De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1905 12 maart pagina 4

12 maart 1905 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1446 dien gescheiden staan, is alle gevaar geweke n om ook hem recht te doen. Oogstmaand 31. VAN ELRING. NASCHRIFT. Hierboven spreek ik over Kloos. Sinds gaf de heer Boeken zijn mening over die dichter in een bewonderend artikel, dat een berg leek, die een muis baarde. Eerstens voor Kloos' verhouding tot de natuur een paar fantastiese woorden op een duiventil. Doch daarna, wa^ voor voorbeelden op het einde, die twee sonnetten, ik haal nu alleen maar aan uit het eerste, wat zijn regels als deze: Ly ven zijn w\j, maar hebben w\j ook zielen ? Als wij ten slotte weer in d'afgrond vielen? Den afgrond des Doods, wie peilt hem? [Onnoodig. Waarlijk, dat maakt al gepeins overbodig. Maar heerlijk bojft steeds toch de liefde [en 't lied! Houd dan maar over 't Mysterie den mond \_dicht! Waarlik, dit maakt ook alle gepeins over bodig. Dit rijm naast Rembrandt, Dante en Hoineros te moeten plaatsen is te veel van ons gevergd. Gij dichters van '80 steldet zulke ontzettend hooge eisen aan de kunst, vergeeft dan, dan wij de allereenvoudigste stellen. Wij delen de overtuiging van de heer Boeken, dat Kloos fraaie verzen heeft geschreven, maar die twee sonnetten behoren daar niet toe. Wij verlangen betere voor beelden. Herfstmaand '04, 's H a g e. v. E. Ooeerlift yertlaart. Daar zijn wjj, zoowaar oneerlijk" verklaard door... den heer Borel! Wij kunnen dit niet andere dan als een grapje beschouwen. Vreesde hij de strafwet niet, hij zou het nog iets pittiger hebben gezegd. Nu, wat ons betreft, Borel behoeft die wet niet in het oog te houden. Geeft het hem eenige opluchting in zijn netelige positie dat h\j gerust nog iets harder blaze. 't Geval wordt er alleen nog komieker door. Zeker, wij hebben uit zijn schrijven alleen datgene opgenomen wat de zaak betrof, en hem niet het genoegen gegund, de quaestie te verduisteren door het bespreken van punten, die gehee,! buiten het geschil liggen, of door onbeschoftheden in ons blad te schrijven aan ons eigen adres. De quaestie is?jammer geifceg voor den heer Borel zoo hopeloos eenvoudig! Waarom liet hij ons naar aanleiding van ZIJN vergissing drie weken lang een polemiek voeren, NOTABENB MET ZIJN EIGEN" BLAD, De Telegraaf? Waarom zweeg hij, toen in de vierde week, door ZIJN redactie, ZI.IN vergissing als een vergissing van ons, ah een die wu begaan en nu teruggeroepen hadden, den lezers werd voorgesteld?! Iemand, die zoo iets heeft uitgehaald, zit als een rat in den val. Het helpt hem geen sier, hoeveel spectakel hij ook maakt. Ware er een gaatje, waarom zou hij er niet zijn uitgekropen? Hij had dan als eerlijk man, zijn lezers immers het argument ge noemd, dat wij verwaarloosd heeten te heb ben indien het werkelijk een argument is, en niet een poging om ons hatelijkheden toe te voegen. De zaak zou zeker onbelangrijk schijnen, indien we hier spraken over gedragingen van den heer Borel als mensch. Voor slechts weini en zou dit beteekenis kunnen hebben. Maar deze heer Borel schrijft, eedert enkele maanden, als redacteur van De Telegraaf, voor duizenden; houdt gericht over tooneel en letteren; aan hem is velerlei oordeel toever trouwd en wat heeft men in deze kwali teit te verwachten van iemand, die handelt gelijk hierboven nogmaals is gememoreerd? Uitroeiing yan het wilde zwijn. Een nieuw bevelschrift van den Pruisischen Minister van Landbouw heeft de uitroeiing van het wilde zwy'n tot onderwerp. De plaatselijke besturen worden aangewezen met al de hun ten dienste staande middelen ingevolge \ 14 der Wet op schade, aange richt door wild" mede te werken tot eene vermindering Van de voor de j acht in perken gehouden wilde zwijnen. Voorts moet, door het organiseeren van politie-jachten en andere passende maat regelen, de vermindering der wilde zwijnen worden bevorderd. Als bizonder doeltreffend middel beveelt de minister aan het vangen van wilde zwijnen door wildezwijnen- vallen, met koren als lokaas. Indien jachtgerechtigden niet vrijwillig wildezwijnen-vallen op hunne jachtterreinen willen maken, zullen de landraden het hun gelasten te doen. Om de grondeigenaars te bewegen het maken van wildezwijnen-vallen op hun grond en bodem toe te laten, kunnen aan hen de in de vallen gevangen wilde zwijnen toege wezen worden. Voor de kosten tot het maken van wilde zwijnen-vallen stelt de minister de bewilli ging van staatshulp in uitzicht. Tot den Isten Juni van ieder jaar wacht de minister be richt in van de getroffen maatregelen. Zoo heeft dan voor het adellijke wild" van voorheen het stervensuur geslagen, menigen jager ten spijt. De wildezwijnen-jacht toch was, ondanks alle gevaar, zoo recht naar het hart van den jager. Als in den winter, bij friesche kou, het bosch weerklonk van het schelle geluid der speur- en bulhonden, verscherpt door den knal der buksen, als wild zweepgeklap en verwoed gebrom wees op het verrekken" van een groot wild zwijn, of, wanneer een wanhopig geblaf voor een kreupelbosch, een opgejaagd zwijn verried, dat zich met de scherpe slagtanden de honden zocht van het lijf te houden, dan klopte het hart van den ouden jager sneller. Met de zwijnspriet in de vuist en het uitstooten van een Hussa! Sul" tergde hij den ouden beer (mannetjes-^wildzwijn), en deze liet zich niet lang onbetuigd. Had men niet reeds in lang vervlogen dagen de waarheid ?an de oude jachtspreuk leeren kennen, die zegt: Bald das Schwein das Hu Su" hort, alsz der Slimme nach es führt, lieffert dem Jager eyne Schlacht, der ihm nach dem Leben tracht." Dat was in de tijden toen nog een man in het harnas en in den man moed was." Den triomf van zulk een moed kan men nog in de slotpoort van het Aschaffenb urger slot bewonderen. Daar hangt naast drie, nu juist niet bizonder groote geweien, wier dragers Koning Lodewijk I velde, een geweldige kop van een beer (mannetjes-wildzwijn) wien onder het linker oog de punt van een zwijnsspriet zit. Een onderschrift zegt, dat de grimme baas op den 12den December 1680 door den jachtarts van aartsbisschop Anselm Franz Christoph Petrus von Hardenferd in vollem Lauf mit dem Spiesz in freyer Faust gefangen, und der Kopf mit diesern annoch vorbedachten Eysen zuaa gedüchtnis angehefftet worden." Een wilde zwijnskop is een hard ding en gewoonlijk laat men zware zwijnen niet met den kop op de spriet aanloopen. De lijfarts moet dus een vasten arm en een zekere vuist gehad hebben, welke beide zijn huidige collega's hem wel benijden mogen. Hoewel onder de weinige beren (mannetjes wilde zwijnen), die thans nog in het wild voorkomen, flinke knapen te vinden zijn (op hun vierde jaar bedraagt hun gewicht gemiddeld 100 tot 125 kilogram), zoo wijst toch de Aschaffenburger kop er op, dat de wilde zwijnen aan figuur" verloren hebben. Nog in 1728 schoot de koning van Pruisen een zwijn, dat 410 pond woog, en in het register, dat in den bol van den weerhaan op het jachtslot Grünewald bij Berlijn bewaard wordt en over de wilde zwijnen, die in 1728 en 1729 gedood zijn, dikwijls exemplaren van 290 tot 350 vermeld. In een zaal van dit slot bevinden zich o. a. twee schilderijen, Sanviehe" voorstellend, die zes centenaars en verscheidene ponden aan gewicht hadden, met slagtanden, waarvoor men respect krjjgt. Een unicum zal echter geweest zijn het aan den Tannenberg, in ambt Leisnig (koninkrijk Saksen), in 1583, door den keurvorst August gevelde hauende Schwein'' een Mutz" wegende 737 pond. Hoe vele bosschen zijn er, waar vroeger het wilde zwijn in grooten getale voorkwam, en waar thans als bij uitzondering een oud dier langs een mijlenverren weg zijn tocht naar uitstrekt. In de laatste tientallen van jaren is echter onder het adellijke wilde zwijn zulk een slachting geweest, dat zelfs het drachtige Bach", het moederzwijn en de jonkies, klein als konijntjes, niet gespaard werden. Voor het wilde zwijn kent men geen genade; met alle ten dienste staande middelen gaat men het te lijf. Waar het maar iets meer dan normale schade veroorzaakt, wordt dejachtgerechtigde gedwongen het te lijf te gaan, en de politie-jachten, door den minister van landbouw voorgeslagen, hebben hier en daar reeds plaats gehad. En de schade ? Een jagersman, die vaak in de gelegenheid was, de schade door het wilde zwijn aan gericht, te taxeeren, schrijft het vol gende: In 75 van de 100 gevallen was het opgeven der schade schromelijk over dreven en doorgaans werd door de erentfeste Commissie van Onderzoek meer vertreden dan de zwartjekkers" vernield hadden. In de overige 25 gevallen was werkelijk een schade van beteekenis te constateeren. In het bijzonder in den half rijpen haver gaan de wil Ie zwijnen barbaarsch te keer. Als een rot van 25 a 20 wilde zwijnen zich een nacht op een haverveld geamuseerd heeft, dan ziet het er boos uit. Ook op landen met winterkoren, op welke in den vorigen herfst aardappelen stonden, kan het wilde zwijn aroote schade aanrich ten. Dan ploegt het met zijn snijtanden lange voren, kris en kras, over het lang ge rooide veld, en rukt het jonge groen met den wortel en al uit, alleen om een paar ver geten aardappelen te vinden. Ondanks alle schade, die de wilde zwijnen op de bouwlanden aanrichten, zijn zij voor het woud de beste politie. Waar zij woelen, zijn geen pijnboomspinnen en geen nonnen en geen blad wespen en hoe dat goedje meer mag heeten, dat de wouden verwoest. De plaatsen, waar een rot wilde zwijnen den nacht huishoudt, gelijkt een geploegden akker. Lange voren gaan van boomstam tot boomstam; het mosbed is opgeworpen, en de aarde doorwoeld en doorzocht naar kevers larven, poppen en wormen. Eenige meters verder is het werk opnieuw begonnen en de houtvester mag zich wel geluk wenschen, als hij zulke werklui heeft, want pijnboomspinnen en nonnenplaag zijn er dan in zijn woud niet. Maar de premie op het dooden van wilde zwijnen lokt menigeen. En als de goedkoope en ijverige woudarbeiders in den volgenden nacht terugkomen om hun werk voort te zetten, dan is hun ontfangst.. .. een doodelijke groet! Inhoud van Tijdschriften. De Nieuwe Gids, afl. 7: Weggezakt, (slot), door G. v. Hulzen. Verzen van Willem Kloos. Ou l verhaal, door Reddingiu-s. Geertje, door J. de Meester. Bruiloft, door Reyneke van Stuwe. Verzen van Jules Schürman en Literaire kroniek (Louise Couperus, Dionysius. Mevr. Roland tlolst in De Nieun-e Tijd), door Willem Kloos. De Nieuwe Tijd, No. 3 : Het begin van het einde, door H. Roland Holst. Iets over de Burger-arristocratie, naar Johan E. Elias. De vroedschap van Amsterdam 1578?1795,1, door V. R. ? Revisionistische kritiek. Een antwoord aan Vliegen, II, d>)or F. v. d. Goes. De verkiezingen van 1905, III, door P. A. Pijnappel Bernerconventie, door Herm. Heyermans Jr. ? Een gebrekkig oudje, door Mattheus. De minderwaardigheid der meerwaarde-theorie, II, door J. Saks. De Hollandsche Revue, No 2: A. Roodhuyzen (nieuw gekozen lid der Tweede Kamer der Staten-Generaal voor het distrikt Brielle). Frontispiece. Wereldgeschiedenis. ? Be langrijke onderwerpen. Karakterschets, H. van Kol. Revue der Tijdschriften. Het boek van de maand. Vlaanderen, Maart ' 1905 : De thuiskomst, door J. van Overloop. Verzen : De vloed; de Schelde ; Herwording ; Constant Eeckels. O, Vrouweleed, door Karel van de VVoestijne. Letterkundige kroniek, door Victor de Meijere. Vlaamsche Captains of industry. Onze Kunst, Xo. 3. T e k s t: Victor de Meijere, Richard Baseleer. B. W.v.IJ., Willy Sluyter. Kunstberichten. Boeken en tijdschriften. ? PI aten: Richard Baseleer : Halen"; Vóór de haven; Oude booten ; Het kerkhof"; Visschers in den morgen : De Bui; Haven aan de Beneden Schelde ; De wolk. Willy Sluy ter : Jopie, 1902; Aaltje; Jopie, 1903; Jacob Kulk ; Studiekop ; Langs het strand ; Winter in Dordrecht; Souvenir de Nice. Delftsch tegeltje met portret van Rob. Junius.?P.P. Rubens : Nimfen met den Horen van over vloed ; Amazonenslag; Landschap met het kasteel het Steen; Jan Brant. Tekstver siering van Ch. Doudelet. Omslag van H. P. Berlage Nz. Vrede Tijdschrift, No. 3 : Zieleklanken, door Ernest Grosby, Liefde en huwelijk, door Felix. Het nicotine-vraagstuk, door Lod. van Mierop. Verwante bewegingen, door Felix. De leer van Brahma en die van Christus. Van de maand. Maandblad van Ons Belang, No. 3 : Officieele berichten. Wenken bij de opkomst van de miliciens 1905. Reserve en land weer-wet ten. Als het mooi weer is. De arbeid der Vereeniging. Afdeelingsnieuws. Zaaien en oogsten. Tucht. Mededeelingen. Ingezonden stukken. Pensioen voor wedu wen en weezen. Wiskundig Tijdschrift, No. 2 : C. A. Cikot, De vierhoek en het octaëder in hunne analogie. N. L. W. A. Gravelaar, De leerwyze van Ferrari voor de oplossing der vergelijkingen van den 4e graad. J. N. Visschers, 't Theorema van Ptolemeus en de halve maantjes van Hippokrates op den bol. O. Bening, Een bewijs voor het theorema van Menelaüs, J. Z. van Dijk, Eene ellipsconstructie. Dr. N. Quint, Het zwaartepunt van een trapezium. F. J. Vaes, Over zwaartepunten. F.J. Vaes, Een niet contenu kromme lijn en een niet contenn oppervlak. O. Bening, Een bewijs voor de form ule cos A = cos B cos C -f- sin B sin C cos a. O. Bening, Een bewijs voor de formule : cos (a?b) cos a cos b f sin a sin b. W. Estor, Een eenvoudige proef. Dr. N. Quint, Hef gelijkzijdig viervlak. H. Gouwentak, Diffe rentiaal kenmerk der Ontwikkelbare opper vlakten. Boekbeoordeeling. Ome Honden, (weekblad), No. 4 : Uitgevers Koch en Knuttel, Gouda. Het leren, Ie jaarg.. Maart 1905: Gracht bij avond, door J. Steijnen. De aankomst te Venetië, door Jan Apol. Een liefde, door S. Goudsmit. Literatuur, door M. H. van Campen. P. V. D. M., Schilderkunst. Boeken lijst, door Jan van Overloop. Eigen Haard, No. 10: Een Toevlucht, door M. RedeléDe Negri. X. Schetsen van Bali en Lombok, door W. O. J. Nieuwenkamp, met af b. III. Dame in de keuken, door Jer°. de Vries. Twijfelaar, Eene kleine herinnering, door G. (Sjot). In eene Hollaudsche keuken, gravure van R. Rong, naar eene schilderij van Ferd. Wagner. Profes sor II. Behrens f, door inej. AlideGrutterink, met portr. en af b. De airdappel in de Groninger Veenkoloniën, door R. tl. Herwig, met af b. (Slot). Verscheidenheid. Feuilleton. NIEUWE UITGAVEN. De frontieren over Holland m het jaar 1672, door J. POSTUMUS, geïllustreerd door JOHAN GEISIIARO. Amsterdam. Höveker & \Vorrnser. PAUL KAMrKF.MEi.iKR, Veranderingen in de theorie en de laktiek der sociaal-democratie. Rot terdam, W. L '& J. Brusse. Homoeopatkie in de praktijk, door dr. J.VOOR HOEVE, 7e en 8e arl. Zwolle, La Rivière, Voorhoeve. De smalle weg naar het geluk. Roman van PAUL ERNST, naar de tweede Duitsehe uitgave, be werkt door H. KJPPENBERG. Amsterdam, E. van der Vecht. Rotterdamsche Kunstkring", Jaarverslag over 1904' Rapport der enquête, naar den toestand van het onderwijs iu dévakken van art. 2 der wet op het lager ondervvijs, ingesteld door het Nederlandseh Onderwijzers-Genootschap. De koemelk als r'iedinijsmiddel. De behandelii g op de boerderij, b'j den, melkhandelaar en bij den consument, door H. M. KKOOX. Deventer, A. E. KI uwer. De knappe r rouw. Blijspel in n bedrijf, door FELIX HAUE.WAX. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf. De Drank we.t in vragen en antwoorden m t alphabetisch -eregister, door J. LAKEMAX. Heeren veen, A. Binnert Overdiep. De Rijksiverkinrichtingen Veenbuizen in hun ooreprong en wettelijke organisatie, geschetst door J. A. BIEXTJES en dr. H. R. OFFERHAUS. Assen, L. Hansma. Tuberculose. Uitgegeven door het bestuur van het Nederl. centraal comitétot bestrijding der tuberculose, onder redactie vanjhr. P. J. H. Boëll eu J. A. Wijnhoff, Artsen, Maart 1905, No. I. Kritiek op de. proletarische moraal, van mevr. ROLAND HOLST, door S. R. STEINMETX. Amster dam, W. Versluijs. Dr. P. PUJADE, De practische geneeswijze der tuberculose, door dr. G. VAN BRAKEL. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink & Zoon. De beroepskeuze in verband met de lichaams gesteldheid, door prof. dr. M. HAIIN. Almelo, W. Hilarius Wzn. De behandeling der wasch, het wasschen en strij ken, door J. W. LANDRÉ, leeraresaan de nieuwe Amsterdamsche huishoudschool. Almelo, W. Hilarius Wzn. Berekende volbsmaaltijden, door MARTINE WITTOP KOXIXG. Almelo, W. Hilarius Wzn. J. RIXKES BoR(.i-:it, Ot'er koemelk als voedsel. Bekroond antwoord op eene prijsvraag, uitge schreven door de Noord-Hollandsche Vereen!ging het Witte Kruis". Haarlem, de Erven F. Bohn. De Beurs te Amsterdam en de heer J. R. de Kruijfl', door A. W. WEISSMAX. Amsterdam, B Wolf'jzn. Tarief rerceniging, No. l, (tweede druk). Het Tarief-Ontwerp en Onze Scheepvaart. No. 2, Onze Handelspolitiek, Onze Volkswelvaart en Onze Rijkstinantiën. No. 3, Tariefherzieningen Douane wetgeving. Wijsgeerige bladen, door dr. H. W. Pir.C. VAN DEX BERGH VAX EIJSIXUA, III, 5. Logica en grammatica, in wederzijdsch verband over dacht. Een proeve van studie door JEAXXETTE ELIAS. Amsterdam, W. Versluijs. Onwaar, boTenal onwaardig. .V. de Redacteur f Beleefd verzoek ik u het onderstaande in uw blad op te nemen, allermeest in het belang van de volkomen onschuldige kinderen, welke het ergste lijden onder de on-dits", die eerst aU zoodanig rondgaande, ook wel in brieven geuit thans vasten vorm hebben aangenomen in de voorrede van een vlugsehrifije. Het is uitgegeven door Onze(n) Tuin'' te Haarlem en getiteld 't Onechte kind en 't Ontwerp LoerT'. Daarin lees ik dat bij de Vereeniging Onderlinge Vrouwen bescherming het Nieuw-Malthusianisme niet veroordeeld wordt". Daarop nu stuitte af n in Onze Tuin" n in de Vereeniging tegen de Prostitutie, de door Onderlinge Vrouwenbescherming en Middernachtzending zoo zeer gewenschte samenwerking in het belang van het buitenechtelijk kind. Thans zal die actie tot ondersteuning van het wets ontwerp Loeff slechts gevoerd worden door partikulieren uit die en andere vereenigingen. Welnu M. de Redacteur, inderdaad bestre den wordt het Neo-Malthusianisme door ons niet omdat dit volkomen buiten onze bevoegdheid ligt. Wij toch heb ben te maken met ongehuwde moeders, buitenechtelijke kinderen of zwangere onge huwde vrouwen. Komt daar het Neo-Malthu sianisme soms bij ie pas f In geenen deele. Onze Statuten bevatten dan ook niets in dien geest. De Ver. streeft er naar eenzelfde maat staf van zedelijkheid voor mannen en vrouwen te krijgen en tracht dit doel te bereiken op de volgende wijze : Art. 3. a. door zich over het geheele land het lot der ongehuwde moeder, der verlaten vrouw en van het buitenechtgeboren kind aan te trekken; b. door het vormen van een fonds waaruit de ongehuwde moeder, en de verlaten vrouw tijdelijk kan worden gesteund, en waaruit zij ook bijstand kan verkrijgen voor de opvoeding van haar kind. ''Niemand kan zich of een ander liet recht op een uitkeering uil dit fonds van te voren verzekeren); c. door het houden van openbare en besloten ver gaderingen en het verspreiden van geschriften om de denkbeelden der Vereeniging in ruimen kring bekend te maken; d. door het indienen van verzoekschriften bij de bevoegde macht, ten doel hebbende de verantwoordelijkheid van den vader van het buitenechtgeboren kind bij de wet te doen vaststellen, en ge lijkstelling te verkrijgen van buitenechtelijk. kinderen met de in het huwelijk geborene Nu kan men met volle recht opmerken : er zijn toch leden van de N.M. Bond, die tevens lid zijn van O V." Zeer zeker, maar er zijn ook leden van dien bond die lid zijn van den Vrouwenbond tot verhooging van het zedelijk bewustzijn. Ook die bond heeft geen bestrijding van het N.M. in hare Statu ten, zoo min als ome Vereeniging. Gaat men daarom beweren : dat de Vrouwenbond op wiens weg dat nog altijd meer zou liggen het N M. niet veroordeelt ? Immers neen ! En wij danken dan ook het kwaadspreken over onze Vereeniging aan persoonlijke i*ekrenkthei Ijes, aan misverstand enz. Maar er is in uw hoofdbestuur toch een lid dat vóór het N.M. is!" Volkomen juist. Er is er ook een indiezeerbeslisttegen alle N.M. i s. Want onze vereeniging is neutraal en er is plaats voor ieder, die hare of zijne krachten aan de verwezenlijking van ons doel wijden wil. Het is wel eens voorgekomen dat de NT.M. Bond, die voorlichting geeft aan gehuwden, waar het voorbehoedmiddelen tegen zwanger schap betreft, wanneer een ongehuwde vrouw komt vragen om abortieve middelen, die de N.M. Bond in geen geval verstrekt, deze naar Onderlinge Vrouwenbescherming" verwijst. Niet omdat O.V. ze haar wél verstrekken zal, zooals eens lasterlijk beweerd is, maar omdat zij die ongelukkigen zoo goed mogelijk zal helpen in den moeilijken tijd vóór de beval ling en ze later moreel en financieel blijft steunen, opdat ze voor zich en het kind kunnen zorgen. Zoo het eenigzins mogelijk is laten we moeder en kind samen blijven. Ook worden, in geval huwelijk gewenseht wordt door de ongetrouwde vader en moeder of aanstaande ouders, voorschotten verstrekt om dat mogelijk te maken.Voor de ongehuwde moeders ontving O. V. dikwijls zeer gewaar deerde hulp van de Vereeuiging aan wier hoofd ds. Pierson staat, alsook van Katho lieke gestichten. Ziedaar, M. de Redacteur, de eenvoudige waarheid, d:e ik niet met lange klaagliederen weusch aan te d'kken. Dieptreurig intusschen komt het mij voor dat een zich noemende Christelijke vereeniging als Onze Tuin van m indelingen laster door anderen nog ge zwegen zulke alleszins onvriendelijke aan tijgingen drukken laat over een vereeniging die precies hetzelfde doet als zij : de buitenechtelijke kinderen steunen. Jammer vooral omdat deze hatelijkheid een plaats heeft kunnen vinden in de voorrede van een boekje waar van b.v. de geheele bl. 34 met volkomen instemming door O.V. zal worden onderschre ven. En op pag. 21) lezen we: Om verstoening van art. 344a te voorkomen, worde de Burg. Stand verplicht van alle onechtgeborenen opgave te doen aan den voogdijraad opdat deze bewerke, dat er rechtsvordering tot onderhoud voor hen gedaan worde", welke wensch eveneens voorkomt in het verzoek schrift door O.V. aan den M'nister van Jus titie aangeboden. Waarom wordt dan op zoo'n on waardige w ij ze door een godsdienstige vereenijing bestreden een neutrale bond als O.V. die zich bewust is altijd open en onomwonden voor haar beginselen te zijn uitgekomen, en die dus de beschuldiging dat ze in het geheim nog andere zou belijden met kracht van zich af moet wijzen. Met dank voor de opname, hoogachtend namens het Hoofdbestuur O.V. W. WUNAENUTS FRANOKEX-DIJSEHINCK. Den Haag, 4 Maart 1904 Presidente. iE leven. Een Wij hebben voor ons de bekentenissen eener gelukkige vrouw. Eene vrouw, volkomen tevreden met hare plaats in het leven, met het werk, dat ze te doen heeft in de wereld. Dat dit nog niet zoo heel algemeen voorkomt, is misschien meer te wijten aan de omstan digheden, dan aan de vrouwen zelf. Hoeveel er in den laatsten tijd ook veranderd is, nog altijd is hare positie allesbehalve op vasten grondslag gevestigd, zijn de gevoelens over de plaats, die zij behoort in te nemen, geens zins eensluidend, heeft zij, op den weg naar vrijheid en zelfstandigheid, allerlei moeilijkgeden te overwinnen. Niet de minste daarvan zijn haar eigen gecompliceerde natuur, de gevoeligheid harer organisatie, hare velerlei, vaak tegenstrijdige behoeften, die haar nu tot deze, dan tot gene levensriehting trekken. Daarom doet het ons zoo weldadig aan van Marie Corelli te mogen vernemen, dat zij het door haar gekozen beroep liefheeft met geheel haar hart en er volkomen bevrediging in heeft gevonden. Hoe men ook mo^e oordeel en over haar werken, of het fantastisch en romantisch element, dat er zoo sterk den boventoon iu heeft, ons aantrekt of afstoot, er is geen twijfel aan dat zij tegenwoordig de meest gelezen romanschrijfster in Engeland is. Mrs. Humphrey Ward moge haar meerdere zijn in karakterteekening en psychologische analyse, wjj betwijfelen het of de groote meer derheid der menschen hiervan gediend zijn. Zooveel is zeker d.tt Marie Corelli's werken haar hebben gebracht roem en eer en econo mische onafhankelijkheid, dat ze haar toe gang hebben verschaft tot het hof, beter nog, haar waardeering en warme sympathie heb ben doen vinden in de meest verschillende klassen der maatschappij. Zoo is het nu, maar zoo is het niet altijd geweest. Zij heeft moeite en verdriet en teleurstelling gekend in zoo ruime mate, dat een zwakker karakter er onder bezweken zou zijn. Een harer Hollandsche vereerders, de heer Willem Sonius heeft, eenigen tijd geleden, eene levensbeschrijving van haar uitgegeven (Amsterdam, L. J. Veen). Zoo we het nog niet wisten, hebben we daaruit kunnen leeren hoe luttel verband er vaak bestaat tusschen uitwendige omstandigheden en inwendig leven. Toen Marie Corelli nog maar even twintig jaar was, begon de armoede aan haar deur te kloppen. Met mannenmoed heeft het jonge meieje gestreden tegen haar neerdrukkende macht. In haar armelijk studeer vertrekje heeft ze haar fantaisie gevoed met gouden droomen; bonte tooverbeelden, kleurige figuren zijn er verrezen voor haar geestesoogen, met vaardige hand, heeft ze er vorm en gestalte aan weten te geven, ze doen leven ook voor anderer verbeelding. Daar ontstond haar eerste roman : \ Ro mance of t wo Worlds", dat boek waarin we in waarheid steeds schijnen te zweven op de grens van twee werelden, waarin zich al aanstonds de stoute vlucht harer fantaisie toonde. Maar op haar hoopvol arbeiden volgde bittere teleurstelling. Het manuscript zwierf van den eenen uitgever naar den andere. Zes maal werd het verworpen, tot het eindelijk gedrukt werd. En toen oordeelde de wereld heel anders dan de vertegenwoordigers der pers, die de wereld moet voorlichten. De jonge schrijfster was eensklaps beroemd ge worden. Sedert zijn er van hare hand eene reeks van romans verschenen, waarvan we alleen noemen: The Sorrows cf Satan", Barabbas", The Master-Chrislian", The Mighty Atom" en zeer onlangs God's good man", ongeveer het beste dat we van haar gelezen hebben. Onder al haar letterkundige bemoeiingen, heeft Marie Corelli zich niet onttrokken aan de verplichtingen en de teederheden van het familieleven. Integendeel heeft zij er die echt vrouwelijke eigenschap in praktijk ge bracht, zwakken en kleinen te steunen. In haar geval behoorde die zwakke tot het sterke geslacht. Haar hal f broeder was een dier minderwaardigen, gedoercd zijn eigen leven en dat der zijnen ongelukkig te maken. Zij heeft hem gedurende lange jaren van zijn droevig bestaan geholpen met het geld, dat zij verdiende, met de zedelijke kracht, die haar zelve was ten deel gevallen, met het onuitputtelijk geduld, waarmee ze, na elke afdwaling, hem opwekte tot nieuwe pogingen. Maar niets van dat alles vernemen we in het artikel, waaruit we hier het een en ander willen meedeelen. Alleen de uitdrukking van eene groote blijdschap over wat het haar gelukt is te verwezenlijken, lessen uit de ervaring geput, wenken voor de vele jeugdige schrijfsters, die tegenwoordig haar voorbeeld wenschen na te volgen. Sedert eenige jaren, heeft Marie Corelli Londen verlateji en zich met der woon ge40 ten 11 par r «f tl. Zeker en pijnloos werkt het sedert 30 jaren erkende jp^-JEchte Itadlaner'sche Eksterooircuuiiddel. *^B Opfennigp. flac. Slechts echt niet de firma: KRONENAPOTHEKE, Berlijn. Depot in de meeste Apoth. en Drogisten. ECHT VICTffRIAWATER. Oberlahnstein. Fournisseurs de la Cour. ChocolatVEEN CHOCOLAT LE PLUS DÉL CIEÜX POUR CROQUER. Usines a Sneek (Hollande). Fl JÏSTE llTSERSCH E ; CficaÓen: SuÏKER. Normaal-Onderkleeding van * Prof Dr. G. ;- Eenige Fabrikanten W.BengerSöhne Stultgarf Hoofddepót te AMSTERDAM: Kalverstraat 157 K. F. DEUSCHLE-BENGER.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl