
de plaats, die zij behoort in te nemen, geens
zins eensluidend, heeft zij, op den weg naar
vrijheid en zelfstandigheid, allerlei
moeilijkgeden te overwinnen. Niet de minste daarvan
zijn haar eigen gecompliceerde natuur, de
gevoeligheid harer organisatie, hare velerlei,
vaak tegenstrijdige behoeften, die haar nu
tot deze, dan tot gene levensriehting trekken.
Daarom doet het ons zoo weldadig aan van
Marie Corelli te mogen vernemen, dat zij het
door haar gekozen beroep liefheeft met geheel
haar hart en er volkomen bevrediging in heeft
gevonden.
Hoe men ook mo^e oordeel en over haar
werken, of het fantastisch en romantisch
element, dat er zoo sterk den boventoon
iu heeft, ons aantrekt of afstoot, er is geen
twijfel aan dat zij tegenwoordig de meest
gelezen romanschrijfster in Engeland is.
Mrs. Humphrey Ward moge haar meerdere
zijn in karakterteekening en psychologische
analyse, wjj betwijfelen het of de groote meer
derheid der menschen hiervan gediend zijn.
Zooveel is zeker d.tt Marie Corelli's werken
haar hebben gebracht roem en eer en econo
mische onafhankelijkheid, dat ze haar toe
gang hebben verschaft tot het hof, beter nog,
haar waardeering en warme sympathie heb
ben doen vinden in de meest verschillende
klassen der maatschappij.
Zoo is het nu, maar zoo is het niet altijd
geweest. Zij heeft moeite en verdriet en
teleurstelling gekend in zoo ruime mate, dat
een zwakker karakter er onder bezweken
zou zijn. Een harer Hollandsche vereerders,
de heer Willem Sonius heeft, eenigen tijd
geleden, eene levensbeschrijving van haar
uitgegeven (Amsterdam, L. J. Veen). Zoo we
het nog niet wisten, hebben we daaruit
kunnen leeren hoe luttel verband er vaak
bestaat tusschen uitwendige omstandigheden
en inwendig leven.
Toen Marie Corelli nog maar even twintig
jaar was, begon de armoede aan haar deur
te kloppen. Met mannenmoed heeft het jonge
meieje gestreden tegen haar neerdrukkende
macht. In haar armelijk studeer vertrekje
heeft ze haar fantaisie gevoed met gouden
droomen; bonte tooverbeelden, kleurige
figuren zijn er verrezen voor haar
geestesoogen, met vaardige hand, heeft ze er vorm
en gestalte aan weten te geven, ze doen leven
ook voor anderer verbeelding.
Daar ontstond haar eerste roman : \ Ro
mance of t wo Worlds", dat boek waarin we
in waarheid steeds schijnen te zweven op de
grens van twee werelden, waarin zich al
aanstonds de stoute vlucht harer fantaisie
toonde. Maar op haar hoopvol arbeiden volgde
bittere teleurstelling. Het manuscript zwierf
van den eenen uitgever naar den andere.
Zes maal werd het verworpen, tot het eindelijk
gedrukt werd. En toen oordeelde de wereld
heel anders dan de vertegenwoordigers der
pers, die de wereld moet voorlichten. De
jonge schrijfster was eensklaps beroemd ge
worden. Sedert zijn er van hare hand eene
reeks van romans verschenen, waarvan we
alleen noemen: The Sorrows cf Satan",
Barabbas", The Master-Chrislian", The
Mighty Atom" en zeer onlangs God's good
man", ongeveer het beste dat we van haar
gelezen hebben.
Onder al haar letterkundige bemoeiingen,
heeft Marie Corelli zich niet onttrokken aan
de verplichtingen en de teederheden van
het familieleven. Integendeel heeft zij er die
echt vrouwelijke eigenschap in praktijk ge
bracht, zwakken en kleinen te steunen. In
haar geval behoorde die zwakke tot het
sterke geslacht. Haar hal f broeder was een
dier minderwaardigen, gedoercd zijn eigen
leven en dat der zijnen ongelukkig te maken.
Zij heeft hem gedurende lange jaren van
zijn droevig bestaan geholpen met het geld,
dat zij verdiende, met de zedelijke kracht,
die haar zelve was ten deel gevallen, met
het onuitputtelijk geduld, waarmee ze, na
elke afdwaling, hem opwekte tot nieuwe
pogingen.
Maar niets van dat alles vernemen we in
het artikel, waaruit we hier het een en ander
willen meedeelen. Alleen de uitdrukking van
eene groote blijdschap over wat het haar
gelukt is te verwezenlijken, lessen uit de
ervaring geput, wenken voor de vele jeugdige
schrijfsters, die tegenwoordig haar voorbeeld
wenschen na te volgen.
Sedert eenige jaren, heeft Marie Corelli
Londen verlateji en zich met der woon
ge40 ten 11 par r «f tl.
Zeker en pijnloos werkt het sedert 30 jaren
erkende jp^-JEchte Itadlaner'sche
Eksterooircuuiiddel. *^B Opfennigp. flac. Slechts
echt niet de firma: KRONENAPOTHEKE,
Berlijn. Depot in de meeste Apoth. en Drogisten.
ECHT VICTffRIAWATER.
Oberlahnstein.
Fournisseurs de la Cour.
ChocolatVEEN
CHOCOLAT LE PLUS DÉL
CIEÜX POUR CROQUER.
Usines a Sneek (Hollande).
Fl JÏSTE llTSERSCH E
; CficaÓen: SuÏKER.
Normaal-Onderkleeding
van *
Prof Dr. G.
;- Eenige
Fabrikanten
W.BengerSöhne
Stultgarf
Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstraat 157
K. F. DEUSCHLE-BENGER.